Een slechte Partij.
Gemefcgö Nieuws.
Het Woningvraagstuk.
Burgerlijke Stand.
lijdende is aan cornage. Voor merrlSn, die ln 1907 ble
ken niet ladende te zijn aan cornage, ie deze bepaling
niet van toepassing. In de kosten van deze verklarin
gen wordt door het Bestuur f2.50 per paard bijgedragen.
Formulieren ter inschrijving van veulens in het
veulenboek zijn op aanvrage steeds gratis te bekomen
bij Mej J. Laurman, Paul Krugerstraat 7, Watergraafs
meer, of bij den Secretaris.
Zeldzame vangst.
Schipper A» de Graaf, van den stoomtrawler Amster
dam IJ M 49, van de Maatschappij beheer van visch-
riteiten te brengen.
Een gevolg van dat toezicht is dat de eigenaars van
woningen, welke door het aanbrengen van noodige ver
beteringen in bewoonbaren staat kunnen worden ge
bracht, moeten worden aangeschreven, de verbeteringen
(in die aanschrijving te noemen) binnen een bepaalden
tijd tot stand te doen komen, of anders de bewoning te
doen staken. Zijn die verbeteringen na het verstrijken
van den gestelden termijn niet aangebracht dan zal tot
onbewoonbaarverklaring worden overgegaan.
Nu kan het geval zich voordoen, dat een eigenaar
niet bij macht? is de kosten dier herstellingen te dragen;
weduwnaar van
trawlers en andere vaartuigen, te IJmuiden, haalde bij j wej de gemeenteraad trekke zich niet terug, maar
30 0 I zal art. 29 der Woningwet toepassen en aan dien eige
naar een rentedragend voorschot verstrekken. Dit is
echter het uiterste geval, de eerste zorg zal rusten op
den eigenaar of op den hypotheekhouder, die, geeft hij
geen gevolg aan de aanschrijving, gevaar loopt zijn ka
pitaal te zien verminderen of verloren gaan.
Z\jn de aangegeven verbeteringen aangebracht, dan is
de eigenaar vrij om de woning verder te doen bewonen,
en er is dus niet anders ges-hied, dan datgene waar
voor hg reeds lang had moet zorgen, maar waartoe hjj
nu is genoodzaakt geworden, hetgeen vóór de woning
wet niet mogelijk was.
Eén of meer woningen worden onbewoonbaar ver
klaard, daaraan is herstellen dus niet meer mogelijk.
Teneinde te voorkomen dat niet onnoodig tot onbewoon
baarverklaring worde overgegaan, moet de gemeenteraad
hierover oordeelen, de gezondheidscommissie gehoord.
Bij het besluit tot onbewoonbaarverklaring wordt ge
steld een termijn van hoogstens 6 maanden om de wo
ning te ontruimen. Een eenmaal gestelde termijn kan
worden verlengd door den gemeenteraad onder goed
keuring van Gedeputeerde Staten.
Hiervan kan natuurlijk alleen gebruik worden ge
maakt wanneer de bewoners dier woningen geen andere
woningen kunnen vinden, en het te voorzien is dat
daarin binnen een afzienbaren termijn verandering te
verwachten is, bestaat dit uitzicht niet, dan is de noodige
behoefte aan woningen voldoende geconstateerd en moe
ten er maatregelen genomen worden.
En wie zal die maatregelen nemen? Voorwaar een
vraag, wel de moeite waard ernstig onder de oogen ge
zien te worden.
In verschillende raadsvergaderingen is door één of
meer leden de beantwoording dier vraag ontwegen, en
zeggen ze: moeten wij daarvoor zorgen, dus zullen ze
bedoeld hebben: is het een gemeentebelang?
Ik meen toestemmend te moeten antwoorden. Daar
waar het Rijk deze zaak als Rijksbelang zich aantrekt,
kan en mag een gemeente zich daaraan niet onttrekken.
Zal de eerste vraag van Ged. Staten bij een verzoek
om b.v verlenging van een termijn voor ontruiming,
niet zjjn: Wat hebt gij gedaan? en wat zal het ant
woord zijn? Zal het de bedoeling der Woningwet zijn,
dat de huurders dier bouwvallen in de open lucht bivak-
keeren (onwilligen neem ik niet in bescherming) dat kan
toch niet. Ieder gezin een goede woning, dat is de be
doeling, 'dus niemand onder den blooten hemel. En is
aan de wet voldaan, als de Raad een woning onbewoon
baar heeft verklaard, het gezin er uitgezet moet worden en
zonder onderdak is? Ik zou ieder raadslid, die daaraan
medewerkte de vraag willen stellen, of hij heusch van
gedachte was, het gemeentebelang te hebben gediend,
en de wet hatfehelpen toepassen volgens letter en geest.
