Zondag 6 October 1907.
51ste Jaargaag N 4297
EERSTE BLAD.
Buitenlandsch Nieuws.
STIERENSLACHTING.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHA
1
ABT
Ainnsmit- k Laoibinblal
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
BureauSCHAOËi, &aan. 4.
Interc. Telephoon No. 20.
UitgeversTRAPMAN Co.
Prijs per jaar f 3,Franco per post f 3 60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.35 iedere regel meer5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit vier blade i.
GEMEENTE SCIIAGEN.
Bekendmakingen.
(O)
Markt poli tic.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen,
brengen ter algemeene kennis, dat vanaf heden tot en
met den laatsten November a.s., des Donderdags geen
rytuigen op het marktplein mogen worden geplaatst en
het uit- en inspannen van paarden aldaar niet mag
geschieden.
Overtreding zal gestraft worden met eene geldboete
van ten hoogste f25 of hechtenis van ten hoogste
6 dagen.
Schagen, 4 October 1907.
Burgemeester en Wethouders:
H. J. POT, Burgemeester.
ROGGEVEEN, Secretaris.
Herhslingsonderwijs.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen
maken bekend, dat voor degenen, die het gewoon lager
onderwys, hetzy op eene openbare, hetzij op eene by-
zondore school, hebben genoten, in de lokalen der
openbare lagere school, gelegen aan de Loet, wyk F,
no. 18 gelegenheid bestaat tot het ontvangen van
Ileriialingsonderwijs.
Dit herhalingsonderwys wordt gegeven voor jongens
en meisjes, iederen Maandag, Dinsdag, Woensdag en
Vrijdag, gedurende de maanden November, December,
Januari en Februari, des namiddags van 6 tot 8 uur en
strekt zich uit over de volgende vakken:
le Nederlandsche taal, 2e het rekenen, 3e de kennis
der natuur, 4e aardrijkskunde en 5e geschiedenis.
Voor het genieten van dit herhalingsonderwys zal een
schoolgeld worden geheven van 20 cent per maand en
voor twee of meer kinderen van hetzelfde gezin, voor
elk kind 15 cent per maand. Kinderen van onvermogen-
den zullen hot herhalingsonderwys kosteloos mogen
genieten, terwyl kinderen van .minvermogenden voor
het halve schoolgeld zullen worden toegelaten.
Ouders of verzorgers, die hunne kinderen het her
halingsonderwys wenschen te laten volgen, worden ver
zocht daarvan vóór 15 October 1907 aangifte te doen by
het Hoofd der openbare lagere school.
Schagen, den 30 September 1907.
P. BUIS Jz lo. Burgemeester.
ROGGEVEEN, Secretaris.
Er zijn op dit oogenblik in hoofdzaak alleen een
paar
REDEVOERINGEN
die de aandacht trekken van de groote politici.
De eene is van President Roosevelt, die behalve de
innerlijken toestand der Vereenigde Staten, ook behandelt
Amerika's Zeemacht.
De zeemacht is, zoo zeide Roosevelt, niet alleen van
belang voor de kuststreken, maar voor ieder, die weet
wat vaderlandsliefde beteekent.
Ons land is per slot van rekening aangewezen op
enkele fundamenleele poliiieke grondregelen als bijv.
de j\Ionroe-leer en den plicht niet alleen om het Pa
namakanaal te bouwen, maar ook om het te verde
digen.
Wij hebben ten slotte onze plaats onder de groote
mogendheden ingenomen en het zou onwaardige zwak
heid zijn de verantwoordelijkheid, die ons deze po
sitie oplegt, van ons af te schudden.
Willen wij dus deze positie, de Monroe-leer, het Pa
namakanaal, niet prijsgeven en ons geen zwakke en
vreesachtige natie betoonen, dan moeten wij gestadig
voortbouwen aan een groote slagvaardige zeemacht en
die handhaven. Reeds nu is die zeemacht een voor
werp van gerechtvaardigden Amerikaanschen trots.
Zoolang zij echter niet grooter is dan thans, moe
ten wij als grondbeginsel aannemen dat het grootste deel
onzer slagvloot altijd bij elkaar gehouden moet wor
den.
