®C£~ Voor ALLE soorten
ook voor Üoekeii van en ëLHOLEN, enz.
Een Woning-geschiedenis.
De moord op Rétny
Eenige wuken geleden hebben we melding gemaakt
van het vermoor,ien van den bankier Rómy te Parjjs.
Kon men eerst de daders niet vinden, spoedig daarna
nam men den portier of maitru d'bótel zooals men in
l'arys zegt, gehangen Daarop volgde nog de gevangen-
iienniig van den jongsten bediende Courtois, die de po
litie wel veel vertelde, maar de zaak is niet duidelijker
geworden.
Men zal zich herinneren dat de maitre d'hótel Renard
reeus sinas een week of wat achter slot zit als ue ver
moedelijke dader, Eenige dagen geitden zijn op aan
wijzing van den derden knecht, Thomassin, m den zak
vari den jongen Courtois de vermiste juweelenontdekt;
hij weru gearresteerd en bekende zonder veel moeite
dat hij medeplichtig was aan den moord, en zijn heer
had vastgehouden terwijl Renard hem met dolastekei;
afmaakte. Hij gaf allerlei bijzonderhedenhoe Renard
hem '8 nachts was komen wekken, hoe ze zich allebei
geheel hadden uitgekleed om geen bloedsporen op hun
kleeren te krijgen, hoe ze zich na afloop gewasschen
hadden, en halfvolle wijnglazen klaar gezet om aan in
brekers-van buiten te doen gelooven. Het klopte alle
maal als een bus, wat hy vertelde, maar tegen al deze
met de meeste zekerheid gedane verklaringen bleef
Renard zijn absolute ontkentenis handhaven. Er werd
een zeer dramatische reconstructie van het misdrijf
ondernomen, in het buis zelf van den vermoorde. Cour
tois moest ui de donker gemaakte kamer voordoen hoe
alles in zijn werk gegaan was, en op het beslissende
oogenblik draaide iemand plotseling het electiisch licht
aan en viel de politieman die in bed voor den bankier
speelde, Renard om den hals.
Een vrij hardhandig procédé, al te dicht naderende
tot de „pijn en banden", waarmee in lang vervlogen
dagen verdachten tot bekentenis werden gebracht!
Ma^r Rraaru als hij het gedaan heeft hield zich
go«u, en bieef verklaren, dat hij van niets wist.
't Gevolg is dat het belangstellende publiek op het
oogenblik in twee groote groepen verdeeld is. De eene
helft houdt den maitre d'hótel voor onschuldig. Hjj zra
wel heel onvoorzichtig geweest zijn, zeggen zij, ais hjj
een jongen van zeventien jaar tot helper gekozen had,
een jongen dien hjj bijna riet kende, en op wiens stil
zwijgendheid het minstens gewaagd was te rekenen.
En hoe komt het dat hij goen voordeel van den moord
getrokken heeft, en dat de heele buit in handen van
zijn helper kwam, die toch maar een ondergeschikte
rol had gespeeld Er zijn punten in het verhaal van
Courtois, die niet overeenstemmen met wat men ge
vonden heeft; zoo is ontdekt dat de moordenaar linksch
moet zijn geweest, wat Courtois is, maar Renard niet.
Courtois zou dus in elk geval niet maar alleen hebben
vastgehouden, zooals hij beweert. Daarom zeggen
Renaid's verdedigers is het waarschijnlijk dat Cour
tois het öf alleen, öf met anderen gedaan beeft, en dat
hij het verhaal van den moord met Renard en op diens
aanstichten maar heeft verzonnen om zichzelf te ver
lichten en tevens een hak te zetten aan zijn vroegeren
chef, aan wien hij hot land had omdat hij hem altijd
gestreng behandelde.
