K L I M 0 T.
Donde dag 19 Dec. 1907.
5le Jaargang. No. 4318.
TWEEDE P>1, Al).
Uit en voor de pers.
Biimenlaiidsch Nieuws.
t U1 L L E T O N.
Van 'n volle brandkast.
„De Rotterdammer" (antir.) heeft het volgende
artikeltje
Er wordt nu ergens in ons vaderland gebrek gele
den bijeen volle brandkast 1
Kom
Zeker, hot is zoo
En nog al doorsociaal-democraten 1
Immers het geval geldt de Amsterdamsche diamant
bewerkers, en die zijn voor hot overgroote deel
socialisten.
De diamantbewerkers hebben in hun vette jaren veel
verdiond.
Verleden jaar nog waren er, die niet minder dan 60,
80 a 100 gulden per week verdienden.
Dus 3000, 4000 a 50C0 gulden per jaar.
Gedeeltelijk hebben deze arbeiders dat natuurlijk voor
hun huisgezin bestemd.
Gedeeltelijk hebben zij het verbrast en zoekgemaakt
op een hier niet nader te omschrijven wijze.
Gedeeltelijk hebben zij ook een weerstandskas
geformeerd, waarin thans berust niet minder dan
f 1.300.000.
Zegge één millioen, driehonderduizend gulden.
Geen kleinigheid
Maar die kas is nu eenmaal gevormd voor vakbelan
gen, bijv. „om tegenover do patroons te kunnen stand
houden in tijden van „staking".
Thans echter is er geen werk en hebben de patroons
de arbeiders moeten ontslaan.
4C00 Loopen er reeds leeg.
Het gebrek is reeds aanwezig.
Maar- de kas van f 1.300.000 mag niet worden
aangeraakt.
De werklooze diamantbewerkers loopen dus nu rond,
zonder werk en zonder brood, en krijgen niets uit hun
oigen brandkast.
Nu willen zij zeker hebben, dat do burgory hen
onderhoudt
Terwijl zij zeiven, uitgezonderd het bijdragen voor
hun strydkas, nooit anders hebben gedaan dan veel
verdienen, alles verteren en verbrassen, zonder te
sparen
„De Rotterdammer" lacht dan ook om zoo'n leege
volle brandkast.
Onze Keizerlijke Huurman.
Uit de vele indrukken van den Keizerdag een
sombere dag vol regenvlagen, eindigend met storm
toch een mooie lichte dag in de geschiedenis van onze
stad uit die velerlei indrukken komt merkt het
„N. v. d. D." op er één telkens weer boven: de
herinnering aan den eenvoudigen man met het sym
pathieke, innemende gelaat, die naast onze Koningin
in 't rijtuig zat..
Aan het gala-diner ten paleize mocht 's Keizers
majesteit ook uiterlijk schitteren, ddar wilde de Keizer
in tegenwoordigheid van de buitenlandsche vertegen
woordigers en van enkele aanzienlijke Nederlanders,
onze Koningin eene hulde bewijzen, die Haar ongetwij
feld met gelukkige fierheid om Haar's volks en
Haarzelfs wille zal hebben vervuld.
Buiten, tegenover de wereld, wilde de Keizer slechts
de gaat zijn van onze Koninklijke familie. De Keizer
lijke standaard mocht, naast de Koninklijke, glorieus
wapperen van het gebouw dat 's Lands eenheid en
's Lands historie belichaamt als geen ander maar in
zjjn optreden tegenover het volk wilde de Keizer niet
't geringste vertoon leggen van vreemde macht en in
vloed. Was dat niet kiesch gedacht en geuit?"
Hoezoer hjj vermeed, elke gevoeligheid te kwetsen,
de Keizer zou, zegt het blad, de man niet zijn die hij
is, indien hij deze gelegenheid had laten voorbijgaan om
gevoelens uit te spreken, onomwonden, die hem op het
hart lagen, en die de vriendelijke en ordelijke ontvangst
onzer bevolking zeker nog heeft versterkt.
„Het besef van deze uit dankbaarheid geboren schuld
kan ik slechts uitdrukking geven, door er met mijn
Iövgh voor borg to zyn, dat onzo landen zich in viedo
zullen kunnen ontwikkelen".
Deze gedenkwaardige woorden heeft Keizer Wilhelm
gesproken aan het feestmaal in het Paleis.
