xXiïds tdd9
bondag 23 Feb. 1908.
52e Jaargang. No. 4337.
DERDE BLAD.
Binnenlandse!) Nieuws.
jït'iïïis? n
MUS srs'itr
£p»sïhi&rlsïrtCj«Sttjp~to" e™ten bs'*
>99™
XXIII.
Haar wraak.
0p Ti 3vond waa het geweest, nu al vier weken
terug, dat de ander gekomen was op zijn kamertje -
vreemd, met verwilderde oogen, schuw om zich heen
kijkend, toen den vinger leggend op de lippen
wachtend, in luisterende houding, of-ie ook altemet iets
hoorde naderen
En de twee stonden toen tegenover elkaar in de stilte
van het kamertje drie hoog. Barend had natuurlijk
direct begrepen. Hy was er bleek van geworden, want
in vier jaar tijds had Jan, zijn vriend, zich goed gehou
den. Hy had iets willen zeggen, maar in de oogen van
den ander had-ie gelezen, dat er niks aan te doen te
veranderen viel Heelemaal niks En hij begreep
het nuttelooze van elke poging, om er wat tegen in te
brengen. Hy ging zitten en zag, hoe Jan een vierkant
pakje, met een grof stuk touw erom heel gewonden,
zachtjes, voorzichtig, met angstig-bezorgd gekijk en ge
takt van beverige vingers, op tafel legde. Hy schudde
alleen even het hoofd en hij zag er echt bedroefd, echt-
treurig uit, toen hy, op halfluiden toon, tot den ander
zei„Verdomd, ze heit je weer te pakken Ik wou
Maar hy haalde temet de schouders op, als een, die
zeggen wilHet is toch boter aan de galg gesmeerd
Alleen kwam er een golf van rood op zyn voorhoofd,
want de gedachte aan de meid, die Jan weer had be
dorven; weer had overgehaald om mee te doen met de
bende van „Zwarten Toon", - dat maakte hem helsch
van drift. In zyn hart hield hy van den jongen. Wist,
dat Tan, die zich nu vier jaar goed gehouden had, best
zou terecht komen, als maar niet die rooie duivelin
Die Leen, van moeder Hartens De ouwe-liefde van j
'm Waar-ie hem aldaar tegen gewaarschuwd had i
- en die nu toch Ondanks alles
De bezoeker klemde zyn vingers saam en zag hem
aan met wilde wanhoop in de oogen. „Barend, je zult
me niet verraaien Het is maar voor hoogstens een
week Dan ga ik weg Voor-goed Ik bezweer
je
Hy zag den schralen, sidderenden jongen, die inbraak
ergens gepleegd had, aan met uiterlijke kalmte. Hy 1
Barend, probeerde zich goed te houden. Maar het over
rompelde hem voor-ie het zelf recht wist. Al wat er
aan vriendschap voor den boef nog in hem leefde en
aan haat tegen de deern, die zyn vriend bedierf, naar
de galg hielp slepen, kwam ineens boven
Hy vloog op en greep den arm van den ander. In
zyn yzersterke vingers klemde hy, haast tot bloedens
toe, dat de beenderen er van knarsten, den pols van zyn
vriend. En nog beheerschte hy zyn stem, toen hy hem
toefluisterde: „Je bent een schooier, een beroerling. Je
weet wat jo, vier jaar geleden, bezworen hebt. Plech
tig, by je moeders graf! By je moeders nagedachtenis
En nou laat je je bed. verlakken verneuriën, door
zoo'n Zoo'n
Hy zocht naar hoonende scheldwoorden en kon ze, in
zijn opwinding, niet vinden. Hy stotterde ervan,' en
het schuim kwam hem op de lippen. Het kon hem
niet vertikken, dat er helsche woede gloeide in de oogen
van den ander die niet verduren kon dat zyn lief aldus
met modder van scheld- en schimptaal werd gesmeten.
