f KLIMOP. Z&S%> Donderdag 14 Nov. 1907. 5le Jaargang. No. 4308. TWEEDE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. GIIAZIA D3LEDDA. (Wordt vervolgd) Alkmaar, 11 Nov. 1907. Zaterdag jl. is hot algemeen rapport der sectiën en de memorie van antwoord van B. en W. verschenen, omtrent de ontwerp-gemeentebegrooting van 1908. Dat is eventjes te laat, want eigenly'k had de begrooting reeds vóór 1 November vastgesteld moeten zyn. In een der sectiën wordt hierop de aandacht gevestigd en zy' knoopt daaraan de vraag vast, of hierin geen verande ring te brengen is, een vraag, waarop B. en W. een antwoord schuldig blyven. Wanneer wij het sectierap port in haar geheel overzien, dan ligt het zwaartepunt van de aangevoerde bedenkingen bjj de algemeene be schouwingen en dan schijnt het ons toe, dat de invloed van het nieuwe lid, den heer Melchers, hier duidelijk naar voren treedt. In 't algemeen zijn het, naar wij meenen, de beide socialisten, de heer Uitenbosch in dj eerste en de heer Melchers in de derde sectie, die bjj do algemeene beschouwingen aan het woord zjjn. Immers, in beide secties wordt gesproken van „een lid" en „een der leden", die hier de bedenkingen doen hooren en deze zijn hoofdzakelijk een gevolg van het niet over eenstemmen van bestaande toestanden met de eischen van gemeentepolitiek dier partij. Zoo meent dan een lid der eerste sectie, dat de tot dusver gevolgde ge meentepolitiek niet in de goede richting gaat, terwijl by' een der leden in de derde sectie de vraag gerezen was, of de begrooting wel de sporen draagt van het vereischte boleid, d.w. z. dat zij niet voorziet in maat schappelijke behoeften, die in de naaste toekomst om voorziening vragen, waartoe eene goede financieele politiek geëischt wordt, die de billijkheid betracht en tevens bronnen tracht op te sporen voor de steeds stij gende behoeften. De beide leden, in deze sectiën aan het woord, verlangen, dat het stelsel der progressie in den hoofdelijken omslag verder worde doorgevoerd, ter ontlasting van den middenstand .en de lagere klassen, terwijl naar hunne meening behoort te verdwijnen de winstuitkoering van de gasfabriek, voor 1908 op f33000 begroot, walk bedrag zy' willen vinden door verhooging van den hoofdelyken omslag, teneinde op die wyze het beginsel, om geene verbruiksbelastingen te heffen, ver der door te voeren. Daarvan zou het gevolg zyn eene verlaging van den gasprys, die er toe mee zal werken, dat het gas meer onder ieders bereik valle. (Men zal zich herinneren, dat deze laatste kwestie reeds j.1. Woensdag in den Raad haar beslag heeft gekregen. De winstuitkeering blijft behouden). Behalve deze, werden o.m. by' verschillende artikelen de volgende opmerkingen gemaakt. Gevraagd werd haar een nieuwe indeeling der ge- mei nte in Kiesdistricten voor de verkiezingen van leden voor den Raadof het geen aanbeveling zou verdienen, in het stadhuis te maken een leeskamer voor de raads leden en daarin te hunnen gerieve een bibliotheek te vestigen. Yoor eene spoediger afdoening van zaken meen de men, dat een werkkamer voor de Wethouders ten stadhuize wenschelyk zou zyn. Aangedrongen wordt op de aanstelling van een controleur voor de gemeentebe lastingen op verruiming van de kaasmarkt door amo- veering van het koffiehuis „Het klompje Gouds""en in 't algemeen van de marktruimte; op het heropenen der onderhandelingen met het Ryk over de verbetering van de bestaande bruggen over het Noord-Hollandseh Ka naal, alsmede op het inzenden van plannen voor de ver betering en vernieuwing van de Heiloër- en van de Kneppelbrug. Opgemerkt werd, dat de inrichting van het onderwys nog het karakter draagt van standenscholen. De daar door getrokken