20 - PAARDEN - 20
m.
Yaii Wonfleren's Metliofle
koptat l en 3, Alkmaar.
Costuumrokken.
(Iroote voorraad. Lage prijzen.
Firma BAAR SCHUURMAN.
van Koffie.
P. PUIN BROEK,
Elzas' Meubelmagazijnen.
Moligraclit 6, HELDER. I1
SÜPERPHOSPHAAT, merk „Pb Leenv."
Vier Paarden,
en
systeem J. BAAK
Puik smakend en krachtig.
Neemt proef en overtuigt LJ
C. BAKKER,
Heeren- en Kinderkleeding.
A. rui N.
een partij BRUINE TEER,
A. J. ELZAS ZOON,
n;
Handel in alle soorten ünlpineÉtoilen en MM.
Mouselines.
bij LEO PALEARI Co., Voordam Alkmaar.
Behangerij - Stoffeerderij Meubelmakerij.
ter waarde van twee dnizend gulden
Japonstoffen
Alle werkzaamheden worden uitsluitend door faklieden verrieht.
Prijzen beneden alle concurrentie»
Schagen, Molenstraat 3.
Confectie en gemaakt op maat.
Compleete meubileering,
Concupreerende prijzen.
loemisl| Jj
Alkmaar en Sint Maartensbrug.
bij ons verkrijgbaarhel zoo gunstig bekende - I
ADVFRTKNTIËN.
Groote Woerdensche
Voor dere Verloting
'zulieD,behoudens tal van
andere prijzen, min
stens 20 PAAROKV wor-f
den aangekocht.
Trekking 17 Juni 1908.
Loten a II.- per stuk alom verkrijgbaar.
Te ëchagen bij A. VAN TWUIJ-
VER, Lotendebiet, bij de Marktte
Winkel bij D. 8LOOVE8 A.Jb.z.
Op plaatsen waar niet verkrijgbaar
geschiedt de toezending na ontv. van
postw. door C. J. VAN EIJK, Secre
taris v/d. Afd. Woerden der Holl.
Mij v. Landb. te Woerden.
voor 't s n ij d e n van
HENG8TEN, STIEREN, BIGGEN,enz-
Mn. ROOZING Pz.,
thans 8chagerbrug.
ii
ONTVANGEN:
Stofmantels,
Mantelcostuums,
Zwarte en gekleurde
Eerste Fabriek in Nederland van Bruggen, Ge
bouwen, Gierkelders, Balken enz.
Prijsopgaaf en teekening gratis door geheei Nederland.
Fabrieken te Hoorn en te Anna Paulowna.
Donderdags in de Beurs te Schagen.
met de Koffie a 3V\2 cent en a 45 cent per 5 ons.
Per 5 pond 21|2 cent minder.
Prijzen van 7 Gld. tot en met 2U Gld. en hooger.
Werkmansbroeken van f 1.50 en hooger.
Aanbevelend,
TER OPRUIMING zoolang de voorraad strekt:
vanaf I 10.50 per tyi ton,
Steeds groote sorteering
massief Mahonie-, Noten- en Eiken Stijlkasten,
Kuifkasten, Penantkasten. Buffetten met en zon
der Marmerbladen, Trek taf els, Olietafels.
Grootste keuze in diverse modellen
Stoelen, bekleed met rietmat, leer en trijp, Fau
teuils, Canapé's, Crapauds, Spiegels, Theetafels
Slaapkamer-Ameublementen, Springveeren en Ka
pokmatrassen, Tapijten, Linoleums, Vitrages.
Langestraat 18 en 19, Payglop 21, ALKMAAR.
Zaterdags gesloten.
Dr.J. PIETERS ANEMA,
ARTS, Heerenmarkt I, AMSTERDAM.
bloeiende Azalea's, Clivia's, Rhododendrons,
- Primulaars. Sinurania's enz. -
KantoorVoormeer.
Prijzen uiterst scherp. - - -
Indien verlangd gratis advies.
Vertegenwoordigd: eiken Marktdag te Alk
maar in het Café „de Jager" en Donderdags
te Schagen in „de Posthoorn".
M P H
Betonijzerfabriek, 1. TUIN
Goedg. by K. B. v. d. 11 Dec. '07, No. 72
HOOFDPRIJS
fiDitciiewine Aaoliediüi
Aanbevelend,
Aanbevelend,
Speciaal voor Syphilis en ander geheime
ziekten. Dagelijks te consnlteeren.
Voorhanden :een buitengewoon groote p a c t ij -
Voorts PALMEN en andere GROENBLIJVENDE PLANTEN,
welke allen voor zeer billijken prijs worden verkocht.
