Gemengd Nieuws. Plaatselijk Nieuws. Geen dames op heerenfietsen. Door het gemeentebestuur van Staphort is eene ver ordening in het leven geroepen, waarbij aan vrouwelijke ingezetenen verboden is op een heerenfiets te rijden. Gevallen. Donderdagmiddag vielen van een twintig meter hoo- gen steiger van een in aanbouw zijnd gedeelte der meel fabriek van den heer De Koster aan den Zylsingel te Leiden twee timmerlieden, de 17-jarige J. Arteveld en de 35-jarige F. van Eek. Zij kwamen terecht in een silo-vloer, waaruit ze met moeite werden opgehaald. Uit het geneeskundig onderzoek bleek dat beiden ernstig waren gekwetst, de eerste wellicht doodelyk. Deze werd per brancard naar het ziekenhuis vervoerd, de andere naar zijne woning. Oiidknrspel. Aan den heer P. Nap is de levering opgedragen van de acetyleen-gasfabriek met leiding enz. te Burgerbrug Men hoopt reeds dezen winter het gas te kunnen stoken. Barsingerliorn. De omslag Veefonds over het laatste kwartaal bedraagt f0.48 per koe. Een dreigend conflict. Er werd reeds eerder melding gemaakt van een aan de Zaanstreek loopend gerucht, dat de heer C. Verver, directeur der Naamlooze Vennootschap tot Exploitatie van Ververs Vernis- en Metaaldrukkerij te Krommenie, voornemens was, den heer P. W. Binnendijk, verkozen als lid van den gemeenteraad te Wormerveer, en als steendrukker bij genoemde firma werkzaam, te ontslaan, indien hy de benoeming tot gemeenteraadslid aannam. De „Tel." heeft getracht, toen by beide partyen inlich tingen te krijgen, doch dit gelukte niet geheel, wyl de heer Verver geen inlichtingen wenschte te verstrekken, en de heer Binnendijk, om zeer verklaarbare redenen, niet wenschte, dat in de pers op dit ontslag vooruitge- loopen zou worden. 't'Eenige, wat de heer Binnendijk, mededeelde, was, dat over zyn ontslag was gesproken, „doch" zoo zeide hy „ik heb geen ontslag gekre gen. Misschien komt de heer Verver nog tot andere in zichten." 't Had er allen schijn van, dat dit zoo zou zyn, doch zie de vorige week Vrijdag werd den heer Binnen dijk aangezegd, dat hy over vier weken zich kon ach ten te zyn ontslagen en als reden werd opgegeven, dat hy de benoeming tot gemeenteraadslid te Wormerveer heeft aangenomen. De heer Binnendijk vroeg daarop een onderhoud aan en werd te woord gestaan door den onder-directeur. Terwyl hy met dezen sprak, kwam de heer Verver binnen, die een verder onderhoud verbood, onder het uiten van minder vriendelijke woorden. De heer Binnendijk wist toen niet beter te doen, dan het partijbestuur der S. D. A. P. en van den Foto-lito- grafisehen Bond van de gevallen beslissing in kennis te stellen. In een vergadering, Woensdagavond te Krommenie gehouden, door de hoofdbesturen van den Nederl. Foto- Litografischen Bond, den Nederl. Metaalbewerkersbond en R.-Kath. Metaalbewerkersbond „St. Eloy", de S. D. A.P., de Vereen, van Metaalbewerkers „Door Eendracht Sterk" en de besturen van de afd. Wormerveer—Krom menie der S. D. A. P., de Arbeidskiesvereen. te Wor merveer, de afdeeling Wormerveer—Krommenie van den Metaalbewerkersbond en de Foto-litografie is besloten, bij den heer C. Verver, in den aanhef genoemd, een conferentie aan te vragen over het ontslag van den heer Binnendijk, lid van den gemeenteraad te Wormerveer, en over het ontslag van den heer Van der Linden, te Krommenie, metaalbewerker op bovengenoemde fabriek. De vergadering was van meening, dat, vóór tot ver dere stappen door de betrokken organisaties zal worden overgegaan, eerst deze weg moest worden ingeslagen. Tot toelichting van het ontslag van den heer Van der Linden diene nog, dat als motieven daarvoor gelden het eindigen der werkzaamheden (na ingediend verzoek) een half uur vóór het uitgaan der fabriek en het uitreiken van strooibiljetten na