De heilige Sebastiaan.
Donderdag 6 Aug. 1908.
52e Jaargang. No 4384.
TWEKDE BLAD.
Binnenlandse!! Nieuws.
FEUILLETON.
La
Ilooge leeftijden.
Het weekblad Moleschott ontleent aan het werk van
prof. Meischnikoff, getiteld: Bijdrage tot een optimisti
sche wereldbeschouwing, de volgende belangwekkende
gegevens
„Vroeger schreef men aan bepaalde bevoorrechte per
sonen oen ouderdom toe van verscheidene eeuwen.
Zonder te spreken van Methusalem, wiens leeftijd van
969 jaar, als in den Bijbel vermeld, op een abuis in de
tijdrekening berust, wil ik wijzen op Nestor, die,
volgens Homerus, drie menschenleeftijden moet hebben
geleefd, d.i. 300 jaar; of op Illyrier Daudo en op een
koning der Lakmeniërs, die een ouderdom van vijf,
zelfs zes eeuwen moeten bereikt hebben.
Het is aan geen twijfel onderhevig, dat deze opgaven
uit de oudheid gewoonlijk onjuist zijn. Berichten uit
minder ver van ons verwijderde tijdperken kan men
meer vertrouwen schenkendeze berichten zeggen dat
de hoogste door een mensch bereikte leeftijd 185 jaar
bedroeg en men haalt daarvoor aan den stichter van de
Abdij van Glasgow, Kentigern, bekend onder den naam
„St. Mungo", die in den ouderdom van 185 jaar stierf.
Een tweede geval van zulk een buitengewoon langen
levensduur moet in Hongarije hebben plaats gehad,
waar een boer, Peter Zortay genaamd, in 1539 geboren,
eerst in 1724 stierf. Uit andere berichten der Hongaar-
scho kronieken der 18e eeuw ontleent men, dat geval
len voorkwamen waar de dood pas intrad op een leef
tijd van 147 tot 172 jaar.
Nog meer geloofwaardig is het geval Drakenberg,
die in 1626 in een plaatsje in Noorwegen geboren was
en in het jaar 1772 stierf, dus 146 jaar oud werd. Men
kende hem onder den naam van „do oude man van
het Noorden", hjj werd door Afrikaansche zeeroovers
gevangen genomen en leefde 15 jaar in gevangenschap;
91 jaar achtereen diende hij als matroos. Zijn roman
tische levensgeschiedenis wekte de opmerkzaamheid van
zijn tijdgenooten en in de toenmalige couranten leest
men berichten aangaande hem. (Gazette de Francel764;
Utrechtsche Courant 1767, e.a.)
Ook het reeds meermalen aangevoerde voorbeeld van
Thomas Parr behoort tot de geloofwaardige berichten.
Deze was een arme boer uit Shropshire, die tot aan
zijn honderddertigste levensjaar moeilijken arbeid moest
verrichten en op een leeftijd van 152 jaar en 9 maanden
stierf. De door den beroemden Harvey uitgevoerde lijk
schouwing bevond aan geen der organen van zijn
lichaam eenig kwetsuur of gebrek, zelfs het kraakbeen
der ribben was geen been geworden, maar bleek daaren
tegen zóó elastisch als van een jong persoon. Alleen
de hersenen waren hard en boden weerstand bij aan
raking, want de vaten, die ze bevochtigden, bleken
door cien tijd verhard en verstopt. Parr werd in de
Westrainster Abdey bijgezet.
Men heeft dus het volste recht om aan te nemen,
dat de mensch 150 jaar en daarboven bereiken kan.
Maar de voorbeelden ervan zijn uiterst zeldzaam, want
reeapi tuleeren wij, dan vinden we slechts: Kentigern
185 jaar, Zortay 184 jaar, Parr 152 jaar, Drakenberg
146 jaar.
In de laatste twee eeuwen vinden wij geen nieuwe
gevallen van zulk een buitengewoon langen levensduur.
De weinige berichten die bevestigen, dat in het
begin der negentiende eeuw twee grijsaards een leeftijd
van resp. 152 en 155 jaar zouden bereikt hebben, moe-
Ion zeer voorzichtig beschouwd worden. Deze aanmer-
kolyk lange levensduur moet niet worden aangemerkt
als een voorrecht van het blanke ras, al zou dit voor
de bovengenoemde gevallen kunnen geldenook de
lagore rassen bereiken dikwijls een ongemeen hoogon
leeftijd.
