Uit en voor de pers.
Binnenlandsch Nieuws.
387ste Staatsloterij.
rijke verontschuldigingen, terug të geven.
Echter bracht dit kleine incidentje de deftige dame
te kwader ure te binnen, dat 't tijd werd, om voor
zich en haar familie eens een paar nieuwe regenwerende
instrumenten te koopen. Ergo sloeg zij drie van deze
onontbeerlijke toesteilen in en beklom met de pera-
pluies in de hand men bedenke, dat de geschiedenis
zich in Amerika afspeelt, waar men zich met ophoudt
met bespottelijke „wie-doet-dat-nu'-begrippen een
tram.
Maar nu wilde hel nijdige lot dat ze juist tegenover
de dame kwam te ritten, wier regenscherm ze bijna
per ongeluk had meegenomen.
En nauwelijks had deze de haar niet meer onbe
kende dame met de drie parapluies gezien, of ze zei,
met een bet eekenis vol lachje, maar op ijzigen toon
Zooals ik tot mijn genoegen zie, heeft u goede
zaken gemaakt
Praetbeh.
Pardon, is hier de spiritistenvereeniging?
Ja, wat is er van uw verlangen?
Zou ik mijn gisteren overleden vrouw even vijf
minuten kunnen spreken"?
Wat wou u dan?
Ik wou haar vragen, waar zij mijn manchetknoopen
gelegd heeft.
De geschiedenis van den schoen.
De schoen is al heel oud. De voorouders van den
schoen, om het zoo eens te noemen, waren stukken
boomschors, die onder aan den voet gebonden werden,
of ook wel stukken van een dierenhuid. Van deze eerste
voetbekleeding tot het elegante schoeisel van onze, naar
de mode gekleede dames, doorliep de schoen een reeks
van ontwikkelingsvormen, die een klaar beeld geven
van de vorderingen der beschaving, de ontdekkingen en
uitvindingen, en de verbetering van het materieel en de
werktuigen. Zooals gezegd mag de uitvinding van den
schoen wel gesteld worden in het grijs verleden, toen
men een stuk bast van den boom trok, of de gedoode
dieren van huid ontdeed, om den voet te beschermen
voor het gloeiende woestijnzand, de puntige steenen der
rotsen, de modder der moerassen, in het kort, voor
elke minder aangename aanraking. Het was een voor
uitgang, toen men op het denkbeeld kwam het stuk
dierenhuid wat grooter te maken dan de voetzool, den
rand van eenige gaatjes te voorzien en daardoor riemen
te halen, ten einde den schoen aan den enkel vast te
binden. Dat waren dus eigenlijk al schoenen, die men
„aantrekken" moest.
De sandalen der oude Romeinen konden als het ideaal
van alle voetbekleeding dienen; zij lieten den teenen
volle vrijheid van beweging en gaven den voeten door
kunstig geslingerde banden, welke vaak rijk bestikt of
versierd waren, of door riemen uit zacht leer, steun.
In de middeleeuwen droeg men langen tijd punt
schoenen, waarvan het spitse vooreinde in de hoogte
gekromd was, en bij voorname en vorstelijke personen
een lengte had van één tot twee voet! Vandaar de
uitdrukking op grooten voet leven. Karei V droeg zulke
schoenen. De puntschoenen waren dikwijls rijk versierd,
bij hooggeplaatsten zelfs met diamanten en paarlen,
zoodat sommige predikers aanleiding vonden van den
van den kansel af tegen de „schoenenwereld" te keer
te gaan. Later droeg men van voren afgestompte schoe
nen van bijna driekantigen vorm, welke allengs voor
die, welke zich aan den vorm van den voet aansloten,
plaats maakten.
De pantoffels eener schoone waren vroeger voor den
jongeling voorwerpen van hooge vereering. Een oud
gebruik wilde, dat de bruidegom, na het wisselen der
ringen, de bruid als symbool der heerschappij een schoen
overreikte. Bij Gothen moest de bruid als teeken van
onderwerping in den linkerschoen van den bruidegom
stappen. Het begrip van overheersching is trouwens nog
met den pantoffel verbonden.
Oude visschen.
