Donderdag \2 September 1907.
51ste Ja&rgasg No. 4290
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A.L) VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bsareass: 9CH16SN, ILaaa, D 4.
latere. Telephoon i\o. 2W.
UitgeversTRAPMAN Co.
Prijs per jaar t 3,Franco per post f 3.60
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.2B iedere regel meer5 et
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD.
Buitenlandscli Nieuws.
Binneniandsefa Nieuws.
FEUILLETON.
O O
PIET.
Van
mt m r wn
SGHA6ER
Wmm iisiis-,
[TRANT
Alurltmii!- k LultuvUiL
Dit nummer bestaat uit twee bladen
In Rusland gebeuren tegenwoordig weer dingen,
die een mensch met ontzetting vervullen. Vooral Odessa
is de stad, waar de leden van het verbond van het
Russische Volk hun schanddaden hebben uitgeoefend.
De teraardebestelling van een vermoorden politiebe
ambte, die Zondag plaats zou vinden, had een paniek
veroorzaakt onder de joodsche bevolking, daar men al
te goed wist, dat een dergelijke begrafenis gewoon
lijk een aanleiding pleegt te worden tot een pogrom.
De vrees bleek piet ongegrond te zijn. Ongelukkiger
wijze viel de begrafenis van den politie-beambte samen
met een herdenkingsplechtigheid voor een in 1905 bij
een pogrom gedooden jood. De joden, die zich tot het
bijwonen van deze plechtigheid naar het joodsche kerk
hof begeven hadden, waren de eersten, die als slacht
offers der reactionnairen vielen. Laatstgenoemden for
ceerden de deur van het kerkhof en schoten in het
wilde op de joden. De dooden en gewonden (samen
tegen de zeventig) werden naar het joodsche ziekenhuis
gebracht. Doch ook daarop richtten de „echte Russen"
hunne schoten. De kogels vlogen door de ramen.
Tegelijkertijd begonnen op het Tolkoetsi-plein uilspat
tingen van de grofste soort. Geen mensch werd daar
fïspaard. Een oude jood van 66 jaar, een zekere Hirsch
igelmann, werd met knuppels half dood geranseld en
toen hij op den grond lag, trapten de onverlaten hem
op het lichaam. Vele andere joden werden met mes
sen gestoken. Het schieten in de straten duurde tot 11
uur 's avonds. Overal waar de „echte Russen" joden
tegenkwamen, gingen zij hen te lijf. Ook werden win
kels en woonhuizen geplunderd, terwijl op de joden
die in de winkels trachtten weg te schuilen, geschoten
werd. In het joodsche ziekenhuis werd o.a. een aan
tal joden gebracht met brandwonden. Een droevigen
indruk maakte liet binnendragen van gewonde kinde
ren, vier knapen en een meisje.
Het schandaligst van alles is mogelijk nog de wer
keloosheid der politie, dio geen hand heeft uitgesto
ken om de joden tegen de wandaden der reaction
nairen te behoeden. Wel werd nu en dan eens voor
den schijn een bende echte Russen uiteengejaagd, maar
het volgende oogenblik liet men ze weer kalm hun
gang gaan.
Men had van den kant der echte Russen een leger
tje bijeengebracht, bestaande uit eenige honderden jon
gelieden, onder welke een aantal halfwas gymnasias
ten.
Deze jeugdige recruten waren allen goed gewapend
en gedrild door een gepensionneerd officier.
De joodsche bevolking geraakte in een paniek, veie
joden klommen op het dak, anderen kropen weg onder
ledikanten.
En tegen dit alles doet de overheid maar niets.
Arm land
In Marokko is een wapenstilstand. Dat is te zeg
gen: pen van de sjeiks zond een boodschapper of er
een wapenstilstand kon zijn.
