Blonde lia. JÉ", In. BOOZINB P? Veesnijder. Petten. SfÉliUcMÉl i| J. BAL, MATRASSEN Db JELMOEKJES' te Dirkshorn, op Zondag 31 Maart (len Paaselidag). MlMOIiaiM hlitlll te Schagen, Maandag I April a.s. te Winkel. Ao 60, Haat zien! LachenGaat»! Huisduinen, R i ogpij den te Kolhornj Zonias 31 maart (lstea PaascMai), 2en PAASCHDAG, 't ZAND. Na afloop vrij bal. BRONG AS houten Welpijpen, Helder, M Bertels Co., Amsterdams Adverteatiëo. Openbare Na afloop vrij Bal. O penbare op Zondag 31 Mrt. 1907, in de Kolfbaan van den Heer P. BUIJ Deze Uitvoering zal worden opge- uisterd door Muziek van //DE KLEINE K4PEI." van N Niedorp Entrée f 0.35 de Persoon f 0.50 voor gehuwde Heer en Dame Aanvang half acht. Na afloop BAL. spa r rr a". wi[. <p. ludwman-ian Sijh Lischen en Frischen, Aanvang 8 uur. BAL NA. MAANDAG l APRIL (2en Paaschdag), EEN EXTRA Op de Wielerbaan van 20o Meter rond, in de Tuintjes te is op den lsten Paaschdag om fraaie prijzen. Deelnemers kunnen op dien da, zich aanmelden voor 3 uur. Aanbevelend, «9. 1» LeermeesterVan Wondïren. Beleefd aanbevelend. in de Kolfbaan van den heer P. REMPT op door de Rederijkerskamer „Onderlinge Oefening'' van St. Maarten onder Directie en mei medewerking van den Heer en Mevr CARELS van Amsterdam en meerdere Specialiteiten. - Satoée 50 Cteat Aaa?aa$ 3 na?, Na afloop vrij Bal. Plaatsbespreking 10 Cent. Zie verder Strooibiljetten. GROOTE Gezelschap van AMSTERDAM, in 't Lokaal van den heer P. RUIS, te Na afloop vrij BAL. PROGRAMMA: Hoogmoed en Jaloezie, Tooneelspel in 5 bedrijven, door J Hubertus Jansen Jochem Pezel, wat ben je voor een ezel, Blijspel in 1 bedrijf naar Fritz Reuter Aanvang half acht. Entrée 50 cent. Plaatsbespreking a 10 cents. Zij worden door mij op elke diepte geleverd onder garantie. A. Sleutel, ARCHITECT op Maandagavond 2en Springveeren-, Kapok- en Stroo-, worden op elke maat geleverd met rabat voor wederverkoopers L. BeijneveldWinkel. Amsterdam. loosheid bestonden in oogen te kijken, op gevaar af er 'n ziel in te vinden, ja, dan moeten we ook maar nemen wal ei bij staat; prijs voor prijs, loven voor leven, smaad voor toewijding, verraad voor vei- trouwen, smart voor liefde. En al wordt er dan al eens gezucht, nu ja, zuchten kan bidden wezen, en bidden komt danken zeei nabij. Toewijding en miskenning houden soms wonderlijk gelijken tred, en als t ge meten kon worden, dan zouden de heuvelen van Galiléa, waarover de „Zaligsprekingen" jubelden, even hoog blijken als de kruin van Golgotha, waar het „Mijn Godmijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?!' zich uitsnikte, de hemelen donker maakte en de aarde deod wankelen van ontroering en schrik. Mensch, die kampt mot het leven, die strijdt om hot bestaan, die worstelt tegen den tegenspoed, die zich verongelijkt weet, miskend, veracht, wiens liefde onbegrepen bleef, wiens vertrouwen, bedrogen werd en wiens vriendschap slechts door een enkelen verstaan, ga daarheen, en bewonder. Een enkele Johannes vergoedt honderd Judassen. Ga daarheen, en word vertroost en ver sterkt, „Er rijst nog altijd 'n vruchtbaar rijsken uit den afgehouwen tronk, en n scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen Geen wolk zoo donker, of er is wel 'n enkel zilver randje aan te speuren. Geen ki uis zoo zwaar, of hij, die t torscht, mag