Blonde lia.
JÉ",
In. BOOZINB P?
Veesnijder. Petten.
SfÉliUcMÉl i|
J.
BAL,
MATRASSEN
Db JELMOEKJES'
te Dirkshorn,
op Zondag 31 Maart (len Paaselidag).
MlMOIiaiM hlitlll
te Schagen,
Maandag I April a.s.
te Winkel.
Ao 60,
Haat zien! LachenGaat»!
Huisduinen,
R i ogpij den
te Kolhornj
Zonias 31 maart (lstea PaascMai),
2en PAASCHDAG,
't ZAND.
Na afloop vrij bal.
BRONG AS
houten Welpijpen,
Helder,
M Bertels Co., Amsterdams
Adverteatiëo.
Openbare
Na afloop vrij Bal.
O penbare
op Zondag 31 Mrt. 1907,
in de Kolfbaan van den Heer P. BUIJ
Deze Uitvoering zal worden opge-
uisterd door Muziek van //DE
KLEINE K4PEI." van N Niedorp
Entrée f 0.35 de Persoon
f 0.50 voor gehuwde Heer
en Dame
Aanvang half acht.
Na afloop BAL.
spa
r rr a".
wi[. <p. ludwman-ian Sijh
Lischen en Frischen,
Aanvang 8 uur.
BAL NA.
MAANDAG l APRIL
(2en Paaschdag),
EEN EXTRA
Op de Wielerbaan van 20o
Meter rond, in de Tuintjes te
is op
den lsten Paaschdag
om fraaie prijzen.
Deelnemers kunnen op dien da,
zich aanmelden voor 3 uur.
Aanbevelend,
«9. 1»
LeermeesterVan Wondïren.
Beleefd aanbevelend.
in de Kolfbaan van den heer P. REMPT
op
door de Rederijkerskamer
„Onderlinge Oefening''
van St. Maarten
onder Directie en mei medewerking
van den Heer en Mevr CARELS
van Amsterdam en meerdere
Specialiteiten. -
Satoée 50 Cteat Aaa?aa$ 3 na?,
Na afloop vrij Bal.
Plaatsbespreking 10 Cent.
Zie verder Strooibiljetten.
GROOTE
Gezelschap van AMSTERDAM,
in 't Lokaal van den heer P. RUIS, te
Na afloop vrij BAL.
PROGRAMMA:
Hoogmoed en Jaloezie,
Tooneelspel in 5 bedrijven, door
J Hubertus Jansen
Jochem Pezel, wat ben
je voor een ezel,
Blijspel in 1 bedrijf naar Fritz Reuter
Aanvang half acht. Entrée 50 cent.
Plaatsbespreking a 10 cents.
Zij worden door mij op elke
diepte geleverd onder garantie.
A. Sleutel,
ARCHITECT
op Maandagavond 2en
Springveeren-,
Kapok- en
Stroo-,
worden op elke maat geleverd met
rabat voor wederverkoopers
L. BeijneveldWinkel.
Amsterdam.
loosheid bestonden in oogen te kijken, op
gevaar af er 'n ziel in te vinden, ja, dan
moeten we ook maar nemen wal ei bij
staat; prijs voor prijs, loven voor leven,
smaad voor toewijding, verraad voor vei-
trouwen, smart voor liefde. En al wordt er
dan al eens gezucht, nu ja, zuchten kan
bidden wezen, en bidden komt danken zeei
nabij. Toewijding en miskenning houden
soms wonderlijk gelijken tred, en als t ge
meten kon worden, dan zouden de heuvelen
van Galiléa, waarover de „Zaligsprekingen"
jubelden, even hoog blijken als de kruin
van Golgotha, waar het „Mijn Godmijn
God, waarom hebt Gij mij verlaten?!' zich
uitsnikte, de hemelen donker maakte en de
aarde deod wankelen van ontroering en
schrik.
Mensch, die kampt mot het leven, die
strijdt om hot bestaan, die worstelt tegen
den tegenspoed, die zich verongelijkt weet,
miskend, veracht, wiens liefde onbegrepen
bleef, wiens vertrouwen, bedrogen werd en
wiens vriendschap slechts door een enkelen
verstaan, ga daarheen, en bewonder. Een
enkele Johannes vergoedt honderd Judassen.