Speciaal adres voor BLOEM WKHKEN van kunst
en smaak en afgesneden Uloemeu.
Natuurlijke GRAFKRANSEN en GRAFBOÜQUETTEN.
Groote keuze in ijzeren Grafkransen.
Plaatsen van Versieringen zeer billijk.
Tot het bezichtigen van de serres wordt een elk beleefd uitgenoodigd.
Aanbevelend.
Bestellingen worden ook aangenomen door CHR. SPEETS, Tuin
man op de Laan te Schagen.
OH. F. UIA
ter en dringender wordende zorg hierheen werd ge
dreven.
Hesz legde het hoofd in de hand en keek voor
ziuh neer. Maar hij was geen zwakkeling. De brug,
die- hij had willen bouwen, was nog niet af, de kloof
was nog daar. Maar kon niet steeds nog worden, wat nog
niet was? Het was alleen zaak, den moed maar niet
te verliezen! En den moed bezat hij nog. Hij stond
op met een vlugge beweging. Met het gevoel van hoop,
dat er in hem opsprong, kwam ook de opgewektheid
weer terug. Zijn wangen kleurden zich rood: zoo vrij
en goed was het hem te moede.
Daar ging de bel. Kinderstemmen klonken beneden.
Zijn familie kwam thuis.
HOOFDSTUK II
„Je hebt twee borden te veel klaar gezet, Hedwig,"
zeide dominé Hesz tot zijn vrouw, toen 'hij op een
Zondagmorgen toevallig vanuit zijn studeerkamer trad
en haar bezig vond, de tafel in de woonkamer te
dekken.
Zij bloosde tot bijna in het mooie blonde haar. „Ik
heb vergeten je te zeggen. dominé Schwarzmann
komt met zijn vrouw," zeide zij en keek niet op van
haar werk, waarmede zij zeer ijverig bezig was.
..Schwarzmann?" vroeg Hesz.
Een zilveren vork viel rammelend op tafel. „Ik heb
vanmorgen vroeg hen laten uitnoodigen," zeide Hed
wig. Nu keek ze haar man aan en het rood op baar
wangen werd nog een tintje dieper, „Is het je niet
goed?" voegde ze er aan toe.' In haar toon was een
licht ongeduld.
„Zeker," antwoordde hij kalm en ging naar zijn
werkkamer terug.
De vrouw des huizes zette haar arbeid voort, liep
van de tafel naar de kast, van de kamer naar |de
keuken. In haar voorhoofd waren rimpels en de vrien
delijkheid vanhaar gelaat was door een toornig spel der
oogen en mond geheel verstoord. Wanneer zij de de.ur
dichtdeed, geschiedde dat met groote kracht en wan
neer zij de glazen neerzette, grepen haar welverzorgde
handen zoo hard toe, dat een der glazen in scherven
brak. Zij stampte met haar voet op den grond De
houding van haar krachtige, flinke gestalte liet duide
lijk erkennen, hoe de toorn haar hoe langer hoe meer
overmeesterde.
Het breken van glas riep 'dominé Hesz weer uit
zijn kamer en door de andere deur staken de beide
kinderen haar kopjes. Else, de kleine zevenjarige kwam
binnen en raapte de scherven op.
„Is het glas uit je handen gegleden, moeder? vroeg
het kind.
..Ik heb mij alleen geërgerd," zeide mevrouw Hedwig
en keek haar man met haar scherpe, blauwe oogen
aan, zoodat het zeer gemakkelijk was te raden, over
wien zij zich geërgerd had.
Dominé Hesz legde beide handen op de schouders
van zijn jongen en bracht hem naar de andere kamer.
„Je moogt aanstonds ook komen, Else," zeide hij
tol het meisje. „Er is een nieuw boek, dat jelui be
vallen zal." Hij Lachte. Het ergernis wekkende woord
van mevrouw lledwig was als stof met geschikte hand
weggeveegd.
Toen de beide kinderen over het boek gebogen zaten,
kwam hij terug. De deur van de studeurkamer trok
hij jachter zich dicht.
„Je hebt je geërgerd?" vroeg hij gelaten aan zijn
vrouw, die bezig was het zilverwerk neer te leggen.
„Zou ik soms niet?" voer zij luid en heftig uit.
„De kinderen zijn daar," vermaande Hesz zacht,
maar beslist.
Zij dempte de stem, maar elk woord klonk heftig
toen zij voortvoer: „meent ge, dat ik niet heb begre
pen, dat het je zooeven niet naar den zin was?
Hesz ging aan tafel zitten en keek haar aan. „Moest
ik niet verrast zijn, dat jij gisten noodt, zonder dat
ik daarvan iets weet?" vroeg hij.
