Zondag 6 October 1907. 51ste Jaargaag N 4297 EERSTE BLAD. Buitenlandsch Nieuws. STIERENSLACHTING. Binnenlandsch Nieuws. SCHA 1 ABT Ainnsmit- k Laoibinblal Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. BureauSCHAOËi, &aan. 4. Interc. Telephoon No. 20. UitgeversTRAPMAN Co. Prijs per jaar f 3,Franco per post f 3 60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.35 iedere regel meer5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit vier blade i. GEMEENTE SCIIAGEN. Bekendmakingen. (O) Markt poli tic. Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen, brengen ter algemeene kennis, dat vanaf heden tot en met den laatsten November a.s., des Donderdags geen rytuigen op het marktplein mogen worden geplaatst en het uit- en inspannen van paarden aldaar niet mag geschieden. Overtreding zal gestraft worden met eene geldboete van ten hoogste f25 of hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, 4 October 1907. Burgemeester en Wethouders: H. J. POT, Burgemeester. ROGGEVEEN, Secretaris. Herhslingsonderwijs. Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen maken bekend, dat voor degenen, die het gewoon lager onderwys, hetzy op eene openbare, hetzij op eene by- zondore school, hebben genoten, in de lokalen der openbare lagere school, gelegen aan de Loet, wyk F, no. 18 gelegenheid bestaat tot het ontvangen van Ileriialingsonderwijs. Dit herhalingsonderwys wordt gegeven voor jongens en meisjes, iederen Maandag, Dinsdag, Woensdag en Vrijdag, gedurende de maanden November, December, Januari en Februari, des namiddags van 6 tot 8 uur en strekt zich uit over de volgende vakken: le Nederlandsche taal, 2e het rekenen, 3e de kennis der natuur, 4e aardrijkskunde en 5e geschiedenis. Voor het genieten van dit herhalingsonderwys zal een schoolgeld worden geheven van 20 cent per maand en voor twee of meer kinderen van hetzelfde gezin, voor elk kind 15 cent per maand. Kinderen van onvermogen- den zullen hot herhalingsonderwys kosteloos mogen genieten, terwyl kinderen van .minvermogenden voor het halve schoolgeld zullen worden toegelaten. Ouders of verzorgers, die hunne kinderen het her halingsonderwys wenschen te laten volgen, worden ver zocht daarvan vóór 15 October 1907 aangifte te doen by het Hoofd der openbare lagere school. Schagen, den 30 September 1907. P. BUIS Jz lo. Burgemeester. ROGGEVEEN, Secretaris. Er zijn op dit oogenblik in hoofdzaak alleen een paar REDEVOERINGEN die de aandacht trekken van de groote politici. De eene is van President Roosevelt, die behalve de innerlijken toestand der Vereenigde Staten, ook behandelt Amerika's Zeemacht. De zeemacht is, zoo zeide Roosevelt, niet alleen van belang voor de kuststreken, maar voor ieder, die weet wat vaderlandsliefde beteekent. Ons land is per slot van rekening aangewezen op enkele fundamenleele poliiieke grondregelen als bijv. de j\Ionroe-leer en den plicht niet alleen om het Pa namakanaal te bouwen, maar ook om het te verde digen. Wij hebben ten slotte onze plaats onder de groote mogendheden ingenomen en het zou onwaardige zwak heid zijn de verantwoordelijkheid, die ons deze po sitie oplegt, van ons af te schudden. Willen wij dus deze positie, de Monroe-leer, het Pa namakanaal, niet prijsgeven en ons geen zwakke en vreesachtige natie betoonen, dan moeten wij gestadig voortbouwen aan een groote slagvaardige zeemacht en die handhaven. Reeds nu is die zeemacht een voor werp van gerechtvaardigden Amerikaanschen