f
KLIMOP.
Z&S%>
Donderdag 14 Nov. 1907.
5le Jaargang. No. 4308.
TWEEDE BLAD.
Binnenlandsch Nieuws.
GIIAZIA D3LEDDA.
(Wordt vervolgd)
Alkmaar, 11 Nov. 1907.
Zaterdag jl. is hot algemeen rapport der sectiën en
de memorie van antwoord van B. en W. verschenen,
omtrent de ontwerp-gemeentebegrooting van 1908. Dat
is eventjes te laat, want eigenly'k had de begrooting
reeds vóór 1 November vastgesteld moeten zyn. In een
der sectiën wordt hierop de aandacht gevestigd en zy'
knoopt daaraan de vraag vast, of hierin geen verande
ring te brengen is, een vraag, waarop B. en W. een
antwoord schuldig blyven. Wanneer wij het sectierap
port in haar geheel overzien, dan ligt het zwaartepunt
van de aangevoerde bedenkingen bjj de algemeene be
schouwingen en dan schijnt het ons toe, dat de invloed
van het nieuwe lid, den heer Melchers, hier duidelijk
naar voren treedt. In 't algemeen zijn het, naar wij
meenen, de beide socialisten, de heer Uitenbosch in dj
eerste en de heer Melchers in de derde sectie, die bjj
do algemeene beschouwingen aan het woord zjjn.
Immers, in beide secties wordt gesproken van „een lid"
en „een der leden", die hier de bedenkingen doen hooren
en deze zijn hoofdzakelijk een gevolg van het niet over
eenstemmen van bestaande toestanden met de eischen
van gemeentepolitiek dier partij. Zoo meent dan een
lid der eerste sectie, dat de tot dusver gevolgde ge
meentepolitiek niet in de goede richting gaat, terwijl
by' een der leden in de derde sectie de vraag gerezen
was, of de begrooting wel de sporen draagt van het
vereischte boleid, d.w. z. dat zij niet voorziet in maat
schappelijke behoeften, die in de naaste toekomst om
voorziening vragen, waartoe eene goede financieele
politiek geëischt wordt, die de billijkheid betracht en
tevens bronnen tracht op te sporen voor de steeds stij
gende behoeften. De beide leden, in deze sectiën aan
het woord, verlangen, dat het stelsel der progressie in
den hoofdelijken omslag verder worde doorgevoerd, ter
ontlasting van den middenstand .en de lagere klassen,
terwijl naar hunne meening behoort te verdwijnen de
winstuitkoering van de gasfabriek, voor 1908 op f33000
begroot, walk bedrag zy' willen vinden door verhooging
van den hoofdelyken omslag, teneinde op die wyze het
beginsel, om geene verbruiksbelastingen te heffen, ver
der door te voeren. Daarvan zou het gevolg zyn eene
verlaging van den gasprys, die er toe mee zal werken,
dat het gas meer onder ieders bereik valle. (Men zal
zich herinneren, dat deze laatste kwestie reeds j.1.
Woensdag in den Raad haar beslag heeft gekregen. De
winstuitkeering blijft behouden). Behalve deze, werden
o.m. by' verschillende artikelen de volgende opmerkingen
gemaakt.
Gevraagd werd haar een nieuwe indeeling der ge-
mei nte in Kiesdistricten voor de verkiezingen van leden
voor den Raadof het geen aanbeveling zou verdienen,
in het stadhuis te maken een leeskamer voor de raads
leden en daarin te hunnen gerieve een bibliotheek te
vestigen. Yoor eene spoediger afdoening van zaken meen
de men, dat een werkkamer voor de Wethouders ten
stadhuize wenschelyk zou zyn. Aangedrongen wordt op
de aanstelling van een controleur voor de gemeentebe
lastingen op verruiming van de kaasmarkt door amo-
veering van het koffiehuis „Het klompje Gouds""en in
't algemeen van de marktruimte; op het heropenen der
onderhandelingen met het Ryk over de verbetering van
de bestaande bruggen over het Noord-Hollandseh Ka
naal, alsmede op het inzenden van plannen voor de ver
betering en vernieuwing van de Heiloër- en van de
Kneppelbrug.