scheidingslijn wenschte men te zien ver dwijnen door heffing van evenredig schoolgeld. Verdient het geen aanbeveling zoo vroeg men om, nu de hoofden der scholen niet meer ambulant zyn, een ambu- lanten onderwijzer aan te stellen, in te vailen als tyde- lyke voorziening noodig is Het stichten van een nieuwe school eischt, wegens overbevolking van bestaande, nu reeds overweging en gaarne zou men worden ingelicht, omtrent de aanstelling van een schoolarts. By vervul ling van vacatures in de Commissie van Toezicht op het L. en in die van by stand voor het handwerkonder- wys zag men gaarne, waar het toezicht zich ook uitstrekt over de bijzondere scholen, dat ook eens personen van eene andere richting en uit den werkmansstand werden voorgedragen en benoemd. By de afdeeling armwezen werd gevraagd of in het stadsziekenhuis gelegenheid is tot verpleging van zenuwpatiënten en vroeg men het vraagstuk der werkloozenverzekering aan de orde te willen stellen. Tot zoover in hoofdzaak de uitgaven. By de ontvang sten werd de noodzakelijkheid betoogd om ten spoedig ste te voorzien in de behoefte aan meerdere los- en laadruimte voor de scheepvaart, waarvoor men gaarne plannen tegemoet ziet. Uit het antwoord van B. en W. het volgende Ten aanzien der algemeene beschouwingen doen zy opmerken, dat zoowel met betrekking tot den Hoofde lijken Omslag als de uitkeoring der gasfabriek, slechts de besluiten van den Raad worden uitgevoerd. Desge vraagd zyn zy bereid gaarne omtrent bestaande gebreken in den Hoofdelijken Omslag een onderzoek in te stellen, al zijn zij van meening, dat de heffing behoorlijk pro gressief is. Een voorstel tot het verkrijgen eener nieuwe indee ling in kiesdistricten zal den Raad spoedig bereiken. Met de opmerking om een leeskamer met bibliotheek vóór de raadsleden en een werkkamer voor de Wethouders zal bij de voorgenomen verbouwing van het stadhuis I rekening worden gehouden. Een voorstel tot aanstelling van een controleur der j belastingen zal worden ingediend, terwy'1 nu reeds wordt voorgesteld in 1908 over te gaan tot slooping van „Het j klompje Gouds". Tot het heropenen der onderhandelin- gen met het Ryk omtrent de bruggen over het N.-H. Kanaal zjjn B. en W. bereid. Plannen voor de vernieu- j wing van Heiloër- en Kneppelbrug zyn in bewerking. Dat het onderwys het karakter draagt van standen-1 scholen, wordt door B. en W. niet beaamd. Op elke school kunnen kinderen worden toegelaten voor vermin derd en zelfs géén schoolgeld. Voor evenredige school geldheffing wenschen zy mitsdien niet het initiatief te nemen. Plannen voor een nieuwe school zyn in voor bereiding en gaarne zullen B. en W. omtrent de aan stelling van een schoolarts een onderzoek instellen. Overigens wordt in herinnering gebracht, dat de Raad, die de leden benoemt, het zelf in de hand heeft in de Commissie van Toezicht op het L. O. en in die van by- stand voor het handwerkonderwys, leden van andere richting te benoemen. Zenuwpatiënten kunnen in het stadsziekenhuis ver pleegd worden. Het vraagstuk der werkloozenverzekering zjjn B. en W. bereid in studie te nemen. Nieuwe Niedorp. Dezer dagen had ons dorp het voorrecht door den heer Straatman met zyn electrische Bioscope te worden be zocht. Wy noemen dit een voorrecht, want reeds Zater dagavond j.1. toch, toen de eerste voorstelling in de ruime zaal van den heer C. Kooiman plaats vond, kon gerust gezegd worden, dat er flink was gewerkt. Het vijftigtal kleinen, dat, benevens enkele ouderen, de voorstelling die voor kinderen was georganiseerd by woonde, had dikwijls dolle pret in de werkelijk aardige tafereel tjes, die hun mei. toovervlugheid werden vertoond, 's Zon dagsavonds, toen