De andere partij daarentegen vindt krachtige argumen
ten voor Ronard's schuld in zijn woest, onvtrdraagzaam
karakter en in het feit dat zijn „Eulerburgsche" om
gang met den neef van den bankier door dezen was
ontdekt, en hem had doen besluiten dien neef weg te
zenden (je moet wèl aan je bediende gehecht zijn om
by zulk een ontdekking niet dezen de deur te wijzen,
dunkt ons!) Zij zien in wraakzucht en „gedwarsboomde
liefde" de voornaamste motieven voor Renard's daad en
rneenen dat hy Courtois tot medeplichtige koos omdat
hy dacht den jongen wel door bedreigingen stil te
kunnen houden. Ook de wetenschap dat de bewuste
neef bjj Rémy's dood een legaat van 200.000 francs
erven zou en ue hoop daarvan een flinken duit mee te
krijgen, zouden by Renard als factoren in aanmerking
gekomen zijn.
Men moet zegg6n, dat op het oogenblik zoowel de
eene als de andere meening iecht van bestaan heeft.
Tegen het doen van een keus op deze gegevens, pleit
ecuter het waarschuwende voorbeeld van Jeanne Weber,
do kindermoordenares. "Wijs doet daarom wie voodoo-
pig zijn oordeel opschort.
Bedenkt men dat, wanneer geen nieuwe bewijzen
voor Renard's schuld ontaekt worden en hy ontkennen
blijft, zijn vrijspraak door de jury waarschijnlijk is, dan
ziet men eer: tweede overeenkomst met de zaak van
„l'ogre8se": het nut van steeds maar, tegen de grootste
waarschijnlijkheid in, te blijven ontkennen, 't Is waar wat
de beruchte boef uitriep, toen de jury hem vrijsprak van
den moord dien hij begaan hadZie je wel, meuschen
altijd maar ontkennen, dan kunnen ze je nooit wat
maken! Brutaal, maar waar!
Een tyloon.
Door een tyfoon, die op de kunst van Hongkong
heeft gewoed, hebben, naar schatting van de politie, een
duizendtal menschen het leven verloren. Volgens be
richten van Chineesche zijde is de kustboot „Yinking",
op weg naar kanton, gezonken met 400 passagiers aan
boord, van wie slechts twaalf weiden gered. De rivier
boot Sanon zonk en geldt als verloren. De telegrafische
verbinding ipet Kanton is verbroken, maar het heet,
dat daar eveneens veel schade is aangericht; velebloe-
menbooten zijn weggeslagen. De tyloon was ernstiger
dan de storm van 1906, maar door de voorboden is veel
ernsliger onheil voorkomen. Toch zonken er een vijftig
a zestigtal pinken en goederenbooten, alsmede beladen
lichters en andere kleine vaartuigen.
Vele huizen sloegen tegen den grond en duizenden
boótVien werden ontworteld. De storm bereikte zijn hoog
tepunt kort na middernacht.
Een leuke rechter.
Dinsdag werd er voor een Londensch politierechter
een jongen van 15 jaar gebracht, William Taylor by
naam en klein van stuk. Hij had iets onbehoorlijks ge
daan, wat vinden wij niet vermeld.
De rechter liet den vader roepen en zei hem, dat de
wet den rechter niet toeliet de eenig geschikte straf
op te leggen, ril. een goed pak slaag. En zonder pak
slaag zou de rechter den jongen voor ettelijke maanden
naar de gevangenis moeten zenden. Hij zou echter uit
de moeilijkheid komen, als de vader zelf den jongen
het pak slaag wou geven.
De vader: Goed, ik zal het vanavond do9n.
Do rechterO neen, dat geeft niet. Hjj moet het pak
slaag hier hebben.
De vader brengt zijn hand aan zijn oogon en het
Wil je hem
huilen schijnt hem nabC.
De rechter: Kom, Taylor, wees een man.
nu afranselen
vudur
De rechter: Je moet hem twaalf slagen met de ber
kenroe geven, flinke, rake, volle slagen. Maar je moet
even wachten, want de cipier zal de roe vast in het
water zetten om ze flink er. buigzaam te maken. Wan
neer de cipier mij meldt, dat do jongen zijn behoorlijk
pak slaag heeft gehad, dan mag ik hem laten gaan.
Kiislaiid's gruwelkamers.
Als roerende illustratie bij Tolstoï s protest tegen de
in Rusland h eer schond o willekeur vor schijnt in de
Daily Chromcle" een artikel van een Russische jonge
dame, Marie Verdin, over haar ondervinding op 't ge
bied van Russische gevangenissen.
