Donderdag 11 Juli 1907. 5ie Jaargang. No. 4272. TWEEDE BLAD. Binneniandsch Nieuws. O O PIET. XIV- Een staking;, üe verschillende vrachtrijders, die liet fruit uit de Bangert naar de stations te Zwaag en Blokker vervoe ren, verkiezen dit niet meer te doen, indien men hun geen verhooging van vrachtloon wil toekennen. De vervoerkosten bedroegen 121/2 cent per 100 K.G. en men wenscht 15 et. voor dal gewicht. De kwee kers zijn tot nog toe besloten geen verhooging toe te staan en varen thans zelf hunne producten naai de plaats van verzending. 25-jarig Jubileum te C'allautsoog. Wij vernemen, dat a.s. Dinsdag 1(1 Juli de heer Joh. Vis, hoofd der school te C a 11 a 111 s o o g, deze be trekking 25 jaar zal hebben vervuld. Dit feest zal met feestelijkheden herdacht worden. De schoolkinderen heb ben feest, en ook de burgerij zal zich niet onbetuigd laten. Gemeenteraadsverkiezing Wieringen. Zaterdag j.1. had te Wieringen de Gemeenteraads verkiezing plaats. Aftredende waren de heeren: J. Hermans en P. Tij- sen. l'itgebracht werden 328 geldige biljetten, waar van op de heerenJ. Hermans 173 stemmen, Jac. Kap- tein, 63, R. L. H. Koops 145, S. Koorn Jz. 49, C. Kooijman 34, P. Kreijger 13, P. Tijsen Pz. 133 stem men. Gekozefi alzoo de heer Hermans en herstemming tus- schen de heeren Koops en Tijsen. (Reeds Zaterdag per bulletin aan onze lezers op Wie lingen bekend gemaakt.) Een wandeling van zeven jaar. Dank zij der voortdurende toeneming van vervoer middelen van allen aarddank zij der populaire fiets, het heerlijkste van alle vervoermiddelen; dank zij ook der auto, waarvan evenwel slechts een kleine min derheid bevoorrechten profiteeren kan, wordt er in onze dagen weinig meer gewandeld. Men stapt van zijn huis uit op tram of fiets en laat wandelen over aan den middeleeuwsch aangelegden voetganger. Dat is zeer te bejammeren, maar het feit ligt er toe: men meent niet tegen loopen te kunnen, omdat men het nimmer beproeft of er geen lust toe heeft en men kent de bekoring er van niet, omdat men het nooit doet. Nu zijn er een viertal Amsterdammers, de heeren J. Blitz, J. van der Kar, J. van de Abeelen en S. van der Linden, die wèl van wandelen houden en die gaan er met hun vieren op uit, niet voor zeven uur, zeven dagen, zeven weken, zeven maanden, maar - zeven jaar. Ze zullen of zij zijn althans voornemens te gaan maken een reis om de wereld te voet, wat niet geheel nieuw, maar toch immer nog onge woon is. Met den verkoop van photografische prentbriefkaar ten zullen de wereldwandelaars in spe hun broodje en wat daarbij behoort trachten te verdienen. Het plan is Zondag 14 Juli om. 2 uur n.m. op stap te gaan van het café „De Roode Leeuw" aan den Vijgen dam uit en dan te wandelen door Nederland, Bel- dië, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, om van daar naar Amerika over te steken. Beroep. Beroepen bij de Ned. Herv. Kerk, te Limmen, (toez.) ds. J. A. Bosch te Helder. Een wanhoopsdaad. Men meldt uit Doetinchem: Een zekere v. A. alhier, die sedert eenige maanden van zijn vrouw gescheiden leefde, vervoegde zich gis terenmorgen bij haar om haar te vragen weer samen te gaan wonen. Op haar weigering dreigde v. A. zich te willen verdrinken, en toen dat ook niets hielp liep hij woedend weg en wierp zich in den Ouden IJsel. Ofschoon hij; bijna onmiddellijk uit het water werd ge haald, bleken de levensgeesten toch reeds te zijn ge weken. Een geheimzinnige geschiedenis. Maandagmorgen