Hedwig vermeed nog steeds hem aan te kijken. Met
sterke schreden Liep ze nog steeds heen en weer. „Na
tuurlijk," sprak ze met ingehouden spot en toorn voor
zich heen. „Ik weet immers wel, dat je niemand aan
tafel hebben wilt, als mijne familie komt."
„Hedwig," vermaande Hesz.
„Ze zijn je niet goed genoeg. Ja, laat het mij maar
ronduit zeggen en geloof maar niet, dat ik niet weet,
dat de mijnen jou niet goed genoeg zijn."
Nu was haar toon weer luid en zij bekommerde er
zich niets om, Wie haar smalen hoorde. Met de vuisten
gebald stond ze daar, met een hoogrood gelaat. Haar
oogen schemerden van tranen. Zij was werkelijk mooi,
zooals zij daar stond, toornend, sterk en rechtop in
haar donkere huisjapon en het witte schort voor.
„Ik heb je nooit eenige aanleiding gegeven dat te
denken, wat je daar zegt. Hedwig," sprak Hesz.
Zij wilde antwoorden, maar hij stond op: „Binnen
een half uur komen de gasten," zeide hij. „Ik denk
dat het beter is hun niet te toonen, dat wij den Zondag
met twisten zijn begonnen." Hij trad op haar toe,
greep haar hand en hield |die tegen haar zin vast.
„Wees verstandig," zeide hij met diepe stem, „het is
ons beiden niet naar den zin, als er geen vrede is."
Zij keek naar den grond, mokte nog wat, maar zijn
bedaardheid overwon liaar toorn. Toen liet hij haar
alleen en ging naar de kinderen. Hij ging tusschen hen
in zitten en legde den eenen arm om het blonde
dochtertje, den ander om den knaap: „Bes-alt het
ielui?" vroeg hij. Zij keken hem met een zekere schuw
heid aan. zij hadden de heftige svoorden van hun
moeder gehoord en een gedruktheid was in hun wezen,
maar toen zij zijn gezicht vroolijk zagen, alsof er
niets was geschied, hadden zij ook weer spoedig hun
vroalijkheid terug en roemden met groote opgewektheid
het nieuwe boek, een prentenbijbel en wilden veel
weten, van datgene wat hun niet duidelijk was. Dominé
Hesz serklaarde hun plaat na plaat. Somwijlen streelden
zyn wangen de zachte, blanke van de kleine deerne.
Dan ss eer ontmoetten zijn oogen de bruine, opmerk
zame kijkers van den knaap, die den naam van den
grootvader, Johan Jaoob droeg. Maar terwijl hij tot
tien sprak, waren zijn gedachten nog bij het voorval
van zooeven. „Usv geluk is bijna spreekwoordelijk,"
had kort geleden een vriend tot hem gezegd en er
hem van verteld hoe hel heerlijke huiselijk leven van
den predikant in verre kringen in de stad als algemeen
voorbeeld sverd genoemd. Wanneer de menschen nu
zooes-en eens in die kamer hadden kunnen zien. Zulke
dingen gebeurden er niet •dikwijls, maar zij toonden
de kloof, die hij had willen overbruggen ze svas
nog open open.
Na een poos kss-am mevrouw Hedsvig de kamer
binnen. Zij zag er nog steeds verstoord uit, maar zij
deed haar best haar boosheid te overwinnen.
Hesz tilde den kiemen jongen op en schoof hem
op zijn moeder toe: „Geef een zoen aan je moeder."
Zoo verlichtte hij haar het binnenkomen. Hij verwij
derde zich daarop dadelijk, om den wijn voor de gasten
klaar te zetten. Toen hij een poos later met de stoffige
flesschen in de huiskamer kwam, vond hij Hedssig
bezig de blonde Else een blauw lint in het haar te
strikken. Vroolijk zeide hij„Goed zoo, mooi maken
moeten jelui je maar." Toeu nam ook de vrouw op
meer vroolijken toon aan een gesprek deel, trok Else
een wit jurkje aan, Johan Jacob een schoonen kiel
en beweerde met niet geringen trots, dat de kleinen
er nu lief uitzagen. Dan stond zij op en trad op
een aan den wand hangenden spiegel toe. Daar stak
zij een kam in haar eigen rijk haar en was weer in
goeden luim. Toen zij zich omdraaide stond zij een
oogenblik tusschen de beide kinderen, met op iederen
schouder een hand gelegd. Dat was een lieflijke groep.
Het gezicht van Hedwig was als van melk en bloed
en haar dochtertje scheen haar mooie teint geërfd te
hebben, terwijl de knaap meer het bleeke en smalle
gelaal van den vader had, waarin de bruine oogen
dubbel zoo groot schenen.