Is het Panamakanaal' beëindigd, dan kan zonder be
zwaar de vloot van den eenen naar den anderen oceaan
worden overgebracht. Doch ook voordat dit zoo is,
moet zij nu en dan van de eene naar de andere zijde
verplaatst worden.
Binnen enkele maanden gaat onze vloot van groote
pantserschepen paar den Stillen Oceaan.
Californië, Oregon en Washington hebben een kust
lijn, die evengoed „onze" kustlijn is als die van Maine.
Louisiana en Texas. Onze vloot gaat naar haar „eigen'
terrein in den Stillen Oceaan en zal terugkeeren naar
haar „eigen" terrein in den Atlantische» Oceaan.
Op zee wordt de zeeman het best geoefend en zulk
een reis, langer dan een die hij ooit te voren deed,
met een vloot zoo groot als die van elk ander land,
kan ons het best leeren wat er te leeren valt, voor
de vloot en hierdoor kunnen onze mannen van alle ran
gen het best geoefend worden. Daarom verwacht ik van
u allen dan ook de meest volledige instemming en
steun uit naam van ons volk en van onze vlag voor
den tak van dienst, waartoe deze mannen behooren.
Het is niet te ontkennen in deze woorden zit kracht
en pit en het is een waarschuwing tevens voor ande
ren.
Van verschillende zijden wordt beweerd, dal in hoofd
zaak deze woorden gesproken zijn met het oog op de
minder vredelievende verhouding tot Japan. Zie je
wel, Roosevelt wil 'den Geeltjes zeggen, wij bereiden ons
voor en een deel der Amerikaansche Pers blaast o p
de porlogsklaroen en is juist niet bezig een
meer vredelievende verhouding in de hand te werken.
En nu juist dat de Amerikaansche minister van Oor-
lo® Taft, de aanstaande opvolger van Roosevelt, terwijl
hij in Tokio bij de Japanners op bezoek is, alle best
doet, om lief te zijn.
,Men zegt wel eens," aldus ving laft eene rede aan
—"„dat er een woord is, dat in geen briefwisseling van
diplomaten ooit wordt gebezigd, het woord „oorlog".
Maar ik ben geen diplomaat en dus ben ik niet gebon-
den, dp gewoonten der diplomatie in acht te nemen.
Daarom mag ik spreken over oorlog. Ik behoor niét
tot hen, die een oorlog iels zóó vrceselijks vindt-.-,
dat hij door niels kan worden gerechtvaardigd. Het
duizendjarig rijk is nog niet gekomen; en er zijn ge
schillen die nu eenmaal niet anders kunnen worden be
slecht. Maar een groot Amerikaansch generaal heeft
eens gezegd, dat „oorlog" hetzelfde beteekent als „de
hel;" en niels meer dan een onafwendbare oorzaak
zou een oorlog tusschen Japan en de Vereenigde Sta
len kunnen rechtvaardigen. Het zou een misdaad zijn
tegen de beschaving, en even slecht als krankzinnig."
Na eraan te hebben herinnerd, dat Japan op het
oogenblik door een oorlog zou worden belemmerd in
zi jn streven naar handelsbloei en in de vervulling van
zijn taak in Korea, ging Taft na, wat de Vereenigde
Staten bij een oorlog zouden te verliezen hebben. Oor
log dan meent Taft zou de republiek binnen één
oi een paar jaar tijds veranderen in een militaire na
tie, welke haar hulpbronnen nutteloos zou verkwisten
aan reusachtige wapeningen, waardoor zij ook zou komen
tot het nastreven eener avontuurlijke oorlogspolitiek.
Dat nu zou den Vereenigden Staten al zeer onge
legen komen nu deze juist in de binnenlandsche poli
tiek den strijd hebben aangebonden tegen de misbrui
ken der groote financieele maatschappijen.
Ook de Japansehe gezant te Parijs, Koerino, heeft
een poging gedaan om de geruchten over het dreigen
van een Japansch-Amerikaansehen oorlog, te doen ver
stommen.