In een brief, die in vage bewoordingen gesteld was,
om aan oorlogszuchtige stammen die hem misschien
mochten onderscheppen niet te veel inlichtingen te
geven, verklaart, El Maaizi dat hij geneigd is als on
derhandelaar te dienen tusschen de Fransche en de
verschillende tribus, ten einde de vijandelijkheden Ie
doen eindigen. Mondeling voegde de gezant er hij
„El Maaizi verbindt zich persoonlijk om, wanneer zijn
aanbod wordt aangenomen, de twaalf voornaamste stam
hoofden te bewegen bij generaal Drude te komen om
naar de vredesvoorwaarden te vragen."
Daarop is door generaal Drude een bevestigend ant
woord gegeven, maar tot dusverre is er nog niemand
van de Mooren verschenen. Veel waarde moet er dus
aan deze aanvraag niet worden gehecht.
Spanje begint zich ook te roeren en heeft zijn kalm
toekijken laten varen.
Spanje zal 5000 man infanterie en 500 cavaleris
ten uitzenden om verschillende hoofdplaatsen te be
zetten, om daar de politie in te richten.
In den laatsten ministerraad zouden definitieve beslui
ten genomen zijn, en Engeland zou aan Spanje hebben
geraden, onmiddellijk de acte Van Algeciras uit te voe
ren door de bezetting van de havens, waar de zorg voor
de politie aan dat land is opgedragen.
Men kan toch Frankrijk niet alleen baas laten, er
mocht straks nog wat te verdienen zijn en dan wil
Engeland er ook graag wat van hebben.
De Marokkanen zijn naar het schijnt nog niet vol
doende met de zegeningen der Europeesche beschaving
bekend, en gaan met de producten ervan wat onvoor
zichtig om. Eenige Arabieren vonden een marine-gra
naat, die niet gesprongen was, en wilden die openen.
Toen dit niet gelukte begonnen zij er met steenen
op te slaan, tot hun pogingen succes hadden en de
granaat ontplofte. Zestig ongelukkige onderzoekers wer
den daarbij gedood en een groot aantal anderen ge-
wond.
Het zal AMERIKA bepaald genoegen doen,datnu ook
ENGELAND last heeft met Japansche emigranten.
In Britseh Columbia is de vyandigo houding tegen de
gelen tot een uitbarsting gekomen.
Aanleiding tot de ongeregeldheden was een betooging,
die den voorafgaanden Donderdag in de nabijgelegen
Amerikaansche stad Bellingham, in den staat Washing
ton, naby de Canadeesche grens, gehouden was. Daar
deed plotseling het volk een aanval op de Hindoes, die
daar in grooten getate werkzaam zijn in de zaagmolens
de voornaamste industrie van de stad.
Hierin vondon dan do bewoners uit de stad Van-
couver in Brilsch Columbia aanleiding een betooging
op touw te zetten togen do oosterlingen.
Het gepeupel maakte een stroopop die den gouverneur
moest voorstellen en verbrandde die, als protest tegen
de weigering van den gouverneur om het anti-orienta-
listische besluit der regeering van Britsch-Columbia te
onderteekenen, dat Japanners en Chineezen het verblijf
in Canada ontzegt. Daarna trok het volk naar de Chi-
neesche en Japansche wyk, die het verwoestte; de be
woners, een 3000-tal, vluchtten.
Den volgenden morgen ontstond een hevig gevocht.
De Japanners keerden terug en deden onder Banzai-
geroep oen aanval op de blanken, waarby velen gewond
werden. Juist kwam een stoomboot aan, dio weer 400
Japanners aanvoerde; het volk wierp zich op hen en
drong een aantal hunner in het water.
De Japansche wyk ziet er uit als een verschanst
kamp. Vijf duizend Japanners met vuurwapens enz.
houden de wacht en dreigen alle benden die de wyk
willen aanvallen, te keeren, zoo noodig met bommen.
De blanken hebben daar ontzag voor, zoodat de Japan
ners voorloopig niet gehinderd worden. 56 Japansche
winkels zjjn verwoest. De agent van de Japansche
regeering te Vancouver heeft een uitvoerig verslag aan
de Japansche regeering en den Japanschen gezant te
Londen uitgebracht.