Hy probeerde hem te doen walgen van de meid, maar
besefte dat het toch niet lukken zou
Toen liet hij eindelijk den arm van zyn vriend los en
smeet van nijdigheid de steenen pijp, die nog op tafel
I iasr, half-uitgerookt, te morzel, aan gruizelementen op
den grond. Hy trapte op de stukken en vloekte van
feilen toorn
Toen wou-ie het pak, dat Jan had neergelegd, weg
j smijten, maar de ander strekte nog eens de handen
naar hem uit Hy begreep, dat Jan verloren zou
zijn, als ie het pak weer mee moest nemen; dat er, op
dat oogenblik, niemand anders was om het aan toe te
vertrouwen; dat ze op Jan loerden, van de recherche
Nog eens overwon zijn vriendschap, maar hy dacht
erover na terwijl de boef stond te fluisteren, rad,
haastig, gejaagd, allerlei dingen, waar hy niet eens naar
luisterde Hy peihsden erover,hoe hy Jan zou ont
rukken aan de klauwen van de deern
En toen, voor de zooveelste maal in dat kwartier,
Jan hem vroeg of-ie het pak dan mocht laten of
Barend bet dan goedvond
Toen knikte deze even van ja, van „dat het hom wèl
was." Hy groette zyn vrind niet. Bleef, terwijl de boef
wegsloop, zitten piekeren over een middel Urerr-
lai g, totdat d« gele vlam in zyn petroleumlamp be
gon te dalen. Hy huiverde van kou. Zyn kachel was
uitgega n. Hy nam het pak op maakte het touw
los, en begon de dingen die erin waren, weg te stop
pen Hier en daar. Je kon noait weten -
En sterk voelde hy op dat oogenblik - waren nog
zijn vriendschap voor, zyn deernis met den inbreker
En krachtiger was in hem geworden het besluit om te
pogen hem nog te redden, als het kon Hem te
bevrijden van de deern, van rooie Leen
Zy, de meid, had de vleezige handen, met ringen aan
veie vingers, op de oreede heupen gelbgd. Om haar dik
ke, vuurroode, zinnelijke lippen bad zich een gemeene
uitdagende lach gevo'md. Onder het rood op d'r wan
gen kwam uit het gegloei van de felle, vernynige woede
u>e in haar opgezweept was door de woorden van'
Barend, die tegenover haar stond Hy wist best, waar ie
l-' Oli op dat uur van den dag vinden kon. En by had
zich'de illusie gemaakt, dat ze misschien toch wel voor
zachte, vermurwende woorden vatbaar was. Hy had haar
j[eeu borrel go. ffreer i en toen ze mot elkaar aan het
withouten tafeltje van de kroeg zaten, was-ie begonnen
te praten. Kalm, zachtjes, gemoedelijk. Eerst had ze
zitten turen op de punt van een harer hooggehakte
schoentjes-met gespon. Ze wiegelde met den voet en
keek almaar strak naar d'r teenen. Ze snapte eigen
lijk niet direct, waar-ie heen wou, Barend. Maar toen ze
er de lucht van kreeg, zette ze haar jeneverglas met
een smak neer, wierp het hoofd met de geplakte po-
Jnade-haren achterovergorgelde een vettig sarcastisch
lachje uit, sloeg zich met de volle hand op de dy en
nop, met het scherpst van haar kryschende stem „Nee,
zeg, die 's goed 1 Lewie, kcm 's hier I Luister
,s e®e 1 Barend was doodsbleek geworden. Hy ken-
ae ae lui van de gelegenheid en wist waar ie zich aan
Dioot stelde. Als ze hem verdachten. Hy ging bn
de deur staan.
dr'e kerels waren nu om rooie Leen heen gegroe
peerd. De meid had dien dag al vry wat gedronken en
aar tong viel zwaar. Het schitterde nu, van alcohol en
rr. woede, in haar oogen. Ze was onvatbaar voor zyn
R a T°°rdeti geweest. Had alleen onthouden, dat
Barend haar vroeg, haar smeekte, om Jan los te laten...
m Jan te laten blijven, wie hy nu, in al die vier jaar,
geweest was.
ioen had ze het uitgeschaterd. En de kerels, de boe
ven, die in een achterkamertje zaten te smoezen, geroe
pen. Voor dien Barend, den gewezen kameraad, mos-
te ze oppassen hoorDie was er een van de „ge
heime" geworden.
Hy, Barend, hield zich by de deur geposteerd, de hand
aan de kruk. Hy wist, vanouds, wat voor hem in het
zout kon liggen. Hy zag het dreigende in de blikken
van de boeven. Hy zag ook, dat de groezelige vuis
ten zich balden of zochten naar een wapen. Dat de
oogen gluurden naar het slot van de straatdeur.