't Mag zoover niet komen, wanneer is geconstateerd
dat er gebrek aan woningen bestaat, en dat gebrek een
gevolg is van maatregelen genomen ter verbetering van
volkshuisvesting dan worden er andere middelen aan
de hand gedaan.
De gemeente kan daarin voorzien door met voorschot
en bedrage van het Rijk woningen te bouwen (art. 33
woningwet.)
Wat is voorschot? Voorschot dat wil zeggen, dat de
kosten van het geheele plan alles inbegrepen, aan de
gemeente door het Rijk worden verstrekt, onder voor
waarde, dat het wordt besteed voor volkshuisvesting
en met matige rente in 50 jaren worde terugbetaald,
waarna de woningen eigendom der gemeente blijven.
Wat is bijdrage? Om dit afdoende te beantwoorden,
moeten we iets uitvoeriger zijn. De woningen welke
op deze wijze worden gesticht, zullen moeten voldoen
aan billijke eischen, doch zal de huurder kunnen beta
len wat zoo'n woning moet opbrengen? Gesteld, voor een
woning (de gemeente mag er niet aan verdienen) moet
jaarlijks opgebracht worden, aan rente en aflossing,
belasting, onderhoud enz., f 75.—. Om tot dat bedrag te
komen zal de huurprijs per week f 1 25 moeten zijn,
maar inkomens van f 7 tot f9, door den regel een groot
gezin en dan f 1.25 huur dat is wat veel, f 1.— zou
hoogstens te doen zijn. Goed man, je betaalt f 1.—-,
maar de gemeente komt wekelijks aan die ééne woning
f 0.25 te kort, dat is in een jaar f 13.— Van die f 13.
nu wordt ook door het Rijk een deel gedragen tot hoog
stens de helft. Dat is de bijdrage.
We zien dus dat de kosten voor de gemeente niet
opwegen tegen het groote belang, dat er mede gediend
wordl
Hiertegen wordt wel eens aangevoerd, dat het voor
de gemeente niet gaat als huizenverhuurster op te tre
den en de betaling niet zoo goed zal gaan als bij parti
culieren, 't is toch van de gemeente, zal men zeggen,
enz., enz. Ik geloof echter dat die vrees ongegrond is,
ter voorkoming daarvan staan ook der gemeente vol
doende middelen ten dienste.
Gebrek aan grond kan ook geen bezwaar zijn, want
daarvoor is aan den gemeenteraad het onteigeningsreGht
toegekend door toevoeging van een nieuwen titel aan
de wet op de onteigening ten algemeenen nutte: „Ont
eigening in het belang der volksgezondheid."
In verschillende plaatsen van ons land zijn opgericht
bouwvereenigingen, dit zijn vereenigingen die zich ten
doel stellen „verbetering van volkshuisvesting" en als
zoodanig door H. M. de Koningin moeten worden toege
laten.
Deze vereenigingen zijn zeer nuttige instellingen en
doen in hoofdzaak dat, waartoe de gemeentebesturen
bevoegd zijn, doch die op hun beurt deze voorname en
gewichtige taak overdragen aan zoo'n vereeniging, en
haar financieel steunen.
Ook die vereenigingen kunnen voorschot en bijdrage
van het Rijk ontvangen, doch niet dan door tusschen-
komst van de gemeente.
Nu moet men niet aannemen, dat by de eerste de
beste vraag om geld, het Rijk al gereed staat een voor
schot te geven, neen, er zijn voorwaarden aan verbon
den en het gaat over heel wat schijven eer alles in
orde is, doch bij goede voornemens en deugdelijke
plannen, zal een gunstige beschikking niet uitblijven.
Er zijn nog zoo weinig gemeenten waar dit is toege
past, en dikwijls het belang uit het oog verloren of
prjjs gegeven, omdat men het over de plannen niet
eens kon worden, doch zouden wijzelf ook niet gaarne
medespreken en op de hoogte zijn, hoe ons geld wordt
besteed
Tot wat een andere uitkomst zouden we komen als
alles eens werd toegepast zooals het kon en alles werd
uitgelegd in hel algemeen belang, wat zou er dan voor
velen een ruim arbeidsveld open zijn, wat nu zoo dik
wijls onontgonnen blijft liggen.
Laten we het hopen 1
CRITICUS.
een Italiaansch muntstuk van 5 centesimi van het jaar
1861 zat.
Moordaanslag door een krankzinnige.