Woorden zijn waard wat de mensch waard is die
zo zegt. En nu komt men, den Keizer ziende en zijn
handelingen beschouwende, onvermydelyk zeer sterk
onder dezen indrukhjj is een man die meent wat hy
zegt. Hij wekt vertrouwen. Welke gebreken en tekort
komingen dezen vorst moge hebben, hÜ is man vóór
alles, een eorlyk man.
Het hartelijke en vriendschappelijke woord van zulk
een man is iets, waarover wij ons niet genoeg kunnen
verheugen.
Paar is, merkt hot blad verder op, in de gevoelens
g< i n zweem van byzantisme, van vleierige kruiperij,
onzen volksaard gelukkig zoo vreemd. Maar het verhef
fende en rustig makende besef, dat wij gewaardeerd en
geacht worden door een man van karakter, die een
groot en machtig volk vertegenwoordigt, onzen naasten
buur. De Keizer hoeft gisteren onderstreept en
duidelijker kón het niet dat wij van dien buurman
niets dan welwillendheid te verwachten hebben.
„Door sommigen wordt in den laatsten tijd gestreefd
naar aansluiting in andere richting, onzerzijds onge
twijfeld zonder oenige politieke bijbedoeling, maar die
reeds aanleiding gaf tot ongewenschte interpretatie,
vooral in de Frausche pers. Er ligt altijd een gevaar
in zulke dingen, iets als spelen met vuur. Wie vol
maakt zelfstandig wil blijven, moet op zichzelf kunnen
staan, geen steun zoeken en niet trachten te leunen op
wien ookdat is het meest waardige en het veiligste."
Uitspraak Maandag 16 Dec. '07.
J. B., Schagerbrug, IJkwet, 2 boeten, 1 a f 3 en 1 a
f 1 of 2 d. en 1 d. L. J. H., Anna Paulowna, Jachtwet,
f8 of 4 d. C. H., Zuiderweg, N.-H. Kanaal, Jachtwet, f8
of 4 d. A. D., Helder, dronkenschap, f 1 of 1 d. G. M.,
Helder, dronkenschap, f 1 of 1 d D. D., Schagen, dron
kenschap, f 1 of 1 d. P. B., Schagen, dronkenschap, 3
boeten, 1 a f4 en 2 a f5 of 2 d. voor elke boete. G. B.,
Buurtje, Zype, dronkenschap f 2 of 2 d. A. G., Buurtje,
Zijpe, dronkenschap, f 1 of 1 d. H. M., zonder vaste
woonplaats, dronkenschap, f 3 of 2 d. G. Z., Warmen-
huizen, burengerucht, f 4 of 3 d. H. H. d. C., Oudesluis,
Motor-Regl., f 0.50 of 1 w. tuchtsch. J. R. P. H., Scha
gen, IJkwet, f0.50 of 1 d. E. L wed. v. S., Oudkarspel,
IJkwet, 4 maal a f 0.50 of 1 d. voor elke boete. D. v. D.,
Zuid-Scharwoude, IJkwet, f 3 of 2 d. H. A. C. d' E.,
Schagen, IJkwet, 4 maal a f 1 of 1 d, voor elke boete.
K. S. Cz., Ewycksluis, Anna Paulowna, IJkwet, f 1 of
1 d. J. K. Cz., Ewycksluis, Anna Paulowna, IJkwet, 2
maal f 1 of 2 d. voor elke boete. J. B. v. d. B., Verl.
Stoomweg, Anna Paulowna, Motor-Regl., f 2 of 1 d. M.
de R., Schagen, verstoring nachtrust, f 3 of 2 d. C. Z.,
Groote Keeten, Callantsoog, Leerpl.wet, f2 of 2 d. G. G.
wed, C. K., Petten, IJkwet, f 1 of 1 d. K. K., Schagen,
Motor-Regl. f 2 of 1 d. M. Q., Schagerbrug, Motor-Regl.,
f 2 of 2 d. A. A. Z., ,Warns (Friesland), Jachtwet, f2 of
2 d. J. Z., Warns (Friesland), Jachtwet, f2 of 2 d. A. S.,
Barsingerhorn, Artt. 424 en 431 Str., f 5 of 3 d. J. v. d.
O., Moerbeek, Oude Niedorp, Artt. 424 en 431 Str., f5 of
1 w, tuchtschool. J. B., Kreil, Barsingerhorn, Keurover-
treding, 2 maal a f 2 of 2 d. voor elke boete. S. K., Ha
ringhuizen, Motorwet, f 6 of 4 d. O. K.. Braakpolder,
Winkel, Motorwet, f 6 of 4 d. J. B., Schagen, Motor-
wet, 2 maal a f 3 of 2 dagen voor elke boete. J. T. L.
