1»
t.
De
familie van iïlichiel
Adriaensz. de Ruijter.
Zondag 24 Maart
5ie Jaargang. No.
1907.
DERDE BLAD.
Kantongerecht Schagen.
Uit en voor de pers.
Binnenlandsch Nieuws.
Uitspraken Donderdag 21 Maart 1907.
H. K., Warmenhuizen, straatschenderij,
f 5, of d. J. S., Kassenheira, idem, f 8, of
'2 d. T. 't Zand, overtr. Jachtwet, f 1,
of 1 d. J. B., Kreil, Barsingerhorn, overtr.
prov. regiem, op do wegen, f 2, of2d. G. J.,
Harenk. üirkshorn, overtr. motor- en ryw.-
reglein. en valschen naam opgeven, f2, en f8,
of 1 d. en 6 d. G. v. d. 0., Broek op Lan-
gendijk, idem, f 2, en f 8,'of 1 d. en 6 d.
.1. J., Eeuigenburg, St.-Maarten, openb. dron
kenschap, vrijgesproken. J. S., Schagon,
overtr. motor- en rijwiel-regiem., f 1, of 1 d.
J. v. N., A una Paulowna, overtr. prov. regiem,
op de wegen, 2 m. f 2, of 2 m. 1 d. G. J. N.,
Anna Paulowna, overtr. leerplichtwet, f 1,
of 1 d. J. S., N. Niedorp, overtr. prov. regiem.,
ontslagen van rechtsvervolging. S. de W.,
't Zand. Zi.jpe, overlr. motor-en rij w.-reglem.,
f 2, of f 1 d. P. O., O. Niedorp, idem f 2,
of 1 d. A. B., idem, idem, f 2,of 1 d.
C. W., Barsingerhorn, idem, f 1, of 1 d.
J. C. G, Groetpolder. Winkol, overtr. leerpl.-
wet, f 8, of 8 d. J. G., Zy'pe, overtr. jacht
wet, f 5, of 8 d. J. G., idem, idem, f 5,
of 3 d. R. B., Helder, overtr. motor- en
rijw.-reglenient, f 1, of tuchtschool 1 week.
0. de J., Winkel, idem, f 1, of 1 d.
„Ken manifestatie"
De verkiezing van minister Staal wordt
oen „politieke rnainfestatie-genoemd en als
zoodanig afgekeurd, zegt het Hdbld.
Fr is echter geen enkel bewijs, geen en
kele aanwijzing zelfs, dat die verkiozmgeen
manifestatie is in dien zin, dat generaal
"taal alleen verkozen is, teneinde op opzien
barende wyze uiting te geven aan eenige
overtuiging. Zoo gezien, is het woord1 mam-
festaUe beslist onjuist. Wil men echter^.n
elke krachtige uiting van een meen''Ge®"
manifestatie zien, dan is or weinig te„en de
beschuldiging in te brengen. jf
Dan is zeker elke verkiezing een „manites-
tatie", wanneer de denkbeelden van<len vog
kozene bekend zijn, wat in 99 van deiuu
keoren het geval moet zijn. De kiezeis mam-
festeeren dagt zij die denkbeelden de beste
achten En wanneer de Provinciale btaten
van eênig gewest afgevaardigden van éen
politieke kleur naar de Eerste Karnei zen
den is dat zeker een manifestatie waarin
harê afkeuring over de politiek van de niet
verkozen politici wordt uitgesproken
Hoe sterker de overtuigingen van den
verkozene zijn, hoe beter die denkbeelden
bekend zijn, hoe meer van zelf die verkiezing
pon manifestatie" is.
Te^en de qualiücatie in dien zin kunnen
wij dus moeilijk opkomen, doch wy kunnen
tevens nauwelijks als ernstig gemeend be
schouwen de spitsvondigheden waarmede
deze manifestatie" wordt afgekeurd door
en die alle dringend noodzakelyke heiver-
nhi'gen in ons leger steeds tegenwerkten en
daarom don hervormingsgezinder! minister
van oorlog gaarne van het politieke terrein
verwijderd zouden willen houden.
