Uit en voor de pers. Binnenlandsch Nieuws. 387ste Staatsloterij. rijke verontschuldigingen, terug të geven. Echter bracht dit kleine incidentje de deftige dame te kwader ure te binnen, dat 't tijd werd, om voor zich en haar familie eens een paar nieuwe regenwerende instrumenten te koopen. Ergo sloeg zij drie van deze onontbeerlijke toesteilen in en beklom met de pera- pluies in de hand men bedenke, dat de geschiedenis zich in Amerika afspeelt, waar men zich met ophoudt met bespottelijke „wie-doet-dat-nu'-begrippen een tram. Maar nu wilde hel nijdige lot dat ze juist tegenover de dame kwam te ritten, wier regenscherm ze bijna per ongeluk had meegenomen. En nauwelijks had deze de haar niet meer onbe kende dame met de drie parapluies gezien, of ze zei, met een bet eekenis vol lachje, maar op ijzigen toon Zooals ik tot mijn genoegen zie, heeft u goede zaken gemaakt Praetbeh. Pardon, is hier de spiritistenvereeniging? Ja, wat is er van uw verlangen? Zou ik mijn gisteren overleden vrouw even vijf minuten kunnen spreken"? Wat wou u dan? Ik wou haar vragen, waar zij mijn manchetknoopen gelegd heeft. De geschiedenis van den schoen. De schoen is al heel oud. De voorouders van den schoen, om het zoo eens te noemen, waren stukken boomschors, die onder aan den voet gebonden werden, of ook wel stukken van een dierenhuid. Van deze eerste voetbekleeding tot het elegante schoeisel van onze, naar de mode gekleede dames, doorliep de schoen een reeks van ontwikkelingsvormen, die een klaar beeld geven van de vorderingen der beschaving, de ontdekkingen en uitvindingen, en de verbetering van het materieel en de werktuigen. Zooals gezegd mag de uitvinding van den schoen wel gesteld worden in het grijs verleden, toen men een stuk bast van den boom trok, of de gedoode dieren van huid ontdeed, om den voet te beschermen voor het gloeiende woestijnzand, de puntige steenen der rotsen, de modder der moerassen, in het kort, voor elke minder aangename aanraking. Het was een voor uitgang, toen men op het denkbeeld kwam het stuk dierenhuid wat grooter te maken dan de voetzool, den rand van eenige gaatjes te voorzien en daardoor riemen te halen, ten einde den schoen aan den enkel vast te binden. Dat waren dus eigenlijk al schoenen, die men „aantrekken" moest. De sandalen der oude Romeinen konden als het ideaal van alle voetbekleeding dienen; zij lieten den teenen volle vrijheid van beweging en gaven den voeten door kunstig geslingerde banden, welke vaak rijk bestikt of versierd waren, of door riemen uit zacht leer, steun. In de middeleeuwen droeg men langen tijd punt schoenen, waarvan het spitse vooreinde in de hoogte gekromd was, en bij voorname en vorstelijke personen een lengte had van één tot twee voet! Vandaar de uitdrukking op grooten voet leven. Karei V droeg zulke schoenen. De puntschoenen waren dikwijls rijk versierd, bij hooggeplaatsten zelfs met diamanten en paarlen, zoodat sommige predikers aanleiding vonden van den van den kansel af tegen de „schoenenwereld" te keer te gaan. Later droeg men van voren afgestompte schoe nen van bijna driekantigen vorm, welke allengs voor die, welke zich aan den vorm van den voet aansloten, plaats maakten. De pantoffels eener schoone waren vroeger voor den jongeling voorwerpen van hooge vereering. Een oud gebruik wilde, dat de bruidegom, na het wisselen der ringen, de bruid als symbool der heerschappij een schoen overreikte. Bij Gothen moest de bruid als teeken van onderwerping in den linkerschoen van den bruidegom stappen. Het begrip van overheersching is trouwens nog met den pantoffel verbonden. Oude visschen. Het is gebleken, dat sommige visschen een verbazend hoogen ouderdom kunnen bereiken. Een tweetal bewij zen daarvoor: „Den 3den Februari 1887 vingen een tweetal visschers uit Berlijn in de