Volgens Pritchard moeten onder de negers 115 tot
160 en zelf 180 jaar oude individuen voorkomen. In
den loop der negentiendo eeuw werden in Senegal
8 negers genoemd die 100 tot 120 jaar oud waien.
Chemin heeft in 1898 te Toundrougine persoonlijk een
grijsaard gezien, waarvan de inboorlingen beweerden,
dat hij 108 jaar oud washij bleek niettemin volko
men gezond. Dezelfde auteur haalt uit een bericht van
13 Juni 1855 het voorbeeld aan van een Indische der
Noord-Carolinen, die meer dan 140 jaar oud was en van
een 125 jarigen Indiër.
Vrouwen bereiken gemakkelijker een ouderdom van
100 jaar, en daarboven, dan mannen, ofschoon alle
genoemde voorbeelden, op één na, juist mannen zijn.
Het verschil is evenwel niet altijd aanzienlijk. In
Griekenland bijv. waren in 1885 bij een bevolking van
bijna twee millio9n (1647.760) 278 personen die van 9o
tot 100 jaar oud waren; hiervan resp. 145 vrouwen en
133 mannen. Te Parijs telde men in een tijdvak van
zeven jaar (1833 tot en met 1839) 49 vrouwen van een
leeftijd tusschen 95 en 100 jaar of daarboven en slechts
26 mannen van dezen ouderdom."
Ook nl door de auto
Door den bestuurder van auto H 335, welke zich met
groote snelheid tusschen Broek in Waterland en
Monnikendam voortbewoog, werd het signaal van
nadering eerst gegeven, toen hij zich vlak achter twee
wielrijders bevond. Gevolg was dat een der wielrijders
in de trekvaart terecht kwam en daaruit met groote
moeite werd geredde autobestuurder vervolgde zijn
weg, zonder zijn vaart te verminderen.
Een kind overreden
Donderdagavond ongeveer 7 uur, bad achter de boer
derij, bewoond door H. Tonkens te Nooidbroek, een
vreoseljjk ongeluk plaats Het mot de dorsehmachine
gedorschte koren zou met een wipkar worden wegge
voerd. Het zoontje van den machinist, R. Blaauw,
7 jaar oud, zat op don voorboom van de kar, viel door
het schrikken van het paard er af en werd onder het
zwaar beladen voertuig zóó gewond, dat de dood onmid
dellijk volgde.
Een schrandere vogel-
Eer. lezer van het Hdblad schrijft
W(j zaten in den tuin op onze hurken een bloem te
bekijken, toen onze opmerkzaamheid werd gaande ge- i
maakt door een lijster, die haar best deed heen- en
weergaande bewegingen te maken met een naamhoutje.
dat b(j een plant stond. Wat moest dat beteekenen
Zeer voorzichtig slopen wij nader, zonder door haar
gezien te worden.
Zoo, nu kunnen wij precies zien wat zij doet. Met
den snavel brengt zij het houter etiquet naar binnon
en naar buiten, zoodat er eenige beweging in den grond
komt. B(j visschers is die beweging wel beleend om
grondwormen te krijgen, die door de ongewone aard-
schudding naar boven komen.
Welnu, deze schrandere vogel was ook aan het
„pieren" en zag haar moeite wel degelijk beloond. Er
kwam een „dikke" naar boven, die in het keelgat van
de lijster verdween.
Dat zij daar en op die manier haar voedsel zoekt is
een gevolg van het droge weer
Oude IMiedorp.
Over do maanden Mei, Juni en Juli is de omslag
van het Veefonds te Oude Niedorp bepaald op 0.3
is gemiddeld 45 cent per rund. 3 Runderen werden
afgekeurd.
St. Maartensbrug
Benoemd tot Postbode alhier de heer J. Raven, tot
heden Hulpbode.
Kolborn.
Jacob Kelder ba«peelde Zondag 2 Augustus zijn instru
ment ook alhier. De groote zaal van Jb, Sm't was
stampvol met belangstellenden, onder wie velen, die
zijn spel al eerder hoorden.
Kolhorn.
In de maand Juli werd alhier in de Rijkspostspaar
bank ingelegd een bedrag van f 1754.02 in 80 inlagen.
9 Terugbetalingen hadden plaats tot een bedrag van
f 686.97. Er werd 1 nieuw boekje uitgegeven.