Ga daarheen, en word vertroost en ver
sterkt, „Er rijst nog altijd 'n vruchtbaar
rijsken uit den afgehouwen tronk, en n
scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen
Geen wolk zoo donker, of er is wel 'n enkel
zilver randje aan te speuren. Geen ki uis
zoo zwaar, of hij, die t torscht, mag toch
bidden, kent toch zijn Johannes, weet toch
van Maria's, die met hem weenen. Mensch,
die kampt met 't leven, die strijdt en zoekt,
om zijn geluk, zijn hemel te vinden, langs
welken weg woudt ge dien dan toch andois
zoeken dan door Gethsémané en over Gol
gotha? Wilt Ge Paaschfeest vieren, zonder
voorafgaanden „Goeden Vrijdag" Dat is
niet wel mogelijk. Naar den bergtop te
komen gaat niet, zonder het moeilijke berg
pad te beklimmen.
Wie zijn „Goeden Vrijdag" in t loven
mist, mist zijn wijding, zijn boproeving, zijn
loutering, en zal nooit goed weten, wat t
zeggen wil „Pascha" te vieren, het feest der
Opstanding, het feest der Wedergeboorte.
Geen kruis, geen kroon; geen verrijzenis
zonder voorafgaande nederdaling; geen
opstaan zonder eerst geknield te hebben of
in 't stof te hebben gebogen.
Versta mij dus niet verkeerd. Leed en
tegenspoed, kommer en miskenning onder
vonden te hebben, is niet voldoende. Ge
kruisigd te zjjn, is niet voldoende; dat is
moordenaars en brandstichters ook over
komen. 't Is maar de vraag, of we leed en
kommer ondervinden, om der gerechtigheids
wilof we gekruisigd worden, om Gods wil
Waitf onze „vrijdagen" kunnen wel
pijnlijk en smartvol zjjn, maar 't zijn daar
om nog geeen „goede" vrijdagen. Alle pijn
is niet heiligend, alle vuur loutert met. Alle
bloed, dat vergoten wordt, is niet onschuldig,
en elke smartkreet nog geen gebed.
God zorgt voor de pijn, voor de doornon-
kroon, voor den kruispaalzelfs voor de
spons met gal. God vergoet niets; geen
verraad en geen verloochening, geen Judas
kus, niets. God zorgt voor alles. Hij zet
zy'n wachten op hun post, „den smid, die de
kolen in het vuur aanblaast en het wapen
tuig voortbrengt, en den verderver, om het
te vernielen" (3). Hij brengt slaap in de
oogen der vrienden, zoodat zij zelfs geen
uur met u waken kunnen, en voeit u ge
bonden voor het Sanhedrin, dat op zijne
beurt u aan Pilatus overlevert. En als de
dag dan aanbreekt, valt de slag.
God heeft van Zy'n kant alles nu gedaan
maar of die dag voor ons 'n „goede dagzal
mogen heeten, hangt van onszelven af. Of
de kruisiging 'n verheerlijking zal zijn, het
heengaan 'n teruggeven van den arbeid, 'n
weer neerleggen van den geest in des Vaders
handen, hangt van onszelven af. Of wjj onze
taak volbrachthebben, moeten wy zelf
weten. God komt in niets te kort; in geen
liefde of beproeving; want Zijn beproeving
is liefde. Maar of de vrouwen om ons wee- 1
nen zullen, of de hoofdman zich op de borst
slaan en zeggen zal „Waarlijk, deze was'n
kind van Godof engelen den steen van
ons graf zullen wentelen en wy uit den dood
verrijzen zullen, dat alles hangt van onszelven
af. „Wie zijn leven zal willen behouden, die
zal 't verliezen; maar wie zijn leven zal
willen verliezen om mijnentwil, dat is
om Gods wil die zal 't behouden." De
Vrijdag moge behooren tot Gods tijden, of
onze Vrijdag ge begrijpt my immers i
wel - 'ri „goede" Vrijdag zal wezen, is
onze zaak, zuilen wij zelf te verantwoorden
hebben. Gedachteloos zulk 'n „goeden Vrij
dag" vieren, gaat niet, en 'n daaropvolgend
Paaschfeest nog minder. Wie zulke dagen
kent, kent ze met zy'n ziel, vraagt niet waar
om hij ze vieren zal; maar zit neer en denkt
naen vraagt hij al, hy' vraagt met vroom
geloovig weten
„Wie heeft al die slingerpaden
Naar mijn haard geleid
Uit mijn droomen en mijn daden
Wie deez' vrucht bereid?
