VERSLAG Landbouwproefveiden in Noord-Holland, Zondag 13 Oct. 1907. 5te Jaargang. No. 4299. DERDE BLAD. gedurende 1906. S 8 2 >8888 88 8' 88 888888 88 88888< i7»iv WT* over de vanwege het Kijk gesubsidieerde Proefvelden, aangelegd met het doel aan te toonen, dat bemesting met uitsluitend kunst mest den grond niet uitput, als slechts alle stoffen, waaraan de grond behoefte heeft, in voldoende hoeveelheid worden aangevoerd. 11. P. Kaan, Anna PaulownaVeerweg. Zavelgrond. Gerst. Vorig jaar suikerbieten. Dit proefveld werd in 1905 aangelegd van wege de afdeeling Anna Paulowna der Hollandsche .Maatschappij van Landbouw (zie verslag 1905, blz. 31.) en bestond uit 3 perceelen, ieder groot 37,5 Are, die in 1905 bemest werden en thans onbemest waren om de nawerking der bemes ting van 1905 te kunnen nagaan. In 1905 was de bemesting als volgt: Perceel 1, groot 37,5 Are, per H.A. 40.000 K.G. stalmest, kostende f100 per H.A. Perceel 2, groot 37,5 Are, toen evenals nu onbemest. Perceel 3, groot 37,5 Are, werd per H.A. bemest met 200 K.G. pa tent kali, 300 K.G. chili en 600 K.G. super, kostende f68 per H.A. De gerst, Hongaarsche, /werd iin Maart gezaaid ter hoeveelheid van 1H.L. per H.A. met een jrijenwijdte van 22 c.M. Gedurende den zomer stond /de gerst goed en had niet van ziekten te lijden. Zij werd op 2 Augustus in matig rijpen toestand gezicht. Het H.L. gewicht was 65 K.G. De opbrengsten waren per H.A. berekend als volgt: Per ceel 1 2 3 Bemesting In 1905 Stalmest Onbemest Kunstmest Opbrengst aan korrels K.G. 1g soort K.G. '2e soort 3210 3350 3417 177 117 150 H.L. Op- brengst Stroo in K.G. 52 53 55 5780 5554 6000 Geld. op- brengst in 1906 f383 -386 -404 Geld- op brengst in 1905 f405 -395 -481 f788 - 781 -885 De directe werking en de nawerking van de kunstmestbemesting zijn beide dus belangrijk beter geweest dan die van den stalmest en de geldopbrengst is dan ook in twee jaren bij den kunstmest f97 groo- ter dati bij stalmest. Proefvelden, z. g. contröl e-v eldjes, aangelegd met het doel te onderzoeken aan welke stof fen de grootste behoefte bestaat en te laten zien, dat bemesting met kunstmest weinig of niets uitwerkt, als men verkeerde stoffen ge bruikt, terwijl op dezelfde plaats met andere meststoffen dikwijls eene zeer groote uitwer king wordt verkregen. 17. W. Nieuwkoop. Nieuwer Amstel, Noorder Legmeer. Kleigrond. Suikerbieten(Schreiber Nordhausen.) Dit proefveld was geheel ingericht als het vorige. De kalk is gestrooid op 22 December 1905, de kunstmest op 15 Maart 1906 als i)ij den heer Colijn. Het {ituk land waarop dit proefveld werd aangelegd had reeds een zware stalmestbemesting ontvangen. Het zaaien geschiedde op 30 April op 33 centimerter afstand. De bieten zijn gerooid op 6 Oct. en een monster van elk perceel is onderzocht aan het Rijkslandbouw- proefstation te Hoorn; de uitkomst van dit onderzoek is mede opgeno men in onderstaand lijstje. De opbrengsten waren per H.A. berekend als volgt: voorgeweid, het gras is gemaaid op 11 Juni en het hooi is gewogen op 28 Juni in vrij drogen toestand. De waarde van het hooi was on geveer f 30 per 1000 kilogrammen. De opbrengsten waren per H.A. berekend, als volgt: A P K Kilogrammen Hooi. met kalk zonder kalk 6410 6000 5640 4920 5720 5720 5520 5320 De volledige bemesting op A heeft de hoogste opbrengst gegeven. De verschillen zijn groot genoeg om er de conclusie uit te kunnen trek- ken dat hier een matige behoefte aan stikstof en phosphorzuur en ook eenige behoefte aan kali schijnt te zijn. Dc werking der kalk was op A, P en S gunstig; op K was geen verschil I Aan het etgroen was geen verschil te zien op de verschillende per ceelen. 