Donderdag \2 September 1907. 51ste Ja&rgasg No. 4290 Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden A.L) VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bsareass: 9CH16SN, ILaaa, D 4. latere. Telephoon i\o. 2W. UitgeversTRAPMAN Co. Prijs per jaar t 3,Franco per post f 3.60 Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.2B iedere regel meer5 et Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. EERSTE BLAD. Buitenlandscli Nieuws. Binneniandsefa Nieuws. FEUILLETON. O O PIET. Van mt m r wn SGHA6ER Wmm iisiis-, [TRANT Alurltmii!- k LultuvUiL Dit nummer bestaat uit twee bladen In Rusland gebeuren tegenwoordig weer dingen, die een mensch met ontzetting vervullen. Vooral Odessa is de stad, waar de leden van het verbond van het Russische Volk hun schanddaden hebben uitgeoefend. De teraardebestelling van een vermoorden politiebe ambte, die Zondag plaats zou vinden, had een paniek veroorzaakt onder de joodsche bevolking, daar men al te goed wist, dat een dergelijke begrafenis gewoon lijk een aanleiding pleegt te worden tot een pogrom. De vrees bleek piet ongegrond te zijn. Ongelukkiger wijze viel de begrafenis van den politie-beambte samen met een herdenkingsplechtigheid voor een in 1905 bij een pogrom gedooden jood. De joden, die zich tot het bijwonen van deze plechtigheid naar het joodsche kerk hof begeven hadden, waren de eersten, die als slacht offers der reactionnairen vielen. Laatstgenoemden for ceerden de deur van het kerkhof en schoten in het wilde op de joden. De dooden en gewonden (samen tegen de zeventig) werden naar het joodsche ziekenhuis gebracht. Doch ook daarop richtten de „echte Russen" hunne schoten. De kogels vlogen door de ramen. Tegelijkertijd begonnen op het Tolkoetsi-plein uilspat tingen van de grofste soort. Geen mensch werd daar fïspaard. Een oude jood van 66 jaar, een zekere Hirsch igelmann, werd met knuppels half dood geranseld en toen hij op den grond lag, trapten de onverlaten hem op het lichaam. Vele andere joden werden met mes sen gestoken. Het schieten in de straten duurde tot 11 uur 's avonds. Overal waar de „echte Russen" joden tegenkwamen, gingen zij hen te lijf. Ook werden win kels en woonhuizen geplunderd, terwijl op de joden die in de winkels trachtten weg te schuilen, geschoten werd. In het joodsche ziekenhuis werd o.a. een aan tal joden gebracht met brandwonden. Een droevigen indruk maakte liet binnendragen van gewonde kinde ren, vier knapen en een meisje. Het schandaligst van alles is mogelijk nog de wer keloosheid der politie, dio geen hand heeft uitgesto ken om de joden tegen de wandaden der reaction nairen te behoeden. Wel werd nu en dan eens voor den schijn een bende echte Russen uiteengejaagd, maar het volgende oogenblik liet men ze weer kalm hun gang gaan. Men had van den kant der echte Russen een leger tje bijeengebracht, bestaande uit eenige honderden jon gelieden, onder welke een aantal halfwas gymnasias ten. Deze jeugdige recruten waren allen goed gewapend en gedrild door een gepensionneerd officier. De joodsche bevolking geraakte in een paniek, veie joden klommen op het dak, anderen kropen weg onder ledikanten. En tegen dit alles doet de overheid maar niets. Arm land In Marokko is een wapenstilstand. Dat is te zeg gen: pen van de sjeiks zond een boodschapper of er een wapenstilstand kon zijn. In een brief, die in vage bewoordingen gesteld was, om aan oorlogszuchtige stammen die hem misschien mochten onderscheppen niet te veel inlichtingen te geven, verklaart, El Maaizi dat hij geneigd is als on derhandelaar te dienen tusschen de Fransche en de verschillende tribus, ten einde de vijandelijkheden Ie doen eindigen. Mondeling voegde de gezant er hij „El Maaizi verbindt zich persoonlijk om, wanneer zijn aanbod wordt aangenomen, de twaalf voornaamste stam hoofden te bewegen bij generaal Drude te komen om naar de vredesvoorwaarden te vragen." Daarop is door generaal Drude