Een slechte Partij. Gemefcgö Nieuws. Het Woningvraagstuk. Burgerlijke Stand. lijdende is aan cornage. Voor merrlSn, die ln 1907 ble ken niet ladende te zijn aan cornage, ie deze bepaling niet van toepassing. In de kosten van deze verklarin gen wordt door het Bestuur f2.50 per paard bijgedragen. Formulieren ter inschrijving van veulens in het veulenboek zijn op aanvrage steeds gratis te bekomen bij Mej J. Laurman, Paul Krugerstraat 7, Watergraafs meer, of bij den Secretaris. Zeldzame vangst. Schipper A» de Graaf, van den stoomtrawler Amster dam IJ M 49, van de Maatschappij beheer van visch- riteiten te brengen. Een gevolg van dat toezicht is dat de eigenaars van woningen, welke door het aanbrengen van noodige ver beteringen in bewoonbaren staat kunnen worden ge bracht, moeten worden aangeschreven, de verbeteringen (in die aanschrijving te noemen) binnen een bepaalden tijd tot stand te doen komen, of anders de bewoning te doen staken. Zijn die verbeteringen na het verstrijken van den gestelden termijn niet aangebracht dan zal tot onbewoonbaarverklaring worden overgegaan. Nu kan het geval zich voordoen, dat een eigenaar niet bij macht? is de kosten dier herstellingen te dragen; weduwnaar van trawlers en andere vaartuigen, te IJmuiden, haalde bij j wej de gemeenteraad trekke zich niet terug, maar 30 0 I zal art. 29 der Woningwet toepassen en aan dien eige naar een rentedragend voorschot verstrekken. Dit is echter het uiterste geval, de eerste zorg zal rusten op den eigenaar of op den hypotheekhouder, die, geeft hij geen gevolg aan de aanschrijving, gevaar loopt zijn ka pitaal te zien verminderen of verloren gaan. Z\jn de aangegeven verbeteringen aangebracht, dan is de eigenaar vrij om de woning verder te doen bewonen, en er is dus niet anders ges-hied, dan datgene waar voor hg reeds lang had moet zorgen, maar waartoe hjj nu is genoodzaakt geworden, hetgeen vóór de woning wet niet mogelijk was. Eén of meer woningen worden onbewoonbaar ver klaard, daaraan is herstellen dus niet meer mogelijk. Teneinde te voorkomen dat niet onnoodig tot onbewoon baarverklaring worde overgegaan, moet de gemeenteraad hierover oordeelen, de gezondheidscommissie gehoord. Bij het besluit tot onbewoonbaarverklaring wordt ge steld een termijn van hoogstens 6 maanden om de wo ning te ontruimen. Een eenmaal gestelde termijn kan worden verlengd door den gemeenteraad onder goed keuring van Gedeputeerde Staten. Hiervan kan natuurlijk alleen gebruik worden ge maakt wanneer de bewoners dier woningen geen andere woningen kunnen vinden, en het te voorzien is dat daarin binnen een afzienbaren termijn verandering te verwachten is, bestaat dit uitzicht niet, dan is de noodige behoefte aan woningen voldoende geconstateerd en moe ten er maatregelen genomen worden. En wie zal die maatregelen nemen? Voorwaar een vraag, wel de moeite waard ernstig onder de oogen ge zien te worden. In verschillende raadsvergaderingen is door één of meer leden de beantwoording dier vraag ontwegen, en zeggen ze: moeten wij daarvoor zorgen, dus zullen ze bedoeld hebben: is het een gemeentebelang? Ik meen toestemmend te moeten antwoorden. Daar waar het Rijk deze zaak als Rijksbelang zich aantrekt, kan en mag een gemeente zich daaraan niet onttrekken. Zal de eerste vraag van Ged. Staten bij een verzoek om b.v verlenging van een termijn voor ontruiming, niet zjjn: Wat hebt gij gedaan? en wat zal het ant woord zijn? Zal het de bedoeling der Woningwet zijn, dat de huurders dier bouwvallen in de open lucht bivak- keeren (onwilligen neem ik niet in bescherming) dat kan toch niet. Ieder gezin een goede woning, dat is de be doeling, 'dus niemand onder den blooten hemel. En is aan de wet voldaan, als de Raad een woning onbewoon baar heeft verklaard, het gezin er uitgezet moet worden en zonder onderdak is? Ik zou ieder raadslid, die daaraan medewerkte de vraag willen stellen, of hij heusch van gedachte was, het gemeentebelang te hebben gediend, en de wet hatfehelpen toepassen volgens letter en geest. 