Hy wist dat het spel verloren was. Maakte de deur
van het kroegje halverwege open.De boeven kropen
terug, bang dat er onraad kon nakengereed om te
vluchten, naar het opkamertje.
Naar voordat hy ging, Barend, riep hy Leen nog iets
toe, dat tot in de straat weerklonk, zoodat ook op het
gloeiende gezicht van de boevendeem angst zich toe
kende.
Hjj riep het nog eens. Maar er kwam geen politie,
zooais ze zeker gedacht had.
Het was Barend of het gemeene, hoonende scheldwoord
hem van de lippen geperst werd. Met sarcastisch ge
grijns van genieten herbaalde hy het, tot wel tienmalen
toe.
En zy, de meid, lachte. Brulde het uit van
geméakte jool. Ze maakte gebaren van minachting,
van„Ik heb. an je" tegen Barend.
Ze schreeuwde iets terug. Wat het was, verstond hy
niet.
Maar nog even, voordat hy wegging, zag hy haar
aan.
En toen hy las, wat er omging in de vrouw, die hem
zat na te kijken.
Toen hij opving het vuur, dat uit haar zwarte oogen
sprong, toen klemde het Barend om het hart.
Want hy was, vanouds, met Leen en haar consorten
bekend.
Eerst op het politiebureau, toen in de Rechtszaal,
hebben ze elkaar teruggezien, Barend en do meid van
zyn vriend.
Hy moest getuigen in de zaak der inbraak, waarin
zy ais medeplichtige, betrokken was.
Het rood op haar wangen was danig verbleekt gedu
rende de weken der voorloopige hechtenis.
Maar toen ze hem, Barend, zag binnenleiden, ook met
een veldwachter acbter zich.
Toen herleefde, voor een wijle, de schittering in haar
oogen, en kwam er weer even blos op haar wangen.
Een siddering van voldoening gleed over haar forsch
lichaam. Vcor een paar oogenblikken werd ze schade
loos-gesteld voor al de ellende, in den jongsten tyd, na
de ontdekking, geleden.
Het jubelde in de oogen der vagebonde. Lekker,
lekker I Jjj hebt me uitgescholden, toen, maar ik heb
je, toen er toch niks meer aan te redden viel, by de
politie aangegeven.
Heerlijk, lekker 1
En de bleeke man, die wegens heling verdacht werd,
voelde die helsche vreugde en dacht aan de klemming
om zyn hart.
Op het oogeblik, toen hy al-scheldend uit de herberg
was gegaan.
MAiTRE CORBEAÜ.
Smokkelaars.
Reeds eenigen tyd was het te Maastricht een publiek
geheim, dat er zich een bende smokkelaars mannen
en vrouwen, uit België geweken had gevestigd, die
ontzaglijke hoeveelheden saccharine importeerden en
daarna weer uitvoerden naar Frankryk en Duitschland.
Zaterdagavond evenwel is een gedetlte der bende door
de Lanaekensche gendarmen gearresteerd, op liet
oogenblik dat zy goeden sier waren aan het maken in
een herberg, nadat er een verdeeling der winsten bad
plaats gehad. Twee mannen en twee vrouwen werden
aangehouden, die bekenden sacchaiine te hebben ge
smokkeld, in kolossale hoeveelheden. Zy allen zyn
goede bekenden der Belgische justitie. In Maastricht
hadden allen valsche namen opgegeven. Als bewijs, dat
de zaakjes goed marcheerden, diene, dat ruim 30.000 frs.
op een bank waren gedeponeerd te Maastricht. Een be
rucht lid der bende is ontvlucht. Msb.")
Uit het militaire leven.
Voor eenigen tyd werden dertien onderofficieren van
het 3de bat. te Assen door hun bataljonscommandant ge
straft wegens het niet kennen der reglementen, hun
ter bestudeering opgegeven.
Door die straf (kamerarrest) konden die onderofficieren
eene feestelijke vergadering hunner vereeniging niet
bywonen. De president dier vereeniging wydde aan dit
geval een woord.
Vijf dagen hierna maakten 2 officieren hiervan rap
port op en de president werd gestraft met 8 dagen
Kamerarrest. De officieren n.1. beweren, dat de president
gezegd heeft, dat ouderofficieren buiten hun schuld deze
vergaderingen niet konden bywonen. De president be
weert gezegd te hebben, üat verschillende onderofficieren
door omstandigheden „tegen hun wil", de vergadering
niet konden bywonen.