er voor volwassenen werd gewerkt, was de indruk, dien de zeer talrijke aanwezigen de kolfbaan was nagenoeg gevuld met nieuwsgierigen kregen, inderdaad zeer bevredigend te noemen. Was het programma 's Zaterdag zeer variant en grootelyks hu moristisch getint, ook nü aan variatie geen gebrek. Men had een uitgelezen programma, dat meerendeels goed tot zyn recht kwam. Wy vernamen van de directie, dat de reis in den loop dezer week naar Kolhorn zal zyn; welnu, den inwoners daar staat het genot van zeer amusante avonden dan te wachten. Met gerustheid kunnen we een bezoek aan deze kranig werkende Bioscope aanbevelen. Maandagavond werd wederom eene voorstelling de laatste gegeven, waarin de aanwezigen ditmaal weinig talrijk onder meer op „de Passiespelen té. Ober-ammergau" werden onthaald. Ook nu viel volle aandacht te constateeren. De Ruijter-postzcgels. De De Ruyter-postzegels zyn in Amsterdam zoo goed als uitverkocht. De postzegelhandelaren hebben het ontzettend druk. Een handelaar vertelde, dat het den ganschen dag maar aanhoudend telephoneeren is, in hoofdzaak voor de vyftig-cent en een-gulden. Hy' verkocht de 50 ct. voor vier gulden vijftig, de een gulden voor vyftien gulden. Ook op het postkantoor zouden vele buitenlandsche handelaren voor groote bedragen besteld hebben, waaraan natuurlyk niet voldaan kan worden. Na mishandeling verongelukt. Men meldt uit Leiden Aan het emplacement by het station van de Holland- sche Spoor wordt oen schoeiïng gemaakt, welk werk wordt uitgevoerd door een Haagschen aannemer onder leiding van den opzichter, den heer Van der Vlugt en den baas of onderopzichter Kryne, beiden uit Den Haag. De laatste, een man van 60 jaar, stond nog al als streng bekend. Er heerschte, zooals op karweien des Maandags wel eens meer geschiedt, een rumoerige geest, wat den baas slecht beviel. Vooral een paar jongelui Pikaar en Van der Son, beiden uit Leiden, waren nogal lastig. Ze werden door den baas vermaand, daaruit ontstond twist en een der mannen sloeg Kryne tegen het gezicht en wierp hem met een stuk gereedschap tegen het scheen been. Hun werd toen het loon aangeboden en der politie verzocht hen van het karwei te verwijderen. De baas begaf zich, terwy'1 de politie hiermee bezig was, naar het werk, leunde tegen een rand van een meter diepe groeve, waarin palen zyn geheid. Plotseling viel hy in den kuil, waaruit hy bewusteloos werd opgenomen. Of hy door duizeligheid daarin is gevallen, of dat hy van den slag een hersenschudding heeft gekregen, of wel dat de val een doodeljjk gevolg heeft gehad, is nog niet uitgemaakt, maar toen de man, die per brancard naar het Academisch ziekenhuis werd vervoerd, daar aankwam, kon slechts de dood worden geconstateerd. De politie heeft de jonge mannen, die hem hebben mishandeld, in arrest genomen en verhoord, terwijl ook nog anderen gehoord zyn. Uitvaart familie Van Panhuys. Onder treffende belangstelling had Maandagmiddag te 3 uur op Groot Nienoord by Leek de aangrijpende plechtigheid plaats van de teraardebestelling van de zoo treurig om het leven gekomen familie Van Panhuys. Onder klokkengebeier werden de kisten in vier lijkwa gens geschoven en de rouwkoetsen daarna omhangen met een enormen schat kransen. Zoo groot was de bloemenhulde, dat meer dan 40 inwoners van Leek langs de lykwagens gaande bloemstukken droegen, ongeveer 70 kransen, waarbij vier van de Koningin-Moeder, een groote van de Koningin, vier van het gemeentebestuur van Leek, vier van ingezetenen van Midwolde en verder van vele corporaties uit geheel ons land. Onder de velen die de lijkbaren volgden, zagen wjj graaf Van Limburg Stirum, Kamerheer van de Konin gin-Moeder; jhr. mr. W. Alberda van