KLIMOP.
Donderdag 28 Nov. 1907.
5Je Jaargang. No. 4312.
TWEEDE BLAD.
Binnenlandsch Nieuws.
F EUILLETON.
Uit en voor de pers.
IVoord-IIoll andsclic arkcnsfbkverecniging.
Algomcene Vorgadering, gehouden 21 November te
Alkmaar.
Voorzitter de heer H. J. Avis te Midwoud.
Aanwezig do afVevaardigdon en eenigo bestuursleden
der afdeolingen Midwoud—Oostwoud, Hauwert, Koe
gras, Eierland, Assondolft, Ursem, Wyde Wormer, Beem-
stür, Heer Heerhtigowaard on Eerkhout benevens het
eerend de hoer C Nobel.
De Voorzitter opent de vorgadering met een welkom
1 aan de leden, en wyst daarby op de landbouwtoestan-
den van ongeveer 25 jaren geleden, in vergelijking mot
die van hedenverschillende factoren zyn oorzaak van
de gunstige veranderingen:
le. De tussch9nkomst der regeering, die de laa*ste
jaren veel, zeer veel voor don landbouw heeft gedaan,
veel ambtonaren ton dienste van den landbouw aan
stelde en kort geleden zelfs een zetel in het Ministerie
voor den landbouw bestemde.
2e. De verschillende landbouwmaatschappijen en
vereenigingen die vele practische proeven aan de hand
van de wetenschap bewerkten.
De notulen van de vergadering der oprichting worden
goedgekeurd en geteekend.
De Voorzitter deelt mede:
le. Dat de Koninklijke goedkeuring is verkregen op
de statuten der afdeelingen Midwoud—Oostwoud on
Heer Hugowaard.
2e. Op de statuten der hoofdvereeniging zal de
Koninklijko goedkeuring worden gevraagd wanneer
drie afdeelingen als zoodanig zijn goedgekeurd.
3e. Dat het noodig blijkt, dat deze statuten eenige
kleine redactie-wijzigingen ondergaan met hot oog op 't
aanvragen dor Koninklijke goedkeuring. Aldus wordt
besloten.
Als ingekomen sluk wordt voorgelezen een kennis
geving van den heer Directeur-Oeneraal van den Land
bouw dat de vereeniging een subsidie voor 1907 is toe
gekend van f 500. (Applaus.)
Een rekening en verantwoording en een begrooting
voor 1908 worden ingewacht.
Omtrent bespreking van de vraag of het wonschelijk
en uitvoerbaar is één inspecteur te benoemen voor alle
afdeelingen, wordt besloten na zeer ampele behandeling,
een afwachtende houding aan te nemen, en den admini
strateur vooreerst naar deze of gene afdeel ing te
doen gaan, ter verkrijging van een idéé omtrent de ge
nomen controle. Naar aanleiding van de bespreking
van de eischen aan het uiterlijk van een fokzeug en-beer
q9iJidmat0n id?r. Herv' Qemeente ter benoeming van
3 oden van het kiescollege, in de plaats van de aflre
ondo heeren: V\. Govirs Jb. Duit en D. Vos die all-n
Ok een mTg wei'"'" - Tevens had er
m dn ninef ilatf va" een Iid va» "at collogo
Plaata van -don heer KL Hoornsman, onlangs
D Hoorns man 8Daarl0d werd gekozen do hoer
TT.. TT. niet gerust.
Uit Utrecht wordt aan het Hbl. eemeld:
De inleggers op do Nutsspaarbai k alhier zij van hun
vroes nog niet genezen. Zaterdagavond hadden weer
een aantal lorugbetalingen plaats. Aanvragen tot terug
betaling waren gedaan tot een liedrag van circa f70 000.
Po'jtie had weer de noodige maatrogelen genomen
tot handhaving der orde.
Gesnapt.
Zaterdag werd een conductour der posterijen in den
trein tusschen Rotteidam en den Hoek van Holland op
heeterdaad betrapt op diefstal van geldswaarden uiteen
aangeteekend pakket. De man, die reeds geruimen tijd
van dergelijke handelingen werd verdacht, doch dion
men nog nooit van zijn schuld had kunnen overtuigen
werd op de volgende w(jze gesnapt.