Spree bij de Keur- voratenbrug een reusachtigen karper, die 36 pond woog, 1 meter lang was en een omvang had van 78 c.M. On der aan den bek droeg hij een ring, waarop nog enkele inschriften zichtbaar waren, die evenwel sterk door roest hadden geleden. Men kon er echter nog uit lezen, dat die karper in het jaar 1618 te Hazelhorst te water was gelaten, dus dat bij het vangen den ouderdom van 268 heeft bereikt. Den 3den December van het voorafgaande jaar werd toevallig door dezelfde visschers te Engelbecken, bij Berlijn, een snoek opgehaald, die 1 M. 28 c.M. lang was en een zwaarte had van ongeveer 60 ponddoor deskundigen werd zijn leeftijd op 100 ja ren vastgesteld. Daar zulk een visch vele jaren achter elkander op dezelfde plaats blijft en zich alleen bij den roof beweegt, had zich op den rug en kop van dezen veteraan een breede donkere streep mos gevormd, waar door dit dier den titel „bemoostes Haupt" letterlijk ver diende. IntuBschen had een andere snoek, evenwel van min der recenten datum dagteekende, reeds bewezen, welken hoogen ouderdom zoo'n dier kan bereiken, terwijl deze tevens nog kon bogen op historische herinneringen. In 1497 waren eenige visschers te Kaiserslautern in de Beiersche Rijnpfalz in een grooten vijver aan het visschen. Eens nu, dat een hunner het net ophaalde, vond hij het zwaar belast en er bleek in te zitten zulk een reuzeusnoek, dat men den gelukkigen visacher helpen moest hem op het droge te brengen. Na het dier gedood te hebben, werd nauwkeurig de lengte gemeten, die bleek te zijn 19 voet (een Amsterdamsche voet is 28 c.M.), en by het wegen van het dier vond men een gewicht van 350 pond. Een schilder bracht het dier op doek en toen men het begon schoon te maken, kwam er aan den kop, achter de kieuwen, een gouden band te voorschijn, waarin gegraveerd was: „Ik ben de eerste visch, die in dezen vijver werd geplaatst en wel door de hand van Keizer Frederik II den 5den October 1230". Hy was dus 267 jaren minstens oud! Geen wonder waarlijk, dat afbeelding en geraamte van dezen ouden, historischen sDoek zorgvuldig bewaard zijn. Naar wordt gemeld bevindt zich de afbeelding in het kasteel Kaiserlautern en het geraamte te Mannheim. Vrouwen met den luchtballon. Twee vrouwen stegen dezer dagen te Longton Park, in Staffordshire, met een luchtballon op en zouden zich ieder aan een valscherm neerlaten. Toen de ballon al heel hoog was, zouden zü neerdalen, maar een van beide kon haar valscherm niet loskrijgen. Inmiddels steeg de ballon steeds hooger. Er was geen schuitje aan den ballon en de twee vrouwen kregen het zeer koud. Zü besloten toen samen zich aan één valscherm toe te vertrouwen. Daartoe moest de eene, die voor de eerste maal aan een valscherm zou neerdalen, een sprong doen. Zy waagde dien en bereikte bet andere valscherm, dat nu met het dubbele gewicht snel daalde. Een van de twee vrouwen, zy die 't eerst op den grond kwam, werd ernstig gekwetst, de andere, zy wier val scherm niet los wou, viel op haar en kwam er goed af. Amerika in Londen. De Daily Express meldt, dat er een stroom van vreemdelingen over Londen is gekomen. Volgens een matige schatting, zegt het blad, bedraagt het aantal bezoekers uit Amerika, van het vasteland en uit de provincie op het oogenblik 500.000 of over de 200.000 meer dan verleden jaar om denzelfden tyd. Vrouwenkiesrecht. De Engelsche nationale unie van vereenigingen voor vrouwenstemrecht zal Zaterdag een reusachtigen vrou wenoptocht van de Embankment naar de Albert-hal te Londen laten houden. Er zullen 16.000 vrouwen met 70 vaandels in den stoet meeloopen. Zondag 21 dezer zal er een dergelyke betooging in het Hydepark zyn, waaraan 20.000 pd. st. ten koste wordt gelegd. Een nienwe tunnel. De prins en de prinses van Wales hebben een nieuwe tunnel, genaamd