De president is met de gevallen beslissing niet
tevreden, zoodat de zaak naar alle waarschijnlijkheid
voor het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht behan
deld zal worden.
Verschillende collega's van den president en mede
twee burgers moeten kunnen verklaren, dat volgens de
tweede lezing gesproken is. („Asser Ct.")
Twee zeelieden verdrenken
De correspondent van de N. R. Ct. te Rome schrijft
d.d. 17 Februari:
De Metsagero van hedenochtend ontvangt het bericht
uit Civitavecchia, dat daar gisteren drie Hollandsche
zeelieden van de stoomboot Louise uit zeilen gingen in
een sloep, met het noodlottig gevolg, dat twee hunner
vei dronken. Door de hooge zee tn den sterken wind
sloeg het vaartuig om. Een der opvarenden, Willem
Jonker, wist zich zwemmende boven te houden en
klom op de kiel van de omgeslagen boot. Een half uur
hield hy het in dien benarden toestand uit, eer de
booten, door de inmiddels gewaarschuwde havenmeesters
uitgezonden, hem konden bereiken en redden. De ande
reu waren onmiddellijk door de zee erzwolgeiWillem
i Jonker had het ook geen oogenblik meer kunnen uit-
i houden. Zyne redders, die, te oordeelen naar den lof,
hun door de havenautoriteiten gegovbn, blijkbaar een
gevaarlijk werk verricht hebben, Kwamen nog juist
bytyds om hem te redden.
j Nader meldt men:
Volgons een brief van den gezagvoerder van het s.s.
Louise, had hy geen verlof gegeven oin met de werk
boot te gaan zeilen. Waren de zeelieden echter binnen
de haven gebleven, dan liad er spoediger hulp kunnen
j verleend worden, doch zy zy.> huilen hel breekwater
gegaan en aldaar sloeg de boot dooi de hooge zeeën om
De verdionkenen heeten: J. Flinek, 2e machinist, uit
Haarlem, eu P. Keuls, lichtmatroos, uit Leiden.
Onlusten.
Men meldt uit Breda
Dinsdag zyn vau hier, op verzoek van den burgemees
ter, naar Klundert vertrokken één sergeant en een sec
tie soldaten, met het oog op mogeiyke onlusten ui ver
band met het mond- eu klauwzeer eiider het vee.
Provinciale Huisvlijt Tentoonstelling
De Provinciale HuisvlyM'eiitoousielliiig, uie, waar
schijnlijk in Ue maand Juli, te Zaandam zal worden
gehouden, belooft in alle opzichten zeer belangryk te
worden. Uit vele plaatsen der provincie Noord-Holland
zyn reeds belangwekkende inzendingen toegezegd.
De inzending slaat open voor joi geus en meisjes van
8 tot en met 12 jaar, voor jongens en meisjes van 13
tot en met 17 jaar, voor amateurs (niet vaklieden) boven
17 jaar, vak-leerjongens van 13 tot en met 17 jaar eu
vaklieden boven 17 jaar.
De volgende afdeelingen zullen ieder op zich zelve
staan en afzonderlijk worden beoordeeld; Nuttige band-
werken, fraaie handwerken, toekenkunst, schilderkunst,
boetseerwerk, houtbewerking (figuurzagen, houtsnydenj
brandschilder werk enz.), schrijnwerk, metaalarbeid,
cartoniiage, amateur photografie, knuiseiarbeid en divers!
Bovendien wordt aan de tentoonstelling verbonden eene
historische afdeeiing en een afdeeiing van buitenland-
sche versiering»kunst
Het heeft Z.Ex. Mr. G. van Tienhoven, Commissaris
der Koningin in Noord-Holland, behaagd het Bescherm
heerschap dezer tentoonstelling op zich te nemen.
Het eere comité van de Prov. Huisvlyt-Tentoonstelling
bestaat uit de volgende heeren: Jhr. Mr. C. A. Elias
Burgemeester van Zaandam, Eere-Voorzitter K. Cz dé
Boer, lid der 2e Kamer S. G. te Assendelft, J. H. Eil-
mann, lid van den Gemeenteraad te Zaandam W Hovv
lid der le Kamer S. G. te Amsterdam, J. a Laan lid
der le Kamer S. G. te Wormerveer, W. C. J. Passtóors,
lid der 2e Kamer S. G. te 's Gravenhage, Prof. C. A.
