Een van het oude slag.
Zondag 29 Dec. 1907.
51 e Jaargang. No. 4^1.
DtROE BLAD.
INGEZONDEN.
Binnenlandsch Nieuws.
Stlair Conrent.
Door
KARL BLEIBTZEN.
Lars Fagerlin was een jonge. Alpenboer in Thele-
mal ken, in <lo buurt van. riasjö. Hoog op den borg
stond zijne hut, waar hij alleen met een oude dienst
maagd huisde; en niet vaak bezocht hij liet dorp aan
zijne voeten, waartoe hij behoorde; want hij was een
ernstig, zelfgenoegzaam karakter, en zijn grootste ge
noegen bestond in eenzame tochten door het hoogland
en in de berenjacht. Daarom was hij heinde en ver als
gids 'bekend, en menige premie had hij reeds voor
het helpen uitroeien van roofdieren binnengehaald. On
gezellig als hij was, had hij geen vrienden; maar hij
was algemeen geëerd. Allen achtten hem hoog op
één na. Want een doodvijand had hij zicli
gemaakt en deze was juist de gevaarlijkste man in
het gansche dal: Klaus Lrikson, de rijke en hoogmoedige
boer, die elk onafhankelijk en zeltbewust karakter ais
een natuurlijken tegenstander beschouwde. Duizender
lei plagerijen en dwarsdrijverijen had hij Lars reeds
aangedaan, hem een stuk land afgeprocodeerd, oene
verloofde voor den neus weggetrouwd, kortom, een
aardig postje van boosheid smnd voor hem in den he
renjager op den kerfstok.
Het zou te ver reiken, hier al de omstandigheden uit
te meten; maar eens op een avond kwam de bom
tot barsten. De vijanden ontmoetten elkaar op ©ene
bergweide; bittere woorden vielen; Eiikson beschimpte
Lars, en deze, die juist een jachtgeweer bij zich
had, schoot hem neer. Daarna ging hij kalm naar
zijne hut terug de jachtpartij werd ditmaal opgegeven
en tsliep dien dag heel rustig.
Den volgenden middag hoorde hij de klokken luiden
en vier mannen, dorpsnotabelen, traden bij hem bin
nen. Lars begreep terstond waarom ze kwamen.
„Goeden middag, Lars. Mooi weertje!"
„Bijzonder. Gaat zitten. Willen jullie een borrel?"
Algemeen zwijgen.
„Ahem hoor je wel de klokken?" begon de schout,
ietwat veilegen. „Wij hebben weer een sterfgeval. Er
wordt er een naar het kerkhof gedragen."
„Zoo zoo? Is 't waar?"
„Ja. En het schijnt wel, dat er een moord in liet
spel is. Denk eens aan!"
„Het kan ook wel een doodslag wezen," gaf Lars
droogjes ten antwoord.
Allen keken hem aan. De schout kuchte eens en zeide
toen: „Ja ja, ik geloof ook, dat het wel een doodslag
wezen kan, nu jij 't zegt."
Hernieuwd zwijgen. Lars stond daar heel kalm cn
begon zijn buks op te poetsen. Hij wilde hun eerst dc
zaak gemakkelijk maken. D© boeren staarden eerst liet
wapen aan, en toen elkander.
„Ahem denk eens aan," begon weer de schout.
„Wij kwamen daar zoo toevallig gisterenavond en van
morgen eens over de Sater. De landrechter was bij ons
zoo heel toevallig
Lars glimlachte.
„Wel? En wat hebben jullie ontdekt?"
De mannen keken hem nog verbaasder aan.
„Wat we ontdekt hebben? Nou ja, voetsporen,
heet versch. En die voetsporen liepen van de Sater
den berg op, tot aan jouw huis, Lars."
„Och kom! Is 't waarachtig? Smaakt je mijn bit
ter?"
„Best. Ik heb nooit een beteren borrel gedronken,"
grinnikte de schout, met het smakken van een kenner.
„Maar, wat ik zeggen wou de dokter heeft de wonde
onderzocht de patiënt was namelijk doodgeschoten,
moet je weten den kogel gevonden, er uit ge
haald! en komiek! die was ge teekend met eene halve
maan, net als net als
„Bij voorbeeld de mijne hier?"