Men seint uit Rotterdam De 40-jarige Gerardus van
Es, weduwnaar en vader van 3 kinderen, van wie de
jongste 3 maanden oud is, heeft zijn schoonzuster Maria
Punt, die hem als gewoonlijk kwam bezoeken, zonder
reden in een vlaag van waanzin met een scheermes een
aantal wonden over hals, gelaat, handen en armen toe
gebracht. Zij vluchtte bij de buren binnen. Twee dok
toren verbonden haar. Acht jaar geleden werd de man
in een krankzinnigengesticht verpleegd. Vermoedelijk
heeft hij in een vlaag van waanzin gehandeld.
Wieringen.
De he9r F. C. A. H. L. Cavaljé is met ingang van 16
Mei benoemd tot burgemeester van Wieringen.
De Prins naar het Noorden.
Omtrent de reis, die Z. K. H. de Prins voornemens is i
naar Noorwegen met een bezoek aan de Noordkaap te
maken, verneemt men, dat Z. K. H. in gezelschap van
deq groothertog van Oldenburg en familie, dien tocht
tegen 15 Juni a.s. zal aanvaarden.
Z. K. H. zal na algeheelen afloop van de oefeningsreis
in de Noorsche wateren van het pantserschip Van
Heemskerck, op de thuisreis van dat oorlogsvaartuig
aan boord daarvan naar Nederland terugkeeren.
Lammeren.
De eerste groote lammerenmarkt, te Den Burg op Texel
te houden, is voor dit jaar bepaald op Maandag 18 Mei.
De hoeveelheid lammeren, welke dit jaar in den handel
kan worden gebracht, is te ramen op ruim 40.000 stuks.
Gezinsverpleging.
Naar men ons meedeelt, zal binnenkort een negende
verpleegster in dienst worden genomen van de gezins
verpleging in de classis Alkmaar, met standplaats Zjjpe.
Half Mei treedt de achtste te Heer Hugowaard in
functie. Het streven is, voor Bergen, Koedijk en Schoorl
een tiende zuster te krijgen, daar deze standplaatsen
in den te grooten kring van Heiloo liggen.
Binnen het jaar is in deze classis het getal verpleeg
sters meer dan verdubbeld.
Kolfwedstrjjd te Alkmaar.
Dinsdag en Woensdag heeft er in het hotel „De
Nachtegaal" een kolf wedstrijd plaats gehad om kunst
voorwerpen en medailles. Deze wedstrijd was uitge
schreven door de Kolfvereeniging „Noord-Holland". Een
64-tal kolvers namen aan dezen wedstrijd deel. Een
vermeldenswaardige bijzonderheid deed zich bij aezen
wedstrijd voor: de heer D. v. d. Kolven van Koog a/d
Zaan sloeg 10 twaalven achter elkander.
De 1ste korpsprijs werd met 461 punten gewonnen
door de heeren D. v. d. Kolven, N. v. Calken en A. de
Boer uit Koog aan de Zaan. Dit aantal punten is nog
op geen enkelen wedstrijd behaald. Koog aan de Zaan
heeft dus zeer goede spelers in zijn midden en deze zijn
niet zonder succes te Alkmaar geweest.
De 2de korpsprijs werd met 405 punten gewonnen
door de heeren S. Lammers, P. N. de Boer en C. Kossen
uit Koog aan de Zaan. Den lsten personeelen prijs be
haalde de heer D. v. d. Kolven, Koog aan de Zaan, met
166 p. Den 2en personeelen prijs de heer N. v. Calker,
Koog aan de Zaan, met 157 p. Den 3en personeelen
prijs de heer C. Bijpost, te Dirkshorn met 148 p. Na
kamp. 4den personeelen prijs de heer S. Bregman, Alk
maar, met 148 p.5en personeelen prjjs de heer S.
Lammers te Koog aan de Zaan, met 147 p.
De le serie-prijs werd gewonnen door den heer M.
Schots te Krommenie, met 52 punten. De 2de serie-
prjjs door den heer D. Kaan Az. te Wieringerwaard,
met 51 punten. (Alkm. Cour.)
Een bewijs van dankbaarheid.
De gemeenteraad van Zaandam heeft het voorstel om
de weduwe van wijlen den heer J. Windhouwer Pz., in
leven wethouder, een toelage van f500 'sjaars te ver-
leenen. met algemeene stemmen aangenomen. Dit
besluit geldt voor tien jaar en kan na 10 jaar telkens
voor een zelfden tijd verlengd worden.
By overlijden der weduwe kan de Raad besluiten,
de toelage te doen overgaan op de kinderen, tot de
jongste meerderjarig is.
Water als voedingsmiddel.
Onder bovenstaand opschrift schrijft het „Maandblad
tegen de vervalschingen"
Wij hebben onlangs gewaarschuwd tegen boter, die
wij, op grond van een gehalte van ca. 40 pet. water,
ondeugdelijk noemden, en mochten ons daarbij verheu
gen in het instemmend oordeel betreffende deze kwali
ficatie, zoowel van offlcieele personen, als van 't publiek.