Veortien dagen geleden werd ze uit de gevangenis te
PetersDurg ontslagen, nadat ze er, in afwachting van
de behandeling harer zaak, acht vreeselijke maanden
had doorgebracht. Welke misdaad ze bedreef? Ze spoor
de de textielarbeidets aan, zich tot een vakvereeniging
te organiseeren. Was ze met toevallig door eenige
invloedrijke personen in bescherming genomen, dan had
men haar waarschijnlijk naar Siberië verbannen.
Niet van zichzelf vertelt Maria Veidin m haar arti
kei. Ze schildert de ellende der politieke gevangenen,
die in de Russische gevangenissen vreeselijker folterin
gen verduren daD ooit door de beruchte inquisitie wer-
don bedacht.
„Toen ik in het vrye Engeland aankwam", aldus de
scnryfs'er. „las ik het artikel van mijn landgenoot
Tolstoï, en zijn geestdriftige woorden zijn oorzaak, dat
ook ik het waag, het Engelsche volk een en ander van
mijn arme, ongelukkige iandgenooten te vertellen.
De Russische gevangenissen zijn overvuid met schrij
vers, kunstenaars, wetenschappelijk ontwikkelde man
nen en vrouwen, jonge meisjes, grootmoeders en kinde
ren oeueden de tien jaar, die, indien niemand zich met
hen bemoeit, eenvoudig door hun moeders meegenomen
worden naar de gevangenissen. Wilde ik alle onrecht
vaardigheden waarvan ik persoonlijk getuige was, hier
publiceeren, dan zouden kolommen en nog eens kolom
men druks moeten verschijnen. Eén voorbeeld uit tal
loos vele zij hier slechts geciteerd. Het betreft de
ellende van een jong meisje uit Esthland, met wie ik
den laatsten tijd injjn gevangenschap deelde. Achttien
jaar telde ze; zij was het jongste kind eenerrevolution-
naire familie, die door de wreedheden der overheerschers
tot uiterste wanhoop gedreven was. Als studente werd
ze op aanwijzing van een politie agent, die haar ver
dacht noemde, gearresteerd en naar een der vreeselyk-
ste gruwelkamers gebracht, die er in Rusland te vinden
zijnde gevangenis te Riga Daar bevindt zich een
speciaal vertrek voor onderzoek, tevens folterkamer.
Drie mannen ontvingen er het meisje, en wilden haar
ouder de vreeselijkste kwellingen dwingen tegen haar
vrienden te getuigen. Ze weigerde en kwam dientenge
volge op ae folterbank. Een natte doek werd haar in
den mond gestopt, om schreeuwen te voorkomen en
toen begon het edele drietal haar hoofd en rug met de
vuist te bewerken, tot ze het bewustzijn verloor. Ze
werd naar haar cel gedr igen, bijgebracht, en een uur
later opnieuw geranseld. De haren werden haar uitge
rukt. Tegeu den avond, toen haai bewakers smoor
dronken waren, deden ze voorstellen, die eenvoudig alle
beschrijvingen te buiten gaan.
Daar het moedige meisje, ondanks dit alles, bleef
weigeren te verklaren wat men verlangde, werd ze ge
durende een geheelen dag en nacht in een donker W.
C. opgesloten, zonder ook maar eeii oogenblikjo versche
jucht te kunnen scheppen.
Waar blyft bet goud
Deze vraag stelt het blad Handelsbelangen naar aan
leiding van de voorvallen der jongste beurskrisis, toen
men met vrij wat moeite in Europa 150 millioen
gulden goud verzamelde om in den Ainerikaansehen
goudnood te voorzien. Terwijl jaarlijks omstreeks 800
millioen gulden goud nieuw ter markt gebracht wordt,
had men moeite om 150 millioen bijeen te brengen.
Lord Cromer, de vroegere gouverneur van Egypte,
behandelde de vraag dezer dagen te Londen in een
redevoering.