Lars haalde met naïeve verwondering een kogel uit
zijn patroontasch. Al do vier boeren kuchten als op
commando.
„Jawel. En toen zei de landrechter, die er wel verstand
van heeft, dat die kogel uit een Engelsche ritte moet
geschoten zijn. Maar hoe kan dat wezen? zeien wij al.
Want wie houdt er hier in de buurt een Engelsche
rifle op na, behalve Lars Fagerlin? Is 't niet waar,
mannen? Dat zeien wij."
„Ja, ja, dat zeien we."
Lars stond nog altijd tegen den muur en poetste
zijp'geweer. Nu keek hij glimlachend op en blikte hein een
voor een met klare oogen aan.
„Menschenlief, wat maken jullie 't je moeilijk. De zaak
is zoo doodeenvoudig. Waarom al die vijven en zes
sen? Had ik je hier niet willen ontvangen, dan zou
je lang hebben 'kunnen wachten. Dat vat je toch wel?
Kort on zakelijk begrijp je hoe de vork in den
steel zit
„Ja."
„Nou dan heb ik verder niks meer te zeggen.
De vier mannen zaten beteuterd en keken elkaar
aan. Opeens rees de schout met groote waardigheid
op, zette een kordaat gezicht en zeide:
„Nou dan dienen wij je wel mee te nemen, Lars.
Lars vertrok geen spier. Nu voelde de schout in zijne
zakken en haalde een stuk touw voor den dag.
„Ja, Fagerlin als je er niets tegen hebt
„Onnoodig," antwoordde Lars. „Ik loop niet van je
weg."
En verder werd er niet over gesproken.
Beneden, in het dorp ontmoette men den begrafe
nisstoet. Maar Lars verbleekte niet, en zijn slap bleef
zoo vast en zelfbewust als altijd. De dorpelingen be
keken hem met een mengeling van ontzetting en f-
dankbaarheid. De predikant, een harde en steile zie
lenherder, van het slag, zooals daar in het barre nooi -
den slechts gedijt, trad met gefronste wenkbrauwen op
hem toe en wilde zijn sermoen beginnen, toen Bars
hem koel in de rede viel:
Laat dat maar, dominee. Hier bij zijne lijkbaar
verklaar ik, dat hij, dienu, hij 1S
en ik zal niets meer van liem zeggen, Maar ik vei klaar
als hij nog tienmaal weer levend werd, dat ik J et
nog tienmaal weer zou doen. Ik voel mij verlicht cn blij
dat ik het dorp van dezen tiran bevrijd heb Is hier
iemand, wien liet leed doet, dat ik hem neerschoot
Antwoord!"
Algemeene stilte. Eindelijk zeide een oude boer.
Dat liij neergeschoten werd, dat spijt ons niet. «laai
dat jij het doodt, dat wèl. Het spijt ons om jou
Zij brachten hein naar het huis van den landrechter.
Ilij moest van dal tot dal, van landrechter tot land
rechter gevoerd worden naar Christiania, om daai te
recht te staan. De boeren, die hem ter bewaking wa
ren meegegeven, bonden hem de handen, ©veulen hem
af, en roden haastig weer terug; want 'huis hadden
zij de handen vol met het binnenhalen van den oogst.
Dc landrechter evenwel, aan wien Lars afgele <-
transport? - Da. is gauw ge-
zegd Maar hot is mij onmogelijk Met
wil van de wereld kan ik nu geen kerels missen om
jo naar mijn collega in Tincborg te transporteeren. Al
mijne knechts zijn aan den oogst bezig, en als v
hen daarvan afhaal, ben ik een geruïneerd man.
Een lastig geval. Hoe daar een mouw aan te passen
Eindelijk kwam de ambtenaar op een reddenden
Hoor eens, Hars," zeide hij, „ik ken je al lang.
Je bent een eerlijke kerel. Jij zult mij niet in het on
geluk storten. Zal je welf'
„Wat moet ik dan doen?' vrpeg de gevangene goe-
O*
„ik zat je toonen hoezeer ik je vertrouw. Ik zal je
kauiool en paard meegeven. Itijdt dan alleen naar
mijn collega ie t incborg, en meld je."
„Afgesproken!" gaf Lars ten antwoord.
En hij reed weg alleen.