Tusschen de machine.
Op de ijzergieterij der firma Ubbing te Doesburg, ge
raakte de machinist J. Brul tusschen de machine en
werd op slag gedood.
Om 10 m. voor half elf word hij nog bezocht door
zijn broeder, die hem over een familie-aangelegenheid
moest spreken. Toen Brul's broeder, na zich een oogen-
blik verwijderd te hebben, weer even terugkeerde, zag
hij zjjn broeder niet, doch vond hem na eenig zoeken
dood tusschen de machine. Het lijk vertoonde geen
teekenen van geweld en was nergens verwond. Onmid
dellijk telefoneerde de directie naar geneesheeren, die
Van den 9en tot den 24en Augustus, iederen werkdag
van 's middags 12 tot 's nachts 12 uur, en bovendien
des Zondagsavonds van 8 tot 12 uur, zullen caroussel,
draaimolens en andere tenten daar geopend mogen zijn
voor het publiek. De houder der vergunning voor deze
vermakelijkheden, de kastelein C. M. P. Posthuma, van
het Roodezand, zal evenwel zorg moeten dragen dat
het terrein electrisch verlicht is, dat er geen sterke
drank verkocht wordt en dat een aantal verbeteringen,
wat toegangen, enz., betreft, worden aangebracht ten
genoegen van de desbetreffende autoriteiten.
Olde gebroken.
Men schrijft uit Drente:
In Drente ziin nog vele „olde gebruken" in eere, die
elders tot het verleden behooren. Niet alleen zjjn heide
en bosch er nog in gemeenschappelijk bezit op oud-Ger-
maansche wijze, maar ook de landbouwwerkzaamheden
worden er gemeenschaplijk, d.i. gelijktijdig ondernomen,
en wie zich aan het beslotene niet houdt, wordt beboet.
Zoo was verleden week in het gehucht Meppel bij on
derling overleg besloten, dat men eerst Donderdag met
roggemaalen zou beginnen.
Vier boeren hielden zich niet aan het beslotene en
gingen reeds Woensdag aan het werk. Nu werd door
het blazen op het „boerhoorn" een vergadering belegd,
en de "ngehoorzamen werden belast met het rijden van
de melk naar de fabriek, ieder voor één dag
Een buitenkansje.
Door den Wieringer schipper Duinker is te Nieuwe-
diep aangebracht een vischtorpedo, die door hem bjj het
lichten van uitstaande palingfuiken nabij Wieringen
was opgevischt. De torpedo was dezer dagen op de
reede van Texel verloren gegaan bij de oefening met
dat materieel aan boord van het pantserschip „Jacob
van Heemskerck". Voor schipper Duinker is dit een
aardig buitenkansje, voor het vinden en aanbrengen
wordt gewoonlijk f250 uitgeloofd.
Een reddingsmiddel.
Door een smid, A. J. Macleod, is patent genomen op
een nieuwe inrichting om bjj stranding een lijnverbin
ding tot stand te brengen tusschen twee schepen op een
schip en den wal.
Een holle koperen cylinder, waaraan, door middel van
een staaldraadhanepoot, de verbindingslijn is bevestigd,
wordt door middel van saamgoporste lucht uit een ka
non geschoten tot op een afstand van s/4 tot 1 zeemijl.
De cylinder is met een phosphoresceerende stof bestreken,
torwjjl in de kap een inrichting is gemaakt, waardoor
bij het schieten een sterk fluitend geluid wordt verkre
gen, een en ander om den cylinder zoowel van af den
wal als op het doel te kunnen volgen. Mist het schot, dan
blijft de cylinder drijven en kan aan de lijn weer wor
den ingehaald. De uitvinder is van meening, dat een
dergelijk kanon op ieder groot schip op een soort plat-
1 form aan een der masten behoort te worden opgesteld.
Het zou zoodoende naar a'le zijden gebruikt kunnen
worden en men zou al dadelijk een behoorlijk bevesti-
gingspunt hebben voor den aan de verbindingslijn be
vestigden tros. (Marineblad).
Dat gebeurt nogal eens.
Een 57-jarige kantoorlooper van de firma Deunker
Goedkoop aan de Prins Hendrikkade te Amsterdam
werd Zaterrnorgen bij het verlaten van het hoofdpost
kantoor in den uitgang aan den N. Z. Voorburgwal te
gen het lijf geloopen door twee personen die evenals
hij het postkantoor schenen te verlaten, doch zich plot
seling omdraaiden. Kort daarna vermiste de kantoor-
looper uit den binnenzak van zijn jas een portefeuille
inhoudende f1000 aan bankpapier.