werktijd. Vrijdagavond zal opnieuw na afloop der conferen tie een vergadering der genoemde besturen gehou den worden. Dat viel ineé. De U-jarige zoon van een Utrechtschen hoogleeraar, een hartstochtelijk postzegelverzamelaar, schreef onlangs zonder aan iemand daarvan iets mede te deelen aan den koning van Rumenië om een compleet stel postzegels van dat land. In ruil daarvoor zond hy Z.M. by voorbaat een stel postzegels van Nederland Gistermiddag uit school komende, vond het jong- mensch, voor deze gelegenheid betiteld als „monsieur" namens den Koning, die door hem was aangesproken met „Cher roi", een deftig schrijven bevattende 60 Ru- meensche postzegels. Een zwerveling. Naar de „Dordr. Ct." meldt, werd in den nacht van Dinsdag op Woensdag by de brug te Barendrecht een zwerveling aangetroffen, wiens kleeren druipnat waren. Hy werd daarom aangehouden en naar het station ge bracht om zich daar by de kachel te drogen. Hoe de man in dien toestand was geraakt, wie hy was en waar hy heen moest, kon men echter niet uit hem krijgen niemand kon hem verstaan. Nadat zyn kleeren gedroogd waren, is de man heengegaan in de richting van Zwjjn- drecht. Daar wilde hy de spoorwegbrug over de Oude Maas overgaan, wat hem echter werd belet en toen hy die poging herhaalde, werd hjj door een rijksveldwachter, bijgestaan door het brugpersoneel, in arrest genomen en naar den burgemeester gebracht, die hem, na vergeef- sche pogingen om hem te verstaan en alleen met de wetenschap dat de zwerver geen eten verlangde, naar Dordrecht liet overbrengen, waar hy echter door de po litie geweigerd en ter beschikking van de justitie gesteld werd. Deze kon echter al evenmin met den man op schieten. Men bracht hem toen naar Rotterdam, waar de man werd gezonden naar het hotel Hillebrand, welks eige naar in de buurt van Czernowitz heeft gewoond. Deze kon den man uitstekend verstaan en kwam al spoedig tot de wetenschap, dat de vreemdeling anderhalf jaar geleden uit Czernowitz naar Amerika was verhuisd, waar hy het in zyn bezit zijnde geld had oververdiend. Het verlangen naar zyn vrouw en kind was hem ech ter zoo machtig geworden, dat hy besloot huiswaarts te koeren. Hij kocht daarvoor reisgelegenheid, maar schijnt zijn biljet onderweg te zyn kwijtgeraakt. Hoe hy uit den trein naby Barendrecht in een sloot is terechtgeko men, wist hy niet te verklaren; vermoedelijk is hy in het duister uit den wagon gevallen, maar er heelhuids afgekomen. Met die wetenschap gewapend, trok de majoor der ryksveldwacht weer met den zwerveling naar het politiebureau, waar hy in bewaring werd ge nomen, om de reis naar zyn woonplaats voort te zetten. Wierlngerwaard. De heer W. Wyker vroeger alhier, thans onderwijzer aan het Rijksopvoedingsgesticht Veldzicht te A vereest, wordt met 16 November a.s. als zoodanig overgeplaatst naar het R. O. G. te Alkmaar. Een ontzettend ongeluk. Woensdagavond elf uur liep te Groningen een ige- rucht, dat er een ernstig ongeluk was gebeurd op een half uur afstand van deze plaats, bij net tolhek van Hoogkerk. Later werd daarover het volgende vernomen Jhr. J. JE. A. van Panhuys, oud vioe-president ,van den Raad van State en zijn echtgenoote, geboren Loox- 's middags van een reis hier aangekomen, hadden ma 's avonds met hun zoon Jhr. H. van Panhuys sedert Maart 1902 burgemeester van de Leek, sinds Novem ber 1901 lid der Provinciale Staten voor het kiesdis trict Zuülhorn, en diens echtgenoote, geboren de Blocq van Scheltinga, gedineerd bij den burgemeester van Groningen, jhr. van Starkenborgh. Tegen half elf reden de families van Panhuys in een zes-persoons-omnibus, bespannen met twee paarden, naar huis. Op den bok zaten de 62-jarige koetsier Wouter Meyer en de 30- jarige huisknecht Meindert van der Wijck. Er hing