De algemeene opvatting in Canada is dat de regeering
aan Japan hare verontschuldiging moet betuigen en do
slachtoffers schadeloos stellen. Maar dit lost hot vraag
stuk van de Aziaten langs de kust van den Stillen
Ocoaan natuurlijk niet op. Dit vraagstuk wordt hoe
langer hoe dringerder, naarmate de invoer van Aziaten
toeneemt. Britsch-Columbië is overigens even steik
gekant tegen de binnenstrooming van Engolschen als
van Aziaten en zegt dat het zelf genoeg blanken heeft
en verdere invoer van blanken niet gewenscht is.
Wielingen.
Jl. Zaterdag en Zondag hield de Vereeniging Flora"
te Den CLver hare tentoonstelling in het achtorlokaal
van de Kapel. Vaardige en vriendelijke handen hadden
het lokaal, waarin Flora's kinderen ontvangen werden,
versierd en herschapen in een zee van groen. En toen
dan de door Flora uitgereikte planten, vermeerderd door
een zeer groot aantal ter opluistering ingezonden bloe
men, het gebouw vulden, leverde het geheel een aanblik
op, welke menigeen uit het talrijk opgekomen publiek
een uitroep van bewondering ontlokte. De keurings
commissie, bestaande uit de heeren Ds. Reinders, L.
Spaander en S. Bruul, had dan ook een zware taak om
uit de vele schoone, de schoonst gekweekte planten
te kiezen. Het aantal ingezonden bloemen en planten
was 300. Eindelijk konden de volgende prijzen toege
kend worden
a. Voor de best gekweekte Coleusle prijs Jacob
Ty'sen, 2de pry's Jn. Metselaar en 3e prijs L. Spaander.
b. Voor de mooiste Knolbegonia: le prijs Wed. A.
Bakker, 2de pry's Wed. E. Rotgans en 3de prijs S.
Bruul.
c. Voor de schoonste bladbegonia: le pry's J. Metse
laar, 2de prijs M. Ty'sen en 3do pry's W. Hegeman.
Onder de ter opluistering gezonden planten was zoo-
veel schoons, dat i ier de wedijver om een pry's veel
grooter was dan in de vorige afdeel ing. Zy werden even
eens door bovengenoemde commissie gekeurd. Daarvoor
varen beschikbaar gesteld 6 prijzen, waarvan de hoofd
prijs, e n Japansche lelie, ten deel viel aan de keurige
inzending van mej. de wed. W. Keijzer. Do overige prij
zen, bestaande uit een dubbele knolbegonia, verwierven:
H. Koster, C. Bakker Jz., Wed. N. Heyblok, M. Gorter
en P. Rotgans.
Doch 6 pry'zen waren te kort om zooveel schoons vol
doende te waardeeren en daarom weiden door de keu
ringscommissie en het Bestuur nog 6 prijzen uitgeloofd,
welke ten deel vielen aanJ. Koorn Vz., S. Bruul, J.
Lont, Wed. M. Ty'sen, M. Tysen Nz. en W. Hermans.
De afdeeling planten en bloemen, door de schoolkinde
ren ingezonden, gekweekt van zaad, dat in Mei was
uitgezaaid, mocht gezien worden. Hier muntte bijzonder
uit de inzending van Antje Bakker Jd., die dan ook in
de meisjesafdeeling den eersten prijs verwierf, bestaande
uit kop en schotel. Den eersten pry's van de jongens
mocht Reyer Bakker behalen, eveneens een kop en
schotel. De 2e prijzen vielen ten deel aan de kinderen
B. Kaleveld en Nan Tysen Jbz., de 3o prijzen aan Duifje
Spaander en Pieter Rotgans.
Maar gaf Flora een schat van bloomen en planten te
zien en dat in dezen kouden zomer, de muziekver-
eeniging „Harmonie" bracht aan de kleur en geur der
bloemen leven en bezieling. Honderdon belangstellenden
luisterden naar de opwekkende tonen der instrumenten
en een niet gering deel van het welslagen van de ten
toonstelling was dan ook aan „Harmonie1- te danken.