ongeveer half zes is aan den weg in den Ainsterdamschen polder nabij de Hembrug, ba dende in zijn bloed en bijna onhèrkenbaar, gevonden Klaas Takke, een berucht man, die meermalen gevan genisstraf wegens diefstallen heeft ondergaan en nu weer sedert een maand de gevangenis had verlaten. Naast hem lag een boksijzer, een paar hoeden en eenig ander goed, waarschijnlijk het eigendom van hem zelf. Hij is zwerveling; het laatst is hij gezien in het bier huis van S. Hoofman bij de Hembrug. Naar het schijnt heeft hij daar nog een geldbuideltje laten zien, waarin ongeveer een bedrag van f 12 zat. Omtrent de oorzaak is niets bekend, evenmin als van den dader. Toen men hem vond, was hij in bc- wusteloozen toestand, hevig bloedende uit een hoofd wond. Van zijn geld was niets meer aanwezig. Een cent werd nog in het gras gevonden. Door een korporaal-hospitaalsoldaat van de artille rie-inrichtingen aan de Hembrug werd het eerste ver band gelegd, waarna hij per brancard naar Zaandam werd vervoerd. Het is een ongeveer 50-jarig man, uit Hoogwoud afkomstig. Tot bewustzijn gekomen, herinnerde de man zich niets van het gebeurde. Een wonderdier. Onze correspondent te Hoorn schrijft ons, zegt de lelegraaf: \\e zijn in de gelegenheid gesteld een kalf te zien, dal zulke buitengewone afwijkingen vertoont, dat het de verwondering wekt van leeken en kenners. De neusgaten van dit zonderlinge exemplaar, bevin den zich onder den kop ter zijde van de achterkaak, die zeer sterk vooruitspringt. Evenals een Ulmerdog laat het beest een rij prachtige tanden zien, terwijl de lange, zeer beweeglijke en smalle tong, evenals bij genoemde doggen, uit den bek hangt. Het voorhoofd zit op de plaats, waar anders de neus zich bevindt. Het dier heeft 2 verhemelten, waar van de onderste opening naar de keel en de boven ste naar den neus gaat. De verzorger vertelde ons, dat het beest reeds zeer gemakkelijk een weinig gras eet, en dat, wanneer het iets er van in het bovenste verhemelte krijgt, het dat oogenblikkelijk uit de onder de keel zich bevindende neusgaten uitblaast. Heel wat moeite heeft het gekost om het beest te leeren voedsel tot zich te nemen. Wanneer toch het beestje den kop in den emmer met melk slak (iederen dag krijgt het 7 kan en 4 eieren), was altijd de neus onder en haalde het door de neusgaten de melk om hoog, waardoor het telkens dreigde te stikken. Nu echter heeft het dier geleerd, zich zelf te hel pen en het is aardig te zien, hoe het als een hond zijn verpleger liefkoost en likt, als hij bij hem in het hok komt. De heer De Leur, rijksveearts te Hoorn, die zich voor het geval interesseert, verklaart dat het monster evenveel levensvatbaarheid heeft als een ander kalf. Ambtsijver. Een dezer dagen viel er in een stadje op de Veluwe iets voor, dat voorzeker niet tot het alledaagsche be hoort, namelijkDe burgervader houdt een wedloop met een hondenkar. Wat is namelijk het geval? De magistraat moet op reis, ziet onderweg een hon denkar aantuffen, bespannen met 2 honden; op den wagen drie jongens zittende. Dit strijdt met de politieverordening, want op een kar, getrokken door één hond, mag één persoon; op een kar, bespannen met 2 honden, mogen 2 perso nen plaats nemen. Op de kar in kwestie zitten 3 jongens, er is dus één te veel, hij zegt echter niets; als de kar voorbij is, roept hij met gebiedende stem: halt! Jongens, Oost-Indisch doof, zetten de honden tot meer spoed aan. De burgemeester, vol