Grenen uit M- en Tninbonw.
GEEN BRUG.
Zondag 31 Mei 1908.
52e Jaargang. No. 4365.
TWEEDE BLAD.
Kamerplanten.
FEUILLETON.
.Daarna stond zij op en ging naar de voorkamer, nam
?®ar hoed en zette dien op De zoon sloeg haar den
XXXVII.
Ongerepte Reputatie
Beursman-bezoeker haalde bijzonder-dik wolkje
rook uit zijn sigaar, boog het hoofd een eind achteruit,
behagelijk leunend tegen het fluweel van zijn stoel;
tuurde met gespannen aandacht naar de gipsen krul
letjes aan het plafond en glimlachtel ijntjes, met
iets geheimzinnigsBleef een klein poosje zoo-turend
lachen.... Als een, die te beleefd is om uit te zeg>en
wet hem op het hart ligt.
Richtte vervolgens den blik langzaam-nadrukkelijk
naar de gastvrouw,.... Dikkig mensehje met eerzuchtige
schittering in de oogen; wier wangen op dit moment
door de emotie gloeiden.... „Ik heb u mijn opinie ge
zegd,sprak bezoeker, en hij haalde zijn horloge voor
den dag.. De gastheer was bleek. Telkens keek hij
met schuwige onrust naar zijn vrouw. Fijne zweet
pareltjes kwamen op zijn voorhoofd. Hij wreef het
vlak van zijn smalle, beenderige handen; die kraak
ten bij dat ge wring, over elkaar. Telkens nipte-ie asch
van zijn sigaar, schoon die al-lang afgeklopt was....
Hij schoof op zijn stoel heen en weer. In zijn gejaagd
heid keek-ie telkens naar de pendule. Eindelijk bleef
hij zijn vrouw langdurig aanzien.... Met iets om hulp
smeekends.... Dat ze hem dan ook niet bijsprong....
Maar dikkig vrouwtje kende hem zoo door en door.
Die wist op een haartje, hoe zij haar zin in zeker
geval kon doordrijven. Die deed alsof hij er niet was.
Bedwong zag men duidelijk met kracht haar
ongeduld.... Voelde toch, dat bezoeker iets van haar
wachtte. „In zaken,zei gastvrouw, „moet de man be
slissen. Dat is steeds mijn principe geweest Maar als
de man niet tot een besluit kan komen.... Niet weet
wat-ie wil
Het gloeide nu in haar donkere, soms fel-boozig
kijkende oogen.
,.Ik zeg u nogmaals," kwam het uit den hoek, waar
bezoeker zat, makkelijk de beenen uitgestrekt; in pose
van iemand, die zeker is van zijn overwinning en nu
met het geduld van een, die weet wat „zaken-doen"
beduidt, het oogenblik der zege verbeidt... „Ik zeg u
nogmaals, wat wij daar straks aanroerden is iets, dat
1 11JUAirirtAP Wzd rflim-
de plotseling opgezegde hypotheek... En dat andere
leelijke schaüeposije met vlag en wimpel zouden kunnen
tebovenkomen... ALs-io.... Als meneer Waiters... Die
stukjes.... Beste, puike ellecten. Geld bij de viscii
En voordat de tijd van verantwoording daar was.... Men
verduisterde toch feitelijk niet.... Jaaaa, als er een kink
in den kabel kwam.... Koersen daalden.... Stukjes ver
kocht werden.... En zoo meer.... Als de hemel op de
aarde valt, zijn we allemaal.... Maar meneer Stevens,
knappe vriend-beursman, praatte daar wondergauw over
heen. Haalde potloodje en tiolitie-boekje uit zijn zak....
Cijferde.... Banbeide.... Goochelde met allerlei namen
van Amerikaansche en andere „waarden Naar hem
luisterend was het of men de bergen goudstukken hoorde
rammelen; de stapels bankpapier boorde schuifelen....
Zoodat het al-maar heviger gloeien ging in de eer
zuchtige oogen van gastvrouw die sidderde voor het
spooksel van zich te moeten „verminderen Die, op
(lat moment, haatte, met feilen hartstocht, den bleeken,
van angst zweetenden zwakkeling, in wien het gevoel
van eerlijkheid streed met zijn zucht om het noofd
boven water te houden.... Met zijn angst voor de vrouw,
die hem, al de jaren van hun samenzijn, overheerscht
had....m
dus veronderstellen, dat hij zich feitelijk tot medeplich- potten en bakjes te plaatsen. Hierin moeten ze ten
tige, tot handlanger van den beklaagde.... gronde gaan.