trots. Zoolang zij echter niet grooter is dan thans, moe ten wij als grondbeginsel aannemen dat het grootste deel onzer slagvloot altijd bij elkaar gehouden moet wor den. Is het Panamakanaal' beëindigd, dan kan zonder be zwaar de vloot van den eenen naar den anderen oceaan worden overgebracht. Doch ook voordat dit zoo is, moet zij nu en dan van de eene naar de andere zijde verplaatst worden. Binnen enkele maanden gaat onze vloot van groote pantserschepen paar den Stillen Oceaan. Californië, Oregon en Washington hebben een kust lijn, die evengoed „onze" kustlijn is als die van Maine. Louisiana en Texas. Onze vloot gaat naar haar „eigen' terrein in den Stillen Oceaan en zal terugkeeren naar haar „eigen" terrein in den Atlantische» Oceaan. Op zee wordt de zeeman het best geoefend en zulk een reis, langer dan een die hij ooit te voren deed, met een vloot zoo groot als die van elk ander land, kan ons het best leeren wat er te leeren valt, voor de vloot en hierdoor kunnen onze mannen van alle ran gen het best geoefend worden. Daarom verwacht ik van u allen dan ook de meest volledige instemming en steun uit naam van ons volk en van onze vlag voor den tak van dienst, waartoe deze mannen behooren. Het is niet te ontkennen in deze woorden zit kracht en pit en het is een waarschuwing tevens voor ande ren. Van verschillende zijden wordt beweerd, dal in hoofd zaak deze woorden gesproken zijn met het oog op de minder vredelievende verhouding tot Japan. Zie je wel, Roosevelt wil 'den Geeltjes zeggen, wij bereiden ons voor en een deel der Amerikaansche Pers blaast o p de porlogsklaroen en is juist niet bezig een meer vredelievende verhouding in de hand te werken. En nu juist dat de Amerikaansche minister van Oor- lo® Taft, de aanstaande opvolger van Roosevelt, terwijl hij in Tokio bij de Japanners op bezoek is, alle best doet, om lief te zijn. ,Men zegt wel eens," aldus ving laft eene rede aan —"„dat er een woord is, dat in geen briefwisseling van diplomaten ooit wordt gebezigd, het woord „oorlog". Maar ik ben geen diplomaat en dus ben ik niet gebon- den, dp gewoonten der diplomatie in acht te nemen. Daarom mag ik spreken over oorlog. Ik behoor niét tot hen, die een oorlog iels zóó vrceselijks vindt-.-, dat hij door niels kan worden gerechtvaardigd. Het duizendjarig rijk is nog niet gekomen; en er zijn ge schillen die nu eenmaal niet anders kunnen worden be slecht. Maar een groot Amerikaansch generaal heeft eens gezegd, dat „oorlog" hetzelfde beteekent als „de hel;" en niels meer dan een onafwendbare oorzaak zou een oorlog tusschen Japan en de Vereenigde Sta len kunnen rechtvaardigen. Het zou een misdaad zijn tegen de beschaving, en even slecht als krankzinnig." Na eraan te hebben herinnerd, dat Japan op het oogenblik door een oorlog zou worden belemmerd in zi jn streven naar handelsbloei en in de vervulling van zijn taak in Korea, ging Taft na, wat de Vereenigde Staten bij een oorlog zouden te verliezen hebben. Oor log dan meent Taft zou de republiek binnen één oi een paar jaar tijds veranderen in een militaire na tie, welke haar hulpbronnen nutteloos zou verkwisten aan reusachtige wapeningen, waardoor zij ook zou komen tot het nastreven eener avontuurlijke oorlogspolitiek. Dat nu zou den Vereenigden Staten al zeer onge legen komen nu deze juist in de binnenlandsche poli tiek den strijd hebben aangebonden tegen de misbrui ken der groote financieele maatschappijen. Ook de Japansehe gezant te