plichtsgevoel er achter, loop pas, versnelde looppas, ja, eindelijk stormpas! Eindelijk, al hijgende, haalt hij de jongens in, kijkt ze flink aan, en loopt even kwiek terug, om nog net den trein te kunnen halen. Van uit de plaats zijner bestemming telefoneert hij subiet den chef van de politie en gelast procesver baal op te maken. Het geval maakte nog al opgang en werd druk be sproken. Tjjd-strjjd. Dat zelfs kleine gemeenten een werkzaam aandeel nemen in den huidigen „tijd-strijd" en tevens als bewijs, dat in eiken oorlog ook humoristische episodes voorkomen, moge het volgende dienen In een welvarend West-Brabantsch dorp kwam in den gemeenteraad wederom eens de vraag ter sprake of men al of niet den tijd van Greenwich zou invoeren. De voorzitter fwas etr sterk voor en wees erop, dat de tijd dan in overeenstemming zou zijn met dien der posterijen en spoorwegen. Reeds begonnen de vroede vaderen ten teeken van instemming herhaaldelijk te knikkebollen. De burgemeester meende reeds zeker te zijn van de overwinning, toen de nestor en vraag baak der raadsleden met toornige stem bulderde: Het is schande burgemeester, dat gij zóó iets voor durft te stellen, gij bent net zoo goed Nederlander als ik, en dan zeg ik maar, wat hebben wij, Nederlanders, met diejen Greenwig, diejen Engelschen horlogemaker te maken!" Met algemeene stemmen besloot men den „ouden tijd" te handhaven Paard en spoortrein. De trein no. 570, die 11.17 van Hoorn naar Alk maar vertrekt, kwam in laatstgenoemde stad Maan dag met een kwartier vertraging aan. Even voorbij het station sprong plotseling een jong paard over het damhek, dat het land van den spoorweg scheidt. De machinist remde uit alle macht en liet de stoomfluit onophoudelijk gaan. Juist daardoor schrikte het paard nog meer en rende in dolle vaart de spoorlijn op. De trein zette zich in beweging, 0111 weer te stop pen als het paard was ingehaald. Boeren langs de spoorlijn wonend, sprongen met polsstokken oveT de slooten om het paard op te vangen, maar Ijet ge lukte niet. Om de 3 minuten herhaalde zich ae wed strijd weer opnieuw, tot ten laatste het station Hugo- waard bereikt was en het paard rechtsomkeerd maakte en de spoorlijn in de andere richting opholde, waar de eigenaar het eindelijk greep. Vreemde gasten. Men schrijft uit Vlissingen: Zondagochtend omstreeks kwart voor elf zijn van Ostende hier op de reede gekomen de Japansche krui sers „Tsuhuba, gecommandeerd door kapitein Jake- sita, bewapend met 24 kanonnen en bemand met 980 koppen, en de „Tschitose," onder commando van ka pitein Oetsji, voerende 26 kanonnen en een equipage van 480 koppen. Aan boord van de „Tsuhuba" bevindt zich admi raal Goro Ijuin. Het voornemen moet bestaan dat de kruisers drie dagen te Vlissingen zullen verblijven. Een deel van den etat-major zou naar Het Loo vertrekken om bij de Koningin ter audiëntie te gaan. Gevaarljjk. Hoe gevaarlijk het is kinderen bij zich op de fiets te nemen, is gisteren gebleken te Wezep (Veluwe). Het zoontje van zekeren O., dat bij een ander op de fiets achteropstond, gleed uit en kwam tusschen den ketting terecht, waarUeor hem twee teenen werden afgesne- geven sein om het eene schip na het andere, waarop den. de z.g. onderkruipers werkten, af te loopen of te be- iVog geen zomer. stoimen. Zondagmorgen ontlastte zich een hevige regen- en Met gemeentebestuur van Rotterdam doet alles om hagelbui over Utrecht en wel zóó dat enkele