19. T. Verhoef, Sloterdijk. Veenachtige grond. Hooiland. De inrichting van dit proefveld wals geheel diezelfde als No. 18. Kalk, kaïniet en thomas zijn gestrooid in het begin van December 1905; de chili half April en drie weken later in gelijke porties. Het gras is. gemaaid, pp 5 Juni en het hooi is gewogen op 5 Juli. De waarde van het hooi werd ook hier geschat op f30 per 1000 K.G. De opbrengsten waren per H.A. berekend als volgt: A P K Kilogrammen Hooi. met kalk condor kalk 6660 5480 5840 5800 5840 5840 5860 5760 Uit de onregelmatige uitkomsten kan worden afgeleid, dat er aan geen van de meststoffen 'behoefte bestond. Dat onbemest belangrijk minder gaf, dan S, P. of K, moet misschien aan mindere vruchtbaarheid van den grond op dat gedeelte worden toe geschreven Deze 2 proefvelden waren aangelegd idoor de afdeeling Sloterdijk van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Het toezicht werd uitgeoefend door de heeren: P. Vlug, K. de Vries en T. Verhoef te Sloterdijk. 20. A. Kaan Kz., Wieringerwaard. Lichte kleigrond. Voerbieten. Netto geldop brengst in 2 jaren I De veldjes hadden elk een oppervlakte van 5 Are en waren bemest per H.A. met: 200 K.G. chili, 400 K.G. patent kali en 800 K.G. super. Een onbemest veldje, eveneens 5 Are groot, was aan de controleveldjes toegevoegd. De bieten, variëteit witte Sifezische suikerbieten, zijn aan het Rijks- landbouwproefstation te Hoorn onderzocht op hun gehalte aan droge stof en suiker. De uitkomsten van dit onderzoek zijn opgenomen in onderstaande tabel. De opbrengsten waren per H.A. berekend als volgt: A P K Onbemest K.G. Bieten 46120 47700 52800 43600 44800 Droge stof 22.4 pCt. 22.2 22.5 22.6 22.3 Suiker 15.5 pCt. 15.1 15.9 15.4 15.2 i Uit de eenigszins onregelmatige uitkomsten schijnt te moeten wor den afgeleid, dat er aan geen der mestsoorten behoefte bestond, zelfs schijnt het dat de bijvoeging van kalimest eenigszins nadeelig heeft ge werkt. Dit proefveld was aangelegd (door de afdeeling Wieringerwaard van dc Hollandsche Maatschappij van Landbouw en het toezicht geschiedde door de heeren H. K. Koster, Jb. Kaan Kz. en W. Metzelaar te Wie ringerwaard. Van 2 proefvelden, waarop de kalibemesting was achter wege gelaten, kan geen Verslag worden gegeven. Dc navolgende negen proefvelden, alle op hooiland, waren aangelegd door de afdeeling Zijpe der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, terwijl het toezicht uitgeoefend iWerd door den heer A. Olie te Sint Maartensbrug, hoofd van den landbouwwintercursus te Schagerbrug. De afzonderlijke veldjes bij deze proefvelden waren elk 25 vierk. M. groot, terwijl de bemestingen per H.A. bedroegen: 600 K.G. chili, 800 K.G. super en 600 K.G. patent kali. K.G. bieten bruto K.G. bieten netto Suikergehalte A 53000 47700 16.9 pCt. P 55000 49500 17.0 K 62750 56475 17.1 S 57750 51975 16.9 a Zonder kunstmest De tarra is door den proefnemer opgegeven ongeveer 10 pCt. te be dragen. Daar het volledig bemeste perceel A minder voortbracht dan de andere moet worden aangenomen, dat ongelijkmatigheden in den grond, misschien wel veroorzaakt door ongelijkmatigheid van de reeds vooraf gegeven zware bemesting met stalmest, meer invloed op den oogst hebben gehad, dan de bemesting met kunstmest. Het was vooruit wel te voorspellen, dat de bemesting met kunstmest hier geen of weinig uitwerking zou hebben. Noch op dit, noch op het vorige proefveld was op het oog iets te bespeuren van de uitwerking der kalkbemesting, waarom de proefnemers op eigen initiatief besloten, de opbrengst der kalkperoeelen niet afzon derlijk af te wegen. Deze twee proefvelden waren aangelegd door de af deeling Amstelveen van rien JtoteBandschen Boerenbond. De heer J. Teer, hoofd van den laiidboilwwin tercursus te Amstelveen, had mede toezicht op de genomen proeven. 