Een ongelukkige.
In den nacht van Woensdag op Donderdag is door de
Haagsche politie zwervende op straat aangetroffen een
vrouw, die blijken gaf krankzinnig te zijn en opgaf ge
naamd te zijn Cornelia Hazendonk of Van Doorn, oud
18 jaar en ontvlucht te zijn uit een woonwagen. Zij is
I WV U*U VW1» TI Wil 1T UgVill "V
tevergeefs alle mogelijke pogingen aanwendden om de naar gissing omstreeks 24 jaar. De vrouw was gekleed
levensgeesten op te wokken. Omtrent de oorzaak van
het ongeval verkeert men nog in het onzekere, doch
de meest voor de hand liggende lezing is deze, dat Brul
iets achter het veiligheidshekje had laten vallen, dat
wilde weg halen, zich op de trap te veel voorover heeft
gebogen, zoodat, hü naar beneden tuimelde en terecht
kwam bij een plaats waar de snorrende machine hem
de ademhaling belet moet hebben, zoodat verstikking
als de eigenlijke ooizaak van den dood moet worden
aangenomen. (Avp.)
Dood gevallen.
Een zoor droevig ongeluk heeft er op de rijkswerf
te Amsterdam plaats gehad. De scheepsmakersleerling
De Nooy, een zeer oppassende jongen, bevond zich boven
op een stelling van het in aanbouw zijnde schip De
Zeven Provinciën. Plotseling viel hij uit de stelling en
werd voor dood opgenomen en naar het binnen gasthuis
vervoerd. De dokter constateerde schedelbreuk. Zonder
bij kennis gekomen te zijn, is de ongelukkige jongen
overleden.
Toch Hotterdnmsche kermis.
Nu bij besluit van den gemeenteraad van Rotterdam
de kermis officieel is afgeschaft, is op een deswege in
gekomen verzoek om vermakelijkheden te houden op
een particulier terrein, gelegen aan den Beukelsdijk,
goedgunstig beschikt.
Op dit terrein zal nu een kermis in het klein, mot
heel den gebruikelijken aanhang, gehouden worden>
met lang blauw schort, zwarten rok en heeft blond haar,
donkerblauwe oogen, grooten, spitsen neus, gave witte
tanden en ovaal, gebruind gezicht. De commissaris van
politie der 4e afdeeling te 's-Gravenhage verzoekt inlich
tingen omtrent de identiteit van deze vrouw, die thans
verpleegd wordt in een krankzinnigengesticht.
Nederland en Venezuela.
Aan een belangwekkend artikel in het nummer
van „De Aarde en haar Volken" van vorige week, over
Venezuela ontleenen wjj:
Als het tot landing van Europeesche troepen komt,
heeft Venezuela veel voordeel van het feit, dat de
hoofdstad der Vereenigde Staten van Venezuela (het
land is een federatieve republiek) zoo hoog en daardoor j ken nlaS[
wezen een vaster leiding noodig zouden hebben, dan
hun van den president en z(jn satellieten te beurt valt.
Van zee uit vertoont Venezuela een bergenkust,
waarvan de hooge toppen in de wolken verdwijnen.
Men bemerkt er weinig sporen van menscheljjke werk
zaamheid. Waar aan het strand een rivier uitmondt,
ziet men een paar schamele hutjes als verloren te
midden der weelderige natuur.
Lang behoudt de kust datzelfde voorkomen van ge
slotenheid, waar Macuto en La Guayra eenige afwisse
ling in brengen. Kleine, gele, groene en rose huisjes
liggen aan het strand en bedekken twee roodgekleurde
heuvels, terwijl in de diepte van het dal de met pannen
gedekte daken een aaneengesloten geheel vormen, waar
uit de witte klokketoren der kathedraal statig oprijst.