Het schijnt evenwel, dat in surrogaten (in casu marga
rine), naar gelang van de geöischte winst, zooveel
water toegevoégd mag worden, als men er maar met
mogelijkheid in kan werken, d.w.z. hoeveelheden van
34 a 40 pet., overeenkomstig de volgende rechterlijke
uitspraak
„De rechtbank te Rotterdam heeft uitspraak gedaan
in de zaak van M. R., te Amsterdam.
Overwogen werd, dat voor margarine geen enkele
wettelijk vastgestelde samenstelling bestaat. Uit de
verklaringen der gehoorde deskundigen is gebleken, dat
ook wetenschappelijk niet vaststaat, hoe margarine is
en behoort te zijn samengesteld, weshalve niet vast
staat, welke gehalte aan water margarine al of niet
mag bevatten.
Mitsdien werd als niet wettig en overtuigend bewe
zen aangenomen, dat de door -den beklaagde ten ver
koop voorhanden margarine een te hoog gehalte aan
water bevatte.
De beklaagde werd daarom vrijgesproken."
„Indien men nu nagaat", vervolgt genoemd „Maand
blad", „dat de verklaring van een der deskundigen
hierop neerkwam„dat water niet schadelijk voor de
gezondheid is (sic 1) en dus door een hoog percentage
water niet gedacht kan worden aan ondeugdelijke
samenstelling", dan is daardoor, resp. door de daarop
gevolgde vrijspraak van de rechtbank, tegelijkertijd een
vrijbrief gegeven aan alle fabrikanten, die waren ver-
koopen, welker samenstelling niet, gelijk bij boter, door
de wet geregeld is. Inderdaad een verlokkend uitzicht
voor het heirlëger van knoeiers en hun leerlingen, om
o. a. in surrogaten het watergehalte tot het uiterst
bereikbare maximum op te voeren. Het publiek moet
dus water als yoedingsmiddel beschouwen en in ieder
geval als zoodanig betalen, dank zij deze rechterlijke
uitspraak.
Waar men dus tegenover de knoeiers geheel machte
loos staat, komt het ons voor, dat de degelijke margarine
fabrikanten zich behooren te vereenigen en een maxi
mum watergehalte voor hunne waar vast moeten stel
len. Alleen daardoor zal een eerlijke concurrentie
mogelijk zijn en het publiek, en vooral natuurlijk in
dit geval het minder gegoede, gevrijwaard kunnen
worden tegen het oneerlijke bedrijf om water tegen den
prijs van een voedingsmiddel aan den man te brengen."
Paulowna «n Jansje Bakker, Jd., zonder beroep, 28 Jr.,
te Ztjpe. Obbo Jan 9waan, jm., landman, 25 jr., te
Bergen en Maartje Francis, jd., zonder beroep; 22 jr., te
Z(jpe.
Overleden: Pieter Peeper, 84 jr.,
Grietje Constant
Gemeente Sint Maarten.
Ingeschreven van 1 30 April 1908.
GeborenKlaas, z. v. Willem Rus en Jannetje
Blankman. Aagje, d. v. Dirk Burgeren Trijntje Neefkes.
Klaas, z. v. Cornelis de Geus en Jantje Wjjland. Arie,
z. v. Abraham Nottelman en Antje Jonker.
OndertrouwdWillem Bakker oud 33 jaar te Noord-
Scharwoude en Jacoba Kooij oud 36 jaar alhier. Jacob
Smit oud 31 jaar te Zijpe en Elisabeth Dalenberg oud
26 jaar alhier.
GetrouwdJan Plakman en Antje Groet. Jacob
Smit en Elisabeth Dalenberg. Willem Bakker en Jacoba
Kooij.
Overleden: Grietje Smunk oud 75 jaar weduwe v&n
Hendrik Buter. Willem Pronk oud 64 jaar echtgenoot
van Neeltje van Zoonen. Hendrik Stam oud 78 jaar
weduwe van Cornelis Grootes. Arie Nottelman oud 9
uren, z. v. Abraham Nottelman en Antje Jonker.
Gemeente Broek op Langendgk.
Ingeschreven van 1 30 April 1908.
Geboren Maartje, d. v. Jacob Wagenaar en Elizabeth
Spaan. Jan, z. v. Cornelis Odevaar en Aagje Spaans.
Jantje, d. v. Joh. Jos. Engel en Gerritje Fijn.
GetrouwdTheodorus van den Bergh en Immetje
Doets.