„Japan,'-" aldus Koerino „is niet van zins een
oorlog te beginnen. Zijn betrekkingen tot do Ver
eenigde Staten zijn uitstekend; en er is niets, dat er op
wijst, dat de toekomst hierin verandering zal bren-
gen."
Het zij echter herhaald, dat een deel der Ameri
kaansche pers eenvoudig blijft weigeren, geloof te slaan
aan de verklaringen van Taft, Koerino en andere lei
dende staatslieden. Het oorlogsspook laat hen nu een
maal niet met rust.
Het was wel zoo wenschelijk, dat zij zich bedaard
hielden. Een dergelijke reuzenworsteling als een oorlog
tusschen Japan en Amerika zou worden, is een ramp
voor de menschheid.
Amerika heeft nog steeds met Cuba heel wat te stellen.
Ondanks de genomen maatregelen is er altijd nog
een troep ontevredenen, die voorbereidingen treft voor
een nieuwen opstand. De gouverneur seint wel, dat hij
heen en weer, weet niet van waar 'het gevaar eigen
de beweging meester is, maar de strooming tegen de hjk komt. Dan nadert de man te paard. Hij heeft een
beschermheerschappij van de Vereenigde Staten wordt lange houten lans met scherpe ijzeren punt. Zijn paard
gedurig sterker. De ontevreden elementen maken een heeft zware leeren dekstukken voor de borst en
_.i:i. terzijde. Het arme dier is bang en schichtig; halt ge
blinddoekt, maar voelt zeer goed het gevaar. Twee man
dat het uit moet zyn, dat het arme dier gedood, uit in onze Jniurt^ is, do<d een^ onzer een scherpi gefluit
zijn lydon geholpen moet worden, ze worden zoo hatelyk
laf, zoo verachtelijk laf, dal men byna gaat wenschen
dat de stier in een laatste heropleving van kracht zich
over de balustrade zou worpen en zicb, bloedend, woe
dend te midden dier laffe kryschende groep daar zou
storten.
Een prachtige jonge stier is met een kort gebrul bin
nengerend. Dit binnenkomen is steeds hot belangwek
kende, het in zyn fierheid byna mooie van het schouw
spel. Het is echter een illusie. Immers, die dieren
hebben heelemaal geen lust om te gaan vechten of
zich te doen slachten en worden daarom in den stal
eerst getergd en opgehitst om vooral boos en vecht
lustig de arena binnen te komen en om niet in den
stal terug te rennen vóór do deur gesloten is. Maar
deze jonge stier heeft werkelijk iets fiers en woe
dends, iets boosaardigs, gevaarlijks ook in zijn kor
ten gedrongen kop. Even staat hy snuivend stil rnid-
den in de arena. Dan ineens, een banderillero voorbij
stuivend zonder acht te geven op den doek, stort hij
zich over de balustrade heen en bevindt zich in de
nauwe gang. tusschen de arena en de tribunes. Een
verschrikt geschreeuw in de voorste rangen van het
publiek, gelach op de bovenste rangen. Even stoot
de stier weer een gebrul uit, dan begint hij
dreunend de smalle gang rond de arena om te ren
nen. Al de banderiileros, picadores, knechten, com
missarissen die zich daar bevinden springen over de
balustrade in de arena. Even is er ontsteltenis. Maar
een deur naar de arena is opengegooid. En de stier
stuift er binnen. Al de menschen, die in de arena
gesprongen zyn, vliegen er hals over kop weer uit.
Het ganscbe publiek begint te lachen en applaudis
seert den stier. Maar het gelach duurt maar kort.
De stier heeft een geheel onverwachte beweging ge
maakt, of een banderillero heeft den doek te veel vóór
zich in plaats van naast zich gezwaaid hoe het zij,
een man is in eens opgeheven op een van de horens
van den stier. Het publiek stoot allerhande kreten uit.
Alle banderiileros snellen toe om met hun doeken den
stier af te leiden. De stier buigt eindelijk den kop.
De man valt neer en wordt weggedragen. Het publiek
schreeuwt, brult, is wild van opwinding.