tuinpa- de orde te handhaven. den wit waren van den hagel, die opeengehoopt eenige Zondagmorgen is dan ook reeds H. M. pantserschip oogenblikken bleef liggen. Plèl Hein aangekomen en heeft ligplaats gekregen aan 001 de Parkkade, terwijl later de monitor Reinier Claeszen De nieuwe Hembrug geopend. arriveerde, die voor den mond der Maashaven werd In ons nummer van Zaterdag konden we reeds iets gestationneerd. niededeelen over de opening van de nieuwe Hem- Ongeveer 3 uur op den namiddag kwam in galop brug. van Den Haag een afdeeling huzaren ter sterkte van Daarover schrijft men nu vanuit Zaandam aan het 105 man onder bevel van den ritmeester baron Boecop. HandelsbladKrachtens de hem bij. de Gemeentewet gegeven be- De nieuwe Hembrug is geopend en de oude wordt voegdheid heeft de burgemeester het verbod gesloopt. op samenscholingen uitgevaardigd en bepaald, dat een Welkome tijding voor den handel en de zeevaart, verzameling van meer dan 5 personen als zoodanig De oude Hembrug, die niet meer van dezen tijd beschouwd zal worden. Reeds Maandagmorgen in de is, die belemmerend werkte voor een snel verkeer te wa- vroegte was deze kennisgeving allerwegen aangeplakt, ter, die met moeite slechts den grooten zeekasteelen De huzaren patrouilleeren nu in het ha- den toegang tot de hoofdstad des lands verleende en verkwartier, terwijl drie stoombarkassen en vier veel malen oorzaak was van aanvaringen met de daar- sleepbooten met een gemengde equipage, bestaande uil aan verbonden gevolgen van kosten, vertraging en ver- bemanning van de Piet Hein en de politie, overal te dere onaangenaamheden, is ten doode opgeschreven, vinden zijn, waar graanschepen lossen. Zaterdagmorgen ongeveer 6 uur passeerde de eerste Deze scherpe maatregelen zijn geboden door het feit, trein van Zaandam naar Amsterdam de nieuwe brug. dat de bewijzen aanwezig zijn van een geregeld complot, De meeste reizigers ontdekten het pas toen zij lus- niet alleen op Vrijdag j.1., maar tevens door de om- sehen de groote ijzeren bogen doorreden en vreesach- standighcid dat alleen door de waakzaamheid van den tigen slaakten '11 zucht van verlichting, toen zij zich weer havendienst Zaterdag iets dergelijks voorkomen is. Za- veilig boven het lage polderland wisten. Ongerecht- terdagmiddag hoorde de kruisende boot een sein en vaardigde vrees, natuurlijk. De brug had reeds vroeger zag onmiddellijk een volbemande roeiboot het schip schitterend de proef doorstaan. Maar de angst voor naderen in welks nabijheid ze zich bevond, terwijl in het onbekende deed hen een oogenblik huiveren. Den Je verte nog meer van die booten zichtbaar waren, avond te voren waren zij nog ouder gewoonte over Toen men den toeleg verijdeld zag, keerden de roei de oude brug gereden en thans ging het eensklaps over booten terug. Men wilde als 't ware bezit van de sche- feuilleton. Van max dk;eyer. 8. Terwijl zoo in vervoering geraakt wonder-geloof en onbekommerde schoolwijsheid dapper tegen elkaar op zwetsten, viel Pieters blik toevallig op het glas der deur en toen het dispuut der beide prijsvraag-oplos sers op het kookpunt begon te komen zag hij een aantal kleine stippen op het glas, en hij bekeek ze nauwkeuriger en zijn oogen werden grooter en grooter en zijn buik schudde van het lachen. Zijn schaterlachen verstoorde het geleerd gekijf. „Gij zijt spoken! Drommels nog toe! Maar komt gij beiden nu eens hier allebei!" Zij kwamen nu bij het glas van de