een zware mist, die buiten de stad, waar zeer weinig lantarens brandden, nog dichter was. Reeds was men de scherpe bocht, die het Hoen- diep bij de tweede rolpalen maakt, voorbij en bevond men zich in het rechte eind van den weg onmiddellijk bij het tolhek, ongeveer een kwartier van de stad, toen eensklaps de paarden den weg kwijt raakten en de wagen kantelde en overzij in het Hoendiep stortte. De bewoners van het tolhuis, de Vries en echtgenoote, hoorden een geweldigen plons in het water en vlak daarna hulpgeschrei. Zij snelden naar buiten en af gaande op een brandende lantaren, die een wagenrad tiauw verlichtte, wisten zij dadelijk, dat daar het rij tuig van de familie Panhuys lag. Wanhoopskreten klonken hun uit het water tegen en nog hoorden zij de jonge mevrouw van Panhuys roepen: „Och, lieve menschen, helpt ons toch!" maar hel drietal op den oever was machteloos. Er werd eeiu ladder gehaald en op het rad gelegd, waardoor de koetsier, op hel punt van verdrinken, den oever be reikte. Toen echter was alles stil geworden in het rijtuig. Alleen werden nog gehoord de angstkreten van den huisknecht, die, van den bok geslingerd, eenige me ters verder in het water moest liggen. Doch ook deze verstomden weldra. Daarop werden de politie en de brandweer uit Gro ningen opgetelefoneerd. Zij kwamen dadelijk en toen, drie kwartier nadat het ongeluk was geschied, het rij tuig geopend kon worden, vond men vier lijken. Ont zettend moet de doodstrijd zijn geweest, blijkens de vernieling in het rijtuig. Dr. Mansholt, uit Tolbert, toevallig passeerend, dr. Houwerzijl, uit Hoogkerk, en verschillende Groningsche doctoren, hebben pogingen gedaan om het leven op te wekken, doch te vergeefs. Het vijfde slachtoffer der ontzettende ramp, de huis knecht van Wijck, die des middags vroolijk en welge moed van zijn meisje afscheid had genomen, (werd kort daarna levenloos opgedregd. Zoo had de politie in den donkelen nacht vijf lijken naar het academisch ziekenhuis te vervoeren. De burgemeester van Groningen was Woensdagavond op do plaats van heil ongeluk. In zeer ruimen kring hoeft de ramp een diepen in druk gemaakt. Allereerst natuurlijk in de Leek, waar de verongelukten de weldoeners waren van velen, maar ook in de stad Groningen, waar zij zoo vele bloedver wanten en vrienden hadden. De lichting 19(17. Groote consternatie heerscht er sinds eenige dagen in de kazerne, in de familiekringen, waaruit de mili ciens der lichting 1907 komen. De pers heeft nog gezwegen. Eigenlijk gezegd, geloo- ven wy, dat het Koninklijk Besluit, waarby bepaald is, dat het blijvend gedeelte g r o o t e r moet worden, dan oorspronkelijk was vastgesteld, er te onschuldig uitzag, om er de aandacht op te vestigen. Zóó dachten nog eenige dagen geleden ook de miliciens, die behoorentot de lichting 1907. Een administratieve maatregel, wat? Doch Dinsdag zyn de offlcieele instructies aan de bur gemeesters in zee gezonden en weidia krijgen de jonge lieden op schrift, hetgeen ze nu al te weten zyn geko men. (Zie ook ons vorig no.) Heel eenvoudig luidt de conclusieDe viermaanders moeten, in plaats van vier, 8 (zegge acht), de 8J maan- ders, in plaats van acht en een halve, 12J maand onder de wapenen komen of blijven. Hierby dient vermeld, dat de 4-maanders einde Sep tember met groot verlof naar huis zyn gezonden, nadat zy geloot hadden en ingedeeld waren, hetzij vo°r de vier winter-, hetzij voor de vier zomermaanden, hetzij by de reserve, terwyl in het gunstigste geval werd vrijgeloot. Zooals naar gewoonte, heeft er vóór het vertrek num- j mer-verwisseling plaats gehad, en was het geld daarvoor gestort in handen van de remplaganten. In heel veel gevallen heeft zulk een nummer-verwisseling financieele i opofferingen ten gevolge en ons