Th. D., Kleinesluis, Anna Paulowna, Motorwet, f 2 of 2
d. N. B., Koegras, Helder, f2 of 1 d. C. V., Meerweg,
Anna Paulowna, Leerplichtwet, fl of 1 d. C. W., Waar
land, Harenkarspel, Prov -Regl., fl of 1 w. tuchtschool.
J. B., Waarland, Harenkarspel, burengerucht, 2 maal
f6 of 3 d. voor elke boete. P. P., Schagen, dronkenschap,
f 2 of 2 d.
Haad Wieringerwaard.
Vergadering van den Raad der gemeente Wieringer
waard, gehouden op Maandag 16 Docember 1907, des
morgens te 10 uur.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de heer K. Koster Hz., Burgemeester.
Na opening der vergadering, volgt de lezing en goed
keuring der notulen.
Ingekomen is de goedkeuring van een tweetal suppl.
kohieren Hoofdolyken Omslag; dito gemeenterekening;
dito gemeetebegrooting.
Het procesverbaal der laatste kasverificatie wees een
ontvangst aan van f 12455.435, een uitgaaf van f8836.64,
dus was in kas en moest zyn f 3618.795
Van den heer P. A. Kerkbergen, cand.-notaris te Gouda,
vroeger te Wieringerwaard, was het verzoek ingekomen
om Vs afschrijving van zyn aanslag in den Hoofdelyken
Omslag. Allen voor.
Van het Hoofdbestuur der Posteryen en Telegraphie
te Amsterdam was een schrijven ingekomen met de
vraag, of het gemeentebestuur er bezwaar tegen had,
dat het telefoonkantoor op dezelfde uren werd openge-
steld als het hulppost- en telegraafkantoor. Niemand
tegen.
Als armvoogd moest aftreden de heer A. Sleutel Dz.
De voordracht luiddeA. Sleutel Dz. en J. Jimmink.
De heer Sleutel werd herbenoemd met 6 stemmen en
neemt deze benoeming aan.
i Voorzitter feliciteert de gemeente, dat de heer Sleutel
de benoeming weder aanneemt. Hy heeft dit ambt al
reeds zoovele jaren waargenomen en dat bepaald wel
naar aller goedkeuring. Spr. hoopt, dat de heer Sleutel
het nog vole jaren zal mogen blijven waarnemen, zoodat
hem de gezondheid en do lust zullen blijven om het te
doen.
Was nu aan de orde het voorstel van B. en W. tot
het verleenen eener tegemoetkoming aan de onderwijzers
in de studiekosten voor de hoofdacte.
Voorzitter brengt in herinnering hoe een vroeger ge
daan verzoek in denzelfden geest, is aangehouden, om
dat men eerst eens wilde zien, hoe de beide toen pas
benoemde onderwijzers hun werk deden. Hun wijze van
werken is van dien aard, dat B. en W. er aanleiding
in hebben gevonden, om nu eens op dat verzoek terug
I te komen.
Door den onderwijzer De Vries was indertijd verzocht,
voor hem te betalen zijn bijdrage in het pensioenfonds.
Dat zou evenwel last hebben veroorzaakt met het oog
op de salarisrogeling en zoo werd er besloten hem een
tegemoetkoming te geven in de studiekosten groot f15.
Dat bedrag wenschen nu B. en W. ook te geven
aan de beiden nu in functie zijnde onderwijzers. Allen
voor.
Bij de volgende rondvraag zegt de heer Zijp:
Mijnheer de Voorzitter, wat ik nu wil opmerken, houdt
verband met hetgeen ik reeds eens heb gezegd in een
vroegere vergadering over den hond van Notaris Backx,
dien ik gevaarlijk achtte voor de openbare veiligheid. Er
is bepaald ?oen wel een schrijven aan den notaris ge
richt, zooals ik dat gaarne van den burgemeester
wenschte. Na dien ty'd is de hond gehouden op een
wy'ze, waarover ik niet tevreden ben. Meermalen, als ik
het erf voorbij ga, zie ik dien hond daar losloopen, en
dat acht ik met het oog op de openbare veiligheid zeer
ongewenscht. Ik meen, dat het niet opgaat, zulk
een gevaarlijk beest, als deze hond is gebleken te zijn,
zoo maar los op het erf te laten loopen. Het gaat toch
immers niet aan, om een beer of een tijger los op zyn
erf te houden. Met recht wekt dit losloopen van dezen
hond de algemeene ontevredenheid op. En daarom zou
ik het in overweging geven, dat er een verbod werd
uitgevaardigd, om dezen hond los op het erf te laten
loopen. In hoeverre dat mogelijk is, kan ik hier direct
niet aangeven. Maar het komt my toch voor, dat met
het oog op de openbare veiligheid, hier moet worden
ingegrepen.