„Zoo, Lars,' nep de Tineborger magistraat „dat
is braaf van je, dat je mij eens bezoekt. Kom je weel
de premie halen voor het schieten van een beer?'
„Dat nu juist niet," antwoordde Lars. „ik heb wel
iets geschoten, maar ditmaal geen beer. Ik ben eigen
lijk gekomen om mij te melden wegens moord, en om
verder getransporteerd te worden 'naar de rechtbank
to Chrisiiania.
Groot was de schrik van den landrechter. Hij wilde
liet eerst niet gelooven; maar Hij moest toch wel, daar
Lars liet zelf verzekerde. Toen hij van de ontsteltenis
wat bekomen was, stak hij zijne pijp aan en wilde
heel de toedracht van de zaak vernemen.
Lars deed verslag. Toen hij gezegd had, volgde pi
oen lange pauze. Het hoofd van den landrechter was
in ©ene tabakswolk baast onzichtbaar. Daar kwam uit
dia 'wolk zijne stem te voorschijn:
„En dus dus ben je alléén hierheen gekomen?"
„Mot paard en karriool, di evan hier naar finsjö be
nig moeten."
„En je komt je zelf hier bij mij aanmelden?"
„Natuurlijk," zeide Lars. „Dat had ik toch beloofd."
„Zoo zoo. Ja ja."
Nog dikker werd de rookwolk om het ambtelijke
hoofd.
„En wat denk je nu verder te doen?"'
„Dat slaat aan u, heer landrechter. Ik ben uw ge
vangene."
„Om je de waarheid te zeggen, ik verkeer in hel-
zcildc geva/ als mijn collega te Tinsjö. Mijn oogst
iigl op het veld. Alle handen zijn aan het binnenhalen,
ik kan geen mannen missen om je verder te tiranspor-
teeren."
„Dat is ook heel niet noodig," zeide Lars. „Leen
mij maar weer karriool en paard, dan transporteer ik
mij zelf wel naar het volgende station. En zoo, van
het eene stuk op het andere, kom ik van zelf wel naar
Christiania."
De landrechter bedacht zich even. Toen zeide hij
„Lars, je bent een man. Jk vertrouw je. Zóó zal 't
gebeuren."
En zoo gebeurde het ook. Lars Fagerlin is heel
alleen naar Christiania gekomen en heeft zich voor de
rechtbank gesteld.
Maar de wijze; waarop hij gekomen was, heeft op de
rechters toch indruk gemaakt, Men is de zaak gaan na
pluizen, men heeft getuigen gehoord; en toen men er
alles van wist, luidde het vonnis tot één jaar gevange
nisstraf, wegens doodslag onder verzachtende omstan
digheden.
Lars Fagerlin heeft zijne straf afgezeten. Nu wandelt
hij weer over zijn bergen en strijkt af en toe bij zijn
vriend den landrechter een premie op voor het schie
ten van een beer.
Reeds menigen keer werd rnjj gevraagd„U is de
Gereformeerde dominee, niet waar? nu ja, toch van de
kerk van Kuyper, in ieder gevalbedoel ik."
Om hierop te antwoorden, ook aan hen, die hot bjj
mogelijke ontmoeting zouden willen vragen, geef ik de
volgende feiten, zonder nadere toelichting; ze antwoor
den mijns inziens afdoende:
lo. Het bestuur der Vereeniging voor inwendige zen
ding in N.Holland, dat mij als voorganger der Evan
gelisatie alhier heeft aangesteld, bestaat uitsluiten d
uit predikanten der Nederl. Herv. Kerk, der
„Groote Kerk" dus, zooals de volksmond bet
noemt.
2e. My'ne catechisanten, die in het aanstaande voor
jaar geloofsbelijdenis zullen afleggen, worden door mij
opgeleid tot lidmaten der Neder). Herv. Kerk en
zulten als zoodanig door een Nederl. Herv. predikant i
worden bevestigd.
3e. Wat mij-zelf betreft
den lsten Mei van dit jaar werd ik door het Provin-
ciaal Kerkbestuur van Overysel der Nederl. Herv.
Kerk toegelaten tot de Evangeliebediening in haar'
Nederl. Herv. Kerk en heb ik in die vergadering de „ver
klaring en belofte (i), afgelegd en onderteekend, die a 11 e
hervormde predikanten bij hun proponentsexamen een
maal aflegden.