een bevestigend ant woord gegeven, maar tot dusverre is er nog niemand van de Mooren verschenen. Veel waarde moet er dus aan deze aanvraag niet worden gehecht. Spanje begint zich ook te roeren en heeft zijn kalm toekijken laten varen. Spanje zal 5000 man infanterie en 500 cavaleris ten uitzenden om verschillende hoofdplaatsen te be zetten, om daar de politie in te richten. In den laatsten ministerraad zouden definitieve beslui ten genomen zijn, en Engeland zou aan Spanje hebben geraden, onmiddellijk de acte Van Algeciras uit te voe ren door de bezetting van de havens, waar de zorg voor de politie aan dat land is opgedragen. Men kan toch Frankrijk niet alleen baas laten, er mocht straks nog wat te verdienen zijn en dan wil Engeland er ook graag wat van hebben. De Marokkanen zijn naar het schijnt nog niet vol doende met de zegeningen der Europeesche beschaving bekend, en gaan met de producten ervan wat onvoor zichtig om. Eenige Arabieren vonden een marine-gra naat, die niet gesprongen was, en wilden die openen. Toen dit niet gelukte begonnen zij er met steenen op te slaan, tot hun pogingen succes hadden en de granaat ontplofte. Zestig ongelukkige onderzoekers wer den daarbij gedood en een groot aantal anderen ge- wond. Het zal AMERIKA bepaald genoegen doen,datnu ook ENGELAND last heeft met Japansche emigranten. In Britseh Columbia is de vyandigo houding tegen de gelen tot een uitbarsting gekomen. Aanleiding tot de ongeregeldheden was een betooging, die den voorafgaanden Donderdag in de nabijgelegen Amerikaansche stad Bellingham, in den staat Washing ton, naby de Canadeesche grens, gehouden was. Daar deed plotseling het volk een aanval op de Hindoes, die daar in grooten getate werkzaam zijn in de zaagmolens de voornaamste industrie van de stad. Hierin vondon dan do bewoners uit de stad Van- couver in Brilsch Columbia aanleiding een betooging op touw te zetten togen do oosterlingen. Het gepeupel maakte een stroopop die den gouverneur moest voorstellen en verbrandde die, als protest tegen de weigering van den gouverneur om het anti-orienta- listische besluit der regeering van Britsch-Columbia te onderteekenen, dat Japanners en Chineezen het verblijf in Canada ontzegt. Daarna trok het volk naar de Chi- neesche en Japansche wyk, die het verwoestte; de be woners, een 3000-tal, vluchtten. Den volgenden morgen ontstond een hevig gevocht. De Japanners keerden terug en deden onder Banzai- geroep oen aanval op de blanken, waarby velen gewond werden. Juist kwam een stoomboot aan, dio weer 400 Japanners aanvoerde; het volk wierp zich op hen en drong een aantal hunner in het water. De Japansche wyk ziet er uit als een verschanst kamp. Vijf duizend Japanners met vuurwapens enz. houden de wacht en dreigen alle benden die de wyk willen aanvallen, te keeren, zoo noodig met bommen. De blanken hebben daar ontzag voor, zoodat de Japan ners voorloopig niet gehinderd worden. 56 Japansche winkels zjjn verwoest. De agent van de Japansche regeering te Vancouver heeft een uitvoerig verslag aan de Japansche regeering en den Japanschen gezant te Londen uitgebracht. De algemeene opvatting in Canada is dat de regeering aan Japan hare verontschuldiging moet betuigen en do slachtoffers schadeloos stellen. Maar dit lost hot vraag stuk van de Aziaten langs de kust van den Stillen Ocoaan natuurlijk niet op. Dit vraagstuk wordt hoe langer hoe dringerder, naarmate de invoer van Aziaten toeneemt. Britsch-Columbië is overigens even steik gekant tegen de binnenstrooming van Engolschen als van Aziaten en zegt dat het zelf genoeg blanken heeft en verdere invoer van blanken niet gewenscht is. Wielingen. Jl. Zaterdag en Zondag hield de Vereeniging Flora" te Den CLver hare tentoonstelling in het achtorlokaal van de Kapel. Vaardige en vriendelijke handen hadden het lokaal, waarin Flora's kinderen ontvangen werden, versierd en herschapen in een zee van groen. En toen dan de door