Opgemerkt werd, dat de inrichting van het onderwys
nog het karakter draagt van standenscholen. De daar
door getrokken scheidingslijn wenschte men te zien ver
dwijnen door heffing van evenredig schoolgeld. Verdient
het geen aanbeveling zoo vroeg men om, nu de
hoofden der scholen niet meer ambulant zyn, een ambu-
lanten onderwijzer aan te stellen, in te vailen als tyde-
lyke voorziening noodig is Het stichten van een nieuwe
school eischt, wegens overbevolking van bestaande, nu
reeds overweging en gaarne zou men worden ingelicht,
omtrent de aanstelling van een schoolarts. By vervul
ling van vacatures in de Commissie van Toezicht op het
L. en in die van by stand voor het handwerkonder-
wys zag men gaarne, waar het toezicht zich ook uitstrekt
over de bijzondere scholen, dat ook eens personen van
eene andere richting en uit den werkmansstand werden
voorgedragen en benoemd. By de afdeeling armwezen
werd gevraagd of in het stadsziekenhuis gelegenheid is
tot verpleging van zenuwpatiënten en vroeg men het
vraagstuk der werkloozenverzekering aan de orde te
willen stellen.
Tot zoover in hoofdzaak de uitgaven. By de ontvang
sten werd de noodzakelijkheid betoogd om ten spoedig
ste te voorzien in de behoefte aan meerdere los- en
laadruimte voor de scheepvaart, waarvoor men gaarne
plannen tegemoet ziet.
Uit het antwoord van B. en W. het volgende
Ten aanzien der algemeene beschouwingen doen zy
opmerken, dat zoowel met betrekking tot den Hoofde
lijken Omslag als de uitkeoring der gasfabriek, slechts
de besluiten van den Raad worden uitgevoerd. Desge
vraagd zyn zy bereid gaarne omtrent bestaande gebreken
in den Hoofdelijken Omslag een onderzoek in te stellen,
al zijn zij van meening, dat de heffing behoorlijk pro
gressief is.
Een voorstel tot het verkrijgen eener nieuwe indee
ling in kiesdistricten zal den Raad spoedig bereiken. Met
de opmerking om een leeskamer met bibliotheek vóór
de raadsleden en een werkkamer voor de Wethouders
zal bij de voorgenomen verbouwing van het stadhuis I
rekening worden gehouden.
Een voorstel tot aanstelling van een controleur der j
belastingen zal worden ingediend, terwy'1 nu reeds wordt
voorgesteld in 1908 over te gaan tot slooping van „Het j
klompje Gouds". Tot het heropenen der onderhandelin-
gen met het Ryk omtrent de bruggen over het N.-H.
Kanaal zjjn B. en W. bereid. Plannen voor de vernieu- j
wing van Heiloër- en Kneppelbrug zyn in bewerking.
Dat het onderwys het karakter draagt van standen-1
scholen, wordt door B. en W. niet beaamd. Op elke
school kunnen kinderen worden toegelaten voor vermin
derd en zelfs géén schoolgeld. Voor evenredige school
geldheffing wenschen zy mitsdien niet het initiatief te
nemen. Plannen voor een nieuwe school zyn in voor
bereiding en gaarne zullen B. en W. omtrent de aan
stelling van een schoolarts een onderzoek instellen.
Overigens wordt in herinnering gebracht, dat de Raad,
die de leden benoemt, het zelf in de hand heeft in de
Commissie van Toezicht op het L. O. en in die van by-
stand voor het handwerkonderwys, leden van andere
richting te benoemen.
Zenuwpatiënten kunnen in het stadsziekenhuis ver
pleegd worden.
Het vraagstuk der werkloozenverzekering zjjn B. en W.
bereid in studie te nemen.
Nieuwe Niedorp.
Dezer dagen had ons dorp het voorrecht door den heer
Straatman met zyn electrische Bioscope te worden be
zocht. Wy noemen dit een voorrecht, want reeds Zater
dagavond j.1. toch, toen de eerste voorstelling in de ruime
zaal van den heer C. Kooiman plaats vond, kon gerust
gezegd worden, dat er flink was gewerkt. Het vijftigtal
kleinen, dat, benevens enkele ouderen, de voorstelling
die voor kinderen was georganiseerd by woonde,
had dikwijls dolle pret in de werkelijk aardige tafereel
tjes, die hun mei. toovervlugheid werden vertoond, 's Zon
dagsavonds, toen er voor volwassenen werd gewerkt,
was de indruk, dien de zeer talrijke aanwezigen de
kolfbaan was nagenoeg gevuld met nieuwsgierigen
kregen, inderdaad zeer bevredigend te noemen. Was het
programma 's Zaterdag zeer variant en grootelyks hu
moristisch getint, ook nü aan variatie geen gebrek. Men
had een uitgelezen programma, dat meerendeels goed tot
zyn recht kwam.