Rotherhithe tunnel, die onder de Theems door van Lower-road naar Commercial-road in Stepney loopt, geopend. De lengte van den tunnel is ruim 2 K.M. Er is een ryweg van 16 voet breed en er zijn voor voetgangers twee paden van ruim 4 voet elk. De kosten van het werk hebben ongeveer 24 millloen gulden beloopen. De nieuwe weg verbindt noordelyk en zuidelyk Londen en men rekent, dat er jaarlyks IJ millioen menschen by gebaat zullen worden. De Rotherhithe tunnel is de dertiende onderaardsche gang onder de Theems en de grootste in haar soort ter wsrcld De volgende getallen geven een denkbeeld van den omvang van het werk. Voor het binnenwerk zijn 1.300.000 verglaasde tegels gebruikt. Verder zyn erin verwerkt: 25.000 ton gegoten yzer, 500.000 witte ver glaasde baksteenen, 4.000.000 gewone baksteenen, 3500 ton staal, 20.000 ton cement. Het asfaltplaveisel beslaat 24.000. vierkante meters. Na de inwyding zouden de prins en de prinses de tunnel doorryden. Zy wordt verlicht door drie ryen booglampen. Door bedorven eten? Een bekend sportsman, Tampier, is overleden. Zyn overlyden trekt de aandacht, omdat Tampier aangezeten heeft aan een groot diner van de Automobile Club de France te Parys. Bijna driehonderd personen, die aan het diner hebben deelgenomen, zyn ongesteld geworden. Deze ongesteldheid wordt toegeschreven aan het eten van eenden, op zyn Rouaansch bereid. Het eigenaardige van deze bereid mg is, dat by het slachten al het bloed in het dier blyft. Zy worden niet gewoon geslacht maar geworgd. Zy zyn daardoor in sterke mate aan bederf onderhevig. Eendvogels op deze wyze toebereid, moeten zoo geslacht en zoo gegeten worden. Dit nu is niet geschied inet de eenden, die op het diner van de Automobile Club zyn rondgediend. Zy zyn niet geheel versch geweest, en het is verklaarbaar, met het warme weer, dat zy bedorven op tafel zyn gekomen en de feest- genooten erdoor vergiftigd zyn. Treinongeluk in België. DOORNIK, 11 Juni. De trein van 11.46 uit Bergen, ontspoorde te Maffles; de goederenwagen werd op de" locomotief geworpen, waarvan het vuur den geheelen trein in brand stak. Volgens voorloopige opgaven zyn er 4 of 5 dooden en verscheidene gekwetsten. De trein is geheel verbrand. Brandweerlieden uit Chièvres verleenden hulp. Volgens mededeelingen uit offlcieele bron omtrent de ontsporing te Maffles zyn de locomotief, een bagage wagen en 5 rijtuigen verbrand en zyn er 8 personen gedood en 15 gewond. Mr. Treub tegen de Nieuwe Courant. Mr. Treub zegt in Land en Volk, dat in het artikel van de Nieuwe Courant van 4 Juni, onderteekend door den hoofdredacteur, met veel omhaal van woorden en eenige persoonlijke onbehoorlijkheden gepoogd wordt te verbloemen dat het blad tot verantwoording niet bereid js. Eerst wordt, aldus schrijft de heer Treub, geinsinu- j eerd dat ik mij verschuil achter mijne parlementaire onschendbaarheid en nu ik De Nieuwe Courant, in antwoord daarop, uitdaag een aanklacht tegen mij in te dienen, durft de hoofdredacteur rijn terugdeinzen voor die uitdaging goedpraten met de voorstelling dat ik, als hij er op inging, mij zou verschuilen achter allerlei excepties en mij op benepen manier zou trach ten te redden door een beroep, dat ik niet de verant woordelijkheid had aanvaard voor alles wat ik in het parlement over De Nieuwe Courant sprak. Daar tegenover sta nu eens voor altijd dit: niet alleen aan vaard ik de strafrechterlijke verantwoordelijkheid voor elk woord dat ik over De Nieuwe Courant sprak, maar ieder die meent of meenen zai reden te hebben mij tot verantwoording te roepen over woorden die ik spreek onder dekkmg van openbare onschendbaarheid, zal mij steeds bereid vinden hem de gelegenheid te verschaffen, dat die verantwoording niet uitblijve. Wel verre van op de hoofdzaak in te gaan ontwijkt de