Ik hoop dan ook eerlang een beroep in onze Nederl.
Herv. Kerk te aanvaarden.
Het zjj mij vergund nog dit op te merkenwanneer
wij bij do bekendmaking onzer preekbeurten in de cou
ranten, openlijk spreken van onze Evangelisatie-Bethel
„in en ten bate der Nederl. Herv. Kerk", dan mo
gen wij toch verwachten geacht te worden dit ern
stig te meenen.
Men oordeele zelf deze gegevens, die de Redactie zoo 1
bereid was een plaats in haar Blad te geven. Haar
daarvoor mijn beleefden dank.
J. L. van GRASSTEK,
Cand. t. d. H. D.
(x) De belofte, hier bedoeld, te vinden in het „Re
glement op het examen ter toelating tot du Evangelie
bediening in de Nedeil. Herv. Kerk", artikel 27, luidt
letterlijk aldus:
„Wij ondergesehrevenon, door bot Provinciaal Kerk- i
„bestuur van tot de openbare Evangeliebediening
„in de Nederlaudscke Hervormde Kerk toegelaten, be-
„loven in bet diep beset van onze roeping en in ver
trouwen op God, dat wy e.aarin met ijver en trouw
„zullen werkzaam zijn om, overeenkomstig de beginse
len en het karakter van de Hervtrjncle Kerk hier te
„lande, het Etangelie van Jezus Chris\jls te verkondi
ngen, en de belangen van het Godsrijk jn overeen
stemming hiermede die van de NederIanu«.j)0 Her
vormde Kerk, met opvolging van hare verordeningen,
„naar vermogen te behartigen."
Nagemaakte antiquiteiten.
Twee Haagsche antiquairs kwamen dezer dagen in
Nieuwkoop om zaken te doen. Na hier en daar ge
weest. te zijn, landden zy aan by den heer D., een ken
ner van antiquiteiten.
Dezen verkochten zy, onder alle mooie praatjes,
eenige vaasjes en pulletjes voor f 150. Beide partijen j
waren over den handel erg verheugd, maartoen j
eenige uren later een echte kenner van antiquiteiten
don heer D. verzekerde, dat de gekochte oudheden pas
vervaardigd waren, was hy zeer ontstemd over het
bedrog. Do politie werd in den arm genomen en twee
Haagsche rechercheurs wiston spoedig de kooplieden op
te sporen. Om alle moeite met de justitie te voorkomen
(een der bedriegers was pas ontslagen uit de gevangenis,
waar hij vertoefd had wegens gepleegd bedrog), gaven
zy het geld aan den heer D. terug en verzochten hem,
hun waar met den beurtschipper terug te zenden.
(Vad.) I
Ken waakliann.
Dat een hond een vreemdeling belet het erf van zijn
meester te betreden, is plichtmatig. Dat een haan zich j
evenwel met die taak belast, komt zelden voor, zegt
het „Vad."
Iemand te Boschkapelle bezit zulk een rariteit. Doet
overigens deze haan wat des haans is, bovendien houdt
hy een waakzaam oog op den voorbijganger. Wil deze j
het erf botredon, dadelijk is het beest by de pinken den j
bozocker den doorgang te betwisten. Mot opgezette hals- i
veeren schiet hij onmiddellijk toe en stelt zich in go-
vechtspositie. Met zijn scherpe sporen en dito bek hal t
hy er op in, zorgvuldig de schoppen en slagen ontwij
kend van den aangevallene. Menige leurder en koopman
moest onverrichter zake verder gaan, omdat deze ge-
voderde waakhond hem den toegang tot het huis belette
De slimme post.
Een dame te Rotterdam, die om turf verlegen was,
maar den naam van haren levoranckr niet wist, schreef
op de briefkaart het volgende adres:
Aan een langen turf boer te Capelle aan den IJsel;
hy heeft één oog en kijkt met het andere scheef, hjj
komt iedere week naar Rotterdam met een kar met
turf, waarvoor drie honden loopen."
De kaart werd bezorgd by een turfboer, die, wat zyn
persoon betreft, vrijwel met het opgegeven signalement
overeenkomt, maar die een kar met twee honden heeft.