Met hoovaardig glimlachje begon nij„Als ik in de Groote planten plaatst men in sierlijke houten kuipjes,
vers te-verte had kunnen.... Deze moeten eenige bodemgaatjes hebben. Het is altijd
Maar de president viel hem in de rede. Hervattegoed op den bodem van potten en kuipjes wat scherven
„Dus u hadt in dien tijd geenerlei vermoeden...." En van bloempotten te leggen voor draineering.
'voltooide den zin Den getuige aanziend met zijn on- Als het met de potten in orde is, dienen we voor
doorgrondelijke grijze oogen, die nooit weerspiegelden goede aarde te zorgen. Bloemisten gebruiken daarvoor
wat er in hem, voorzitter der Rechtbank, omging. mengsels van verteerd blad, verteerden, ouden koemest,
„Neen, meneer .de president," repliceerde getuige scherp zand en bagger of teelaarde. De eene plant
Stevens, en hij wilde strak-verontwaardigde pose aan- vraagt een lichteren en de andere weer wat zwaar-
nemen.... deren grond. Aan de bloemisterijen kan men geschikte
De beklaagde moest opstaan. De verwezen, half- potaarde koopea Heeft men daarvoor geen gelegen-
idiote, nauwbegrijpende man in de vaal-versleten plunje, neid, dan kan men zelf goede aarde bereiden uit door
die daar voor den veldwachter stond, knikte van neen. gevroren molshoopen van goed grasland, verteerd blad,
Hij had er niks bij te voegen. mest en zand. Hiertoe neemt men van elk bestanddeel
Van den ongelukkige wendde de voorzitter den blik een vierde deeL
toen weer naar den getuige.... Staarde nog even, voor- Bij handelaars in zaaizaad en kunstmest kan men
dat hij tot een ander punt van verhoor overging.... tegenwoordig voor enkele stuivers potjes of busjes met
Maar ondanks zijn ijzeren zelfbedwang kon getuige „bloemenmest" koopen Als men daarvan de planten
Stevens niet verhoeden, dat er een lichte huivering s zomers vantijd tot tijd wat toedient, zal men over
door zijn leden ging
MAïTRE CORBEAU.
....Een klein uur later ging meneer Stevens de straat
op. Gastheer was nadal nij door den zuren appel
heen had gebeten in een toestand van onnatuurlijke
kalmte en febriole vroobjkiieid geraakt. In een van
meneer Stevens wijde zijzakken rustte nu een vrij
zwaar pakketje, met de „stukjes"....
Gastvrouw nad er wijn Dij gehaaid. Op haa rwangen
gloeide hel ais vuur. in tiaar oogen schitterde het van
genot over haar zegepraal.... Over het verbaunen-hebben
van grijnzend spooksel, dat scheen te naderen.... In
vertrouwelijke leêderheid legde zij, onder liet redeuee-
ren, telkens een van haai' vleezige handjes op den
arm of de knie van haai- man.... klopte zij hem goed
keurend op den schouder.... Zoo hadden ze zitten over
leggen wat meneer Stevens, nadat hij voor de hypo
theek gezorgd had, met hel restant zou doen.... Gast
heer had er in vage droomerigheid nauwelijks naar
geluisterd.... Liet hen betuilen.... Liet alles aan hen
over. Voelde zich, in zijn toestand van nauw-beseffend
mensch, algemat van den strijd dien hij achter den
rug heeft.... Opgelucht dat die zaak van hem was
afgewenteld.... Niet durvend denkm aan de mogelijk
heid van.... Gesteld, dat het eens....
Zoo had, dien avond meneer Stevens hen-beiden
achtergelaten. Hij liep haastig naar het huis, waar zijn
kantoor gevestigd was.... Ja, Oc Waal, zijn compagnon,
was er nog.... Het licht brandde achter de drie ramen,
waar ze hun kantoor hadden.
Hij vloog de trappen op.
De ander die een halfuur lang geijsbeerd had in
de stilte van het door de klerken verlaten avondlokaal
wachtte hem bij de deur. „Nou!?" vroeg De Waal,
met gesmoorde stem....
Meneer Stevens zei niets. Maar compagnon had, na
tuurlijk, slechts een seconde iioodig om te zien, hoe
het stond....