OverledenMarianne Kossen Kd., 17 jaren. Jan
Kaas, 68 jaar, echtgenoot van Jannetje Boon. Trijntje
Slot, 69 iaar, weduwe van Jacob Balder. Jantje Boon,
70 jaar, weduwe van Jan Kaas.
Gemeente Harenkarspel.
Ingeschreven van 1 30 April 1908.
Geboren: Gijsbert, z. v. Gerrit Doekes en Maartje
Stolp. Adrianus Anthonius, z. v. Pieter Kraakman en
Immetje Rood. Elizabeth, d. v. Johannes Hubertus van
Straaten en Catharina Loos. Adriana, d. v. Jan Jonker
en Maartje de Moei. Johannes, z. v. Simon Rood en
Maartje Leek. Jacobus Wilhelmus, z. v. Simon Burger
en Antje de Jongh
OndertrouwdSimon de Roos en Trijntje Wildeboer.
Jacob Molenaar en Antje Zijdewind.
Simon Nat en Antje de Groot.
Trijntje Komen, 78 jaar, weduwe van
Willem Smit, 64 jaar, echtgenoot van
Levendig, 71 jaar, weduwnaar
Breeker, negen
Getrouwd
Overleden
Klaas Doodeman,
Jantje Spaans. Pieter
van Grietje Rentenaar,
maanden.
Anna
71
Maria
Gemeente Nieuwe Niedorp.
Ingeschreven van 1 30 April 1908.
GeborenMaria, d. v. Arie Blokker en Antonia van
Echdom. Dina, d. v. Maarten Aalbregtse en Wilhelmina
Witte. Cornelis Hendrikus, z. v. Johannes Put en
Maria Adriana van den Berge.
OndertrouwdMartinus Schrijver van Zuid-Schar-
woude en Cornelia Groot. Peter Antoon Hubert Gielen
te Alkmaar en Bertha Schenk.
Getrouwd Geene.
Overleden
54 jaar.
Jan Wijn, echtgenoot van Trijntje Wiers,
IH.
Hebben we thans gezien, hoeveel er is gedaan waar
door het woningvraagstuk niet is opgelost, we zullen
nu nagaan, welke middelen de wet ons aan de hand
doet om tot oplossing daarvan te geraken.
Het voortdurend toezicht dat Burg. en Weth. moeten
uitoefenen op de woningen waarover het staatstoezicht
zich uitstrekt, is ook opgedragen aan de Gezondheids-
comiuissien, terwijl eveneens aan meerderjarige ingeze
tenen de bevoegdheid is toegekend, om toestanden, waarin
voorziening noodig is, ter kennis van de bevoegde auto
Gemeente ZQpe.
Ingeschreven van 2 6 Mei 1908.
GeborenKlasina, d. v. Arie Tamis en Nicola Hoog
land. Trijntje, d. v. Louis Karei Vader en Leentje
Hopman.
OndertrouwdPieter Wejj, jm timmerman, 28 jr.,
te Callantsoog en Mietje Hoep, jd., zonder beroep, 26
jr. te Zijpe. Johan Blankendaal, jm., landbouwer, 27
jr., te Harenkarspel en Geertruida Catharina Slyker-
man, jd., zonder beroep, 22 jr., te Zijpe. Cornelis Tin,
jm., vletschipper, 21 jr., te Zijpe en Aaltje Schotvanger,
1 jd., zonder beroep, 29 jr., te Zijpe, eerder te Zuid-Schar -
woude.
GetrouwdPieter Louwe, jm., landman, 40 jr., en
Jansje Boots, jd., zonder beroep, 26 jr., beiden te Zijpe.
Hendericus Quax, jm., arbeider, 26 jr.. te Zijpe en Eva
Roskam, jd., zonder beroep, 24 jr., te Zijpe, eerder te
Koedijk. Dirk Stammes, jm., landman, 22 jr., te Anna
De toestand iu Canada.