deur. „Wat is dat wat zijn dat voor vlekken?" „Dat ze niet allen gelijk van kleur zijn," antwoordde fessor." „Ja, vliegensmet is het," bevestigde de oude Weet- goed, en hij zette zijn bril op, om nog nauwkeuriger alles te hezien. „En wat ziet u dan aan deze vlekken?" „Dat ze niet allen gelijk van kleur zijn," antwoordde de professor. „Neen, eenigen zijn licht en anderen zijn donker! Hier op deze glasschijf ziet men beide soorten. Maar en dat is de heele truc men ziet op lichte voorwerpen alleen de zwarte, en op donkere de witte vlekken. Zoo, hoe sta ik hier nu hoe staan de vliegensmetten daar en hoe staat gij daar nu? Nu breekt uwe muilen open en bekijft elkaar wetenschap en wondergeloofI" Met alle aandacht hekeken de twee nog eens de zoo gewichtige stippen op het glas. „Ja, Walrus, lieveling, het is zoo! Ik heb een kleine ontdekking gedaan! Hoera!" En hij jubelde als eene schooljongen. „Maar jammer is het! Drommels jammer! Waarom heeft de scheikunde zich niet eerst op de hoogte gesteld van de vliegensmet en daarna van actie en reactie waarom zijn niet eerst een paar gepruikte koppen daarover gekgeworden Juist trad mama Weetgoed binnen. „Zie eens Zotskap dat is alleen uwe schuld en van uw slordig glazen-lappen!" Zoo kreeg dus ook zij haar deel in dat vliegenonder- zoek. En ook de rust en kalmte van Ellen zou er door verstoord worden. Reeds als oom Pieter en de pro fessor er over begonnen te kibbelen, werd zij door het stemmen-rumoer gewekt. Snel had zij zich aan gekleed; nu trad zij de hal binnen. Oom Pieter begroette haar recht hartelijk en liet zich vertellen, hoe zij geslapen en wat zij gedroomd had. Vader Weetgoed stond nog altijd bedremmeld voor het glas, onderzoekend ging zijn blik van de eene stip op de andere. „Ja, ouwe, dat is nu eenmaal zoo en wordt niet anders," riep Pieter hem toe. Toen nam hij zijn bril af en keerde zich om. Ellen ging naar hem toe, reikte hem de hand en wenschte hem goeden morgen. Met zijne groote oogen keek (hij droomend het kind aan. Daarna zeide hij kalm: „Ja, zoo is het wel. Maar jammer is het, dat het zoo is. Nu is er daardoor een wonder minder op de wereld." En als de kleine zulke woorden hoorde, die zij zoo goed begreep, al wist zij ook niet, waar zij op doel den, en zij daarbij staarde in de groote, blauwe oogen van den ouden man, in welke zij het vaderland van hare eigen gedachten vermoedde, toen sloot de nieuwe liaan. Zij wisten niet wat in den afgeloopen 'nacht was verricht 0111 deze wisseling mogelijk te maken. Hard is er gewerkt in den nacht 0111 de oude baan af te snijden en deze aan beide zijden met de nieuwe te doen aansluiten. Want dit werk moest geschieden nè den laatsten trein uit Amsterdam en vóór den eerste van den volgenden morgen uit Zaandam. Maar de di rectie had alles zoo berekend, dat het werk op tijd gereed kwam. Reeds vóór het vertrek van den laatsten trein uit Zaandam stonden de mannen gereed met zware koevoe ten, mokers en verdere noodzakelijke en nuttige ge reedschappen. Het terrein werd door een achttal car bidlampen flink verlicht en toen na den laatsten trein uit Zaandam nog een te verwachten goederentrein was gepasseerd, werd het werk aangevat. Flink en vlug, maar zonder gejaagdheid. Het ,was aardig te zien, hoe die stoere arbeiders vijftig in getal ieder hun werk wistenhoe zij allen zonder zenuwachtige gejaagdheid op een op gemoede lijken toon door den ploegbaas gegeven bevel hun werktuigen opvatten