18. G. van B e E m Hz., Sloterdijk. Veenachtige grond. Hooiland. De perceelen van dit proefveld hadden elk een oppervlakte van 5 Are. De bemesting was per H.A. 200 K.G. chili, 500 K.G. kaïniet en 800 K.G thomas; terwijl |de helft van alle perceelen bovendien per H.A. 100C K.G. kalk ontvangen heeft. Kalk, kaïniet en thomas zijn gestrooid op 23 December 1905, de chili op 30 Maart eu 22 April 1906 telkens de helft. Het land is niet to to to ro CO CO <1 a> uo ro te to to cn co to tzj fH W ril f-1 tr w P P S'.V n-f Oj r* rt trf- pa P £5 o g'3 P p pr pB Cu 3 09 wco* S O CD - 3. o O* UI UI CD P B 09 p 09 er n 09 2 09 V P -t c-f- a> P NN V> EO P CD Qj' <5 73 a a a 3 tSJ N 05 ^a <D Qj OQ 09 O* ca a a MtO-" CJiOOt c—I - 888 c-t P to 00 f* co -sj O Q5 t-1 CO to 00 OC O to 888 CT> 00 00 Q 05 O 00 CO CO 05 K- CO Nummer p CD B O 5i O O p os- 03 Q 3 B 05 03 <81 P ►■d ui 03 ct- p B 03 P O ►p er a> 3 03 P w Q o Op verschillende van deze proefvelden ble^k, door de bemesting met phosphorzuur de klavergroei sterk te worden bevorderd. Daar uit die uitkomsten blijkt, dat de graslanden te Zijpe over het algemeen nog heel wat behoefte aan stikstofmest hebben is de pis van het vee voor deze landerijen een meststof van groote beteekenis en behoort dus aan de bewaring van de ier in deze streek veel zorg te worden besteed. Door de vereeniging T. O. N. I. D. O. te Andijk werden drie stel conlröle-veldjes aangelegd op blauwe aardappelen, die alle tweemaal be sproeid zijn met Bordeauxsche pap tegen de ziekte. Op alle drie proef velden werd het rooien uitgevoerd omstreeks half October. De bemesting was per H.A.400 K.G. chili, 400 K.G. zwavelzure ammoniak, 800 K.G. super en 600 K.G. patent kali bij den heer D. Molen en de halve hoeveelheid bij de heeren S. Droog en S. Mantel. De heeren Molen en Mantel hadden het land reeds bemest met per H.A.700 K.G. guano en 300 K.G. patent kali; het land van den heer Droog was onbemest. De grootte der afzonderlijke perceelen was 25 vierk. M. De opbrengsten waren per-H.A. berekend als volgt: Proefnemer A Opbrengst P ii H.L. op de perceelen K S Onbemest soort groote kriel groote kriel groote kriel groote kriel groote kriel 80. D. Molen Zavolgr. 297 86 223 80 274 80 267 97 223 81. S. Droog Lichte zavelgr. 366 303 280 243 189 32. S. Mantel Lichte zavelgr. 814 120 3U 94 337 97 217 103 - - Bij ali*. drie proefvelden bleek de ptikstofbemfesting zeer gunstig te werken, zelfs daar waar het veld bovendien met guano was bemest. (30 en. 32). Bij 30 en 31 was groote behoefte pian phosphorzuurmest, terwijl bij 31 ook zeer groote kali-behoefte bleek te bestaan. De resultaten der controle-veldjes op het proefveld van den heer Q. Schouten te Wervershoof zijn reeds medegedeeld onder No. 10 Door de afdeeling Haarlemmermeer van den Nederlandschen Boeren bond werden 6 proefvelden van deze rubriek aangelegd, 4 op suiker bieten en 2 'op hooiland. De veldjes waren elk 1 Are (groot. De bemesting bedroeg per H.A. 600 K.G. chili, 800 K.G. super en 600 K.G. patent kali. Aan de proef velden op hooiland was door de proefnemers nog een veldje toegevoegd bemest per H.A. ïnet 100.000 Liter ier en 1000 K.G. thomas. Deze hoeveelheid ier was echter abusievelijk veel te groot genomen. Dc heer G. A. A. Knaap Pz., voorzitter der afdeeling, heeft voor eigen rekening nog een dito proefveld aangelegd met suikerbieten, waar van elk der 4 velden 75 Are groot was. Het geheele stuk land was bo vendien bemest met 40 voer stalmest per H.A. De kunstmestbemesting