Wy vernamen van de directie, dat de reis in den loop
dezer week naar Kolhorn zal zyn; welnu, den inwoners
daar staat het genot van zeer amusante avonden dan te
wachten. Met gerustheid kunnen we een bezoek aan
deze kranig werkende Bioscope aanbevelen.
Maandagavond werd wederom eene voorstelling de
laatste gegeven, waarin de aanwezigen ditmaal
weinig talrijk onder meer op „de Passiespelen té.
Ober-ammergau" werden onthaald. Ook nu viel volle
aandacht te constateeren.
De Ruijter-postzcgels.
De De Ruyter-postzegels zyn in Amsterdam zoo goed
als uitverkocht. De postzegelhandelaren hebben het
ontzettend druk.
Een handelaar vertelde, dat het den ganschen dag
maar aanhoudend telephoneeren is, in hoofdzaak voor
de vyftig-cent en een-gulden. Hy' verkocht de 50 ct. voor
vier gulden vijftig, de een gulden voor vyftien gulden.
Ook op het postkantoor zouden vele buitenlandsche
handelaren voor groote bedragen besteld hebben, waaraan
natuurlyk niet voldaan kan worden.
Na mishandeling verongelukt.
Men meldt uit Leiden
Aan het emplacement by het station van de Holland-
sche Spoor wordt oen schoeiïng gemaakt, welk werk
wordt uitgevoerd door een Haagschen aannemer onder
leiding van den opzichter, den heer Van der Vlugt en
den baas of onderopzichter Kryne, beiden uit Den Haag.
De laatste, een man van 60 jaar, stond nog al als streng
bekend. Er heerschte, zooals op karweien des Maandags
wel eens meer geschiedt, een rumoerige geest, wat den
baas slecht beviel. Vooral een paar jongelui Pikaar en
Van der Son, beiden uit Leiden, waren nogal lastig. Ze
werden door den baas vermaand, daaruit ontstond twist
en een der mannen sloeg Kryne tegen het gezicht en
wierp hem met een stuk gereedschap tegen het scheen
been. Hun werd toen het loon aangeboden en der politie
verzocht hen van het karwei te verwijderen. De baas
begaf zich, terwy'1 de politie hiermee bezig was, naar het
werk, leunde tegen een rand van een meter diepe
groeve, waarin palen zyn geheid.
Plotseling viel hy in den kuil, waaruit hy bewusteloos
werd opgenomen. Of hy door duizeligheid daarin is
gevallen, of dat hy van den slag een hersenschudding
heeft gekregen, of wel dat de val een doodeljjk gevolg
heeft gehad, is nog niet uitgemaakt, maar toen de man,
die per brancard naar het Academisch ziekenhuis werd
vervoerd, daar aankwam, kon slechts de dood worden
geconstateerd.
De politie heeft de jonge mannen, die hem hebben
mishandeld, in arrest genomen en verhoord, terwijl ook
nog anderen gehoord zyn.
Uitvaart familie Van Panhuys.
Onder treffende belangstelling had Maandagmiddag te
3 uur op Groot Nienoord by Leek de aangrijpende
plechtigheid plaats van de teraardebestelling van de zoo
treurig om het leven gekomen familie Van Panhuys.
Onder klokkengebeier werden de kisten in vier lijkwa
gens geschoven en de rouwkoetsen daarna omhangen
met een enormen schat kransen. Zoo groot was de
bloemenhulde, dat meer dan 40 inwoners van Leek langs
de lykwagens gaande bloemstukken droegen, ongeveer
70 kransen, waarbij vier van de Koningin-Moeder, een
groote van de Koningin, vier van het gemeentebestuur
van Leek, vier van ingezetenen van Midwolde en verder
van vele corporaties uit geheel ons land.