't Mag zoover niet komen, wanneer is geconstateerd dat er gebrek aan woningen bestaat, en dat gebrek een gevolg is van maatregelen genomen ter verbetering van volkshuisvesting dan worden er andere middelen aan de hand gedaan. De gemeente kan daarin voorzien door met voorschot en bedrage van het Rijk woningen te bouwen (art. 33 woningwet.) Wat is voorschot? Voorschot dat wil zeggen, dat de kosten van het geheele plan alles inbegrepen, aan de gemeente door het Rijk worden verstrekt, onder voor waarde, dat het wordt besteed voor volkshuisvesting en met matige rente in 50 jaren worde terugbetaald, waarna de woningen eigendom der gemeente blijven. Wat is bijdrage? Om dit afdoende te beantwoorden, moeten we iets uitvoeriger zijn. De woningen welke op deze wijze worden gesticht, zullen moeten voldoen aan billijke eischen, doch zal de huurder kunnen beta len wat zoo'n woning moet opbrengen? Gesteld, voor een woning (de gemeente mag er niet aan verdienen) moet jaarlijks opgebracht worden, aan rente en aflossing, belasting, onderhoud enz., f 75.—. Om tot dat bedrag te komen zal de huurprijs per week f 1 25 moeten zijn, maar inkomens van f 7 tot f9, door den regel een groot gezin en dan f 1.25 huur dat is wat veel, f 1.— zou hoogstens te doen zijn. Goed man, je betaalt f 1.—-, maar de gemeente komt wekelijks aan die ééne woning f 0.25 te kort, dat is in een jaar f 13.— Van die f 13. nu wordt ook door het Rijk een deel gedragen tot hoog stens de helft. Dat is de bijdrage. We zien dus dat de kosten voor de gemeente niet opwegen tegen het groote belang, dat er mede gediend wordl Hiertegen wordt wel eens aangevoerd, dat het voor de gemeente niet gaat als huizenverhuurster op te tre den en de betaling niet zoo goed zal gaan als bij parti culieren, 't is toch van de gemeente, zal men zeggen, enz., enz. Ik geloof echter dat die vrees ongegrond is, ter voorkoming daarvan staan ook der gemeente vol doende middelen ten dienste. Gebrek aan grond kan ook geen bezwaar zijn, want daarvoor is aan den gemeenteraad het onteigeningsreGht toegekend door toevoeging van een nieuwen titel aan de wet op de onteigening ten algemeenen nutte: „Ont eigening in het belang der volksgezondheid." In verschillende plaatsen van ons land zijn opgericht bouwvereenigingen, dit zijn vereenigingen die zich ten doel stellen „verbetering van volkshuisvesting" en als zoodanig door H. M. de Koningin moeten worden toege laten. Deze vereenigingen zijn zeer nuttige instellingen en doen in hoofdzaak dat, waartoe de gemeentebesturen bevoegd zijn, doch die op hun beurt deze voorname en gewichtige taak overdragen aan zoo'n vereeniging, en haar financieel steunen. Ook die vereenigingen kunnen voorschot en bijdrage van het Rijk ontvangen, doch niet dan door tusschen- komst van de gemeente. Nu moet men niet aannemen, dat by de eerste de beste vraag om geld, het Rijk al gereed staat een voor schot te geven, neen, er zijn voorwaarden aan verbon den en het gaat over heel wat schijven eer alles in orde is, doch bij goede voornemens en deugdelijke plannen, zal een gunstige beschikking niet uitblijven. Er zijn nog zoo weinig gemeenten waar dit is toege past, en dikwijls het belang uit het oog verloren of prjjs gegeven, omdat men het over de plannen niet eens kon worden, doch zouden wijzelf ook niet gaarne medespreken en op de hoogte zijn, hoe ons geld wordt besteed Tot wat een andere uitkomst zouden we komen als alles eens werd toegepast zooals het kon en alles werd uitgelegd in hel algemeen belang, wat zou er dan voor velen een ruim arbeidsveld open zijn, wat nu zoo dik wijls onontgonnen blijft