De beurt is aan de picado-res, de mannen te paard.
Dat is het wreedste gevaarlijkste, inspantiendste ge
deelte. De banderiileros hebben met hun doekenge-
zwaal den stier in de war gebracht; hij wendt zich
ijverig gebruik van den spoorwegstaking, waarbij zoo
wel bij de stakers, als bij het publiek de ontstemming
kan worden aangewakkerd. De gouverneur gevoelt zeer
goed het nadeel daarvan en heeft derhalve den spoor
wegmaatschappijen aangezegd, dat, tenzij de staking da
delijk beëindigd wordt, hij de spoorwegen in beslag
zal nemen en van regeeringswege zal do-en exploitee-
ren.
Uit Washington heeft de gouverneur bevelen gekre
gen om met de meeste beslistheid en kracht op te
treden.
Een spoorwegstaking is er eveneens in Oostenrijk.
Maar het is een eigenaardige. De zoogenaamde stakers,
staken niet geheel, d. w. z. zij leggen het werk niet
neer, maar zij bepalen zich tot een
LIJDELIJK VERZET.
Wij hebben het maanden geleden in Italië gezien
tot welk een wanorde en wanhoop, zulk een opIre
den de autoriteiten voert. De toestand wordt al zeer
spoedig onhoudbaar.
En dat de omvang van deze beweging niet te gering
moet worden geschat, blijkt wel hieruit dat het aantal
deelnemers aan deze lijdelijke staking 70.000 bedraagt.
Uit Reichenberg wordt gemeldt, dat op alle stations van
den Zuid-Noord-üuitschen verbindingsspoorweg het lij
delijk verzet wordt uilgevoerd, en men verwacht, dat
het verkeer daar binnenkort zeer zal worden beperkt,
ja misschien geheel gestaakt. De groote vertragingen
op den Noord-Westerspoorweg maakten, dat alle aan
sluitingen met Dresden, Berlijn en Hamburg gemist
werden. Met extra-treinen moesten de passagiers
nen moeten het dan ook met puntige stokken in de
richting van den stier drijven. Deze wacht af, met ge
bogen kop. Het is de kunst voor den picador, om op
het oogenblik, dat de stier hem en zijn paard aan
valt, de lans met ijzeren punt in den rug van den stier
te steken, en wel met zooveel kracht en zich zoozeer
met paard en man op de in den stierenrug geplante
lans leunend, dat de stier terugdeinst, natuurlijk met een
diepe bloedende wonde. Een beweging van het paard,
een van positie veranderen of te snel aanvallen
van den stier, kan maken dat het den picador onmo
gelijk is, zijn lans te planten en zich er op te steunen.
De stier werpt zich dan op het paard; de horens dringen
op een onbeschutte plaats het lichaam binnen, het arme
dier wordt bloedend omver geworpen. De ruiter tracht
zich te redden. Valt hij onder het paard, en is hij
of gekwetst of bedwelmd in den val, dan is er al
de behendigheid der doekenzwaaiende banderiileros noo-
dig om den stier weg te krijgen. Twee picadores tege
lijk komen bij eiken stier de arena binnen. De mooie,
jonge stier, die reeds een man gewond heeft, is een
zware tegenstander voor de picadores. De eerste pica
dor wordt omvergeworpen, zijn paard gedood, hij zelf
gekwetst. Het publiek krijscht van opwinding. De tweede
picador brengt den stier een zware wonde toe, maai
de stier is zoo sterk, dat hij paard cn ruiter nog om
ver werpt en het tweede paard met een stoot in den
buik doet zieltogen. Het publiek schreeuwt dolzinnig.