heer Plemp deze ook daar zorgvuldig, om speculee- rende op de oppervlakkigheid van den gemiddelden courantenlezer er iets geheel andere voor in de plaats 1 te schuiven. Indien De Nieuwe Courant werkelijk alleen hierom geen aanklacht tegen mij indient, omdat het blad vreest dat wij op die wijze niet tot de feitelijke waarheid zullen komen, is er nog wel een andere en betere weg dan de hier niets ter zake doende raad van eer j voor den heer Plemp persoonlijk. Dan zou een com missie van onderzoek moeten worden ingesteld, over de vraag of De Nieuwe Courant al dan niet rechtstreeks of indirect gesteund wordt of werd door vereenigingen, maatschappijen, of personen die geldelijk belang hebben bij vraagstukken van actueele politiek, en dat wel op zoodanige wijze, dat het blad daardoor zedelijk be- lemmerd wordt in zijn vrijheid van oordeel over die vraagstukken. 1 Als het blad zulk een onderzoek aandurft, ben ik bereid een gemachtigde aan te wijzen, met wien over de zaak nader te spreken is, maar slechts onder deze voorwaarde, dat alie poging om de kwestie te vee plaatsen en tot eene persoonlijke te maken van den aanvang af rij afgesneden. Waar het om gaat is dit: heeft De Nieuwe Courant door de wijze waarop zij zich door de Vereeniging van Ned. Werkgevers heeft laten subsidieeren haar vrijheid van oordeel tegenover die vereeniging prijs gegeven, en zoo ja, was het in het algemeen belang, dat publiek te maken? Doch wat doet de heer Plemp? Hij roept met fiere verontwaardiging uit: „Wie De Nieuwe Courant aan raakt, treft mij; om daarop een geheel buiten de kwes tie staand betoog te doen volgen over de zuiverheid zijner persoonlijke verhouding tot het blad aan welks hoofd hij staat, eindigende met de sensationeele apo theose van het beroep op een raad van eer over rijn persoonlijk karakter als journalist. De feiten staan thans vrijwel vast, zegt mr. Treub verder. De Nieuwe Courant heeft, in het geheim, een jaarlijksche subsidie aangenomen van ae Vereeniging van Ned. Werkgevers, krachtens een besluit van die vereeniging, nadat aan haar bestuur gebleken was dat de N. CL het besluit genomen had „rich in verhoogde mate toe te leggen op de behandeling van onderwer pen. rakende de belangen van nijverheid, handel eiy landbouw." Ieder die zijn verstand bij deze zaak nieC moedwillig op non-activiteit stelt, weet na deze ver klaring dat er besprekingen rijn gevoerd tusschen het bestuur der Vereeniging van Ned. Werkgevers en De Nieuwe Courant; dat als gevolg van die besprekingen De Nieuwe Courant rich in verhoogde mate zou toe leggen op behandeling van onderwerpen, rakende de belangen van nijverheid enz., zoo rij over de daartoe noodige geldmiddelen beschikte, en dat die geldmid delen haar daarna werden verstrekt door de genoemde vereeniging. En nu vraag ik aan ieder die rich niet wil verschui len lachter formalistisch gepeuter: had met die trans actie De Nieuwe Courant haar vrijheid van oordeel omtrent de belangen, voorgestaan door de vereeniging welker steun rij op die wijze aanvaardde, prijsgegeven, prijsgegeven voor geld ja dan neen? Zoo ja, dan was de kwalificatie dat het blad dusdoende rijn oordeel had verpand zoo niet verkocht, hard maar verdiend. Indien na die transactie De Nieuwe Courant rich eens verstoutte in te gaan tegen de belangen, Velke door de Vereeniging van Ned. Werkgevers worden be pleit, zou zij dan werkelijk meenen en règle te zijn met geest en bedoeling daarvan? Deze transactie kon geen andere bedoeling hebben dan het verstrekken van financiëelui steun in het vertrouwen dat De Nieuwe Courant de bedoelde belangen zou blijven voorstaan. Mr. Treub stelt dan, dat de heer Plemp eens na voortgezette studie tot de overtuiging kwam, dat de risico-overdracht bij de ongevallenverzekering niet kan worden gehandhaafd. Wat