Hij sprak over het grootsche werk der Engelsche
ingenieurs te Assoean in Egypte, waar zij een dam
door den Nijl hebben aangelegd ter reguleering van
de jaarlijksche Nijloverstrooming. Egypte is thans in
staat om ieder jaar voor een bedrag van 350 millioen
katoen te verbouwen. Deze hoeveelheid wordt door
Engeland gekocht en met goud betaald. Een groot
gedeelte van dat goud, dat meer dan een derde van
de geheele wereldproductie is, verlaat Egypte niet meer.
Azië en het rijk van de oude Farao's zijn de lan
den, van waar oude legenden tot ons zijn gekomen
over onmetelijke schatten, die daar werden opgezameld
en veilig in schatkamers verborgen. Men is geneigd
om die verhalen te lachen en wanneer men van zulk
een opzamëlmanie in onzen tijd vertelt, dit niet voor
ernst op te nemen. Er is echter gebleken dat het
wel degelijk ernst is. Het is niet langer te loochenen,
dat een groot gedeelte van het goud, dat binnen Egypte
komt, door de eigenaars in den grond wordt begraven.
Wat met zooveel moeite uit de goudmijnen wordt te
voorschijn gehaald, wordt door de Oosterlingen weer
aan den schoot der aarde toevertrouwd, en verliest
aldus feitelijk al zijn waarde voor de menschheid. Lord
Cremer deelde verscheiden voorbeelden van begraven
schatten mede.
Een katoenplanter, dien men niet voor rijk hield,
stierf en men vond in zijn schatkamer 80.000 Engel-
I sche souvereinen. Het is een bedrag van bijna een
millioen Nederlandsch. Een ander kocht een eigendom
voor f 300.000 en betaalde met geld, dat in zijn tuin
lag begraven. Met muilezels werd het geld uit den
tuin naar de plaats der bestemming gereden.
De manie om op te potten in Egypte is zoo alge
meen, dat zij een factor van belang is ter beantwoor
ding der vraag, waai- al het geld blijft.
Nog meer goud wordt aan de wereldmarkt onttrok
ken aoor de dwaze verzamelwoede van de bewoners
van Voor-Indië. Dit land met zijn 21/2 milboen inwoners
is bij uitstek een conservatief land. Eeuwenoude ge
bruiken worden van vader op zoon overgeleverd en
hiertoe behoort ook het gebruik van edele metalen
te verzamelen. Op het getuigenis van een zeker Indiër,
voor de muntcommissie afgelegd, is toendertijd meer
malen de aandacht gevestigd en het is zeker, dat het
geen sprookje !s j
,.Het is bekend," verklaarde hij, „hoeveel moeite de
overleden Maharajah Soindai heeft gedaan om het fort
van Gwalior van de Engelschen terug te krijgen, maar
er zijn maar weinigen, die de drijfveer voor zijne be
moeiingen vermoedden Deze was geen andere dan een
verborgen schat van 750 millioen aan ropijen, die in
geheime bergplaatsen van het fort Lagen. De roodge-
rokte Engelsche schildwachten hebben hier 30 jaar
over heen gewandeld, zonder te vermoeden, welk een
schat onder hun voeten opgest.ipeid lag. Voordat de
Engelsche regeering het fort teruggif, waren allen ge
storven, die den t oegung tot de geheime bergplaats
wisten, met uitzondering van één man, die al hoog
bejaard was en wiens einde dus. 'linnen niet al te
langen -tijd was te wachten. Indien deze voor de terug
gave stierf, zou de schat voor den eigenaar verloren
zijn, en misschien voor eeuwen ook voor de mensch
heid verloren zijn, want de schuilplaats was voor den
oningewijde volstrekt onvindbaar. De Maharajah zag
zich dus voor de keuze gesteld om, óf tegen eiken
prijs het fort terug te krijgen óf het geheim aan de
Engelsche regeering te openbaren dan misschien
toch zijn schat te verliezen. Toen inde lijk na lange
onderhandelingen het fori aan den Maharajah was
1 teruggegeven, werden er nog voor de Engelsche sol
daten het grondgebied van Gwalior hadden verlaten,
i metselaars uit Benares gehaald, die den eed van ge
heimhouding in den tempel van de Heilige Koe hadden
moeten afleggen.