Dagelijks, zoo gaat spr. voort, moet ik dat erf voorbij,
niet alleen ik, ook myn kinderen, en natuurlijk ook i
vele anderen, en nu meen ik het recht te hebben, en j
met my ieder ander, om ongostoord dat erf, zonder
gevaar, te kunnen passeeren, al is het dan ook in dit
geval een notaris-hond.
Voorzitter zegt de vorige maal aan den notaris te
hebben geschreven, en hem in overweging te hebben j
gegeven, den hond vast te leggen aan een ijzeren
ketting, bevestigd aan een zwaren halsband.
Na dat schrijven is er gebouwd een groot hondenhok,
waar de hond over dag verblijf heeft te houden. Maar
hoe dat 's avonds gaat, weet spr. niet.
En een dergelijk voorval als de vorige maal met een
der huisgenooten van den notaris is geschied, is nu
weer gebeurd. Spr. weet dat niet officiéél, maar officieus.
Toen een van de ondergeschikten van den notaris in de
kamer kwam, waar de hond was, heeft dezen dien
man aangevallen en tegen den grond geworpen. Door
dat het dier een muilband om had, kon hy niet byten.
Maar het dier was toch zoo kwaadaardig, dat het den
aangevallene niet gelukte te ontkomen, dan met be
hulp van den chauffeur, die de deur moest openen, en
zoodoende kon de man wegkruipen.
Den heer Backx is de opmerking gemaakt dat hy
alleen verantwoordelijk blijft voor de ongelukken, die
deze hond mocht aanrichten.
Voorz. zal evenwel gaarne naar aanleiding van het
verzoek van den heer Zyp, zoo mogelijk een verbod
uitvaardigen.
De heer Zyp licht nog toe, dat het niet zijne bedoe
ling ligt, het houden van den hond te verbieden, dat
zal niet gaan, want elke circushouder heeft één of
meer gevaarlijke dieren. Het losloopen op het erf,
dat wil spr., met het oog op de openbare veiligheid,
verboden zien.
De heer Groneman deelt mede, hoe deze hond die
's avonds los loopt, voorbijgangers grooten schrik aan
jaagt, door luid blaffend op hen af te komen. Het hek
zal dan hoogstwaarschijnlijk wel gesloten zyn, maar
ondanks dat, is de schrik al meer dan genoeg. Spr.
sluit zich aan by den wensch, door den heer Zyp geuit
en wii eveneens een verbod voor het los laten loopen
van dezen hond. Wil notaris Backx dezen hond in zyn
kamer houden, dat moet hy zelf weten, maar het dier
is nu de schrik van allen. Spr. is er voor dat er meer
wordt achtergezeten.
Voorz. doet nogmaals toezegging en sluit vervolgens,
daar de rondvraag mets oplevert, met eenige hartelijke
wenschen in deze laatste bijeenkomst van dit jaar, de
vergadering.
Ken terp verkocht.
De terpaarde van den „berg Sion" by Dokkum is te
Leeuwarden in het openbaar verkocht voor f30.272. De
„berg" beslaat een oppervlakte van ruim 4 H.A.
Met deze zal weder een der weinige in de provincie
aanwezige terpen van Friesland's bodem verdwijnen.
Onder de machine.
Een 16-jarige zoon van de wed. Hillebrand te
Windesheim, knecht by den landbouwer Valk te Laag-
Zuthem gem. Heino, had het ongeluk by het verplaatsen
van een snijmachine te vallen. Hy kreeg de machine
op 't lichaam, met het noodlottig gevolg dat hij inwen-
I dig zwaar gekneusd werd en dienzelfden avond nog
aan de gevolgen overleed.
Romantisch.
Sedert Woensdag werd uit het weeshuis der Gerefor
meerde gemeente aan de Goudsche straat te Rotterdam
vermist het 17-jarig weesmeisje Margaretha B." Alle
j nasporingen waren vruchteloos.
j Zaterdagmiddag twijfelde een logementhoudster te
'sGravenhage of van twee jongelui, welke in haar
logement verblyf hielden, een niet een meisje kon zyn.