en aan den slag gingen. Eerst de verbinding verbreken, dan de rails van de beels losmaken en beide verwijderen. In korten tijd was een heel stuk van de baan opgebroken. En toen kon men zien, hoe daarvoor in de plaats, maar in eenigszins gewijzigde richting, een heele baan kanten klaar van wel 36 M. lang, met een gewicht van 2500 K.G. werd gebracht Deze was vooruit gereed gemaakt beels met rails daarop bevestigd en lag aan den kant gereed. En toen ging het met de koevoeten, met 20 man tegelijk, telkens een eindje verder tot het op de juiste plaats kwam. En zoo ging het met beide sporen tegelijk. Met het opgaande spoor kon men pas beginnen, toen kwartier over twaalven de laatste trein uit Amsterdam voorbij: was gesnord. Aan deze voorbereidende werkzaamheden was het te danken, dat te één uur in den nacht beide spo ren al lagen; natuurlijk nog niet gereed. Zeer veel tijd vorderde, zooals begrijpelijk is, ook het lichten en schiften en het s,pijkeren van de rails op de dwars liggers, maar toch was althans aan den kant van Zaandam het werk lang voor den bepaalden tijd gereed. Het weer liep gelukkig mee. Alleen was het, althans voor Juli, nogal koud, maar daar voelden wij meer van dan de kranige spoorwegwerkers. Of de oude lijn van Zaandam naar de Hembrug nog zal blijven bestaan ten dienste van de artillerie inrichtingen, is nog niet zeker. Vermoedelijk zal even wel dat lijntje door het Ministerie van Oorlog worden overgenomen. Troebelen te Botterdam. In de Rotterdamsche haven is op dit oogenblik een bootwerkersstaking, die zich in de laatste dagen der vorige week, door een groote oproerigheid heeft geken merkt. De arbeidswilligen werden zeer lastig gevallen en mishandeld. Kortom de stakers deden wat zij; wil den en de politie had moeite nog zoo ongeveer het terrein te behouden. De bootwerkers waren als het ware de baas en er heerschte een ware anarchie in de Rijn- en Maashaven. Verschillende werklieden, die wilden werken, wer den zoodanig mishandeld, dat zij aan een politiepost moesten worden verbonden-. Een bereden agent kreeg een steek in het dijbeen. De stakers schoten zelfs en bij: een juffrouw in de Hillelaan is een ruit stuk geschoten en de daar achter staande vogelkooi door den kogel vernield. Aan steenen gooien naar de politie natuurlijk geen gebrek. Een werkman P. de J. die door de politie naar huis werd gebracht, werd door wel duizend stakers bedreigd. De J. dreigde daarop met een met scherp geladen revolver; echter meende de politie het raadzaam met hem de wijk te nemen naar den politiepost in de Tolhuislaan. De inmiddels versterkte politie heeft daar na met de sabels herhaaldelijk op de bootwerkers in geslagen. Deze namen een steeds dreigender houding aan en wierpen voortdurend met steenen. Een dezer steenen trof den agent van politie 3e klasse A. van Woerkom op de helm, vernielde deze en verwondde den agent aan het hoofd. De politie meent, dat het geweld is geweest het uit voeren van een vooraf overlegd plan, gesmeed door de leiders van de havenarbeiderscorporatiën en dat de I massa der geweldplegers hebben gewacht op een ge- zij in stilte dadelijk vriendschap met hem, ofschoon hij niet eens op haar lette. „Zoo, kleine," zij hadden den professor het laatste vaarwel toegewuifd en het rijtuig was juist in het dal verdwenen „nu zijt gij geheel in mijne macht, nu zijt gij geheel aan mij overgeleverd met huid en haar!" Hij greep haar arm. „Wat doet gij