Onder de velen die de lijkbaren volgden, zagen wjj
graaf Van Limburg Stirum, Kamerheer van de Konin
gin-Moeder; jhr. mr. W. Alberda van Ekenstein, kamer
heer in buitengewonen dienst van de Koninginde
commissarissen dor Koningin van de provinciën Gro
ningen en Frieslandde burgemeesters van Groningen
en de dorpen van het Westerkwartier, de curatoren van
de Groningsche universiteit, de leden der Eerste Kamer
J. Scholten en R. P. Dojes, het lid der Tweede Kamer
G. Zylma, het gemeentebestuur van Groningen, Gedepu
teerde Staten met den griffier en leden van de Prov-
Staten, het gemeentebestuur van Leek en vele verte
genwoordigers van vereenigingen uit de gemeente Leek.
Bij het graf vertolkte de heer Alberda van Ekenstein
de diep gevoelde deelneming van de Koningin en den
Prins, hy legde een prachtigen grooten krans op de vier
in een kuil gemetselde graven, die ook van binnen met
groen en bloemen waren bestrooid.
Baron Van Welderen Rengers bracht een laatsten
groet aan de vier overledenen. Hy huldigde de ver
diensten van jhr. J. M. A. van Panhuys en de edele
hoedanigheden van diens echtgenoote, mevr. Van Pan
huys—Looxma, en herinnerde aan het treurig verlies
der beide overgebleven kinderen van het echtpaar, dat
naast zyn ouders in het graf moest worden gelegd.
De heer H. W. Blocq van Scheltinga, zwager van jhr.
H. van Panhuys, bedankte namens de familie.
(Hd.bld.)
Vergiftigde soep.
De vorige week Zondag werd het huisgezin H. te
Nieuwveen, bestaande uit vrouw en drie kinderen, zooals
wy gemeld hebben, na het gebruik van onaangenaam
smakende soep ongesteld. Omtrent de oorzaak van de
giftigheid der soep verdiepte men zich in gissingen.
Thans is de 21-jarige zoon uit het gezin H., een boe
renknecht te Leimuiden gearresteerd en later naar 't
huis van bewaring te 's Gravenhage overgebracht. Hy
was in het bezit van een pakje wit poeder, vermoedelijk
een vergiftige stof.
Het lyk van de kat, die door het vele gebruik van de
soep, overleden was, en de soeppot zyn door de politie
in beslag genomen.
Vrouw H. en de drie kinderen zyn weer geheel her
steld.
Duur speelgoed.
Een bewoner van de Weesperzjjde te Amsterdam die
Zaterdag op reis zou gaan legde op zyn schrijftafel twee
bankbiljetten van f100 met het doel deze in zyn por
tefeuille te bergen, toen iemand hem kwam spreken. In-
tusschen was een by'na drie-jarig meisje in de kamer
gekomen, die de papiertjes bekeek en ze tenslotte in
ontelbare stukjes scheurde.
Men begrijpt de schrik van papa!
De RQksverzekeringbank.
Eindelijk is besloten aan de enorme tekorten der
Rijksverzekeringsbank het hoofd te bieden. By Kon.
Besluit zyn al de premiën verhoogd, teneinde de risico
en de steeds grooter wordende administatie-kosten te
bestrijden. De verhooging bedraagt voor de laagste
klasse circa 4 en geleidelijk afdalende, voor de hoogste
3 Dit is slechts een voorloopige verhooging,
want om alle risico's te dekken zal de premie-ontvangst
de R. V. B. ongeveer 20 hooger moeten worden. Een
algemeene premie-herziening zal dan ook niet meer zoo
heel lang op zich laten wachten.
Het natuurlijk gevolg van deze premieverhooging zal
zyn, dat de particuliére Maatschappijen ook hare pre
miën gaan verhoogen en bestaat er voor haar nog een
kansje met de verzekering volgens de Ongevallenwet
door te gaan.
Ongeluk met doodelgk gevolg.
Omstreeks half acht Zondagavond is te Berlikum nabij
den Wamberg de 72-jarige gepensionneerde provinciale
wegwerker B., wonende te Hintham, door de tram over
reden en gedood ten gevolge van eigen onvoorzichtig
heid.
Op weg van Berlikum naar huis had hy aan den weg
vertoefd en is toen blijkbaar, hoewel nog door een voor
bijganger gewaarschuwd, den verkeerden kant van den
weg gegaan, zoodat hy eensklaps voor de locomotief
stond en het ongeluk onvermijdelijk was. De ongeluk
kige was terstond dood. („Prov. Nbr.")
Inlichtingen verzocht-
Dein 8 October j.1. is gevonden in een weiland nabij
Rotterdam het lijk van een onbekenden man, die reeds
eenigen tijd te voren overleden was.