Ekenstein, kamer heer in buitengewonen dienst van de Koninginde commissarissen dor Koningin van de provinciën Gro ningen en Frieslandde burgemeesters van Groningen en de dorpen van het Westerkwartier, de curatoren van de Groningsche universiteit, de leden der Eerste Kamer J. Scholten en R. P. Dojes, het lid der Tweede Kamer G. Zylma, het gemeentebestuur van Groningen, Gedepu teerde Staten met den griffier en leden van de Prov- Staten, het gemeentebestuur van Leek en vele verte genwoordigers van vereenigingen uit de gemeente Leek. Bij het graf vertolkte de heer Alberda van Ekenstein de diep gevoelde deelneming van de Koningin en den Prins, hy legde een prachtigen grooten krans op de vier in een kuil gemetselde graven, die ook van binnen met groen en bloemen waren bestrooid. Baron Van Welderen Rengers bracht een laatsten groet aan de vier overledenen. Hy huldigde de ver diensten van jhr. J. M. A. van Panhuys en de edele hoedanigheden van diens echtgenoote, mevr. Van Pan huys—Looxma, en herinnerde aan het treurig verlies der beide overgebleven kinderen van het echtpaar, dat naast zyn ouders in het graf moest worden gelegd. De heer H. W. Blocq van Scheltinga, zwager van jhr. H. van Panhuys, bedankte namens de familie. (Hd.bld.) Vergiftigde soep. De vorige week Zondag werd het huisgezin H. te Nieuwveen, bestaande uit vrouw en drie kinderen, zooals wy gemeld hebben, na het gebruik van onaangenaam smakende soep ongesteld. Omtrent de oorzaak van de giftigheid der soep verdiepte men zich in gissingen. Thans is de 21-jarige zoon uit het gezin H., een boe renknecht te Leimuiden gearresteerd en later naar 't huis van bewaring te 's Gravenhage overgebracht. Hy was in het bezit van een pakje wit poeder, vermoedelijk een vergiftige stof. Het lyk van de kat, die door het vele gebruik van de soep, overleden was, en de soeppot zyn door de politie in beslag genomen. Vrouw H. en de drie kinderen zyn weer geheel her steld. Duur speelgoed. Een bewoner van de Weesperzjjde te Amsterdam die Zaterdag op reis zou gaan legde op zyn schrijftafel twee bankbiljetten van f100 met het doel deze in zyn por tefeuille te bergen, toen iemand hem kwam spreken. In- tusschen was een by'na drie-jarig meisje in de kamer gekomen, die de papiertjes bekeek en ze tenslotte in ontelbare stukjes scheurde. Men begrijpt de schrik van papa! De RQksverzekeringbank. Eindelijk is besloten aan de enorme tekorten der Rijksverzekeringsbank het hoofd te bieden. By Kon. Besluit zyn al de premiën verhoogd, teneinde de risico en de steeds grooter wordende administatie-kosten te bestrijden. De verhooging bedraagt voor de laagste klasse circa 4 en geleidelijk afdalende, voor de hoogste 3 Dit is slechts een voorloopige verhooging, want om alle risico's te dekken zal de premie-ontvangst de R. V. B. ongeveer 20 hooger moeten worden. Een algemeene premie-herziening zal dan ook niet meer zoo heel lang op zich laten wachten. Het natuurlijk gevolg van deze premieverhooging zal zyn, dat de particuliére Maatschappijen ook hare pre miën gaan verhoogen en bestaat er voor haar nog een kansje met de verzekering volgens de Ongevallenwet door te gaan. Ongeluk met doodelgk gevolg. Omstreeks half acht Zondagavond is te Berlikum nabij den Wamberg de 72-jarige gepensionneerde provinciale wegwerker B., wonende te Hintham, door de tram over reden en gedood ten gevolge van eigen onvoorzichtig heid. Op weg van Berlikum naar huis had hy aan den weg vertoefd en is toen blijkbaar, hoewel nog door een voor bijganger gewaarschuwd, den verkeerden kant van den weg gegaan, zoodat hy eensklaps voor de locomotief stond en het ongeluk onvermijdelijk was. De ongeluk kige was terstond