liggen. Laten we het hopen 1 CRITICUS. een Italiaansch muntstuk van 5 centesimi van het jaar 1861 zat. Moordaanslag door een krankzinnige. Men seint uit Rotterdam De 40-jarige Gerardus van Es, weduwnaar en vader van 3 kinderen, van wie de jongste 3 maanden oud is, heeft zijn schoonzuster Maria Punt, die hem als gewoonlijk kwam bezoeken, zonder reden in een vlaag van waanzin met een scheermes een aantal wonden over hals, gelaat, handen en armen toe gebracht. Zij vluchtte bij de buren binnen. Twee dok toren verbonden haar. Acht jaar geleden werd de man in een krankzinnigengesticht verpleegd. Vermoedelijk heeft hij in een vlaag van waanzin gehandeld. Wieringen. De he9r F. C. A. H. L. Cavaljé is met ingang van 16 Mei benoemd tot burgemeester van Wieringen. De Prins naar het Noorden. Omtrent de reis, die Z. K. H. de Prins voornemens is i naar Noorwegen met een bezoek aan de Noordkaap te maken, verneemt men, dat Z. K. H. in gezelschap van deq groothertog van Oldenburg en familie, dien tocht tegen 15 Juni a.s. zal aanvaarden. Z. K. H. zal na algeheelen afloop van de oefeningsreis in de Noorsche wateren van het pantserschip Van Heemskerck, op de thuisreis van dat oorlogsvaartuig aan boord daarvan naar Nederland terugkeeren. Lammeren. De eerste groote lammerenmarkt, te Den Burg op Texel te houden, is voor dit jaar bepaald op Maandag 18 Mei. De hoeveelheid lammeren, welke dit jaar in den handel kan worden gebracht, is te ramen op ruim 40.000 stuks. Gezinsverpleging. Naar men ons meedeelt, zal binnenkort een negende verpleegster in dienst worden genomen van de gezins verpleging in de classis Alkmaar, met standplaats Zjjpe. Half Mei treedt de achtste te Heer Hugowaard in functie. Het streven is, voor Bergen, Koedijk en Schoorl een tiende zuster te krijgen, daar deze standplaatsen in den te grooten kring van Heiloo liggen. Binnen het jaar is in deze classis het getal verpleeg sters meer dan verdubbeld. Kolfwedstrjjd te Alkmaar. Dinsdag en Woensdag heeft er in het hotel „De Nachtegaal" een kolf wedstrijd plaats gehad om kunst voorwerpen en medailles. Deze wedstrijd was uitge schreven door de Kolfvereeniging „Noord-Holland". Een 64-tal kolvers namen aan dezen wedstrijd deel. Een vermeldenswaardige bijzonderheid deed zich bij aezen wedstrijd voor: de heer D. v. d. Kolven van Koog a/d Zaan sloeg 10 twaalven achter elkander. De 1ste korpsprijs werd met 461 punten gewonnen door de heeren D. v. d. Kolven, N. v. Calken en A. de Boer uit Koog aan de Zaan. Dit aantal punten is nog op geen enkelen wedstrijd behaald. Koog aan de Zaan heeft dus zeer goede spelers in zijn midden en deze zijn niet zonder succes te Alkmaar geweest. De 2de korpsprijs werd met 405 punten gewonnen door de heeren S. Lammers, P. N. de Boer en C. Kossen uit Koog aan de Zaan. Den lsten personeelen prijs be haalde de heer D. v. d. Kolven, Koog aan de Zaan, met 166 p. Den 2en personeelen prijs de heer N. v. Calker, Koog aan de Zaan, met 157 p. Den 3en personeelen prijs de heer C. Bijpost, te Dirkshorn met 148 p. Na kamp. 4den personeelen prijs de heer S. Bregman, Alk maar, met 148 p.5en personeelen prjjs de heer S. Lammers te Koog aan de Zaan, met 147 p. De le serie-prijs werd gewonnen door den heer M. Schots te Krommenie, met 52 punten. De 2de serie- prjjs door den heer D. Kaan Az. te Wieringerwaard, met 51 punten. (Alkm. Cour.) Een bewijs van dankbaarheid. De gemeenteraad van Zaandam heeft het voorstel om de weduwe van wijlen den heer J. Windhouwer Pz., in leven wethouder, een toelage van f500 'sjaars te ver- leenen. met algemeene stemmen aangenomen. Dit besluit geldt voor tien jaar en kan na 10 jaar telkens voor een zelfden tijd verlengd worden. By overlijden der weduwe kan de Raad besluiten, de toelage te doen overgaan op de kinderen, tot de jongste meerderjarig is. Water als