Het is gebleken, dat sommige visschen een verbazend
hoogen ouderdom kunnen bereiken. Een tweetal bewij
zen daarvoor: „Den 3den Februari 1887 vingen een
tweetal visschers uit Berlijn in de Spree bij de Keur-
voratenbrug een reusachtigen karper, die 36 pond woog,
1 meter lang was en een omvang had van 78 c.M. On
der aan den bek droeg hij een ring, waarop nog enkele
inschriften zichtbaar waren, die evenwel sterk door
roest hadden geleden. Men kon er echter nog uit lezen,
dat die karper in het jaar 1618 te Hazelhorst te water
was gelaten, dus dat bij het vangen den ouderdom
van 268 heeft bereikt. Den 3den December van het
voorafgaande jaar werd toevallig door dezelfde visschers
te Engelbecken, bij Berlijn, een snoek opgehaald, die 1
M. 28 c.M. lang was en een zwaarte had van ongeveer
60 ponddoor deskundigen werd zijn leeftijd op 100 ja
ren vastgesteld. Daar zulk een visch vele jaren achter
elkander op dezelfde plaats blijft en zich alleen bij den
roof beweegt, had zich op den rug en kop van dezen
veteraan een breede donkere streep mos gevormd, waar
door dit dier den titel „bemoostes Haupt" letterlijk ver
diende.
IntuBschen had een andere snoek, evenwel van min
der recenten datum dagteekende, reeds bewezen, welken
hoogen ouderdom zoo'n dier kan bereiken, terwijl deze
tevens nog kon bogen op historische herinneringen.
In 1497 waren eenige visschers te Kaiserslautern in
de Beiersche Rijnpfalz in een grooten vijver aan het
visschen. Eens nu, dat een hunner het net ophaalde,
vond hij het zwaar belast en er bleek in te zitten zulk
een reuzeusnoek, dat men den gelukkigen visacher
helpen moest hem op het droge te brengen. Na het
dier gedood te hebben, werd nauwkeurig de lengte
gemeten, die bleek te zijn 19 voet (een Amsterdamsche
voet is 28 c.M.), en by het wegen van het dier vond
men een gewicht van 350 pond. Een schilder bracht
het dier op doek en toen men het begon schoon te
maken, kwam er aan den kop, achter de kieuwen, een
gouden band te voorschijn, waarin gegraveerd was: „Ik
ben de eerste visch, die in dezen vijver werd geplaatst
en wel door de hand van Keizer Frederik II den 5den
October 1230".
Hy was dus 267 jaren minstens oud! Geen wonder
waarlijk, dat afbeelding en geraamte van dezen ouden,
historischen sDoek zorgvuldig bewaard zijn. Naar
wordt gemeld bevindt zich de afbeelding in het kasteel
Kaiserlautern en het geraamte te Mannheim.
Vrouwen met den luchtballon.
Twee vrouwen stegen dezer dagen te Longton Park,
in Staffordshire, met een luchtballon op en zouden zich
ieder aan een valscherm neerlaten. Toen de ballon al
heel hoog was, zouden zü neerdalen, maar een van
beide kon haar valscherm niet loskrijgen. Inmiddels
steeg de ballon steeds hooger. Er was geen schuitje
aan den ballon en de twee vrouwen kregen het zeer
koud. Zü besloten toen samen zich aan één valscherm
toe te vertrouwen. Daartoe moest de eene, die voor de
eerste maal aan een valscherm zou neerdalen, een
sprong doen. Zy waagde dien en bereikte bet andere
valscherm, dat nu met het dubbele gewicht snel daalde.
Een van de twee vrouwen, zy die 't eerst op den grond
kwam, werd ernstig gekwetst, de andere, zy wier val
scherm niet los wou, viel op haar en kwam er goed af.
Amerika in Londen.
De Daily Express meldt, dat er een stroom van
vreemdelingen over Londen is gekomen. Volgens een
matige schatting, zegt het blad, bedraagt het aantal
bezoekers uit Amerika, van het vasteland en uit de
provincie op het oogenblik 500.000 of over de 200.000
meer dan verleden jaar om denzelfden tyd.
Vrouwenkiesrecht.
De Engelsche nationale unie van vereenigingen voor
vrouwenstemrecht zal Zaterdag een reusachtigen vrou
wenoptocht van de Embankment naar de Albert-hal te
Londen laten houden. Er zullen 16.000 vrouwen met
70 vaandels in den stoet meeloopen. Zondag 21 dezer
zal er een dergelyke betooging in het Hydepark zyn,
waaraan 20.000 pd. st. ten koste wordt gelegd.
Een nienwe tunnel.
De prins en de prinses van Wales hebben een nieuwe
tunnel, genaamd Rotherhithe tunnel, die onder de
Theems door van Lower-road naar Commercial-road in
Stepney loopt, geopend.