dood. („Prov. Nbr.") Inlichtingen verzocht- Dein 8 October j.1. is gevonden in een weiland nabij Rotterdam het lijk van een onbekenden man, die reeds eenigen tijd te voren overleden was. De overledene was lang 1.72 M. en miste 6 kiezen uit de bovenkaak en uit de onderkaak. Hij was gekleed met donkerkleurige jas en vest, ge- FEUILLETON. fiardinische Dorps-roman VAN o- 15 I'aulu zeidc niets, misschien wel omdat hij het zich zeiven niet wilde bekennen, dat bij zij'1 hps'ult eenige berekening in het spel was. Hij had behoefte aan gezelschap, om de eenzaamheid, het troostelooze van een verblijf in de woeste bergen van Lula te kunnen drogen, en hij had eene vrouw noodig, die hem hielp bij het ellendige bedrijf van een cantine. .Overigens, om de waarheid te zeggen, had de gedachte, metAn- nesa te trouwen, of eenvoudig haar bij zich te nemen, hem den moed gegeven, het aanbod van Don Reu aan tc nomen In ieder geval had hij harerzijds levendige betuigingen van vreugde verwacht, doch zij scheen hem niet te ver slaan of eerder zijne woorden niet te gelooven. Voor de tweede maal overviel haar een aanvat van duizeling, evenals haar dat overkwam, toen zij van I'aulu vernam, dat hij eenige minuten voor de nood lottige daad in hare nabijheid was geweest, zonder dat zij het Rad geweten. Maar liet was slechts een oogenbhlc. Wat scheelt je'?" vroeg Paulu verbaasd. „Geloof je më niet? Je hebt de koorts. Laten wij er morgen verder over praten." Hij deed een paar stappen voorwaarts, bleef toen weer staan en zeide bijtend: „Je hebt zeker geen lust, met my naar de mijnschacht tC ^antwoordde niet, klemde zich aan hem vast en bamtteK herig snikken; en alles, wat er maar I I e s en smartelijks in menschelyk geween zich kan een ergernis. Nu als 1 J voo dcf,lijd_ SjL3:blL;rhije« v"„, and.r„ ook vroolijk te zien. „Annesa," zeide hij, „luister toch. Je weet, ik kan je niet zien weenen. Wij hebben genoeg geweend; vat nu toch moed. Zeg mij een hartelijk woord, dan gaan wij naar bed. Het was een lange, vermoeiende dag, maar nu is alle nood voorbij. Meisje, waarom ween je dan nu nog? Geloof mij, nu is alles uit. Nu komt er rust voor ons allen." Annesa weende steeds door, het gelaat vast legen zijn borst gedrukt. Zoo had zij wel willen sterven.. Een doodelijke vermoeidheid overviel haar. Elk woord van Paulu deed haar pijn, ze waren streelend en tartend *5lij' sprak door en zeide telkens hetzelfde. Daarna trachtte hij zich van haar los te maken, maar hij kon niet. Behoedzaam trok hij haar met zich voort naar de keukendeur. Maar toen zij de lamp op den grond by den haard zag staan, begon zij weder te beven en klemde ;zi.ch nog vaster aan hem. Verstik me niet," voegde hij haar schertsend toe. Toen liet zij hem dadelijk los. „Wacht, ik heb je iets te zeggen. Ik behoef er met tot morgen inede te wachtenIk ga mede naai de mijn. Als je wilt, ga ik morgen met je mede, van nacht nog, als je wilt. Ik ga mede. Hoe kunt ge er aan twijfelen! Ik zeg je, ge kent mij niet! Alsof ge niet kondt weten, dat ik met u do verbanning zou ingaan ver, Ver weg zelfs in andere landen, in een anderwerelddeel. Ja, ik zou met je in het tucht huis gaan, Wanneer ge een misdaad mocht hebben begaan, ik' 'zou de ketenen dragen, u nooit verlaten. Ik zou mijn hand schuiven tusschen de uwe en de kete nen „Ilopen [wij, dat zooiets nooit gebeuren zal, ant woordde Paulu ontroerd. Luister Paulu, luister. Ik moet je iets zeggen wacht....' ging 'zij voort, de hand aan het voor hoofd brengende. „Ja, ik weet het. Ik wil niet, dat oij met uw moeder over ons huwelijk praat. Met me mand, hoort ge, met niemand spreken wij er over. Ben je bang voor Gantine?" yjj had aan dien niet eens gedacht en