toch bidden, kent toch zijn Johannes, weet toch van Maria's, die met hem weenen. Mensch, die kampt met 't leven, die strijdt en zoekt, om zijn geluk, zijn hemel te vinden, langs welken weg woudt ge dien dan toch andois zoeken dan door Gethsémané en over Gol gotha? Wilt Ge Paaschfeest vieren, zonder voorafgaanden „Goeden Vrijdag" Dat is niet wel mogelijk. Naar den bergtop te komen gaat niet, zonder het moeilijke berg pad te beklimmen. Wie zijn „Goeden Vrijdag" in t loven mist, mist zijn wijding, zijn boproeving, zijn loutering, en zal nooit goed weten, wat t zeggen wil „Pascha" te vieren, het feest der Opstanding, het feest der Wedergeboorte. Geen kruis, geen kroon; geen verrijzenis zonder voorafgaande nederdaling; geen opstaan zonder eerst geknield te hebben of in 't stof te hebben gebogen. Versta mij dus niet verkeerd. Leed en tegenspoed, kommer en miskenning onder vonden te hebben, is niet voldoende. Ge kruisigd te zjjn, is niet voldoende; dat is moordenaars en brandstichters ook over komen. 't Is maar de vraag, of we leed en kommer ondervinden, om der gerechtigheids wilof we gekruisigd worden, om Gods wil Waitf onze „vrijdagen" kunnen wel pijnlijk en smartvol zjjn, maar 't zijn daar om nog geeen „goede" vrijdagen. Alle pijn is niet heiligend, alle vuur loutert met. Alle bloed, dat vergoten wordt, is niet onschuldig, en elke smartkreet nog geen gebed. God zorgt voor de pijn, voor de doornon- kroon, voor den kruispaalzelfs voor de spons met gal. God vergoet niets; geen verraad en geen verloochening, geen Judas kus, niets. God zorgt voor alles. Hij zet zy'n wachten op hun post, „den smid, die de kolen in het vuur aanblaast en het wapen tuig voortbrengt, en den verderver, om het te vernielen" (3). Hij brengt slaap in de oogen der vrienden, zoodat zij zelfs geen uur met u waken kunnen, en voeit u ge bonden voor het Sanhedrin, dat op zijne beurt u aan Pilatus overlevert. En als de dag dan aanbreekt, valt de slag. God heeft van Zy'n kant alles nu gedaan maar of die dag voor ons 'n „goede dagzal mogen heeten, hangt van onszelven af. Of de kruisiging 'n verheerlijking zal zijn, het heengaan 'n teruggeven van den arbeid, 'n weer neerleggen van den geest in des Vaders handen, hangt van onszelven af. Of wjj onze taak volbrachthebben, moeten wy zelf weten. God komt in niets te kort; in geen liefde of beproeving; want Zijn beproeving is liefde. Maar of de vrouwen om ons wee- 1 nen zullen, of de hoofdman zich op de borst slaan en zeggen zal „Waarlijk, deze was'n kind van Godof engelen den steen van ons graf zullen wentelen en wy uit den dood verrijzen zullen, dat alles hangt van onszelven af. „Wie zijn leven zal willen behouden, die zal 't verliezen; maar wie zijn leven zal willen verliezen om mijnentwil, dat is om Gods wil die zal 't behouden." De Vrijdag moge behooren tot Gods tijden, of onze Vrijdag ge begrijpt my immers i wel - 'ri „goede" Vrijdag zal wezen, is onze zaak, zuilen wij zelf te verantwoorden hebben. Gedachteloos zulk 'n „goeden Vrij dag" vieren, gaat niet, en 'n daaropvolgend Paaschfeest nog minder. Wie zulke dagen kent, kent ze met zy'n ziel, vraagt niet waar om hij ze vieren zal; maar zit neer en denkt naen vraagt hij al, hy' vraagt met vroom geloovig weten „Wie heeft al die slingerpaden Naar mijn haard geleid Uit