is menig geval bekend, dat de ouders daartoe besloten, opdat hun kinderen 'n hun passende betrekking in de maatschappij konden kry'gen. Menig overgespaard duitje werd voor dit doel door moeder de vrouw afgestaan. En voor de miliciens die 8J maanden moesten dienen en 28 November a.s. in het genot van groot verlof zou den worden gesteld, geldt een dergelijke maatregel. Zy moesten 12 maanden blijven. Ook zy hebben reeds hunne nummers verwisseld, daarvoor geld gestort. Laten wij even mededeelen, dat die nummer-verwisse ling geen „onder-onsje" is, maar wettelijk is toegestaan. Het blijvend gedeelte de afgeëxerceerde miliciens verrichten doorgaans corveé-diensten en „kloppen wachtjes". De nummer-verwisselaars bestaan gewoonlijk uit die jongelieden, die vrijgeloot hebben en vier winter maanden voor oen bedrag (tegenwoordig variëerend tus- schen de 76 en 125 gulden) overnemen, omdat zy meenen daarmee beter uit te zyn, aangezien in den winter het verkrijgen van werk zeer moeilijk is; 2e. uit hen, die in de zomermaanden geloot hebben en dus vier winter maanden naar huis moeten, waar zy geen cent inbren gen, omdat niemand hen voor vier maanden wil hebben, aangezien zy toch weer in dienst moeten en daarom die vier wintermaanden van een an der voor geld overnemen, zoodat zy onder dak zyn, wat zy te meer op prijs stellen, wijl zy op 20- of 21-jarigen leeftijd niet meer als nietsdoeners willen rondloopen: 3e. somtyds ook door jongelieden die geheel vrijgeloot hebben, en door 4 wintermaanden en 4 zomermaanden (waarvoor tot 180 gulden toe dit jaar is betaald gewor den) over te nemen, een goeden duit verdienen. Ook al dikwyls omdat het vinden van een betrekking lastig is en het den ouders niet gelegen komt, al dien tyd de ongens voor „niet" te onderhouden. Kortom, met de wettelijke regeling, zooals die vóór het jongste besluit gold, werden de minder bedeelden by wy'ze van compensatie door de meer welgestelden in staat gesteld een duitje te verdienen. Maar nu er meer manschappen zyn, wordt het getal nummerver- wisselaars aanmerkelijk kleiner, zoodat de welgestelden zelf zullen moeten opkomen. Gisteren werden in Den Haag 4 zomermaanden overgedaan voor de som van 275 gulden. Het nu danig verminderde aantal candi- daten profiteert natuurlijk van de groote vraag, waar onder zij, die op het kantje af de duitjes byeen kunnen halen, noodwendig zullen' lijden. Zelfs hier zegeviert het kapitaal. Treurige geschiedenis! En dat, terwijl alles tevoren reeds wettelijk geregeld was, de sorgeant-majoors als tusschenpersonen waren opgetreden, beide partijen voor het nummer-ver wisselen hadden geteekend, het geld was uitbetaald. En nu komt opeens de minister van Oorlog met een besluit, hetwelk dezen geheel wettigen maatregel vernietigt en vele honderden jongelieden dupeert. Aangenomen be trekkingen moeten worden afgezegd. De vier-maanders, die sinds 1 October wederom in de maatschappij zijn teruggekeerd en voor een groot gedeelte weer aan het werk zyn, moeten weldra hun betrekking opzeggen. Alle illusies dezer jonge lieden die na hun diensttijd eerst hun eigenlijke loopbaan gaan beginnen, zyn plots door dit besluit ontnomen. Geld weg, betrekking weg, volslagen teleurstelling. Overal waar deze artisten eene uitvoering gaven, was men één in lof over de executanten. Mevr. Secrève-v. Emmiuckhoven weet door hare klank rijke ronde stem iedereen onder de bekoring van haren zang te brengenterwijl het uitnemend spel van den heer Secrève, Organist der Rem. kerk in Den Haag,even- j eens hoog verdienstelijk is. De heer Jan C. Manifarges is leerling van het Keul- sclie Conservatorium en van den grooten Violist isaye. j De buitenlandsche en Holtandsche bladen zyn eenparig vol lof over zyn kunstenaarstalent. Bovendien bespeelt