Daar klonk do bel en beneden werden weldra stem
men hoorbaar. De kinderen sprongen de gasten tege
moet en Hesz .trad met zijn vrouw in de gang om
hpu te begroepen. Langs de breede trap met ae mooie
voor de tweede maal gegaan. Hesz en zijn zwager
liepen (door de kamer naar de vensters, waar zij leu
nend tegen den wand een gesprak begonnen. Reeds
in de weinige schreden die zij deden, lag duidelijk
genoeg het onderscheid in wezen tusschen deze beide
mannen. Hesz had een rustigen, elastischen gang, Kart
Heimann liep zwaar en luid en stiet den voet aan
een stoel dien hij voorbijging. Hij had een rood, baar
deloos (gezicht met scherpe trekken en kleine oogen.
Hij droeg zijn kleeren met een zekere sjiek, maar
zijn stein was ruw en hij gebruikte in het gesprak
bij voorliefde krachtige uitdrukkingen. Zoo was
>ie Zondag niet aan schoonheid
arrlf Haf aan L
gedraaide leuning steeg een kleine, dikke vrouw om
hoog, die een voor haar leeftijd veel te bonten hoed
en kanten mantille droeg. Etui man, van ongeveer
dertig, volgde haar. Hij had een grijs zomerpak aan
Etui man, van ongeveer
en een witten ■stroohoed op het groote hoofd.
hte en hijgde mevrouw
.Goeden dag, kinderen," kucl
Reiniann. „Het is me een ding om naar jelui toe
te komen, als men geen adem heeft." En zij landde
puffend en blazend iu de woonkamer aan.
Dominé Hesz en zijn vrouw zeiden moeder en broe
der hartelijk goeden dag. Mevrouw Hedwig ontnam
haar moeder hoed en mantel en ontpopte daardoor een
rond, hooggekleurd vrouwtje met een laag voorhoofd
en spaarzaam naar heil achterhoofd weggestreken haren.
Intusschen traden de beide mannen de kamer binnen.
De kinderen snelden de trap weer af, want de bel was
.j.iiuui utvMii^.*ii. zajo was het
zeker, dat de mooie Zondag niet aan schoonheid won,
wanneer hij verklaarde, dat een mensch zich nu buiten
gevoelde als een varken in het drek.
Mevrouw Reimann kwam met Hedwig de kamer
binnen en nam plaats in een stoel, dien dominé Hesz
voor haar neerzette. Zij kreeg daarbij een kleur. Zij
gevoelde zich jiooit pp haar gemak in de nabijheid
van haar schoonzoon, hoe opmerkzaam zich deze ook
tegenover haar toonde, of misschien ook wel was De
beide nog pntbrekende gasten waren intusschen ook
naar boven gekomen en werden door Hesz en zijn
vrouw verwelkomd en een plaats aangewezen. Een alge-
meene begroeting vond plaats. Daarna zette men zich
aan tafel. De meid droeg de soep op en toen mevrouw
Hedwig deze had opgeschept, zeide de kleine Johan
Jacob het gebed.
Met gebogen hoofden zaten allen daar. De kleine
Else vielen de blonde lokken over de schouders, zoo
deemoedig was haar hoofdje gebogen. Karei Reimann's
oogen gingen onder het gebed van den een naar den
ander, zoodat hij wel niet ,vael van wat het kleine
kind zeide zal hebben verstaan. Maar met des te meer
devote aandacht zat dominé Schwarzmann, die een
groote, sterke, mooie man was met een vollen, zwarten
baard. Toen de knaap het ameai had gezegd, hief
dominé Schwarzmann den blik naar den zolder, op
een manier als een kip die gedronken heeft. In dezen
blik was evenwel iets wat veel afbreuk deed aan de
schoonheid van zijn gelaat. Dat kwam uit de kleine,
bijna geel schemerende oogen, die als messen zoo scherp
waren.
De maaltijd begon. Mevrouw Hedwig liep tusschen
kamer en keuken heen ein weer. Zij liad steeds veel
zorg voor het klaarmaken der spijzen, en wist alles
steeds smakelijk en mooi toebereid op tafel te brengen.
Haar broer zeide dan ook al spoedig: „liet is als
steeds weer heel goed," welke woorden door het ge-
noodigde dominéspaar met veel patho6 werden beaamd
Een ijverig gesprak volgde en terwijl de beide kinderen
stil en gehoorzaam op hun stoelen zaten, was het leuk
om te zien hoe de volwassenen ieder naar zijn aard
aan het gesprek deelnam. Eerst was er het onderscheid
tusschen de stemmen. Die van Reimann overklonk alle
en scheen meer op een berookt herbergvertrek bere
kend, dan op een gewone kamer.
(Wordt vervolgd)