Pekelharing, Voorzitter van den Volksbond te Utrecht,
E. A. van Saher, Directeur van het Museum voor Kunst
nijverheid te Haarlem, Mr. H. J. C. van Tienen, lid van
Gedeputeerde Staten voor Noord-Holland te Zaandam,
A. H. Verkade, fabrikant te Zaandam en J. C. van
Wessem, houthandelaar te Zaandam, als leden.
Schagerbrng.
De heer A. Zijp, vroeger alhier thans te Utrecht, staat
no. 1 op de voordracht voor leeraar in aardrijkskunde
en geschiedenis aan het gymnasium te Tiel, tijdelijk
daar reeds werkzaam.
Een bedelende bedrieger.
Een man, zeer armoedig gekleed, die, zooals het oogen-
schjjnljjk leek, niet anders kon loopen dan op twee
krukken, strompelde door Denekamp, het medelijden
van de ingezetenen opwekkende. Nadat hy zijn aal
moezen had ingezameld, kocht hy een hartversterking
bij den vergunninghouder K., waarna hy vertrok.
Een eind reeds op weg, en zyn beroep weer willende
uitoefenen, kwam by tot de ontdekking, dat hy zyn
krukken vergeten had. (»Zw. Ct.")
Oude stakker!
Sedert 20 October werd te Arnhem vermist een 81-
jarige man, die als oppasser van eenige paarden naar
Dnitschland was gereisu en sedert dien niet meer van
zich had laten hooren. Groot was de vreugde van zijn
echtgenoote, met wieD hy reeds 46 jaren gehuwd is,
toen hy gisteren te Arnhem terugkeerde. De man moet
als armlastige eerst een tyd in de gevangenis en daarna
ten gevolge van ziekte in een gasthuis in Duitschland
eenigen tijd doorgebracht hebben.
Scheepsmoestainen.
Nu in den laatsten tijd nog al eens de wintertuinen
j op de nieuwe groote transatlantische stoomers ter sprake
l komen, is het niet oneigenaardig uit de volgende aan
halingen te vernemen, dat reeds in het begin der 17e
eeuw op enkele onzer schepen permanente „tuinen"
werden aangelegd.
In het negende deel van het in 1786 te Amsterdam
bij Petrus Conradi uitgegeven werk „Nederlandsche
Reizen tot bevordering van den Koophandel, na de
meest afgelegene gewesten des aarakloots", wordt o.m.
verteld van den „togt van Hendrik Hagenaar na de
Oostindiën, sedert het jaar 1631 tot het jaar 1638". Mee
wordt wegens watergebrek
legger is het jacht „De Brak", bestemd naar de kust
van Guinea. St.-Vincent
i aangedaan en (blz. 3)
„Dewijl het nut van versche groente, voor het
bootsvolk, meermalen was gebleeken, zaaiden eeni
gen op de kampanje Salade, Tuinkers enPeterzely;
al hetwelk, in een ongelooflijk korten tijd voortkwam,
en onder het volk wierdt uitgedeeld."
Spoedig na het vertrek van St.-Vincent worden de
schepen door een hovigen storm beloopen en deze
(bid. 4)
„vernielde den tuin op het Jacht de Brak. Men
bergde nog iets van de moeskruiden voor de zieken,
die er drie dageu genoeg aan hadden."
Onze 20e eeuw Oceaan-reizigers kunnen er zich dus
niet op laten voorstaan, de eersten te zijn, die een
scheepstuin in toepassing brengen. W.
Een luchtig verblijf.
In de gemeente Leeuwarderadeel nuist sedert Novem
ber een ruim 30-jarig man in een schapenhok, dat op
het open veld staat. Ook bij de strenge vorst in dezen
winter vertoefde hy er.
Om cokes te zoeken.
In de allerkoudste dagen ontving een onzer het vol
gende briefje van een moeder van een zijner leerlingen:
Mijnbeer 1 Duid u het my niet ten kwade, dat
Jan gisteren niet op school is geweest; daar het
zoo verschrikkelijk koud in huis was voor de kleine
kinderen, daar wij al in geen 8 weken een cent
verdiend hebben, is Jan aan de Staatsspoor cokes
wezen zoeken.