Haastig-fluisterend gingen zij samen staan overleg-
XIX.
het succes wel tevreden zijn. Men zij echter gewaar
schuwd tegen overdrijving. Men mag niet meer toedienen
dan de gebruiksaanwij zuig vermeldt, want die kunst
mest is een sterk voedsel en als men er le veel van
geeft „verbranden" de planten. Dit is met een overmaat
van natuurlijken mest trouwens evengoed het geval.
Die bloemenmest wordt samengesteld uit verschillende
soorten kunstmest, b.v. 1/3 chili-saipeter, 1/3 potent-kali
en Vs superphosphaat. Hiervan lost men 5 gram per
per liter op en begiet er de planten in den groeitijd
eenmaal per week mede.
Al moge een vertrek smaakvol gestoffeerd en gemeu- Zulke bloemenmest is h^l wat beter dan sigarenasch,
bileerd zTjig de ware gezelligheid is er pas te vinden, die wel wa plantenvoedsel bevat, doch daarnaast ook
nadat levende planten erin an gebracht Geen wonder schadelijke bestanddelen ten de werkzame salpeter geheel
dan ook dat deze prettige kinderen van Flora thans en al mist. Wie fraaie kamerplanten wil hebben ge-
zoo algemeen in de woningen te vinden zijn. Bruike geen sigarenasch, doch bloemeiunesL
Kunstbloemen en -planten mogen sierwaarde bezit- Als een plant een jaar in een pot gestaan heeft, mag
ten, ze missen iuist datgene wat echte planten zóó ze wel wat nieuwe aarde hebben en een wat wijderen
belangwekkend maakt, leven en ontwikkeling. pot- In den schoonmaaktijd moeten de kamerplanten
Onze kamers zijn over het algemeen ftiet de meest verpot worden. In de steden knappen de bloemisten
geëigende kweekplaatsen voor planten, doch met zorg dat meestal op, doch zelf kan men dat ook wel doen.
en overleg kan men er toch vele planten flink aan De aarde moet voor de verpotting matig vochtig zijn.
den groei houden. Men legt de hand op de aarde en houdt den stengel
Er is tegenwoordig een zeer ruime keuze van plan- tusschen de vingers, keert den pot om, stoot den rand
ten, die het uitstekend in de kamers doen, zelfs daar even op den kant van een tafel of bank en de geheele
waar de omstandigheden voor den groei van planten kluit glijdt er netjes uiL Vooraf heeft men een iets
niet gunstig zijn, b.v. voor ramen op het Noorden, grooteren pot klaar gezet met wat scherven en aarde
Iedere plant heeft noodig licht, friss che lucht, warmte, op den bodem. Hierin zetten we de plant met den
voedsel en water. ouden kluit eraan voorzichtig neer en vullen de kanten
in donkere hoeken ver van de ramen gedijen de op met nieuwe aarde, die we er met een stokje tusschen
planten niet. Toch zijn er kamerplanten, die met weinig drukken.
heht al tevreden zijn. Als zoodanige noemen we Aspi- Nieuwe potten moeten eerst een üjdje in water
1,LI J!gl!11
j
dagelijks honderden doen!...." Heviger werd het glim-
lachje.... Er kwam iels medelijdends in; van: goeie- 8en-;—
God, wat ben jij in zaken toch eigenlijk een sukkel.... I Meneer De Waal als bij tooverslag opgemonterd;
Bezoeker trommelde zachtkens op de leuningen van
zijn fauteuil. ,,Ik herhaal, advies geef ik niet! Volstrekt
niet!.... In geenen deele! Weet dat wel!.... In zulke
dingen moet ieder zijn eigen inzicht volgen zonder
geïnfluenceerd te zijn door wien of wat ook.. Even
tjes hield hij stil. Men hoorde in het vertrek slechts
hel zaehle-schuren der halfversleten radertjes in de
pseudo-marmeren pendule op de schoorsteen.... En hej
telkens-kraken van des gastheers stoel.... Van den man,
die te bang. te gejaagd was.... Wijl in hem het besef
opleefde, dat-ie de minste zou moeten zijn; dat-ie zou
moeten toegeven....
Bezoeker hervatte: „U moet volkomen uw vrij inzicht
volgen.... Dat dus op den voorgrond. Maar.... Als u
mij. afgescheiden van de principe-kwestie, vraagtIs
hel iets bijzonders wal ik met die.... die.... manipulatie...
zou verrichten...." Hij boog het hoofd weer achteruit,
blies tabaksrook; hief de beide handen en liet ze
neerploffen op het mahoniehout van de fauteuil-leu
ningen... Zei niets.... Geen syllabe. Keek slechts met
dat tergende glimlachje van-daar-straks de gastvrouw
aan.