De president van „Flora", de heer L. Bergwei ff, dankte
na afloop van het concert met eenige waardeerende
woorden voor de medewerking.
Hij sprak daarby' den wensch uit, dat, als Flora weêr
hoogty viert, „Harmonie" met fluit en fedol haar feest
moge opluisteren.
Aan allen die tot het welslagen van dit bloemenfeest
hebben bijgedragen mag een woord van lof en dank niet
onthouden worden.
Nader vernamen wjj dat het aantal belangstellende
bezoekers had bedragen ongeveer 400. Waar niet by
vermeld, hestonden de prijzen uit bloemen of planton.
Wieringcn.
Vergadering van de Hengstonvoreeniging „Wierlngen",
gehouden op Vrijdag 6 Sept. '07, des avonds to 7 uur,
in 't lokaal van den heer Koorn. Aanwezig 28 leden.
De Voorzitter, de heer J. Hermans, opende de vergade
ring, waarna de notulen der vorige bijeenkomst door
den Secretaris, den heer C. Jb. Kool, werden gelezen en
onveranderd goedgekeurd.
Hierna deed de heer Jb. N. Keyzer rekening en ver
antwoording. De ontvangsten waren f 1400.90, do uitgaven
f 1250.62, batig saldo f 150.28.
Eene Commissie, bestaande uit de heeren C. Maai s en
S. J. Rotgans, onderzocht de rekening en bevond alles
in ordo, waarna tot goedkeuring werd besloten. Het
saldo der reservekas bedroeg f600.
Tot bestuurstelen werden herkozen, de heeren: P. F.
Kuut en O. J. Bosker, die hunne herbenoeming weder
aanvaardden.
De hengst „Excelsior II", die wegens bloedverwant
schap weg zal moeten worden gedaan, werd door de
afdeeling Terschelling van de Holl. Mij. van Landbouw
te koop gevraagd. Besloten werd, met Terschelling in
onderhandeling te treden, en zoo men niet mocht slagen,
andere maatregelen te treffen. Zoo mogelijk zal ter
vervanging weder een hongst uit Duitschland worden
aangekocht.
Hierna volgde sluiting.
Bekroond.
Op de „Tentoonstelling van Reclamemiddelen" te
Goes, is de firmft A. J. Polak, puddingfabrikant te
Groningen, voor hare wijze van verpakken bekroond met
de hoogste en eenige onderscheiding, daarvoor beschik
baar gesteld, zijnde een bronzen medaille. De juiy,
wier motieven ter beoordeeling openbaar gemaakt zijn,
verklaart, dat een reclamemiddel, hetwelk niet ver
onachtzaamd mag worden en door den verkooper nim
mer mag worden voorbijgezien, de wijze van „ver
pakken" is. Daarvoor komt in de eerste plaats in aan
merking de firma A. J. Polak, aan dewelke de eenige
bekroning «laarvoor dus is toegekend.
Slaapziekte.
Het vierjarig zoontje van den schoenmaker K., te
Lichtenvoorde, is aan nona overleden.
Ken oplich tster.
De agent in naaimachines B„ te Breda, is het slacht
offer geworden van een sluwe oplichtster. Onlangs ver
kocht hij aan een zekere vrouw W. eene naaimachine
op afbetaling en hoor bemiddeling van die vrouw wer
den zoogenaamd nog 8 andere machines verkocht. De
vrouw gaf -aan B. namen op van menschen, die eene
machine op afbetaling koopen wilden. Ze nam voor
deze menschen de machines in ontvangst en teeken-
de, zooals later gebleken is, zelf de koopcontracten. De
namen der menschen, die eene machine wilden heb
ben, waren door de vrouw verzonnen. Bij het storten
der eerste drie gulden kreeg ze telkens een naaima
chine in ihaar bezit. De op dezG manier verkregen
machines verkocht de wouw ver beneden de waarde,
en stak dat geld in haar zak. Nu de tijd der
afbetalingen gekomen is, zijn de bedriegelijke hande
lingen der vrouw aan het licht gekomen. De politie
is niet de zaak in kennis gesteld en deze heeft te
gen vrouw W. proces-verbaal opgemaakt.