nu, als ik u op eet, zonden- peper en zout?" „Zijt gij dan een menscheneter?" „Ja. En gij zijt een kleine prinses, een koningskind. Die verorberen menscheneters het liefst, omdat ze het fijnst smaken. Maar vooraf wordt ge eerst een tijd lang geplaagd en vernederd en moet ge meidenwerk ver richten. Kom maar mee in den tuin. Daar kunt ge mij helpen." „Ei, ja!" „Wij gaan boonen planten. Die zijn nu aan de beurt Einde Mei volgens den almanak Zij gingen naar het tuinhuis, waar Pieter de gereed schappen en zaden bewaarde, en begaven zich toen aan den arbeid. De regels waren reeds gegraven en ge harkt. Pieter toonde het kind, op welke afstanden zij gaten in de aarde moest steken, liet haar toen de boonen er in leggen en met aarde toedekken. Zij werd rood van blijdschap, toen hij haar zeide, dat zij haar werk goed gedaan had. „Hoe lang duurt het, tot ze opkomen?" vroeg zij. „Goed veertièn dagen." „En dan worden de stokken gezet!" „Wat zoo'n stadskind alles weet! Maar hier kunnen wij echter geen stokken zetten!" „Waarom niet?" „Omdat het daarvoor hier te winderig is. Dit zijn geen tuinboonen, ze blijven laag bij den grond." „En wannee rde boonen rijp zijn, 'eten wij ze dan?" „Dat kan gebeuren. En weet ge, wie ze koken zal?" „Neen." „Wie ze geplant heeft." „U?" pen nemen en zoodoende het verkeer verbieden. Maandag staakten ook de machinisten en stokers aan boord der Rijnsleepbooten, met den eisch om Zon dagsrust en meerder gewaarborgde nachtrust. De mees te patroons voldeden aan de wenschen, zoodat de sta king weer spoedig geëindigd was, behoudens op de sleepbooten van den heer W. van Driel, die niet wilde toegeven en op wiens sleepbooten de vuren dan ook niet werden aangemaakt. Heel den dag is er Maandag overal in de havens, waar het de vorige week zoo gistte onder de bootwer kers, rustig en ijverig gewerkt. Geen tegenwerking ondervonden de mannen die werkten. En geen wonder, want van de schepen af zag men op het water hier en daar en overal de bewapende barkassen der marine of de met politie bemande bootjes; op den wal, langs de kaden, doken telkens de kolbakken der huzaren op. Na afloop van het werk konden dien avond zij, die als „onderkruipers" worden aangemerkt, voor het eerst sedert vele dagen, rustig huiswaarts gaan, zy het ook onder geleide van rechercheurs. En viel hierbij niets voor. Heer llugowaard. Zondag te middernacht is van den landbouwer C. Blokdijk aan den Veenhuizermiddenweg, door onbekende oorzaak afgebrand een strooien koolboet, op eenigen afstand staande van de boerenwoning. Een boerenwagen, aanwezig in het gebouw, is mede verbrand. Wat wij niet goed kunnen begrijpen is, dat het ge bouw, hoewel van stroo opgetrokken, toch verzekerd was. Heer Hugowaard. Uitslag der stemming voor drie leden van den Gemeenteraad, op 8 Juli j.1. Uitgebracht 599 geldige stemmen. Hiervan bekwamen de heeren C. Appel 283, Jb. Plevier 301, P. van Rijn 310, J. Schilder 296 en W. van Slooten 570 stemmen. Alzoo herkozen de drie aftredende heeren: J. Plevier, P. van Ry'n en W. v. Slooten. Te Barsingerhorn is den 6en Juli j.1. door B. en W. voor rekening der gemeente aanbesteed le. de bouw van eene onderwijzerswoning te Kolhorn, waarbij voor het timmer- en metselwerk 7 inschrijvings biljetten en voor het schilderwerk 4 inschrijvingsbiijetten waren ingekomen. Voor het eerste hadden ingeschreven de h.h.: H. J. Moerbeek voor f1964, P. Eriks voor f2092, A. Droog voor f2120, K. Beek voor f2135, Jb. Kossen voor f2140, D. D. P. Westenberg voor f2142 en L. Wissekerke voor f2195; en voor het schilderwerk de h.h.: J. Kooiman voor f270, D. Burger voor f320, G. Grootes voor f389 en C. Prins voor f395. 