KLIMOP. Donderdag 28 Nov. 1907. 5Je Jaargang. No. 4312. TWEEDE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. F EUILLETON. Uit en voor de pers. IVoord-IIoll andsclic arkcnsfbkverecniging. Algomcene Vorgadering, gehouden 21 November te Alkmaar. Voorzitter de heer H. J. Avis te Midwoud. Aanwezig do afVevaardigdon en eenigo bestuursleden der afdeolingen Midwoud—Oostwoud, Hauwert, Koe gras, Eierland, Assondolft, Ursem, Wyde Wormer, Beem- stür, Heer Heerhtigowaard on Eerkhout benevens het eerend de hoer C Nobel. De Voorzitter opent de vorgadering met een welkom 1 aan de leden, en wyst daarby op de landbouwtoestan- den van ongeveer 25 jaren geleden, in vergelijking mot die van hedenverschillende factoren zyn oorzaak van de gunstige veranderingen: le. De tussch9nkomst der regeering, die de laa*ste jaren veel, zeer veel voor don landbouw heeft gedaan, veel ambtonaren ton dienste van den landbouw aan stelde en kort geleden zelfs een zetel in het Ministerie voor den landbouw bestemde. 2e. De verschillende landbouwmaatschappijen en vereenigingen die vele practische proeven aan de hand van de wetenschap bewerkten. De notulen van de vergadering der oprichting worden goedgekeurd en geteekend. De Voorzitter deelt mede: le. Dat de Koninklijke goedkeuring is verkregen op de statuten der afdeelingen Midwoud—Oostwoud on Heer Hugowaard. 2e. Op de statuten der hoofdvereeniging zal de Koninklijko goedkeuring worden gevraagd wanneer drie afdeelingen als zoodanig zijn goedgekeurd. 3e. Dat het noodig blijkt, dat deze statuten eenige kleine redactie-wijzigingen ondergaan met hot oog op 't aanvragen dor Koninklijke goedkeuring. Aldus wordt besloten. Als ingekomen sluk wordt voorgelezen een kennis geving van den heer Directeur-Oeneraal van den Land bouw dat de vereeniging een subsidie voor 1907 is toe gekend van f 500. (Applaus.) Een rekening en verantwoording en een begrooting voor 1908 worden ingewacht. Omtrent bespreking van de vraag of het wonschelijk en uitvoerbaar is één inspecteur te benoemen voor alle afdeelingen, wordt besloten na zeer ampele behandeling, een afwachtende houding aan te nemen, en den admini strateur vooreerst naar deze of gene afdeel ing te doen gaan, ter verkrijging van een idéé omtrent de ge nomen controle. Naar aanleiding van de bespreking van de eischen aan het uiterlijk van een fokzeug en-beer q9iJidmat0n id?r. Herv' Qemeente ter benoeming van 3 oden van het kiescollege, in de plaats van de aflre ondo heeren: V\. Govirs Jb. Duit en D. Vos die all-n Ok een mTg wei'"'" - Tevens had er m dn ninef ilatf va" een Iid va» "at collogo Plaata van -don heer KL Hoornsman, onlangs D Hoorns man 8Daarl0d werd gekozen do hoer TT.. TT. niet gerust. Uit Utrecht wordt aan het Hbl. eemeld: De inleggers op do Nutsspaarbai k alhier zij van hun vroes nog niet genezen. Zaterdagavond hadden weer een aantal lorugbetalingen plaats. Aanvragen tot terug betaling waren gedaan tot een liedrag van circa f70 000. Po'jtie had weer de noodige maatrogelen genomen tot handhaving der orde. Gesnapt. Zaterdag werd een conductour der posterijen in den trein tusschen Rotteidam en den Hoek van Holland op heeterdaad betrapt op diefstal van geldswaarden uiteen aangeteekend pakket. De man, die reeds geruimen tijd van dergelijke handelingen werd verdacht, doch dion men nog nooit van zijn schuld had kunnen overtuigen werd op de volgende w(jze gesnapt. Te Rotterdam w.