AmsterdamsdiB Brieyen. De heilige Sebastiaan. bondag Iti Aug. 1908. 52e Jaargang. No 4387. TWEEDE BLAD. Bekendmakingen FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. (iemernte SCH 0— Rijkskeuring Dekhengsten. Burgemeester en Wethouders van Schagen Brengen ter algemeene kennis lo. dat de gewone Rijksnajaaiskeuringen van tot dekking bestemde hengsten, Voor zooveel deze provincie betreft, zullen gehouden worden te Schagen, op 24 Sep tember a.s. des voormiddags en hiertoe zullen wor den toegelaten alle hengsten, die tenminste 2V2 jaar oud zijn; 2o. dot de eigenaar of houder, die een hengst ter keuring wenscht aan te bieden, verplicht is daarvan tenminste drie weken vóór de keuring vrachtvrij eene schriftelijke en onderteekende aangifte te zenden aan den Secretaris der provinciale regelingscommissie, (den heer \V. Teengs te Alkmaar), met opgave van: a. naam en woonplaats van den eigenap" en 'houder b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere ken- Ieekenen van den hengst, benevens, indien deze in een stamboek is ingeschreven, stamboek en stamboek nummer; c. zoo mogelijk afstamming van den hengst, zoowel van vaders- als moederszijde, en naam en woonplaats van den fokker; 3o. dat een hengst na bovenvermelden termijn aan gegeven, van de keuring is uitgesloten, tenzij de Com missie geen bezwaar tegen toelating heeft en de eige naar of houder vóór den dag der keuring eene som van tien gulden bij voornoemden Secretaris stort; 4o. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuringen op vrachtvrije, schriftelijke en onderteekende aanvraag van eigenaars of houders van hengsten door den Secretaris der r egel ingscommissie voornoemd, zullen worden ver strekt. Schagen, den 7 Augustus 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, ROGGEVEEN. H. J. POT. CLV. Over „Apachen' „Hooligans", „Schoelje". Als ge op den Dam of op 't Sophia- of Rembrandl- plein op 'n tram staat te wachten, om u naar 't een of ander verwijderd punt van de stad te begeven, dan kan 't zijn, dat ge even naar de kiosk slentert, zoo niet om 'n courant te koopen, dan toch om prentjes te kijken en van de „Fliegende" of van „Simplicissimus 'n geestigheid in u op te nemen. Maar er is aan zoo n kiosk één zijde, die ge maar zelden kans hebt te zien, en dat is die, waar het Engelsche blad „Il lustrated Police-News" is voorgehangen. Voor die prent staan geregeld vier, vijf mensehen tegen elkaar gedrukt, 0111 te zien hoe 'n minnaar zijn meisje den hals af sneed, hoe n moeder haar kinderen worgde, hoe straatroovers 'n rijtuig aanvielen en de inzittenden eerst half vermoordden en daarna plunderden, enz. enz. allemaal de meest gruwelijke voorstellingen van de meest gruwelijke misdaden. Met 'n beetje phantasie kunt ge u gemakkelijk het heele bedoelde drama voor stellen en als ge wat gevoelig rijt aangelegd voelt ge uw bloed stil staan en uw lichaam koud worden van top tot teen. Maar de prenten trekken kijkers en koopers en als oe nog in overvloed „Groenen" kunt krijgen en „Flie gende Blatter" ol 'n achtergebleven „Assiette au Beur- re dan is „Illustrated Police-News" met zijn afschu welijke voorstellingen al lang en breed uitverkocht. Die bladen worden gekocht door allerlei soort van men schen ook ofschoon met bijgaande Engelsche tekst dooi" menschen, die geen Engelsch lezen of ver staan Dat doen ze alleen maar om de prenten. En als ze dan iemand tegen t lijf loopen, die Engelsch leest en zoo vriendelijk is, om 't verhaal voor hen te vertalen, dan genieten ze dubbel. Die bladen worden gekocht door winkeliers van allerlei slag of liever door '11 zeker slag van winkeliers - die ze dan als reclameniiddel bij: wijze van magneet voor hun ven- sters hangen, gewoonlijk met vertaald onderschrift. Van die platen kan dan ieder genieten, die er voorbijgaat: mannen en vrouwen, jongens en meisjes, kinderen, schuldigen en onschuldigen, ieder. En niemand schijnt te beseffen welk effect dergelijk aanschouwelijk onderwijs kan hebben. t Is lang geleden, dat ik n rechtzaak bijwoonde, t Mas in Middelburg, de hoofdstad van Zeeland, waar in een der naburige dorpen, door 'n nog jonge moe der ze was bijna dertig 'n schrikTijke misdaad gepleegd was tegenover haar negenjarig kind. Keesje 't Smaakt mij niet om dezen gruwel, die mij nog altijd ontroert als ik er aan denk. hier in 't breede te gaan beschrijven. 'Ik zie er ook 't nut niet van in. Alleen de prachtige redevoeringen, zoowel van het Openhaar Ministerie als van Mr Hoek, den verdediger, zal ik nooit vergeten en heb ik ook later wel eens in besloten kring verteld. Maar de ondervinding toen opgedaan, de ontroering gedurende dit verschriklijke proces, deden mij besluiten nooit meer de behandeling van 'n rechtzaak bij te wonen. Als ik dan toch niets te doen heb of geen lust heb om te werken, dan ga ik maar liever in 't gras liggen. Misschien dat anderen er wat aan hebben; ik niet. Ik woon nu al langer dan twaalf jaar in Amsterdam, waar men iederen dag de gelegenheid heeft, de behan deling van strafzaken bij te wonen, maar ik heb 't nog nooit gedaan. Deneenigen keer, dat ik in de recht zaal hier verdwaalde, was toen ik 'n collega-verslag gever spreken moest. Anders kwam ik er nooit. Al wat ik er van weet, heb ik van hooren vertellen. Die zittingen van onze rechtbank zijn publiek en ieder die er lust in heeft, kan ze bijwonen. Maar welk publiek denkt ge nu wel, dat doorgaans die strafzit tingen bijwoont? Zoudt ge denken enkel verslaggevers, rechtsgeleerden of menschen. die van dichtbij of in de verte bij zoo'11 zaak betrokken zijn? Mis! Het groot ste gedeelte van 't publiek, dat de openbare tribune vult. bestaat «uit straatmenschen, baliekluivers, kringe tjes-spuwers, opgeschoten jongens "met 'n pruim achter hun kiezen, meiden met vette gepommadeerde haren en glimmende wangen van de groene zeep, die zich wasschen tot aan hun halsboord en hun handen niet verder dan tot aan de pols, kinderen, waarop de leer plichtwet geen vat meer heeft, die, na de lagere school te hebben doorloopen en hoe soms? de wereld zijn ingegaan, om er hun weg te vinden en brood te verdienen. Maar die, door I voorbeeld van ouderen daartoe gebracht, nu rechtszittingen bijwonen; niet met een streven om te komen tot hoogere ontwikke ling die woorden kennen ze niet eens maar om eens te zien, hoe Bram of Kees, die „gepakt" is voor vechten of inbreken of toen hij 'n la gelicht had, zich nu houdt tegenover de „heeren van t gerecht". Bij 'n brutaal antwoord van 'n „beklaagde" bedoeld wordt 'n „overtreder of 'n „aangeklaagde" giege- len jdje ouderen op de tribune of wordt er hoorbaar gezegd: „Mooi zoo!" en de jongeren, wier toekomst zal bestaan in vechten, kwartjes-vinden, lade-lichten, inbreken, stelen, doodslag misschien, kunnen hier te weten komen hoe ver zij gaan kunnen, wat zij alzoo antwoorden mogen, zonder zwaarder gestraft te wor den; kunnen te weten komen de fouten en de zwakke plaatsen in onze strafwet en in ons strafstelsel, hooren de practische toepassing van ons strafwetboek, de op vattingen door rechters en Openbaar Ministerie door gaans gehuldigd en zijn bedrevener en spitsvondiger in de exegese van 'n wetsartikel dan gij en ik, die er op bogen, dat wij lezen en verstaan geleerd hebben. En daar is niets tegen te doenOnze Grondwet hul digt nu eenmaal het beginsel, dat de