Parijs, Koerino, heeft een poging gedaan om de geruchten over het dreigen van een Japansch-Amerikaansehen oorlog, te doen ver stommen. „Japan,'-" aldus Koerino „is niet van zins een oorlog te beginnen. Zijn betrekkingen tot do Ver eenigde Staten zijn uitstekend; en er is niets, dat er op wijst, dat de toekomst hierin verandering zal bren- gen." Het zij echter herhaald, dat een deel der Ameri kaansche pers eenvoudig blijft weigeren, geloof te slaan aan de verklaringen van Taft, Koerino en andere lei dende staatslieden. Het oorlogsspook laat hen nu een maal niet met rust. Het was wel zoo wenschelijk, dat zij zich bedaard hielden. Een dergelijke reuzenworsteling als een oorlog tusschen Japan en Amerika zou worden, is een ramp voor de menschheid. Amerika heeft nog steeds met Cuba heel wat te stellen. Ondanks de genomen maatregelen is er altijd nog een troep ontevredenen, die voorbereidingen treft voor een nieuwen opstand. De gouverneur seint wel, dat hij heen en weer, weet niet van waar 'het gevaar eigen de beweging meester is, maar de strooming tegen de hjk komt. Dan nadert de man te paard. Hij heeft een beschermheerschappij van de Vereenigde Staten wordt lange houten lans met scherpe ijzeren punt. Zijn paard gedurig sterker. De ontevreden elementen maken een heeft zware leeren dekstukken voor de borst en _.i:i. terzijde. Het arme dier is bang en schichtig; halt ge blinddoekt, maar voelt zeer goed het gevaar. Twee man dat het uit moet zyn, dat het arme dier gedood, uit in onze Jniurt^ is, do<d een^ onzer een scherpi gefluit zijn lydon geholpen moet worden, ze worden zoo hatelyk laf, zoo verachtelijk laf, dal men byna gaat wenschen dat de stier in een laatste heropleving van kracht zich over de balustrade zou worpen en zicb, bloedend, woe dend te midden dier laffe kryschende groep daar zou storten. Een prachtige jonge stier is met een kort gebrul bin nengerend. Dit binnenkomen is steeds hot belangwek kende, het in zyn fierheid byna mooie van het schouw spel. Het is echter een illusie. Immers, die dieren hebben heelemaal geen lust om te gaan vechten of zich te doen slachten en worden daarom in den stal eerst getergd en opgehitst om vooral boos en vecht lustig de arena binnen te komen en om niet in den stal terug te rennen vóór do deur gesloten is. Maar deze jonge stier heeft werkelijk iets fiers en woe dends, iets boosaardigs, gevaarlijks ook in zijn kor ten gedrongen kop. Even staat hy snuivend stil rnid- den in de arena. Dan ineens, een banderillero voorbij stuivend zonder acht te geven op den doek, stort hij zich over de balustrade heen en bevindt zich in de nauwe gang. tusschen de arena en de tribunes. Een verschrikt geschreeuw in de voorste rangen van het publiek, gelach op de bovenste rangen. Even stoot de stier weer een gebrul uit, dan begint hij dreunend de smalle gang rond de arena om te ren nen. Al de banderiileros, picadores, knechten, com missarissen die zich daar bevinden springen over de balustrade in de arena. Even is er ontsteltenis. Maar een deur naar de arena is opengegooid. En de stier stuift er binnen. Al de menschen, die in de arena gesprongen zyn, vliegen er hals over kop weer uit. Het ganscbe publiek begint te lachen en applaudis seert den stier. Maar het gelach duurt maar kort. De stier heeft een geheel onverwachte beweging ge maakt, of een banderillero heeft den doek te veel vóór zich in plaats van naast zich gezwaaid hoe het zij, een man is in eens opgeheven