(Msb.)
Door onvoorzichtigheid.
Dinsdagavond liep langs de Lange Haven te Schiedam
een slagersknecht met een groot mes. Nabij een steeg
gekomen, kwam onverwacht een man den hoek om,
niet het ongelukkig gevolg dat deze in het mes liep en
een levensgevaarlyke wond opliep. De man is reeds
overleden.
Ongeluk.
Uit Holwerd meldt men
Maandagmorgen wilde de vrouw van den arbeider
W. d. R. eens bjj haar man zien, terwijl deze werkzaam
was mot een braakmachine. Zy kwam te dicht by bet
vliegwiel en bezeerde zich hevig. De neus was in tweeön
gespleten; bovendien kreeg ze nog ernstige verwondin
gen aan den rechterarm. De vrouw is naar het diaco-
nossenhuis te Leeuwarden vervoerd. Men vreest, dat ze
ook nog eon der oogen zal verliezen.
Droevig einde.
Men melat uit Delft:
De technisch student H. H. de B., aldaar, nam by
vergissing Vrijdagmorgen sublimaat in, in laats van
broomkali. Zorgvuldige verpleging in het gesticht Bethel
heeft niet kunnen beletten, dat de ongelukkige Maandag
avond overleed. Hjj zou na de vacantie eind examen
doen. Het lijk wordt naar Hamburg vervoerd, ter ver
branding in bet crematorium aldaar.
Ken nieuwe misthoorn.
Men meldt uit Hoek van Holland, d.d. 23 December:
Als een belangrijk bericht voor zeevarenden deelen
wy mede, dat de nieuwe misthoorn, waarvan wy eenigen
tijd geleden een beschryving gegeven hebben, vandaag
proef geblazen heeft en aan alle eischen voldaan heelt.
Het rijksstoomtransportvaartuig „Frans Naerebout",
waarop zich de heer inspecteur-genei aal van het loods
wezen, de inspecteur van het loodswezen te Rotterdam
en de oud-inspecteur van het loodswezen uit Rotterdam
bevonden, is vanmorgen 4 mijl van het Noorderhoofd ai
zee in geweest en op die hoogte was het mistsignaal
nog uitstekend té hooren, tegen den wind in.
Het geluid van rie sirene is het best te vergolyken
met dat van de bandmisthoorns, die op zeilschepen in
gebruik zyn.
De stooten worden om de 12$ seconde gegeven en
duren 2$ seconden.
De nieuwe misthoorn wordt direct in gebruik geno
men en de oude blyfe bestaan voor reserve.
De complimenten van.
Onlangs was iemand overleden. Als naar gewoonte
ging (een „Kerkzeggar" rond om dit feit aan familie
en kennissen mede te deelen. Zoo kwam hij ook bij
een vrouw, wier schoonzoon er kennis van moest heb
ben, doch welke schoonzoon niet thuis was. Op deze
wijze deed hij zijn boodschap:
„Vrouw, wil je aan je schoonzoon de groetenis doen
van... en dat hij overleden is?"
Historisch.
Wat een beul.
Te Amersfoort schopte de geleider van een honden
wagen, W. v. P. wonende aldaar, één der beide honden,
welke voor den wagen gespannen waren, herhaalde malen
op zoodanige wijze met zijn klomp in de zijde en
onder den huik, dat tengevolge van het schoppen het
dier na circa een kwartier bezweek.
Van deze verregaande mishandeling is aangifte gedaan.
N. Amersf. Ct.
Treurig.
Men meldt uit Dinteloord:
Eergisterennamiddag is hier het 7-jarig zoontje van
den Landbouwer De Schutter door een graandorseh-
machine gegrepen en eenige malen rondgeslingerd.
Toen men tiet knaapje opnam, gaf het geen teekenen
van leven meer.
Spelen met vuur.
Tijdens afwezigheid der ouders waren drie kinderen
van U. K. te Doetinchem aan het spelen met luci
fers, met het ongelukkig gevolg, dat het driejarig doch
tertje in bed in brand geraakte. Het ongelukkige kind
bekwam zulke ernstige brandwonden aan tiet onder
lijf, dat do dokter voor het behoud van het leven vreest,
Gestift door kolendamp.