De angstig-schuwe onrust in de oogen van gastheer
werd erger. „Het is zeker beter, dat Van Leeuwen
beslag legt op het huis," kwam er, schor van ziedende
woede over het aarzelen van den man bij dikkig-dametje
uit.... „Het is zeker beter dat we het perceel moeten
zien aanslaan.... Wpnt je hoort toch...." De woorden
stroomden, ratelden van haar lippen.... Het flikkerde
in haar oogen.... Haar korte, vette vingertjes tastten
naar een stuk franje aan het tafelkleed en knepen het
daarna.... Alsof zij den stumper, die zulke scrupules
voedde, in tiaar grijpknuistjes had....
....„Het is zeker beter," ging ze voort, en in den
toon van haar praten Voelde men hoe stormachtig haar
hart bonsde „dat ons huis aan den paal gaat.... Want
je hoort het hier van meneer Stevens.... En die zal
het toch waarachtig wel beter weten dan jij!...."
Trek van matelooze minachting was op haar gezicht,
en bezoeker trok het gelaat van iemand, die iets extra-
belachelijks hoort....
„Je hebt het toch verstaan, dat we in dezen tijd en
binnen zulk een korten termijn geen hypotheek ergens
kunnen krijgen „Geen sprake van"achtte bezoeker
gewenscht, er eventjes tusschen te lasschen. „Met het
surplus van wat je op de stukken geprolongeerd kunt
krijgen," vervolgde vrouwtje, dat altijd de zaakjes be
stierd heef!.... „kan. zooals meniïer Stevens zegt...."
„Tut-tut!" onderbrak bezoeker, voor wien geen syl
labe verloren ging.En hij zelte een gezicht op van
ijselijke verbazing en verontwaardiging, „met uw verlof,
mevrouw! Wal meneer Stevens zegt.... Dat ontbreekt
met leven in de oogen, kleur op de wangen.... Telkens
strijkend en woelend door zijn krullende baren.... Scha
terend zonder klank.... Inhoudend het geluid van zijn
jool-uitbarsting.... Met wijd-geopenden mond toch, tel
kens weer, toonend hoe het verhaal van Stevens hem
amuseerde.... Over die uiten van menschen, die toch
maai" letterlijk alles voor goeie-munt opnamen....
De twee, daar in het avondkantoor, deden vreemd.
Ze maakten capriolen van lui, die willen dansen van
de pret, maai' men hoorde niets.... Ze maakten gebaren
van elkaar, in lustige stemming, op de schouders te
klappen, maar zonder eenigen klank.... Net als het
lacben van daareven.... Niemand mocht er iets van
merken, dat zij, dien avond zoo „geboft" hadden...,
Dat, als de „stukjes" van meneer Waiters niet versche
nen waren, als reddende engeltjes....
Ze sloegen de loketten van de cylinder-bureaux open.
Cijferden met vaardige hand.... De „stukjes" werden
uitgepakt. De pennen krasten over het papier.... Hun
gefluister werd opgewonden. Het viel mee.... Als de
hypotheek was afgedaan.... Dat moest nu eenmaal....
Dan schoot er aardig wat over.... En Stevens, met zijn
vermaarde handigheid, zou ervoor zorgen, dat zij, wat
er ook voorviel, hun vingers niet konden branden....
Die Waiters, ja!....
En De Waal, in een opwelling van medelijden over
hun slachtoffer, schudde toch even het hoofd, van:
sapristi, wat zal die kerel een bui oploopen over een
poosje.... Heel-eventjes leefde er schijntje van ongehui
chelde deernis in zijn blik.... Toen keken de compag
nons élkaar aan, en overmand door hetzelfde gevoel
van jool over hun eigen 'teerhartigheid proestten
zij het weer uiL... Geluidloos; ervoor wakend, dat nie
mand het bespeurde....
Hadden, toen zij, dien avond volgens oude
gewoonte toch nog even, in hun stamcafé, de krant
kwamen inkijken of een kennis aanklampen.... Dezelfde
wat-stroeve, rustig-bedachtzame pose van menschen,
wier reputatie boven eiken twijfel verheven Is, in en
buiten beurskringen....
„En hadt u," vroeg de voorzitter der rechtbank, die
een klein jaar later den beklaagde Waiters, be-
distra, bontbladige Klimop, Aucuba, en verschillende
varens; ja zelfs enkele palmen blijven goed met weinig
licht, b.v. dé Ghamaerops en die Corypha. Ook de
Ficus kan het zonder zon wel stellen.