Het wil meer bloed zien, meer arme paarden ge
slacht zien: een gebrul van „picadores, picadores" gaat
onder wie 200 landverhuizers naar Mittelgrund ge- ÜP Men wiI dat de president last zal geven om nieuwe
bracht worden, waar zij met den Saksischen Staats- ruiters in de arena te doen komen. Maar de president
spoorweg verder reisden. Het missen der aansluitin- van J1®' gevecht, de „gelegenheids-president," zooals het
gen werkt ook op een groot deel van het Duitsche spoor- publiek verachtelijk roept, laat zich niet bewegen. Het
wegnet op onaangename wijze in. I is onze collega Ricardo Blasco, Parijsch correspon-
Op de markten te Weenen begint liet gebrek pan dent van een Spaansch blad en voorzitter van een der
melk, fruit en aardappelen zeer hinderlijk te worden, heide vereenigingen van buitenlandsche journalisten te
en stijgen dc prijzen dientengevolge zeer.'Blijft het ver- Parijs, die dit stierengevecht „ter eere van het pers-
zet voortduren, dan zal de veemarkt daaronder de vol- j congres" zoo humaan mogelijk presideert. Ondanks het
gendc week zeer lijden. De post te Weenen ondervindt
ook groote vertragingen.
gejouw van het publiek worden geen nieuwe paarden
geofferd.
De banderiileros komen weder met nieuwe kracht met
doeken den stier verwarren, terwijl andere sierlijk be-
i hendig, met langen aanloop recht op den stier af, hem
twee pieken over de horens heen in den rug planten
Te Bordeaux zyn op dit oogenblik vele journalisten Als de stier zes pieken in den rug heeft is de beurt
byeen en zooats gewoonlijk wordt den b-zoekers aan den „matador." Met den degen en den rooden
en deelnemers van verschillende congressen hot een en doek nadert hij den stier, die hijgt van uitputting en
ander vermaak aangeboden. De laatste eer, die de journa
listen te Bordeaux genoten, was, zooals de correspon
dent van de N. R. Ct. schryft, een stierengevecht.
Acht stieren zouden, zoo schryft by, voor onze oogen
bloedverlies. Hij moet den stier dooden door hem
den degen over de horens zoo in den rug te planten,
dat essentieel© organen aangetast worden en het dier
u - stervend neervalt. Een afschuwelijk wreed schouwspel
„bevochten worden. Bevochten. Welk een ironie! doet zich ditmaal bij den jongen, forschen stier voor.
Geslacht, zou men moeten zeggen. Dit slechte volks-1 l)e degen is in den rug geplant, maar de stier is niet
vermaak verdient in niets den romantisch heldhaftigen J doodclijk getroffen. Hij is uitgeput en schijnt schrik-
naam van „stierengevecht Het is een slachtparty. j kelijk le lijden. Hij staart rond naar de zwaaiende doe-
Een geraffineerde, wierde, openbare stierenslacbtingken; dan wendt hij zich droevig om, buigt de knieën en
met kleur en zwier, zeer zeker, met coquetterie, met wil zich een oogenblik ter ruste leggen Het dier wil
Invensgevaar zelfs, vooral voor arme half geblinddoekte j geen mensch iets kwaads doen; het vraagt enkel met rust
paarden; maar toch enkel een wreede slachtparty. gelalen le worden. Het publiek jouwt De matador is
Het was veel wreedur, veel laffer dan ik my had woedend. Het arme dier beneemt hem immers de ge-
voorgesteld. n legenheid tot succes. Een rustenden stier te dooden, dat
Eerst krygt men mot zulk een walgelyken indruk, kan een gewone slager ook. Hij plaatst zich tot vlak
maar by het voortduren van het schouwspel wordt hetvoor het beest, zwaait den rooden doek grijpt een horen
affe het karakter van wreede slachting, het moreel De stier schudt enkel den kop, hijgt met de tong uit den
leelyke steeds du.delyker; dit wordt geheel overheer- bek. Hel publiek is woedend op den stier en jouwt voort
schend Het wordt dan mts zoo moreel leelyks, men j Dan prikt de matador het arme heest in de tong'
gevoelt dan vooral de houding en het vermaak van het in den snuit. Met een dof pijnlijk gebral springt "fe
publiek als iets zoo lafs en mins, dat er geen plaats slier op. De matador en de banderiileros stuiven ach-'
moer is voor eenige bewondering. En het wordt een teruit. Lann/aain nadert de mSTZr Hii nln,
lamlendige vertooning. O, heelemaal geen schouwspel I een tweeden de«en over de Torent S li J
om flauw by te vallen. Maar om woedend by te worden. s^hijnrT eeJXn g^tootei trhebten en S
De schreeuwende menschen, dm meer paardenbloed wil- maar tot de helft den rug 1,innen De s"ieTwaK
ZT langer pyniging van een uitgeputten,„iel, bralt enkel van pijn De '.sl ichlnartij if m
verward ronddolenden en rust zoekenden, bloedenden niet ten einde Een drrrl - .«,-minn t ,1 i 8
stier gillen, die fluiten, brullen, bbleedigingen sohreeu- het dier te verlossen. De matador gaat dc aren 1°rond
wen als de president van het gevecht hot teeken geeft om de toejuichingen in ontmunt te nc-uiem hlj
hooien. Een stuk wandelstok vliegt onmiddellijk over
onze hoofden.