Te Rotterdam w.-rd een pakket klaargemaakt, waarin
men opzettelijk zilver-geld op zoodanige wijze had ver
gen, die zich voorstellen de tuberculose te bestrijden
zich tot Ged. Staten gewend, met verzoek om steun.
Op voorstel van prof. van Hamel werd die zaak toen
niet beslist, omdat hij het beter vond op de beginsel-
vraag oerst terug te komen wanneer de vereenigingen
tot tuberculose-bestrijding in Noord-Holland en daar
buiten zich zouden hebben georganiseerd en van die
organisatie dan een verzoek om steun zou zijn in
gekomen.
De organisatie kwam niet tot stand, maar wel klop
pen nu om steun aan de vereenigingen Amsterdam,
Haarlem en den Helder, die meededen, dat eerlang
vereenigingen van gelijken omvang zullen gesticht wor
den te Alkmaar, Zaandam, Hoorn en Hilversum, ter
wijl die voor Purmerend, Wormen-eer, Edam, Enk
huizen, Schagen, Medemblik, Naarden, Bussum, enz.
vooralsnog niet noodig werden geacht.
Amsterdam vraagt nu voor 1908—'10 f5000 per jaar,
Haarlem f 1000 en Den Helder f 750.
Voor de 4 andere wordt respectievelijk f600, f500,
f 500 en f 400 gevraagd, terwijl voor de andere, waar
het Witte Kruis de zaak zal ter hand nemen, in het
geheel f 8250 voldoende wordt geacht.
Voorloopig wordt nu nog maar subsidie gevraagd
voor Amsterdam, Haarlem en Den Helder. Ged. Sta
ten geven op die verzoeken een uitvoerig praeadvies.
Zij zijn van oordeel, dat dit nu eigenlijk aanleiding
pakt, dat men dit kon hooren rammelen. Bij aankomst kan zijn de zaak niet af te doen, daar ook nu geen
aan don Hoek van Holland stonden ambtenaren der organisatie komt aankloppen om steun, doch daarvan
posterijen en van de justitie gereed om eon onderzoek behoeft geen sprake te zijn. De zaak kan afgedaan wor-
in te stellen, en daarbij bleek inderdaad dat het geld ('en en daarom stellen Ged. Staten er prijs op hun
uit het pakket was verdwenen. By fouilleering werden standpunt tegenover de kwestie uitvoerig toe te lichten,
de geldstukken, welke van merken waren voorzien, bij Aan de toelichting is het volgende ontleend:
den verdachten conducteur gevonden. De man werd Het kan niet worden ontkend, zeggen zij, dat hier
geboeid naar Rotterdam overgebracht en aldaar onmid- de morste stap in een nieuwe richting zou worden ge-
dellijk door den subst.-officier van justitie mr. Star Bus- gedaan noch op de subsidiën, aan een tweetal pares
man verhoord. vaccinogènes verleend, noch op de bijdragen, ten be
hoeve der krankzinnigenverpleging verstrekt, kan daar
bij tot staving der aanspraken van adressanten naar
hun ineening een geldig beroep worden gedaan
Voor jagers.
In Friesland ziin in de laalste dagen zeer vele plu
vieren (wilsters) die, tengevolge van het vriezend weder
of wel \an de lange nachten in de noordelijke streken,
waardoor zij moeilijk hun voedsel kunnen vinden, „in
den trek" meerondeels met slagnetton in grooten getale
worden gevangen.
Te Leeuwarden worden dagelijks gemiddeld 800 stuks j
aangevoerd en aan de poeliers voor 50 cents per stuk
van de hand gedaan. l)e meeste dier vogels worden
verzonden naar Engeland, België en Frankrijk.
Naar het oordeel van Ged. Staten nu ware het doen
van den boven aangegeven eersten stap hot verlaten
van het terrein, waarover bij het verleenen van gel-
delijken steun de bemoeiingen der provincie zich be-
hooren uit te strekken.