hy een Guarnerius Viool van f 5000. Wij twijfelen dan ook niet, of ieder zal deze gelegen heid te baat nemen om te genieten van deze zeldzaam schoone uitvoering en daardoor toonen, gevoel te heb ben voor het schoone. Die thuis blijft, zal blijken veel te hebben verzuimd. „Euterpe." Omtrent den heer Sam. Swaap, solo-violist aan het conservatorium te Amsterdam, die op 17 November a.s. op het concert van Euterpe als solist zal optreden, wordt ons van verschillende zijden het volgende mede- gedeeld De heer Swaap is nog jong, 18 jaar. Hy heeft veel temperament, waardoor hy een warme voordracht heeft, i zoodat zijn spel meeslepend is, terwyl de toon van het instrument groot en vol is, waarbij nog komt een dege- j lyk ontwikkelde techniek, die hem de moeilijkste pas- I sages doet overwinnen. Zijne opleiding ontving hy aan het Amsterdamsch conservatorium var, den beroemden violist Carl Fiesch, en deed verleden zomer een schitterend eindbxamen. Ondanks dit resultaat zet hy bij den heer Fiesch zijne studiën voort, om later mede te dingen naar den Prix d' Excel lence (prijs van uitnemendheid). De heeren: Dan. de Lange, Carl Fiesch, I. Mossel en Julius Röntgen gaven prachtige aanbevelingen. Allen I roemen hem als een jong kunstenaar van bijzonder veel j talent, die later onder de jonge violisten een eerste plaats zal gaan innemen. In de Alkmaarsche Courant van 20 Sept. jl. lezen we o.m. het volgende 1 „Zelden is hier een publiek den geheelen avond zóó enthousiast in zijne bijvalsbetuigingen geweest, telkens weer moesten de uitvoerders terugkomen, om voor die hulde te bedanken. De heer Sam. Swaap deed zich weer kennen als een echt virtuoos. Een zeer ontwikkelde techniek stelt hem in staat met een bijzondere gemak kelijkheid de moeilijkheden te overwinnen, en de toon dien hy uit zijn instrument haalt, is van dien aard, dat men al zeer spoedig door het spel wordt geboeid. Zoo b.v. in de Romance van het concert van Wiemarasky, Hier, ingetogen en bezielend, in het Rondo van genoemd concert, en in de Czardas van Hubay daarentegen vol vuur. En toch blijft de speler by dergelijke hartstochte lijke stukken uiterlijk byzonder kalm." Een krankzinnige. Wy verzoeken U vriendelijk een klein plaatsje in uw blad en wel naar aanleiding van een bericht, in uw vorig no. voorkomend. In uw blad van 16 Mei staat vermeld, dat door twee menschen te Kolhorn een lyk is aangebracht te Cal- lantsoog. Dat is hetzelfde lyk dat later herkend is als dat van den heer Spijker, waarvan nu weer vermeld staat, dat de Gebr. Yos de aanbrengers zyn. Dat alles kunnen ondergeteekenden niet rijmen en zy vragen, of daar misschien een premie achter zit De twee Kolhornders, C. MIDDELBEEK. W. BESTEVAAR. Opstopping. Waartoe deze maatregel Mag dat geschieden Ziedaar de vraag der honderdtallen slachtoffers van dezen maatregel. Hun hoop is alleen nog gevestigd op een algemeen protest van de zijde der pers. In de talrijke brieven die wij over deze zaak ontvingen, lazen wy de hiernevens gestelde vragen: „Weet Z.Exc. wel, welk een verdriet en kommer hy onzen ouders en ons bezorgt?" „Wat voor verdriet en teleurstelling Óns dunkt, dat de minister van Oorlog wel zeer ge gronde redenen moet hebben, om een maatregel door te voeren, die de belangen van honderdtallen burgers op zoo ernstige wy'ze schaadt en wy verwachten dan ook, dat den minister in de Tweede Kamer naar die rede nen gevraagd zal worden. Tot zoo lang moeten wy ons oordeel opschorten. »Tel." Kerkconcert. Gaarne vestigen wy de aandacht op het kerkconcert, op Zondag 10 November e.k. 