De lengte van den tunnel is ruim 2 K.M. Er is een
ryweg van 16 voet breed en er zijn voor voetgangers
twee paden van ruim 4 voet elk. De kosten van het
werk hebben ongeveer 24 millloen gulden beloopen. De
nieuwe weg verbindt noordelyk en zuidelyk Londen en
men rekent, dat er jaarlyks IJ millioen menschen by
gebaat zullen worden.
De Rotherhithe tunnel is de dertiende onderaardsche
gang onder de Theems en de grootste in haar soort ter
wsrcld
De volgende getallen geven een denkbeeld van den
omvang van het werk. Voor het binnenwerk zijn
1.300.000 verglaasde tegels gebruikt. Verder zyn erin
verwerkt: 25.000 ton gegoten yzer, 500.000 witte ver
glaasde baksteenen, 4.000.000 gewone baksteenen, 3500
ton staal, 20.000 ton cement. Het asfaltplaveisel beslaat
24.000. vierkante meters.
Na de inwyding zouden de prins en de prinses de
tunnel doorryden. Zy wordt verlicht door drie ryen
booglampen.
Door bedorven eten?
Een bekend sportsman, Tampier, is overleden. Zyn
overlyden trekt de aandacht, omdat Tampier aangezeten
heeft aan een groot diner van de Automobile Club de
France te Parys. Bijna driehonderd personen, die aan
het diner hebben deelgenomen, zyn ongesteld geworden.
Deze ongesteldheid wordt toegeschreven aan het eten
van eenden, op zyn Rouaansch bereid. Het eigenaardige
van deze bereid mg is, dat by het slachten al het bloed
in het dier blyft. Zy worden niet gewoon geslacht
maar geworgd. Zy zyn daardoor in sterke mate aan
bederf onderhevig. Eendvogels op deze wyze toebereid,
moeten zoo geslacht en zoo gegeten worden. Dit nu is
niet geschied inet de eenden, die op het diner van de
Automobile Club zyn rondgediend. Zy zyn niet geheel
versch geweest, en het is verklaarbaar, met het warme
weer, dat zy bedorven op tafel zyn gekomen en de feest-
genooten erdoor vergiftigd zyn.
Treinongeluk in België.
DOORNIK, 11 Juni. De trein van 11.46 uit Bergen,
ontspoorde te Maffles; de goederenwagen werd op de"
locomotief geworpen, waarvan het vuur den geheelen
trein in brand stak.
Volgens voorloopige opgaven zyn er 4 of 5 dooden
en verscheidene gekwetsten.
De trein is geheel verbrand.
Brandweerlieden uit Chièvres verleenden hulp.
Volgens mededeelingen uit offlcieele bron omtrent de
ontsporing te Maffles zyn de locomotief, een bagage
wagen en 5 rijtuigen verbrand en zyn er 8 personen
gedood en 15 gewond.
Mr. Treub tegen de Nieuwe Courant.
Mr. Treub zegt in Land en Volk, dat in het artikel
van de Nieuwe Courant van 4 Juni, onderteekend door
den hoofdredacteur, met veel omhaal van woorden en
eenige persoonlijke onbehoorlijkheden gepoogd wordt
te verbloemen dat het blad tot verantwoording niet
bereid js.
Eerst wordt, aldus schrijft de heer Treub, geinsinu-
j eerd dat ik mij verschuil achter mijne parlementaire
onschendbaarheid en nu ik De Nieuwe Courant, in
antwoord daarop, uitdaag een aanklacht tegen mij in
te dienen, durft de hoofdredacteur rijn terugdeinzen
voor die uitdaging goedpraten met de voorstelling dat
ik, als hij er op inging, mij zou verschuilen achter
allerlei excepties en mij op benepen manier zou trach
ten te redden door een beroep, dat ik niet de verant
woordelijkheid had aanvaard voor alles wat ik in
het parlement over De Nieuwe Courant sprak. Daar
tegenover sta nu eens voor altijd dit: niet alleen aan
vaard ik de strafrechterlijke verantwoordelijkheid voor
elk woord dat ik over De Nieuwe Courant sprak, maar
ieder die meent of meenen zai reden te hebben mij
tot verantwoording te roepen over woorden die ik
spreek onder dekkmg van openbare onschendbaarheid,
zal mij steeds bereid vinden hem de gelegenheid te
verschaffen, dat die verantwoording niet uitblijve.