-rd een pakket klaargemaakt, waarin men opzettelijk zilver-geld op zoodanige wijze had ver gen, die zich voorstellen de tuberculose te bestrijden zich tot Ged. Staten gewend, met verzoek om steun. Op voorstel van prof. van Hamel werd die zaak toen niet beslist, omdat hij het beter vond op de beginsel- vraag oerst terug te komen wanneer de vereenigingen tot tuberculose-bestrijding in Noord-Holland en daar buiten zich zouden hebben georganiseerd en van die organisatie dan een verzoek om steun zou zijn in gekomen. De organisatie kwam niet tot stand, maar wel klop pen nu om steun aan de vereenigingen Amsterdam, Haarlem en den Helder, die meededen, dat eerlang vereenigingen van gelijken omvang zullen gesticht wor den te Alkmaar, Zaandam, Hoorn en Hilversum, ter wijl die voor Purmerend, Wormen-eer, Edam, Enk huizen, Schagen, Medemblik, Naarden, Bussum, enz. vooralsnog niet noodig werden geacht. Amsterdam vraagt nu voor 1908—'10 f5000 per jaar, Haarlem f 1000 en Den Helder f 750. Voor de 4 andere wordt respectievelijk f600, f500, f 500 en f 400 gevraagd, terwijl voor de andere, waar het Witte Kruis de zaak zal ter hand nemen, in het geheel f 8250 voldoende wordt geacht. Voorloopig wordt nu nog maar subsidie gevraagd voor Amsterdam, Haarlem en Den Helder. Ged. Sta ten geven op die verzoeken een uitvoerig praeadvies. Zij zijn van oordeel, dat dit nu eigenlijk aanleiding pakt, dat men dit kon hooren rammelen. Bij aankomst kan zijn de zaak niet af te doen, daar ook nu geen aan don Hoek van Holland stonden ambtenaren der organisatie komt aankloppen om steun, doch daarvan posterijen en van de justitie gereed om eon onderzoek behoeft geen sprake te zijn. De zaak kan afgedaan wor- in te stellen, en daarbij bleek inderdaad dat het geld ('en en daarom stellen Ged. Staten er prijs op hun uit het pakket was verdwenen. By fouilleering werden standpunt tegenover de kwestie uitvoerig toe te lichten, de geldstukken, welke van merken waren voorzien, bij Aan de toelichting is het volgende ontleend: den verdachten conducteur gevonden. De man werd Het kan niet worden ontkend, zeggen zij, dat hier geboeid naar Rotterdam overgebracht en aldaar onmid- de morste stap in een nieuwe richting zou worden ge- dellijk door den subst.-officier van justitie mr. Star Bus- gedaan noch op de subsidiën, aan een tweetal pares man verhoord. vaccinogènes verleend, noch op de bijdragen, ten be hoeve der krankzinnigenverpleging verstrekt, kan daar bij tot staving der aanspraken van adressanten naar hun ineening een geldig beroep worden gedaan Voor jagers. In Friesland ziin in de laalste dagen zeer vele plu vieren (wilsters) die, tengevolge van het vriezend weder of wel \an de lange nachten in de noordelijke streken, waardoor zij moeilijk hun voedsel kunnen vinden, „in den trek" meerondeels met slagnetton in grooten getale worden gevangen. Te Leeuwarden worden dagelijks gemiddeld 800 stuks j aangevoerd en aan de poeliers voor 50 cents per stuk van de hand gedaan. l)e meeste dier vogels worden verzonden naar Engeland, België en Frankrijk. Naar het oordeel van Ged. Staten nu ware het doen van den boven aangegeven eersten stap hot verlaten van het terrein, waarover bij het verleenen van gel- delijken steun de bemoeiingen der provincie zich be- hooren uit te strekken. Zeer zeker kan ook alles wat de volksgezondheid aangaat als een aangelegenheid gelden, welke in hooge mate de aandacht en de belangstelling van het provin ciaal bestuur verdient, maar de zorg voor en de be hartiging van dit onderwerp heeft de rijkswetgever zelf y. p Geen kermis bieren. uaiugmg van Uil uuuerwerp neen ue iijKsweigever zen - r predikant te suameer, zond oen meisje