op een van de horens van den stier. Het publiek stoot allerhande kreten uit. Alle banderiileros snellen toe om met hun doeken den stier af te leiden. De stier buigt eindelijk den kop. De man valt neer en wordt weggedragen. Het publiek schreeuwt, brult, is wild van opwinding. De beurt is aan de picado-res, de mannen te paard. Dat is het wreedste gevaarlijkste, inspantiendste ge deelte. De banderiileros hebben met hun doekenge- zwaal den stier in de war gebracht; hij wendt zich ijverig gebruik van den spoorwegstaking, waarbij zoo wel bij de stakers, als bij het publiek de ontstemming kan worden aangewakkerd. De gouverneur gevoelt zeer goed het nadeel daarvan en heeft derhalve den spoor wegmaatschappijen aangezegd, dat, tenzij de staking da delijk beëindigd wordt, hij de spoorwegen in beslag zal nemen en van regeeringswege zal do-en exploitee- ren. Uit Washington heeft de gouverneur bevelen gekre gen om met de meeste beslistheid en kracht op te treden. Een spoorwegstaking is er eveneens in Oostenrijk. Maar het is een eigenaardige. De zoogenaamde stakers, staken niet geheel, d. w. z. zij leggen het werk niet neer, maar zij bepalen zich tot een LIJDELIJK VERZET. Wij hebben het maanden geleden in Italië gezien tot welk een wanorde en wanhoop, zulk een opIre den de autoriteiten voert. De toestand wordt al zeer spoedig onhoudbaar. En dat de omvang van deze beweging niet te gering moet worden geschat, blijkt wel hieruit dat het aantal deelnemers aan deze lijdelijke staking 70.000 bedraagt. Uit Reichenberg wordt gemeldt, dat op alle stations van den Zuid-Noord-üuitschen verbindingsspoorweg het lij delijk verzet wordt uilgevoerd, en men verwacht, dat het verkeer daar binnenkort zeer zal worden beperkt, ja misschien geheel gestaakt. De groote vertragingen op den Noord-Westerspoorweg maakten, dat alle aan sluitingen met Dresden, Berlijn en Hamburg gemist werden. Met extra-treinen moesten de passagiers nen moeten het dan ook met puntige stokken in de richting van den stier drijven. Deze wacht af, met ge bogen kop. Het is de kunst voor den picador, om op het oogenblik, dat de stier hem en zijn paard aan valt, de lans met ijzeren punt in den rug van den stier te steken, en wel met zooveel kracht en zich zoozeer met paard en man op de in den stierenrug geplante lans leunend, dat de stier terugdeinst, natuurlijk met een diepe bloedende wonde. Een beweging van het paard, een van positie veranderen of te snel aanvallen van den stier, kan maken dat het den picador onmo gelijk is, zijn lans te planten en zich er op te steunen. De stier werpt zich dan op het paard; de horens dringen op een onbeschutte plaats het lichaam binnen, het arme dier wordt bloedend omver geworpen. De ruiter tracht zich te redden. Valt hij onder het paard, en is hij of gekwetst of bedwelmd in den val, dan is er al de behendigheid der doekenzwaaiende banderiileros noo- dig om den stier weg te krijgen. Twee picadores tege lijk komen bij eiken stier de arena binnen. De mooie, jonge stier, die reeds een man gewond heeft, is een zware tegenstander voor de picadores. De eerste pica dor wordt omvergeworpen, zijn paard gedood, hij zelf gekwetst. Het publiek krijscht van opwinding. De tweede picador brengt den stier een zware wonde toe, maai de stier is zoo sterk, dat hij paard cn ruiter nog om ver werpt en het tweede paard met een stoot in den buik doet zieltogen. Het publiek schreeuwt dolzinnig. Het wil meer bloed zien, meer arme