zjj nog laat gebreid aan een blauwe kous
voor Kaspar. Toen was zjj ten slotte zoo
moe geweest, dat hare gedachten dom en
hare slaap-droaken oogen dof werden. Zjj
had zich evenwel als haar plicht voorge
houden, dat dit paar kousen af moest
aan de eene kous ontbraken nog maar
enkele naadjes. Maar de slaap had haar
toen overmand. En toch vond zg 's mor
gens de kousen af I Beiden lagen glad
gestreken op de vensterbank. En toch had
zij zelve het niet gedaan. Maar Easpar
had haar beknord, toen zg hem dat van de
aardmannetjes vertelde.
Nu kwam hg buiten, kneep haar in de
wang en zeide, dat hg vandaag eerst laat
terug kon zjjn. Daarna keken zg elkaar
aan en laohten. Kaspar liep met bedaarde
stappen heen en stak tegelgk zjjn pjjpaan.
Eensklaps riep zjj hem na„Geloof jjj
werkeljjk niet, dat de aardmannetjes het
gedaan hebben?"
Ejj schudde de hand door de lucht en
riep terug„Ja, als het aardvrouwtjes
geweest waren
„Zeg, ik moet je toch nog iets zeg-
gen -
„Ook goed I"
„Wacht dan 1"
Maar hjj liep door.
„Wacht 1" riep zjj nog eens.
Hjj liep nog sneller.
„Houd het kind vast, grootvader!" riep
de jagersvrouw en zette de kleine op de
knietn van den ouden man.
Nu begon Easpar bjjna op een drafje.
Zjj liet haar pantoffels van de voeten
vallen en draafde op hare kousen voort
Easpar keerde zich eens om, zag dit en
bleef staan. Hjj ving haar in zjjne armen
In myn vaart, wie hield mjj tegen
Met een stroohalra? Wie,
In een uur van smart of zogen,
Hoog myn hart, myn knie?"
En 't antwoord, dat hijzelf zich gev
durft, is:
„Almacht, Liefde, Trouw, Genade,
Zalig^die uw hand
Ziet on weet op al zyn paden
In dit vreemde land."
(4)
Zie, dat is voor my' Paaschfeest vieron
maar daaraan moet vooraf gegaan zy'n 'n
Goede Vrijdag"; d. w.z. de aanvaarding
van alle leed, als 'n beproeving, als 'n lou
tering, als 'n heiliging uit de handen van
God Zelf.
't Is niet de vraag, of wy recht hebben op
geluk't is de vraag, of wy' onzen plicht
doen, of wy getrouw zyn, of wy volharden
tot 't einde toe. Of 't Gods wil is, dat ando
ren ons liefde bewijzen, weet ik niet. Mis
schien is 't wel Gods wil, dat andoren ons
haten, ons verloochenen en verradenmis
schienMaar zelcer is 't Gods wil, dat ik
moet liefhebbon, dat wy moeien liefhebben.
Gods wegen zyn wonderlijk en Hy geeft er
geen verklaring van. God is geen man, dat
Hy zich ter verantwoording laat roepen.
Naar eigen vrijheid en wijsheid schijnt 't,
dat Hij sommigen uitzendt om te geven en
niet om te ontvangen. Zjj zy'n de lampen,
die 't huis verlichten. Zy zy'n de geroepenen
om te dienen, te helpen, te vertroosten. 1
Zy brengen hun leven door mol anderen j
hartelijkheid en goedheid te bewijzenmet
vertroosting te brengen waar droefhoid
woont, en bjj te staan waar hulp van noode
is. Zy' zyn 't ten slotte, die hun leven
geven, anderen ten zoen. Beklaagt gij hen
Voorzichtig! Ik weet van Een, die op het
medelijden der vrouwen antwoordde „Weent
niet over my; maar weent overuzelven." Ik
weet van Een, die in de donkerheid van
een nacht, vol van verraad, vertroost werd
met 'n vertroosting, die wy niet kennen,
en gelaten den beker des lydens aanvaard
de, dien God Hem schonk. Ik weet van
Een, die predikende en goeddoende het
land was doorgegaan, dieniet schold als men
Hem schold, die niet wodersloeg als Hy
geslagen werd, en die in de allerbangste
ure nog bad voor Zyn vyanden. Ik weet van
Een, wiens onvergelijkelijke grootheid, wiens
wonderlijke liefde nog altijd is de vuurzuil
en de wolkkolom, die alle goeden volgen wil
len, en toch wiens licht gedoofd werd
in n damp van smaad on hoon.