Op de hoogte staat aan het eind der groepen huizen
een klein vervallen fort
Langs de steile straten van La Guayra bewegen zich
muilezels, zwoegend onder zware lasten en geleid door
lange, taankleurige, stoffige kerels. Ofschoon de tweede
stad van Venezuela en haven, waar acht stoomvaart
lijnen aankomen, beteekent La Guayra niet veel, maakt
ten minste een teleurstellenden indruk. Één enkele
straat is dragelijk met groote huizen en enkele goede
winkels, en de Spaansche wijk is nog al origineel met
de kleine huizen van hoogstens één verdieping, die er
netjes uitzien en kleurige gevels vertoonen. Op de
smalle trottoirs springen de ramen der huizen vooruit
en de grootoogige Spaansche schoonen zien er de voor
bijgangers recht in het gezicht.
Maar verder zijn de straten erbarmelijk vuil; de
huizen zijn van leem opgetrokken en staan op den
hellenden grond, diende zon vol spleten heeft getrokken.
Daar woont de lagere volksklasse van zorgelooze, luie
en arme menschen, waar toch misschien meer van zou
te maken zijn, als er voor de volksontwikkeling door
onderwijs en leiding meer werd gedaan.
Het bergachtige land vertoont op de hoogten maar
een schralen plantengroei, maar in de dalen en langs
de rivieren is de flora van overweldigende weelderig
heid. Tot het gebied van de Orinoco behooren in Vene
zuela de groote Llano's (grasvlakten). Het klimaat is
verbazend heet en een vaak terugkeerende kwelling
zijn de zwermen sprinkhanen. Een ander gevaar zijn
de veelvuldige aardbevingen, vooral in het bergland in
het Noorden. De hoofdstad Caracas heeft nog in 1812
geleden onder een verwoestende schudding.
Als men nu de stad bezoekt, die de allures van een
groote plaats met eere vertoont, moet men erkennen,
dat er in de negentiende eeuw veel gedaan is voor de
verheffing van Caracas. President Guzman Blanco heeft
daar ijverig voor gewerkt. In de stad is het wanhopig
warm, vooral daar de huizen in de breede straten laag
zijn en dus weinig schaduw geven. De pleinen of
paseo's worden gelukkig door lanen van forscheboomen
ingesloten. Op het Bolivarplein prijkt het standbeeld
van den bevrijder Simon Bolivar, die het land van
onder het Spaansche juk uithielp. Hij is in 1880 te
Santa Marta gestoven na een leven, dat een voortdu
rende strijd is geweest ter wille van de vrijheid der
verschillende deelen van Zuid-Amerika.
In economisch opzicht gaat het land vooruit. De op
brengst van koffie, suiker en cacao neemt steeds toe;
ook de veeteelt in de Llano's. Groote schepen kunnen
lechter de haven niet inkomen, vandaar de noodzake
lijkheid van overlading in kleinere vaartuigen. Cura§ao
vooral doet aan die vaart op Venezuela met goederen,
die afkomstig uit Europa, zoowel als uit de Vereenigde
Staten, daar in de vrachtvaartuigen zijn overgebracht
en het zou doodend wezen voor den handel van ons
kleine eiland, als de verwikkelingen tot een afbreken
der betrekkingen leidden.
Brand aan boord van een jacht.
Zaterdagavond vertrokken van Amsterdam de heeren
Hofiewoning, Serrv en Van Tent met het zeiljacht der
IJclub „Catriona", toebehoorende aan den eerstge
noemde.
Na aan boord den nacht te hebben doorgebracht,
zou liet drietal Zondagmorgen tusschen negen uur en
lialf tien zicih een ontbijt gaan gereed maken, toen
het Primus-kooktoestel uit elkaar sprong en brand ver
oorzaakte in het achterschip.
Men bevond zich ongeveer 6 mijl van de kust, ten
noorden van Huizen, dus in voile zee. Aan blusschen
viel niet te denken en weldra viel ook liet zeil om
in ii-le vlammen.
De toestand was voor de opvarenden ver van roos
kleurig. Echter wisten de heeren, die gelukkig allen
de zwemkunst machtig waren, zich een vlot te bou
wen. Een zeil werd nl. aan riemen gesneden en daar
mede wist men een giek, eenige planken, en stuk-
EEN HUWELIJKSGESCHIEDENIS
van
HANS VON ZOBELT1TZ
11.