terechtzittingen openbaar zijn, en het feit, dat die openbaarheid 'n zeker soort van menschen wijzer maakt dan noodig of gewenscht is, schijnt geen reden te mogen wezen om aan 't beginsel van die openbaarheid te tornen. En niemand schijnt te beseften welk treurig effect en welke treurige resultaten dergelijk aanschouwelijk onderwijs kan hebbenen heeft. Ik zet 't u 'n courant in handen te nemen, waar nu eens niet in voorkomt 'n moord of 'n moordaan slag, 'n geval van meer dan brutale straatschenderijl of geldverduistering. Als ge niet leest van een jonge moeder, die haar kind om 't leven bracht of liet bren gen zooals het geval waarvan deze courant ons verleden week onder *t opschrift „Al te barbaarsch" de mededeeling bracht dan leest ge van „nagemaakte bankbiljetten", van „insluiping", van „aanranding' van „fatsoenlijke" fraude, van zóó geraffineerde „oplichte rij" of zóó brutale „geldafpersing" vergezeld van „levensbedreiging", dat u de haren te berge rijzen en de bewustheid tot u doordringt, dat zoomin uw leven als uw bezit kan geacht worden „veilig" te rijn. De diefstal bij Freule Boddaert onlangs gepleegd, bewijst hoe listig dieven te werk gaan; wie ziet kans daartegen te waken? De vele moorden, die gepleegd worden en waarvan de daders nooit gevonden worden, bewijzen nog erger dingen, 't Is maar '11 enkele, die zijn misdaad boet en wien de gelegenneid ontnomen wordt opnieuw 'n moord te doen. Grete Beijor, die haar minnaar dood schoot en hem toen de revolver in de doode handen duwde, zoodat de menschen konden denken, dat de arme kerel zelfmoord gepleegd had, is op 't schavot terecht gekomen (Duitschland). Maar de moordenaars van Stein.heil zijn zoek, de moordenaar of moordenaars van Remy mystificeeren de rechters en rekken 't pro ces, Jeanne Weber had de gelegenheid acht of negen moorden op kinderen te begaan, de vrouw, wier straf EEN HUWELIJKSGESCHIEDENIS van HANS VON ZOBELTITZ 14. Kerstin had Marga nog tot haar rijtuig gebracht. Zij hadden 4aar'}ij maar weinige woorden gewissekt. zoo waren zij in gedachten. Eenmaal vroeg zij i-Ga je naar Waldow terug?" En hij antwoordde kort „wij wilden naar Wiesbaden of Baden-Baden; het is nog niet bepaald." Beneden bleef hij een oogenblik staan: „Zult ge moedei' zeggen dat mijn vrouw en ik van daag bij Claire dineeren?" „Zeker." „En hoe zal ze dat opnemen? .Zwijgend, Eriehen toch zullen hare gedachten deu ga lis c hen avond slechts hier zijn. I oen had hij haar neg eenmaal de hand gekust en had het rijtuig nagekeken, tot het om den naasten hoek van de straat verdwenen was. vr„ Kerstin wilde te voet naar het hotel terug. Na teni0e schreden echter overkwam hem een klem ongeval. Onachtzaam als hij was', lette hij met op den kan van een stoep, gleed uit en stiet zich hard tege scheenbeen. Eerst lette hij niet op de pijn, maar eenige stappen verder werd dit evenwel zoo erg, dat ruj een rijtuig aanriep en naar huis reed. Het was niets be denkelijks, alle bewegingen kon hij goed doen, gebio- ken was er dus blijkbaar niemendal- Toen hij op rijn kamer er naar keek, was er mets te zien dan een flinke huidontvelling, eenige uren rust en een paar koude compressen zouden het euvel spoe dig herstellen. Sidi was nog niet terug Hij guig dus maar op de sofa liggen en was zeer tevreden alleen te zijn met zijn gedachten. Het wederzien met Marga had een diepen indruk op hem gemaakt, het meest was hij nu evenwel bezorgd 0111 haar. Voor de eerste maal was de kwellende vrees bij hem opgekomen, dat zij een 'f^f'tevorai was daar sprake van geweest; nooit luid een arts zich in dien geest uitgesproken, leer, zwak met wat bloedarmoede had men haar genoemd verder niets - en elk jaar deed een verblijf m het cebergte of aan zee haar zoo goed, dat alle bezorgdheid overbodig scheen. Maar nu hij haar zich voor oogeu riep, zooals zij vandaag was geweest, met die bijna doorzichtig witte handen, met die steeds wisselende gelaatskleur, toen steeg in hem èen bange angst op. zaak ik te Middelburg bijwoonde zie boven die ik met eigen ooren den gruwel van den moord op haar eigen kind heb hooren vertellen, loopt weer op vrije voeten. De Jong. die kans zag om drie vrouwen te verdonkeremanen, loopt waarschijnlijk weer op vrije voeten en is nu misschien aan rijn vierde bezig. En zoo gaal dat maar voort. Als ge 'n schaar klaar legt en ge knipt uit verschillende bladen al de stukjes, die tot crimineele of correctioneele strafbehandeling aanleiding kunnen geven, dan hebt ge in twee maan den tijds 'n sigarenkistje vol. En de gewone menschen, de menschen van opstaan, werken, eten en naar bed, menschen die klokke zoo- laat uitgezonderd 'n enkelen feestavond - in hun j „mandje" liggen, omdat ze morgen weer werken moe ten, omdat ze morgen weer brood verdienen moeten, menschen van gewoon bedrijf en gewoon levensverloop, die precies rondkomen met hun verdiende dubbeltjes of er 'n stuiver van overleggen voor „den kwaden dag", die werken en waken voor zichzelf en de hunnen, vrede en geluk trachten te behouden in hun eigen huis en dit geven aan hen met wie rij omgaan, die menschen mogen de schriklijke wetenschap met zich omdragen, dat dieven hun huis kunnen binnendringen en op duizenderlei manieren daaruit weg kunnen ste len hun geld, hun arbeid, hun bezit, hun leven en geluk; megen de wetenschap met zich omdragen, dat niets, niets veilig is voor de vijanden, die van buiten op den loer liggen. Het grendelen en sluiten van deuren en kasten heeft geen reden meer, 't eigen huis is niet meer 'n „veilig kasteel", en de publieke straat kóó onveilig geworden, dat menig vredelievend burger, die er nog nooit aan gedacht heeft te vechten of 'n moord te doen, zich 'n boksbeugel of 'n revolver aanschaft, om bij aanval en overrompeling zich te kunnen ver weren. Het kwaad staat voor de deur en treedt tel kens driester op, en waar dievenhanden zich durven uitsteken naar uw bezit, daar zullen als 't niet hoo- ger of lager kan moordenaarshanden uw leven niet ontzien. Is dit overdrijving? Ik hoop 't; maar ik ben over tuigd, dat 't dit niet is, en de vraag mag gedaan worden en is gedaan, of dit zoo moet blijven en voortgaan. We behoeven geen Fransche couranten in handen te nemen, om te weten hoe de Apache n" te Parijs huishouden ,en zelfs naar 't buitenland hunne afdec- lingen Zenden, om daar bij feestelijkheden of andere gelegenheden, waar veel voik samenkomt, hun slag te slaan, of wel in de provincie goed-overlegde inbraken, als 't moet. vergezeld van moord plegen. We behoeven niet naar Londen te gaan, om eens te weten te komen, hoe „Hoolygans'' sommige wijken on veilig maken en er scholen zijn waar de jeugd kan worden opgeleid tot dief, inbreker, straatroover en moordenaar. Dat alles kunnen we zien op prenten van de „Petit Parisien", van de „Illustrated Police-News", die hier voor de kiosken en voor de ramen van som mige lugubere winkels hangen; en 't verloop der straf zaken, die van zulke gebeurtenissen 't gevolg rijn, kan door „belangstellenden" bijgewoond worden op de pu blieke tribune van 't gerechtsgebouw hier op de Prin sengracht en in elke zaal waar rechtgesproken wordt. Zie ik 't zoo verkeerd in, wanneer ik meen, dat al die publiciteit de openbare orde en veiligheid, en 't algemeen geluk schade doet? Is alles met elkander geen aanschouwelijk onderwijs? Zou 't zoo erg zijn, als de