De beste plaats is bij de ramen en die welke op het
zuiden liggen genieten de voorkeur, vooral in den
winter en het voorjaar, 's Zomers is het voor sommige
planten goed ze uit de zon te zetten, of de gordijnen
wat neer te laten, opdat de fraaie bladeren niet zullen
„verbranden".
Zeer vaak worden een aantal planten bijeengezet in boven op den pot geschieden. Voor 'het gieten mag
eene bloementafel, doch menigmaal zijn de alzonder- men alleen regenwater gebruiken, dat door eenige uren
lijke planten gebrekkig, al maakt het geheel ook een in de zon of in de warme kamer te hebben gestaan
Liggen, omdat ze anders te veel vocht uit den grond
trekken.
Veel kamerplanten worden bedorven door het gieten.
De meeste menschen geven hun planten veel te
veel en ook te vaak water, 's Winters behoeft men
haast nooit te gieten. Eenmaal 's weeks een weinig
water, dat kamertemperatuur heeft, is meestal voldoende
in dien tijd.
Nooit mag er water in de schotels onder de potten
staan. Het is verkeerd hierin te gieten; dit moet altijd
aardigen indruk.
De volgende jardinière-vulling zagen wij eens met
veel genoegen. In den zinken binnenbak lag 3 oenti-
meter hoog nat gehouden, Wit grint om de lucht rondom
de planten steeds vochtig te houden. Hierop standen
in zuiver geboende, gewone roode bloempotten een
palm, Kentia Ëalmoreana, een Dracaena terminalis, met
haar aardig rood en groen gekleurd blad, een bloeiende
Clivia en een Bladbegonia. Rondom stonden in kleinere
potjes sierlijke hangplanten: Asparagus Sprengeri, Tra-
descanlia repens, t ledera Maderiensis en Asparagus
tenuissimus. Elke planl was fraai en goed te zien en
bet geheel maakte een voornamen en toch eleganten
indruk. Wil men beneden meer groen, dan kan men
kleine potjes met Selaginella (mosplantje) tusschen de
grcolere plaatsen Bn de rest aanvullen met gekleurd
Phagnum (veenmos), dat in pakjes te koop is.
Voor een gelijkmatige ontwikkeling der kamerplanten
is tiet goed deze tweemaal per week om te zetten,
anders groeien ze eenzijdig naar het lichl. Beter nog
is het de planten dagelijks iets om te draaien in
dezelfde richting.
De meeste menschen kunnen geen tocht verdragen
en met het meereudeel der planten is het evenzoo
gesteld. En evengoed als wij hebben ze behoefte aan
trissche lucht, daarom; is het aan te bevelen de kamers
dikwijls te luchten, doch zoodanig, dat er geen tocht
is. Tijdens het openstaan der ramen plaatst men de
planten een eind terug.
Wie met sucoes kamerplanten wil kweeken, dient
de planten rein te houden. Het stof doet ze veel kwaad
en maakt ze ook onooglijk. Dat schoonhouden der
kamerplanten vereischt zooveel moeite niet. Valt er des
zomers een zachte regen, dan mag men de planten
buiten zetten. Van zoon bad fleuren ze heelemaal op.
's Winters neemt men de bladeren eens per week af
met een spons en wat lauw water, terwijl de plumeau
de overige dagen geregeld het stof verjaagt. Heeft men
een bloemenspuitje, dan kan men de planten hiermee
regelmatig verfrissohen. Vocht op de bladeren is zóó
tgoed, omdat onze kamers voor weelderigen planten-
schuldigd van verduistering en misbruik van vertrou- j groei meestal te droog zijn. Daarom groeien planten
w en, had te berechten.... j dicht bij de kachel zoo slecht.
....„En hadt u in dien tijd geen oogenblik vermoeden Als kamerplanten kwijnen, gebeurt dit meestal door
aangaande den wezenlijken stand van zaken?" De voor- te weinig licht, te droge lucht, tocht en slechte potten
zitter was een kleine grijsaard met ernstig-droevige met te natte, verzuurde aarde. Wie sukkelt met de
oogen.... Hij sprak met zachte stem. Hard was hii kamerplanten moet eens nagaan of de fout hierin niet
I "Wj
nooit voor beklaagden.... En als hij een getuige voor
zich kreeg, die hein wantrouwen inboezemde, dan kon
niemand, die den president niet lang geobserveerd had,
daarvan iets merken.... Maar de ernstige, sombere, eer-
er nog maar an'.... Wat ik zeg!.... Ik'ben geen orakel!...