De naaimachines zijn in beslag genomen.
Van Tesscl.
Men meldt aan Het Vad.
Het werken op de Pallandt wordt eiken dag bij
gunstig weer doorgezet. Na de twee schuitjes tin zijn
nog op verschillende dagen opgehaald 4 schuitjes en
1 schuitje. Hoewel de vondst nog niet groot is, hoopt
men binnenkort toch meerdere stukken tin op te ha
len; men vermoedt althans, dat men nu is genaderd
tot de eigenlijke tinstapelplaats. Het zuigen door den
schelpzuiger De Hoop gaat zeer lastig, omdat het ge-
heele casco met een kleilaag in gevuld, die slechts daar
wordt opgezogen waar de zuiger op geplaatst is. Daar
ter plaatse wordt dan een ronde gang gezogen. Toch
vordert men en men geeft den moed niet op.
Op de agenda voor de negen-en-veertigste algemeene
vergadering van deze vereeniging, op Dinsdag 1 Oc-
tober, komen o.a. voor:
Verkiezing van leden van het hoofdbestuur: o.a. ter
„liet Wiite Kruis",
vervanging van den heer P. J. van Eldik Thieme, in
wiens plaats alleen wordt aanbevolen de heer mr. H.
A. C. van Tienen.
Voorstellen van een aantal afdeelingen tot wijziging
van de statuten van de vereeniging, strekkend om aan
het hoofdbestuur gelegenheid te geven ook uit de bui
ten Amsterdam wonende leden een voorzitter te kie
zen, die door .het hoofdbestuur waren ondersteund.
Voorstel van de afdeeling Weslwoud. De algemeene
vergadering drage aan het hoofdbestuur op zich tot
de regeering te wenden met het verzoek het bij de
herziening van de wet op de besmettelijke ziekten daar
heen te willen leiden, dat de ontsmetting en het ge
regeld toezicht daarop voortaan geschiede van rijks
wege; tenzij het onder degelijke waarborgen voor de
deugdelijkheid van gemeentewege geschieden kan. Het
hoofdbestuur praeadviseert afwijzend.
Wierlngen.
Do heer Mr. Zadok van den Bergh is Zaterdag 14 Sept.
a s. ten huize van den heer Ds. H. Bax voor ieder te
spreken, des namiddags van 4 tot 5 uur.
Herstemming G'allnntsoog.
Uitslag der Dinsdag gehouden herstemming voor
een lid van den gemeenteraad van t'allantsoog, vacature
D. Buik. Uitgebracht 95 geldige stemmen, 2 van on
waarde.. B. Blom verkreeg 57 st., A. Kooger 38 st. Ge
kozen de heer B. Blom.
MAX DREYER.
24.
Dat waren feiten, welke oom Piet onder gewone om
standigheden kon hebben laten passeeren. Maar op de
eigendunkelijke, verwaande wijze, waarmede de jongen
het alles mededeelde, had oom Piet nog al wat af
te dingen. Daarin stak nu niets ongedwongens, maar
coquette mooidoenerij, die Pieter Brand deed vermoe
den, dat daarachter wel iets leelijks verscholen zou
liggen. Hij keek Ewald daarom doordringend en vast
aanhet scheen dat deze den blik ontweek.
„En betaalt mevrouw ook alles vroeg hij bits, den
jongen daarbij strak aanziende.
„Ja ja."
Ewald keek het venster uit. „Dat wil zeggen, ik
heb toch ook haar portret geschilderd. Allen zeggen,
dat het goed was. Daarop heeft ook professor Döh-
ring mij als leerling aangenomen. Het zal niet lang
duren, of ik krijg bestellingen voor portretten, zoo
veel ik verlang."
„Schildert ge alleen portretten?" vroeg nu Ellen we
der.
„Ja. Damesportretten. Daarvoor heb ik het meeste
talent. En daarmede is ook het meeste te verdienen."