van de zich aangetrokken, en daarbij hetzelfde stelsel gevolgd, catecnisatie weg, wyl zij niet wilde beloven zich t dat aan de regeling van het lager onderwijs ten grond zuilen onthouden van het bijwonen van een kermis of slag ligt. andere vermakelijkheden. De heer R., vader van hot i De provincie vervult in het stelsel der gezondheids- menye, is daaimede niet tevreden en heeft zich met een 'wetgeving, die nog eerst zeer onlangs is tot stand ge- klacht tegen den predikant tot het classicaal kerk-komen, geen rol, en Ged. Staten meenen inderdaad, Twee andere meisjes, wie ook dezo dat, zoo al het doen van uitgaven op dit gebied haar belofte werd afgevraagd, zijn niet meer op de catechisatie verschenen. Mazelen. Te Oirschot (N.Br.) heerschen in hevigo mate do mazelen. In de afgeloopen week hebben zich een twaalf tal sterfgevallen voorgedaan, waarvan vier in één huisgezin. (jjn. Ct.") Ingestort. Men meldt uit Eist hier ,nict als voor het lager onderwijs, uitdrukkelijk is verboden, van de wenschelijkheid vari hare onthou ding op dit gebied juist hetzelfde mag worden gezegd. Het Provinciaal Bestuur zou nimmer rechtstreeks, maar slechts door het verleenen van subsidiën tus schen beide kunnen treden en daar het belastingveld der provincie in tegenstelling met dat van het rijk dezelfde belastingschuldigen omvat als die van allege- 1 meenten gezamenlijk zullen de subsidiën, indien ze in alle Rii don houw «on«r F? r .t, gemeenten naar gelijken maatstaf worden toegekend, geen te stellen is men algemeen van gevoelen dat men van aanbouw was „n „LI" enkel«n steun kunnen aanbieden, welke niet beter door dergelijke dieren mag eischen sterken rug, stevige j 28 jaar oJd ln^gehuwdÏÏS P W de gemeentebesturen, aan wie tevens de noodige mid- pooten, lang lichaam en voldoende melkrykheid. De reis- en verblijfkosten voor afgevaardigden en secretarissen worden vastgesteld. Hot bespreken en vaststellen van do wijze van het j cand- te Kampen, merken der dieren, ontlokte een zeer uitvoerige discus- J Aartswoud. sieniet alleen wat de uitvoering betreft maar ook met j Vrijdagmiddag had in do consistoriekamer te Aarts- de kosten hiervan moet rekening gehouden worden. j woud, voor den tijd van zes jaren de publieke verhuring Alhoewel het wenschelijk werd geacht alle biggen van j plaats van „de Kerkeplaats", groot ongeveer 20 H.A iedere gecontroleerde zeug van een plombeermerk te j toebehoorende aan de Ned. Herv. Kerk aldaar. Huurd.r voorzien, en daarna de biggen voor de contióle temer- werd wederom de heer P. Schekkerman voor f116 per delen ter controle over het gebruik daarvan ten dien- Beroepcn ste staan, zouden kunnen worden verleeiKl. Voor de bij de Gereformeerde Kerk te Dirkshorn, de heer J. Thijs, gemeentenaren kan de regeling op de eene of op de nond 4" /-v Ti*" n w* n/\rt ---11 .1 1. ken met een tatoueermerk, wordt besloten met het oog op de kosten de merkingen alleen te doen met een tatoueertang. Prijsopgaaf van tien tangen zal worden gevraagd. De begrooting voor 1907 wordt vastgesteld met een ontvangst en uitgaaf van f929.90. De convocatie behandeld zijnde, wordt de vergadering onder dankzegging voor de opkomst en aangename discussie, die getuigde van veel sympathie voor de nieuwe H.A., tegen f107 zes jaren geleden. Hoogwoud. Vrijdagavond gaf het fanfarecorps „Wilhelmina" zijn eorste uitvoering in dit seizoen. De uitvoering dor muziekstukken liep zeer goed van stapel, zooals wjj dat van deze vereeniging gewoon zijn. Het lokaal was vrij goed bezet met icehoorders. Hoogwoud. Vrijdagavond