Statenverkiezing.
Donderdag werden de volgende candidaten officieel
gesteld voor de verkiezing van een lid der Provinciale
Staten van Noord-Holland in district III te Amsterdam
(vacature P. L. Tak)J. W. Smit (a. r.), H. Wertheim
(vryz.-dem.) en Jan A. van Zutphen (soc.-dem.).
Dievenliumor.
By den heer B., te Hilversum, zjjn Maandagnacht 12
kippen uit één hok gestolen. Slechts de haan werd
achtergelaten. Aan den hals had de dader een briefje
bevestigd met 'topschrift: „Heelemaal alleen".
(Yad.)
Abusievelijk.
In ons jongste raadsverslag van Anr.a Paulowna staat,
dat de gemeenterekening na eenige malen met opmer
kingen te zyn teruggezonden, nu is goedgekeurd. Dit
moest niet zyn gemeenterekening, maar legger op de wegen.
öogsteijfers.
Het volgende oogstbericht voor Hollands Noorden
ontvingen wy van bevoegde zyde:
Tarwe in 1906 45 a 50 H.L., prys f 7.in 1907 55
H.L., prys f8.25; haver in 1906 60 a 70 H.L., prys f3.25
a f 3.75, in 1907 90 H.L., prys f 4.— gerst in 1906 40
H.L., prys f 5.25 a f 5.75, in 1907 50 H.L., prys f 6.25 a
f 6.50; paardeboonen in 1906 40 a 50 H.L., prys f 6.—
a f7.—, in 1907 30 a 35 H.L., prys f6.50 a f7.—groene
erwten in 1906 30 a 40 H.L., prys f8.50 a f9.50, in 1907
25 a 30 H.L., prys f 9.— a f 10.—grauwe erwten in
1906 25 a 35 H.L., prys f 12-— a f 14.— in 1907 15 a
20 H.L., prys f 14.— a f 16.— vale erwten in 1906 25
a 30 H.L., prys f 8.50 a f 10.50, in 1907 25 a 30 H.L.,
prys f 10.— a f 11.— karwy in 1906 18 a 22 baaltjes,
prys f 15.—, in 1907 30 baaltjes, prys f 17.— a f 19.—
tarwestroo in 19U6 5000 K.G., prys f 18.—, in 1907 4500
a 5000 K.G., prys f14.—havefstroo in 1906 3500 K.G.,
prijs f18.—in 1907 4000 K.G., prys f 14.—gerst in 1906
3000 K.G., prys f 18.-, in 1907 3000 K.G., prys f 14.
klaverhooi in 1906 5000 K.G., prys f 35.—, in 1907 5000
K.G., prys f 31.— a f 32.—.
Over het geheel is dus de opbrengst van witzaad beter
dan verleden jaar, peulgewassen daarentegen zyn belang
rijk minder. Voor karwy was 1907 mede goed.
Hen model-gemeenteraad.
Putte, een grensplaatsje ergens in Noord-Brabant,
houdt er ©en gemeenteraad op na, zooals wellicht geen
andere gemeente in ons land. Uit het verslag, dat De
Zoom er van geeft, zijn de volgende fragmenten:
In verband met de laatste verkiezing, wenscht de
heer Jos. Theijssen te vernemen, waar de voorzitter
van ,het stembureau gebleven is met 22 stembiljetten.