Flora uitgereikte planten, vermeerderd door een zeer groot aantal ter opluistering ingezonden bloe men, het gebouw vulden, leverde het geheel een aanblik op, welke menigeen uit het talrijk opgekomen publiek een uitroep van bewondering ontlokte. De keurings commissie, bestaande uit de heeren Ds. Reinders, L. Spaander en S. Bruul, had dan ook een zware taak om uit de vele schoone, de schoonst gekweekte planten te kiezen. Het aantal ingezonden bloemen en planten was 300. Eindelijk konden de volgende prijzen toege kend worden a. Voor de best gekweekte Coleusle prijs Jacob Ty'sen, 2de pry's Jn. Metselaar en 3e prijs L. Spaander. b. Voor de mooiste Knolbegonia: le prijs Wed. A. Bakker, 2de pry's Wed. E. Rotgans en 3de prijs S. Bruul. c. Voor de schoonste bladbegonia: le pry's J. Metse laar, 2de prijs M. Ty'sen en 3do pry's W. Hegeman. Onder de ter opluistering gezonden planten was zoo- veel schoons, dat i ier de wedijver om een pry's veel grooter was dan in de vorige afdeel ing. Zy werden even eens door bovengenoemde commissie gekeurd. Daarvoor varen beschikbaar gesteld 6 prijzen, waarvan de hoofd prijs, e n Japansche lelie, ten deel viel aan de keurige inzending van mej. de wed. W. Keijzer. Do overige prij zen, bestaande uit een dubbele knolbegonia, verwierven: H. Koster, C. Bakker Jz., Wed. N. Heyblok, M. Gorter en P. Rotgans. Doch 6 pry'zen waren te kort om zooveel schoons vol doende te waardeeren en daarom weiden door de keu ringscommissie en het Bestuur nog 6 prijzen uitgeloofd, welke ten deel vielen aanJ. Koorn Vz., S. Bruul, J. Lont, Wed. M. Ty'sen, M. Tysen Nz. en W. Hermans. De afdeeling planten en bloemen, door de schoolkinde ren ingezonden, gekweekt van zaad, dat in Mei was uitgezaaid, mocht gezien worden. Hier muntte bijzonder uit de inzending van Antje Bakker Jd., die dan ook in de meisjesafdeeling den eersten prijs verwierf, bestaande uit kop en schotel. Den eersten pry's van de jongens mocht Reyer Bakker behalen, eveneens een kop en schotel. De 2e prijzen vielen ten deel aan de kinderen B. Kaleveld en Nan Tysen Jbz., de 3o prijzen aan Duifje Spaander en Pieter Rotgans. Maar gaf Flora een schat van bloomen en planten te zien en dat in dezen kouden zomer, de muziekver- eeniging „Harmonie" bracht aan de kleur en geur der bloemen leven en bezieling. Honderdon belangstellenden luisterden naar de opwekkende tonen der instrumenten en een niet gering deel van het welslagen van de ten toonstelling was dan ook aan „Harmonie1- te danken. De president van „Flora", de heer L. Bergwei ff, dankte na afloop van het concert met eenige waardeerende woorden voor de medewerking. Hij sprak daarby' den wensch uit, dat, als Flora weêr hoogty viert, „Harmonie" met fluit en fedol haar feest moge opluisteren. Aan allen die tot het welslagen van dit bloemenfeest hebben bijgedragen mag een woord van lof en dank niet onthouden worden. Nader vernamen wjj dat het aantal belangstellende bezoekers had bedragen ongeveer 400. Waar niet by vermeld, hestonden de prijzen uit bloemen of planton. Wieringcn. Vergadering van de Hengstonvoreeniging „Wierlngen", gehouden op Vrijdag 6 Sept. '07, des avonds to 7 uur, in 't lokaal van den heer Koorn. Aanwezig 28 leden. De Voorzitter, de heer J. Hermans, opende de vergade ring, waarna de notulen der vorige bijeenkomst door den Secretaris, den heer C. Jb. Kool, werden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Hierna deed de heer Jb. N. Keyzer rekening en ver antwoording. De ontvangsten waren f 1400.90, do uitgaven f 1250.62, batig saldo f 150.28. Eene Commissie, bestaande uit de heeren C. Maai s en S. J. Rotgans, onderzocht de rekening en bevond alles in ordo, waarna tot goedkeuring werd besloten. Het saldo der reservekas bedroeg f600. Tot bestuurstelen werden herkozen, de heeren: P. F. Kuut en O. J. Bosker, die hunne herbenoeming weder aanvaardden. De hengst „Excelsior II", die wegens bloedverwant schap weg