mijn droomen en mijn daden Wie deez' vrucht bereid? zjj nog laat gebreid aan een blauwe kous voor Kaspar. Toen was zjj ten slotte zoo moe geweest, dat hare gedachten dom en hare slaap-droaken oogen dof werden. Zjj had zich evenwel als haar plicht voorge houden, dat dit paar kousen af moest aan de eene kous ontbraken nog maar enkele naadjes. Maar de slaap had haar toen overmand. En toch vond zg 's mor gens de kousen af I Beiden lagen glad gestreken op de vensterbank. En toch had zij zelve het niet gedaan. Maar Easpar had haar beknord, toen zg hem dat van de aardmannetjes vertelde. Nu kwam hg buiten, kneep haar in de wang en zeide, dat hg vandaag eerst laat terug kon zjjn. Daarna keken zg elkaar aan en laohten. Kaspar liep met bedaarde stappen heen en stak tegelgk zjjn pjjpaan. Eensklaps riep zjj hem na„Geloof jjj werkeljjk niet, dat de aardmannetjes het gedaan hebben?" Ejj schudde de hand door de lucht en riep terug„Ja, als het aardvrouwtjes geweest waren „Zeg, ik moet je toch nog iets zeg- gen - „Ook goed I" „Wacht dan 1" Maar hjj liep door. „Wacht 1" riep zjj nog eens. Hjj liep nog sneller. „Houd het kind vast, grootvader!" riep de jagersvrouw en zette de kleine op de knietn van den ouden man. Nu begon Easpar bjjna op een drafje. Zjj liet haar pantoffels van de voeten vallen en draafde op hare kousen voort Easpar keerde zich eens om, zag dit en bleef staan. Hjj ving haar in zjjne armen In myn vaart, wie hield mjj tegen Met een stroohalra? Wie, In een uur van smart of zogen, Hoog myn hart, myn knie?" En 't antwoord, dat hijzelf zich gev durft, is: „Almacht, Liefde, Trouw, Genade, Zalig^die uw hand Ziet on weet op al zyn paden In dit vreemde land." (4) Zie, dat is voor my' Paaschfeest vieron maar daaraan moet vooraf gegaan zy'n 'n Goede Vrijdag"; d. w.z. de aanvaarding van alle leed, als 'n beproeving, als 'n lou tering, als 'n heiliging uit de handen van God Zelf. 't Is niet de vraag, of wy recht hebben op geluk't is de vraag, of wy' onzen plicht doen, of wy getrouw zyn, of wy volharden tot 't einde toe. Of 't Gods wil is, dat ando ren ons liefde bewijzen, weet ik niet. Mis schien is 't wel Gods wil, dat andoren ons haten, ons verloochenen en verradenmis schienMaar zelcer is 't Gods wil, dat ik moet liefhebbon, dat wy moeien liefhebben. Gods wegen zyn wonderlijk en Hy geeft er geen verklaring van. God is geen man, dat Hy zich ter verantwoording laat roepen. Naar eigen vrijheid en wijsheid schijnt 't, dat Hij sommigen uitzendt om te geven en niet om te ontvangen. Zjj zy'n de lampen, die 't huis verlichten. Zy zy'n de geroepenen om te dienen, te helpen, te vertroosten. 1 Zy brengen hun leven door mol anderen j hartelijkheid en goedheid te bewijzenmet vertroosting te brengen waar droefhoid woont, en bjj te staan waar hulp van noode is. Zy' zyn 't ten slotte, die hun leven geven, anderen ten zoen. Beklaagt gij hen Voorzichtig! Ik weet van Een, die op het medelijden der vrouwen antwoordde „Weent niet over my; maar weent overuzelven." Ik weet van Een, die in de donkerheid van een nacht, vol van verraad, vertroost werd met 'n vertroosting, die wy niet kennen, en gelaten den beker des lydens aanvaard de, dien God Hem schonk. Ik weet van Een, die predikende en goeddoende het land was doorgegaan, dieniet schold als men Hem schold, die