verkocht Notaris do Boer alhier, in de vereeniging, en met een opwekking aan de leden ter vryuagavona verKocnc notaris do Boer alhier, in de bevordering der varkensfokkerij, door den Voorzitter ^berg „do Stempetenon te Aartswoud, ten verzoeke 6 van den heer P. Bras te Sybecarspel een huis met schuur g en erf' boomgaard en een perceel weiland, groot 1,35.89 Een nieuw klooster in Noord Holland. H.A., staande en liggende te Aartswoud. De perceelen Hebben de EE. PP. Franciscanen pas hun prachtig zyn opgehouden voor f2840. kloostergebouw te Nieuwe Niedorp betrokken, wy ver nemen nu, dat ook de EE. PP. Capucijnen zich in Noord-Holland en wel dichtbij Haarlem,zullen vestigen. Een poos geleden deelden wy mede, dat het kerk bestuur van Driehuizen (Sandpoort) een flink stuk gronds had aangekocht. Op dezen grond gelegen in de z g Hei tusschen Driehuizen, Velsen en IJmuiden in, zal het nieuwe klooster der EE. PP. Capucijnen worden gebouwd. Waarschijnlijk zullen de paters ook de ziels- WB .i1-m-t rl r\ Ir 1 z\z\of n 1 ci IVL llllCll Provinciale Staten van Noord Holland. De commies ter provinciale griffie, de heèr J. iC. Mikkers, die een-en-veertig jaren dienst heeft bij de pro vincie, ,is met 1 Jan. 1908 op de meest eervolle wijze, wegens ziekte, op zijn verzoek ontslagen. Volgens Ged. Staten genoot hij nooit een jaarwedde aan zijn werk zaamheden geëvenredigd, voordat in 1906 de wijziging der prov. wet het mogetijk maakte hem een salaris toe te van f 3500. Had de provincie vroeger vrijheid zorg in den omtrek waarnemen, en de kloosterkerk als beter salaris toe te kennen zeker zou hii bykerk dienst doen. In het a.s. voorjaar zal met den rdXto J k^i,tr> TrfAviInn norrnnnon bouw worden begonnen. („Tyd".) De komst des Duitsclien Keizers. Hoewel tot heden voor het bezoek van den Duitschen Keizer nog geen vaste datum kan worden opgegeven, had men echter zekerheid dat de komst van Z. M. tusschen 2 en 10 December zal plaats hebben. Van de 1908 was het het Rijk, dat de maxima en minima der salarissen vaststelde. Had de heer M. nog drie jaren kunnen doordienen, lian zou .hij een rijkspensioen hebben gekregen van f 2434. Nu bedraagt het slechts f2061. Ged. Staten stellen voor hem levenslang uit de prov. fondsen het verschil tus schen die beide cijfers te betalen. Het oentraal-bestuur van de vereeniging ter christc- oorlogsschepen der Kon. Marine, die aangewezen zyn lijke verpleging van krankzinnigen en zenuwlijders in voor het saluut aan den Keizer, zal het pantserdek- Nederland heeft een overeenkomst met de provincie, om schip Friesland naar IJmuiden gedirigeerd worden en lijders te verplegen voor f 300 per jaar. Die som is de pantservaartuigen Piet Hein en Noord-Brabant ter njet hoog genoeg meer en daarom vraagt het bestuur reede van Amsterdam komen. Het is nog niet beslist nu f325. of eenige Duitsche marinebodems het keizerlijk jacht Waar de provincie zelf het verpleeggeld voor d» pa- de Hohenzollern op den tocht door het Noordzeekanaal tiënten 3e klasse op Meerenberg heeft opgevoerd van naar Amsterdam zullen vergezellen. Callantsoog. Zondag 24 dezer vergaderden alhier de stemgerechtig- f 270—f 320, oordeelen Ged. Staten toestaan van het ver zoek niet meer dan billijk. In de najaarszitting van 1906 hadden twee vereenigin- andere wijze wel van geen belang worden geacht, daar het voor de belastingschuldigen eener gemeente wel hetzelfde zijn zal, of vermeerdering hunner belasting schuld ten bate der provinciale of der gemeentekas zal strekken. Over de technische vragen wenschen