De aandacht van de politie werd er op gevestigd, welke
toen beide jongelui medenam naar het politiebureau,
waar toen spoedig bleek, dat de een was een 18-jarige
schippersjongen, D. v. Y. genaamd, en de andere het
verlorene 17-jarige weesmeisje B., dat haar haren had
afgeknipt en zich in een jongenspak gestoken.
Zy werd toen weer van vrouwenkleederen voorzien,
j en begeleid door drie Haagsche rechercheurs werden zy
vervolgens naar Rotterdam gebracht.
Zaterdagavond half tien kwamen zy daar aan. Op het
Haagscheveer gekomen, ter hoogte van de Delftsche-
poort, wisten beiden aan de waakzaamheid der drie
Haagsche rechercheurs te ontsnappen en sprongen zij
gelyktydig in het water van de Delftschevaart, blijkbaar
om het romannetje een tragisch einde te geven.
Nu kwam alles in rep en roer, schippers kwamen
met haken en touwen toeloopen en zoo slaagde men er
in hen aan de overzijde uit het water te halen. Zij
werden nu naar den politiepost aan het Hofplein ge
bracht, om daar van droge kleederen voorzien te worden.
Vrouwenkleeren waren daar echter niet voorhanden,
zoodat men van den nood een deugd maakte en ook
het meisje maar weer in het jongenspak stak, dat de
rechercheurs hadden meegebracht.
Vandaar ging het nu naar het hoofdbureau aan het
Haagscheveer, waar het meisje weer meisjeskleeren aan
kreeg en eindelijk naar het politiebureau aan de Meer
mansstraat, dat den jongen liet vertrekken en het
meisje aan het weeshuis afleverde.
Uit een beruchte streek.
Maandagavond is te Oss (N.-B.) Franciscus Vos dood
geschoten. De vermoedelijke dader, Martir.us van Eden,
js gearresteerd.
Iets nieuws.
Uit Amsterdam meldt men
Het Leger des Heils heeft iets aardigs bedacht op het
gebied van straatcollecte. Maandag kon men op de druk
ste punten van de stad, bij de Beurs, het Postkantoor
enden Stadsschouwburg, op de trottoirs, met dennegroen
bekroonde, hooge driepooten zien staan, waaraan een ijze
ren etenspotje met doorgleufde blikken deksel was op
gehangen. 't Opschrift: „Voor het Kerstmaal der armen",
maakte allen verderen uitleg overbodig. Vele menschen,
getroffen door de nieuwheid van het idéé, offerden een
kleinigheid.
Rijkstuinbouw-wintcrschool in het
bloembollcndistrict.
Men meldt aan de „N. C.
De regeering overweegt thans de stichting van een
Rijkstuinhouwwinterschoob in het bloembollendistrict,
doch wenscht, voor zij hiertoe overgaat, eerst het oor
deel te vernemen der bollenkweekers, over de plaats,
waar de school het best kan gevestigd worden.
Twee gemeenten, Lisse en Haarlem, hebben de noodige
terreinen ter beschikking van de regecring gesteld. Op
een vraag van den directeur-generaal van den Land
bouw, heeft het hoofdbestuur van de Algemeene Veree-
niging van Bloembollencultuur zich met algemeene slem-
men verklaard voor de stichting van de school te
Haarlem.
Ken zonderling avontuur.
Een niet alledaagsch avontuur overkwam den 12-
jarigen G. N. te Aalburg. Bij het boompje klimmen
zakte de jongen in een holle knotwilg en kon er niet
meer uitkomen. Een 3-lal personen, die te hulp geroe
pen werden, konden hem evenmin omhoog tillen, en
zoo zat er ten slotte niets op dan een stuk uit den
stam te zagen, waarna hij uit zijn enge gevangenis
werd (bevrijd.
Prov. N.-br.
De Griffiersbenoeming in Ovdrijsel.
Men herinnert zich dat Provinciale Staten van Over-
ijsel in hunne vergadering van 20 November j.1. met
25 tegen 17 stemmen besloten het voorstel van Gede
puteerde Staten tot benoeming van een griffier derSta-
ten terug te zenden, nadat de voorzitter der verga dei-
ring op een tot hem gerichte vraag had geantwoord,
dat als dan de meerderheid van Gede
puteerden vermoedelijk de voordracht niet zou hand-
j haven.