De overledene was lang 1.72 M. en miste 6 kiezen
uit de bovenkaak en uit de onderkaak.
Hij was gekleed met donkerkleurige jas en vest, ge-
FEUILLETON.
fiardinische Dorps-roman
VAN
o-
15
I'aulu zeidc niets, misschien wel omdat hij het zich
zeiven niet wilde bekennen, dat bij zij'1 hps'ult
eenige berekening in het spel was. Hij had behoefte
aan gezelschap, om de eenzaamheid, het troostelooze
van een verblijf in de woeste bergen van Lula te kunnen
drogen, en hij had eene vrouw noodig, die hem hielp
bij het ellendige bedrijf van een cantine. .Overigens,
om de waarheid te zeggen, had de gedachte, metAn-
nesa te trouwen, of eenvoudig haar bij zich te nemen,
hem den moed gegeven, het aanbod van Don Reu
aan tc nomen
In ieder geval had hij harerzijds levendige betuigingen
van vreugde verwacht, doch zij scheen hem niet te ver
slaan of eerder zijne woorden niet te gelooven.
Voor de tweede maal overviel haar een aanvat van
duizeling, evenals haar dat overkwam, toen zij van
I'aulu vernam, dat hij eenige minuten voor de nood
lottige daad in hare nabijheid was geweest, zonder dat zij
het Rad geweten. Maar liet was slechts een oogenbhlc.
Wat scheelt je'?" vroeg Paulu verbaasd. „Geloof je
më niet? Je hebt de koorts. Laten wij er morgen
verder over praten."
Hij deed een paar stappen voorwaarts, bleef toen
weer staan en zeide bijtend:
„Je hebt zeker geen lust, met my naar de mijnschacht
tC ^antwoordde niet, klemde zich aan hem vast en
bamtteK herig snikken; en alles, wat er maar
I I e s en smartelijks in menschelyk geween zich kan
een ergernis. Nu als 1 J voo dcf,lijd_
SjL3:blL;rhije« v"„, and.r„ ook vroolijk
te zien.
„Annesa," zeide hij, „luister toch. Je weet, ik kan
je niet zien weenen. Wij hebben genoeg geweend; vat
nu toch moed. Zeg mij een hartelijk woord, dan gaan
wij naar bed. Het was een lange, vermoeiende dag, maar
nu is alle nood voorbij. Meisje, waarom ween je dan
nu nog? Geloof mij, nu is alles uit. Nu komt er
rust voor ons allen."
Annesa weende steeds door, het gelaat vast legen
zijn borst gedrukt. Zoo had zij wel willen sterven..
Een doodelijke vermoeidheid overviel haar. Elk woord
van Paulu deed haar pijn, ze waren streelend en tartend
*5lij' sprak door en zeide telkens hetzelfde. Daarna
trachtte hij zich van haar los te maken, maar hij kon
niet. Behoedzaam trok hij haar met zich voort naar de
keukendeur.
Maar toen zij de lamp op den grond by den haard
zag staan, begon zij weder te beven en klemde ;zi.ch
nog vaster aan hem.
Verstik me niet," voegde hij haar schertsend toe.
Toen liet zij hem dadelijk los.
„Wacht, ik heb je iets te zeggen. Ik behoef er met
tot morgen inede te wachtenIk ga mede naai
de mijn. Als je wilt, ga ik morgen met je mede, van
nacht nog, als je wilt. Ik ga mede. Hoe kunt ge er
aan twijfelen! Ik zeg je, ge kent mij niet! Alsof ge
niet kondt weten, dat ik met u do verbanning zou
ingaan ver, Ver weg zelfs in andere landen, in een
anderwerelddeel. Ja, ik zou met je in het tucht
huis gaan, Wanneer ge een misdaad mocht hebben
begaan, ik' 'zou de ketenen dragen, u nooit verlaten.
Ik zou mijn hand schuiven tusschen de uwe en de kete
nen
„Ilopen [wij, dat zooiets nooit gebeuren zal, ant
woordde Paulu ontroerd.
Luister Paulu, luister. Ik moet je iets zeggen
wacht....' ging 'zij voort, de hand aan het voor
hoofd brengende. „Ja, ik weet het. Ik wil niet, dat
oij met uw moeder over ons huwelijk praat. Met me
mand, hoort ge, met niemand spreken wij er over.