's avonds 7 uur, alhier in de Herv. kerk te geven, hetwelk een avond vol melodisch kunstgenot belooft te worden. De Nederlander gaat de oorzaken na, waardoor de massa onafgedane wetsontwerpen zich dagelijks opsta pelt. Dat die massa niet gering is, blijkt hieruit, dat behalve de begrootingsontwerpen en een aantal kleine ontwerpen, thans een 50-tal, die langere behandeling behoeft, op afdoening wacht. Een dwaling noemt het blad de meening, dat jdie achterstalligheid een gevolg is van de langdradigheid der Tweede Kamer. Er kon korter worden gesproken, doch de achterstand zou niet beduidend worden inge haald. Met meer ijver en inspanning kan niet worden gearbeid. Een betere en vluggere voorbereiding zou ook niet afdoende zijn. In de openbare zitting, behandeling der amendementen te weren, zou eveneens niet gaan en niet goed zijn. Een der oorzaken is het te veel en het onstelselma tig voorstellen van ontwerpen. Als de departementen die de ontwerpen voorbereiden, in aantal toenemen, en desniettemin, elk departement voortgaat met zoo veel werkstukken te leveren als het kan gereed maken, wordt er op den duur meer arbeid opgestapeld dan venver kt kan worden. De toevoer neemt toe, maar het verteringsvermo gen blijft hetzelfde. In dit opzicht ligt dus schuld bij de regeering. Maai er is otok een oorzaak, die de Kamer aan zichzelf heeft te wijten. Van lieverlede kent de Kamer zich de bevoegdheid toe, om mede te regeeren. Niet alleen geeft zij, geven althans haar leden, aan eiken bewindsman goeden doch ongevraagden raad om trent tal van bestuurszaken, maar tevens tracht zij, wanneer geld van haar wordt gevraagd, hem zooveel mogelijk te dwingen.»een bepaalden weg in te slaan. Geen geld wordt toegestaan, indien men niet zoo pre cies mogelijk weet hoe bet zal worden besteed. Dat de Kamer zulks heel wat beter weet dan de bewinds man, spreekt bijkans van zelf. Het is trouwens jiiet te ontkennen, dat de departementsambtenaren maar al te dikwijls niet genoeg rekening houden met de eischen der levende maatschappij. Daarbij echter blijft men niet staan. In do laatste jaren dring! meer en meer de gewoonte door,aan de regeering, ook wanneer deze geen gelden aanvraagt, voor te schrijven wat zij te doen heeft en in welke richting zij zich zal hebben te bewegen. De Kamer zit vol van „hervormers". Maar het in dienen van een wetsontwerp is geen gemakkelijke taak, en om nu te voldoen aan een hervormingszucht en om de kiezers tevreden te stellen, gebruikt men het middel tvan motiën van orde. Er liggen er op't| oogen blik reeds zestien. Op welk oogenblik ze in behandeling zullen komen is niet te voorspellen. Waarborgen voor degelijke behandeling der zaak levert die wijze van doen niet. Hecht men er waarde aan, dan handelt men hoogst onvoorzichtig. Laat men het links liggen, dan heeft de discussie niets gegeven dan tijdverlies. Intusschen hangt deze manier van doen samen met de onder de partijen steeds meer veldwinnende nei ging, om het land door de Tweede Kamer te doen besturen. De regeering heeft slechts uit te voeren, wat de Kamer verlangt. Het program der partijen wordt het program van het Kabinet. Niet de Regeering zelf be paalt, wat goed is voor het land; wat vooraf moet gaan; dn welke richting gestuurd moet worden, al les behoudens toezicht en recht van tegenspraak aan de zijde der Volksvertegenwoordiging. Maar de Kamer doet dat, zonder nochtans gebruik te maken van het bij. de Grondwet haar toegekend, zwaarwichtig, doch in de toepassing moeilijk, recht van initiatief. Dit alles belet de Kamer haar eersten en voornaam- sten plicht na te komen, n.1. de wetsontwerpen laf te doen, die ha'ar van regeeringswege worden voorge legd. De Nederlander dringt er daarom op aan, dat de Kaïnerleden wat minder aandacht vorderen voor hun individueele inzichten, om het Kabinet in staat te stel len het werk ten einde te brengen, waartoe het geroe pen is, en waarvoor het uit s lands kas wordt be taald. -(CO UR