Zeer zeker kan ook alles wat de volksgezondheid
aangaat als een aangelegenheid gelden, welke in hooge
mate de aandacht en de belangstelling van het provin
ciaal bestuur verdient, maar de zorg voor en de be
hartiging van dit onderwerp heeft de rijkswetgever zelf
y. p Geen kermis bieren. uaiugmg van Uil uuuerwerp neen ue iijKsweigever zen
- r predikant te suameer, zond oen meisje van de zich aangetrokken, en daarbij hetzelfde stelsel gevolgd,
catecnisatie weg, wyl zij niet wilde beloven zich t dat aan de regeling van het lager onderwijs ten grond
zuilen onthouden van het bijwonen van een kermis of slag ligt.
andere vermakelijkheden. De heer R., vader van hot i De provincie vervult in het stelsel der gezondheids-
menye, is daaimede niet tevreden en heeft zich met een 'wetgeving, die nog eerst zeer onlangs is tot stand ge-
klacht tegen den predikant tot het classicaal kerk-komen, geen rol, en Ged. Staten meenen inderdaad,
Twee andere meisjes, wie ook dezo dat, zoo al het doen van uitgaven op dit gebied haar
belofte werd afgevraagd, zijn niet meer op de catechisatie
verschenen.
Mazelen.
Te Oirschot (N.Br.) heerschen in hevigo mate do
mazelen. In de afgeloopen week hebben zich een twaalf
tal sterfgevallen voorgedaan, waarvan vier in één
huisgezin. (jjn. Ct.")
Ingestort.
Men meldt uit Eist
hier ,nict als voor het lager onderwijs, uitdrukkelijk
is verboden, van de wenschelijkheid vari hare onthou
ding op dit gebied juist hetzelfde mag worden gezegd.
Het Provinciaal Bestuur zou nimmer rechtstreeks,
maar slechts door het verleenen van subsidiën tus
schen beide kunnen treden en daar het belastingveld der
provincie in tegenstelling met dat van het rijk
dezelfde belastingschuldigen omvat als die van allege-
1 meenten gezamenlijk zullen de subsidiën, indien ze in alle
Rii don houw «on«r F? r .t, gemeenten naar gelijken maatstaf worden toegekend, geen
te stellen is men algemeen van gevoelen dat men van aanbouw was „n „LI" enkel«n steun kunnen aanbieden, welke niet beter door
dergelijke dieren mag eischen sterken rug, stevige j 28 jaar oJd ln^gehuwdÏÏS P W de gemeentebesturen, aan wie tevens de noodige mid-
pooten, lang lichaam en voldoende melkrykheid.
De reis- en verblijfkosten voor afgevaardigden en
secretarissen worden vastgesteld.
Hot bespreken en vaststellen van do wijze van het j cand- te Kampen,
merken der dieren, ontlokte een zeer uitvoerige discus- J Aartswoud.
sieniet alleen wat de uitvoering betreft maar ook met j Vrijdagmiddag had in do consistoriekamer te Aarts-
de kosten hiervan moet rekening gehouden worden. j woud, voor den tijd van zes jaren de publieke verhuring
Alhoewel het wenschelijk werd geacht alle biggen van j plaats van „de Kerkeplaats", groot ongeveer 20 H.A
iedere gecontroleerde zeug van een plombeermerk te j toebehoorende aan de Ned. Herv. Kerk aldaar. Huurd.r
voorzien, en daarna de biggen voor de contióle temer- werd wederom de heer P. Schekkerman voor f116 per
delen ter controle over het gebruik daarvan ten dien-
Beroepcn ste staan, zouden kunnen worden verleeiKl. Voor de
bij de Gereformeerde Kerk te Dirkshorn, de heer J. Thijs, gemeentenaren kan de regeling op de eene of op de
nond 4" /-v Ti*" n w* n/\rt ---11 .1 1.
ken met een tatoueermerk, wordt besloten met het oog
op de kosten de merkingen alleen te doen met een
tatoueertang.
Prijsopgaaf van tien tangen zal worden gevraagd.
De begrooting voor 1907 wordt vastgesteld met een
ontvangst en uitgaaf van f929.90.
De convocatie behandeld zijnde, wordt de vergadering
onder dankzegging voor de opkomst en aangename
discussie, die getuigde van veel sympathie voor de nieuwe
H.A., tegen f107 zes jaren geleden.
Hoogwoud.
Vrijdagavond gaf het fanfarecorps „Wilhelmina" zijn
eorste uitvoering in dit seizoen. De uitvoering dor
muziekstukken liep zeer goed van stapel, zooals wjj dat
van deze vereeniging gewoon zijn. Het lokaal was vrij
goed bezet met icehoorders.
Hoogwoud.