zal moeten worden gedaan, werd door de afdeeling Terschelling van de Holl. Mij. van Landbouw te koop gevraagd. Besloten werd, met Terschelling in onderhandeling te treden, en zoo men niet mocht slagen, andere maatregelen te treffen. Zoo mogelijk zal ter vervanging weder een hongst uit Duitschland worden aangekocht. Hierna volgde sluiting. Bekroond. Op de „Tentoonstelling van Reclamemiddelen" te Goes, is de firmft A. J. Polak, puddingfabrikant te Groningen, voor hare wijze van verpakken bekroond met de hoogste en eenige onderscheiding, daarvoor beschik baar gesteld, zijnde een bronzen medaille. De juiy, wier motieven ter beoordeeling openbaar gemaakt zijn, verklaart, dat een reclamemiddel, hetwelk niet ver onachtzaamd mag worden en door den verkooper nim mer mag worden voorbijgezien, de wijze van „ver pakken" is. Daarvoor komt in de eerste plaats in aan merking de firma A. J. Polak, aan dewelke de eenige bekroning «laarvoor dus is toegekend. Slaapziekte. Het vierjarig zoontje van den schoenmaker K., te Lichtenvoorde, is aan nona overleden. Ken oplich tster. De agent in naaimachines B„ te Breda, is het slacht offer geworden van een sluwe oplichtster. Onlangs ver kocht hij aan een zekere vrouw W. eene naaimachine op afbetaling en hoor bemiddeling van die vrouw wer den zoogenaamd nog 8 andere machines verkocht. De vrouw gaf -aan B. namen op van menschen, die eene machine op afbetaling koopen wilden. Ze nam voor deze menschen de machines in ontvangst en teeken- de, zooals later gebleken is, zelf de koopcontracten. De namen der menschen, die eene machine wilden heb ben, waren door de vrouw verzonnen. Bij het storten der eerste drie gulden kreeg ze telkens een naaima chine in ihaar bezit. De op dezG manier verkregen machines verkocht de wouw ver beneden de waarde, en stak dat geld in haar zak. Nu de tijd der afbetalingen gekomen is, zijn de bedriegelijke hande lingen der vrouw aan het licht gekomen. De politie is niet de zaak in kennis gesteld en deze heeft te gen vrouw W. proces-verbaal opgemaakt. De naaimachines zijn in beslag genomen. Van Tesscl. Men meldt aan Het Vad. Het werken op de Pallandt wordt eiken dag bij gunstig weer doorgezet. Na de twee schuitjes tin zijn nog op verschillende dagen opgehaald 4 schuitjes en 1 schuitje. Hoewel de vondst nog niet groot is, hoopt men binnenkort toch meerdere stukken tin op te ha len; men vermoedt althans, dat men nu is genaderd tot de eigenlijke tinstapelplaats. Het zuigen door den schelpzuiger De Hoop gaat zeer lastig, omdat het ge- heele casco met een kleilaag in gevuld, die slechts daar wordt opgezogen waar de zuiger op geplaatst is. Daar ter plaatse wordt dan een ronde gang gezogen. Toch vordert men en men geeft den moed niet op. Op de agenda voor de negen-en-veertigste algemeene vergadering van deze vereeniging, op Dinsdag 1 Oc- tober, komen o.a. voor: Verkiezing van leden van het hoofdbestuur: o.a. ter „liet Wiite Kruis", vervanging van den heer P. J. van Eldik Thieme, in wiens plaats alleen wordt aanbevolen de heer mr. H. A. C. van Tienen. Voorstellen van een aantal afdeelingen tot wijziging van de statuten van de vereeniging, strekkend om aan het hoofdbestuur gelegenheid te geven ook uit de bui ten Amsterdam wonende leden een voorzitter te kie zen, die door .het hoofdbestuur waren ondersteund. Voorstel van de afdeeling Weslwoud. De algemeene vergadering drage aan het hoofdbestuur op zich tot de regeering te wenden met het verzoek het bij de herziening van de wet op de besmettelijke ziekten daar heen te willen leiden, dat de ontsmetting en het ge regeld toezicht daarop voortaan geschiede van rijks wege; tenzij het onder degelijke waarborgen voor de deugdelijkheid van gemeentewege geschieden kan. Het hoofdbestuur praeadviseert afwijzend. Wierlngen. Do heer Mr. Zadok van den Bergh is Zaterdag 14 Sept. a s. ten huize van den heer Ds. H. Bax voor ieder te spreken, des namiddags van 4 tot 5 uur. Herstemming G'allnntsoog. Uitslag der Dinsdag gehouden herstemming voor een lid van den gemeenteraad van t'allantsoog, vacature D. Buik. Uitgebracht 95 geldige stemmen, 2 van on waarde.. B. Blom verkreeg 57 st., A. Kooger 38 st. Ge kozen de heer B. Blom. MAX DREYER. 