2e. het gewoon onderhoud aan gemeentewerken, waarbij waren ingekomen voor timmer- en metselwerk 7 inschrijvingsbiljetten n.1. van de h.h.: K. Beek voor f510, A. Droog voor f520, Jb. Kossen voor f530, P. Eriks voor f532, D. D. P. Westenberg voor f535, L. Wissekerke voor f55) en H. J. Moerbeek voor f574; voor schilderwerk 4 biljetten, n.1. van de h.h. J. Kooi man voor f65.50, D. Burger voor f 110, G. Grootes voor f 103 en C. Prins voor f 105; en voor sme idwerk 3 bil jetten n.1. van de h.h.: 0. Veerman voor f 88.50, A. Dries- sen voor f97.50 en P. Vader voor f 138.50. 3e. de bestrating van den toegangsweg langs het Raadhuis naar het schoolgebouw te Barsingerhorn, aan genomen door den heer K. Beek voor f36. Het werk is gegund aan de laagste inschrijvers. Zondag j.1. vierde de koster der Doopsgezinde gemeente te Zuid-Zjjpe, de heer J. Struyf, zyn 25-jarig jubileum als zoodanig. Na afloop der Godsdienstoefening werd hij toegesproken door den leeraar dier gemeente Ds. Corn. Vis, die hem tevens een cadeau van de gemeenteleden overhandigde, bestaande uit twee fauteuils en een tafel. Vele leden der gemeente bleven na afloop der plechtig heid nog een poos gezellig met den jubilaris en diens echtgenoote samen. Liedertafel „Ilaarleiu's Zang-genot." In de laatste helft van 1908 hoopt de Liedertafel Haarlem's Zanggenot een Nationalen Zangwedstrijd te houden, voor Mannen- en Gemengde Koren, ter ge legenheid van haar 40-jarig bestaan. -0—0— „UI" Zij keek hem van uit de hoogte aan. Maar ras liet zij het kopje hangen. „Ik kan nog niet eens koken!" „Dan moet gij het leeren." Én toen zij gereed waren in den tuin, snelde de kleine naar moeder Weetgoed en vloog haar om den hals en bestormde haar met vragen, hoe men boonen kookte, en vroeg" maar steeds door en week niet van hare zijde. Een groote toekomst had zich voor haar opgedaan. 's Namiddags maakte Pieter met de kleine een wan deling naar de mooie gedeelten van het schiereiland, welke men van de hoogte van het huis overzag. Zij ging nu door het dichte woud, voor zij aan de uiterste punt kwamen. Onder de boomkronen, welke door de zeewinden werden heen en weder geschom meld, dicht kreupelhoutdennen, hazelnotenboschjes en jeneverstruiken; waar het bosch dunner en dichter werd een ondoordringbaar weefsel van heestergewassen, krui den en grassoorten, welke allen prijkten met millioe- nen kleurige bloempjes. Ellen wilde zich op dit bloemtapijt neervlijen. Maar Pieter hield haar bij de hand. „Wacht. Ik heb nog wat beters voor je. Iets wat voor je geschapen is! Zoo gingen zij verder. Snaterende vinken begroetten hen op hun weg. En nu kwamen zij aan een groote open vlakte een groot groen grasveld en op dat groen duizen den en duizenden witte bloempjes. „Meiklokjes o, ziet eens!" jubelde het kind. Nu was er geen houden meer aan, zij dartelde op het veld, knielde daar neder, wierp zich op het bloemen- dek met uitgespreide armen en baadde zich letterlijk in bloemengeur. Daarna plukte zij van de bloemen zooveel als hare handjes konden omvatten, en bracht die aan Pieter, die op het voetpad was gebleven en met ingenomenheid naar hare verrukking had gekeken. „Die moet u hebben I" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 5