Ik zeg niets. Geen woord. Ik heb u, als vriend, enkel ''jke oogen van den rechter bleven Han gehecht aan
en alleen een zijdelingseh advies Neen, u moet me van zoon getuige, en het gebeurde wel, dat deze
exciiseeren. maar van dit oogenblik af...." Hij stond op, 'Be' bestand ,was tegen dat willen doarvorschen....
zijn jas dichtknoopend... u'~ Dn™»
Gastvrouw verbleekte van schrik. Al haar hoop was
gevestigd op knappen, handigen, welgewiksten beursman,
die hen had zitten voorrekenen hoe ze dien slag van
in temperatuur overeenkomt met den grond in He piot
ten. Wat in de schotels zakt, giet men later weg.
Indien een plant door verzuim te veel uitgedroogd
is, mag ze een poos in een bak met water staan.
In heel veel gevallen mislukken de kamerplanten door
verkeerd gieten. Als wij enkele mooie kamerplanten af
zonderlijk behandelen in het volgende stukje, zullen wij
hierover nog meer aanwijzingen geven.
Een geizonde plant met veel jong, zacht blad en tal
rijke bloemen, 'zooals eene Primula obconica, vraagt
's zomers veel vocht Twijfelt men oï een piot of kuip
te droog is, dan moet men er maar eens met een
hard voorwerp tegen tikken. Als de klank dof is, be
hoeft men nog niet te gieten; verneemt men een hel
deren klank, dan is er behoefte aan water. Al is het
bovenlaagje der piotten droog, daarom kan de kluit
|nog meer dan vochtig genoeg zijn. Menigeen laat zich
hierdoor foppen.
Het komt voor, dat een mooie kamerplant, b.v. een
palm, aan het kwijnen gaat Zij is dan ziek, doch
kan bij oordeelkundige behandeling wel weer in orde
komen. Zulk een plant moet dan naar den dokter,
d. L in dit geval den bloemist Die neemt ze uit den
piot, opereert de wortels en zet ze in een verwarmde
aarde in de kas. Hier volgt genezing dikwijls spoedig
en na eenige weken komt de piatient gezond en opge
fleurd thuis.
Wie genot van zijn kamerplanten wil hebben, doet
verstandig ze te betrekken van een goede bloemisterij.
Hier betaalt men ze wel wat duurder dan op markten
of bij scharrelaars, maar men is verzekerd van be
trouwbare waar en als men het vraagt, vertelt zoo'n
leverancier u ook meteen, hoe de plant in de kamer
behandeld dient te worden.
De volgende vulling voor een kleine bloementafel
zal uitstekend voldoen. In het midden plaatst men een
Cocospalm, terzijde een Nephrolepis en een Cyrtomium
of Asplenium en verder een Phalangium, een door-
bloeiende Begonia, een Cypjerus altermfolines, een Ma-
ranta of Primula obconica en rondom enkele hang
planten als Asparagus, Tradescantia of Hedera. Wie
verstand van gieten heeft, kan alles zonder piotten in
den binnenbak uitplanten.
Voor planten op standaards in sierpiotten komen
eenige soorten palmen in de eerste plaats in aanmer
king. Zij zijn bijzonder sierlijk en meteen gemakkelijk
te behandelen.
Maar andere, minder algemeene planten, zijn er ook
zeer fraai, b.v. de Dracaena's en Cordyline's, de Rho-
dostachys, de Philodendrons, de Phalangiums enz.
Men neme maar eens een kijkje in een goede bloe-
rt mh -
kamerplanten
schuilt.
De meeste planten groeien het best in gewone bloem-
piotten. Die laten het overtollige water afvloeien en de
lucht gemakkelijk tot de wortels doordringen, want de
plantenwortels moeten even goed ademhalen als wij- misterij. Daar zult ge eens zien! koeveeTmoois"er"ima
2glf, ic tuW 1^3
EEN VERTELLING.
0—
Het staat zeer fraai als zulk een piot geplaatst wordt
in een ruimeren van sierlijk metaal, porselein, majo-
Meneer Stevens, de geachte Beursman, getuige a in een ruimeren van sieiujh. nieiaai, uoiseiem, muio-
charge in de zaak-Waiters,.... wilde zich gekrenkt too- lica, of een omhulsel krijgt van drapeering. of gekleurd
nen over die vraag van den voorzitter.... Zij was belee- papier. Dit hindert den groei niets doch lieel verkeerd
digend voor iemand als meneer Stevens.... Men durfde is het de planten direct in metalen of porseleinen
2.