publieke tentoonstelling van die afschuwelijke prenten verboden werd, en als de „uitzonderingen" van de openbaarheid der terechtzittingen „uitzonderingen", die alinea 3 van artikel 161 onzer Grondwet toelaten door den rechter eens wat meer werden toegepast? Zou dat zoo erg zijn? Staken we ook niet soms onze gesprekken, als er iemand binnen komt? Dit kunnen eerlijke en eerbare gesprekken rijn, maar die we toch niet voortzetten kunnen of willen, om duizend rede nen. Is alles voor ieder even goed? Dan kunnen ook gezonden medicijnen innemen en pillen slikken; maar ik zeg u, dat ze 'r ziek van zullen worden. En gezonde hersenen en harten kunnen wel eens riek gemaakt worden ,met de ontijdig toegediende behandeling van 'n rechtzaak; en de drastische werking van zulke pren ten zou bewezen kunnen worden. De opgeschoten straatjongens en straatmeiden, die hier op de tribune zitten en dan loop van 'n rechtszaak volgen, worden hier niet oneigenaardig „Studentjes in de Rechten" genoemd, omdat ze haarfijn te weten komen, wat ze in verschillende omstandigheden doen en zeggen moeten, om, zoo mogelijk, vrij te komen, 't zijn dezelfde lui 't is althans hetzelfde slag dat nu al weken en weken gedeelten van buurt IJ IJ on veilig maakt. Daar zijn „Apachen" in den dop onder, die maar wachten op 'n kans, om iets heel ergs te doen. 't Is 'n bende onrust-stokers, die men weet niet waar vandaan telkens nieuwe hulptroepen winnen. De veiligheid laat tegenwoordig in Amsterdam veel te wenschen over, en Politie en Justitie zullen andere wegen moeten inslaan en andere middelen moeten bedenken, om niet, tegelijk met het publiek, dupe te worden van dit schavuitendom. Als doodstraf en lijfstraffelijke rechtspleging afgedaan hebben, omdat ze niet meer tot de zeden van onzen tijd behooren, goed! Maar Iaat er dan ten minste iets op bedacht worden, om veilig over de straat te kunnen gaan, om niet sommige straten en pleinen én huizdh het mikpunt te zien worden van allerlei afschuwelijke baldadigheid. Zou beestig hard-werken of 'n tredmolen, zooals die nog in Engeland in gebruik is. geen uitstekend goed redmiddel ik bedoelmiddel ter opvoeding van die ruwe klanten kunnen wezen? 't Zou althans eens geprobeerd kunnen worden. We kunnen 't toch met net zoolang,.... pet zoolang blijven aankijken en, afwachten, totdat ons aller bezit gestolen, onze huizen verbrand en wij zelf afgemaakt rijn? En heusch. daar gaat 't van lieverlee heen; want men kan geen krant meer in handen nemen, zonder kolommen-vol mededeelingen van misdaden en straat schenderij onder de oogen te krijgen. Als de tijd van handelend optreden nu nog niet is aangebroken, wanneer zal die dan aanbreken? Mij dunkt, dat we nu lang genoeg bespiegeld en gephiloso- feerd hebben over den ernst der tijden en de treurig heid der gebeurtenissen. Of kan 't „zeventig maal zeven malen" zóó bedoeld rijn, dat we alles zouden goedvinden, wat dieven en moordenaars besteken durven? H. d. H. Aanteekeningen. Drastisch: snel en sterk werkend, aangrijpend, hevig aantastend. Daar kwam Sidi. Hij stond op, doch de pijn, die bij het rustig liggen geheel verdwenen was, deed hem nu weer een pijnlijk gezicht trekken. Het was evenwel maar een klein oogenblik, want toen had hij alle zelfbeheer- sching .terug, lachte en groette zijn vrouw met een vriendelijk woord. Maar Sidi was dat pijnlijke gericht niet ontgaan. Op haar vroolijk en opgeruimd gelaat was plotseling een angstige schrik leesbaar. Zij wierp de pakjes die rij, in de hand had op tafel, snelde op Erich toe en greep hem bij de hand: „Erich wat scheelt je? Ga toch liggen „Niet de moeite waard, een onachtzaamheid, een domheid." Maar