Wat hij zeide>, was erg. Maar nog erger was de
wijze, waarop hij het zeide.
Oom Piet stond op. Hij keek Ewald nog eens on
derzoekend aan, die niet beter wist te doen dan te
staren naar de punten van zijne mooig schoentjes.
,De jongen is verloren. Reddeloos. Nu, wat maakt
het mij ook eigenlijk uit."
Pieter Brand begaf zich naar buiten op het balkon. 1
De koude herfstwind deed hem goed. De zon was
achter de heuvels verzonken. Slilte heersehte rondom.
Een paar wilde eenden vlogen hem voorbij. Toen die
verdwenen waren was er nergens eenige beweging le
bespeuren, dan alleen de rook uit den schoorsteen
stijgende van het naburige gebouw.
Wat ging hem toch ook die vreemde jongen aan?
Wat deerde het hem of hij ten onder ging En toch
hij had eenige verwachting van dien jongen ge
koesterd; dat de jeugd ove rdeu strijd zou zegevieren.
Zonder strijd verzonk hier een jeugdig leven. Die
jongen had hem eigenlijk altijd al tegengestaan en loch,
toch deed het hem, pijn, dat hier zoo maar een genie
te loor ging. Alweer een illusie weggedoezeld. En hij
had niet veel illusiën meer over-. Te dien opzichte was
hij armwant hij was oud.
Nu peinsde hij er over, hoe Ellen het nu wel met
dien jongen lieer zou maken, wiens mooie oogen hare
droomen verontrustten. Was het wel goed, dat hij haar
met hem alleen liet?
En hij maakte een gebaar, alsof hij weer naar bin
nen wilde gaan. Maar hij bleef. Hij had duidelijk hij
zichzelven een gevoel van jaloezie ontwaard, en daar
om bleef hij want hij was oprecht ook tegen zich
zeiven.
Als zij alleen met Ewald niet in het reine kon ko
men, hoe had hij, haar oom, haar daarin kunnen
helpen? En zou hij haar hebben willen helpen, we
tende, dat zij daardoor voor hem verloren ging?
Maar hij rekte 'zich eens ferm uit en keek onbevreesd
de toekomst in het gelaat. Hij wist zoo zeker, dat
zij omtrent den jongen het juiste inzicht zou krij
gen, evenals hij zelf. Niet zoo schielijk, maar toch
even zeker.
Zoo waar zij zijn Ellen, zijn geesteskind was
Hij staarde naar het in het westen verdwijnende
zonnelicJil. Daarheen naar het westen, zou zij ver
trekken over vijf dagen. Dan liet zij hem hier al
leen achter. Dan had hij terug zijne eenzaamheid,
welke hij niet kon ophouden te roemen als zijn hoogste
geluk.
Over vijf dagen zou zij van dit alles afscheid he
men. Hij schudde het hoofd, maar beschouwde het
toch als het noodzakelijke
„Ge zijt bleek geworden in Berlijn," merkte Ellen
op legen Ewald. „Spant ge je ook te veel in met
dat schilderen?" Zij deed haar best tusschen hen bei
den de oude vertrouwelijkheid te doen herleven.
„Och, dat komt alleen van de Rerlijnsche lacht"
Hij wendde zijn gelaat af. Daarna keek hij haar met
groote oogen aan. „Jij bent zoo frisch en wel ge
vormd. Een jonge dame." Zijne blikken namen haar
gretig op. Onbewust ontstelde zij van dien blik en
in hare verlegenheid streek zij met beide handen haar
kleed en haar schort terecht.
„Akelig goed!" zeide asj geërgerd maar zij wist
niet eens, waarom zij dat zeide. Er was iets wat haar
verbijsterde, haar in de war bracht. En zij nam haar
toevlucht tot dat wat vroeger was.
„Weet je nog, hoe we vroeger samen in het duin
zaten? Dat je, mij toen hebt uitgeleekend? En jij lied
jes voor me hebt gezongen? In een ervan verdronk
er een. En dat andere was zoo vroolijk. Weet je dat
nog?"
j „Of ik het weet!"