niet wodersloeg als Hy geslagen werd, en die in de allerbangste ure nog bad voor Zyn vyanden. Ik weet van Een, wiens onvergelijkelijke grootheid, wiens wonderlijke liefde nog altijd is de vuurzuil en de wolkkolom, die alle goeden volgen wil len, en toch wiens licht gedoofd werd in n damp van smaad on hoon. Zult Ge Hem deswege beklagen? En Zy'n Paaschfeost dan?! Is Zyn Paasch- morgen dan niet aangebrokenIs de steen niet weggewenteld van Zjjn graf? Is Hy niet heerlijk verrezen na dien schrik kei ij ken slag Leeft Hy niet 1 Wat zou er van ons geworden zyn na zulk een val Israëls Spreukendichter is tot zwijgen gebracht; 'n levende hond is niet meer dan 'n doode leeuw. De Leeuw, uit Juda's stam voortgekomen, is onover winlijk geblekende scepter is niet van Hem geweken en de wetgever niet van tusschen Zy'n voeten. Hy is de Silo, wien alle volken gehoorzamen zullen. Beklagen Wie klaagt, als de Zon opgaat? Wie jam mert, als Gods genade licht? Het Paasch feest laat geen ruimte voor jammer of klacht. Een enkele galm, één breed geroep van blijdschap juicht over de velden, bazuint door de hemelen, weerklinkt, in aller men- schen hartDe Heer is waarlijk opgestaan Zalig zy'n zij, die Hem gezien hebben; zalig ook zij, die Hem niet gezien hebben, en toch de boodschap gelooven. H. d. H. i\ o t e s. (1) Lees „Maarten Chuzzleuiitvan Dickens. (2) „Zorg vermoordt zelfs 'n kat". (3) Jezaia 54: 16. (4) Terugblikvan De Génestet. UITVOERING in het lokaal van den Heer 8. Brommer, door de Rederijkerskamer DE EE1TDBAOHT", Aanvang half acht. Entrée 40 Ct. op en beknorde haar, „Op je kousen over den vochtigen grond —I" riep hg nit en hield haar vast. „Het is Meiregen!" Zg worstelde om los te komen. „Je bent een heks!" zeide hg. „En jg bent een goddelooze man „En jg bent een aardvrouwtje 1" Hg hief haar op en lachend verweerde zg zich. Easpar droeg haar op de armev terug. Ja, en dan die pantoffels! Hadden zg dan zooveel geld, om dat zoo maar op den weg te mogen wegwerpen Aoh, ach, achHoe moest dat nu nog affoopen met zoo n vrouwtjeOnderwgl namen zg de pantoffels op en bjj huis zette Easpar zjjn kostbaar vrachtje neder. „Maar nu moet ge verstandig worden t En vanavond spreken wjj wel over de aardmannetjes Toen kneep hg haar nogmaals in de wang. „Au I Jg hardhandige man riep zg uit. Easpar ging heen. De jagerswouw trok hare pantoffels weer aan en neuriede „Meizonnetje, meizonnetje, „Kom toch mjjn harte binnen Zg eindigde evenwel haar gezang, want het gestoei had haar den adem benomen. Daar zaten zg nu beiden, grootvader on kleinkind, en genoten van het heerlyke lenteweder Elinore gevoelde zich nu op het land alsof zg uit een woestgn was gered nu scheen het haar tenminste toe, als behoorde zg weer aan zichzelve. Het was heerlgk, den dag naar willekeur te kunne.n door brengen. Zonder doel rond .te dolen door IIVOEBIM der Gymnastiekvereniging «-W» A M Voorstelling door het (Kersten l'iiaselidag), van Amsterdam, met medewerking van als gast en meerdere specialiteiten lsten Rang. Programma: Operette in één acte. Muziek van JACQÜES OFFENBACH. Operette in één acte door VERNÉ. Muziek van JACQÜES OPPENBACH- Operette in één acte door HALEVY. Muziek van JACQIJES OFFENBACH Entrée i l'te Ran* f 2de - 0,50. Plaatsen te bespreken k 10 oent extra, ook per