„Aan het station Gwalior werden zij op karren ge
laden, geblinddoekt en naar de plaats gebracht, waar
zij werken moesten. Onder leiding van den ouden man.
die het geheim kende, openden zij den toegang tot
de schatkamer, terwijl de Maharajah zich overtuigde
van de aanwezigheid van den schat. De metselaars
werden toen weer op karren geladen, geblinddoekt, naar
het station gebracht en vervolgens naar Benares. De
soldaten, die ide metselaars begeleid en bewaakt had
den, werden naar een binnenplaats gevoerd en daar
gefusilleerd, zoodat het geheim van de bergplaats op
nieuw verzekerd was."
„Men zoude genegen zijn om dit getuigenis voor
een sprookje te verklaren, maar de muntcommissie
twijfelde niet aan de waarheid. Want bij haar werd
ook aangifte gedaan van bewaarplaatsen vón kleinere
schatten, die tusschen 20 en 80 millioen gulden belie
pen en die bij onderzoek werkelijk bleken te bestaan.
Dit waren de schatten van kleinere vorsten, die nooit
een schijn van de macht hebben bezeten, waarover
eeuwenlang de heerschers van Gwalior konden be
schikken.
„En zooals de vorsten met hun geld doen, zoo doen
'ook de kooplieden. Het huis van een Indisch koop
man is zeer sober gemeubeld en zijn leven is zeer
eenvoudig. Wat hij verdient, wordt voor een groot deel
overgelegd, niet in rentegevende papieren maar in goud
in den grond. Hij heeft een klein bedrag bij een bank
staan, maar dit bedraagt in vergelijking van zijn ver
borgen schat niet meer, dan de goudreserve der Indi
sche banken in vergelijking met de onmetelijke onder-
grondsche schatten in het land.
De bewoners van het Hemelsche Rijk meenen op
dezelfde wijze hun geld het best te kunnen bewaren.
China met zijn 400 millioen Chineezen is een even
groote slokop als Engelsch-Indië. En vermoedelijk zal
de gewoonte om zijn geld te verstoppen ook nog in
andere landen gevolgd worden. Nog onlangs werd mel
ding gemaakt van een grooten schat in Spaansche gou
den munten, die de Eranschen in Marokko hadden
gevonden.
Een groote brand.
TAPOLCZA, 30 Juli. Door een brand zijn 7 straten,
bevattende een 120 tal huizen, verwoest. Er zyn twee
dooden. De schade is groot.
Het is in den komkommertijd.
Bij Stockholm viel in 1876 een dertienjarig
meisje op school over een leerboek in slaap Dat
is niets bizonders (het kan een heete dag zijn geweest),
maar wat wel wonder was, zij werd niet wakker vóór
Weonsdag 1.1. Zij ontwaakte gisteren als een volwassen
vrouw van 45 jaar, want tijdens haar slaap is haar li
chamelijke groei niet stil blijven staan. Haar geestelijke
ontwikkeling staat echter nog op de hoogte van net
leerboek, waarover zij in slaap viel De merkwaardige
vrouw heet Caroline Karlsdatter.
Ellendige behandeling.
Zekere James Williams, een neger, opgesloten in de
gevangenis van Richmond, vond het leven daar zoo
onverdraaglijk, dat hij zijn cel in brand stak. Andere ge
vangenen trachtten wel, hem uit het vuur te redden,
doch hy ging vrijwillig in het vuur terug en stierf daar.
Het feit is ter oore gekomen van de bevolking, die
thans een onderzoek eischt naar de behandeling van de
gevangenen, dat door de overheid is toegezegd.
Reeds tweemaal moet Williams de barbaarsche be
handeling van gevangenis-opzichters te verduren hebben
gehad.
Weer de automobiel.