Wanneer de Provinciale Staten byeenko-
men om leden - van de Eerste Kamer te
verkiezen zijn zij niets dan een kiescollege,
en vanzelf een politiek kiescollego, ^chtende
m innen af te vaardigen, die do denkbeelden
zullen voorstaan, welke zy de beste achten
en hot meest in 's lands belang. Betr< ffen
die denkbeelden vraagstukken, die omeen
of andere reden de openbare aha"di*c^ °P
zich gevestigd hebben, dan kan het niet an
ders of zulk een verkiezing, zulk een uiting
dus van de denkbeelden der kiezers moet
«enigszins het karakter van een manifestatie
kDiteiis thans het geval geweest. De Eerste
Kamer heeft zonder veel gepraat de eerste
poging van een minister van oorlog, om ons
e|er te hervormen, verijdeld. Het ,s de
dringende plicht van de Provinciale Staten
b i het zenden van een vertegenwoordiger
naai dat lichaam, thans te letton op een
mogelijke latere behandeling van d»t vraag
stuk, te zorgen dat dit groote volksbelang
den best-mogelijk en verdediger in onzenSenaat
vindt. Voor die leden der Provinciale Staten,
die de hervorming van ons leger oen groot
volksbelang achtten, die bovendien in minis
ter Staal een goed verdediger van legerher-
vorming in do Eorsto IvJimoi on oon good
lid van dat lichaam zagen, was het een
plicht op genei aal Staal te stemmen. En zy
iiebben zich gelukkig niet laten afschrikken
door het feit, dat daardoor hun denkbeelden
gemanifesteerd" konden worden, en dat nog
anderen dan oude juffrouwen niet van een
krachtige uiting van onwelgevallige denk-
boelden houden.
Natuurlijk is zulk con uiting van kiezers
een moreele „ruggoste n" van deRegeeiing,
ofschoon men waarlijk niet ver-ziend behoeft
te zHn om to weten, dat de vervanging van
een lid van do minderheid der Eerste Kamer
door een lid van dezelfde kleur geen „poli
tieke gevolgen" zal hebben
Wij kunnen ons dus in het minst niet
vereenigen met de kroligo opmerking van
de N. R. Ct., waar zij verkondigt dat het
oordeel van de Noord-Hollandsche kiezers,
blijkende bij de vervulling van den kiesplicht
voor de Eerste Kamer, gelijkwaardig is met
een „motie van goedkeuring van elke verga
dering, welker taak en roeping elders ligt'
op welke tirade een pompeus voldaan „voila
tout" volgt.
En haast even merkwaardig is de opmer-
king die wij in andere bladen vonden, dat
in het votum iets onaangenaams zou zyu
voor de zittende Eerste Kamer-leden voor
Noord-Holland. Wy' achten het een beleedi-
ging voor die leden, hen van zulke kleine
gevoeligheid te verdenken (nog daargelaten
dat zij allen vóór de oorlogsbegrooting
stomden). Beleedigend is het eveneens te
meonen, dat zy zouden wenschen dat om
dergorlijke persoonlijke redenen de Provin
ciale Staten zich in de vrijheid van hun keuze
beperkt zouden achten.
Wy willen gaarne in de verkiezing van
generaal Staal een manifestatie zien, al ïszy
zeker niet als vlagvertoon bedoeld. Wy
zien er een toeken in, dat de meerderheid
van hot kiescollege de „Provinciale Staten
overtuigd is dat legorhervorni.ng noodzakelyk
is En datis, waar de Provinciale Staten
zooveel dichter by het volk staan dan onze
senatoren, een gelukkig teekenl
De man, wiens geboorte dezer dagen alom
in den lande feestelijk herdacht wordt, moet
in zyu familieleven, al niet minder dan elk
gewoon sterveling, het „lief" en het „leed"
hebben leeren kennen met al de zorgen, die
een talrijk gezin met zich kan brengen.
Zijn vader was Adriaan Michielsz. van
Bergen op Zoom, van beroep bierbrouwers
knecht, en zyne moeder Alida Jans Ruijter,
welken laatsten naam onze held aan zyn
gewonen naam Michiel Adriaensz. heeft toe
gevoegd.
Michiel was de vierde geborene van een
twaalftal kinderen. Hy heeft gehad vier
broeders en zeven zusters, van wie een half
zuster.
De vader overleed, als een eerzaam burger,
in 1629 te Vlissirigen, toen Michiel dus 22
jaar oud was.
In 1631 huwde De Ruijter met Maria Vel-
ters, die op don 31en December van dat jaar
bij de bevalling van haar eerste kind, Alida
geheeten, overleed. Achttien dagen daarna
bezweek ook het kind.
Voor de tweede maal huwde De Ruijter
met Cornelia Engels. Uit dit huwelijk zyn
vyf kinderen geboren.
Het eerste kind was Adriaan, geboren in
1637 en reeds op 18-jarigenleeftyd te Amster
dam overleden, den 13en April 1655.
Het tweede kind was Cornelia, geboren
in 1639, later gehuwd met Johan de Witte,
Kapitein te land en te water.
Het derde kind, geboren den 13en Augus
tus 1641, heeft slechts drie dagen geleefd.
Het vierde kind was Alida, geboren den
löen November 1642, die later huwde met
den Eerwaarden heer Thomas Pots, predikant
te Vlissingen. Alida schijnt vóór 1681 over
leden te zijn.