Te Oudepekela (Gr.) lag schipper Dol met zijn schip.
Twee jongens van 10 en 6 jaren sliepen in het voor
onder. Dinsdagmorgen bleven de jongens langer dan
gewoonlijk slapen. Bij onderzoek bleek, het vooronder
vol kolendamp te zijn. De oudste knaap was reeds
overleden, de jongste kwam weer tot bewustzijn.
Da's vlug.
Uit Het Vaderland geknipt
„Met het oog op de Kerstdagen zal het huisvuil van
Woensdag (le Kerstdag) reeds op Dinsdagmiddag afge
haald worden."
De klepel is weg.
Uit het gemeenteraadsverslag van Naarden
„Bij de rondvraag wordt de aandacht gevestigd op
het raadselachtig verdwijnen van den klepel in de alarm
klok van den toren. De gemeente-opzichter vermoedt
dat die klepel gestolen is."
In Naarden weet men nu niet meer waar de klepel
hangt.
In dank voor het hondje.
Eenigen tijd geleden zond een gewoon Oost-Indisch
militair, ridder der Militaire Willemsorde, uit Bergen-
op-Zoom aan de Koningin een tax-hondje, opdat dit de
plaats zou kunnen innemen van het door H. M. ver
loren exemplaar. Na reeds een dankbetuiging voor hel
gezondene dat bij uitzondering aangenomen was
te hebben ontvangen werd hem nu ook nog een gou
den (dasspeld namens IJ. M. toegezonden.
L. en V.
Te sterk~slaapm;ddel.
Men meldt uit Hilversum:
'-uidagmorgen bleef de woning van mej. T. in de
Langcoraat alhier ongewoon lang gesloten. Men brak
de deur <>pen en vond de bewoonster bewusteloos op
bod liggen. i)e te hulp geroepen geneesheer, dr. Vlaan
deren, gelastte overbrenging naar de R.-K. Ziekenver
pleging, waar zy nog wordt verpleegd. Vermoed wordt
dat mej. T. een te sterk slaapmiddel heeft ingenomen.
R'Jdadigheid
Uit Eindhoven meldt men aan de N. R. Ct.
Aan do buckskinfabriek qCr firma Robert von |der
Nahmor te Stratum kwam -le patroon gistermorgen
bij het overlrekken a chtereenvG^ens bij drie stukken
tot de ontdekking, dat deze met «en scherp werktuig
door en door waren ingekorven. Etri door de firma
ingesteld onderzoek leidde tot niets, wsarop geheel het
personeel, een honderd man, is ontslagen De Rijks
politie stelde een nader onderzoek in. De fabriek blijft
giesloten totdat er meer licht over de zaak is opge
gaan. Het werkvolk vindt den maatregel der fkma ge
rechtvaardigd en alles is rustig. De hoofdbesturen van
St. Severus en Unitas zijn door de firma van de zsak
verwittigd.
Collega Rotgans.
Hot is een, vooral onder studenten, zegt het II.bid.
bekend verschil: prof. Pel bij het onderzoek van zijn
patiënten ©en lichten, prof. Rotgans een zeer zwaren
percussiehamer gebruikt.
Eens op het college van prof. Pelwerd naast-
an geheidd'r moest een huis komen
Prof. Pel begint het onderzoek van oen patiënt, te
midden der respondeerende studenten.
Daar begint de hei-machine buiten te werken, niet
haar dreunend: boem! boem!
„Heeren," zegt prof. Pel, zijn hamer latende zak
ken „we zullen even wachten lot collega Rotgans
klaar is!" A.
Ondkarspcl.
Op de voordracht van onderwijzer aan de openbare
lagere school alhier komen vcor de heeren W. O.Speets
te Burgerbrug, J. C. Kotvis te N.-Scharwoude en D.
Klees te Oudosluis.
Eenigenburg.
Tot lid van het Dag. Bestuur der banne Eenigenburg
is gekozen de heer P. Boekeials Hoofdingeland her
kozen de heer D. Kuiper.
Kolliorn.
De Zang vereeniging „Kolhorn" alhier besloot deel te
nemen aan het internationaal concours in Mei 1908
te Amsterdam te houden.
Winkel.