briefkaart. rtndergeteekende beveelt zich beleefd aan tot het aanleggen van en het maken van Mr. Timmerman, DIRKSHORN. bij Jm. KREIJGER te Oudesluis bosch en beemd. Weder lange wandelin gen te maken, waarvan men in weldadige vermoeidheid terugkwam. Het jagershuis kwam zg nu dikwgls voorbjj, Ook heden kwam zg daar. Easpar's vrouw zag haar uit het woud komen en keek haar nieuwsgierig aan. Daar zaten zg nu weder op de bank en praatten. Even later bewonderde de jagers vrouw Elinore's schoenen Onwillekeurig kwam het gesprek op Easpar, op het kind, op den ouden vader, en op alles wat aan die jagersvrouw die wonderlgbe tevre denheid schonk, en daarbjj schitterden hare oogen. Sprak zg echter in zjjne afwezig heid over Easpar, dan loofde zg hem en beweerde, dat hg haar Ietterljjk op de handen droeg. „Ik heb altjjd zeer gevoelige vobten ge had", vertelde de jonge vrouw. „Daarom droeg ik thuis altgd die hateljjke pantoffels. Op zekeren keer bracht hg een paar nieuwe schoenen voor mg mede. Maar zg waren te klein en deden mg pijn. De rechter knelde het meeei. Toen werd Easpar woe dend op dien schoen. „Wg kwamen juist van Essenbachik moest elk oogenblik uitrusten. Eensklaps knielt Easpar voor mg neder en maakt de veters los, Ja, heusch, hg trok den schoen uitToen wierp hg dien op den weg Ja zeker Nu, en toen wilde hjj mg dragen. Ah, niemand kan het geloo ven, hoe komisch het is geweest. Wg heb ben wel honderd keer gerust. Maar toch heeft hg mg zoo naar buis gebracht. En deze geschiedenis is werkeljjk waar I" Nu bloosde de jagers vrouw hevig en keek verlegen voor zich uit. Elinore zeide na eenig nadenken: „Het komt mjj voor, dat ik van die geschiedenis iets heb ge weten alsof ik den schoen gezien heb, dien Kzspar heeft weggeworpen omdat die u zoo knelde De jageisvrouw lachte. „Nu herinner ik het mg ging Elinore voort. „Dat was, toen ik voor 't eerst naar Wied kwam Ik vond een schoon op den weg liggen. Ik herinner mjj dat nog zeer duideljjk. Het was een rechter schoen van zwart linnen, met een toon stukje van glad leder Easpar's vrouw sloeg van verbazing de handen in elkaar en keek Elinore ver wonderd aan. En langen tjjd nadat Elinore waB heengegaan, dacht de jagersvrouw er nog eens over ua, hoe het toch zoo kon komen, dat de voorname vrouw zich zoo iets nog herinnerde Toen zjj dien dag thuis kwam, vond Elinore twee brieven liggen. De een was van Gaston. Hjj deelde haar alleen mede, dat hjj zgn terugkomst had uitgesteld. De andere briet was van Evelaar. Een eigen aardige, uit verscheidene blaadjes bestaande briet. Zjj vloeg dien eerst vluchtig door. Een tweede maal las zjj opmerkzaam, een weinig bevreemd, dan weer er door ver- vrooljjkt, maar in geen enkel opzicht er door verrast. Want wat Evelaar schreef, kwam haar nu voor als het noodzakeljjk gevolg van haar omgang, als de noodwendige uitkomst van alle voorvallen daarin. Die uitlatingen en toespelingen, die verzekeringen zoo als van-selt-sprekend, die verklaringen welke door nevenzaken verhuld warden en aan den brief te samen den inhoud gaven die beslistheid, waarmede hjj het etend- zyn gefabriceerd uit het beste dub bel gezuiverde Ijjuzaad met toe voeging van 5 suiker, en onder scheiden zich in hooge mate door zuiverheid en geiuakkeljjke ver teerbaarheid. Door de suiker wekt de zoete smaak den