Vrijdagavond verkocht Notaris do Boer alhier, in de
vereeniging, en met een opwekking aan de leden ter vryuagavona verKocnc notaris do Boer alhier, in de
bevordering der varkensfokkerij, door den Voorzitter ^berg „do Stempetenon te Aartswoud, ten verzoeke
6 van den heer P. Bras te Sybecarspel een huis met schuur
g en erf' boomgaard en een perceel weiland, groot 1,35.89
Een nieuw klooster in Noord Holland. H.A., staande en liggende te Aartswoud. De perceelen
Hebben de EE. PP. Franciscanen pas hun prachtig zyn opgehouden voor f2840.
kloostergebouw te Nieuwe Niedorp betrokken, wy ver
nemen nu, dat ook de EE. PP. Capucijnen zich in
Noord-Holland en wel dichtbij Haarlem,zullen vestigen.
Een poos geleden deelden wy mede, dat het kerk
bestuur van Driehuizen (Sandpoort) een flink stuk
gronds had aangekocht. Op dezen grond gelegen in de
z g Hei tusschen Driehuizen, Velsen en IJmuiden in,
zal het nieuwe klooster der EE. PP. Capucijnen worden
gebouwd. Waarschijnlijk zullen de paters ook de ziels- WB
.i1-m-t rl r\ Ir 1 z\z\of n 1 ci IVL llllCll
Provinciale Staten van Noord Holland.
De commies ter provinciale griffie, de heèr J.
iC.
Mikkers, die een-en-veertig jaren dienst heeft bij de pro
vincie, ,is met 1 Jan. 1908 op de meest eervolle wijze,
wegens ziekte, op zijn verzoek ontslagen. Volgens Ged.
Staten genoot hij nooit een jaarwedde aan zijn werk
zaamheden geëvenredigd, voordat in 1906 de wijziging
der prov. wet het mogetijk maakte hem een salaris toe te
van f 3500. Had de provincie vroeger vrijheid
zorg in den omtrek waarnemen, en de kloosterkerk als beter salaris toe te kennen zeker zou hii
bykerk dienst doen. In het a.s. voorjaar zal met den rdXto J
k^i,tr> TrfAviInn norrnnnon
bouw worden begonnen.
(„Tyd".)
De komst des Duitsclien Keizers.
Hoewel tot heden voor het bezoek van den Duitschen
Keizer nog geen vaste datum kan worden opgegeven,
had men echter zekerheid dat de komst van Z. M.
tusschen 2 en 10 December zal plaats hebben. Van de
1908 was het het Rijk,
dat de maxima en minima der salarissen vaststelde. Had
de heer M. nog drie jaren kunnen doordienen, lian
zou .hij een rijkspensioen hebben gekregen van f 2434.
Nu bedraagt het slechts f2061. Ged. Staten stellen voor
hem levenslang uit de prov. fondsen het verschil tus
schen die beide cijfers te betalen.
Het oentraal-bestuur van de vereeniging ter christc-
oorlogsschepen der Kon. Marine, die aangewezen zyn lijke verpleging van krankzinnigen en zenuwlijders in
voor het saluut aan den Keizer, zal het pantserdek- Nederland heeft een overeenkomst met de provincie, om
schip Friesland naar IJmuiden gedirigeerd worden en lijders te verplegen voor f 300 per jaar. Die som is
de pantservaartuigen Piet Hein en Noord-Brabant ter njet hoog genoeg meer en daarom vraagt het bestuur
reede van Amsterdam komen. Het is nog niet beslist nu f325.
of eenige Duitsche marinebodems het keizerlijk jacht Waar de provincie zelf het verpleeggeld voor d» pa-
de Hohenzollern op den tocht door het Noordzeekanaal tiënten 3e klasse op Meerenberg heeft opgevoerd van
naar Amsterdam zullen vergezellen.
Callantsoog.
Zondag 24 dezer vergaderden alhier de stemgerechtig-
f 270—f 320, oordeelen Ged. Staten toestaan van het ver
zoek niet meer dan billijk.
In de najaarszitting van 1906 hadden twee vereenigin-
andere wijze wel van geen belang worden geacht, daar
het voor de belastingschuldigen eener gemeente wel
hetzelfde zijn zal, of vermeerdering hunner belasting
schuld ten bate der provinciale of der gemeentekas zal
strekken.