Het vijfde kind was Engel, geboren den
2en Mei 1649. Deze werd later een Hoogedel
man, baron, ridder, etc. Yice-Admirael van
Holland en Westfriesland.
In datzelfde jaar 1649 overleed de moeder
van De Ruijter en in hot volgende jaar 1650,
op den 25on September ontviel hem ook
zyne echtgenoote, Cornelia Engels.
Niet lang bleef De Ruijter weduwnaar.
Hy huwde ten derden male met mevrouw
Anna van Gelder, weduwe van Jan Pau-
welsz. Zy bracht medeten huwelijk een zoon,
genaamd Jan Pauwels van 'Gelder, die den
23en December 1647 was geboren. Deze stief
zoon heeft ten volle gedeeld in den roem
van Do Ruijter; ook hy werd door den Ko
ning van Denemarkon, op verzoek van den
vader, in 1660 in den Adelstand verheven.
Jan Pauwels van Gelder is later als Kapitein
ter zee in de zeeslagen van 1672 en 1673
bekend geworden en sneuvelde in Augustus
van het laatste jaar, waarna hij in de Oude
Kerk te Amsterdam werd begraven.
Uit zijn derde huwelijk heeft De Ruijter
twee kinderen gehad.
Het eerste kind was Margaretha, geboren
den len December 1652, die later huwde
mot den Eerwaardon Heer Barnardus Somer,
predikant te Amsterdam.
Het tweede kind was Anna, geboren den
13en September 1655. Zy overleed te Vlissin
gen in Augustus 1666.
Michiel Adriaensz. de Ruyter, die in zyn
laatste levensjaren als eenvoudig burger van
den deftigen stand te Amsterdam woonde,
leed aan een vreeselijke kwaal, het graveel.
Niet dan noode scheidde hy van zyn kleinen
huiselykon kring, wanneer 's Lands belang
hem opriep om naar zee te gaan. Hy stierf
aan zyne bekomen wonden op den 29en j
April 1676 te Syracuse op Sicilië. In de
Nieuwe Kerk te Amsterdam werd een graf-
kelddr gemaakt, waarin liet stoffelijk over
schot van den grooten zeeheld werd bygezet
op kosten des Lands den 18en Maart 1677.
De Algemeone Staten lieten op het graf een
tombe plaatsen, die in 1681 gereed kwam.
In den grafkelder zyn sedert bygezet: op
don 4en Maart 1683, Engel, de eenige zoon
van De Rujjter,
op den 24en November 1683, Johan de
Witte, echtgenoot van Cornelia de Ruyter,
en tegelijkertijd hun zoon Michiel de Witte;
op don 9en Juni 1684, Bernardus Somer,
echtgenoot van Margaretha de Ruyter;
in Februari 1687, Anna van Gelder, De Ruy-
ter's weduwe, die den 24en dier maand was
overleden
in December 1688, Margaretha de Ruyter,
de jongste van des Admiraals nagelaten
dochters, overleden den 22on dier maand
in September 1701, Cornelis de Witte, klein
zoon van den Admiraal, en
in Januari 1720, Cornelia de Ruyter, die den
hoogen leeftyd van 80 jaren bereikte en de
laatste der familie werd, overlevende tal
der leden van het roemvol geslacht.
Wa( weten ze liet goed.
De Schoolbode, orgaan van de afd. 's-Gra-
venhago van den Bond van Nod. Onderwijzers,
vermeldt als historisch
In de scholen zyn tot zelfs in de laagste
klasse de De Ruyter-portretten uitgedeeld.
Waar dit laatste toe leidt, leero men uit het
volgende
De juffrouw uit de eerste klasse vraagt:
Wat is die man geweest?
Antwoord van een zesjarige: Ruit erna-
ker.
Waarom kryg je die plaat
Omdat het gauw Kerstfeest is.
In de vierde klasse:
Onderwijzeres: Wie is die man?
AntwoordDe redder van den Hoek
van Holland.
Overleden.
Mevrouw Hoedt, do dame die Vrijdagavond
in haar woning in hot Kleverpark te Haarlem
ernstige brandwonden bekwam, is in het
gasthuis aan de gevolgen overleden.
Ken vierling.
Het echtpaar Van Beek, aan de Birkt by
Amersfoort, dat reeds vijf kinderen heeft,
werd in den afgeloopen nacht verblijd door
de geboorte van vier flinke jongens. Moeder
en kindjes zyn heel wel.
Hoogwater.
Men schrijft uit Friesland
Het water is in Friesland nog zeer hoog;
de boeren beginnen er last van te krijgen.