zou hij onder de omstandigheden, geschapen door de transactie, met de werkgeversvereeniging doen? Juist omdat ik overtuigd ben dat de heer Plemp een man van eer is, is er voor mij geen twijfel over het antwoord; hij zou begrijpen bij een zóó gewichtig punt in d.e actueele kwestie der ongevallenverzekering, ge geven de omstandigheden, zijne betrekking te moeten neerleggen. Of wel deheer Plemp war? eens (natuurlijk niet door mijne nietswaardige argumenten, maai" door bijv. de heeren Van Bo6se en Gertings, bekeerd tot het oordeel van den hoofdredacteur van het Ltrechtsch Dagblad over de staatsexploitatie van spoorwegen: beeldt hij zich ernstig in dat hij dan tegenover de Vereeniging van Ned. Werkgevers zich vrij zou hebben gevoeld om op dit punt de rijde te kiezen van dat aan De Nieuwe Courani politiek nauw verwante blad? Tot zulk een zelfbedrog zal wel niemand den hoofdredacteur van De Nieuwe Courant in staat achten. Welnu, omdat dit een en ander niet voor redelijke tegenspraak vatbaar is, heeft De Nieuwe Courant haar vrijheid van oordeel tegenover de Vereeniging van Ned. Werkgevers voor geid aan banden gelegd en is het niets dan eene poging om de aandacht van de zaak af te leiden, wanneer de heer Plemp het constateeren en apprecieeren van dit feit wil omzetten in eene per soonlijke beleedïging aan het adres van den hoofd redacteur. Trouwens, indien deze transactie het volle licht ver dragen kon, waarom dan zoo zorgvuldig gepoogd haar in het diepste duister te houden en waarom al het misbaar nu de zaak aan het Licht is gebracht? De heer Treub zegt vervolgens, dat hij de organi satie van werkgevers zijde evenzeer toejuicht als de or ganisatie van arbeiderskant, en dat het uitgeven van een orgaan door een werkgeversvereeniging een in elk opzicht gerechtvaardigd middel is tot bevordering van de belangen harer leden. Bij de beoordeeling der beschouwingen in zulk een orgaan houdt men er rekening mede dat rij komen van de rijde van belanghebbenden en dus ook het gemis van objectiviteit en onpartijdigheid hebben, dat belang hebbenden bij het beoordeelen van een vraagstuk nu eenmaal eigen is. Had De Nieuwe Courant rich openlijk verklaard als orgaan van de Vereeniging van Ned. Werkgevers, dan ware op de zaak niet net minste te zeggen geweest maar dan zou daarmede het blad een goed deel van den algemeenen invloed hebben verspeeld, die aan een politiek blad pleegt te worden toegekend. Van politieke bladen wordt niet verwacht dat zij volstrekt onpartijdig zullen zijn. Wèl hebben zij daarnaar te streven, maar elk politiek blad beziet de zaken nu eenmaal onwille keurig door den bril van de partij, welker beginselen het voorstaat Deze door hel politieke partijleven on vermijdelijk zich vertoonende partijdigheid wordt aan geen enkel blad kwalijk genomen. Maar alleen dèn blijft die partijdigheid binnen de perken van het naar goede journalistieke gebruiken geoorloofde, als rij alleen en uitsluitend gevolg is van het poütieke inzicht van de redactie en van de politieke partij waarvan het blad een orgaan is. Gesteld De Nieuwe Courant werd financieel gesteund door den Bond van Vrije Liberalen, dan zou niemand daaraan aanstoot nemen. Hier echter staat de zaak anders. Het blad poseert als een zuiver politiek blad, dat rich aan niets andere stoort en aan niets anders zich heeft te storen dan aan de inzichten van zyn eigen redactie en van de politieke partij waaraan het zich verwant rekent. Maar middelerwijl aanvaardt het giften, waardoor die naar buiten schijnende vrijheid in botsing komt met de innerlijke werkelijkheid, wordt het een officieus orgaan van een groep groote werk gevers, zonder dat daarvan iets naar buiten blijkt. Aan het slot van het artikel zegt mr. Treub Wat De Nieuwe Courant in het geheim tegenover de