Thans is, naar De Nieuwe Courant mededeelt, door
een zestal leden der Overijselsche Staten, de heer en
mr. J. van Setten, H. Löhnis, F. de Herder, allen te
j Zwolle, J. A. van der Sanden, te Ambt Hardenberg,
P. Stoffel, te Deventer, en J. H. Tromp Meesters, 'te
i Steenwijk, een adres gericht aan de Koningin, waarin
zij te kennen geven, dat het hun voorkomt dat idit
besluit der Staten strijdig is zoowel met de wet als
j met het algemeen belang en zij daarom de vernietiging
er van aan H. M. verzoeken.
Te pakken.
In den nacht va(ru 2 op 3 Nov. 1.1. werd ten huize van
den landbouwer C. Smit, te Koegras, diefstal gepleegd.
Uit oen kast in de huiskamer werd een trommel ont
vreemd, inhoudende f 2050 aan bankpapier en geld,
benevens gouden en zilveren sieraden. Na een ijverig
en onafgebroken onderzoek, dat langer dan een maand
duurde, is het gisteren aan de politie mogen gelukken
de hand op de daders te leggen. Het zijn de koopman
S. K., te Den Helder, en de winkelier A. G. te Koe
gras, die na een langdurig verhoor eene volledige be
kentenis hebben afgelegd. Zij werden Maandagmiddag
naar Alkmaar getransporteerd.
Ten huize van G. is door de politie een portemon-
naie met f 240, van den diefstal afkomstig, in beslag ge
nomen, terwijl op aanwijzing van de daders, een si-
garenkokers met f 600 aan bankpapier werd opgegraven
uit den grond achter de Bassingracht. De trommel
met sieraden, die in het Koegras was begraven, is
eveneens teruggevonden.
De politie verdient lof voor haar bijzonder actief
optreden in deze zaak.
Gebrek.
i Op het platteland van Friesland, vooral in de geïso
leerde dotpen, komt weer gebrek aan hulppersoneel
bij het onderwijs. Vooral aan onderwijzers; onderwij
zeressen zijn er nog wel. Ofschoon haast geent ge
meente meer het minumum salaris uitlooft, maar dit
verhoogd is tot f550, komen er geen sollicitanten op
dagen. En dat zal in de eerste jaren wel niet veel
Sardinischo Dorp s-r oma»
VAN
ÜKAZIA ÜËLEDDA.
o
25
„Van avond," ging Gantlnc voort, „heb ik Don
Paulu met oom Sogos zien praten. Zy hebben bepaald
over Annesa gesproken. Alle dagen hebben die twee
elkaar ontmoet. En hij, Paulu, mijn meester hy denkt,
dat ik niets weet; maar ik weet alles. Ik heb ooien
om te hooren en oogen om te zien."
„Maar ik weet niets, zoon van myn hart, ik weet
werkelijk niets."
„Dan zal ik u zeggen, wat zij doen willen. Paulu
wil Annesa trouwen, en Annesamisschien is zy
het plan wel toegedaan. Sedert langen tyd is zy met
meer de Annesa van vroeger. Zij houdt niet meer
van me, zij denkt niet meer aan me. loen ik ;naar
het woud moest gaan, wilde zij mij niet eens kussen.
Verslagen, verbijsterd ging ik weg, met een bang voor
gevoel in het hart. En daarna is er gebeurd, wat pr
moest 'gebeuren."
Van waar weet ge dat alles, Gantine? Uwe ver
beelding speelde je parten," zeide de oude vrouw
diep ontroerd, maar toch ook zeer nieuwsgierig. „Be
driegt ge u hcusch niet'(Bedriegt gij u toch niet?"
Neen ik bedrieg mij niet. Ik bedrieg my niet, tante
Paiila. liet is alles zoo. Waarom komt Annesa niet
thuis? Omdat Paulu liet niet wil, omdat hij herhaal-
delijk lange cn heftige uit een-zettingen niet zijne
grootvaders heeft gehaden ook met zijne moedei
Zij houden Annesa voor schuldig en willen daarom niet,
dat hij met haar trouwt. Ook Paulu houdt haar voor
schuldig. Hij zegt dat hij ver weg in een bergwerk
gaat en Annesa met zich nemen wil. Donna Rachele
weent den geheelen dag. Don Simonie ziet er uit, alsof
hij «aat sterven sterven van toorn en van schaamte.
Ja, ja, zoo staan de zaken, tante Paula; zoo is het
en' niet anders."