paarden ge slacht zien: een gebrul van „picadores, picadores" gaat onder wie 200 landverhuizers naar Mittelgrund ge- ÜP Men wiI dat de president last zal geven om nieuwe bracht worden, waar zij met den Saksischen Staats- ruiters in de arena te doen komen. Maar de president spoorweg verder reisden. Het missen der aansluitin- van J1®' gevecht, de „gelegenheids-president," zooals het gen werkt ook op een groot deel van het Duitsche spoor- publiek verachtelijk roept, laat zich niet bewegen. Het wegnet op onaangename wijze in. I is onze collega Ricardo Blasco, Parijsch correspon- Op de markten te Weenen begint liet gebrek pan dent van een Spaansch blad en voorzitter van een der melk, fruit en aardappelen zeer hinderlijk te worden, heide vereenigingen van buitenlandsche journalisten te en stijgen dc prijzen dientengevolge zeer.'Blijft het ver- Parijs, die dit stierengevecht „ter eere van het pers- zet voortduren, dan zal de veemarkt daaronder de vol- j congres" zoo humaan mogelijk presideert. Ondanks het gendc week zeer lijden. De post te Weenen ondervindt ook groote vertragingen. gejouw van het publiek worden geen nieuwe paarden geofferd. De banderiileros komen weder met nieuwe kracht met doeken den stier verwarren, terwijl andere sierlijk be- i hendig, met langen aanloop recht op den stier af, hem twee pieken over de horens heen in den rug planten Te Bordeaux zyn op dit oogenblik vele journalisten Als de stier zes pieken in den rug heeft is de beurt byeen en zooats gewoonlijk wordt den b-zoekers aan den „matador." Met den degen en den rooden en deelnemers van verschillende congressen hot een en doek nadert hij den stier, die hijgt van uitputting en ander vermaak aangeboden. De laatste eer, die de journa listen te Bordeaux genoten, was, zooals de correspon dent van de N. R. Ct. schryft, een stierengevecht. Acht stieren zouden, zoo schryft by, voor onze oogen bloedverlies. Hij moet den stier dooden door hem den degen over de horens zoo in den rug te planten, dat essentieel© organen aangetast worden en het dier u - stervend neervalt. Een afschuwelijk wreed schouwspel „bevochten worden. Bevochten. Welk een ironie! doet zich ditmaal bij den jongen, forschen stier voor. Geslacht, zou men moeten zeggen. Dit slechte volks-1 l)e degen is in den rug geplant, maar de stier is niet vermaak verdient in niets den romantisch heldhaftigen J doodclijk getroffen. Hij is uitgeput en schijnt schrik- naam van „stierengevecht Het is een slachtparty. j kelijk le lijden. Hij staart rond naar de zwaaiende doe- Een geraffineerde, wierde, openbare stierenslacbtingken; dan wendt hij zich droevig om, buigt de knieën en met kleur en zwier, zeer zeker, met coquetterie, met wil zich een oogenblik ter ruste leggen Het dier wil Invensgevaar zelfs, vooral voor arme half geblinddoekte j geen mensch iets kwaads doen; het vraagt enkel met rust paarden; maar toch enkel een wreede slachtparty. gelalen le worden. Het publiek jouwt De matador is Het was veel wreedur, veel laffer dan ik my had woedend. Het arme dier beneemt hem immers de ge- voorgesteld. n legenheid tot succes. Een rustenden stier te dooden, dat Eerst krygt men mot zulk een walgelyken indruk, kan een gewone slager ook. Hij plaatst zich tot vlak maar by het voortduren van het schouwspel wordt hetvoor het beest, zwaait den rooden doek grijpt een horen affe het karakter van wreede slachting, het moreel De stier schudt enkel den kop, hijgt met de tong uit den