De landerijen kunnen niet bemest worden;
ze staan onder water, tenzij ze in een polder
liggen. Waar ook terp-narde uit den kleihoek
voor de weilanden in de wouden wordt
aangevoerd en het gewoonte is deze klei
aarde dadelijk over het land te kruien, daar
is dit thans onmogelijk. De schepen moeten
nu gelost worden op de hooge landen, de
terp-aarde wordt daar in hoopen gekruid, om
later weer vervoerd te worden. Dubbel
werk en kosten
Door den aanhoudenden westenwind wordt
de waterstand al hooger en lijkt het tusschen No.
Wolvega en Oudeschout, Heerenveen,
Akkrum, Oldeboorn, zoover men zien kan,
één zee.
AnisterdamRche Bel".
Men lifirmnert zich nog de berooving op
/Saterdag 9 Maart j.l. in een bierkrot aan de
Wijde Broedersteeg te Rotterdam, toobehoo-
rende aan zekere vrouw B. B., welbekend
als „Amslerdamsche Bet" (door ons inder
tijd vermeld).
Sinds heeft de politie niet stil gezeten
en, hoewel we reeds eenige dagen
van de vruchten van haren arbeid op de
hoogte waren, hebben we op haar verzoek
met het oog op het vedere onderzoek daar
aan nog geen ruchtbaarheid gegeven. Thans
kan de „Rott." iets daaromtrent mededeelen.
Donderdagavond 14 dezer dan werd door
twee vrouwen by den horlogemaker en
goudsmid P. Merkes aan de Kipstraat No.
78 te koop aangeboden een gouden horloge
en een gouden halsketting. De bediende
van genoemden goudsmid bekeek het horloge
aandachtig en herkende dit als beantwoor
dend aan het verspreide signalement en zeide
tot de vrouwen, dat hy het niet wilde koo-
pen, omdat het gestolen was. Onmiddellijk
rukie toen een der vrouwen hem het horloge
uit de handen, zetten beide vrouwen het op
een loopen en ontkwamen.
Spoedig werd nu namens den heer Merkes
by de politie van het gebeurde aangifte ge
daan. Op portretten in het bezit der politie
werd nu door den betrokken bediende een
der vrouwen herkend en wel een 23-jarige
vrouw (J. J. V.), wonende in de Wijde
Broedersteeg.
Deze nu dadelijk te vinden, ging echter
niet gemakkelijk, doch Zondagmorgen slaagde
de rechercheur H. Touw er in haar aan te
houden en op het politiebureau Lange Toren
straat in bewaring te stellen.
Het verhoor van deze „dame" bracht aan
het licht, dat ze twee medeplichtigen had,
namelijk zekere vrouw R. v. D. en de 28-
'jarige vrouw B. B. of „Amsterdamsche Bet".
De laatste werd Zondagavond ook in bewa
ring gesteld op het politiebureau der 2e af-
deeling aan de Lange Torenstraat, waar ze
reeds eerder in bewaring was geweest, doch
by gebrek aan bewijs weder op vrye voeten
gesteld. Ook deze bekende nu de gestolen
goederen te hebben geheeld en met de
andere twee vrouwen omtrent de opbrengst
een afspraak te hebben gemaakt.
Volgens verklaring der eerst aangehoudene
vrouw hadden de twee, die de gestolen siera
den zouden verkoopen, dus zijzelf, J. J. V.,
en R. v. D., na haar vlucht uit den winkel
van Merkes, het gestolene in de Delftsche
vaart geworpen. Op deze verklaring is door
de politie op de aangegeven plaats gedregd,
doch zonder resultaat.
Door de politie worden nog ijverige na-
sporingen gedaan naar de medeplichtige
vrouw R. v. D. en naar den hoofddader, ver
moedelijk zekeren T., die de bestolen vrouw
J. K., huisvrouw van F. de V., het bierglas
met jenever heeft doen leegdrinken en haar
daarop van de meest voor de hand zijnde
voorwerpen van waarde beroofd, welke be
rooving door Amsterdamsche Bet werd vol
tooid.
De twee aangehouden vrouwen zijn ter
beschikking van de justitie gesteld.
„Hbld."
Vergadering van den Raad der ge
meente Anna Paulowna, op Donderdag 21
Maart. Bij afwezigheid van den Burgemeester,
werd de vergadering gepresideerd door den
heer C. Waiboer. Deze las de notulen voor,
die onveranderd werden goedgekeurd. Daarna
volgde medeleeling van ingekomen stuk
kon
le. Een beredeneerd verslag met betrek
kin? tot de verbetering van volkshuisvesting
in Anna Paulowna. Voor kennisgeving aan
genomen.
2e. Een schrijven van Ged. St., inhouden-
j de mededeeling van de vastgestelde jaar-
i wedden van Burgemeester en Secretaris
respectievelijk op f 700 en f 900. Als voren.