Misschien weet Annesa daarvan wel ïuets I
J,Toch wel I Zij is het met Paulu eens. Zij komt niet
1 terug, omdat hij er is. Zij is een vrouw vol
leugen en bedrog, een wilde kat en verraderes. :Ik
haat haar nu, ik zou haar nu niet meer willen trou
wen, al bezat zij ook twee Tanka's elk van wel dui
zend jscudi."
„En waarom zocht gij hier dan naar haar? Waarom
bekommert ge je dan nog om haar? Laat haar met
rust,"
i „Ik haat haar, ik haat haar."herhaalde Gantine
droevig; en achter de deur, verbaasd en geschokt door
datgene, wat hij zeide, mompelde Annesa:
j „Des te heter! dies te beter zoo!"
„Ik haar zoeken?" vroeg Gantine. „Dat is niet waar.
I Wat raakt ze mij Ik wilde haar alleen zien, om haar
te zeggen, dal ik geen domoor hen; haar zeggen,
dat ik geen plaatsvervanger wil zijn; haar zeggen,
dat ik medelijden met haar heb. Arme ongelukkige!
Zij heeft nóóit den spijker bemerkt, die haar het oog
1 doorboord heeft. De domme is zij geweest, ik niet.
Ik ben een man. Ik lijd en zal lijden, maar ik zal
waarschijnlijk de beproeving te boven komen en haar
vergeten. Ik vind wel ergens een ander meisje, tdat
wel van me houdt. Maar zij, wat moet zij begin
nen? Zij zal een dienstmeid blijven! Paulu zal van
af den eersten dag van hun huwelijk baar slaan en
zal al het ongeluk, hetwelk hem vervolgd hoeft, op
haar laten neerkomen. Annesa is altijd door hem ge
kweld en uitgebuit, zij zal hem altijd als een slavin
dienen. En ik zal lachen. Gij zult zien, dat ik zal
lachen, tante Paula,
Maar hij lachte niet. Zijn stem klonk als die van
een kind, dat het huilen zeer na stond. Tante Paula
wist niet, wat zij hem moest antwoorden; zij liep in
de keuken heen en weder en maakte metèen de tafel
voor het avondeten gereed. De gedachte, dat Paulu
elk oogenblik komen en Gantine's booze woorden noo-
ren kon begon ook haar zeer te verontrusten.
Overigens, ging de jonge knecht voort, „verzeker
ik'u nog eens, dat ik mij werkelijk om haar jniet
meer bekommer. Ik vind wel meisjes, schooner, deugd
zamer jonger dan zij. Zij is toch al bijna veertig
iaar oud. ik ben nog geen zevenentwintig. Voor den
duivel lils zij oud is, ben ik nog een jonge kerel.
Zeker, zeker, dat zeg ik ook! Waarom windt ge je
dan zoo' op? Zoek een ander meisje. Verbeuzel |nu
hier maar geen tijd, mijn jongen. Daar is bijvoorbeeld
Ballora, de nicht' van Anna Decherchi, die zou heel
goed bij ie passen. Zij heeft ook een paar stuivers.
Maar Gantine sloeg met de vuist op tafel en
schreeuwde woedend:
„Wees stil! Waarom zegt ge zoo iets? Ik denk er
niet aan!"
„Schreeuw toch niet zoo! Luister, ik geloof dat ze
naar beneden komen!"
„Wie?"
„Micheli en Don Paulu!"
„Is Don Paulu hier?" riep Gantine op gedempten
toon nu uit. „Dan moet ik gaan!"
Hij stond op en luisterde. Achter de deur luisterde
ook Annesa, die te, vergeefs haar angst trachtte te on
derdrukken.
„Ik ga," zeide Gantine na een oogenblik met ver
anderde stem. „Goeden nacht, tante Paula. Ik weet
niet, of ik morgen kan terugkomen. Wanneer u An
nesa ziet, en gij zult haar beslist zien, zeg haar dan
van mij„Annesa, je doet onrecht, me zoo te behandelen,
je doet groot onrecht, Wanneer er iemand is, die je
werkelijk lief heeft, dan ben ik het. Annesa, laat mij
één woord zeggen. Ik wil alles doen, wat ge verlangt!"
Zeg haar ook nog: „Ook wanneer het waar is, wat
do menschen zeggen, dat ge den ouwe hebt laten ster
ven, hindert mij dat niemendal. Ik zou hem misschien
al een jaar eerder gedood hebben. Ik zou hem in het
vuur gegooid hebben!""