.Toon ik je brief, Erich," zoo schreef Marga ver
der voor de tweede en derde maal had gelezen, J>e-
gon' ik niet leedwezen te bemerken, dat je den naam
van je vrouw om'heel andere redenen met had ge
noemd. Ik miste het eenvoudige, maar toch veelzeg
gende woord: ik ben gelukkig, ik ben nog altoos ge-
lukkifi! i 1
„Ik heb in deze maanden al mijn best gedaan, om
ïnij een beeld te scheppen van je vrouw. Ik weet
wj dal dit zeer moeilijk voor mij is, maar nnj was
li t als zag ik haar toch voor mij. En dan vertelden
Cia'ire en Matthias over hun ontmoeting niet jou en
je vrouw. CLaire met haar overdreven enthousiasme
en Vlatlhias op zijn gewone, droge manier. Ik trok
«dj een middellijn, en ik hoop de waarheid daarme
dicln te zijn genaderd.
„Wanneer mijn voorstelling van je vrouw met de
waarheid overeenkomt, dan zullen de scliaduweiiop
geluk, zeker spoedig voor de zon wijken. Verbeet
hel je oude vriendin, als ik je zeg, dat het jou plich
is, je huwelijk met licht en warmte te vullen, wij
vrouwen zijn oneindig veel buigzamer dan men ge
woonlijk van ons gelooft en jouw vrouw is het, gelooi
ik, in t bijzonder. We zijn in de hand van een man,
onder den wil van hem dien wij liefhebben, en die
ons liefheeft volgzaam en zacht als kinderen. En wij
zijn zoo dankbaar voor al het goeds dat ons wordt
geboden. Slechts geduld moet men met ons hebben:
het geduld van een veroverende liefde!
„Ik denk zoo dikwijls aan ons laatste samenzijn.
Je spraakt toen van ons boekje met Goethe-uitspra-
ken en je zeidel toen een mooi gezegde: „het geluk
doet liet niet alleen, maar het verstand moet naast
'iet geluk slaan om het te regelen. Nu ben ik Het
die je deze woorden op het hart bindt.
Lang zat Kerstin sül en dacht na over den bnet
van Marga De kleine bladzijden met het mooie schrift
ixidekt lagen voor hem op het plat van de scnnji-
1afel.
De brief stemde hem weemoedig. Niet juist om dat
gene wat zijn schoonzuster over hem en over aiai
schreef. Veelmeer omdat hjj wist, welke zelfoverwinning
deze brief Marga had gekost aan haar, wier hoofd
eigenschap terughoudendheid was.
Eerst na geruimen tijd klonk er een weerklank op
haar iwaarden in zijin ziel. Maar het was eerst niet
anders dan een droef glimlachje.
Dat was juist precies Marga, dat zij zich om
zijnentwille een beeld van Sidi voor oogen had ge
haald en dat zij zeker alleen weer om zijnent
wille, dit beeld vriendelijker en mooier zich dacht uit
vriendschap voor hem partijkiezen tegen hem!
En h;oe valsch en scheef moest dat beeld geweest
zijn.
Valsch alleen reeds daardoor en voor alles daar
door, omdat zij Sidi in 't geheel niet kende, zelfs niet
van aanzien, zich dus de persoon niet kon voorstel
len valsch ook, omdat de omgeving vanwaar
uit Sidi kwam, thiaar zoo geheel en al onbekend was
valsch ook, omdat die mengeling van allerlei ge
voelens in Sidi haar vreemd moest zijn valsch,
omdat Sidi zelf de valsehheid zelve w-as en Marga
waar en oprecht
En toch!
Mei het onbediiegelijk instinct van de vrouw had
Vlarga hem richtingslijnen voorgeteekend, die hij moest
volgen en vasthouden. Ik geloof jou niet vrij van
schuld, stond daar onuitgesproken tusschen de regels
van haar brief.
Heb geduld, heb geduld! Wij vrouwen zijn vo g-
zaam, wij vrouwen zijn dankbaar ook Sidi zal dat
wel zijn. Slechts geduld moet ge oefenen, en liefde
moet ge haar bewijzen.
Hij moest toch weer lachen. Marga zou immers
nooit loeren verstaan wat voor Sidi liefde beteeken-
de, en Sidi nooit begrijpen wat dit was voor Marga.
'En toch en toch!
Noen zonder schuld was hij ook niet. Zijn geduld
duurde niet lang zijn toegevendheid was te gering
en zijn Uefde? De hand op het hart! Zijn liefde
was ook niet veel meer, dan die gewone mannenliefde
geweest, die nemen wil en genieten, en die tijdens
het "enieten verdort. Hartstocht is dat geen liefde!
Dat hij zich nu maar eerst eens bekende: ik mag
geen steen op Sidi werpen, omdat zij gaf, wat ik ge
vorderd heb.