3e. Mededeeling, dat door het Ryk van de
f 1600 rijksbijdrage inzake onderwijs, die
men reeds verloren waande, f 1400 zal wor
den uitbetaald. Onder applaus voor kennis
geving aangenomen.
4e. Verslag van de Gezondheids-commissie.
Voor kennisgeving aangenomen.
5e. Verslag plaatselijke schoolcommissie
over 1906. Zonder meer voor kennisgeving
aangenomen.
6e. Hot concept der algemeene politie-ver-
ordening, van Gedeputeerde Staten terug
ontvangen, was naar Schagen doorgezonden.
De heer Van Mullem vroeg, of in de
politie-verordening door Ged. St. nog wijzi
ging was gebracht.
De heer D. C. Rezelman zeide, dat zy met
eene kleine verandering was teruggekomen,
naar welke door niemand werd geïnfor
meerd.
De heer De Mazure bracht in het midden,
dat Anna Paulowna ééne der achterlijkste
gemeenten van ons vaderland was, in het
voldoen aan de wenschen enbetoogen der
Gezondheids-commissie. Zelfs was op her
haalde vragen dezer Commissie niet eens
geantwoord.
Deze opmerking links latende liggen, werd
door B. en W. medegedeeld, dat van mej.
T. Rommerts een verzoek was ingekomen,
om ontslag als onderwijzeres aan school
no. 1 tegen 1 Mei a.s. en van die zijde werd
voorgesteld, haar dit eervol te verleenen.
Algemeen goedgevonden.
Hierna kwam aan de orde hot benoemen
eener onderwijzeres in de plaats van mej.
Romiuerts.
De heer Rezelman zeide, dat de Raad
in dit geval vooraf moest goedkeuren, dat
in de vacature zou worden voorzien, aange
zien door het verminderd getal leerlingen
(het was 196 en het moest op zijn minst
zyn 200) deze opengevallen plaats volgens
de wet niet opnieuw behoefde te worden
bezet. De te benoemen onderwijzeres zou
overcompleet zyn. Mocht met 1 Mei niet in
de vacature kunnen worden voorzien, dan
verzochten B. en W. aan den Raad, om
eene tijdelijke onderwijzeres te mogen be
noemen. In dit geval was de beslissing aan
den Raad.
De heer A. de Graaf vroeg, of er gegronde
redenen waren om een vijfde leerkracht
aan te stellen.
De heer Rezelman antwoordde, dat het
beter was in de vacature te voorzien, aan
gezien er vijf lokalen waren, en deed men
het niet, dan moest 1 lokaal leeg blijven,
School No. 1 werd bezocht door 196 leer
lingen Daar school No. 2 (Breezand) werd
bezocht door 188 leerlingen, (volgens mede
deeling door den heer Rezelman, op vorzoek
van den heer De Graaf) meende de laatste, dat
dan, zoo het onderwijs in Breezand goed mar
cheerde, ook aan de school No. 1 een 5e
leerkracht overbodig was. De heer Van
Mullem vroeg, of straks hierop nog nader
bij de regeling zou worden teruggekomen en
na een bevestigend antwoord (Rezelman),
legde hij zich by het voorstel van B. en W.
neer. Alzoo werd zonder stemming aan
genomen, dat in de vacature aan school
1 zal worden voorzien. Tot leden van
het stembureau voor Gemeenteraad en Pro
vinciale Staten werden op voorstel van
A. Ter verkiezing van gemeenteraadsleden
le district: C. R. Waiboer (voorz.), G.
Volder, D. C. Rezelman plaatsverv. leden
G. H. Goerligs, L. Metzelaar;
By herstemming: C. R. Waiboer, G. H.
Geerligs, L. Metzelaar; plaatsverv. leden:
D. C. Rezelman, G. Volder;
2e district: A. de Graaf (voorz.), G. van
Mullem, C. J. de Mazure; plaatsverv. leden:
Jb. Bakker, Jb. Stammes
By herstemming: A. de Graaf (voorz.), Jb.
Bakker, Jb. Stammes; plaatsverv. G. van
Mullem, C. J. de Mazure.
B. Ter verkiezing van leden voor de
Provinciale Staten
le district. C. R. Waiboer (voorz.), G. H.
Geerligs, L. Metzelaar; plaatsverv. G. Volder,
n C. Rezelman.
D.
B(j herstemmingC. R. Waiboer (voorz.),
D. C. Rezelman, G. Volder; plaatsverv.
G. H. Geerligs, L. Metzelaar.
2e district: A. De Graaf (voorz.), Jb. Bakker,
Jb. Stammes; plaatsverv. C. J. de Mazure,
G. van Mullem.
By herstemmingA. De Graaf (voorz.), C.