Vereeniging van Ned. Werkgevers deed, was nog geen oneerlijkheid, nog geen corruptie; maar de eerste stap, die daartoe leidt, was het wèl. Hiertegen een dam op te werpen door het openlijk op de kaak te stellen en daarmede tevens De Nieuwe Courant in haar ware gestalte te doen zien, waar het blad onderwerpen be spreekt, die de belangen van grootindustrieelen raken, was een publiek belang van den eersten rang Nederlandsche en andere Boter eu Kaas in Berlyn. In de Berliner Markthallenzeitung van 3 Juni komt een verslag voor van de Berlijnsche Handelskamer over 1907. Zeker niet van belang ontbloot voor onze Neder- landsehe zuivelindustrie is hetgeen daarin gezegd wordt van den boterhariidel in Duitschlands hoofdstad. Wij nemen het desbetreffend gedeelte hier woordelijk over. Het jaar 1907 vertoonde in 'het begin sterke afwij kingen van het gewone verloop van Sn boterhandel. In de maanden Januari en Februari, ten deele ook nog in Maart, kwamen er storingen in den regelmatigen afzet voor, waardoor voor dien tijd een ongewone groóte voorraad van fijne botereoorten ontstond, die den handel aanzienlijke verhezen toebracht, aangezien de prijzen tot het eind van April maar niet wilden opkomen. Daarbij kwam nog, dat aanzienlijke hoeveelheden Sibe rische boter van 1906 voorhanden waren, die tot te hooge prijzen ingekocht, eveneens met verlies van de hand moesten worden gezet. Bij deze gelegenheid bleek weer, hoe noodig een vrije opslagplaats voor boter is, als Berlijn zijn boterhandel in de richting van een exportliedrijf wil zien ontwikkelen. In Mei trad een flinke verbetering in den handel in. De vraag naar alle kwaliteiten was zeer groot, zoo dat de Duitsche producent niet voldoende in de be hoefte kon voorzien en aanvoer van buitenlandsche boter noodig bleek. Voor fijne boter kwam in de eerste plaats Nederland in aanmerking. Aan de buitengewone bemoeiingen der Nederlandsche Regeering is het te danken, dat uit Nederland alle i'aren grooter wordende hoeveelheden uitstekende boter ;unnen worden betrokken, die wat bewerking en duur zaamheid aangaat maar woinig bij de Deensche boter achterstaat. Dat geldt echter alleen voor boter met het Rijksmerk, dat den kooper onvoorwaardelijk de zuiver heid van het product garandeert. Uit Rusland worden eveneens groote hoeveelheden aangevoerd, hoofdzake lijk Siberische boter; aangezien echter de handel in 1906 met speculatie in Siberische boter heel wat geld had verloren, werd alleen voor bepaalde behoefte gekocht hoewel de prijzen 10 pCt. lager waren dan in 1906. De kwaliteit der Siberische boter was daarentegen beter dan in vorige jaren. De inlandsche. fijne boter had in den zomer nogal wat te lijden van het natte weer. Voor speculatie werd vooral het oog gevestigd op Nederlandsche boter. Hoe wel de hoeveelheden fijne boter, die in 1907 door de speculanten waren opgezet, meestal grooter waren dan in vorige jaren, waren zij bij het eind van October geheel opgeruimd. Hetzelfde was het geval met de Siberische boter, zoodat in November groot gebrek ont stond aan gocdkoope boter. Daar ook in Engeland alle voorraad was opgeruimd en dus zoowel in Siberië als in Denemarken als kooper sterk op den voorgrond trad, gingen de prijzen van Siberische boter sprongsgewijs omhoog. De gemiddelde jaarprijs van de boter, aie in 1906 I2OV2 Mark bedroeg, daalde in 1907 op 1183/* M. Ook over kaas bevat het verslag van de genoemde Kamer van Koophandel belangrijke mededeelingen. In het begin van 1907, zoo wordt gezegd, meende men algemeen, dat de sterke vraag waardoor 1906 rich kenmerkte, zou aanhouden, waarom door de hande laars groote hoeveelheden, vooral van Zwitsersche kaas werden ingeslagen. De eerstvolgende maanden brachten echter een prijsdaling die de speculatie noodzaakte tot het beperken van zaken