De leden van hel stenxburea» hebben het bewijs in
handen, dat aan den voorzitter 180 stuks zijn afgeleverd,
terwijl hij er slechts 158 op 't stembureau heeft aangege
ven. De mogelijkheid bestaat, dat de voorzitter de 22
overige stembiljetten gestempeld en ingevuld in handen
der kiezers heeft gesteld. Wij willen die 22 stembiljetten
hier op het oogenblik ter tafel zien gebracht.
De voorzitter zegt, dat hij niet meer biljetten heeft
afgegeven dan zijn plicht was.
De heer Theijssen: Wij vragen u niet meer, dan
dat gij de overgeschoten 22 biljetten hier ter visie legt.
Waar zijn de biljetten?
De voorzitter: Die zijn bij mij thuis.
De heer Stroup: Maar die behooren niet bij thuis,
die moeten hier zijn.
De voorzitter: Ik heb die biljetten niet besteld.
GtroupNeen ,gij hebt ze niet besteld, maar wij wil
len ze toch hier zien. Liggen ze nog bij u thuis, laat
ze dan hier zien en gij zijt in uw volle recht.
De voorzitter: De secretaris heeft ze besteld, doch
het stembureau hoorde ze te ontvangen.
Stroup: Gij hebt er 158 van de 180 afgegeven; zult
gij ons ook de anderen hier brengen?
De voorzitter: Dat kan wel zijn. Dat hangt van mijne
beleefdheid af.
Theijssen: Dat kan zijn? Neen, dat moet zijn.
De secretaris: Ik heb 's morgens menschen gezien
met gedrukte stembiljetten in de hand, doch ik wil
niet beweren, dat ze van den voorzitter afkomstig wa
ren.
Wederom vliegt men elkander in 't haar. Vuistsla
gen klinken op de tafel. De voorzitter zegt volgens
de wet te handelen en de Raadsleden verlangen de
verdwenen stembiljetten te zien.
Stroup zegt, dat de voorzitter op die manier fraude
zou kunnen plegen.
De voorzitter met nadruk tot Stroup: Heb ik fraude
gepleegd, Stroup
Stioup: Ik zeg niet dat ge het hebt gedaan, maar
ge kunt het doen.
Thans loopt de woordentwist zóó hoog cn -wordt
het tumult zóó hevig, dat den verslaggever hooren en
zien vergaan en hij niet meer kan verstaan dan een
wilden chaos van klanken, in alle mogelijke toonaar
den uitgestooten.
Eindelijk treedt de kalmte weer in en Stroup vraagt
het woord.
De voorzitter: Dat hebt ge, mits ge het fatsoenlijk
voert.
StroupDat zal ik doen. Ik heb nog een vraag 4e
stellen. De heer A. Leys is benoemd tot lid van den Raad.
Door Ged. Staten is op rekest van den voorzitter dié
benoeming ongeldig verklaard. De voorzitter, die' zoo
goed op de hoogte van alle zaken is, zal ook wet eens
voor ons bij Gedeputeerden willen informce-
ren, of iemand, die 10, 12, of gesteld
15.000 gulden schuld heeft, toch burgemees
ter kan zijn, o! een dergelijke zaak veeeenigbaar is
met liet burgemeestersambt. Als ge hiernaar zoudt willen
infoi nteeren, kunt ge ons dat op de vergadering van
a.s. Dinsdag nog juist meededen.
De voorzitter: Hebt ge nog meer te vragen, Stroup?
Niet? Dan gaan we over tot de orde van den 4afc!
De overige Raadsleden sluiten zich aan bij liet ge
sprokene door Stroup.
De voorzitter zcgl, om zulk kinderspel te moeien
achen en stelt aan da orde: verkiezing van een wet-
houder in de plaats des heeren Stroup.
Stroup zegt, deze zaak niet te willen behandelen, aan
gezien zc ni»l op het oproepingsbiljet voorkomt en
verlaat de vergadering, gevolgd door dc overige Raads
leden.
l>e *-tturzület-Saluut SUoujike!