Wel verre van op de hoofdzaak in te gaan ontwijkt
de heer Plemp deze ook daar zorgvuldig, om speculee-
rende op de oppervlakkigheid van den gemiddelden
courantenlezer er iets geheel andere voor in de plaats
1 te schuiven.
Indien De Nieuwe Courant werkelijk alleen hierom
geen aanklacht tegen mij indient, omdat het blad vreest
dat wij op die wijze niet tot de feitelijke waarheid
zullen komen, is er nog wel een andere en betere
weg dan de hier niets ter zake doende raad van eer
j voor den heer Plemp persoonlijk. Dan zou een com
missie van onderzoek moeten worden ingesteld, over de
vraag of De Nieuwe Courant al dan niet rechtstreeks
of indirect gesteund wordt of werd door vereenigingen,
maatschappijen, of personen die geldelijk belang hebben
bij vraagstukken van actueele politiek, en dat wel op
zoodanige wijze, dat het blad daardoor zedelijk be-
lemmerd wordt in zijn vrijheid van oordeel over die
vraagstukken.
1 Als het blad zulk een onderzoek aandurft, ben ik
bereid een gemachtigde aan te wijzen, met wien over
de zaak nader te spreken is, maar slechts onder deze
voorwaarde, dat alie poging om de kwestie te vee
plaatsen en tot eene persoonlijke te maken van den
aanvang af rij afgesneden.
Waar het om gaat is dit: heeft De Nieuwe Courant
door de wijze waarop zij zich door de Vereeniging van
Ned. Werkgevers heeft laten subsidieeren haar vrijheid
van oordeel tegenover die vereeniging prijs gegeven,
en zoo ja, was het in het algemeen belang, dat publiek
te maken?
Doch wat doet de heer Plemp? Hij roept met fiere
verontwaardiging uit: „Wie De Nieuwe Courant aan
raakt, treft mij; om daarop een geheel buiten de kwes
tie staand betoog te doen volgen over de zuiverheid
zijner persoonlijke verhouding tot het blad aan welks
hoofd hij staat, eindigende met de sensationeele apo
theose van het beroep op een raad van eer over rijn
persoonlijk karakter als journalist.
De feiten staan thans vrijwel vast, zegt mr. Treub
verder.
De Nieuwe Courant heeft, in het geheim, een
jaarlijksche subsidie aangenomen van ae Vereeniging
van Ned. Werkgevers, krachtens een besluit van die
vereeniging, nadat aan haar bestuur gebleken was dat
de N. CL het besluit genomen had „rich in verhoogde
mate toe te leggen op de behandeling van onderwer
pen. rakende de belangen van nijverheid, handel eiy
landbouw." Ieder die zijn verstand bij deze zaak nieC
moedwillig op non-activiteit stelt, weet na deze ver
klaring dat er besprekingen rijn gevoerd tusschen het
bestuur der Vereeniging van Ned. Werkgevers en De
Nieuwe Courant; dat als gevolg van die besprekingen
De Nieuwe Courant rich in verhoogde mate zou toe
leggen op behandeling van onderwerpen, rakende de
belangen van nijverheid enz., zoo rij over de daartoe
noodige geldmiddelen beschikte, en dat die geldmid
delen haar daarna werden verstrekt door de genoemde
vereeniging.
En nu vraag ik aan ieder die rich niet wil verschui
len lachter formalistisch gepeuter: had met die trans
actie De Nieuwe Courant haar vrijheid van oordeel
omtrent de belangen, voorgestaan door de vereeniging
welker steun rij op die wijze aanvaardde, prijsgegeven,
prijsgegeven voor geld ja dan neen? Zoo ja, dan
was de kwalificatie dat het blad dusdoende rijn oordeel
had verpand zoo niet verkocht, hard maar verdiend.
Indien na die transactie De Nieuwe Courant rich
eens verstoutte in te gaan tegen de belangen, Velke
door de Vereeniging van Ned. Werkgevers worden be
pleit, zou zij dan werkelijk meenen en règle te zijn
met geest en bedoeling daarvan? Deze transactie kon
geen andere bedoeling hebben dan het verstrekken van
financiëelui steun in het vertrouwen dat De Nieuwe
Courant de bedoelde belangen zou blijven voorstaan.
Mr. Treub stelt dan, dat de heer Plemp eens na
voortgezette studie tot de overtuiging kwam, dat de
risico-overdracht bij de ongevallenverzekering niet kan
worden gehandhaafd.