doen. Alleen in Augustus vond eenige prijsverbetering plaats, die rich vooral bij de zachte kaassoorten deed gevoelen. Zoogenaamde Zwilsereche kaas (Schweizerkase) werd tot heden veel uit West-Pruisen betrokken. De kwaliteit was echter in 1907 zoo slecht, dat de handel er niet meer van wilde weten, althans tegen de bestaande hooge prijzen. Daardoor daalde deze van 80 Mark op 63—65 Mark per 50 KG. af West-Pruisen. Hetzelfde verschijnsel deed zich voor bij de echte Emmenthaler. doch meer tengevolge van den te grooten voorraad, die in 1906 was opgedaan. Hoewel de melk in Zwitserland in 1906 sterk in prijs verhoogd was, moest de kaas- producent zijn waar van 97 Mark op 94 Mark per 50 K.G. franco Berlijn zien dalen. De Beiersche zoo genaamde Zwitsersche kaas werd voor gemiddeld 80 Mark per 50 K.G. af Beioren gaarne gekocht, omdat de kwaliteit goed was. Door de algemeene prijsver laging daalde dat cijfer echter op 75 Mark en bii afwijkende kwaliteiten op 65—70 Mark. Hollandsche kaas is alleen in delicatessenwlnketi ie vinden, daar de prijs te hoog is. Deze kwam op 80 tot 85 Mark per 50 K.G. franco Berlijn, terwijl de evenzoo smakende Tilsiter 1) in detailverkoop niet meer kostte dan 60—80 Pfennige de halve K.G. 1 ilsiter-kaas wordt in West- en Oost-Pruisen in groote hoeveelheid gemaakt. Zij had te Berlijn een goed afzet gebied. In 1907 is de verkoop ervan wat teruggegaan, omdat wegens de groote vraag de waar te jong aan de markt kwam en dus niet voldoende rijp werd afge leverd. Daarbij brachten de Westpruisische kaasfabrie- ken waarvan sommige 8000—12000 L. melk per dag verwerkten te veel aan de markt, waardoor de prijzen zelfs 10—12 procent daalden, n.1. van 62i/j Mark op 55 Mark per 50 K.G. af fabriek. 1) Volgens de BerL. Markth. Zeitung althans. Prins Hendrik te Frankfort. In Frankfort a/d Main wordt een congres voor het reddingswezen gehouden. Woensdag is het congres ge opend en heeft ook Prins Hendrik het woord gevoerd. Hy hield de volgende rede In de eerste plaats, mynheer de geheimraad, verzoek ik u myn hartelyken dank te aanvaarden voor de uiterst vriendelyke woorden, die gy zooeven in naam van het internationale congres tot my hebt willen richten. Zy hebben my met te meer vreugde vervuld, omdat ik het streven van het congres en in het algemeen het red dingswezen met volle belangstelling volg. Gy waait zoo vriendelyk, er op te wyzen, dat ik medewerkte aan het reddingswerk by' de gestrande stoomboot „Berlin". Ik heb het als myn menschelyken plicht en als een vreugde des harten beschouwd, by de redding van men- schenlevens mede te kunnen werken. Indien ik hier van melding maak, geschiedt dit alle n om op deze plaats het standpunt te karakteriseeren, van waar uit ik het doel beschouw, dat aan het reddingswezen is gesteld, dat ik dit hooghoud en dat ik het als een van myn mooiste plichten beschouw, de ontwikkeling van het reddingswezen te kunnen helpen bevorderen. Wy allen moeten steeds voor oogen houden, dat elke hu manitaire instelling, waarin het zuiver menschelyke tot weldadige uiting komt, by alle volken en voor alle vol ken zonder onderscheid van ras en nationaliteit het beste middel zal zyn om rassen en volken nader tot elkaar te brengen, de volken in dienst van de mensch- heid te vereenigen. Zy leeren wederkeerig hun waarde kennen en waar- deeren, en betrekkingen worden aangeknoopt die er toe kunnen leiden, vroegere of nog bestaande verschillen geleidelyk te doen afnemen en ten slotte geheel op te heffen. Gy zult dus begrypen met hoe buitengewone voldoe ning het my vervulde, dat ik in de gelegenheid ben de beraadslagingen van het congres tenminste voor een deel by te wonen, dat ik verder met oprechte blijdschap in uw midden getuige kan zyn van de plechtige ope ning van dit congres, het eerste van