Hii zuchtte diep en smartelijk Hij wilde hopen en
gclooven, en voelde bang, dat hij in een donkere
"het moest geprobeerd worden. Met echten,
eerlijken wil. Beter dan tot nu toe, geduldiger dan
tot nu toe. Liefdevoller dan tot nu toe.
Hij stond op. Nog eenmaal vouwde hij de drie vel
letjes papier waarop de wijze woorden van Marga ston
den geschreven open. legde ze weder samen, zorg
zaam, met teedere liand en borg ze weg.
Dan ging hij naar zijn vrouw. Het hoofd vervuld
met goede gedachten, met een nieuwgeboren gevoel
van plichtsbetrachting.
Maar de liefde ontbrak. De liefde liet zich immers
veilig is gelegen. De spoorweg, die Caracas met de
havenstad La Guayra verbindt, stygt over een lengte
van 28 K.M. niet minder dan 16 kilometer. Hjj werd
in 1883 onder president Guzman Blanco aangelegd. On
genoegen met Venezuela zal ter zee moeten worden
beslecht.
Cipriano Castro is sedert 1899 president, toen hjj zjjn
voorganger d'Andrade verjoeg en zjjn tegenstander, ge
neraal Hernandez, overwon. Hjj heeft zich een wille
keurig en inhalig bestuurder betoond en is in hetminst
niet populair bjj zjjn onderdanen. Het is een eigenaar
dige bonte bevolking, die van Venezuela, allegaartje
van Spaansch, Indiaansch en negerbloed, waaruit de
zon der tropen, menschen maakte, die in hun grillig
aan elkander te binden.
niet dwingen
Ilij trof Sidi niet in haar kamer, hij zocht haar
tevergeefs in den voortuin onder de kastanjeboomen,
waai- zij een paar hangmatten had laten spannen en
waar zij uren-lang lag.
Toen hij naar !het slot terugging, zag hij haar door
een toeval. Hij liep een Laantje langs van hoogop-
gaand hout en aan het einde daarvan, vond Ilij Sidi
in druk gesprek met den volontair Frank.
De afstand tusschen Erich en de beide anderen was
vrij groot, maar toch bemerkte hij dat deze Iwee
mensehen met elkaar in levendig gesprek waren. De
breedgeschouderde jonge man zelte juist zijn panama
hoed weder op en zwaaide dan met zijn lange ar
men door de lucht; hij zag er dwaas genoeg uit. Sidi
stond voor hem met de beide handen in de heupen.
Kerstin kende dien sthnd wel, het was er op aan
gelegd, om slanker te schijnen. En op dat oogenblik
schoot hem door den zinSidi is corpulent geworden
en rijgt zich bovenmatig. Het had iets vreemds, die
slanke taille en breede heupen.
Maar die gedachte verdween toch zeer spoedig. Erich
liep snel op de beide anderen toe, en spoedig hoorde
bij Sidi s helder lachen en haar zeggen„L is ver-
hazend komiek, mijnheer Frank!" 'loen kwam even
wel cle oude Reder uit den paardenstal en zijn harde
slem klonk daariössehen„houd mevrouw de baro
nes niet langer op, Frank, en ga dadelijk naar de
arbeiders, kerstin viel het op hoe verbazend boos
de oude inspecteur keek. Zijn groote, onregelmatige
tinden staken nijdig van onder ue bovenlip door, en
de kleine scheipe oogen keken giftig. Hij was even
wei niet alleen grof tegenover Frank. De wijze waarop
h ijioptrad was ook verre van beleefd tegenover Sidi.
Dat mocht niet zijn en Kerstin nam zich voor den
ouden heer daar eens op te wijzen. Nu groette hij
hem kort en zag hem den volontair volgen. Sidi
draaide zich naai- Erich om.
Dezen had die kleine scène zeer verdroten, zonder
dat h!ij zelf recht wist waarom. Misschien wel het
meest, omdat Reder zich niet respectvol genoeg had
gedragen tegenover zijn vrouw. Maar nu kwamen de
goede voornemens die. hem naar Sidi hadden ge
bracht dadelijk terug. Hij liep vlug op haar toe, stak
zijn arm door den hare en beiden wandelden naar
huis terug.