Wat zou hij onder de omstandigheden, geschapen
door de transactie, met de werkgeversvereeniging doen?
Juist omdat ik overtuigd ben dat de heer Plemp een
man van eer is, is er voor mij geen twijfel over het
antwoord; hij zou begrijpen bij een zóó gewichtig punt
in d.e actueele kwestie der ongevallenverzekering, ge
geven de omstandigheden, zijne betrekking te moeten
neerleggen.
Of wel deheer Plemp war? eens (natuurlijk niet door
mijne nietswaardige argumenten, maai" door bijv. de
heeren Van Bo6se en Gertings, bekeerd tot het oordeel
van den hoofdredacteur van het Ltrechtsch Dagblad
over de staatsexploitatie van spoorwegen: beeldt hij
zich ernstig in dat hij dan tegenover de Vereeniging
van Ned. Werkgevers zich vrij zou hebben gevoeld om
op dit punt de rijde te kiezen van dat aan De Nieuwe
Courani politiek nauw verwante blad? Tot zulk een
zelfbedrog zal wel niemand den hoofdredacteur van
De Nieuwe Courant in staat achten.
Welnu, omdat dit een en ander niet voor redelijke
tegenspraak vatbaar is, heeft De Nieuwe Courant haar
vrijheid van oordeel tegenover de Vereeniging van Ned.
Werkgevers voor geid aan banden gelegd en is het
niets dan eene poging om de aandacht van de zaak
af te leiden, wanneer de heer Plemp het constateeren
en apprecieeren van dit feit wil omzetten in eene per
soonlijke beleedïging aan het adres van den hoofd
redacteur.
Trouwens, indien deze transactie het volle licht ver
dragen kon, waarom dan zoo zorgvuldig gepoogd haar
in het diepste duister te houden en waarom al het
misbaar nu de zaak aan het Licht is gebracht?
De heer Treub zegt vervolgens, dat hij de organi
satie van werkgevers zijde evenzeer toejuicht als de or
ganisatie van arbeiderskant, en dat het uitgeven van
een orgaan door een werkgeversvereeniging een in elk
opzicht gerechtvaardigd middel is tot bevordering van
de belangen harer leden.
Bij de beoordeeling der beschouwingen in zulk een
orgaan houdt men er rekening mede dat rij komen van
de rijde van belanghebbenden en dus ook het gemis
van objectiviteit en onpartijdigheid hebben, dat belang
hebbenden bij het beoordeelen van een vraagstuk nu
eenmaal eigen is.
Had De Nieuwe Courant rich openlijk verklaard als
orgaan van de Vereeniging van Ned. Werkgevers, dan
ware op de zaak niet net minste te zeggen geweest
maar dan zou daarmede het blad een goed deel van
den algemeenen invloed hebben verspeeld, die aan een
politiek blad pleegt te worden toegekend. Van politieke
bladen wordt niet verwacht dat zij volstrekt onpartijdig
zullen zijn. Wèl hebben zij daarnaar te streven, maar
elk politiek blad beziet de zaken nu eenmaal onwille
keurig door den bril van de partij, welker beginselen
het voorstaat Deze door hel politieke partijleven on
vermijdelijk zich vertoonende partijdigheid wordt aan
geen enkel blad kwalijk genomen. Maar alleen dèn
blijft die partijdigheid binnen de perken van het naar
goede journalistieke gebruiken geoorloofde, als rij alleen
en uitsluitend gevolg is van het poütieke inzicht van
de redactie en van de politieke partij waarvan het
blad een orgaan is.
Gesteld De Nieuwe Courant werd financieel gesteund
door den Bond van Vrije Liberalen, dan zou niemand
daaraan aanstoot nemen. Hier echter staat de zaak
anders. Het blad poseert als een zuiver politiek blad,
dat rich aan niets andere stoort en aan niets anders
zich heeft te storen dan aan de inzichten van zyn
eigen redactie en van de politieke partij waaraan het
zich verwant rekent. Maar middelerwijl aanvaardt het
giften, waardoor die naar buiten schijnende vrijheid
in botsing komt met de innerlijke werkelijkheid, wordt
het een officieus orgaan van een groep groote werk
gevers, zonder dat daarvan iets naar buiten blijkt.