Brest wordt bericht, dat in den nacht van 17 October aan boord van het stoomschip „Kronprinzessin Cecilie" van Vera Cruz naar Europa, 's avonds omstreeks j 11 uur een hofmeester de hut van mej. Bazaine, een I dochter van den gewezen maarschalk van Frankrijk, binnendrong en haar trachtte te worgen. De dame was' nog wakker en wist uit de hut te komen en door angst geschreeuw de overige passagiers te hulp te roepen. Het arme slachtoffer was echter reeds vreeseljjk toegetakeld het bloed stroomde uit een aantal wonden aan het hoofd' en het lichaam, haar toegebracht met een Amerikaansch boksyzer. Onmiddellijk werd een onderzoek ingesteld naar den dader. Mej. Bazaine gaf een beschrijving van den persoon, die haar had aangevallen en de kapitein liet onmiddelly'k alle kellners aantreden, (er waren er 62), teneinde geconfronteerd te worden met mej Bazaine Een echter ontbrak op het appel, juist degene op wien de gegeven persoonsbeschrijving paste. De man is niet weder gezien, vermoedelijk is hy' na den overval in zee gesprongen. Men vermoedt, dat hy in een plotselingen aanval van krankzinnigheid heeft gehandeld. Mej. Ba zaine is met haren broeder, met wien zy de reis maakte na eerst eenige dagen aan boord verpleegd te znn té Santander aan wal gegaan. Bijen en rlieuniatiek. sEen inzender in „The Lancet" maakt ter bevestiging van de gunstige meening omtrent de werking van miorenzuur op rheumatiek, melding van ervaringen die op deze wyze verklaard zouden kunnen worden. Ze' betroffen een ymker in Amerika, die eens zeer spoodig van een chronische rheumatiek genezen was door of althans na het steken van zyn byen. Het is geen kuur, die velen tot navolging zal verlokken, maar als het ongeluk wil, dat men door byen gestoken wordt is er dan toch mogelijkheid, dat het ergens goed voor is. Hei/.en in Noorwegen. Volgens een bericht van de „Vereeniging voorreizen" te Christiania,, is Noorwegen in 1906 door 34.350 toeris- ten bezocht, die te zamen 8 millioen gulden in het land hfnH stoomschepen uit het buiten- Brltsch®> 6, Duitsche, een Deensch, een Fransch en een Nederlandsch) hadden te zamen 8500 passagiers aan boord. Meer dan een derde van alle buitenlanders waren Engelschen; een vjjfde deel Duit- scners. Vergiftiging op groote schaal. In de Revue des Revues komt een schrijver, onder het opschrift: Hoe men in Amerika vergiftigd wordt opsommen, hoe en waarmee zoo wat alle afval tot hot vullen van blikjes en fleschjes wordt gebruikt Hij schrijft onder meer: Maart 1905 maakte dr. Bigelow, chef van de af deeling voedingsstoffen in het centraal laboratorium der Vereenigde Staten, zyn rapport bekend en schreef daarin „De vervalsching der voedingsmiddelen is tegenwoordig algemeener dan ooit. In weerwil van alle voorzorgen om haar te beletten van alle handelwijzen der wetenschap om haar te ont dekken, van den kruistocht tegen haar in zooveel staten om er een eind aan te maken, de campagne tegen haar door de pers, wordt het kwaad steeds erger. De schuldigen weten straffeloos hun praktijken door te zetten." In het rapport van 1906 erkende het verslag van het Laboratorium, dat alle pogingen om de bedrijvers van het kwaad te bereiken, vruchteloos bleven, en dat dra het oogenblik zou zyn gekomen, dat de groote Ameri- kaansche republiek slechts een kolossale fabriek van vergiften zal zyn. Men schond openlijk de wetten tegen vervalsching. In 1903, enkele maanden na haar uitvaardiging, wer den ingevoerd 92 ladingen wy'u, 31 idem vleesch en 37 idem olyvenolie. Alleen het vleesch was echt, voor het grootste deel uit Duitschland ingevoerd, maar door boor- zuur of benzoëzuur geconserveerd. De handel stelde zich ten doelden verbruiker te misleiden door goedkoopte en door geringe productie kosten, met fraaie verpakking. Menig