Over de technische vragen wenschen Ged. Staten zich
niet uit te laten. Slechts deskundigen zijn in staat te
oordeelen of bestrijding der tuberculose tegenwoordig
op verkeerde dan wel op juiste wijze wordt aangevat,
of sanatoria, lighallen, enz. dan wel hygiënische edu
catie en propaganda de voorkeur verdienen en of con-
sultatiebureaux in dit opzicht wel veel uitwerken. Aan
de gemeentebesturen dient overgelaten, wat zij wen
schelijk achtten.
Stakker.
Men schrijft als historisch uit Amsterdam aan Land
en Volk
's Ochtends elf uur; op het sombere kantoor voor
de aangiften van overlijden; de ambtenaren gebogen
over hun werk.
Een werkman, pet in de hand, komt binnen ten
blijft voor de balie staan.
Geen vroolijke boodschap te verrichten, dat ziet men
den man wel aan.
Wat hij wenschte?
Beschroomd en hakkelend komt het er uit„Ziet u
meneer, ik wou u vragen wat ik doen moet; mijn
vrouw is gisterenavond gestorven." Tevens grijpt hij
haastig in den zak en spreidt eenige papieren op de
balie, daarbij zich goed houdende, maar toch niet kun
nende verhinderen, dat ooghoeken en mond verraderlijk
beginnen te trillen.
De ambtenaar kijkt de papieren in.
Het zijn polissen van een begrafenisfonds. „U moet
hier wiet zijn; dit zijn papieren van een fonds; daar
kunt u geld ontvangen."
„Ja, ziet u meneer, dat is het hem juist; ik heb
al jaren betaald, maar nu ben ik werkloos ennu
ben ik een paar weken achter gebleven ziet u, maar
dat is al meer gebeurd, maar dan haalde ik het weer
in, ziet u en nou, nou men wouw al lang ziek ligt,
nou het de bode van het fonds gezegd, dat ik was door
gehaald en nou krijg ik niks meneer, geen cent en' ik heb
geen centen om de begrafenis te betalen."
De ambtenaar heeft blijkbaar al meer zulke zaakjes
bij de hand gehad, maar heeft toch medelijden ,met
dezen man, die, slachtoffer der werkloosheid, niet bij
machte was om iets te betalen.
Een pijnlijk stilzwijgen.
„Meneer, ik wou u vragen, of nou die begrafenis
Sardinische Dorp 8-r oman
VAN
GRAZIA DELEDDA.
o—
19
Annesa aarzelde nog; maar op eens schoot haar
de gedachte door het hoofd, dat zij alleen eigenlijk
maar in gevaar verkeerde, terwijl de anderen, de on-
schuldigen, wel middelen en wegen zouden vinden, zien
te redden; zij klemde zich nu aan den oud# enzeide
op smeekenden toon:
Oom Castigu! Oom CastiguTerwille van de zielen uwer
dooden verberg me. Waar zijn de Grotten? Breng ine
daarheen! Ik moet mij verbergen! Verberg ine! Nie
mand mag mijne stem hooren, tot zij gered zijn
oom CastiguOom Castigu
Zij omklemde zijn arm, wierp zich op den grond,
omvatte zijn knie, krom]) ineen, als wilde jfij zich
onder zijne voeten verbergen.
Hij keek op haar neder. Een gedachte, helder en
scherp als de bliksemflits, joeg hem door het hoofd.
„Jij weetjij weetj'J hebt het gedaan of
jij hebt het gezien..." stamelde hij.
Het meisje had het verstaan, maar zij hield zich,
alsof zij het niet had verstaan.
Verberg me!" begon zij weder op nieuw. „Zij hebben
me allen geraden, mij niet te laten vangen. Verberg
me, oom Castigu!"
„Allen..." herhaalde hijAllen?
„Allen... allen... lieve oom Castigu! Je wilt toch
pietneen, neen, verberg me."
„Ik kan je toch niet in mijn zak steken?" riep hij
ongeduldig, boog zich voorover en pakte haar bij den
schouder.
Bij deze aanraking sidderde zij over haar geheele
lichaam. Als een schok voelde de oude dit beven,
en opnieuw vloog de gedachte der waarheid hem door
het hoofd. Maar hij voelde nu meer bedroefdheid dan
ontzetting, en de eenvoudige, schuchtere ziel van den
eenzamen man werd barmhartig en ridderlijk tegen
over de smart en de vrees van het met schuld beladen
meisje, dat zich aan zijn voeten stuiptrekkend ver
wrong als een gewond lam.