24. Dat waren feiten, welke oom Piet onder gewone om standigheden kon hebben laten passeeren. Maar op de eigendunkelijke, verwaande wijze, waarmede de jongen het alles mededeelde, had oom Piet nog al wat af te dingen. Daarin stak nu niets ongedwongens, maar coquette mooidoenerij, die Pieter Brand deed vermoe den, dat daarachter wel iets leelijks verscholen zou liggen. Hij keek Ewald daarom doordringend en vast aanhet scheen dat deze den blik ontweek. „En betaalt mevrouw ook alles vroeg hij bits, den jongen daarbij strak aanziende. „Ja ja." Ewald keek het venster uit. „Dat wil zeggen, ik heb toch ook haar portret geschilderd. Allen zeggen, dat het goed was. Daarop heeft ook professor Döh- ring mij als leerling aangenomen. Het zal niet lang duren, of ik krijg bestellingen voor portretten, zoo veel ik verlang." „Schildert ge alleen portretten?" vroeg nu Ellen we der. „Ja. Damesportretten. Daarvoor heb ik het meeste talent. En daarmede is ook het meeste te verdienen." Wat hij zeide>, was erg. Maar nog erger was de wijze, waarop hij het zeide. Oom Piet stond op. Hij keek Ewald nog eens on derzoekend aan, die niet beter wist te doen dan te staren naar de punten van zijne mooig schoentjes. ,De jongen is verloren. Reddeloos. Nu, wat maakt het mij ook eigenlijk uit." Pieter Brand begaf zich naar buiten op het balkon. 1 De koude herfstwind deed hem goed. De zon was achter de heuvels verzonken. Slilte heersehte rondom. Een paar wilde eenden vlogen hem voorbij. Toen die verdwenen waren was er nergens eenige beweging le bespeuren, dan alleen de rook uit den schoorsteen stijgende van het naburige gebouw. Wat ging hem toch ook die vreemde jongen aan? Wat deerde het hem of hij ten onder ging En toch hij had eenige verwachting van dien jongen ge koesterd; dat de jeugd ove rdeu strijd zou zegevieren. Zonder strijd verzonk hier een jeugdig leven. Die jongen had hem eigenlijk altijd al tegengestaan en loch, toch deed het hem, pijn, dat hier zoo maar een genie te loor ging. Alweer een illusie weggedoezeld. En hij had niet veel illusiën meer over-. Te dien opzichte was hij armwant hij was oud. Nu peinsde hij er over, hoe Ellen het nu wel met dien jongen lieer zou maken, wiens mooie oogen hare droomen verontrustten. Was het wel goed, dat hij haar met hem alleen liet? En hij maakte een gebaar, alsof hij weer naar bin nen wilde gaan. Maar hij bleef. Hij had duidelijk hij zichzelven een gevoel van jaloezie ontwaard, en daar om bleef hij want hij was oprecht ook tegen zich zeiven. Als zij alleen met Ewald niet in het reine kon ko men, hoe had hij, haar oom, haar daarin kunnen helpen? En zou hij haar hebben willen helpen, we tende, dat zij daardoor voor hem verloren ging? Maar hij rekte 'zich eens ferm uit en keek onbevreesd de toekomst in het gelaat. Hij wist zoo zeker, dat zij omtrent den jongen het juiste inzicht zou krij gen, evenals hij zelf. Niet zoo schielijk, maar toch even zeker. Zoo waar zij zijn Ellen, zijn geesteskind was Hij staarde naar het in het westen verdwijnende zonnelicJil. Daarheen naar het westen, zou zij ver trekken over vijf dagen. Dan liet zij hem hier al leen achter. Dan had hij terug zijne eenzaamheid, welke hij niet kon ophouden te roemen als zijn hoogste geluk. Over vijf dagen zou zij van dit alles afscheid he men. Hij schudde het hoofd, maar beschouwde het toch als het noodzakelijke „Ge zijt bleek geworden in Berlijn," merkte Ellen op legen Ewald. „Spant ge je ook te veel in met dat schilderen?" Zij deed haar best tusschen hen bei den de oude vertrouwelijkheid te doen herleven. „Och, dat komt alleen van de Rerlijnsche lacht" Hij wendde zijn gelaat af. Daarna keek