Ben je bang voor Gantine?"
yjj had aan dien niet eens gedacht en maakte een
ontkennend gebaar.
Ik zal hem alleen zeggen, dat ge naar de mijnen
wilt flaan dat ge mij wilt meenemen alsmeid,
omdat go daar niet alleen huizen kunt. Zij zullen my
hier laten gaan, ja, en later, als het zyn moet, kun
nen wij met elkaar trouwen. Ik verlang het niet, dal
weet ge Wat komt het er ook op aan! Het is my
genoc» als ge mij niet verlaat! Wanneer er een God
is zal Rij ons vergeven. De priesters spreken alles
vrij niet Waar? Pastoor Virdis zal mij ook vrijspre
ken. ik Hveet het, hij zal mij vrijspreken
Mijne moeder zal liever zien, dat wij met elkaar
trouwen, dan zoo met elkaar daar in dat afgelegen
oord wonen."
„Het spijt mij, maar ik zal gaan, ook wanneer zij
het niet wil. Ik kus de handen mijner weldoeners
maarik ga met u, Paulu. Ik zal vluchten, als
gij mij verlaat," ging zij voort, zijn arm vast omklem
mende. „Maar ge moogt me hier niet achter laten!
Denk aan hetgeen gij mij beloofd hebt. Ik verlang
niet, dat gij mei trouwt, maar ik wil, dat ge mij met
u neemtgij [hebt het beloofd, Paulu, gij hebt het
beloofd
„Ja, ik heb het beloofd, en ik zal mijne belofte
houden. Maar wat deert je? Merkt ge dan zelf niet,
dat ge koortsig bent? Wanneer ik dat geweten had,
had ik je vanavond niets gezegd."
„Is het bergwerk ver?" vroeg zij, zonder op zijne
woorden te letten.
„Neen, het is niet zoo heel ver. Van Nuoro uit
tot daar nog vijf of zes uur rijdens. Maar ga jnu
slaj>en, christenmensch, wij spreken er morgen wel na
der over. Kom Annesa, maak mij nu niet boos."
Hij kuste haar nog eenmaal, maar hij voelde |den
zilten smaak der tranen op hare lippen; toen ging
hij langzaam door de keuken. Zij had een gevoel van
verlichting, toen zij bemerkte, dat hij geen licht mede-
nam.
Met ingehouden aidem, de oogen wijd geopend, luis
terde zij; doch zij hoorde niets meer, nadat hij de
kamer was binnen gegaan, en in de stilte van den
door de heldere maan verlichtte nacht scheen zij al
leen te zijn, alleen op den drempel van een poort,
die voerde naar een plaats der ontzetting en des doods.
Na eenige oogcnblikken van aarzelen, trad ook zij
het huis binnen en sloot de deur. Maar zij had niet
meer den moed, nog weder die kamer binnen te gaan,
ofschoon een geheimzinnige macht haar er naar toe
trok. Zij ging bij den haard zitten, op de plaats, waar
zij een paar uren geleden nog gezeten had in alle
besluiteloosheid; met een stukje hout roerde zij in
de asch. Het vuur was al lang uitgegaan; zij rilde
van koudie, jnaar zij waagde het niet of had er de
kracht niet meer toe, zich te bewegen.
Zij leunde met de ellebogen op de knieën, het gelaat
in de handen verborgen houdende; het was haar of
alles om haar heen in het rond draaide. Zij meende,
dat zij den geheelen nacht niet van deze plaats was
afgeweest en dat zij alles maar gedroomd had; eerst
die vreeselijke gebeurtenissen en toen dat verrukke
lijke. Zij meende, dat de oude nog sliep en Paulu
nog ver weg was in zijn door het water doorweek
ten regenmantel. De koortsfantasieën kwamen terug, nu
eens scherper en duidelijker, dan weder verflauwende
tot een nevelbeeld. Menigmaal herkende zij in die ge
stalten harer verbeelding oom Castigu, pastoor Virdis,
Rosa en Gantine, maar daarna verdwenen zij allen we
streken overhemd, omgeslagen slaand boord, losse man
chetten, een gescheiden combinatie van gestreept groen
kleurig tricot en zwarte sokken met roode strepen.
Naast het lijk lag een reispet van donkerbruine wol
len stof met groene ruiten en een zwarte wandelstok
met wit metalen handvat, waarop gegraveerd de let
ters „W. F." In de manchetten waren dubbele gou
den knoopen, waarop gegraveerd de letters C. F H.,
wellicht te lezen C. H. F.