maakte een ontkennend gebaar. Ik zal hem alleen zeggen, dat ge naar de mijnen wilt flaan dat ge mij wilt meenemen alsmeid, omdat go daar niet alleen huizen kunt. Zij zullen my hier laten gaan, ja, en later, als het zyn moet, kun nen wij met elkaar trouwen. Ik verlang het niet, dal weet ge Wat komt het er ook op aan! Het is my genoc» als ge mij niet verlaat! Wanneer er een God is zal Rij ons vergeven. De priesters spreken alles vrij niet Waar? Pastoor Virdis zal mij ook vrijspre ken. ik Hveet het, hij zal mij vrijspreken Mijne moeder zal liever zien, dat wij met elkaar trouwen, dan zoo met elkaar daar in dat afgelegen oord wonen." „Het spijt mij, maar ik zal gaan, ook wanneer zij het niet wil. Ik kus de handen mijner weldoeners maarik ga met u, Paulu. Ik zal vluchten, als gij mij verlaat," ging zij voort, zijn arm vast omklem mende. „Maar ge moogt me hier niet achter laten! Denk aan hetgeen gij mij beloofd hebt. Ik verlang niet, dat gij mei trouwt, maar ik wil, dat ge mij met u neemtgij [hebt het beloofd, Paulu, gij hebt het beloofd „Ja, ik heb het beloofd, en ik zal mijne belofte houden. Maar wat deert je? Merkt ge dan zelf niet, dat ge koortsig bent? Wanneer ik dat geweten had, had ik je vanavond niets gezegd." „Is het bergwerk ver?" vroeg zij, zonder op zijne woorden te letten. „Neen, het is niet zoo heel ver. Van Nuoro uit tot daar nog vijf of zes uur rijdens. Maar ga jnu slaj>en, christenmensch, wij spreken er morgen wel na der over. Kom Annesa, maak mij nu niet boos." Hij kuste haar nog eenmaal, maar hij voelde |den zilten smaak der tranen op hare lippen; toen ging hij langzaam door de keuken. Zij had een gevoel van verlichting, toen zij bemerkte, dat hij geen licht mede- nam. Met ingehouden aidem, de oogen wijd geopend, luis terde zij; doch zij hoorde niets meer, nadat hij de kamer was binnen gegaan, en in de stilte van den door de heldere maan verlichtte nacht scheen zij al leen te zijn, alleen op den drempel van een poort, die voerde naar een plaats der ontzetting en des doods. Na eenige oogcnblikken van aarzelen, trad ook zij het huis binnen en sloot de deur. Maar zij had niet meer den moed, nog weder die kamer binnen te gaan, ofschoon een geheimzinnige macht haar er naar toe trok. Zij ging bij den haard zitten, op de plaats, waar zij een paar uren geleden nog gezeten had in alle besluiteloosheid; met een stukje hout roerde zij in de asch. Het vuur was al lang uitgegaan; zij rilde van koudie, jnaar zij waagde het niet of had er de kracht niet meer toe, zich te bewegen. Zij leunde met de ellebogen op de knieën, het gelaat in de handen verborgen houdende; het was haar of alles om haar heen in het rond draaide. Zij meende, dat zij den geheelen nacht niet van deze plaats was afgeweest en dat zij alles maar gedroomd had; eerst die vreeselijke gebeurtenissen en toen dat verrukke lijke. Zij meende, dat de oude nog sliep en Paulu nog ver weg was in zijn door het water doorweek ten regenmantel. De koortsfantasieën kwamen terug, nu eens scherper en duidelijker, dan weder verflauwende tot een nevelbeeld. Menigmaal herkende zij in die ge stalten harer verbeelding oom Castigu, pastoor Virdis, Rosa en Gantine, maar daarna verdwenen zij allen we streken overhemd, omgeslagen slaand boord, losse man chetten, een gescheiden combinatie van gestreept groen kleurig tricot en zwarte sokken met roode strepen. Naast het lijk lag een reispet van donkerbruine wol len stof met groene ruiten en een zwarte wandelstok met wit metalen handvat, waarop gegraveerd de let ters „W. F." In de manchetten waren dubbele gou den knoopen, waarop gegraveerd de letters C. F H., wellicht te lezen C. H. F. In de zakken van de jas, bevonden