hij haar met groote oogen aan. „Jij bent zoo frisch en wel ge vormd. Een jonge dame." Zijne blikken namen haar gretig op. Onbewust ontstelde zij van dien blik en in hare verlegenheid streek zij met beide handen haar kleed en haar schort terecht. „Akelig goed!" zeide asj geërgerd maar zij wist niet eens, waarom zij dat zeide. Er was iets wat haar verbijsterde, haar in de war bracht. En zij nam haar toevlucht tot dat wat vroeger was. „Weet je nog, hoe we vroeger samen in het duin zaten? Dat je, mij toen hebt uitgeleekend? En jij lied jes voor me hebt gezongen? In een ervan verdronk er een. En dat andere was zoo vroolijk. Weet je dat nog?" j „Of ik het weet!" „Zing je nóg altijd zoo mooi?" „Ik heb sedert dien lijd nooit meer gezongen." Dat was gelogen, maar het klonk, zooals alleen de waarheid klinken kan, zoo zacht, en zijne oogen keken haar met zulk een weemoedigen blik aan, dat haar jonge hartje er voor beefde. Hij voelde zijn macht en kwam dichter bij haar. En hij herhaalde haar, hoe dikwijls hij denken moest aan hunne ontmoeting, en hun samenzijn. Daarbij nam hij hare hand in de zijne die waren week en klam wat haar on aangenaam aandeed en waarom zij hem hare hand onttrok. Nu bracht hij do hand naar haar hoofd en slreek j over heur haar, en dichter boog hij zich tot haar over strak keek zij hem in de oogen, toen zag zij daar in een gloed, welke haar verschrikte en Ellen sliet hem van zich, juist in het oogenblik, dat hij zijne lippen op haar gelaat wilde drukken, j Oom! oom Piet!" riep zjj luid en sprong van haar stoel op. j Daar stond de geroepene reeds naast haar en hij zag juist nog, hoe zij den jongen van zich had ge weerd. j Pieter Brand slond een oogenblik met gebalde vuisten doch hij keerde zich om, bedwong zich, haalde met kalinen tred den hoed van den gast en gaf hem dien, zonder daarbij iets te zeggen, in de hand. Met verbijsterden blik nam Ewald den hoed aan. Toen liep hij maar zijn mantel, boog en verliet schielijk de hal. Daarbij werd geen enkel woord gesproken. Oom Piet rukte met geweld het venster open. „Weg met den parfum van de Berlijnsche mevrouw." Daarop ging hij naar Ellen die van het voorge-_ vallene verslagen scheen en nam haar hartelijk bij dc hand. „Kom, kleine, wij gaan nog een uurtje naar het strand. Het is oostenwind. Wij krijgen sterke vorst. De ster ren verheugen er zich reeds in; zie maar, hoe ze flonkeren." XXXIX. Nadat deze geparfumeerde ziel was uitgedreven, bleef er in EUen's gemoed toch nog altijd een onopgelost vraagstuk bestaan. In de volgende dagen dacht zij nog veel aan hem, maar niet zooals hij zich in dat laatste uur had ontpopt. Maar in gedachte dwaalden zij dan weer samen rond in het duin, dan hoorde zij weer zijn lachen, eerlijk en rein, en in zijne groote oogen was niets anders te lezen dan de schoonheid van een on bedorven gemoed. Maar geheel andere gedachten hadden nu bij haar de heerschappij. Zij wist nu, dat zij hare koffers moest pakken. Zij moest Mönchgut vaarwel zeggen. Oom troostte haar zoo goed hij kon. „Niet het hoofd laten hangen, kleine EllenWees 1 er toch oveir verheugd! Nu komt ge pas in de mooie wereld." „De mooie wereld is hier." „Ja, als jij dat zoo zegt, jonge dame! Maar laat je eerst maar eens door de gletschers van den Mont Blanc goeden nacht wenschen, mijn krekeltje!" „Maar u is toch ook liever hier dan m Gcnève En den Mont Blanc daar houd ik niet van, die doet zoo gewichtig. Van dien moet men altijd precies weten, hoe hoog hij wel is. Hij kan voor mij daar gerust blijven met zijn 4800 meter of zijn hot er 8100?" Met komisch gcwichtigen ernst legde oom zijn hand op haar schedel. „Zie eens, mijn kind, het is toch meer dan tijd. dal uwe opvoeding met wat meer ernst en nauwgezetheid wordt behartigd." „Wel neen." „En tante Amalia, ook genaamd Amélie, zal dio schoone cn moeilijke taak op zich nemen." (Wordt vervolgd-)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 1