Ged. Staten zich niet uit te laten. Slechts deskundigen zijn in staat te oordeelen of bestrijding der tuberculose tegenwoordig op verkeerde dan wel op juiste wijze wordt aangevat, of sanatoria, lighallen, enz. dan wel hygiënische edu catie en propaganda de voorkeur verdienen en of con- sultatiebureaux in dit opzicht wel veel uitwerken. Aan de gemeentebesturen dient overgelaten, wat zij wen schelijk achtten. Stakker. Men schrijft als historisch uit Amsterdam aan Land en Volk 's Ochtends elf uur; op het sombere kantoor voor de aangiften van overlijden; de ambtenaren gebogen over hun werk. Een werkman, pet in de hand, komt binnen ten blijft voor de balie staan. Geen vroolijke boodschap te verrichten, dat ziet men den man wel aan. Wat hij wenschte? Beschroomd en hakkelend komt het er uit„Ziet u meneer, ik wou u vragen wat ik doen moet; mijn vrouw is gisterenavond gestorven." Tevens grijpt hij haastig in den zak en spreidt eenige papieren op de balie, daarbij zich goed houdende, maar toch niet kun nende verhinderen, dat ooghoeken en mond verraderlijk beginnen te trillen. De ambtenaar kijkt de papieren in. Het zijn polissen van een begrafenisfonds. „U moet hier wiet zijn; dit zijn papieren van een fonds; daar kunt u geld ontvangen." „Ja, ziet u meneer, dat is het hem juist; ik heb al jaren betaald, maar nu ben ik werkloos ennu ben ik een paar weken achter gebleven ziet u, maar dat is al meer gebeurd, maar dan haalde ik het weer in, ziet u en nou, nou men wouw al lang ziek ligt, nou het de bode van het fonds gezegd, dat ik was door gehaald en nou krijg ik niks meneer, geen cent en' ik heb geen centen om de begrafenis te betalen." De ambtenaar heeft blijkbaar al meer zulke zaakjes bij de hand gehad, maar heeft toch medelijden ,met dezen man, die, slachtoffer der werkloosheid, niet bij machte was om iets te betalen. Een pijnlijk stilzwijgen. „Meneer, ik wou u vragen, of nou die begrafenis Sardinische Dorp 8-r oman VAN GRAZIA DELEDDA. o— 19 Annesa aarzelde nog; maar op eens schoot haar de gedachte door het hoofd, dat zij alleen eigenlijk maar in gevaar verkeerde, terwijl de anderen, de on- schuldigen, wel middelen en wegen zouden vinden, zien te redden; zij klemde zich nu aan den oud# enzeide op smeekenden toon: Oom Castigu! Oom CastiguTerwille van de zielen uwer dooden verberg me. Waar zijn de Grotten? Breng ine daarheen! Ik moet mij verbergen! Verberg ine! Nie mand mag mijne stem hooren, tot zij gered zijn oom CastiguOom Castigu Zij omklemde zijn arm, wierp zich op den grond, omvatte zijn knie, krom]) ineen, als wilde jfij zich onder zijne voeten verbergen. Hij keek op haar neder. Een gedachte, helder en scherp als de bliksemflits, joeg hem door het hoofd. „Jij weetjij weetj'J hebt het gedaan of jij hebt het gezien..." stamelde hij. Het meisje had het verstaan, maar zij hield zich, alsof zij het niet had verstaan. Verberg me!" begon zij weder op nieuw. „Zij hebben me allen geraden, mij niet te laten vangen. Verberg me, oom Castigu!" „Allen..." herhaalde hijAllen? „Allen... allen... lieve oom Castigu! Je wilt toch pietneen, neen, verberg me." „Ik kan je toch niet in mijn zak steken?" riep hij ongeduldig, boog zich voorover en pakte haar bij den schouder. Bij deze aanraking sidderde zij over haar geheele lichaam. Als een schok voelde de oude dit beven, en opnieuw vloog de gedachte der waarheid hem door het hoofd. Maar hij voelde nu meer bedroefdheid dan ontzetting, en de eenvoudige, schuchtere ziel van den eenzamen man werd barmhartig en ridderlijk tegen over de smart en de