„Zing je nóg altijd zoo mooi?"
„Ik heb sedert dien lijd nooit meer gezongen."
Dat was gelogen, maar het klonk, zooals alleen de
waarheid klinken kan, zoo zacht, en zijne oogen keken
haar met zulk een weemoedigen blik aan, dat haar
jonge hartje er voor beefde. Hij voelde zijn macht
en kwam dichter bij haar. En hij herhaalde haar,
hoe dikwijls hij denken moest aan hunne ontmoeting,
en hun samenzijn. Daarbij nam hij hare hand in de
zijne die waren week en klam wat haar on
aangenaam aandeed en waarom zij hem hare hand
onttrok.
Nu bracht hij do hand naar haar hoofd en slreek
j over heur haar, en dichter boog hij zich tot haar over
strak keek zij hem in de oogen, toen zag zij daar
in een gloed, welke haar verschrikte en Ellen sliet
hem van zich, juist in het oogenblik, dat hij zijne
lippen op haar gelaat wilde drukken,
j Oom! oom Piet!" riep zjj luid en sprong van
haar stoel op.
j Daar stond de geroepene reeds naast haar en hij
zag juist nog, hoe zij den jongen van zich had ge
weerd.
j Pieter Brand slond een oogenblik met gebalde vuisten
doch hij keerde zich om, bedwong zich, haalde met
kalinen tred den hoed van den gast en gaf hem
dien, zonder daarbij iets te zeggen, in de hand. Met
verbijsterden blik nam Ewald den hoed aan. Toen
liep hij maar zijn mantel, boog en verliet schielijk
de hal. Daarbij werd geen enkel woord gesproken.
Oom Piet rukte met geweld het venster open. „Weg
met den parfum van de Berlijnsche mevrouw."
Daarop ging hij naar Ellen die van het voorge-_
vallene verslagen scheen en nam haar hartelijk bij
dc hand.
„Kom, kleine, wij gaan nog een uurtje naar het strand.
Het is oostenwind. Wij krijgen sterke vorst. De ster
ren verheugen er zich reeds in; zie maar, hoe ze
flonkeren."
XXXIX.
Nadat deze geparfumeerde ziel was uitgedreven, bleef
er in EUen's gemoed toch nog altijd een onopgelost
vraagstuk bestaan. In de volgende dagen dacht zij
nog veel aan hem, maar niet zooals hij zich in dat laatste
uur had ontpopt. Maar in gedachte dwaalden zij dan
weer samen rond in het duin, dan hoorde zij weer zijn
lachen, eerlijk en rein, en in zijne groote oogen was
niets anders te lezen dan de schoonheid van een on
bedorven gemoed.
Maar geheel andere gedachten hadden nu bij haar de
heerschappij. Zij wist nu, dat zij hare koffers moest
pakken. Zij moest Mönchgut vaarwel zeggen.
Oom troostte haar zoo goed hij kon.
„Niet het hoofd laten hangen, kleine EllenWees
1 er toch oveir verheugd! Nu komt ge pas in de mooie
wereld."
„De mooie wereld is hier."
„Ja, als jij dat zoo zegt, jonge dame! Maar laat
je eerst maar eens door de gletschers van den Mont
Blanc goeden nacht wenschen, mijn krekeltje!"
„Maar u is toch ook liever hier dan m Gcnève
En den Mont Blanc daar houd ik niet van, die
doet zoo gewichtig. Van dien moet men altijd precies
weten, hoe hoog hij wel is. Hij kan voor mij daar
gerust blijven met zijn 4800 meter of zijn hot er
8100?"
Met komisch gcwichtigen ernst legde oom zijn hand
op haar schedel. „Zie eens, mijn kind, het is toch
meer dan tijd. dal uwe opvoeding met wat meer ernst
en nauwgezetheid wordt behartigd."
„Wel neen."
„En tante Amalia, ook genaamd Amélie, zal dio
schoone cn moeilijke taak op zich nemen."
(Wordt vervolgd-)