huis met 100.000 dollars jaarlyksche winst levert producten, die alleen op „den naam" kunnen aanspraak maken. Al het overige is valsch. Men schat de productie van deze „simili" od 2è millard dollars. p Alles moet gebruikt. Kooper no. 1 koopt veel goed- koope groenten. Spoedig treedt rotting in, en er is veel minderwaardigs by. Dat gaat naar de fabriek, en wordt, door by voeging van tal van antisepten verwerkt met inbegrip van het allerminste. Netjes verpakt en de verbruiker slikt alles. De knoeieryen van de „packers" van Chicago zijn bekend, door den roman van Upton Sinclair. De fabrieken zyn toegankelijk voor het publiek, toch gaan knoeieryen lustig door in geheime annexen. Nog na 31 Dec. 1.1. bracht Chicago in den handel mooi verpakte geleiën met snorkende namen, die niets be vatten dan afval van varkens, glucosen, groentenafval, alles chemisch behandeld en mooi verpakt. Zelfs de rioolstoffen worden by gevoegd, door het gootwater afgevoerd, door voddenrapers verzameld, en door clandestiene fabrieken verwerkt. Met pulpe 'van bedorven vruchten, zetmeel, glucose en nagemaakte gelatin, worden bessengeleiën en appelstroopen gemaakt, die er uitstekend uitzien. Ieder weet, dat men aan de matrozen in New-York een koffie voordient, waarin poeder van het schoenleer, verzameld door oprapers, die de fabrieken kennen, waar zy' dien afval kunnen verkoopen. Dit alles zou de gezondheid niet zoo sterk benadeelen, ware het niet dat de sterk vergiftige bewaringsmidde- len, op den duur gebruikt, vooral ook de kleurmiddelen, zoo schadely'k waren Aniline, bethol, naphtolsylicilaat, het arsenicum, kopersulphaat en de salicyl, zwavelzuren en de koper zouten, hiervan is het gebruik zoo groot dat verschil lende van deze fabrieken alleen werken voor fabrieken van conserven. Het gevolg van deze vervalschingen is, dat geen week voorbijgaat, geen dag zelfs, dat goen sterfgeval dit uitmaakt. Dr. Bigelow heeft meer dan honderd vergiftigingen geconstateerd door hier, waarin een enorme hoeveelheid salicylzuur. Tal van werklieden vallen ten offer aan het gebruik van alcoholische dranken, vooral van whisky, dat ver vaardigd wordt uit houtgeest, geneutraliseerd door pe troleum,een mengsel dat eerst blindheidssymptomen op wekt en daarna zeker doodt. Een dokter van het hygiënisch bureau van Indiana, zegt in zyn rapport over de kindersterfte, dat deze voor drievierde haar oorzaak vindt in vervalschte eetwaren. Elke groote fabriek heeft haar chemicus, die weet hoe hjj vervalschen moet, dan komt de tweede hand, die evenals de detaillant, op eigen houtje wat mengt en er weer 't een of ander „bederfwerend middel" bjj voegt en zoo krjjgt de gebruiker dit overvloedig „gekruid" kostje te nuttigen. Ieder weet het en wat zegt men Och, als men maar niet te veel in eens gebruikt, men went aan elke ver giftiging Anyline, de houtgeest zoo goedkoop en zoo moeiljjk te onderkennen en het salycil, spelen een groote rol. De glucose en de saccharine vormen daarmeê heerlijke jams en limonades. De bakkers gebruiken talk, ammoniac, stijfsel (zet meel). Borax is de bewaarder bjj uitnemendheid. Hy is onschuldig, maar ieder weet dat de beste gezondheid verloren gaat wanneer hy meer dan drie gram borax bjj zy'n voedsel gebruikt. Het arsenicum is thans in Amerika een algemeen gangbaar artikel in den handel en het zou bijna onmo gelijk zijn een voedingsmiddel aan te wyzen, waarin öf arseniczuur, öf een koperzout, öf een lood- of alumini- um-compositie geen rol spelen. Tot zoover het meegedeelde uit Amerika. Ook de knoeieryen met vleeschwaren in Nederland zyn bekend. Zoodat zoowel 't een als 't ander een pleidooi levert voor zeer scherp toezicht op een keuring van ólle eet waren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 14