Woensdag is er dicht bij Parijs een ernstig ongeluk
gebeurd met een automobiel. Sands, de schoonzoon van
den Ainerikaanschen milliardair Vanderbilt, reed met
zijn chauffeur in de buurt van Poissy. Hy reed met
een snelheid van ongeveer 100 kilometer in het uur,
als een dolleman. Een der raderen van de automobiel
brak en de automobiel buitelde tegen de boomen langs
den weg. Sands kwam onder het rijtuig terecht, de
chauffeur er naast, met de voeten er onder. De om
standers konden het tweetal niet aanstonds oprapen,
want de automobiel vloog in brand. Toen de wrakhoop
uitgebrand was haalde men Sands, zwaar gewond, onder
het rijtuig weg. Hy was toen al een van zijn beenen
kwyt en is korten tyd later overleden. De chauffeur
loopt met eenige kneuzingen vrij. Zijn schoeisel is ver
koold door den brand, maar zyn huid is er goed afge
komen.
I
Doode vliegen.
In den handel Is overal geld mee te verdienen. Uit
Zuid Mexico voert men naar Engeland doode vliegen
uit Tonnen vol gaan er heen om te dienen tot voedsel
van vogels in kooien en van visschen. In de „Daily
Mirror" waarschuwt nu een doKter, dat die doode
vliegen wel eens besmettelijke ziekten kunnen over
brengen.
Vrlendsrhappeltjk machtsvertoon.
De Japansche vloot zal togen den tijd dat de Ameri-
kaansche vloot in de Japansche wateren verschijnt, bij
Jokahama op manoeuvre gaan22 linieschepen en 168
andere schepen, onder de eerstgenoemden een aantal
pantserkruisers, komen er aan te pas.
{Ingezonden.)
Een punt in de laatste dagen voorkomende op zeer
vele agenda's voor Raadsvergaderingen en in die ver
schillende vergaderingen ook zeer verschillend behan
deld, trok mijn aandacht, en ik kon me niet langer
tevreden stellen met de wetenschap, dat er was be
handeld een adres van het gemeentebestuur van Leek
(Gr.), waarbij adhaesiebetuiging werd gevraagd voor
een verzoek aan H. M. de Koningin strekkende tot
wijziging van art. 20 der Woningwet en welk verzoek
al of niet voor kennisgeving werd aangenomen.
Verschillende vragen deden zich voor, doch ter be
antwoording daarvan moest men het verzoek van nabij
zien, en dan, geachte lezers, dan pas is de bedoeling
van genoemd bestuur te raden. Wat toch is het ge
val? foen ik voor eenigen tijd in dit blad het woning
vraagstuk, zooals ik me dat voorstelde, behandelde, toen
is daarin ook medegedeeld wat de gevolgen zijn van
toepassing der woningwet, door een bestuur dat zich
de woningwet als een lastpost voorstelt, en niet voor
nemens is. misschien wel uit bekrompenheid ofuilgeld-
vrees, mede te berken aan de oplossing van het woning
vraagstuk. Door zoon bestuur wordt een gedwongen
besluit tot onbewoonbaarverklaring genomen, een ter
mijn van ontruiming bepaald, en bij verschijning daar
van de menschen op straat gezet. O, wat een opvat
ting, maar ook. wat een heerlijk wapen in de han
den der bestrijders, zooveel opzettelijk door hun toe
doen aangebrachte ellende te kunnen vertoonen.
Het gemeentebestuur van Leek beoordeelende naar
zijn aan H. M. de Koningin ingezonden adres, zou
men er aan moeten twijfelen of er door hen gedaan
was, wat ze konden doen. Met zeer schrille kleuren
wordt er in afgeschilderd, hoe een gezin, wier eigen
huisje onbewoonbaar verklaard was, in het ruwste
jaargetijde onder een zeil had gebivakeerd, omdat het
ingevolge art. 20 en 21 der Woningwet op straat gezet
moest worden.
Er was geen andere woning beschikbaar, het gezin
kon geen huur betalen, kortom, in bedoeld adres staat
alles wat niet gedaan kon worden juist omschreven,
maar wat wel gedaan kan worden, daarvan geen woord,
't Is gerust aan te nemen dat in de noordelijke provin
ciën zich toestanden voordoen of bestaan, die wij hier
niet kennen, maar toch de middelen door den wet
gever aan de hand gedaan zullen toch daar evengoed
met succes toe te passen zijn.
Had het gemeentebestuur pogingen aangewend bij het
Rijk, om in de bestaande woningbehoefte te voorzien?