voedingsmiddel. Onder bovenstaand opschrift schrijft het „Maandblad tegen de vervalschingen" Wij hebben onlangs gewaarschuwd tegen boter, die wij, op grond van een gehalte van ca. 40 pet. water, ondeugdelijk noemden, en mochten ons daarbij verheu gen in het instemmend oordeel betreffende deze kwali ficatie, zoowel van offlcieele personen, als van 't publiek. Het schijnt evenwel, dat in surrogaten (in casu marga rine), naar gelang van de geöischte winst, zooveel water toegevoégd mag worden, als men er maar met mogelijkheid in kan werken, d.w.z. hoeveelheden van 34 a 40 pet., overeenkomstig de volgende rechterlijke uitspraak „De rechtbank te Rotterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak van M. R., te Amsterdam. Overwogen werd, dat voor margarine geen enkele wettelijk vastgestelde samenstelling bestaat. Uit de verklaringen der gehoorde deskundigen is gebleken, dat ook wetenschappelijk niet vaststaat, hoe margarine is en behoort te zijn samengesteld, weshalve niet vast staat, welke gehalte aan water margarine al of niet mag bevatten. Mitsdien werd als niet wettig en overtuigend bewe zen aangenomen, dat de door -den beklaagde ten ver koop voorhanden margarine een te hoog gehalte aan water bevatte. De beklaagde werd daarom vrijgesproken." „Indien men nu nagaat", vervolgt genoemd „Maand blad", „dat de verklaring van een der deskundigen hierop neerkwam„dat water niet schadelijk voor de gezondheid is (sic 1) en dus door een hoog percentage water niet gedacht kan worden aan ondeugdelijke samenstelling", dan is daardoor, resp. door de daarop gevolgde vrijspraak van de rechtbank, tegelijkertijd een vrijbrief gegeven aan alle fabrikanten, die waren ver- koopen, welker samenstelling niet, gelijk bij boter, door de wet geregeld is. Inderdaad een verlokkend uitzicht voor het heirlëger van knoeiers en hun leerlingen, om o. a. in surrogaten het watergehalte tot het uiterst bereikbare maximum op te voeren. Het publiek moet dus water als yoedingsmiddel beschouwen en in ieder geval als zoodanig betalen, dank zij deze rechterlijke uitspraak. Waar men dus tegenover de knoeiers geheel machte loos staat, komt het ons voor, dat de degelijke margarine fabrikanten zich behooren te vereenigen en een maxi mum watergehalte voor hunne waar vast moeten stel len. Alleen daardoor zal een eerlijke concurrentie mogelijk zijn en het publiek, en vooral natuurlijk in dit geval het minder gegoede, gevrijwaard kunnen worden tegen het oneerlijke bedrijf om water tegen den prijs van een voedingsmiddel aan den man te brengen." Paulowna «n Jansje Bakker, Jd., zonder beroep, 28 Jr., te Ztjpe. Obbo Jan 9waan, jm., landman, 25 jr., te Bergen en Maartje Francis, jd., zonder beroep; 22 jr., te Z(jpe. Overleden: Pieter Peeper, 84 jr., Grietje Constant Gemeente Sint Maarten. Ingeschreven van 1 30 April 1908. GeborenKlaas, z. v. Willem Rus en Jannetje Blankman. Aagje, d. v. Dirk Burgeren Trijntje Neefkes. Klaas, z. v. Cornelis de Geus en Jantje Wjjland. Arie, z. v. Abraham Nottelman en Antje Jonker. OndertrouwdWillem Bakker oud 33 jaar te Noord- Scharwoude en Jacoba Kooij oud 36 jaar alhier. Jacob Smit oud 31 jaar te Zijpe en Elisabeth Dalenberg oud 26 jaar alhier. GetrouwdJan Plakman en Antje Groet. Jacob Smit en Elisabeth Dalenberg. Willem Bakker en Jacoba Kooij. Overleden: Grietje Smunk oud 75 jaar weduwe v&n Hendrik Buter. Willem Pronk oud 64 jaar echtgenoot van Neeltje van Zoonen. Hendrik Stam oud 78 jaar weduwe van Cornelis Grootes. Arie Nottelman oud 9 uren, z. v. Abraham Nottelman en Antje Jonker. Gemeente Broek op Langendgk. Ingeschreven van 1 30 April 1908. Geboren Maartje, d. v. Jacob Wagenaar en Elizabeth Spaan. Jan, z. v. Cornelis Odevaar en Aagje Spaans. Jantje, d. v. Joh. Jos. Engel en Gerritje Fijn. GetrouwdTheodorus van den Bergh en Immetje