..Doniiné Hesz speelde. Hij zat rechtop en slank in
hnün e ias' aan Bet klavier. Boven het blonde
°P 6611 aan den wand bevestigde console, stonden
witte marmeren beeldjes: Beethoven en Chopin.
ets van d'e melancholie der wondervolle muziek lag
ïer de schemerige kamer en hun twee gestalten, maar
een groote rust en een voorname, onwillekeurige
aardigheid, die van de beide menschen uitging. En
let Was, als werd er nu luid en verstaanbaar tusschen
len. wat zij zooeven in woorden niet konden zeggen.
■"Juat het niet hun aard was over een derde te spreken
waarom de oude vrouw gekomen was, en dat,
aaroni de zoon zoo ijverig het verleden had voor
l 'i gW-st geroepen.
Poen Hesz eindigde bleef hij een oogenblik in ge-
.Htien houding voor het klavier zitten. Dan draaide
zich langzaam naar zijn moeder om en toonde
naar een opgewekt gezicht.
..Dat is net koinon waard geweest," zeide zij. „Ik
je nu zoo zelden spelen."
013ntel om en nam zelf zijn hoed.
-Je gaat met mij ince?" vroeg zij en hij bevestigde
...Naast elkaar verlieten zij het huis. In de steeg gaf
•I zijn moeder een arm. Dan stapten de twee slanke
'lenscheai langzaam door hel donker, de steile steeg
mi naar vroolijker straten en n" de ligplaats van
de boot. Zij (spraken niet veel dan over alledaagsche
dingen, kwamen menigmaal op de kinderen terug en
zoolang zij van hen spraken glansden hun gezichten
van groote opgewektheid. Eerst toen zij de zee, grijs
blauw, onder heldere door de zon bcglansde wolken
zagen liggen, begon de dominé weer over zijn ambt
en arbeid te spreken en vergat zichzelf in het vertellen.
„Ik weet niet, waarom ik net hen zoo naar den zin
maak. Maar Zondags is de kerk te klein." Hij zeide het
met eenvoudige vertrouwelijkheid en zag er gelukkig
uit. De behandschoende hand der moeder rustte heel
even op den arm van haar zoon en de vingertoppien
drukten even de zijnen; zij keek daarbij niet op, en
toch lag er in dit gebaar een stille bijval.
Hij geleidde haar naar de treeplank en naar haar
plaats in de kajuit. Toen hij afscheid nam, stond hij
voor tiaar als voor een heel deftige dame, met ont
bloot hoofd. „Ik dank u voor uw bezoek moeder." 1
„Stuur mij spoedig de kinderen eens," zeide zij. „En
kom zelf ook spoedig. En groet de kinderen van mij."
„Zeker, zeker," antwoordde hij.
En toen hij den uitgang van de kajuit reeds naderde,
zeide de weduwe: „Groet ook je vrouw."
Hij bedankte, knikte haar toe en ging. Haar laatste
woorden klonken in hem na terwijl hij over het dek
naar de plank liep. Zij had deze woorden gezegd,
omdat zij nooit de kleinste beleefdheid verzuimde en in
haar gansche leven de rechtvaardigheid zelf was. E11
terwijl hij huiswaarts ging met op den rug saainge-
vouwen handen, dacht hij er over na, dat de twee
vrouwen, die hem in hel leven het naaste stonden,
elkander zoo vreemd bleven. Zijn gedachten waren zoo
bezig, dat hij niemand herkende, die hem ontmoette
en drie- viermaal te laat verstrooid naar den hoed
greep, wanneer een voorbijganger hem had gegroet.
Die gedachten vertelden hem een heele geschiedenis.
De zijne! Hij kwam niet aan het eind daarmee, zoo
lang hij op de straat liep. Thuis vond hij vrouw en
kinderen nog steeds niet teruggekeerd. Toen zette hij
zich in zijn werkkamer aan de schrijftafel en spon
is, dat velen niet kennen.
In de volgende schets geven we iets over de keuze
en de bijzondere behandeling van enkele aan te be
velen kamerplanten.
D. E. LANDMAN.
zijn gedachten verder uit.
De zorgen hadden de moeder gedreven. Vele jaren
had zij deze zorgen reeds bij zich, maar het was,
als werden zij inet de jaren grooter. Was dat nog zoo?