leelyke steeds du.delyker; dit wordt geheel overheer- bek. Hel publiek is woedend op den stier en jouwt voort schend Het wordt dan mts zoo moreel leelyks, men j Dan prikt de matador het arme heest in de tong' gevoelt dan vooral de houding en het vermaak van het in den snuit. Met een dof pijnlijk gebral springt "fe publiek als iets zoo lafs en mins, dat er geen plaats slier op. De matador en de banderiileros stuiven ach-' moer is voor eenige bewondering. En het wordt een teruit. Lann/aain nadert de mSTZr Hii nln, lamlendige vertooning. O, heelemaal geen schouwspel I een tweeden de«en over de Torent S li J om flauw by te vallen. Maar om woedend by te worden. s^hijnrT eeJXn g^tootei trhebten en S De schreeuwende menschen, dm meer paardenbloed wil- maar tot de helft den rug 1,innen De s"ieTwaK ZT langer pyniging van een uitgeputten,„iel, bralt enkel van pijn De '.sl ichlnartij if m verward ronddolenden en rust zoekenden, bloedenden niet ten einde Een drrrl - .«,-minn t ,1 i 8 stier gillen, die fluiten, brullen, bbleedigingen sohreeu- het dier te verlossen. De matador gaat dc aren 1°rond wen als de president van het gevecht hot teeken geeft om de toejuichingen in ontmunt te nc-uiem hlj hooien. Een stuk wandelstok vliegt onmiddellijk over onze hoofden. Statenverkiezing. Donderdag werden de volgende candidaten officieel gesteld voor de verkiezing van een lid der Provinciale Staten van Noord-Holland in district III te Amsterdam (vacature P. L. Tak)J. W. Smit (a. r.), H. Wertheim (vryz.-dem.) en Jan A. van Zutphen (soc.-dem.). Dievenliumor. By den heer B., te Hilversum, zjjn Maandagnacht 12 kippen uit één hok gestolen. Slechts de haan werd achtergelaten. Aan den hals had de dader een briefje bevestigd met 'topschrift: „Heelemaal alleen". (Yad.) Abusievelijk. In ons jongste raadsverslag van Anr.a Paulowna staat, dat de gemeenterekening na eenige malen met opmer kingen te zyn teruggezonden, nu is goedgekeurd. Dit moest niet zyn gemeenterekening, maar legger op de wegen. öogsteijfers. Het volgende oogstbericht voor Hollands Noorden ontvingen wy van bevoegde zyde: Tarwe in 1906 45 a 50 H.L., prys f 7.in 1907 55 H.L., prys f8.25; haver in 1906 60 a 70 H.L., prys f3.25 a f 3.75, in 1907 90 H.L., prys f 4.— gerst in 1906 40 H.L., prys f 5.25 a f 5.75, in 1907 50 H.L., prys f 6.25 a f 6.50; paardeboonen in 1906 40 a 50 H.L., prys f 6.— a f7.—, in 1907 30 a 35 H.L., prys f6.50 a f7.—groene erwten in 1906 30 a 40 H.L., prys f8.50 a f9.50, in 1907 25 a 30 H.L., prys f 9.— a f 10.—grauwe erwten in 1906 25 a 35 H.L., prys f 12-— a f 14.— in 1907 15 a 20 H.L., prys f 14.— a f 16.— vale erwten in 1906 25 a 30 H.L., prys f 8.50 a f 10.50, in 1907 25 a 30 H.L., prys f 10.— a f 11.— karwy in 1906 18 a 22 baaltjes, prys f 15.—, in 1907 30 baaltjes, prys f 17.— a f 19.— tarwestroo in 19U6 5000 K.G., prys f 18.—, in 1907 4500 a 5000 K.G., prys f14.—havefstroo in 1906 3500 K.G., prijs f18.—in 1907 4000 K.G., prys f 14.—gerst in 1906 3000 K.G., prys f 18.-, in 1907 3000 K.G., prys f 14. klaverhooi in 1906 5000 K.G., prys f 35.—, in 1907 5000 K.G., prys f 31.— a f 32.