„Prachtige gevoelens houdt ge er op na, jongeling!"
riep tante Paula uit. „Gij zult op die manier in
levenden lijve ter helle varen!"
„De hel is hier, in deze wereld, tante Paula," zeide
Gantine en ging heen. Buiten bleef hij nog staan en
voegde er aan toe: „Zeg haar ook, tante Paula: „An
nesa, vertrouw op Paulu niet, hij is een adder. Hij
heeft u niet lief. Wanneer hij u wil trouwen, dan doet
hij dat alleen, omdat hij gelooft, dat gij den ouwe om
zijnentwille hebt gedood, en hij geen gewetenswroeging
wil hebben." Ja, ja, hij is wel een nauwgezet (man,
die Don Paulu. En nog iets, wat ik vanmorgen verno
men heb," begon hij opnieuw, een paar schreden te
rug komende, „zeg haar ook nog: „Annesa, in Mago-
madas is een vrouwspersoon, een lichtzinnige, rijke
weduwe, die heeft zich laatst er op beroemd, dat Paulu
Decherchi doodelijk op haar verliefd was; zij heeft
hem geld geleend, op den dag van oom Zua's dood.
cn zij' heeft het hem geleend, omdat hij haar beloofd
heeft, haar te trouwen." Goeden nacht tante Paula."
„Wgcht, wacht," riep de oude vrouw, nieuwsgierig
hem naloopende. Maar hij ging en beloofde later nog
wel leens terug te zullen komen.
Tegen den deurstijl leunende, bevende, met slap
neerhangende armen, gevoelde Annesa zich tot stik-
kens benauwd, evenals toen, in dien nacht van de
misdaad, toen zij van Paulu vernam, dat hij voorbij-
gereden was, zonder haar eenig teeken te geven Zij
bedwong zich, zij wilde niet aan Gantine's woorden
geloovenmaar in haar hart voelde zij, dat hij de
waarheid had gezegd. En zinneloos van smart en ver-
i langen naar straf, herhaalde zij„Beter, beter, nog be
ter |zoo!"
Nadat Paulu was vertrokken, verliet pastoor yirdis
niettegenstaande zijne zuster hem harhaaldelijk geroet
pen had, de balkonkamer niet. Met de ellebogen op
de tafel leunende, herhaalde hij luide in zich zeiven-
j „Wat doen? Wat doen?"
Paulu had hem verklaard, dat hij in ieder geval
?t°- ,dc'1 zia vail allen> Annesa wilde trouwen'
Hy hield haar voor schuldig, en juist daarom wildé
j hy haar trouwen; maar (Ui zijn besluit lag zooveel
wrok en verbittering, dat de pastoor er door ontsleld
was. Dat zou een duivels-huwclijk zijn, „een duivels-
huwelyk herhaalde hij, slond eensklaps op en be
gon op zyn vingers Ie tellen:
„Ten eerste: ik geloof niet aan Paulu's vastheid van
wil maar hy is in staat, Annesa te vervolgen en haar
m Nuoro op te zoeken. Ten tweede: ik geloof even
min m -het berouw en de bekecring der rampzalige
tn hel bijzonder baart het mij groote zorg dat zij
geen gewetenswroeging heeft. Nu is zij door oen soort
reiigicuse vervoering aangegrepen; maar ik wil wed
den zoodra zij Paulu heeft gezien, valt zij hem weer
ln..de armen Ten derde: wanneer dat gebeurt, zijn
wij allen verloren: verloren de beide rampzaligen ver
loren de oude grootvaders, de ongelukkige moeder:
verloren ik voor den Heer, ik, die niet in staat was
een (ongelukkige ziel te redden
„Micheli. wilt ge vanavond niet eten? Kom toch be
neden, alles is gereed."
I ante Paula stond in de deur; de pastoor keek naar
haar, zonder haar te zien, en herhaalde troosteloos:
„Verloren 1"
„Wat hebt ge verloren?" vroeg de oude en Sloe»
verontrust iden blik neder.
„Laat het meisje boven komen. Ga," zeide hij en
liep jn de kamer heen en weer.
„Wat, Micheli, gij wilt niet beneden komen? Gij
kunt onder het eten wel met haar praten."
„Het is nu geen tijd om te gaan eten, ga'"
„Het schijnt mij toe, dat het meer dan tijd is, zeker
iemand naar het gekkenhuis te brengen," 'bromde de
oude en ging de trap af.
(Wordt vorvoljfd.)