Hij vroeg niet verder. Hij dacht niet aan het onheil,
dat hij aan zijn geëerden meester zou kunnen berok
kenen, wanneer hij Annesa verborg en beschermde;
hij vroeg haar niet, of dat, wat hij geloofde, de waar
heid was of een afschuwelijk vermoedm. Hij zcide
eenvoudig:
„Sta op en kom mede. Wanneer je niet schuldig
bent, fcehoeft ge ook niet bang te zijn."
Zij stond op, keek rond en herkreeg het bewustzijn
omtrent haar toestand en vond ook hare zelfbeheer-
sching terug; maar zij had er toch behoefte aan, den
cenvoudigen, oprechten man om raad tc vragen; in
dit uur van nood was hij haar meer waard dan alle ad
vocaten ter wereld.
Oom Castigu, zeg mij, wat ik doen moet.
"Zwijgen, mijn dochter," antwoordde hij en legde zijn
hand op zijn mond. „Zwijgen voor het oogenblik, zwij
gen Ik zal je verbergen, zooals je het verlangt. En
jij blijft daar, waar »k je breng. Tot ik terug kom,
moet je zwijgen als het graf. Ik stop je tusschen twee
rotsen," liet hij er op volgen, „en ik zal je zoo ver-
bergen, dat ze je nooit zullen vinden, al' zouden zc
jo ook'even zorgvuldig zoeken, gelijk men een naald in
de zee zou zoekenIk breng je eten en drinken.
Ik zal de raaf zijn, die Elias spijzigde."
Zoo sprak hij, zacht fluisterend en eindelijk bloef
hij 'zwijgen.
„Paulu, PauluWaar kan hij toch zijn? Zouden
zij hem gevangen genomen hebben?"
Zij kon aan niets anders denken.
Oom Castigu ging de hut binnen, haalde een kale-
basflesch en een gerstebrood en dwong Annesa een
weinig melk te drinken. Toen sloeg hij den weg in naar
het woud. Het meisje volgde hem. En wederom kwam
het haar voor, dat zij deze boomlooze open ruimte,
met verdorde distelcn en gras bedekt, reeds vroeger
had doorkruist dat zij vroeger al eens dit bosch
gedeelte had gezien, dat zich als een zwarte wolk te
gen idien zilveren hemel uitstrekte.
De maan schitterde nog helder aan den hemel, maar
in de verte s'.ogen reeds breede damp-wolken op. Als de
herder en het meisje de overzijde van het open veld
bereikt hadden, zagen zij tusschen de boomstammen
door, een zee van zilverkleurig zand, waar op den 'ach
tergrond, ver, ver-weg, een blauwe reuzen-rots in den
vorm van een pyramide uitstak.
Annesa deinsde terug. Ja, nu wist zij het Dat was
dezelfde weg, dien zij toenmaals, op den eersten dag hun
ner liefde, met Paulu was gegaan.
En voor het eerst ondervond zij eene religieuse aan
doening.
„Wij verkeerden in doodszonde. God legde zijn hand
pp ons en tuchtigt ons."
Bij een nieuwe kromming van den weg verhief zich het
woud onmiddellijk, en rechts bevond zich het reuzen-
graf, groot en geheimzinnig.
En als gedreven door het lot, hetwelk Annesa leid
de, bracht oom Castigu haar langs denzelfden weg.
hij klauterde van steen op steen, het meisje met zich
mede trekkende, dat bijna niet zien kon van smart
en tranen.
„Waarom ween je nu nog? Ik zeg je toch, dat jc
niets hebt te vreezen. Loop voorzichtig. Let op, dat jc
niet (valt
Annesa boog het hoofd, zij zag niets meer; maar
zij voelde de steenen onder haar voeten wankeleneven-
als toenlertijd, en gelijk toen vreesde zij ook nu ieder
oogenblik, in den afgrond te zullen storten.
Inderdaad gingen zij vlak langs oen afgrond, klom
men toen op tot aan de rots, die van beneden uit
van men vrouw, begrijpt u,
gebeuren."