rij gaf niet toe. Hij moest gaan liggen en haar nauwkeurig op de hoogte stellen. Bijna met tegen zin deed hij het. En het was hem zeer pijnlijk, dat zij het kleine wondje bepaald zelf wilde zien. Pijn lijk en hij was ook verba ïsd. Verbaasd dat zij zich zoo opwond; verbaasd dat zij daarbij niet dadelijk om een dokter riep; maar het meest verbaasd, hoe handig rij zich gedroeg, hoe zacht haar vingers waren bij elke aanraking, en hoe rij hem spoedig op rijn gemak bracht, rijn been gemakkelijker legde door er een paar kussens onder te schuiven, het was als een geëxamineerde ver pleegster. En rij sprak daarbij zoo verstandig: ,.ik hoop ook dat het niet veel beteekent, maar zoo iets doet pijn. juist daai' op het scheenbeen. Arm ventje Zoo lig nu maar heel stil en ik ga bij je zitten. Ik^ ken dat, ik ben ook eens zoo afschuwelijk gevallen zij hau er aan willen toevoegen: „bij zoo 11 ellendige repeti tie," maar dat laatste hield zij maar binnen. En plotseling zag ze oj> haar nagel dat kleine litteeken, waar haar vader vroeger met den hamer op had ge slagen in rijn zinnelooze woede, omdat rij hem het houtje voor de pop niet gauw genoeg had overgegeven. Hemel wat had dat een pijn gedaan. Merkelijk medelijden lud zij met iiaar heilige. Hij gevoelde dat, en het deed hem goed, ofschoon hij er zich tegen verzette. Het was te dwaas: Sidi vol zorgen voor hem. Sidi zijn verpleegster. Sidi vond het noodig haar mail goed te doen en zij toonde het hem oprechtik doe het gaarne. Juist na die lamme ontmoeting met dien kerel uit Grüz. Dat liad Erich ook weer zoo hoog opgenomen Zij zat naast hem en vernieuwde van tijd tot tijd de natte omslagen. Dan viel haar in: hij had bepaald nog niets gegeten. Zij had zelf ook honger. De kellner moest een kleine tafel dicht bij de sofa .uiiuichten en zij rustte niet voordat hij iets had gegeten; zij bab belde allerliefst over liaar boodschappen, was teeder, lief en vol deelneming. De pijnen waren door de rust verdwenen. Kers tin. lag stil en luisterde met een half oor naar het gebabbel van Sidi. Hij dacht weer aan Marga. Maar rijn ge dachten hielden zich tevens bezig met de vrouw naast hem. Hoe verschillend waren toch die twee; er was niets moer verschillend te bedenken. En Marga had gesproken over iets gemeenzaams. Was er dat dan ook zelfs bij alle verschil? Of kwam dat nu juist uit in dit oogenblik, dat zijn vrouw zoo echt vrouwelijk en zorgend met hem omging? Hij spon die gedachten steeds verder uit: voor lichamelijk lijden had Sidi medege voel; men voelde dat het echt en oprecht was voor zielelijden ontbrak haar het juiste waarnemings vermogen, dat had Marga. Maar hij gevoelde dit alles zonder bitterheid. Plotseling viel hem in: hij had Sidi nog niemendal gezegd van de uitnoodiging voor dien avond. „Zeg kindje wij zijn voor van avond ten eten gevraagd tiij mijn zwager." Sidi sprong op, verbaasd, opgewonden, blij. „Dat is 1111 eens lief." Maar dadelijk kwam de reactie. „Jam mer dat je nu deze domme geschiedenis moest passeeren." Er ontspon zich een kleine woordenwisseling. Zij wilde bepaald voor de uitnoodiging bedanken, hij stond erop dat zij gaan moesten. Zij wond zich ophet was een besliste lichtzinnigheid en zij kon de verantwoor ding daarvan niet dragen. Ten slotte gaf zij met blijk baren tegenzin toe en dan brak toch weer door de vreugde over deze uitnoodiging: „Fameus is het! ik heb je zuster altijd zoo sympathiek gevonden zij is de eenige geweest, die mij dadelijk liartelijk tege moet gekomen is. Let maar op ventje, wij worden bepaa'd nog heel goede vriendinnen. Zullen er veel menschen zijn?" „Neen. Mij zijn geheel onder familie." Van Marga zweeg ifiij. Sidi