J. de Mazure, G. v. Mullemplaatsverv. A.
de Graaf, Jb. Stammes.
Hierna had eene bespreking plaats over
het tarief van de pont aan de Kooij.
De heer Waiboer deelde mede, dat het
ontwerptarief hiervan byna geheel overeen
kwam met het tarief van Westeinde, uit
gezonderd de betaling voor motorrijwielen
en rijwielen.
De heer De Graaf vroeg, of hier het oude
tarief werd bedoeld.
De heer Waiboer beaamde dit.
De heer De Graaf vond het verkeerd, dat
volgens het tarief voor koetsier en paard
moest betaald worden. Voorheen was dit
niet zoo. De tegenwoordige veerman, Broe-
dersz, had dit ingevoerd.
De heer Van Mullem sloot zich hierbij aan
en vond het ongewenscht. Men had veran
dering toegezegd, als de behandeling van het
tarief voor de pont aan de Kooy kwam. Nu
dit aan de orde was, moest dit bezwaar
wegvallen. Men had zich gevleid met den
wensch en de hoop, dat het tarief voor over
zetting zou gewijzigd worden, als men een
tarief vaststelde voor de pont aan de Kooij.
Waarom geschiedde dit nu niet?
De heer Waiboer zeide, dat men door de
subsidie van het Ryk aan dit voorgeschre
ven tarief was gehouden en de heer Rezel
man liet erop volgen, dat Broedersz het
tarief niet had omgewerkt, maar zooals het
was, in toepassing had gebracht.
De heer De Mazure beweerde dat menschen
op een wagen vrij van betalen waren, doch
de heer Rezelman voerde daartegen aan,
dat menschen IJ cent moesten betalen en
dit natuurlijk niet konden ontduiken, door
op een wagen te gaan zitten, waarna de
vorige spreker weder beweerde, dat toch
het overhalen maar éénmaal geschiedde,
waartegen de heer Waiboer aanvoerde, dat
de bepaling in het tarief was opgenomen,
om slechtheid te voorkomen, want sommi
gen wipten by het overvaren op het rijtuig.
De heer Van Mullem: Indien het van
Rijkswege niet wordt toegestaan, dan leg ik
mij er by neer; anders, de algemeene geest
der menschen is tegen betaling. Het con
tract van het Rijk met den veerman aan
Westeinde duurt nog 2 jaar. Bij ver
nieuwing daarvan kan altijd op onze wen
schen gelet worden.
De heer Jb. Stammes wees erop, dat de
gemeente het onderhoud moest bekostigen
en stelde men nu het tarief te laag, dan
zou het erg de vraag wezen, of de ver
pachting genoeg tot onderhoud zou op
brengen.
De heer De Graaf gelooft, dat een laag
tarief het gebruik zal doen toenemen. Men
moest er nu op aandringen, dat koetsier
en vervoerder van vee gratis overgingen.
Op voorstel van den heer Waiboer werd
algemeen berust by eene 2-jarige afwachting,
als wanneer het contract te Westeinde zou
afgeloopen zyn.
Hierna kwam een voorstel van B. en W.,
om de jaarwedde van den heer A. de Boer,
onderwijzer aan school No. 1, met f 100 te
verminderen.
De heer Van Mullem vroeg, waarom die
f 100 niet werden toegestaan.
De heer Rezelman zeideomdat het aantal
kinderen aan die school tot beneden de 200
was gedaald (1961), was er geen le onder
wijzer noodig en volgens de wet gaf het Ryk
daarom de f 100 niet en dit had tengevolge,
dat ook de gemeente ze niet kon uitkeeren.
Het vorige jaar waren er ook geen 200 kin
deren geweest en door onwetendheid van wyzers en van opknappen gesproken, dan
B. en W. had alzoo De Boer onverdiend f 100 heeft Lunshof ook heel wat op te knappen
verkregen. Als het getal kinderen weer boven gehad. Ik weet dit van nabij.
De heer Jb. Bakker. Ik herinner me nog
wel de reden, waarom die gratificatie is
toegestaan. De vereeniging van de 4e en 5e
klas was in de laatste jaren het struikelblok.
n.iJ. li1 1
De heer Jb. Bakker. Ik ben het hiermede
volstrekt niet eens. Er is geen schuld by de
onderwijzers. Zy zeilden hunne lijsten in
meer niet.
De heer De Mazure. Ik vind het een hard
iets voor De Boer, door een anders stoffig
heid
De heer Rezelman. Juist die stoffigheid
bezorgde hem f 100. Het abuis van verleden
jaar is in 't voordeel geweest van De Boer.
Hierna werd algemeen goedgevonden, geen
f 100 aan De Boer uit te keeren.