„Zeker! U kunt gedaan krijgen,
de begrafenis op zich neemt; zal ik
daarvoor in orde maken?"
„Asjeblief meneer, maarkan dat nou
netjes gaan meneer, ziet u, ik wou zoo gra.
het een beetje netjes ging, begrijpt u, kan dat';
„Ja vriend, daar moet je nu niet al te veel (va-
denken hoor! dat gaat nogal eenvoudig!"
„Maar meneer, ze hadde gezegd dat men vrouw
met (een kar werd gehaald, maar moet dat of kan
dat niet met een wagen?"
De gedachte, dat zijn vrouw met een handkar zou
worden weggehaald was den stakker zeker te machtig
z'n oogen stonden rood en met een angstigen twijfel
keek hij naar iden ambtenaar, den man, die volgens zijn
eenvoudig oordeel alles regelde.
Men had op dat kantoor innige deelneming met den
ongelukkigen stumper, maar men moest hem de waar
heid toch zeggen.
Men moest tegenover dien eenvoudigen werkman be
kennen, dat inderdaad de lijken van de armen door „de
stad" met een handkar werden weggehaald.
Hij hoorde het, hij wist dat het zoo zou zijn _pn
nu vroeg hij of dat dan niet ging, als hij nu es in
de buurt ging vragen om wat geld, zoo ieder wat;
of ze dan niet een koets konden betalen en of dat niet
erg duur was?
Een der ambtenaren, begaan met het lot van dezen
man en wellicht zelf beschaamd dat deze teraarde
bestelling door de gemeente zou geschieden, verleent
zijn tusschenkomst en telefoneert aan een zeer goed
koop adres.
„Twaalf gulden zal dat kosten, vriend, als ie dat
kunt betalen, dan kan je vrouw in een koets, hoor!"
„Dank u meneer, ik zal de buren wel wfloopen,
misschien krijg ik het geld wel."
Misschienmaar hij kreeg het n i e t. Zijn buren
Konden het niet betalen, want de meesten waren als
hij doodarm.
En toen moest „de stad" het maar doen, het kon
immers niet anders; en er kwam een soort kruier
met zijn vrouw en ze sjouwden het lichaam naar be
neden pn legden het in een ruwe kist; toen het er
niet gewoon in kon, omdat de kist te klein was, toen
moest het maar „op z'n kant."
En de stakker moest het aanzien, dat de .vrouw,
zijn vrouw, met wie hij jaren alle vreugde en leed,
maar leed vooral, had gedeeld, de vrouw, die zoo
goed voor hem was geweest en nooit geklaagd had
als er geen werk en geen eten was, dat ze daar werd
weggesleept op een kar, begeleid door een ruw wijf
en een groven kerel. Er werden er dien dag meer be
graven, want de stad is groot. En wellicht was er een
begrafenis met vele bloemen, als aandenken aan de
ontslapene; plechtigheden aan het graf, waar wellicht
gesproken zou worden over de goede en edele eigen
schappen van den doode.
Hij, de stakker, verlangde dat niet; hij wenschte niet
het minste vertoon, maar hij wilde dat hij niet achter
die kar moest loopen naar het kerkhof, waar niemand
was en waar hij naderhand niet eens de plek zou
weten, waar zijn vrouw begraven lag.
Teruggeschrikt
De vorige week werd te Doetinchem een paartje in
ondertrouw opgenomen, hetwelk Maandag in het hu
welijksbootje hoopte te stappen. Groot was echter de
droefheid der bruid, toen zij vernam, dat ten stadhuize
van den bruidegom bericht was ontvangen, dat de amb
tenaar van den burgerlijken stand Vrijdag niet op hem
behoefde te wachten, daar hij niet voornemens was te
verschijnen. Onverwachts trad hij echter den avond
vóór den blijden dag de woning van het reeds treu
rende bruidje binnen, zoodat men verwachten mocht,
dat het huwelijk toch voltrokken zou worden. Doch
niets is veranderlijker dan de mensch. Dit bleek dan ook
gisteren, want in plaats van naar het stadhuis, spoedde
de bruidegom zich 's morgens naar het station en ver
liet pnze plaats, nagestaard door bruid en bruilofts
gasten. 'j
Zyn mieren schadelijk
De heer G. Sutterland, tuinbouwonderwijzer te Zaan
dam, vertelt in Onze Tuinen het volgende:
Men is zoo geneigd, de mier als toonbeeld van vlijt
voor te stellen, dat het haast misdadig schijnt, ihet
schepseltje slechte eigenschappen toe te kennen. Dr.