Werd de twijfel immer grooter? Twijfel? Nu was het
reeds een zekerheid: hij, dominé Ludwig Hesz, die de
menschen wilde leeren, hoe ze gelukkig werden, wist
het zelf niet te zijn! En waarom niet? Hij had een
positie zonder zorgen twee kinderen twee lieve
kinderen en een rijke, mooie, verstandige vrouw.
Hoe had ze indertijd bij den onverwachten dood van
haar vader flink en wakker het noodlot het hoofd ge
boden! Dat had hem machtig aangegrepen. Hij zag
haar later dikwijls en steeds wias zij de goede geest
in haar huis. Maar dan erkende hij. dat hij haar leed
deed, dat zij met een soort angst den dag tegemoet
zag, waarop hij zijn troostbezoeken zou eindigen. Hij
voelde medelijden. Dan dan werd het liefde, hij
had haar lief, jong zooals ze was. Hij liet zich tegen
over zijn oudei's, den strengen en oprechten vader,
de stille moeder een woord ontvallen, dat hij hen
Hedwig Reimaim als schoondochter in huis zou bren
gen. De beide oudjes zaten voornaam en gélaten op
hun stoelen en glimlachten.
„De dochter van den rijk-geworden wijnkooper
het is je geen ernst. Ludwig,beweerde de moeder.
„Terwijl je slechts hebt uit te zoeken uit de meest
respectabele familiën in ojize stad," beweerde de vader.
Toen werd het warm in zijn binnenste, wat hem
drong tot begeestering en besluit. Die eenzelvige af
zondering der standen, was dat niet een jammer in
dezen lijd? En hij was prediker, een prediker niet
slechts naar het woord, maar ook door het voorbeeld!
En hij zou geen brug weten te slaan over deze kloof,
die sedert langen tijd had bestaan, daarvoor terug
schrikken om te toonen dat menschen, menschen zijn.
en den moed niet hebben, het buitengewone te doen,
slechts omdat het buitengewoon was? Spoedig zag hij
Hedwig met heel andere oogen aan. Hij begon haar
lief te hebben als zijn beroep, Iets hoogs verhevens
scheen hem aan haar, terwijl zij hem tegelijk weder
als een offer van een vooroordeel scheen, dat hij, de
dominé en menschenleeraar, bijstand en hulp schuldig
was. Zijn liefde voor het meisje werd grooter met zijn
medelijden voor haar en de begeestering voor zijn
levensroeping. Zoo bleef hij het meisje, dat ook hem
lief had, trouw, maakte haar tot zijn verloofde en
vrouw.
Zijn vader beleefde zijn huwelijksdag niet Een plot
seling optredend lijden, dat hem beroofde van zijn
geestelijk kunnen, had reeds de verloving van zijn zoon
voor hem van alle beteekenis beroofd. De moeder was
een innerlijk te voorname vrouw, dan dat zij niet haar
eigen tegenzin zou overwinnen en gepoogd had, te
gelooven in de heilige overtuiging van haar zoon, dat
dit huwelijk het rechte was. Zij vermaande hem, zoo
lang hij nog niet besloten was, maar toen zij bij hem
den vasten wil ontdekte, zag ze hem kalm aan en
zeide: „Jij zult niet het gevoel hebben, alsof je moe
der een schaduw op je geluk geworpen heeft."
En met verstandige middelen zocht zij vanaf dit
oogenblik zijn geluk te bevestigen. Toen de verloving
had plaats gehad noodigde zij de toekomstige schoon
dochter tot een lang bezoek uit en zocht haar in de
stille omgeving een gezellig thuis te verschaffen. Haar
bedenken verHween niet, maar ook haar hoop hield
toch stand. De bruiloft werd gevierd. De bekoring van
het nieuwe: de zon die in de eerste weken een jong
huishouden belichtte, deed ook Ludwig Hesz geen
schaduw zien. En toen later kleine verdrietelijkheden!
en twijfel komen wilden, kwamen de kinderen en
brachten dan weer licht in het huis, waarvan de vroo-
lijkheid alles verdrong. Slechts de moeder stond reeds
lang met ziende oogen terzijde en wist dat de dagen
der ontgoocheling voor den zoon langzaam niütar zeker
nader kwamen. En nu? Dominé ILesz leefde in de
dagen der ontgoocheling. Langzaam leefde hij zich
daarin, evenals nij zich in het geluk had ingeleefd. Dat
hij dat deed, daarvoor was hem het bezoek van zijn
moeder een bewijs, die door de zorgen, de