zich eenige hagel- patronen van klein kaliber en een kleine bruinlederen portemonnaie, waarin een goudstuk van 10 Mark. Hel is van het grootste belang, dat de identiteit van den overledene wordt vastgesteld. Ieder die inlichtin gen kan geven, wordt verzocht zich ten spoedigste, zoo mogelijk onder opgave van nauwkeurige beschrijving van de op den overledene aanwezig geweest zijnde voor werpen van waarde, te richten tot den Rechter van In structie Air. L. E. Visser, Huis van Bewaring te Rot terdam. Aldaar zijn photographieën van wandelstok en manchetknoopen te verkrijgen. Ouders en de luxe. Onder dit hoofd bespreekt de Prov. Gron. Ct. eene ontmoeting met jeugdige voetballers in den trein cn daaraan aansluitend het opdrijven van het sportwed strijdenwezen. liet artikel eindigt aldus Matchen op zichzelf is niet kwaad, wanneer het vooral door oudere menschen met mate gedaan wordt. Sport is nu eenmaal onafscheidelijk van wedstrijden en sport is zoo'n goede zaak, dat men de matches op Iden koop kan nemen. Doch voor jongens zijn zulke wedstrijden in den re gel niet goed. Voor hen is een groote wedstrijd-inspan ning met het oog op hun schoolwerk schadelijk, ter wijl de groote kosten van die wedstrijden hen tot luxe uitgaven brengen. Het brengt hen tot uitgaven of die betaald worden van het geld der ouders of van het entreegeld van wedstrijden, doet betrekkelijk wei nig ter zake welke ver boven den gewenschten le vensstandaard gaan. Zij raken gewoon aan een luxe, die vermeden moet worden en die vermeden kan wor den, als de ouders er zich mee bemoeien. De eenigen, die er dan ook iets aan kunnen doen, zijn die ouders. En omdat het ieder voor zich moeilijk moet vallen er iets tegen te doen, mogen zij zich vër- eenigen, vereenigen tegen de luxe op allerlei gebied, die met onrustbarende snelheid in het jongere geslacht groeit. Het is voor één ouderpaar lastig hun 15-jarige kin deren te verbieden dinertjes te geven of bij te wonen, al te laat 's avonds feest te vieren en daarbij te veel wijn te gebruiken; zij kunnen moeilijk de Sint Nicolaas- en andere cadeau's voor hun kinderen beperken, in- dien qualiteit en quantiteit daarvan bij andere kin- 1 deren zoo worden opgevoerd. Zij kunnen hun jon gens moeilijk thuis houden als de vrienden 200 kilo meter ver gaan voetballen. Zij kunnen hun twaalfjarige kinderen lastig een fiets onthouden, als zij het be talen kunnen en de andere kinderen van het clubje er ook een hebben enz. enz. enz. Of liever: dit alles is wel mogelijk. Doch er is groot gevaar dat het verbieden en krap houden van één individu, waar zoovelen hun wenschen bevredigd zien, slecht werkt op het karakter van het kind. De ouders kunnen zich echter vereenigen. Zij kun nen vereenigingen oprichten tot het bestrijden van luxe bij kinderen. Zij kunnen zich verstaan omtrent wat zij wenschen toe te laten en wat zij vooreerst nog verre willen houden. Op deze wijze en op deze wijze alleen kan de steeds toenemende luxe worden tegengehou den. Zóó alleen is het mogelijk, dat de kinderen een voudig zijn en als mensch wellicht eenvoudig blijven. Bestrijdt de luxe bij de kinderen en ge zult leen gezonder maatschappij hebben, gij zult verhinderen dat zoo velen boven hun middelen leven en lijden onder al de kwade gevolgen daarvan van welke de lust tot sjpeculeeren niet de minste is. Ouders, van alle streken, vereenigt u. Het voorbeeld is al gegeven. Ons is een gemeente bekend uit den aard der zaak kunnen wij geen namen noemen waar al geruimen tijd dit idéé met groot succes Ss toegepast. Wij erkennen het zij is niet heel groot, het gaat daar gemakkelijker, dan in groote steden. Maar toch, als men wil, is er ook in veel