vrees van het met schuld beladen meisje, dat zich aan zijn voeten stuiptrekkend ver wrong als een gewond lam. Hij vroeg niet verder. Hij dacht niet aan het onheil, dat hij aan zijn geëerden meester zou kunnen berok kenen, wanneer hij Annesa verborg en beschermde; hij vroeg haar niet, of dat, wat hij geloofde, de waar heid was of een afschuwelijk vermoedm. Hij zcide eenvoudig: „Sta op en kom mede. Wanneer je niet schuldig bent, fcehoeft ge ook niet bang te zijn." Zij stond op, keek rond en herkreeg het bewustzijn omtrent haar toestand en vond ook hare zelfbeheer- sching terug; maar zij had er toch behoefte aan, den cenvoudigen, oprechten man om raad tc vragen; in dit uur van nood was hij haar meer waard dan alle ad vocaten ter wereld. Oom Castigu, zeg mij, wat ik doen moet. "Zwijgen, mijn dochter," antwoordde hij en legde zijn hand op zijn mond. „Zwijgen voor het oogenblik, zwij gen Ik zal je verbergen, zooals je het verlangt. En jij blijft daar, waar »k je breng. Tot ik terug kom, moet je zwijgen als het graf. Ik stop je tusschen twee rotsen," liet hij er op volgen, „en ik zal je zoo ver- bergen, dat ze je nooit zullen vinden, al' zouden zc jo ook'even zorgvuldig zoeken, gelijk men een naald in de zee zou zoekenIk breng je eten en drinken. Ik zal de raaf zijn, die Elias spijzigde." Zoo sprak hij, zacht fluisterend en eindelijk bloef hij 'zwijgen. „Paulu, PauluWaar kan hij toch zijn? Zouden zij hem gevangen genomen hebben?" Zij kon aan niets anders denken. Oom Castigu ging de hut binnen, haalde een kale- basflesch en een gerstebrood en dwong Annesa een weinig melk te drinken. Toen sloeg hij den weg in naar het woud. Het meisje volgde hem. En wederom kwam het haar voor, dat zij deze boomlooze open ruimte, met verdorde distelcn en gras bedekt, reeds vroeger had doorkruist dat zij vroeger al eens dit bosch gedeelte had gezien, dat zich als een zwarte wolk te gen idien zilveren hemel uitstrekte. De maan schitterde nog helder aan den hemel, maar in de verte s'.ogen reeds breede damp-wolken op. Als de herder en het meisje de overzijde van het open veld bereikt hadden, zagen zij tusschen de boomstammen door, een zee van zilverkleurig zand, waar op den 'ach tergrond, ver, ver-weg, een blauwe reuzen-rots in den vorm van een pyramide uitstak. Annesa deinsde terug. Ja, nu wist zij het Dat was dezelfde weg, dien zij toenmaals, op den eersten dag hun ner liefde, met Paulu was gegaan. En voor het eerst ondervond zij eene religieuse aan doening. „Wij verkeerden in doodszonde. God legde zijn hand pp ons en tuchtigt ons." Bij een nieuwe kromming van den weg verhief zich het woud onmiddellijk, en rechts bevond zich het reuzen- graf, groot en geheimzinnig. En als gedreven door het lot, hetwelk Annesa leid de, bracht oom Castigu haar langs denzelfden weg. hij klauterde van steen op steen, het meisje met zich mede trekkende, dat bijna niet zien kon van smart en tranen. „Waarom ween je nu nog? Ik zeg je toch, dat jc niets hebt te vreezen. Loop voorzichtig. Let op, dat jc niet (valt Annesa boog het hoofd, zij zag niets meer; maar zij voelde de steenen onder haar voeten wankeleneven- als toenlertijd, en gelijk toen vreesde zij ook nu ieder oogenblik, in den afgrond te zullen storten. Inderdaad gingen zij vlak langs oen afgrond, klom men toen op tot aan de rots, die van beneden uit van men vrouw, begrijpt u, gebeuren." „Zeker! U kunt gedaan krijgen, de begrafenis op zich neemt; zal ik daarvoor in orde maken?" „Asjeblief meneer, maarkan dat nou netjes gaan meneer, ziet u, ik wou zoo gra. het