eetlust op en bevordert de spjjsvertering, melkafscheiding en vleeschaanzetlingde hoedanig heid en smakelijkheid der melk, boter en kaas verbetert, en de vluchtige vetzuren worden daarin aanmerkelijk verhoogd. Het suikergehalte is ook oorzaak, dat de koekjes duurzamer zyn en nimmer schimmelen. Ze wegen één ons, en behoeven dus niet gebroken, maar kunnen geheel gevoederd, zoodat iedere koe haar portie kan gegeven worden. Door den ovalen vorin blijven ze niet, bij gulzig inslik ken, in de keul steken. Ze zien er mooi en smakelyk uit; de prysisniet hooger dan de prima Murwe Lijnkoek, en daar de zuiverheid onder gralis contréle der Itijkslaudbouwproef- statious gegarandeerd wordt, zyn ze ten zeerste aan te bevelen. DITKO M ST E X De Heer A. VAN ES Hzn.te Nieuwe Tonge, Landbouwer, schrijft dato 10 Januari j.1. Nadat de koeien gestald waren, werden ze gevoederd met Lijnkoek en Erwtenmeel, de melkgift en vetgehalte bleef gelijk als toen ze in de weide gingen. Daarna met uwe l.guzaadkoekjes vermeerderde de melk met 20 en het vetgehalte met 0.7 De melk wordt aan een zuivelfabriek geleverd. De Heer W. WIJNVEEN by Barne- veld schrijft dato 19 Januari j.1.: Uwe I.ijnzaadkoekjes werden verge lijkend gevoederd met drie andere soorten Lijnkoek van denzelfden prijs, maar uwe koekjes geven de meeste melk en gebruiken de koeien ook het liefst en dan hebben uwe koekjes nog voorhet Vee hoest erg en toen met uwe koekjes begonnen is, was het hoesten dadelijk beter. Overal waar men prima Murwe Lijn koek voederde, verkreeg men met onze lijjnzaadkoekjes dadelijk meer melk. Neem vergelijkende proeven en de uitkomsten zullen bovenstaande be vestigen. ylfU 11111111/ Verkrijgbaar byJ. LOUW, Schagen, A. DEUTEKOM Jr., 't Zand, Jb. SWA- GERMAN, Benningbroek, M. BOSKER, Wieringen, W. KOOIJ, Stolpen, E. HOLTERMAN, St. Maartensbrug, punt innam, dat zjj elke openhartigheid van hem moest hebben vrwtcht. Bier schreef een man, die zich een bepaald doel had gesteld, aan een vrouw, van wie hjj wist, dat zjj, door het leven ontnuch terd, onder een juk gebokt gaande, door duizenderlei ergerniseen omgeven, door tegenstrjjdigheden gekweld, geen tevreden heid vond dat daaro n het juiste oogen blik was aangebroken, haar te bewijzen dat hjj Laar getrouwe, alies begrjjpende en bereidvaardige vriend was Dat alles voelde zjj uit dit echrjjven. Zjj kon bjjna vervolgen, hoe het „gemaakt" moest wor den. Misschien, ja zeker, wilde dit all'8 niets anders zeggen, dan dat deze man baar bakende, dat zjj zjjn hart geboeid had dat hjj. om liefde smeeknnd, zich a'n hare voeten wilde werpen. Maar met geen enkel woord werd dit gezegd. Neen 1 Vóór alles kwam haar trots er tegen in opstand, dat de armzaligheid van haar leven voor aller blikken zoo bloot lag. Op een der volgende dagen, met Paul in gesprek zjjnde, overviel haar bjjna de begeerte, hem van dien brief te vertellen. Menigmaal scheen Paul met een vluohtig woord, met eene verhouding welke hjj dan eensklaps deed ontstaan, streng te oor- doelen. Zjjne openhartigheid was zoo groot, dat zjjne meening haar dikwjjls in een blik werd geopenbaard Telkenmaal verstond zjj dat. Kwam er iets ter sprake, dat baar alleen ot Gaston betrof, dan ontwaarde zjj verandering in Paul's hou ding. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 6