Zult Ge Hem deswege beklagen?
En Zy'n Paaschfeost dan?! Is Zyn Paasch-
morgen dan niet aangebrokenIs de steen
niet weggewenteld van Zjjn graf? Is Hy
niet heerlijk verrezen na dien schrik kei ij ken
slag Leeft Hy niet 1
Wat zou er van ons geworden zyn na
zulk een val Israëls Spreukendichter is
tot zwijgen gebracht; 'n levende hond is
niet meer dan 'n doode leeuw. De Leeuw,
uit Juda's stam voortgekomen, is onover
winlijk geblekende scepter is niet van
Hem geweken en de wetgever niet van
tusschen Zy'n voeten. Hy is de Silo, wien
alle volken gehoorzamen zullen.
Beklagen
Wie klaagt, als de Zon opgaat? Wie jam
mert, als Gods genade licht? Het Paasch
feest laat geen ruimte voor jammer of
klacht. Een enkele galm, één breed geroep
van blijdschap juicht over de velden, bazuint
door de hemelen, weerklinkt, in aller men-
schen hartDe Heer is waarlijk opgestaan
Zalig zy'n zij, die Hem gezien hebben; zalig
ook zij, die Hem niet gezien hebben, en
toch de boodschap gelooven.
H. d. H.
i\ o t e s.
(1) Lees „Maarten Chuzzleuiitvan Dickens.
(2) „Zorg vermoordt zelfs 'n kat".
(3) Jezaia 54: 16.
(4) Terugblikvan De Génestet.
UITVOERING
in het lokaal van den Heer 8. Brommer,
door de Rederijkerskamer
DE EE1TDBAOHT",
Aanvang half acht. Entrée 40 Ct.
op en beknorde haar,
„Op je kousen over den vochtigen grond —I"
riep hg nit en hield haar vast.
„Het is Meiregen!" Zg worstelde om los
te komen.
„Je bent een heks!" zeide hg.
„En jg bent een goddelooze man
„En jg bent een aardvrouwtje 1"
Hg hief haar op en lachend verweerde
zg zich. Easpar droeg haar op de armev
terug. Ja, en dan die pantoffels! Hadden
zg dan zooveel geld, om dat zoo maar op
den weg te mogen wegwerpen Aoh, ach,
achHoe moest dat nu nog affoopen met
zoo n vrouwtjeOnderwgl namen zg de
pantoffels op en bjj huis zette Easpar zjjn
kostbaar vrachtje neder.
„Maar nu moet ge verstandig worden t
En vanavond spreken wjj wel over de
aardmannetjes Toen kneep hg haar
nogmaals in de wang.
„Au I Jg hardhandige man riep
zg uit.
Easpar ging heen. De jagerswouw trok
hare pantoffels weer aan en neuriede
„Meizonnetje, meizonnetje,
„Kom toch mjjn harte binnen
Zg eindigde evenwel haar gezang, want
het gestoei had haar den adem benomen.
Daar zaten zg nu beiden, grootvader on
kleinkind, en genoten van het heerlyke
lenteweder
Elinore gevoelde zich nu op het land
alsof zg uit een woestgn was gered nu
scheen het haar tenminste toe, als behoorde
zg weer aan zichzelve. Het was heerlgk,
den dag naar willekeur te kunne.n door
brengen. Zonder doel rond .te dolen door
IIVOEBIM
der Gymnastiekvereniging
«-W» A M
Voorstelling door het
(Kersten l'iiaselidag),
van Amsterdam,
met medewerking van
als gast
en meerdere specialiteiten lsten Rang.
Programma:
Operette in één acte. Muziek van
JACQÜES OFFENBACH.
Operette in één acte door VERNÉ.
Muziek van JACQÜES OPPENBACH-
Operette in één acte door HALEVY.
Muziek van JACQIJES OFFENBACH
Entrée i l'te Ran* f
2de - 0,50.