Had 't den op straat gezetten eigenaar de gelegenheid
aangeboden om onder hypothecair verband zijn scha
mele woning bewoonbaar te maken? zeker niet, ten
minste allicht had men dan in het adres een zinsnede
aangetroffen, waaruit bleek dat die pogingen te ver
geefs waren geweest
Onbewoonbaar verklaren en uitzetten moet, doch
voorziening is niet verplichtend en blijft achterwege,
doch de gemeente Leek opent een anderen weg, n.1.
door aan H. M. de Koningin te verzoeken, een voor
stel tot wijziging der Woningwet te doen en wel zoo
danig dat, wanneer een woning bewoond door den
eigenaar onbewoonbaar wordt verklaard, de ontruiming
niet behoeft te geschieden voor den dood of het ver
trek van den eigenaar of diens echtgenoote. Neem dus
aan dat de eigenaar 20 jaar is, dat kan, en zijn woning
wordt onbewoonbaar verklaard, dan kunnen er nog
wel 60 jaren volgen zonder dat de toestand iets ver
betert, neen steeds verergert. Mogen wij niet in twijfel
trekken of deze wijziging strookt met het doel? 't Man
keert er nog maar aan dat er ook niet gevraagd wordt
hetzelfde toe te passen op huurders van woningen,
die zullen toch ook het onaangename van in de bui
tenlucht vertoeven wel voelen.
En dat adres is in afdruk aan alle gemeenten gezon
den met verzoek om adhaesiebetuiging. Zoo onschuldig,
zoo zonder buitengewone beschouwingen afgehandeld,
is het toch zoo'n belangrijk stuk. Wat wilt ge, zouden
we evengoed kunnen zeggen, verbetering van volkshuis
vesting, een sociaal vraagstuk van onzen tijd, helpen
bevorderen, of uw medewerking verleenen aan een
verzoek om de middelen tot verbetering daarvan, door
toevoeging van een enkele zinsnede tot een doode
letter te maken? Het beantwoorden daarvan kan voor
ieder die er toe geroepen wordt belangrijk genoeg zijn
om hem straks, wanneer we opnieuw onze mannen
moeten afvaardigen voor een of anderen zetel er naar
te beoordeeleiL
De vergaderingen hebben zich uitgesproken, de eene
voor, de andere tegen het adres, en daarmede te kennen
gegeven wat van hen te verwachten is bij eventueele
i gelegenheden.
Rij nadei onderzoek zooals ik heb omschreven trok
het eveneens mijn aandacht, dat hetzelfde adres hier
eens bij den Raad en daar bij het college van Burge
meester en Wethouders werd afgedaan, en ik heb me
afgevraagd hoe dat mogelijk is, bij éen gemeentewet
en éen woningwet, geen uniforme afdoening van zaken
Toch is uniforme behandeling mogelijk en wel om
lnen' De "itvoering der woningwet is
wet^Jfm^rt «(^fentebestuur, en de gemeente
wet zegt in art. 126 dat wanneer bij uitvoering van
wordt1 vertan«f ,medev^rkül8 van het gemeentebestuur
ra Wetho^d^' <^a™e^e Zord*n bedoeld Burgemeester
llf n teazlJ de Raad uitdrukkelijk wordt ge-
en WetlS6 beh^ der Woningwet is dis axTllufg.
baarverklarimf^n "f etlkele «^aUra, als onbewoon-
Daai verklaring en verlenging van een termijn van ont-
x£e V den Raad J zi/n om
dragen. Nu geldt het hier wei g^n uTvoeiZ S
het constateeren van bezwaren bij de uitvoerimr se
behandelen. Wj Bur*
Op de beschikking, daar komt het ten slotte alleen
^-P ^aaaj..,-NIoge daaruit blijken dat een adhaesiebetui-
guïg gyhjk zoude staan met terugkeeren van den een
maal ingeslagen weg en de gelegenheid open te willen
zien stellen, om bestaande misstanden een onafzien
bare reeks van jaren te bestendigen.
CRITICUS.
DWERK
HET BESTE ADRES:
TRAPMAN Co..
SCHAGEN.