De terugslag van de werkloosheid op de school
(De Schoolbode).
Oe Oud Minister van Oorlog bedreigd.
De 31-jarige Klaas de P. van Zwaagwesteinde heeft
al heei wat op zijn kerfstok. In 1893 stond hij te Leeu
warden terecht voor twee pogingen tot brandstichting
en voor vernieling en werd hij veroordeeld tot 1 jaar en
6 maanden gevangenisstraf. Nadat hij die straf had
ondergaan, werd hij voor landlooperij veroordeeld tot
3 dagen hechtenis en opzending naar een Rijkswerkin
richting voor den tijd yapt 3 jhhr. In 1901 werd Klaas ont
slagen en sedert dien heeft hij zich uit de handen der
justuie weten te houden. Het leven schijnt hem echter
niet in alle opzichten rozen te hebben gebaard en de
strijd om het bestaan moet hem wei moeilijk zijn ge
vallen, dat hij in het dienst nemen bij het koloniale le
ger hei ideaal van zijn wensehen zag.
Op 5 Augustus 1907 zond hij een verzoek daartoe
in op 13 Augustus d. a. v. kreeg hij een weigerend
antwoord terug. Dat kon Klaas niet kroppen; na 5
jaren lang zich goed te hebben gehouden, meende hij;
recht te hebben op meer voorkomendheid.
In zijn woede over de weigering heeft hij toen aan
Z. E. den Minister van Oorlog een dreigbrief geschre
ven. Hij gaf in dat schrijven aan zijn opgeklopte woede
ruimschools lucht wees op zijn onberispelijken levens
wandel gedurende de laatste 5 jaren sprak van een
„mooien Minister die, in plaats van hem te helpen
den goeden weg te blijven bewandelen, hem lerugstiet
in de armoede. Verder verklaarde de schrijver, dat hij
niet langer in deze „rotte" maatschappij wilde en dat,
zoo de Minister niet zorgde, dat hij alsnog werd aan
genomen, hij de gevolgen moest afwachten. Hij
Klaas zou dan in Demi Haag komen om zich te wreken.
En om nog meer ernst aan de bedreiging te geven, voeg
de hij er aan toe, dat wilde men weten of hij „een man
van zijn woord was men zich maar tot den officier
van justitie te Leeuwarden moest wenden om inlichtin
gen die kende hem goed.
Voor die bedreiging stond de man, die reeds sedert
eenigen tijd gedetineerd is, gisteren terecht. Als getui
gen werden gedagvaard de heeren: W. F. Ridder van
Rappard, gewezen Minister van Oorlog. A. J. Doorman,
raadadviseur aan het dep. van Oorlog en J. C. Feun,
kamerbewaarder aan hetzelfde departement allen te Den
Haag.
Lil den aard der zaak gaven de verklaringen ider
getuigen weinig belangrijks; zij hadden hoofdzakelijk
ten doel de identiteit van den ter terechtzitting aan
wezigen dreigbrief vast te stellen en tevens, dat de
bedreigde bekend was met de doorzending naar den
Minister van Justitie. De laatste vraag werd toestem
mend antwoord. De bekl. bekende het feit; het werd
door hem in een booze bui gepleegd, toen hij pnder
den 'invloed van een „bittertje" was
De officier, die in de dagvaarding had ten laste gelegd
„bedreiging me: eenig misdrijf t gen hei leien gericht.'
subsidiair „poging tot bedreiging, constateerde in zijn
requisitoir, dat het in primo ten laste gelegde door de
bekentenis van beklaagde en de verklaringen der ge
tuigen wettig en overtuigend bewezen werd, zoodat het
subsidiair ten laste gelegde kan worden geëcarteerd.
Herinnerende aan beklaagdes vroeger ongunstig ver
leden en aan de verklaringen voor den rechter-commis-
saris afgelegd, waar hij heeft bekend, wel degelijk het
plan gehad te hebben naar Den Haag te gaan en te
trach:en daar zoo mogelijk met den Minister, dien hij niet
kende, in aanraking te komen en ruzie met hem 'te
zoeken, en hem aan te grijpen, meent spreker, dat
er weinig termen voor clementie aanwezig zijn.