dacht na en hield zich in gedachten bezig met haar toilet. Maar rij: bleef bij haar man, verzorgde hem, tot het meer dan tijd werd onf zich klaar te maken. Toen zij weer bij hem binnentrad was hij zeer aan genaam verrast. Hij had vluchtig gemeend dat zij de eene of andere kostbare japon zou kiezen. Maar zij had een weliswaar elegant maar eenvoudig kleed aangetrokken, en zij droeg, zeer tegen haar gewoonte, bijna geen enkel sieraad. Daarbij zag rij er brillant uit Het vale blauw der lichte zijde stond voortreffelijk bij haar bruine haar. Hij kon hel niet laten haar een klein compliment te m.iken, dat zij hem met een lief lachje betaalde: „ik verheug mij, wanneer ik je zoo beval." Het ging met het been beter dan Erich zelf had gedacht. De pijnen waren met het loopen zelfs niet meer erg E11 Sidi was zoo behoedzaam met hem, als maar eenigszins noodig was. Roerend zorgzaam, dat moest hij toestemmen. Bijna overdreven zorgzaam Zij geleidde hem, zij trachtte hem te steunen, zij drong er op aan, dat hij in de auto het been op de andere bank zou leggen, rij vroeg of er bij Claire ook een lift was. Bij dit alles voelde hijJe zoudt van de pijnen zoodoende met veel merken, al waren ze ook erger dan nu. Mant op dat oogenblik werd alles terugge drongen door de verwachtinghoe zal het rijn, wan Afstammelingen hengst Dimanche. Door het Fonds ter Bevordering der Paardenfokkerij in Nederland van de Nederlandsche Harddraverij- en Renvereeniging, zal op Woensdag 26 Augustus a.s. des namiddags ten 1 ure, aan de Buurt te Wieringerwaard een keuring gehouden worden van veulens afstammende van den hengst „Dimanche". Om aan deze keuring te kunnen deelnemen, moet de merrie, waarbij een veulen van „Dimanche" geworpen is, wederom door dezen hengst gedekt zijn. De veulens moeten met de moeder worden aangeboden. De dekbewijzen van niet geregistreerde veulens, bene vens alle dekbewijzen van dit jaar moeten op de keu ring worden overlegd. Uitgeloofd wordt: als eerste premie f30.—als tweede premie f 25.als derde premie f 20.—, als vierde premie f 15.—, ajs vijfde premie f 10.—, terwijl nog 5 premiën van f 5.ieder zullen beschikbaar zijn, plus I 5-voor de merrie mits in een erkend stamboek ingeschreven en geschikt voor een kruising met „Dimanche". De aangifte voor deze keuring is kosteloos opengesteld tot en met den 25sten Augustus a.s. bij het Bureau van Registratie der N.H.-& R.V. Amstel 82, Amsterdam. Deelname van alle afstammelingen is gewenscht. Langere!». Gem. N.-Niedorp. De op 9 en 10 Augs. j 1. gehouden Kermis bij den kastelein Vis kenmerkte zich door aangename, gezellige drukte. Begunstigd door prachtig weer werd de Zondag op de gewone „Kermiswijze" doorgebracht. Voor Maandag stond echter heel wat op het „repertoire". Des middags werd met paard en kar gereden langs „Kwade Trien", een parodie op het gewone Ringsteekspel, alwaar 24 paren aan deel namen. Vermakelijk was het gezicht, hoe de keurig opgesmukte „Kwade Dame", hoog boven de gezellige drukte, op haar voetstuk troonende, met lachend gezicht, als 'tware, het publiek uitnoodigde, haar de aandacht te schenken, die zij, van kermisoog- punt uit, ten volle waard was. Na een vrij hardnekkigen strijd, werden de volgende prijzen behaald: Mej. M. Kuiper van Aartswoud, rijder de heer J. Zwakman van Nieuwe Niedorp, le prijs. Mej. A. Hooijveld van Oude Niedorp, rijder de heer K. Kooij van Hoogwoud, 2e prijs Mej. M. de Wit-Brugman, rijder de heer J. de Hoop van Hoogwoud, 3e prijs. Mej. J. Koojj van Nieuwe Niedorp, rijder de heer J. Kooij van Nieuwe Niedorp, 4e prijs. Mej. A. Kuiper van Hoogwoud, rijder de heer J. Jes van Nieuwe Niedorp, 5e prijs- Na afloop