In de zakken van de jas, bevonden zich eenige hagel-
patronen van klein kaliber en een kleine bruinlederen
portemonnaie, waarin een goudstuk van 10 Mark.
Hel is van het grootste belang, dat de identiteit van
den overledene wordt vastgesteld. Ieder die inlichtin
gen kan geven, wordt verzocht zich ten spoedigste, zoo
mogelijk onder opgave van nauwkeurige beschrijving van
de op den overledene aanwezig geweest zijnde voor
werpen van waarde, te richten tot den Rechter van In
structie Air. L. E. Visser, Huis van Bewaring te Rot
terdam. Aldaar zijn photographieën van wandelstok en
manchetknoopen te verkrijgen.
Ouders en de luxe.
Onder dit hoofd bespreekt de Prov. Gron. Ct. eene
ontmoeting met jeugdige voetballers in den trein cn
daaraan aansluitend het opdrijven van het sportwed
strijdenwezen.
liet artikel eindigt aldus
Matchen op zichzelf is niet kwaad, wanneer het vooral
door oudere menschen met mate gedaan wordt. Sport
is nu eenmaal onafscheidelijk van wedstrijden en sport
is zoo'n goede zaak, dat men de matches op Iden
koop kan nemen.
Doch voor jongens zijn zulke wedstrijden in den re
gel niet goed. Voor hen is een groote wedstrijd-inspan
ning met het oog op hun schoolwerk schadelijk, ter
wijl de groote kosten van die wedstrijden hen tot luxe
uitgaven brengen. Het brengt hen tot uitgaven of
die betaald worden van het geld der ouders of van
het entreegeld van wedstrijden, doet betrekkelijk wei
nig ter zake welke ver boven den gewenschten le
vensstandaard gaan. Zij raken gewoon aan een luxe,
die vermeden moet worden en die vermeden kan wor
den, als de ouders er zich mee bemoeien.
De eenigen, die er dan ook iets aan kunnen doen,
zijn die ouders. En omdat het ieder voor zich moeilijk
moet vallen er iets tegen te doen, mogen zij zich vër-
eenigen, vereenigen tegen de luxe op allerlei gebied,
die met onrustbarende snelheid in het jongere geslacht
groeit.
Het is voor één ouderpaar lastig hun 15-jarige kin
deren te verbieden dinertjes te geven of bij te wonen,
al te laat 's avonds feest te vieren en daarbij te veel
wijn te gebruiken; zij kunnen moeilijk de Sint Nicolaas-
en andere cadeau's voor hun kinderen beperken, in-
dien qualiteit en quantiteit daarvan bij andere kin-
1 deren zoo worden opgevoerd. Zij kunnen hun jon
gens moeilijk thuis houden als de vrienden 200 kilo
meter ver gaan voetballen. Zij kunnen hun twaalfjarige
kinderen lastig een fiets onthouden, als zij het be
talen kunnen en de andere kinderen van het clubje
er ook een hebben enz. enz. enz.
Of liever: dit alles is wel mogelijk. Doch er is groot
gevaar dat het verbieden en krap houden van één
individu, waar zoovelen hun wenschen bevredigd zien,
slecht werkt op het karakter van het kind.
De ouders kunnen zich echter vereenigen. Zij kun
nen vereenigingen oprichten tot het bestrijden van luxe
bij kinderen. Zij kunnen zich verstaan omtrent wat zij
wenschen toe te laten en wat zij vooreerst nog verre
willen houden. Op deze wijze en op deze wijze alleen
kan de steeds toenemende luxe worden tegengehou
den. Zóó alleen is het mogelijk, dat de kinderen een
voudig zijn en als mensch wellicht eenvoudig blijven.
Bestrijdt de luxe bij de kinderen en ge zult leen
gezonder maatschappij hebben, gij zult verhinderen dat
zoo velen boven hun middelen leven en lijden onder
al de kwade gevolgen daarvan van welke de lust tot
sjpeculeeren niet de minste is.
Ouders, van alle streken, vereenigt u. Het voorbeeld
is al gegeven. Ons is een gemeente bekend uit
den aard der zaak kunnen wij geen namen noemen
waar al geruimen tijd dit idéé met groot succes Ss
toegepast. Wij erkennen het zij is niet heel groot,
het gaat daar gemakkelijker, dan in groote steden.