Men schrijft ons, zegt het Het Volk In de „Boston
Evening Post", een Amerikaansch blad, vinden wij een
schrijven van iemand uit Hamilton (Canada), waarin in
zeer eenvoudige taal een somber tafereel wordt opge
hangen van den toestand in Canada. Met het oog op
het feit dat vele landverhuizers in de meening verkee-
ren, dat in dit land de toestanden nog zoo slecht niet
zijn waartoe de overdreven beschrijvingen der emi
granten agenten wel het hare zullen hebben bijgedragen
meenen wij goed te doen hier een en ander aan be
doeld schrijven te ontleenen
„Canada is niet het Eldorado, dat men zoo vaak zich
ervan voorstelt; de arbeidsmarkt is er overstroomd zoo
wel met kantoorbedienden, bekwame als andere arbei
ders. Telkens en telkens komen hier troepen Italianen,
Duitschers, Noren, Russen, Franschen, Chineezen, Zwe
den, Hindoes, Zwitsers, Assyriërs, Egyptenaren, Japan-
neezen en zoovele anderen aan, en denken zij hier werk
te vinden. Het gevolg van dezen overvloed van arbeids
krachten, gezien hetgeen er te doen is, is, dat er op dit
oogenblik duizenden mannen en vrouwen reeds sedert
November j.1. zonder werk rondloopen. Er heerscht
door geheel Canada een grooto geldschaarschte en tal
van zaken welke in den vorigen herfst ophielden met
haar bedrijf, hebben nog steeds niet haar deuren geopend,
niettegenstaande wij al in April zijn. En in de meeste
bedrijven, die niet stopt.-r, zijn de loonen met de helft
verlaagd, terwijl de kosten van levensonderhoud, vooral
tengevolge van de strenge winters in Canada, hetzelfde
zijn gebleven, zoo niet zijn toegenomen. Een groot aan
tal menschen verdient thans (de voor Canada slechts
luttele som van) 9 dollar per week, en het meerendeel
haalt nog geen 8 dollars. Sommigen hunner hebben
in hun kosthuizen („boarding-houses") een schuld van
70 dollars, en loopen die lieden nog steeds „zonder".
Deze feiten illustreeren duidelijk den toestand hier. Som
migen verwachten nog iets van het werk op de boerde
rijen. Toch is dit weinig anders dan een blanke-sla-
venbedrijf, Men begint nl. te werken des ochtends om
5 uur en scheidt eerst des avonds tegen 10 uur uit.
Men moet dezen arbeid alle zevun dagen der week
doen en verdient dan 5 dollars in de week met den
kost. Ji, het komt hier voor, dat man en vrouw bij
hard werken op dezelfde boerderij behalve den kost
tezamen vijftien dollars in de maand verdienen. De
klad in de arbeidsloonen is er door de vreemde
elementen in gebracht, die altijd tot eiken prijs aan het
werk gaan. Voornamelijk is dit met de Italianen het
geval, die hun eigen laiuR-ouooten uit het werk stooten,
door zich tegen geringer loon voor denzelfden arbeid
aan te bieden.
Er is voorts een andere groep menschen bezig de
armoede van Canada te vergrooten, wij bedoelen het
Leger des Heils. Ik, die over het algemeen bewonder
het groote en goede werk door het Leger verricht,
keur 't ten sterkste af, dat het, handelend in emigratie
zaken, in overleg met de regeeririg, is opgetreden, en
van deze een subsidie daarvoor ontvangt. Die subsidie
is haar een aansporing om van alle oorden der oude
wereld „overtollige" arbeidskrachten bijeen te zamelen
en ze in Canada neer te werpen, ongeacht of er daar
voor hen al of geen werk is. Talrijk zijn dan ook de
verwijten dergenen, die op zoodanige wijze misleid zijn.
De menschen komen hier en denken dadeljjx werk te
vinden. Somwijlen geschiedt dit ook wel, maar al heel
spoedig is het afgeloopen, daar de ondernemers niemand
een uur langer in dienst houden dan zij noodig hebben.
Daar de arbeider geen middelen bezit, begrijpt men
wat dit beteekent. In deze dagen worden dan ook in
de steden groote meetings belegd, waarin tegen het op
treden van het Leger des Heils als emigranten-werver
wordt geprotesteerd. Het Leger draagt er toe bij dat
de stroom van emigranten vele malen grooter is dan
de vraag naar arbeidskrachten. Er wordt mij door
Canadeezen verzekerd, dat in geen 26 jaar de toestand
op de arbeidsmarkt zco slecht is geweest als tegen
woordig. En de ondernemers profiteeren van deze
ellende het meest. Hun leus schijnt te zynkomt er
niet op aan wie er verzuipt, als ik maar zwem. Er
bestaat weinig, zooal ccnig, medegevoel in Canada!"
Voorwaar geen rooskleurig beeld.
Een mannelijke min
Reeds sedert eeuigen tijd was de aandacht der Paiy-
sche politie gevallen op e n zeer elegant gekleede dame,
die dagelijks in het middaguur, mot haar baby op den
arm der min, do gr oio winkels en warenhuizen bezocht,
zonder ooit iets te koopmi.