Eisch 1 jaar gevangenisstraf.
De verdediger ambtshalve mr. G. J. de Kempenaer te
Leeuwarden, betoogde, dat poging tot bedreiging niet
bestaanbaar is en dat in dezen van „bedreiging,, geen
sprake kan zijn, omdat deze veronderstelt een bepaald
persoon tot wie ze is gericht. En in casu is die hier
niet aan te wijzen; de brief toch was gericht aan den
Minister van Oorlog en het was bij het kortstondig leven
onzer Ministeries niet zeker, dat er op dat oogenblik
zoo'n functionaris zou zijn. Na repliek werd ae uit
spraak bepaald op 4 Maart a.s. Leeuw Ct
Arm dier.
Een eigenaar van een paard te Alkmaar, dat den
geheelen aug gewerkt had, verbaasde zich er over, toen
hij 's avonds in den stal nog even kwam kijken, dat
het dier noch gegeten noch Bedronken had en dat het
zoo suf voor ae ruif stond. Hij zond een briefje
den man. die het paard gebruikt had. Die man was
hif v^!r'a, aaF en ,vol«™den morgen needs stond
gende? V3n ei#maar en vertelde het vol-
Het paard was op de thuisreis koppig geweest Na
dat hij allerlei middelen had toegepast om het in be-
wegmg te krijgen, greep hij het bij de w Het mard
en de m.aH hield de tong van het beest in
doen ^fe^ naard" hb^J'Jn Schrik voors tellen Wat te
aoen Het paard bloedde met aan het dier zou
miste Ae f me' ^de^Lmerken- dat het zijn tong
m g b^raven «n daarna wérd bed
paard, thans zeer gedwee, op stal gebracht
man had 's nachts niet kunnen slapen en
hlJ vroeg naar den eigenaar gegaan
om dien het gebeurde te vertellen
Df-niaait|Urlljk m0eSt het p33rd onmiddellijk worden af-
gema3Kt Alm Ct.
ÏT Overtreding l.utergwet.
Voor eengen tijd adverteerde te Hengelo, een fir
ma in manufacturen, dat zij het bij haar op een heoaal
den dn,urn bestede geld aan de koope^ Ton xïmi
betalen. Die datum was alleen aan de firma bekend
en in een verzegeld couvert bij een notaris gedepomvrd
Op den van te voren bepaalden dag opende deze de
ge!jk!c^e koopors van den toen
tekenden datum hun geld kregen terugbetaald. Hierin
zag de burgemeester der gemeente een overtreding der
oterijwet en nu zijn de firma en een uitgever /die
zijn blad de betreffende advertentie opnam, gedag
vaard voor het kantongerecht te Enschedé
Een directeur generaal in actie,
k k feiWeken aan alle ambtenaren van
nf,L. r. Posterijen en telegraphie door den
directeur-generaal een gedrukte door hem onderteekende
circulaire uitgereikt, waarin hurf werd gelast van zulk
een ontbieding bij den Minister onmiddellijk 'aan den
dhecteur-generaal kennis te geven en na afloop van
het onderhoud onmiddellijk verslag te komen doen
hronht arÜer "adf!1 de circulaires waren rondge-
acht, werden zij alle zorgvuldig weder teruggehaald.
L. en V.
f 10.000 in een latafel.
al'oen wonende oude- weduwe van den netten
stand, wonende in een plaats in het oostelijk deel v n
Noord-Brabant werd ziek. De bumntSn S
te pas komen, want zij kon zich niet meer helpen Met
w tf 611 0311 ^ring vonden zij haar te bed
bggen. Een buurman, die haar familie moest halen
moest ook voor haar de contanten verwijderen en*
da was me zoo maar eventjes een 10 duiJnd mi'ld^
welke daar renteloos lagen. Av ster
u;ii \eeLeen snu.fie: de Minister Kraus achtte het, naar
wij vernemen, den laatsten tijd van zijn bewind tv
wenscht, ambtenaren van post en telegrafie bij ziVh
raal^om Cn mhchlln8 buite:n den directeur-gene-
Langereis, gem. N.-Niedorp.