Doets. OverledenMarianne Kossen Kd., 17 jaren. Jan Kaas, 68 jaar, echtgenoot van Jannetje Boon. Trijntje Slot, 69 iaar, weduwe van Jacob Balder. Jantje Boon, 70 jaar, weduwe van Jan Kaas. Gemeente Harenkarspel. Ingeschreven van 1 30 April 1908. Geboren: Gijsbert, z. v. Gerrit Doekes en Maartje Stolp. Adrianus Anthonius, z. v. Pieter Kraakman en Immetje Rood. Elizabeth, d. v. Johannes Hubertus van Straaten en Catharina Loos. Adriana, d. v. Jan Jonker en Maartje de Moei. Johannes, z. v. Simon Rood en Maartje Leek. Jacobus Wilhelmus, z. v. Simon Burger en Antje de Jongh OndertrouwdSimon de Roos en Trijntje Wildeboer. Jacob Molenaar en Antje Zijdewind. Simon Nat en Antje de Groot. Trijntje Komen, 78 jaar, weduwe van Willem Smit, 64 jaar, echtgenoot van Levendig, 71 jaar, weduwnaar Breeker, negen Getrouwd Overleden Klaas Doodeman, Jantje Spaans. Pieter van Grietje Rentenaar, maanden. Anna 71 Maria Gemeente Nieuwe Niedorp. Ingeschreven van 1 30 April 1908. GeborenMaria, d. v. Arie Blokker en Antonia van Echdom. Dina, d. v. Maarten Aalbregtse en Wilhelmina Witte. Cornelis Hendrikus, z. v. Johannes Put en Maria Adriana van den Berge. OndertrouwdMartinus Schrijver van Zuid-Schar- woude en Cornelia Groot. Peter Antoon Hubert Gielen te Alkmaar en Bertha Schenk. Getrouwd Geene. Overleden 54 jaar. Jan Wijn, echtgenoot van Trijntje Wiers, IH. Hebben we thans gezien, hoeveel er is gedaan waar door het woningvraagstuk niet is opgelost, we zullen nu nagaan, welke middelen de wet ons aan de hand doet om tot oplossing daarvan te geraken. Het voortdurend toezicht dat Burg. en Weth. moeten uitoefenen op de woningen waarover het staatstoezicht zich uitstrekt, is ook opgedragen aan de Gezondheids- comiuissien, terwijl eveneens aan meerderjarige ingeze tenen de bevoegdheid is toegekend, om toestanden, waarin voorziening noodig is, ter kennis van de bevoegde auto Gemeente ZQpe. Ingeschreven van 2 6 Mei 1908. GeborenKlasina, d. v. Arie Tamis en Nicola Hoog land. Trijntje, d. v. Louis Karei Vader en Leentje Hopman. OndertrouwdPieter Wejj, jm timmerman, 28 jr., te Callantsoog en Mietje Hoep, jd., zonder beroep, 26 jr. te Zijpe. Johan Blankendaal, jm., landbouwer, 27 jr., te Harenkarspel en Geertruida Catharina Slyker- man, jd., zonder beroep, 22 jr., te Zijpe. Cornelis Tin, jm., vletschipper, 21 jr., te Zijpe en Aaltje Schotvanger, 1 jd., zonder beroep, 29 jr., te Zijpe, eerder te Zuid-Schar - woude. GetrouwdPieter Louwe, jm., landman, 40 jr., en Jansje Boots, jd., zonder beroep, 26 jr., beiden te Zijpe. Hendericus Quax, jm., arbeider, 26 jr.. te Zijpe en Eva Roskam, jd., zonder beroep, 24 jr., te Zijpe, eerder te Koedijk. Dirk Stammes, jm., landman, 22 jr., te Anna De toestand iu Canada. Men schrijft ons, zegt het Het Volk In de „Boston Evening Post", een Amerikaansch blad, vinden wij een schrijven van iemand uit Hamilton (Canada), waarin in zeer eenvoudige taal een somber tafereel wordt opge hangen van den toestand in Canada. Met het oog op het feit dat vele landverhuizers in de meening verkee- ren, dat in dit land de toestanden nog zoo slecht niet zijn waartoe de overdreven beschrijvingen der emi granten agenten wel het hare zullen hebben bijgedragen meenen wij goed te doen hier een en ander aan be doeld schrijven te ontleenen „Canada is niet het Eldorado, dat men zoo vaak zich ervan voorstelt; de arbeidsmarkt is er overstroomd zoo wel met kantoorbedienden, bekwame als andere arbei ders. Telkens en telkens komen hier troepen Italianen, Duitschers, Noren, Russen, Franschen, Chineezen, Zwe den, Hindoes, Zwitsers, Assyriërs, Egyptenaren, Japan- neezen en zoovele anderen aan, en denken zij hier werk te vinden. Het gevolg van dezen overvloed van arbeids krachten, gezien hetgeen er te doen is, is, dat er op dit oogenblik duizenden mannen en vrouwen reeds sedert November j.1. zonder werk rondloopen. Er heerscht door geheel Canada een grooto geldschaarschte en tal van zaken welke in den vorigen herfst ophielden met haar bedrijf, hebben nog steeds niet haar deuren geopend, niettegenstaande wij al in April zijn. En in de meeste bedrijven, die niet stopt.