Daar juist »edureiido de laatste weken telkens weer
aangifte van winkeldiefstallen werd gedaan, besloot de
politie de dame te observeeren, en toen men dar. ook
dezer dagen een inval in haar woning deed, werd de
vogel gevangen. In de kleine, armoedig gemeubileorde
woning vond nm wel is waar de dame terug, doch in
van de min eenman. De beide personen
werden gearresteerd, en alras kon men constateeren
dat de elegante dame identiek is met een beruchte'
dievegge, Hortense Zeiter genaamd. Haar partner, die
als min verkleed, de rooftochten met haar ondernam'
is eveneens een oude bekende van de Parysche politie'
Toen de woning onderzocht werd, vond men ook dé
baby, een klein houten kistje met een beschilderd dek.
sel. In de doos zaten allerlei inbrekerswerktuigen
benevens verscheiden gestolen voorwerpen. Terwijl dé
dame zich door de winkeljuffrouw een en ander liet
toonen, wist de min de voorwerpen, die in haar bereik
kwamen, handig in zjjn zak te doen verdwijnen.
Verschillende fjjlers
Er is een berekening, die heeft uitgemaakt, dat op
82.000 inwoners van onzen aardbol één dagblad voor
komt Het lijkt voor een ondernemend man hoopvol
genoeg om wat nieuwe kranten te ondernemen.
Uit een statistiek der nieuwsbladen van de verschil
lende landen van Europa en van de geheele wereld
blijkt, dat het record aan Duitschland toekomt, met
5500 nieuwsbladen, waarvan 1800 dagbladen. Daarna
komt Engeland met 3000, waarvan 809 dagelijks ver
schijnende, en dan Frankrijk met 2819 bladen, wahr-
van een vierde dagelijks of twee of drie maal per week
verschijnen. Wij hebben ongeveer 2000 periodieken. In
Belgiëbestaan er 1900; in Italië 1100; dan komen
Oostenrijk-Hongarije, Spanje, Rusland, Griekenland en
Zwitserland met 450 kranten. In 't geheel zijn er een
20.000 nieuwsbladen in Europa.
In Azië zijn er maar 3000 tijdschriften, die voor
het grootste gedeelte verschijnen in Japan en in En-
gelsch-Indië. Japan alleen bezit er 1500.
In Afrika verschijnen maar 200 kranten, waarvan 30
in Egypte en de overigen in de Europeesche koloniën.
Amerika wordt eervol in die statistiek gemeld. In
de Vexeenigde Staten verschijnen zoo maar even 12.500
nieuwsbladen, waarvan een duizendtal dagelijksche.
Australië komt voorloopig nog achteraan.
Sprinkhanen.
Uit Algiers wordt gemeld, dat reusachtige legers
sprinkhanen thans zijn neergestreken op de streek tus-
schen Aïn Fezza en het dorp Chouly; dit dorp en
verscheidene uitgestrekte landgoederen om Lamorcière
zijn compleet bedekt door de milliarden dieren, die
in zeer korten tijd den geheelen oogst afscheren.
De treinen ondervinden groote vertraging, daar zij
haast niet door deze laag, die de rails kilometers ver
bedekken, heen kunnen.
De overheid heeft maatregelen genomen om zoo
spoedig mogelijk de lijnen te bevrijden en de dieren te
vernietigen.
Weer één.
In Berlijn heeft zich voor de zooveelste maal een
schooljongen van het leven beroofd, ditmaal de 15-
jarige zoon van een hoofdonderwijzer, professor Klette;
de reden tot de wanhopige daad was. dat de jongen
met Paschen niet was overgegaan. Hij trok zich dit
zoo aan, dat ffij zich eergisteren een kogel door het
hoofd heeft gejaagd.
Tsaar Nirolaas.
Tsaar Nikolaas II was Woensdag jarig. Hij werd 40.
Of het een feestdag was voor den Russischen groot-
monarch? Dit is moeilijk te beoordeelen, bij de ge
slotenheid, welke aan het Russische hof wordt betracht.
Men zou veronderstellen van neen, wanneer men
weet, dat, na de tragische gebeurtenissen van den
Rooden Zondag in Januari 1905, de Tsaar tot nu toe
geweigerd heeft, een voet te zetten in zijn prachtig
Winterpaleis aan de Newa.
Hij brengt dan weer eenigen tijd door in zijn winter-
residentie Tsarskoje Selo, dan in zijn zomerpaleis te
Peterhof. Of de beklagenswaardige souverein zoekt de
eenzaamheid van de zee aan boord
van zijn jacht.
Door
BERNARD CANTER
Zes jaren was hij nu al bediende in 't deftige meubel
magazijn. Als loopjongen had hij te voren drie jaren
in het filiaal te Haarlem zijn best gedaan en daarom
was hij toen tot jongste bediende Ln 't hoofdmagazijn
te Amsterdam bevorderd. En omdat hij zoo trouw,
zoo werkzaam, zoo eerlijk zich betoonde werd elk jaar
zijn salaris met honderd gulden verhoogd. Toen het
tot zevenhonderd gulden 's jaars gestegen was, bleef
het daarop staan. Want 't was den patroon onmogelijk
Hein de Groot verder te bevorderen. „Hij is een goeie,
beste, brave jongen," zei mijnheer Vulling (een'
der firma Vulling Co. in meubels en tapijten)
j^ kunt hem J-
zei mijnheer Vulling (eenigst lid
en tapijten) „maar
niet voor de fijnere klandizie gebruiken.