goSf le?dL8afrWfrkéng' op kleine P'aafsen, onder
goede leiding tot stand en tot bloei kan worden ge-
rnnsH 6rVIa -6? 0nze alhier bestaande vereenigingm
ve?een?effiBV0Iin JwT?ad?rde onze Plaatselyke Nuts-
ereeniging* in het lokaal van den kastelein P. Vis
te 7 uur° de Voorat ?pk°mst &root en toen dan ook
te uur de Voorzitter, de heer M. de Jong de voryadn-
nng opende, bleek by de uitreiking der zangbundels
dat de zaal gevuld was met 86 leden en g^ntreducee^
den 't Ongunstige weer heeft den toevlC nog we
eenigszins getemperd, wat voor de aanwezigen het
genot wel verhoogde van niet te moeten zitten als
gepakte haringen in een ton. Waarlyk bij den blo ii
Een blTkeonnghTn W°rden dö lokal*n haast te klim!
i-en blik op het programma deed vermoeden dat hot
een recht prettige avond zou worden.
metdeml^Vr!8^!'1331' op de heer K. Koster Kz.,
met ae rede. „Truitje de naaister", van den gevierdon
™hTer/UStU8 V8n Maurik" De héer Koster wist zfin
stiïte 'in d°or éfaigehname Toordracht te boeien, en de
stilte in de zaal bewees, dat de spreker op dén voet
,„A1\,no-3 werd opgevoerd het kluchtspel Een half
kluchtspel"Dal^Mr'" HDitf8tukJ«.
uc spel 3110 eer aandoet, sloeo in hooge mato
De vertolkers, de heeren Houter als kapper De Wit als
P&Ï," 0119 al" 'ludenten' en Oskaard
ais agent van Politie, waren uitstekend in hunne rollen
STJT u'tetekeitd *P01 brachten zfi de vergadering
gelach 0g8 6 t0PPunt van vroolykheid en onbedaarlijk
he^TVi^ f®1" nerad-emi"K met bijdragen opde
neer j. Kaag met: De Wondervisch; Mej de Vries
tert Se, Beܫ Keukenmetf; 2. Een nietje uit de lo-
Jn™iddels was de Voorzitter genaderd aan no 6 van
het programma „De wandeling met Baby" en ook deze
ErStD=de9nb^rag6'die V0^ödla«en werd door den
eer Dekker en zyne echtgenoote, oogstte grooten biival
in. evenals ten slotte de door den heer Dekker zei ven
'Tfs AAn6Iv, komf18che bijdrage Hanneske van Drumpt
tls een hoogst genotvolle avond geweest voor dé
Vereeniging „Vriendenkring", en toen dan ook té n
uur avonds, de Voorzitter, met hartelijke dankzegging
X ES tZ i. 'SlSSS,
ZtZZ&nm'liï""h«9lb"1». 1» de pret!
r Een *0V»«rlflk heer.
Gisterenmiddag omstreeks vijf uur vervoeede zich hii
een bewoner van den Apeldoornscheji weg te^frnhem i*n
ahhoer gekl«xi persSon, die d^ dieT^S
eui opende, ongevraagd binnentrad en den heer of
de vrouw des huizes te spreken vroeg. De dienf^ode
dTimtri^r 1a ff*" thuis was en nu begon
stek X hiT dat hy 't meisje overhoop lou
tt VSaSiS ïg^ trr mbna,fd5e
ner k u .P°llhe, des avonds door den bewo^
s""1"'"k™91
in werkloosheid te Amsterdam
meeste/ van
komen ccn Iwlron von f i oai vei Kloozcn inge-
(Oi een bedrag van f 17 W h i Im8 f1, leden
leden ^S,al'Igï
in r- Vr°eg voorjaar.
eeii teSEtX.fhebb«'
lit Rijsen meldt men:
alh£r1iiSü1ZiSeiili2ed^0Sterh0ffnVai1 jhr" Coenen
het dak mo^ ên vemchi'en Stellingen aan
met drie Sn gevonden Tl* sP'^u wennen»
tuin van het in del'
d^rond vijf mei
Aaugeteekende brief gestolen.
bankbiljet van hf60 èn^een van^Mn' 6611 hr'ef met wn
Post naar Amsterdam verzonden
ma G. kwam tot Sheden étó he, L^drcss^rde fir"
zoodat deze vermoedelijk nia f V3n den brief,
vreemd is. vermoeddijk tijdens het vervoer onb
Een schadepost
cie, waardoor letters van minder gehalte g^iiLaktzyn.