-r, zijn de loonen met de helft verlaagd, terwijl de kosten van levensonderhoud, vooral tengevolge van de strenge winters in Canada, hetzelfde zijn gebleven, zoo niet zijn toegenomen. Een groot aan tal menschen verdient thans (de voor Canada slechts luttele som van) 9 dollar per week, en het meerendeel haalt nog geen 8 dollars. Sommigen hunner hebben in hun kosthuizen („boarding-houses") een schuld van 70 dollars, en loopen die lieden nog steeds „zonder". Deze feiten illustreeren duidelijk den toestand hier. Som migen verwachten nog iets van het werk op de boerde rijen. Toch is dit weinig anders dan een blanke-sla- venbedrijf, Men begint nl. te werken des ochtends om 5 uur en scheidt eerst des avonds tegen 10 uur uit. Men moet dezen arbeid alle zevun dagen der week doen en verdient dan 5 dollars in de week met den kost. Ji, het komt hier voor, dat man en vrouw bij hard werken op dezelfde boerderij behalve den kost tezamen vijftien dollars in de maand verdienen. De klad in de arbeidsloonen is er door de vreemde elementen in gebracht, die altijd tot eiken prijs aan het werk gaan. Voornamelijk is dit met de Italianen het geval, die hun eigen laiuR-ouooten uit het werk stooten, door zich tegen geringer loon voor denzelfden arbeid aan te bieden. Er is voorts een andere groep menschen bezig de armoede van Canada te vergrooten, wij bedoelen het Leger des Heils. Ik, die over het algemeen bewonder het groote en goede werk door het Leger verricht, keur 't ten sterkste af, dat het, handelend in emigratie zaken, in overleg met de regeeririg, is opgetreden, en van deze een subsidie daarvoor ontvangt. Die subsidie is haar een aansporing om van alle oorden der oude wereld „overtollige" arbeidskrachten bijeen te zamelen en ze in Canada neer te werpen, ongeacht of er daar voor hen al of geen werk is. Talrijk zijn dan ook de verwijten dergenen, die op zoodanige wijze misleid zijn. De menschen komen hier en denken dadeljjx werk te vinden. Somwijlen geschiedt dit ook wel, maar al heel spoedig is het afgeloopen, daar de ondernemers niemand een uur langer in dienst houden dan zij noodig hebben. Daar de arbeider geen middelen bezit, begrijpt men wat dit beteekent. In deze dagen worden dan ook in de steden groote meetings belegd, waarin tegen het op treden van het Leger des Heils als emigranten-werver wordt geprotesteerd. Het Leger draagt er toe bij dat de stroom van emigranten vele malen grooter is dan de vraag naar arbeidskrachten. Er wordt mij door Canadeezen verzekerd, dat in geen 26 jaar de toestand op de arbeidsmarkt zco slecht is geweest als tegen woordig. En de ondernemers profiteeren van deze ellende het meest. Hun leus schijnt te zynkomt er niet op aan wie er verzuipt, als ik maar zwem. Er bestaat weinig, zooal ccnig, medegevoel in Canada!" Voorwaar geen rooskleurig beeld. Een mannelijke min Reeds sedert eeuigen tijd was de aandacht der Paiy- sche politie gevallen op e n zeer elegant gekleede dame, die dagelijks in het middaguur, mot haar baby op den arm der min, do gr oio winkels en warenhuizen bezocht, zonder ooit iets te koopmi. Daar juist »edureiido de laatste weken telkens weer aangifte van winkeldiefstallen werd gedaan, besloot de politie de dame te observeeren, en toen men dar. ook dezer dagen een inval in haar woning deed, werd de vogel gevangen. In de kleine, armoedig gemeubileorde woning vond nm wel is waar de dame terug, doch in van de min eenman. De beide personen werden gearresteerd, en alras kon men constateeren dat de elegante dame identiek