H. Bos is echter al begonnen aan de gunstige reputatie
te tornen, dus durf ik er wel mee voortgaan. Vanmid
dag (Zaterdag 8 Nov.) riep de chef der kweekerij
„Ixrasnapolsky" mij bij een schotel kiemende zaden van
Begonia Erfordia. Onder 't dekglaasje, daarop gelegd,
zag ik verscheidene kleine mieren, waarvan .sommige
een kiemend zaadje tusschen de kaken wegsleepten. Dat
deden ze eveneens met het Resida-zaad, en zelfs Aspa
ragus-zaden weiden niet gespaard. Zoo was meer dan
eens het gehoele zaaisel mislukt. Zelfs moesten de zaad
teilen geheel door water van de omringende voorwer
pen algescheiden worden. En 'toch wisten ze binnen
ie komen. Is dat niet een sterk staaltje van sléchte
manieren? Ze denken vast: „Wie vroeg opstaat, kan
nooit te laat koinen."
l)e iii- en uitbreker Waltcrs-IIicliter.
De in- e. t uitbreker Walters, alias Richter, thans
gedetineerd in het huis van bewaring te Alkmaar, waar
liij 13 September 190/ door de rechtbank werd veroor
deeld wegens inbraak, is Maandag, 25 dezer, naar Am
sterdam vervoerd, en zal daar 11 December a.s. in
hooger beroep terechtstaan voor het hof, in zake art. 269
Me.boek van Strafvordering (onderzoek omtrent een
zelvigheid van ontvluchten en aangehouden persoon.)
Troonopvolging.
De „Nieuwe Arnhemsche Courant" bepreekt wat zy
noemt „een dringend nationaal belang", namelyk de
troonopvolging. Zy begint met de bewering te weer
leggen, dat het onderwerp te kiesch en te pynlyk zou
zyn, om er over te spreken.
de (verte (.Ir uitzag als een grafzerk, zij stegen aan
de andere helling van den berg naar beneden en lie
pen toen voort tusschen twee rotswanden. De maan
stond in het Zenith en verlichtte dezen bergpas. Nog
altijd ging de heider haar voorzichtig voor, de rots
wanden tot steun gebruikende. Eensklaps liepen de
rotswanden van elkaar af, en werd er oen andere berg
helling »:ichtbaar, en dalen en nog eens dalen, ber
gen en altijd weer bergen, schaduwen en mist-lagen,
en over dat alles heen de zilveren gloed van het maan
licht.
Annesa droogde hare tranon en keek rondom zich.
Oom Castigu sprong op een lager staand rotsblok iyi
hielp Annesa bij het afstijgen. Daarna daalden zij af
langs een soort trap, die boven een afgrond scheen
te zweven, en eindelijk bleven zij staan voor de hooge,
breede opening van een grot.
„Kijk hier, als ge daar binnen zijt g>gian, leg ik
er tyen steen voor en wat takken," zcide de herder,
„en niemand zal je daar ontdekken."
„Ik ben bang," zeide zij.
„Waarvoor? Alleen de duivel kan jo daar vinden.
Kom!"
Hij bukte zich en verdween in de grot. Ook Annesa
bukte, zij kropen uu op handen en yoeten voort. De
herder hielp haar van binnen, vatte haar bij den
arm cn trok haar met zich voort.
Het was niet een lage, donkere grot als bijna al
de andere grotten van het gebergte, inaar een soort
kamer, gevormd uit wonderbaarlijk saaingevoegde rots
blokken.
-Van de zijde tegenover den ingang was oen groot-a
spleet tusschen de twee rotsen, breed genoeg om het
hoofd van een mensch er door te laten. Nauwelijks
had Annesa zich opgericht, of zij liep or wantrouwend
naar toe. Daar zag zij onder zich een vreeselijken af
grond, die zich tot aan het dal uitstrekte. Tusschen de in
net maanlicht zwart-blauw er uitziende kloven verhieven
zich boschjes van donkere steeneiken, die er uitzagen
als de manen van versteende monsters.
(Wordt vervolgd.)