—. Over het geheel is dus de opbrengst van witzaad beter dan verleden jaar, peulgewassen daarentegen zyn belang rijk minder. Voor karwy was 1907 mede goed. Hen model-gemeenteraad. Putte, een grensplaatsje ergens in Noord-Brabant, houdt er ©en gemeenteraad op na, zooals wellicht geen andere gemeente in ons land. Uit het verslag, dat De Zoom er van geeft, zijn de volgende fragmenten: In verband met de laatste verkiezing, wenscht de heer Jos. Theijssen te vernemen, waar de voorzitter van ,het stembureau gebleven is met 22 stembiljetten. De leden van hel stenxburea» hebben het bewijs in handen, dat aan den voorzitter 180 stuks zijn afgeleverd, terwijl hij er slechts 158 op 't stembureau heeft aangege ven. De mogelijkheid bestaat, dat de voorzitter de 22 overige stembiljetten gestempeld en ingevuld in handen der kiezers heeft gesteld. Wij willen die 22 stembiljetten hier op het oogenblik ter tafel zien gebracht. De voorzitter zegt, dat hij niet meer biljetten heeft afgegeven dan zijn plicht was. De heer Theijssen: Wij vragen u niet meer, dan dat gij de overgeschoten 22 biljetten hier ter visie legt. Waar zijn de biljetten? De voorzitter: Die zijn bij mij thuis. De heer Stroup: Maar die behooren niet bij thuis, die moeten hier zijn. De voorzitter: Ik heb die biljetten niet besteld. GtroupNeen ,gij hebt ze niet besteld, maar wij wil len ze toch hier zien. Liggen ze nog bij u thuis, laat ze dan hier zien en gij zijt in uw volle recht. De voorzitter: De secretaris heeft ze besteld, doch het stembureau hoorde ze te ontvangen. Stroup: Gij hebt er 158 van de 180 afgegeven; zult gij ons ook de anderen hier brengen? De voorzitter: Dat kan wel zijn. Dat hangt van mijne beleefdheid af. Theijssen: Dat kan zijn? Neen, dat moet zijn. De secretaris: Ik heb 's morgens menschen gezien met gedrukte stembiljetten in de hand, doch ik wil niet beweren, dat ze van den voorzitter afkomstig wa ren. Wederom vliegt men elkander in 't haar. Vuistsla gen klinken op de tafel. De voorzitter zegt volgens de wet te handelen en de Raadsleden verlangen de verdwenen stembiljetten te zien. Stroup zegt, dat de voorzitter op die manier fraude zou kunnen plegen. De voorzitter met nadruk tot Stroup: Heb ik fraude gepleegd, Stroup Stioup: Ik zeg niet dat ge het hebt gedaan, maar ge kunt het doen. Thans loopt de woordentwist zóó hoog cn -wordt het tumult zóó hevig, dat den verslaggever hooren en zien vergaan en hij niet meer kan verstaan dan een wilden chaos van klanken, in alle mogelijke toonaar den uitgestooten. Eindelijk treedt de kalmte weer in en Stroup vraagt het woord. De voorzitter: Dat hebt ge, mits ge het fatsoenlijk voert. StroupDat zal ik doen. Ik heb nog een vraag 4e stellen. De heer A. Leys is benoemd tot lid van den Raad. Door Ged. Staten is op rekest van den voorzitter dié benoeming ongeldig verklaard. De voorzitter, die' zoo goed op de hoogte van alle zaken is, zal ook wet eens voor ons bij Gedeputeerden willen informce- ren, of iemand, die 10, 12, of gesteld 15.000 gulden schuld heeft, toch burgemees ter kan zijn, o! een dergelijke zaak veeeenigbaar is met liet burgemeestersambt. Als ge hiernaar zoudt willen infoi nteeren, kunt ge ons dat op de vergadering van a.s. Dinsdag nog juist meededen. De voorzitter: Hebt ge nog meer te vragen, Stroup? Niet? Dan gaan we over tot de orde van den 4afc! De overige Raadsleden sluiten zich aan bij liet ge sprokene door Stroup. De voorzitter zcgl, om zulk kinderspel te moeien achen en stelt aan da orde: verkiezing van een wet- houder in de plaats des heeren Stroup. Stroup zegt, deze zaak niet te willen behandelen, aan gezien zc ni»l op het oproepingsbiljet voorkomt en verlaat de vergadering, gevolgd door dc overige Raads leden. l>e *-tturzület-Saluut SUoujike!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 1