is met een beruchte' dievegge, Hortense Zeiter genaamd. Haar partner, die als min verkleed, de rooftochten met haar ondernam' is eveneens een oude bekende van de Parysche politie' Toen de woning onderzocht werd, vond men ook dé baby, een klein houten kistje met een beschilderd dek. sel. In de doos zaten allerlei inbrekerswerktuigen benevens verscheiden gestolen voorwerpen. Terwijl dé dame zich door de winkeljuffrouw een en ander liet toonen, wist de min de voorwerpen, die in haar bereik kwamen, handig in zjjn zak te doen verdwijnen. Verschillende fjjlers Er is een berekening, die heeft uitgemaakt, dat op 82.000 inwoners van onzen aardbol één dagblad voor komt Het lijkt voor een ondernemend man hoopvol genoeg om wat nieuwe kranten te ondernemen. Uit een statistiek der nieuwsbladen van de verschil lende landen van Europa en van de geheele wereld blijkt, dat het record aan Duitschland toekomt, met 5500 nieuwsbladen, waarvan 1800 dagbladen. Daarna komt Engeland met 3000, waarvan 809 dagelijks ver schijnende, en dan Frankrijk met 2819 bladen, wahr- van een vierde dagelijks of twee of drie maal per week verschijnen. Wij hebben ongeveer 2000 periodieken. In Belgiëbestaan er 1900; in Italië 1100; dan komen Oostenrijk-Hongarije, Spanje, Rusland, Griekenland en Zwitserland met 450 kranten. In 't geheel zijn er een 20.000 nieuwsbladen in Europa. In Azië zijn er maar 3000 tijdschriften, die voor het grootste gedeelte verschijnen in Japan en in En- gelsch-Indië. Japan alleen bezit er 1500. In Afrika verschijnen maar 200 kranten, waarvan 30 in Egypte en de overigen in de Europeesche koloniën. Amerika wordt eervol in die statistiek gemeld. In de Vexeenigde Staten verschijnen zoo maar even 12.500 nieuwsbladen, waarvan een duizendtal dagelijksche. Australië komt voorloopig nog achteraan. Sprinkhanen. Uit Algiers wordt gemeld, dat reusachtige legers sprinkhanen thans zijn neergestreken op de streek tus- schen Aïn Fezza en het dorp Chouly; dit dorp en verscheidene uitgestrekte landgoederen om Lamorcière zijn compleet bedekt door de milliarden dieren, die in zeer korten tijd den geheelen oogst afscheren. De treinen ondervinden groote vertraging, daar zij haast niet door deze laag, die de rails kilometers ver bedekken, heen kunnen. De overheid heeft maatregelen genomen om zoo spoedig mogelijk de lijnen te bevrijden en de dieren te vernietigen. Weer één. In Berlijn heeft zich voor de zooveelste maal een schooljongen van het leven beroofd, ditmaal de 15- jarige zoon van een hoofdonderwijzer, professor Klette; de reden tot de wanhopige daad was. dat de jongen met Paschen niet was overgegaan. Hij trok zich dit zoo aan, dat ffij zich eergisteren een kogel door het hoofd heeft gejaagd. Tsaar Nirolaas. Tsaar Nikolaas II was Woensdag jarig. Hij werd 40. Of het een feestdag was voor den Russischen groot- monarch? Dit is moeilijk te beoordeelen, bij de ge slotenheid, welke aan het Russische hof wordt betracht. Men zou veronderstellen van neen, wanneer men weet, dat, na de tragische gebeurtenissen van den Rooden Zondag in Januari 1905, de Tsaar tot nu toe geweigerd heeft, een voet te zetten in zijn prachtig Winterpaleis aan de Newa. Hij brengt dan weer eenigen tijd door in zijn winter- residentie Tsarskoje Selo, dan in zijn zomerpaleis te Peterhof. Of de beklagenswaardige souverein zoekt de eenzaamheid van de zee aan boord van zijn jacht. Door BERNARD CANTER Zes jaren was hij nu al bediende in 't deftige meubel magazijn. Als loopjongen had hij te voren drie jaren in het filiaal te Haarlem zijn best gedaan en daarom was hij toen tot jongste bediende Ln 't hoofdmagazijn te Amsterdam bevorderd. En omdat hij zoo trouw, zoo werkzaam, zoo eerlijk zich betoonde werd elk jaar zijn salaris met honderd gulden verhoogd. Toen het tot zevenhonderd gulden 's jaars gestegen was, bleef het daarop staan. Want 't was den patroon onmogelijk Hein de Groot verder te bevorderen. „Hij is een goeie, beste, brave jongen," zei mijnheer Vulling (een' der firma Vulling Co. in meubels en tapijten) j^ kunt hem J- zei mijnheer Vulling (eenigst lid en tapijten) „maar niet voor de fijnere klandizie gebruiken. Daartoe is-ie te ordinair." 