Aan het slot van het artikel zegt mr. Treub
Wat De Nieuwe Courant in het geheim tegenover de
Vereeniging van Ned. Werkgevers deed, was nog geen
oneerlijkheid, nog geen corruptie; maar de eerste stap,
die daartoe leidt, was het wèl. Hiertegen een dam
op te werpen door het openlijk op de kaak te stellen
en daarmede tevens De Nieuwe Courant in haar ware
gestalte te doen zien, waar het blad onderwerpen be
spreekt, die de belangen van grootindustrieelen raken,
was een publiek belang van den eersten rang
Nederlandsche en andere Boter eu Kaas in Berlyn.
In de Berliner Markthallenzeitung van 3 Juni komt
een verslag voor van de Berlijnsche Handelskamer over
1907. Zeker niet van belang ontbloot voor onze Neder-
landsehe zuivelindustrie is hetgeen daarin gezegd wordt
van den boterhariidel in Duitschlands hoofdstad. Wij
nemen het desbetreffend gedeelte hier woordelijk over.
Het jaar 1907 vertoonde in 'het begin sterke afwij
kingen van het gewone verloop van Sn boterhandel.
In de maanden Januari en Februari, ten deele ook
nog in Maart, kwamen er storingen in den regelmatigen
afzet voor, waardoor voor dien tijd een ongewone groóte
voorraad van fijne botereoorten ontstond, die den handel
aanzienlijke verhezen toebracht, aangezien de prijzen
tot het eind van April maar niet wilden opkomen.
Daarbij kwam nog, dat aanzienlijke hoeveelheden Sibe
rische boter van 1906 voorhanden waren, die tot te
hooge prijzen ingekocht, eveneens met verlies van de
hand moesten worden gezet. Bij deze gelegenheid bleek
weer, hoe noodig een vrije opslagplaats voor boter is,
als Berlijn zijn boterhandel in de richting van een
exportliedrijf wil zien ontwikkelen.
In Mei trad een flinke verbetering in den handel
in. De vraag naar alle kwaliteiten was zeer groot, zoo
dat de Duitsche producent niet voldoende in de be
hoefte kon voorzien en aanvoer van buitenlandsche
boter noodig bleek. Voor fijne boter kwam
in de eerste plaats Nederland in aanmerking.
Aan de buitengewone bemoeiingen der Nederlandsche
Regeering is het te danken, dat uit Nederland alle
i'aren grooter wordende hoeveelheden uitstekende boter
;unnen worden betrokken, die wat bewerking en duur
zaamheid aangaat maar woinig bij de Deensche boter
achterstaat. Dat geldt echter alleen voor boter met het
Rijksmerk, dat den kooper onvoorwaardelijk de zuiver
heid van het product garandeert. Uit Rusland worden
eveneens groote hoeveelheden aangevoerd, hoofdzake
lijk Siberische boter; aangezien echter de handel in 1906
met speculatie in Siberische boter heel wat geld had
verloren, werd alleen voor bepaalde behoefte gekocht
hoewel de prijzen 10 pCt. lager waren dan in 1906.
De kwaliteit der Siberische boter was daarentegen beter
dan in vorige jaren.
De inlandsche. fijne boter had in den zomer nogal
wat te lijden van het natte weer. Voor speculatie werd
vooral het oog gevestigd op Nederlandsche boter. Hoe
wel de hoeveelheden fijne boter, die in 1907 door de
speculanten waren opgezet, meestal grooter waren dan
in vorige jaren, waren zij bij het eind van October
geheel opgeruimd. Hetzelfde was het geval met de
Siberische boter, zoodat in November groot gebrek ont
stond aan gocdkoope boter. Daar ook in Engeland alle
voorraad was opgeruimd en dus zoowel in Siberië als
in Denemarken als kooper sterk op den voorgrond trad,
gingen de prijzen van Siberische boter sprongsgewijs
omhoog. De gemiddelde jaarprijs van de boter, aie in
1906 I2OV2 Mark bedroeg, daalde in 1907 op 1183/* M.
Ook over kaas bevat het verslag van de genoemde
Kamer van Koophandel belangrijke mededeelingen. In
het begin van 1907, zoo wordt gezegd, meende men
algemeen, dat de sterke vraag waardoor 1906 rich
kenmerkte, zou aanhouden, waarom door de hande
laars groote hoeveelheden, vooral van Zwitsersche kaas
werden ingeslagen. De eerstvolgende maanden brachten
echter een prijsdaling die de speculatie noodzaakte tot
het beperken van zaken doen. Alleen in Augustus vond
eenige prijsverbetering plaats, die rich vooral bij de
zachte kaassoorten deed gevoelen.