werden door den Voorzitter der regelings commissie, den heer M. de Jong, de prijzen, welke in contanten bestonden, aan de overwinnaars uitgereikt. Bü het inmiddels reeds vrij ver gevorderde uur, spoedde ieder zich naar huis, om op tijd gereed te kun nen zijn, voor de openbare uitvoering van de Rederij kerskamer L. 0. L. alhier, welke het alreeds bekende blijspel, Buttinger en Zoon voor het voetlicht zou bren gen. Een groot publiek woonde deze voorstelling bij en te oordeelen naar het aandachtig gehoor viel het stuk zeer in den smaak. Menig hartelijk applaus was het loon der spelers. Na afloop werd de kermisvreugde door jong en oud nog geruimen tijd voortgezet en reeds vrij laat in den nacht toog men huiswaarts. Zoo behoort ook dit volksfeest weer tot het verledene. neer Marga en Sidi tegenover elkaar staan? Er was iets onzekers in deze verwachting. Hij vreesde, en wist niet recht waarom. En Jiiji hoopte, maar wist niet recht waarop. Menigmaal kwam het hem voor als liepen hem de rillingen langs den rug. Zwijgend zat hij naast zijn vrouw in het rijtuig en wanneer zij bezorgd vroeg: „doet het zoo'n pijn? Zit je goed?" dan had hij niets anders tot antwoord dan een kort ja of neen. Toen hij met Sidi den salon van zijn zuster binnen trad, zag Erich eerst niemand anders dan Marga, of schoon rij: op den achtergrond stond en Matthias met zijn lange gestalte zich zoo naar voren schoof, dat Marga bijna geheel verdween. Erich zag slechts Marga; hij wilde den eersten in druk van haar gelaat aflezen en zijn hart Werd warm, daar zij even met hel hoofd knikte, met een stil, vrien delijk lachje op haar gelaat. Zij deed eenige schreden naar voren en Claire stelde haar broer voorrijnde, de vrouwen aan elkaar voor. Zij beiden reikten elkaa1- de hand- Hij hoorde Marga's stem„goedendag, lieve Sidi. Het was zoo eenvoudig, zoo vanzelfsprekend, zooals zij dat zeide. Het klonk zoo hartelijk. Prach Was er ook. Dus geheel woord had Claire niet gehouden. Ja men moet dat beklagenswaardig niensch, die nooit weet, hoe hij zonder zijn vrouw- een avond in Berlijn zal doorbrengen men moet dezen jongeling met de lokkenpracht toch een beetje steunen, zoo heette het. Prach ratelde dadelijk van een bijzondei' geluk en van de schoone uren in Wal dow en van de mooie slotvrauwc, die zich zoo won derbaar voegde in de echtelijke tyrannie. De bediende meldde, dat de tafel stond aangericht. De beide deuren van de eetkamer werden opengeschoven. De man van Claire bood Sidi den arm, Prach nam Claire in beslag en zoodoende bLeef Marga voor Erich over. Deze was het vriendelijke lot daarvoor dank baar. Bij de weinige schreden naar tafel merkte Marga dat Erich met den voet trok Zij vroeg naar de reden daarvan. Maar zij was dadelijk weer gerust, toen hij haar het kleine ongeval vertelde. Zij schertste er zelfs mee. Je was zeker met je gedachten in den hemel M ij aardbewoners moeten er steeds om denken, dat wij lilt stof geboren zijn." E11 wat een opstand had Sidi van deze kleinigheid gemaakt. Maar lief was rij daarbij toch geweest dat te loochenen was ondank baar. Het was zeer vroolijk in het kleine kringetje. Matthias stond er voor bekend, dat hij van een goede tafel en kelder hield. Hij: zelf en Claire volgde hem daarbij na, legde zich wat de hoeveelheid betrof allerlei ontzeggingen op, om zoodoende maar vooral met zwaarder te worden, maar de kwaliteit der spij zen en dranken moest dan ook alles vergoed mi. Prach genoot daarentegen met volle teugen, dat 'was een echte smulpaap. „Mat een heerlijk leven hebben die groote-stadsbe- woners toch, van alles ihet beste en dikop Manneer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 5