Voor het examen Middelbaar Onderwijs, Ned. Taal en
Letteren slaagde de heer H. C. van Heerikhuizen te
Amsterdam, vroeger te Winkel.
Wieringerwaard.
Tot kaasmaker in de Zuivelfabriek „Aurora" is be
noemd de heer H. Naastepad, thans als zoodanig werk
zaam in de kaasfabriek „de Volharding" te HeerHugo-
waard.
Scliagerbrug.
De Noord-Zyper Veefokvereeniging heeft in haar j.I.
gehouden vergadering tot ontbinding besloten.
Wielingen.
De Nederlandscho Maatschappij van Brandverzekering
te TieJ, heeft door de bemoeiingen van haren agent den
heer M. Jb. Mostert, een gratificatie verleend groot
dertig gulden, aan het brandweercorps en parti
culiere personen te Hippolytushoef voor het flink optre
den by den brand in de O. L. School aldaar. De heer
Mostert heeft het geld ter hand gesteld aan den heer
Burgemeester aldaar, die dit bedrag met hot door ande
ren gegeven geld gezamenlijk zal uitreiken.
Raad tc Bursingcrliorn.
Vorgadering op Dinsdag 24 December 1907, des mid
dags 2 uur.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de heer J. Spaans, Burgemeester.
Voorz. zegtBjj de opening van deze laatste raadsverga
dering, die wy in dit jaar zullen houden, roep ik u allen
een hartelijk welkom toe.
Ik kan dat doen onder voor onze gemeente niet
ongunstige omstandigheden, want de toestand onzer
gemeente is in dit jaar, dat nu ten einde spoedt, niet
onvoordeelig geweest. Want, nietwaar, de uitkomsten
van landbouw en veeteelt, voor onze burgers de hoofd
bron van hun bestaan, geeft reden tot tevredenheid.
De gemeente is voor groote rampen gespaard geble
ven en ik hoop dat dit in het volgend jaar, dat straks
onder gunstige omstandigheden zal aanbreken, ook zoo
mag zyn, opdat het u en de uwen in huisgezin en
maatschappij dan ook wel moge gaan. En hiermee
open ik de vergadering en verzoek den Secretaris de
notulen te lezen.
De heer P. Bronder leest nu de uitvoerige notulen
die onveranderd en onder dankzegging voor de uitste
kende samenstelling worden goedgekeurd.
Medegedeeld wordt, dat van Ged. Staten goedgekeurd
zyn terugontvangen de kohieren van Hoofdelyken
Omslag en Hondenbelasting, de rekening over 1907 en
en de begrooting voor 1908.
De laatste kasverificatie gaf een ontvangst aan van
f 16549.88$, een uitgaaf van f 15593.35, zoodat in kas was
en moest zijn f 9'6.53$.
Het in de vorige vergadering aangehouden adres van
den heer J. Kooyman, schilder te Kolhorn, over een
aanvraag van f 40 schadevergoeding voor het te laat
opleveren van het werk door dan timmerman Moerbeek
aan het schoolhuis, waardoor Kooyman vermeende
schade te hebben geledon, wordt nu aan de orde gesteld.
Uit het persoonlijk onderhoud, dat met Kooyman
werd gehouden, meende voorzitter de gevolgtrekking te
mogen maktn, dat deze dacht, dat de timmerman
met meer welwillendheid werd behandeld door het
gemeentebestuur dan by zelf.
De eisch van schadeloosstelling moest blijkbaar dan
ook meer opgevat worden als een protest. De som van
f 40 voor de geleden sch :de, is zeer overdreven. Dat
Kooyman moer hulp heeft moeten aannemen om het
tydsverzuim van den timmerman in te halen, is onjuist,
daar hetzelfde personeel als altijd het werk heeft ge
daan. B. en W. stellen dan ook voor, daar bovendien
Kooyman erkende dat f 40 te veel was enhy zyn schade
moeilijk onder cijfers kon brengen, om op het adres
afwijzend te beschikken.
Allen voor.
Wordt ter tafel gebracht een steigerplan voor de
haven te Kolhorn. Dit plan is in opdracht van B. en W.
gtmaakt door den architect R. Swagerman te Boven-
carspel.
Do kosten behoeven eon bedrag van f1050 niet te
boven te gaan.