Zoogenaamde Zwilsereche kaas (Schweizerkase) werd
tot heden veel uit West-Pruisen betrokken. De kwaliteit
was echter in 1907 zoo slecht, dat de handel er niet
meer van wilde weten, althans tegen de bestaande
hooge prijzen. Daardoor daalde deze van 80 Mark op
63—65 Mark per 50 KG. af West-Pruisen. Hetzelfde
verschijnsel deed zich voor bij de echte Emmenthaler.
doch meer tengevolge van den te grooten voorraad, die
in 1906 was opgedaan. Hoewel de melk in Zwitserland
in 1906 sterk in prijs verhoogd was, moest de kaas-
producent zijn waar van 97 Mark op 94 Mark per
50 K.G. franco Berlijn zien dalen. De Beiersche zoo
genaamde Zwitsersche kaas werd voor gemiddeld 80
Mark per 50 K.G. af Beioren gaarne gekocht, omdat
de kwaliteit goed was. Door de algemeene prijsver
laging daalde dat cijfer echter op 75 Mark en bii
afwijkende kwaliteiten op 65—70 Mark.
Hollandsche kaas is alleen in delicatessenwlnketi ie
vinden, daar de prijs te hoog is. Deze kwam op 80
tot 85 Mark per 50 K.G. franco Berlijn, terwijl de
evenzoo smakende Tilsiter 1) in detailverkoop niet meer
kostte dan 60—80 Pfennige de halve K.G.
1 ilsiter-kaas wordt in West- en Oost-Pruisen in groote
hoeveelheid gemaakt. Zij had te Berlijn een goed afzet
gebied. In 1907 is de verkoop ervan wat teruggegaan,
omdat wegens de groote vraag de waar te jong aan
de markt kwam en dus niet voldoende rijp werd afge
leverd. Daarbij brachten de Westpruisische kaasfabrie-
ken waarvan sommige 8000—12000 L. melk per dag
verwerkten te veel aan de markt, waardoor de prijzen
zelfs 10—12 procent daalden, n.1. van 62i/j Mark op
55 Mark per 50 K.G. af fabriek.
1) Volgens de BerL. Markth. Zeitung althans.
Prins Hendrik te Frankfort.
In Frankfort a/d Main wordt een congres voor het
reddingswezen gehouden. Woensdag is het congres ge
opend en heeft ook Prins Hendrik het woord gevoerd.
Hy hield de volgende rede
In de eerste plaats, mynheer de geheimraad, verzoek
ik u myn hartelyken dank te aanvaarden voor de uiterst
vriendelyke woorden, die gy zooeven in naam van het
internationale congres tot my hebt willen richten. Zy
hebben my met te meer vreugde vervuld, omdat ik het
streven van het congres en in het algemeen het red
dingswezen met volle belangstelling volg. Gy waait
zoo vriendelyk, er op te wyzen, dat ik medewerkte aan
het reddingswerk by' de gestrande stoomboot „Berlin".
Ik heb het als myn menschelyken plicht en als een
vreugde des harten beschouwd, by de redding van men-
schenlevens mede te kunnen werken. Indien ik hier
van melding maak, geschiedt dit alle n om op deze
plaats het standpunt te karakteriseeren, van waar uit
ik het doel beschouw, dat aan het reddingswezen is
gesteld, dat ik dit hooghoud en dat ik het als een van
myn mooiste plichten beschouw, de ontwikkeling van
het reddingswezen te kunnen helpen bevorderen. Wy
allen moeten steeds voor oogen houden, dat elke hu
manitaire instelling, waarin het zuiver menschelyke tot
weldadige uiting komt, by alle volken en voor alle vol
ken zonder onderscheid van ras en nationaliteit het
beste middel zal zyn om rassen en volken nader tot
elkaar te brengen, de volken in dienst van de mensch-
heid te vereenigen.
Zy leeren wederkeerig hun waarde kennen en waar-
deeren, en betrekkingen worden aangeknoopt die er
toe kunnen leiden, vroegere of nog bestaande verschillen
geleidelyk te doen afnemen en ten slotte geheel op te
heffen.
Gy zult dus begrypen met hoe buitengewone voldoe
ning het my vervulde, dat ik in de gelegenheid ben de
beraadslagingen van het congres tenminste voor een
deel by te wonen, dat ik verder met oprechte blijdschap
in uw midden getuige kan zyn van de plechtige ope
ning van dit congres, het eerste van dien aard. Met
des te grooter vreugde neem ik aan dit congres deel,
daar in myn nieuw vaderland de eerste reddingsmaat-
schappy werd gesticht. Tegelykertyd voel ik als Duit-
scher van geboorte zekeren trots, dat het eerste congres
voor het reddings wezen hier in Duitschland byeenkomt
en ik meen uiting te mogen geven aan de overtuiging,
dat gy in geheel Duitschland eenzelfde gevoel zult
waarnemen.