Plaatsen te bespreken k 10 oent extra,
ook per briefkaart.
rtndergeteekende beveelt zich beleefd
aan tot het aanleggen van
en het maken van
Mr. Timmerman, DIRKSHORN.
bij Jm. KREIJGER te Oudesluis
bosch en beemd. Weder lange wandelin
gen te maken, waarvan men in weldadige
vermoeidheid terugkwam. Het jagershuis
kwam zg nu dikwgls voorbjj,
Ook heden kwam zg daar. Easpar's vrouw
zag haar uit het woud komen en keek haar
nieuwsgierig aan.
Daar zaten zg nu weder op de bank en
praatten. Even later bewonderde de jagers
vrouw Elinore's schoenen Onwillekeurig
kwam het gesprek op Easpar, op het kind,
op den ouden vader, en op alles wat aan
die jagersvrouw die wonderlgbe tevre
denheid schonk, en daarbjj schitterden hare
oogen. Sprak zg echter in zjjne afwezig
heid over Easpar, dan loofde zg hem en
beweerde, dat hg haar Ietterljjk op de
handen droeg.
„Ik heb altjjd zeer gevoelige vobten ge
had", vertelde de jonge vrouw. „Daarom
droeg ik thuis altgd die hateljjke pantoffels.
Op zekeren keer bracht hg een paar nieuwe
schoenen voor mg mede. Maar zg waren
te klein en deden mg pijn. De rechter
knelde het meeei. Toen werd Easpar woe
dend op dien schoen.
„Wg kwamen juist van Essenbachik
moest elk oogenblik uitrusten. Eensklaps
knielt Easpar voor mg neder en maakt de
veters los, Ja, heusch, hg trok den
schoen uitToen wierp hg dien op den
weg Ja zeker Nu, en toen wilde hjj
mg dragen. Ah, niemand kan het geloo
ven, hoe komisch het is geweest. Wg heb
ben wel honderd keer gerust. Maar toch
heeft hg mg zoo naar buis gebracht. En
deze geschiedenis is werkeljjk waar I"
Nu bloosde de jagers vrouw hevig en keek
verlegen voor zich uit. Elinore zeide
na eenig nadenken: „Het komt mjj voor,
dat ik van die geschiedenis iets heb ge
weten alsof ik den schoen gezien heb,
dien Kzspar heeft weggeworpen omdat die
u zoo knelde
De jageisvrouw lachte.
„Nu herinner ik het mg ging Elinore
voort. „Dat was, toen ik voor 't eerst
naar Wied kwam Ik vond een schoon
op den weg liggen. Ik herinner mjj dat
nog zeer duideljjk. Het was een rechter
schoen van zwart linnen, met een toon
stukje van glad leder
Easpar's vrouw sloeg van verbazing de
handen in elkaar en keek Elinore ver
wonderd aan.
En langen tjjd nadat Elinore waB
heengegaan, dacht de jagersvrouw er nog
eens over ua, hoe het toch zoo kon komen,
dat de voorname vrouw zich zoo iets nog
herinnerde
Toen zjj dien dag thuis kwam, vond Elinore
twee brieven liggen. De een was van
Gaston. Hjj deelde haar alleen mede, dat
hjj zgn terugkomst had uitgesteld. De
andere briet was van Evelaar. Een eigen
aardige, uit verscheidene blaadjes bestaande
briet. Zjj vloeg dien eerst vluchtig door.
Een tweede maal las zjj opmerkzaam, een
weinig bevreemd, dan weer er door ver-
vrooljjkt, maar in geen enkel opzicht er
door verrast.
Want wat Evelaar schreef, kwam haar
nu voor als het noodzakeljjk gevolg van
haar omgang, als de noodwendige uitkomst
van alle voorvallen daarin. Die uitlatingen
en toespelingen, die verzekeringen zoo
als van-selt-sprekend, die verklaringen
welke door nevenzaken verhuld warden en
aan den brief te samen den inhoud gaven
die beslistheid, waarmede hjj het etend-
zyn gefabriceerd uit het beste dub
bel gezuiverde Ijjuzaad met toe
voeging van 5 suiker, en onder
scheiden zich in hooge mate door
zuiverheid en geiuakkeljjke ver
teerbaarheid.