Na deze 100-guldens-kwestie kwam een
nieuwe 100-guldens-kwestie, n.m. of men
aan den heer K. L. van Gorkom weer f100
gratificatie zou geven, zooals verleden jaar.
Men had genoemden heer toen verzocht, (om
den len onderwijzer te ontlasten), 2 klassen
(60 leerlingen) voor zyne rekening te nemen
en als proef voor 1 jaar zou hy daarvoor
f100 ontvangen. B. en W. adviseerden, door
gewijzigde omstandigheden deze f 100 niet
toe te staan.
De heer Stammes vroeg, als de heer Van
Gorkom die f100 op proef gekregen had, of
die proef was geslaagd en richtte zich hier
toe tot den heer Jb. Bakker (lid der plaat
selijke schoolcommissie.)
Deze verwees den heer Stammes naar het
Dagelyksch Bestuur, als zijnde hiermede goed
op de hoogte.
De heer Rezelman zeide, dat de proef
goed geslaagd en het onderwijs uitstekend
was. Doch nu (er zyn 4 kinderen minder
dan er moeten zyn) stond school no. 2 met
school no. 1 gely'k en aan de laatste kwam
nu een onderwijzer extra. Voor de laatste
school kreeg men nu geen grootere subsidie
dan voor school no. 2 en daarom moest de
gratificatie ingehouden worden. Het was
precies hetzelfde als tegenover andere onder
wijzers en daarom wilden B. en W. het niet
doen.
De heer A. de Graaf vond het niet pre
cies van dezelfde strekking. Er was eene
proef genomen om het onderwijs te ver
beteren. Door klasse-verandering kreeg het
hoofd meer leerlingen en zoodoende ont
stond voor hem grootere moeilijkheid.
Daarom had men f 100 vergoeding gegeven,
maar als proef of werkelijk het onderricht
zoo beter zou zyn. Men stond nu voor de
vraag, de proef te herhalen of niet. Was
de proef geslaagd of niet, daar kwam het
op aan. Zoo ja, en de wethouder heeft dit
erkend, dan had men geen recht de f 100
in te houden.
De heer De Mazure.'Ik herhaal,'wat ik ver
leden jaar gezegd heb. De heer Lunshof
heeft 2 klassen en dat gaat best. Het is
de plicht van den heer Van Gorkom, dit ook
te doen, zonder te vragen om extra-betoo
ning. Daarom ben ik er voor, de gratificatie
niet uit te reiken.
De heer Jb. Bakker. De Graaf vergeet,
dat de toestand anders is geworden. Nu
zijn by Lunshof en Van Gorkom bijna
evenveel kinderen. Daarom zyn B. en W. te
ruggekomen op hun besluit van verleden jaar.
De heer Rezelman. Dit is de zaak„het
is overdaad."
De heer De Graaf. Destijds is gevraagd,
f 100 uit te geven, om het onderricht te
verbeteren. Dit is geschied en dan is f 100
niet te duur. We hebben een jaar achter
den mg en kunnen het nu weten, en is het
verbeterd, dan ben ik er voor, weer f 100
uit te keeren.
De heer Rezelman. Dan kom je in con
flict met de andere onderwijzers.
De heer Van Mullem. Viel er in school
no. 1 niet veel op te knappen en was dit
er niet bij
De heer Rezelman. Ja, in den beginne.
De heer Van Mullem. Waarom geen trak-
tements-verhooging Als aan school 1 even
veel kinderen zijn als aan school 2, dan zal
het dezelfde moeite geven en dan moesten
de traktementen verhoogd zyn, omdat men
een betere boel had gekregen. Op dit oogen-
blik kan dat ook niet gebeuren.
De heer Rezelman. Had men één school
en geen 3, dan kon het beter.
De heer G. H. Geerligs. Ik vind, het zou
onbillijk zyn.
De heer De Mazure. Als de proef bevalt, dan
moet men doorgaan.
De heer De Graaf. Van Gorkom heeft veel
te regelen gehad en daardoor een jaar lang
eene drukkeren werkkring. Nu alles geregeld
is, mag men nu die f 100 inhouden Heeft
de proef het onderwijs verbeterd, dan weer
f 100 toekennen.
De heer De Mazure. De hoeren Van Gorkom
en Lunshof zyn beiden uitstekende onder
opknappen
B. en W. benoemd de volgende heeren
de 200 kwam, dan kon aan De Boer de f 10Ö
weder worden uitgekeerd.
De heer De Mazure bracht in het midden',
dat de benoeming van De Boer verleden jaar
een abuis was en nu werd deze de dupe van
de historie. Als men de f100 het andere jaar
toch weer moest geven, dan was spreker er
tegen, ze hem te ontnemen.