een beetje netjes ging, begrijpt u, kan dat'; „Ja vriend, daar moet je nu niet al te veel (va- denken hoor! dat gaat nogal eenvoudig!" „Maar meneer, ze hadde gezegd dat men vrouw met (een kar werd gehaald, maar moet dat of kan dat niet met een wagen?" De gedachte, dat zijn vrouw met een handkar zou worden weggehaald was den stakker zeker te machtig z'n oogen stonden rood en met een angstigen twijfel keek hij naar iden ambtenaar, den man, die volgens zijn eenvoudig oordeel alles regelde. Men had op dat kantoor innige deelneming met den ongelukkigen stumper, maar men moest hem de waar heid toch zeggen. Men moest tegenover dien eenvoudigen werkman be kennen, dat inderdaad de lijken van de armen door „de stad" met een handkar werden weggehaald. Hij hoorde het, hij wist dat het zoo zou zijn _pn nu vroeg hij of dat dan niet ging, als hij nu es in de buurt ging vragen om wat geld, zoo ieder wat; of ze dan niet een koets konden betalen en of dat niet erg duur was? Een der ambtenaren, begaan met het lot van dezen man en wellicht zelf beschaamd dat deze teraarde bestelling door de gemeente zou geschieden, verleent zijn tusschenkomst en telefoneert aan een zeer goed koop adres. „Twaalf gulden zal dat kosten, vriend, als ie dat kunt betalen, dan kan je vrouw in een koets, hoor!" „Dank u meneer, ik zal de buren wel wfloopen, misschien krijg ik het geld wel." Misschienmaar hij kreeg het n i e t. Zijn buren Konden het niet betalen, want de meesten waren als hij doodarm. En toen moest „de stad" het maar doen, het kon immers niet anders; en er kwam een soort kruier met zijn vrouw en ze sjouwden het lichaam naar be neden pn legden het in een ruwe kist; toen het er niet gewoon in kon, omdat de kist te klein was, toen moest het maar „op z'n kant." En de stakker moest het aanzien, dat de .vrouw, zijn vrouw, met wie hij jaren alle vreugde en leed, maar leed vooral, had gedeeld, de vrouw, die zoo goed voor hem was geweest en nooit geklaagd had als er geen werk en geen eten was, dat ze daar werd weggesleept op een kar, begeleid door een ruw wijf en een groven kerel. Er werden er dien dag meer be graven, want de stad is groot. En wellicht was er een begrafenis met vele bloemen, als aandenken aan de ontslapene; plechtigheden aan het graf, waar wellicht gesproken zou worden over de goede en edele eigen schappen van den doode. Hij, de stakker, verlangde dat niet; hij wenschte niet het minste vertoon, maar hij wilde dat hij niet achter die kar moest loopen naar het kerkhof, waar niemand was en waar hij naderhand niet eens de plek zou weten, waar zijn vrouw begraven lag. Teruggeschrikt De vorige week werd te Doetinchem een paartje in ondertrouw opgenomen, hetwelk Maandag in het hu welijksbootje hoopte te stappen. Groot was echter de droefheid der bruid, toen zij vernam, dat ten stadhuize van den bruidegom bericht was ontvangen, dat de amb tenaar van den burgerlijken stand Vrijdag niet op hem behoefde te wachten, daar hij niet voornemens was te verschijnen. Onverwachts trad hij echter den avond vóór den blijden dag de woning van het reeds treu rende bruidje binnen, zoodat men verwachten mocht, dat het huwelijk toch voltrokken zou worden. Doch niets is veranderlijker dan de mensch. Dit bleek dan ook gisteren, want in plaats van naar het stadhuis, spoedde de bruidegom zich 's morgens naar het station en ver liet pnze plaats, nagestaard door bruid en bruilofts gasten. 