wa« per H.A. 500 K.G. patent kali, 330 K.G. super en 330 K.G. chili. De bijzonderheden dezer 7 proefveldjes zijn vereenigd in onderstaan de tabellen. h OJ s s Proefnemer Woonplaats Grondsoort Gewas Voorvrucht f3 83 34 P. Zeestraten B. Th. de Koning Kanaaldijk IJ weg Zandgrond Blauwcand Hooiland - 35 36 87 38 39 Gebrs. Beers S. van der Sluis A. van Leeuwen J. van Splunter G. A. A. Knaap Pz. IJweg Hoofdvaart Hoofdvaart Sloterweg Aalsmeerderweg Kleigrond Lichte zavelgr. Zware Lichte Suikerbieten B B Haver Paardeboonen Tarwe De opbrengsten berekend per H.A. waren als volgt: O s Hooiopbrengst op perceel Proefnemers n P A P K 8 en tho mas Onbe mest 83 84 P. Zeestraten B. Th. de Koning 6900 9500 5200 8300 6290 9000 4500 6200 4500 9200 2700 5700 Bietenopbrengst en suikergehalte op perceel A P K s Onbemest 35 36 37 38 39 Gebrs. Beers S. van der Sluis A. van Leeuwen J. van Splunter G. A. A. Knaap Pz. 56000 46.500 64000 44250 34805 16.6 17.3 14.3 16.6 16.7 58300 28000 40200 44100 36865 16.9 14.5 13.9 16.7 16.3 55700 51700 55900 46200 33321 16.4 16.4 14.1 16.4 16.9 45300 40600 45300 30150 27735 17.1 16.8 15.1 16.8 16.7 - _i tO >P- Van het proefveld No. 23 zijn geen opbrengstcijfers meegedeeld. Bij vergelijking der verkregen hooiopbrengsten blijkt, dat op de meest» dezer proefvelden door bemesting met kunstmest een veel grootere oogst is verkregen, en dat vooral de stikstofbemesting gunstig werkte. Bij No. 21, 24, 28 en 29 bleek ook duidelijk behoefte aan phosphor zuurmest, daar perceel P (zonder phosphorzuur) beduidend minder op bracht dan A of K. Bij No. 28 schijnt duidelijk behoefte aan kalimest te bestaan, overigens is er blijkbaar weinig gebrek aan deze mestsoorL De bieten zijn aan het Rijkslandbouwproefstation te Hoorn onderzocht op suikergehalte. De ingezonden monsters bestonden elk uit 12 bieten per [perceel. De opbrengst is aangegeven als bruto gewicht De tarra was bij 35 en 36 10 pCt.hij 37 8 pp., bij 38 6 pCt. en bij 39 7 pCt. Bij 35—38 is de opbrengst per H.A. gegroeid en gemeten veld berekend; bij 39 is jde kadastrale grootte als juist aangenomen en zijn daarin de slooten en greppels mede begrepen. Blijkens bovenstaande uitkomsten hadden stikstof en phosphorzuur op de hooilandproefvelden een zeer goede uitwerking, daarentegen heeft de kalibemesting weinig invloed 'gehad. Op de bietenproefvelden werd door de stikstofbemesting overal een hooge opbrengst verkregen, pis kali en phosphorzuur niet ontbraken. Bij No. 36 én 37 bleek tgroote behoefte aan phosphorzuur te bestaan en vervolgens /aan stikstof. 'De behoefte aan kalimest was op een der proefvelden beduidend n.1. op ,No. 37. Op het proefveld van den heer Knaap bleek chili nog zeer gunstig te werken ondanks de vrij zware bemesting met stalmest. Bij het nagaan der gehalteeijfers blijkt, dat deze te onregelmatig zijn om er ver strekkende conclusies uit te trekken. Het valt echter op dat het gehalte ,zeer laag is bij' No, 36 „ern 37 op de parfceelén (waar groot of vrij groot gebrek aan phosphorzuur bleek te bestaan en een ruime bemesting met stikstof en kalimest was toegepast. Duidelijk blijkt, dat een groote opbrengst en een hoog suikergehalte zeer goed kunnen samengaan. Zelfs een bemesting van stalmest en kunst mest tegelijk deed het gehalte niet dalen. De verkregen uitkomsten bewijzen, dat suikerbietenverbouwers niet be vreesd behoeven te zijn, dat zij door bemesting met kunst mest kans hebben bieten met laag suikergehalte te talen, mits zij zor gen, dat er geen gebrek is aan phosphorzuur en kali. De Rijkslandbouwieeraar voor Noord-Holland, (Wordt vervolgd.) C. NOBEL.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 9