grootere steden daarvoor een weg, wat trouwens, bedriegen wij ons niet, ook in een onzer grootste steden al bewezen is. En waarom zou men niet willen? Er zijn toch ver moedelijk niet veel ouders, die niet met zorg, die be hoefte aan luxe bij het jongste geslacht zien toene men. Wordt dus door de rechte personen het initiatief tot zulk een luxe-beperkings-vereeniging genomen, dan zullen dezen wel haast op louter instemming kunnen rekenen en dan zal men, mits men voorzichtig en niet al te radioaal optreedt, al spoedig de goede vruch ten van deze oudervereenigingen zien. Een huiselijk drama. Zaterdagavond om (half tien heeft de werkman M. den Ilartog, Lange Baanstraat 32 te Rotterdam, bij een huise- lijken twist zijne 35-jarige huisvrouw J. Vermaas, met wie hij dezen zomer gehuwd was, uit het raam der derde verdieping geworpen. De vrouw bekwam een schedelbreuk en was bewusteloos; kort na aankomst in het Ziekenhuis is zij overleden. De dader werd in zijn woning gearresteerd en onder hevig tumult der bu ren, die de lynchwet op hem wilden toepassen, over gebracht naar het bureau Lange Torenstraat. Hij hield vol, dat zijn vrouw uit het raam gesprongen was. der in nevelen. Oom Castigu lachte haar toe met het blijde gezicht van haren verloofde, boven de soutane van Virdis prijkte het lijdend gezichtje van Rosa, en de zwarte, gemaskerde gestalte, die op een fantastisch paard in den duisteren nacht voortreed, was niet Paulu, neen het was een verwonderlijk wezen, een oude bedelaar, die zich begaf naar de mijngroeve van Lula, om een' verdwaald kind te zoekenAnnesa had zoo gaarne het gelaat van dien geheimzinnigen ruiter gezien. Zij snikte, zij weeklaagde, zij deed al het mogelijke, om de opmerkzaamheid van dien ouden man tot zich te trekken, maar hij stond niet stil. In den droom werd zij wakker van haar eigen ge snik en inu wist zij, dat zij droomde, maar hoezeer zij zich toch ook inspande^ het gelukte haar niet, zich van hare verdooving los te maken. Zoo sliep zij gedurende een paar uren, waarin zij gekweld werd door wonderlijke droomen, doch waarin zij oom Zua's gelaat niet meer te zien kreeg. Toen zij eindelijk stram ontwaakte, waren hare gedachten 't eerst bij den oude. Dadelijk herinnerde zij zich alles weder, hoe en wat er gebeurd was, en niet volkomen helderheid van geest dacht zij nu aan datgene, wat haar te doen bleef. De koorts scheen afgeloopen. Noch huivering, noch vrees, noch besluiteloosheid verontrustten haar nu. Zij was weder geheel het wezien, dat in worsteling met het ontzettend noodlot zich zelve kon beheerschen en wist te zwijgen. Waarom sidderen? Waarom den moed laten zinken? Zij had niets te verliezen, als haren weldoeners maar geen leed geschiedde. Voor zich zelve verwachtte zij niets meer van de wereld, aan die andere wereld geloofde zij niet. Zij stond op, zij huiverde van koude. Het was donker, maar men hoorde reeds de hanen kraaien, en op dé natte, stille, door de maan beschenen straten weer klonk het verwijderd geratel van rijtuigen. De olielamp brandde nog, maar de verkoolde pit gaf een zwarten scherpen walm van zich. Als een ervaren misdadigster dacht zij er nu aan, alles voor te bereiden en dan eerst de anderen te roepen! Zij vulde de lamp tot de helft met olie, veegde de verkoolde pit af, en ging toen behoedzaam naar de kamer. Voor blies keek zij na, of op de sofa alles wel ordelijk lag; daarna tilde zij de dekens van het bed van den doode op. Langen tijd stond zij zoo en staarde naar haar slachtoffer. De oude had nog zijd vroeselij ken grijnslach op het gelaat, maar zijn gezicht was vaal geworden en de oogen waren half gesloten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 5