'j Zyn mieren schadelijk De heer G. Sutterland, tuinbouwonderwijzer te Zaan dam, vertelt in Onze Tuinen het volgende: Men is zoo geneigd, de mier als toonbeeld van vlijt voor te stellen, dat het haast misdadig schijnt, ihet schepseltje slechte eigenschappen toe te kennen. Dr. H. Bos is echter al begonnen aan de gunstige reputatie te tornen, dus durf ik er wel mee voortgaan. Vanmid dag (Zaterdag 8 Nov.) riep de chef der kweekerij „Ixrasnapolsky" mij bij een schotel kiemende zaden van Begonia Erfordia. Onder 't dekglaasje, daarop gelegd, zag ik verscheidene kleine mieren, waarvan .sommige een kiemend zaadje tusschen de kaken wegsleepten. Dat deden ze eveneens met het Resida-zaad, en zelfs Aspa ragus-zaden weiden niet gespaard. Zoo was meer dan eens het gehoele zaaisel mislukt. Zelfs moesten de zaad teilen geheel door water van de omringende voorwer pen algescheiden worden. En 'toch wisten ze binnen ie komen. Is dat niet een sterk staaltje van sléchte manieren? Ze denken vast: „Wie vroeg opstaat, kan nooit te laat koinen." l)e iii- en uitbreker Waltcrs-IIicliter. De in- e. t uitbreker Walters, alias Richter, thans gedetineerd in het huis van bewaring te Alkmaar, waar liij 13 September 190/ door de rechtbank werd veroor deeld wegens inbraak, is Maandag, 25 dezer, naar Am sterdam vervoerd, en zal daar 11 December a.s. in hooger beroep terechtstaan voor het hof, in zake art. 269 Me.boek van Strafvordering (onderzoek omtrent een zelvigheid van ontvluchten en aangehouden persoon.) Troonopvolging. De „Nieuwe Arnhemsche Courant" bepreekt wat zy noemt „een dringend nationaal belang", namelyk de troonopvolging. Zy begint met de bewering te weer leggen, dat het onderwerp te kiesch en te pynlyk zou zyn, om er over te spreken. de (verte (.Ir uitzag als een grafzerk, zij stegen aan de andere helling van den berg naar beneden en lie pen toen voort tusschen twee rotswanden. De maan stond in het Zenith en verlichtte dezen bergpas. Nog altijd ging de heider haar voorzichtig voor, de rots wanden tot steun gebruikende. Eensklaps liepen de rotswanden van elkaar af, en werd er oen andere berg helling »:ichtbaar, en dalen en nog eens dalen, ber gen en altijd weer bergen, schaduwen en mist-lagen, en over dat alles heen de zilveren gloed van het maan licht. Annesa droogde hare tranon en keek rondom zich. Oom Castigu sprong op een lager staand rotsblok iyi hielp Annesa bij het afstijgen. Daarna daalden zij af langs een soort trap, die boven een afgrond scheen te zweven, en eindelijk bleven zij staan voor de hooge, breede opening van een grot. „Kijk hier, als ge daar binnen zijt g>gian, leg ik er tyen steen voor en wat takken," zcide de herder, „en niemand zal je daar ontdekken." „Ik ben bang," zeide zij. „Waarvoor? Alleen de duivel kan jo daar vinden. Kom!" Hij bukte zich en verdween in de grot. Ook Annesa bukte, zij kropen uu op handen en yoeten voort. De herder hielp haar van binnen, vatte haar bij den arm cn trok haar met zich voort. Het was niet een lage, donkere grot als bijna al de andere grotten van het gebergte, inaar een soort kamer, gevormd uit wonderbaarlijk saaingevoegde rots blokken. -Van de zijde tegenover den ingang was oen groot-a spleet tusschen de twee rotsen, breed genoeg om het hoofd van een mensch er door te laten. Nauwelijks had Annesa zich opgericht, of zij liep or wantrouwend naar toe. Daar zag zij onder zich een vreeselijken af grond, die zich tot aan het dal uitstrekte. Tusschen de in net maanlicht zwart-blauw er uitziende kloven verhieven zich boschjes van donkere steeneiken, die er uitzagen als de manen van versteende monsters. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 5