dien aard. Met des te grooter vreugde neem ik aan dit congres deel, daar in myn nieuw vaderland de eerste reddingsmaat- schappy werd gesticht. Tegelykertyd voel ik als Duit- scher van geboorte zekeren trots, dat het eerste congres voor het reddings wezen hier in Duitschland byeenkomt en ik meen uiting te mogen geven aan de overtuiging, dat gy in geheel Duitschland eenzelfde gevoel zult waarnemen. De mannen, die aan de spits van het congres en van het reddingswezen staan, zyn een waarborg, dat de edele, menscblievende bedoelingen die aan het reddings wezen ten grondslag liggen, ongeacht alle belemmerin gen, steeds meer zullen ten uitvoer komen en tot zegenryke gevolgen zullen leiden. Met zaakkennis en kracht, met energie en liefde. Dat myne heeren, wensch ik u van ganscher harte, ook in naam van de hier aan wezige Nederlandsche delegatie toe, en tevens wil ik u dan wyzen op de warme sympathieën, welke wy in Nederland voor de volmaking van het roddingswezen koesteren en welke ook myn wenschen insluiten voor de zegenryke resultaten van de eerste byeenkomst van dit congres. Nauwelyks was zy geëindigd, zegt de correspondent van het Handelsblad, of een warm applaus ontstond en getuigde van de instemming, die Zyne woorden by de aanwezigen gevonden had. Toen dan ook korten tyd daarna de voorzitter der vergadering voorstelde Prins Hendrik tot eere-voorzitter te benoemen, brak een warme ovatie los. Z. K. H. bleef met belangstelling luisteren naar de verschillende offlcieele redevoeringen en benoemingen waarvan wy slechts nog vermelden, dat dr. C. J. Mijn- lieff uit Amsterdam met nog drie andere buitenlanders de onderscheiding genoot ais vice-secretaris in het bureuu van her Congres benoemd te worden. Na de sluiting van deze eerste morgenzitting begaf Z. K. H. zich, begeleid door den burgemeester en au dere autoriteiten, naar de technisch-wetenschappelijke tentoonstelling, waar hy geruimen tyd bleef en met belangstelling het ten toon gestelde gadesloeg. Daarbij trok vooral ook de inzending van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen in Amsterdam, zijn aan dacht. Gemeenteveldwachters. Men schryft uit Grootebroek De gemeenteveldwachters uit West Friesland, hebben zich vereenigd om gemeenschappelyk in den goeden zin van het woord, de gemeenteschatkisten in hun respec- tieve gemeenten te bestormen. lingmWeLFriLifnH®relken, hvfbben een oider-afdeo- te vormen int «i °Pgencht, met het doel zich later mJSdwachtersPr°VinClalen landsbond van «6" sahïte t°?g' dat tehalve verhooging van nutHcrn algemeen zeer laag is, voor deze WhJf 2 evenmin onmisbare leden van onze samen- an,dere onderwerpen tot verbetering van hun toestand, zooals pensioen, geneeskundige hulp, enz. enz. op de agenda hunner wenschen voorkomen. Zü'ne Ex cellentie, onze hooggeachte heer Commissaris dezer Pro vincie, schynt met hun streven zeer veel te sympathi- seeren. 5de KLASSE, 11de TREKKING HOOGE PRIJZEN. U f 1000: 1836, 5804, 7011, 18452, 20807 f 400: 1207, 12852, 20483. f 200: 1068, 2771, 11068, 16688. f 100 249 1223. 2955, 4508, 6655, 7413 7500 ÏÏ897 U55<J' 13169' 14621' «770; Prijzen van f 70. ItfV ijj l\j' 630 348 889 365 908 743 526 192 477 00 nu-, 109 947 487 m 335 164 5044 547 247 337 307 243 568 291 351 371 275 726 294 380 428 417 741 33fi 529 515 870 343 642 564 622 933 484 958 665 629 8011 504 %4 13276 15604 18995 279 794 19007 348 836 10 555 16055 15 585 155 84 676 236 174 700 316 223 732 323 314 735 374 320 752 474 185 769 650 606 775 778 653 716 841 926 -830 17125 985 891 269 20039 917 403 74 958 582 86 962 609 91 14183 758 145 398 802 172 474 806 208 662 823 385 678 830 397 848 888 765 862 18011 491 868 251 747 888 288 777 963 307 15141 426 212 705 251 711 312 895 349 968

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 14