Maar toch, als men wil, is er ook in veel grootere steden
daarvoor een weg, wat trouwens, bedriegen wij ons
niet, ook in een onzer grootste steden al bewezen is.
En waarom zou men niet willen? Er zijn toch ver
moedelijk niet veel ouders, die niet met zorg, die be
hoefte aan luxe bij het jongste geslacht zien toene
men. Wordt dus door de rechte personen het initiatief
tot zulk een luxe-beperkings-vereeniging genomen, dan
zullen dezen wel haast op louter instemming kunnen
rekenen en dan zal men, mits men voorzichtig en niet
al te radioaal optreedt, al spoedig de goede vruch
ten van deze oudervereenigingen zien.
Een huiselijk drama.
Zaterdagavond om (half tien heeft de werkman M. den
Ilartog, Lange Baanstraat 32 te Rotterdam, bij een huise-
lijken twist zijne 35-jarige huisvrouw J. Vermaas, met
wie hij dezen zomer gehuwd was, uit het raam der
derde verdieping geworpen. De vrouw bekwam een
schedelbreuk en was bewusteloos; kort na aankomst in
het Ziekenhuis is zij overleden. De dader werd in
zijn woning gearresteerd en onder hevig tumult der bu
ren, die de lynchwet op hem wilden toepassen, over
gebracht naar het bureau Lange Torenstraat. Hij hield
vol, dat zijn vrouw uit het raam gesprongen was.
der in nevelen. Oom Castigu lachte haar toe met het
blijde gezicht van haren verloofde, boven de soutane van
Virdis prijkte het lijdend gezichtje van Rosa, en de
zwarte, gemaskerde gestalte, die op een fantastisch paard
in den duisteren nacht voortreed, was niet Paulu, neen
het was een verwonderlijk wezen, een oude bedelaar,
die zich begaf naar de mijngroeve van Lula, om een'
verdwaald kind te zoekenAnnesa had zoo gaarne
het gelaat van dien geheimzinnigen ruiter gezien. Zij
snikte, zij weeklaagde, zij deed al het mogelijke, om
de opmerkzaamheid van dien ouden man tot zich te
trekken, maar hij stond niet stil.
In den droom werd zij wakker van haar eigen ge
snik en inu wist zij, dat zij droomde, maar hoezeer
zij zich toch ook inspande^ het gelukte haar niet, zich
van hare verdooving los te maken.
Zoo sliep zij gedurende een paar uren, waarin zij
gekweld werd door wonderlijke droomen, doch waarin
zij oom Zua's gelaat niet meer te zien kreeg. Toen zij
eindelijk stram ontwaakte, waren hare gedachten 't eerst
bij den oude.
Dadelijk herinnerde zij zich alles weder, hoe en wat
er gebeurd was, en niet volkomen helderheid van geest
dacht zij nu aan datgene, wat haar te doen bleef.
De koorts scheen afgeloopen. Noch huivering, noch
vrees, noch besluiteloosheid verontrustten haar nu. Zij
was weder geheel het wezien, dat in worsteling met het
ontzettend noodlot zich zelve kon beheerschen en wist
te zwijgen. Waarom sidderen? Waarom den moed laten
zinken? Zij had niets te verliezen, als haren weldoeners
maar geen leed geschiedde.
Voor zich zelve verwachtte zij niets meer van de
wereld, aan die andere wereld geloofde zij niet.
Zij stond op, zij huiverde van koude. Het was donker,
maar men hoorde reeds de hanen kraaien, en op dé
natte, stille, door de maan beschenen straten weer
klonk het verwijderd geratel van rijtuigen. De olielamp
brandde nog, maar de verkoolde pit gaf een zwarten
scherpen walm van zich.
Als een ervaren misdadigster dacht zij er nu aan,
alles voor te bereiden en dan eerst de anderen te roepen!
Zij vulde de lamp tot de helft met olie, veegde de
verkoolde pit af, en ging toen behoedzaam naar de
kamer. Voor blies keek zij na, of op de sofa alles
wel ordelijk lag; daarna tilde zij de dekens van het bed
van den doode op. Langen tijd stond zij zoo en staarde
naar haar slachtoffer. De oude had nog zijd vroeselij
ken grijnslach op het gelaat, maar zijn gezicht was
vaal geworden en de oogen waren half gesloten.