't Was waar Hein sprak met een Haagschen tong val. Hoe kon dat anders bij iemand, die in een groente keldertje in een achterbuurt geboren was als de vijfde zoon van een weduwe. Zijn taal had hij op straat en op de armenschool in de buurt geleerd. En hoewel hij zich als een mijnheer trachtte te kleeden, met een staand omslagkraagje, een dun Amerikaansch dasje, toch was zijn confectie-compleet van te stijven snit slechte stof, dan dat hij er als plaats 7 .«j v.» aió een echten heer uitzag. Maar met zijn veertien gulden 's weeks verrichtte de oppassende jónge man wonderwerken van zuinig heid. Hij rookte niet, dronk niet, at 's middags bij moeder thuis en 's Zondags om de veertien dagen, als hij een heelen dag vrij had, den zevendaagschen Zondag moest hij lot twaalf uur in de zaak zijn. dien heelen vrijen dag besteedde hij om met behulp van het „Franseh zonder meester" en het „Engelsch zonder meester' de verwaarloosde wetenschappelijke opvoeding in te halen. Voor zichzelf had hij niet zulke hooge idealen, Dertien gulden 's weeks vast, winter en zomer door, was al een aardig inkomen voor iemand uit zijn stand. Zijn vader had het nooit zoo ver gebracht en geen van zijn andere broers verdiende het. Dirk, de oudste. die met selaar was, bracht wel eens een paar maanden in 'I jaar méér geld thuis, maar 's winters zat-ie achter de kachel en verdiende geen duit of 't moest al eens zijn. dat 't hard vroor en hij als baanveger of bruggeanap voor een heelen dag blauwbekken een gulden aan centen ontving. Maar De Groot droeg al sedert jaren een stille liefde in 't hart voor Gesina. de oudste dochter van zijn patroon. Hij wist wel dat ze te voornaam voor hem was, de beschaafde dame, de dochter van den rijken meubelhandelaar, maar al zei hij het zichzelf ook, daar mede was de liefde niet verdwenen, vooral niet, omdat hij haar eiken dag zag. Doch wel hield hij zijn liefde geheim, zoo zelfs, dat juffrouw Gesina zelve er nooit wat van gemerkt had. Éénmaal, toen zo op een verjaar partij was en ze wat lang uitbleef, was t beginnen te regenen. Toen had mevrouw Vulling hem met een paraplu ie naar het huis der jarige vriendin gestuurd om heur dochter af te halen en naar huis te begeleiden. Op den heenweg had hij erover gedacht, wit hij heur zeggen zou, hoe hij, voor 't eerst in de gelegenheid eens iets intiemer met haar te zanien te zijn, 't zou aanleggen zijn hart open te leggen, neen niet zoo op eens, zoo zachtjes aan. als ze maar iets merkte. Nu dan, De Groot had Gesina gechaperonneerd en het gewaagd, haar den arm aan te bieden Ze had zij haar rok moest oviiuUl' sniishni/l I&OOL^H -jonge unam. - vrouw. en gewaagd, haar geweigerd, omdat naai rox moest ophouden meteen, niet zonder spitsheid zeggend: „De Groot, is dat bij jelui gebruik om een dame den linkerarm aan te bieden? 'k Ben toch geep getrouwde vrouw." Hij had, erg spreken over om zijn uitspraak. „Zje foe te mandé paardoong," luid hij geantwoord, toen ze voor zijn arin-steun had bedankt „Wèt is dat vnni- lelFTam^e,!°8i8<'^robeerd ,ucl ,war te -„..i. taal- Maar zij luid gelachen een taal?" vroeg zij. ..Moet dat Wie leert je dat zoo f" „Ik studeer zeil uit het Franseh zonder meester. Hoe is het dan goed juffrouw?" had hij gevraagd, opnieuw beschaamd en vernederd. „Je vous deinande pardön, mademoiselle". De lraii- schen spreken altoos een beetje nasaal." is datnasaal?" Franseh verbeelden? „Wat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 14