Zij was_ een weinig verrast door de teedere wijze
waarop hij haar behandelde, maar maakte zich spoe
dig daarmee vertrouwd. Het levendige onderhoud, met
den jongen man scheen nog in haar binnenste na
te klinken. „Wat was dat dwaas, kereltje zeide
zij vertrouwelijker dan den laatsten tijd het geval was
geweest, „zooals die Frank mij de dorsehmachine ver
klaarde. Hij was juist in vuur en vlam, toen die oude
brombeer hem wegjoeg."
„Ik zal met Reder spreken het behoort zoo niet,
dat hij den volontair wegjaagt, als deze met jou
Nog weinig gevoelende voor den dood op den brand
stapel als martelaren voor de zeilsport begaven tle
zeilers, zich aan dit geïmproviseerde vlot vastklem
mende, zich te water.
Niet minder dan twee en een half uur duurde dit
onvrijwillige had, en reeds vreesde de heer Van T.
zich in het zeer koude water niet meer te kunnen
houden. Het was een bange toestand voor het drie
tal, doch toen de nood het hoogst gestegen was, wer
den ze gelukkig opgemerkt door de Anisterdamsche
sleepboot „Volharding", die een kaan gesleept had tot
Durgerdam, de drie schipbreukelingen jan boord nam
en naar Amsterdam overbracht.
Per rijtuig keerden ze daarna ongedeerd naar hun
spreekt."
Sidi keek hem wel wat verbaasd aan, dit Jiad ze
heelemaal niet gevonden, dat de inspecteur onaardig
tegenover haar was geweest. „Hij is nu eenmaal zulk
een brombeer," dat was al wat zij zeide.
Zij liepen verder in de schaduw van de boomen.
EricJi babbelde over dit en over dat. Hij had ernsti
ger niet haar willen spreken, had haar willen zeg
gen: wij moeten elkaar terugvinden. Maai- het gelukte
hem niet En Sidi vond dat luchtig gebabbel juist het
meest vermakelijk. Sedert een week en Langer was haar
heilige niet zoo aardig, niet zoo verstandig geweest.
Eigenlijk was ze wel een weinig bang geweest, dat
hij aanmerkingen zou maken over haar praatje met
Frank. Dat jonge mensch was altoos zoo aardig. Des
te beter als het achterwege bleef. Erich was in' een
merkwaardig goede luim.
Die moest ze nu maar ook te baat nemen. Men
moest het ijzer smeden als het heet was.
„Ventje, zoo begon ze op den ouden vleienden
toon. „Hoe staat het met onze reis? Je weet toch
wel?"
Hem voegde het al heel slecht. Hij kon nog niet
gOvl Vv'cg en juj had ook juist hier op den grond
waarin hij al zijn to„ komst zag, gaarne aan zijn goede
voornemens ten opzichte van zijn huwelijksleven ge-
volg g geven. Maar hij mocht nu niet neen zeggen. In
elk geval moest hij Skli nu zijn goeden wil toonen.
Zoodoende knikte hij vriendelijk. „We zullen het
zien te maken, Sidi! Hij voelde den teederen druk
van haar hand op zijn arm. „Fameus, dat is nu nog
eens liet van je. Eerst een poosje naar Berlijn en
dan dan Waarheen je wilt Eindelijk er eens
uit, de groote wereld in.' En zij begon direct te spre
ken over haar voorbereidingen voor de reis, van haar
toilet en wat er alzoo in Berlijn moest worden aan
gekocht.
Dat was alles heel natuurlijk. Hij kon moeilijk iets
anders verwachten. Het was alles evenwel zoo nietig
zoo plat, zoo onuitsprekelijk armzalig. Ten slotte luister
de hij nog maar met een lialf oor. Zijn gedachten
waren weder bij den brief dien hij zoo zorgzaam in
zijn schrijftafel had weggesloten. Hoe zou Marga oor-
deelen, wanneer zij Sidi nu hoorde spreken? Wat zou
hij Marga antwoorden? Of hij misschien - Marga
m Berlijn zou zien?
En dan schrikte hij over de wending die zijne ge
dachten genomen hadden. Hij dwong zijn aandacht
tei ug tot zijn vrouw. Hij luisterde opmerkzamer toe
maakte een paar aanmerkingen, gaf antwoord op haér
vragen. r
„Morgen? Overmorgen? Ventje - hoe eerder hoe
beter 1"
„Dus overmorgen, laten we overmorgen zeggen." En
zij klapte in de handen: „Berlijn! Berlijnr
(Wordt ven olgd