Het plan wordt algemeen goedgevonden, maar voor
en aleer er verdere stappen in deze richting worden
gedaan, willen B. en W zich om finantieelen steun
wenden tot verschillende corporatiën en besturen. Deze
steiger toch is niet alleen in het belang der gemeente
Barsingerhorn, en daarom wenschen B. en W. finantieelen
steun te vragen aan de gemeente Winkel, aar. den
polder Waard en Groet, en aan de Visschersvereeniging
Kolhorn.
Algemeen wordt dit goedgevonden.
Aan de orde is nu de belooning voor den gemeente
opzichter Dubbelman, voor het toezicht bjj don bouw
van het schoolhuis to Kolhorn.
B. en W. stellen voor een gratificatie van f 60 to geven.
Dubbelman heeft uitstekend zyn werk gedaan, zyn
jaarwedde als gemoenteopzichter is niet groot, waarom
zjj voorstellen f60 te geven. Allen voor.
De heer Moerbeek, timmerman van het schoolhuis te
Kolhorn, vraagt ontheffing van de boete van f40 voor
te late oplevering van het werk.
Voorzitter deelt mede, dat Moerbeek 8 dagen te laat
is. Hy is evenwel een paar dagen te laat kunnen be
ginnen, beeft bovendien nog tariefwerk moeten ver
richten. Moerbeek heeft al zyn best gedaan, waarom
B. en W. voorstellen, hem de boete van 8 maal f5 per
dag to schenken. Algemeen goedgevonden.
Aan de orde is een verkiezing van een lid voor het
Burgerlijke Armbestuur. De voordracht van dit college
en van B. en W. luidt: P. Stins (aftr.) en C. Smit Gz.
Met algemeene stemmen wordt de heer Stins herbe
noemd.
Nu volgt de verkiezing van een lid van het Weezon-
armbestuur. Daarvoor luidt de voordrachtK. Kossen
Wz. (aftr.) en S. Spaans Cz. Met algemeene stemmen
wordt de heer Kossen benoemd.
By de rondvraag vestigt de heer K. Jonker de aan
dacht op het slootje bjj het schoolhuis te Haringhuizen,
dat moet eens worden opgeknapt.
Voorzitter belooft onderzoek- Hierna sluiting.
Ken kluizenaar in dc Noordzee.
Een Friesche boer, Jan Cornelisse Fommes, verkocht
in 1610 zyne wagens, ploegen en andere boerengereed
schappen aan Thomas Thomasz, voor zeer boogen prijs,
op dezo voorwaarde: by zou het geld ontvangen na
verloop van een jaar, maar dat jaar moest hjj geheel
alleen doorbrengen op den Bosch of het Kamporzand,
eene zandplaats tusschen de eilanden Terschelling en
Ameland. Deed hy bet niet, dan had hjj alle aanspraak
op zyn geld verloren. Jan Cornelisse Fommes liet zich
alzoo den llden Juni van hot genoemde jaar naar zyn
zandplaat brengen. Met behulp van eenige vrienden
richtte hy er oen huisje van planken op. Het stond
tusschen lange palen en kon met een vjjzel op en neer
geschroefd worden. Dat was noodig, omdat met elk
gety zÜn eiland ondorliep. Toen dit met groote moeite
gereed gemaakt en de noodige voorraad er geborgen
was, namen do vrienden afscheid eu vertrok kon.
Gedurende den zomer en don herfst bracht hy zyn
ty'd door met visschen. Maar toon de winter kwam was
het daarmee gedaan. Mot den winter kwamen koude,
mist en stormen uit hot Noordwesten. Dezo laatste
brachten zyn loven meer dan eens in gevaar. Inzonder
heid was dit het geval in den nacht van 30 November
op 1 December. Zijn vijzel sjoelde wig en ten gevolge
daarvan golfde het water over de zoldering van zyn
woning. Vreezende dat zij vernield zon worden, bond
hy zich aan het houtwerk vast in de hoop om daarmede
ergens aan wal to drijven. Gelukkig bedaarde de storm
en toen het weder zachter werd vond hy een middel
om hot huisje weder omhoog te krijgen.
Toon het voorjaar word m gunstig weder, ontving
hy menig bezoek, niet alleen van visschers van de
naburige eilanden en dorpen, maar ook van anderen,