De heer Rezelman. Het volgende jaar krijgt
De Boer ze van het Rijk. De gemeente be
taalt niet, wel het Ryk. De Boer heeft ze
nog heel niet verdiend volgens de wet.
De heer Van Mulleua. De Raad heeft geene
vrijheid, als de wet het verbiedt.
De heer Mazure. Heeft men wel het recht,
salaris te ontnemen, als het eenmaal is ge
geven
De heer Rezelman. De betrekking is opge
heven en De Boer zou op wachtgeld gesteld
kunnen worden. Dit ware toch niet het beste.
De heer De Graaf. Te veel onderwijskracht,
dan maar op wachtgeld.
De heer Rezelman. De onderwijzer met
hoofdacte kan gemist worden, deze is over
compleet.
De heer De Graaf. Dan moet men een
ander benoemen, die f 100 minder krijgt.
De heer Geerligs vroeg, of het verzuim
van den Burgemeester was, welke
vraag door de Wethouders toestemmend
werd beantwoord. Verder vroeg dezelfde
heer, of De Boor zijn f 100 weer zou krygon,
als met het voorjaar het getal leerlingen
weer boven de 200 zou gestegen zijn Hem
werd gezegd, dat dit niet zou gebeuren, aan
gezien alleen het getal leerlingen op 15 Januari
1907 voor de wet geldig is.
De heer Jb. Bakker. Indien het niet be
reiken van het getal 200 op 15 Januari
1907 in de gaten geloopen was, dan zou
het eene heele kleine moeite geweest zyn,
meer kinderen op school no. 1 te krijgen.
Het is veronaohtzaamd en er is verder niets
aan te doen.
De heer Rezelman. De Boer heeft geboft;
„hy ving f 100 en ze kwamen hem niet toe."
Dit nog eens te geven, kan voor de gemeente
niet verantwoord worden.
De heer v^an Mullem. Ik begr p niet, dat
de Burgemeester die fout kon doen. De
wethouders zijn er toch ook nog.
De heer Rezelman. Nu we het weten,
zullen we er zeker in het vervolg op letten.
De heer L. Metzelaar. De onderwijzers
waren er mee bekend. Het was hun plicht
geweest, den Burgemeester hiermede in
kennis te stellen,
Beide klassen te hebben, was te zwaar voor
één onderwijzer en daarom besloten destijds
B. en W., het traktement van den len onder
wijzer met f100 te verhoogen, om zoodoende
een' geschikten te krijgen. Ik vond toen
vrijheid, een voorstel te doen, om geen
onderwijzer f 100 meer te geven, maar aan
het hoofd (den heer v, Gorkom) f 100 te geven,
indien hy 2 klassen voor zyne rekening nam.
Nu is echter de toestand veranderd,
In stemming gebracht, werd het voorstel
van B. en W. met op 1 na algemeene stemmen
(de heer De Graaf was er tegen) aangenomen.
Hierna kwam de verdeeling der gemeente
in schoolwy'ken aan de orde.
De heer Rezelman zeide, dat de heer Luns-
hof te veel kinderen op de school kreeg en
nu zat er niets anders op, dan eene nieuwe
regeling te maken. In school 1 konden in de
laagste klassen 1, 2, 8 en 4 nog veel kinderen
geplaatst worden.
B.en W.stelden nu de volgende regeling voor;
Aan school I zou bijgetrokken worden
alles ten Oosten van den Middelvliet met
uitzondering van den Stoomweg en de
Ewijcksluis. Verder ten westen van den
Middelvliet, Grasweg en Boermansweg met
uitzondering van hen, die onmiddellijk aan
het kanaal woonden. Verder zal onder deze
school ressorteeren: Kneesweg, Kerkweg tot
den heer Geerligs en Veerweg tot de betonbrug.
Onder school 2 zou behooren alles, gelegen
ten Westen van den Middelvliet met uitzon
dering van Grasweg en Boermansweg.
School 3 zal hare leerlingen betrekken
uit de geheele van Ewijcksluis, Stoomweg
tot Middelvliet, Veerweg ten Noorden beton
brug, Zwinweg en Lotweg.
Deze regeling werd goedgekeurd en aan
B. en. W. zoo noodig vrijheid gelaten, hier
van af te wy'ken. Wist men zeker, dat er
geen bijzondere school zou komen, dan ware
het beter geweest, aan school 2 een flink
lokaal by te bonwen. Tot zoolang was deze
regeling bepaald noodig.
De heer De Mazure vroeg, of verzoeken
van ouders, om hunne kinderen op de reeds
bezochte school te doen blijven, zouden kun
nen worden ingewilligd. B. en W. vonden
dit een zeer moeilijke kwestie.
Daar de rondvraag niets opleverde, werd
de vergadering onder dankzegging aan de
leden voor hunne opkomst, gesloten.