Daartoe is-ie te ordinair."
't Was waar Hein sprak met een Haagschen tong
val. Hoe kon dat anders bij iemand, die in een groente
keldertje in een achterbuurt geboren was als de vijfde
zoon van een weduwe. Zijn taal had hij op straat
en op de armenschool in de buurt geleerd. En hoewel
hij zich als een mijnheer trachtte te kleeden, met een
staand omslagkraagje, een dun Amerikaansch dasje, toch
was zijn confectie-compleet van te stijven snit
slechte stof, dan dat
hij er als
plaats
7 .«j v.» aió een echten heer uitzag.
Maar met zijn veertien gulden 's weeks verrichtte
de oppassende jónge man wonderwerken van zuinig
heid. Hij rookte niet, dronk niet, at 's middags bij
moeder thuis en 's Zondags om de veertien dagen, als
hij een heelen dag vrij had, den zevendaagschen Zondag
moest hij lot twaalf uur in de zaak zijn. dien heelen
vrijen dag besteedde hij om met behulp van het „Franseh
zonder meester" en het „Engelsch zonder meester' de
verwaarloosde wetenschappelijke opvoeding in te halen.
Voor zichzelf had hij niet zulke hooge idealen, Dertien
gulden 's weeks vast, winter en zomer door, was al
een aardig inkomen voor iemand uit zijn stand. Zijn
vader had het nooit zoo ver gebracht en geen van zijn
andere broers verdiende het. Dirk, de oudste. die met
selaar was, bracht wel eens een paar maanden in 'I
jaar méér geld thuis, maar 's winters zat-ie achter de
kachel en verdiende geen duit of 't moest al eens zijn.
dat 't hard vroor en hij als baanveger of bruggeanap
voor een heelen dag blauwbekken een gulden aan centen
ontving.
Maar De Groot droeg al sedert jaren een stille liefde
in 't hart voor Gesina. de oudste dochter van zijn
patroon. Hij wist wel dat ze te voornaam voor hem
was, de beschaafde dame, de dochter van den rijken
meubelhandelaar, maar al zei hij het zichzelf ook, daar
mede was de liefde niet verdwenen, vooral niet, omdat
hij haar eiken dag zag. Doch wel hield hij zijn liefde
geheim, zoo zelfs, dat juffrouw Gesina zelve er nooit
wat van gemerkt had. Éénmaal, toen zo op een verjaar
partij was en ze wat lang uitbleef, was t beginnen te
regenen. Toen had mevrouw Vulling hem met een
paraplu ie naar het huis der jarige vriendin gestuurd
om heur dochter af te halen en naar huis te begeleiden.
Op den heenweg had hij erover gedacht, wit hij heur
zeggen zou, hoe hij, voor 't eerst in de gelegenheid
eens iets intiemer met haar te zanien te zijn, 't zou
aanleggen zijn hart open te leggen, neen niet zoo op
eens, zoo zachtjes aan. als ze maar iets merkte.
Nu dan, De Groot had Gesina gechaperonneerd en
het gewaagd, haar den arm aan te bieden Ze had
zij haar rok moest
oviiuUl' sniishni/l
I&OOL^H -jonge
unam. -
vrouw.
en
gewaagd, haar
geweigerd, omdat naai rox moest ophouden
meteen, niet zonder spitsheid zeggend:
„De Groot, is dat bij jelui gebruik om een
dame den linkerarm aan te bieden? 'k Ben toch geep
getrouwde vrouw."
Hij had, erg
spreken over
om zijn uitspraak.
„Zje foe te mandé paardoong," luid hij geantwoord,
toen ze voor zijn arin-steun had bedankt
„Wèt is dat vnni-
lelFTam^e,!°8i8<'^robeerd ,ucl ,war te
-„..i. taal- Maar zij luid gelachen
een taal?" vroeg zij. ..Moet dat
Wie leert je dat zoo f"
„Ik studeer zeil uit het Franseh zonder meester.
Hoe is het dan goed juffrouw?" had hij gevraagd,
opnieuw beschaamd en vernederd.
„Je vous deinande pardön, mademoiselle". De lraii-
schen spreken altoos een beetje nasaal."
is datnasaal?"
Franseh verbeelden?
„Wat