De mannen, die aan de spits van het congres en van
het reddingswezen staan, zyn een waarborg, dat de
edele, menscblievende bedoelingen die aan het reddings
wezen ten grondslag liggen, ongeacht alle belemmerin
gen, steeds meer zullen ten uitvoer komen en tot
zegenryke gevolgen zullen leiden. Met zaakkennis en
kracht, met energie en liefde. Dat myne heeren, wensch
ik u van ganscher harte, ook in naam van de hier aan
wezige Nederlandsche delegatie toe, en tevens wil ik u
dan wyzen op de warme sympathieën, welke wy in
Nederland voor de volmaking van het roddingswezen
koesteren en welke ook myn wenschen insluiten voor
de zegenryke resultaten van de eerste byeenkomst van
dit congres.
Nauwelyks was zy geëindigd, zegt de correspondent van
het Handelsblad, of een warm applaus ontstond en
getuigde van de instemming, die Zyne woorden by de
aanwezigen gevonden had. Toen dan ook korten tyd
daarna de voorzitter der vergadering voorstelde Prins
Hendrik tot eere-voorzitter te benoemen, brak een warme
ovatie los.
Z. K. H. bleef met belangstelling luisteren naar de
verschillende offlcieele redevoeringen en benoemingen
waarvan wy slechts nog vermelden, dat dr. C. J. Mijn-
lieff uit Amsterdam met nog drie andere buitenlanders
de onderscheiding genoot ais vice-secretaris in het
bureuu van her Congres benoemd te worden.
Na de sluiting van deze eerste morgenzitting begaf
Z. K. H. zich, begeleid door den burgemeester en au
dere autoriteiten, naar de technisch-wetenschappelijke
tentoonstelling, waar hy geruimen tyd bleef en met
belangstelling het ten toon gestelde gadesloeg. Daarbij
trok vooral ook de inzending van de Maatschappij tot
Redding van Drenkelingen in Amsterdam, zijn aan
dacht.
Gemeenteveldwachters.
Men schryft uit Grootebroek
De gemeenteveldwachters uit West Friesland, hebben
zich vereenigd om gemeenschappelyk in den goeden zin
van het woord, de gemeenteschatkisten in hun respec-
tieve gemeenten te bestormen.
lingmWeLFriLifnH®relken, hvfbben een oider-afdeo-
te vormen int «i °Pgencht, met het doel zich later
mJSdwachtersPr°VinClalen landsbond van «6"
sahïte t°?g' dat tehalve verhooging van
nutHcrn algemeen zeer laag is, voor deze
WhJf 2 evenmin onmisbare leden van onze samen-
an,dere onderwerpen tot verbetering van hun
toestand, zooals pensioen, geneeskundige hulp, enz. enz.
op de agenda hunner wenschen voorkomen. Zü'ne Ex
cellentie, onze hooggeachte heer Commissaris dezer Pro
vincie, schynt met hun streven zeer veel te sympathi-
seeren.
5de KLASSE, 11de TREKKING
HOOGE PRIJZEN. U
f 1000: 1836, 5804, 7011, 18452, 20807
f 400: 1207, 12852, 20483.
f 200: 1068, 2771, 11068, 16688.
f 100 249 1223. 2955, 4508, 6655, 7413 7500
ÏÏ897 U55<J' 13169' 14621' «770;
Prijzen van f 70.
ItfV ijj l\j'
630 348 889 365 908
743 526 192 477
00 nu-,
109 947 487 m 335
164 5044 547 247 337
307 243 568 291 351
371 275 726 294 380
428 417 741 33fi
529 515 870 343 642
564 622 933 484 958
665 629 8011 504 %4
13276
15604
18995
279
794
19007
348
836
10
555
16055
15
585
155
84
676
236
174
700
316
223
732
323
314
735
374
320
752
474
185
769
650
606
775
778
653
716
841
926
-830
17125
985
891
269
20039
917
403
74
958
582
86
962
609
91
14183
758
145
398
802
172
474
806
208
662
823
385
678
830
397
848
888
765
862
18011
491
868
251
747
888
288
777
963
307
15141
426
212
705
251
711
312
895
349
968