Door de suiker wekt de zoete
smaak den eetlust op en bevordert
de spjjsvertering, melkafscheiding
en vleeschaanzetlingde hoedanig
heid en smakelijkheid der melk,
boter en kaas verbetert, en de vluchtige
vetzuren worden daarin aanmerkelijk
verhoogd. Het suikergehalte is ook
oorzaak, dat de koekjes duurzamer
zyn en nimmer schimmelen. Ze
wegen één ons, en behoeven dus
niet gebroken, maar kunnen geheel
gevoederd, zoodat iedere koe haar portie
kan gegeven worden. Door den ovalen
vorin blijven ze niet, bij gulzig inslik
ken, in de keul steken. Ze zien er
mooi en smakelyk uit; de prysisniet
hooger dan de prima Murwe Lijnkoek,
en daar de zuiverheid onder gralis
contréle der Itijkslaudbouwproef-
statious gegarandeerd wordt, zyn ze
ten zeerste aan te bevelen.
DITKO M ST E X
De Heer A. VAN ES Hzn.te Nieuwe
Tonge, Landbouwer, schrijft dato 10
Januari j.1.
Nadat de koeien gestald waren, werden
ze gevoederd met Lijnkoek en Erwtenmeel,
de melkgift en vetgehalte bleef gelijk als
toen ze in de weide gingen. Daarna met
uwe l.guzaadkoekjes vermeerderde de
melk met 20 en het vetgehalte met
0.7
De melk wordt aan een zuivelfabriek
geleverd.
De Heer W. WIJNVEEN by Barne-
veld schrijft dato 19 Januari j.1.:
Uwe I.ijnzaadkoekjes werden verge
lijkend gevoederd met drie andere soorten
Lijnkoek van denzelfden prijs, maar uwe
koekjes geven de meeste melk en gebruiken
de koeien ook het liefst en dan hebben
uwe koekjes nog voorhet Vee hoest erg
en toen met uwe koekjes begonnen is, was
het hoesten dadelijk beter.
Overal waar men prima Murwe Lijn
koek voederde, verkreeg men met onze
lijjnzaadkoekjes dadelijk meer melk.
Neem vergelijkende proeven en de
uitkomsten zullen bovenstaande be
vestigen.
ylfU 11111111/
Verkrijgbaar byJ. LOUW, Schagen,
A. DEUTEKOM Jr., 't Zand, Jb. SWA-
GERMAN, Benningbroek, M. BOSKER,
Wieringen, W. KOOIJ, Stolpen, E.
HOLTERMAN, St. Maartensbrug,
punt innam, dat zjj elke openhartigheid
van hem moest hebben vrwtcht. Bier
schreef een man, die zich een bepaald
doel had gesteld, aan een vrouw, van wie
hjj wist, dat zjj, door het leven ontnuch
terd, onder een juk gebokt gaande, door
duizenderlei ergerniseen omgeven, door
tegenstrjjdigheden gekweld, geen tevreden
heid vond dat daaro n het juiste oogen
blik was aangebroken, haar te bewijzen
dat hjj Laar getrouwe, alies begrjjpende
en bereidvaardige vriend was Dat alles
voelde zjj uit dit echrjjven. Zjj kon bjjna
vervolgen, hoe het „gemaakt" moest wor
den. Misschien, ja zeker, wilde dit all'8
niets anders zeggen, dan dat deze man
baar bakende, dat zjj zjjn hart geboeid
had dat hjj. om liefde smeeknnd, zich a'n
hare voeten wilde werpen. Maar met geen
enkel woord werd dit gezegd. Neen 1 Vóór
alles kwam haar trots er tegen in opstand,
dat de armzaligheid van haar leven voor
aller blikken zoo bloot lag.
Op een der volgende dagen, met Paul
in gesprek zjjnde, overviel haar bjjna de
begeerte, hem van dien brief te vertellen.
Menigmaal scheen Paul met een vluohtig
woord, met eene verhouding welke hjj dan
eensklaps deed ontstaan, streng te oor-
doelen. Zjjne openhartigheid was zoo
groot, dat zjjne meening haar dikwjjls in
een blik werd geopenbaard Telkenmaal
verstond zjj dat. Kwam er iets ter sprake,
dat baar alleen ot Gaston betrof, dan
ontwaarde zjj verandering in Paul's hou
ding.
WORDT VERVOLGD.