AmsterdamsdiB Brieyen.
De heilige Sebastiaan.
bondag Iti Aug. 1908.
52e Jaargang. No 4387.
TWEEDE BLAD.
Bekendmakingen
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
(iemernte SCH
0—
Rijkskeuring Dekhengsten.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Brengen ter algemeene kennis
lo. dat de gewone Rijksnajaaiskeuringen van tot
dekking bestemde hengsten, Voor zooveel deze provincie
betreft, zullen gehouden worden te Schagen, op 24 Sep
tember a.s. des voormiddags en hiertoe zullen wor
den toegelaten alle hengsten, die tenminste 2V2 jaar
oud zijn;
2o. dot de eigenaar of houder, die een hengst ter
keuring wenscht aan te bieden, verplicht is daarvan
tenminste drie weken vóór de keuring vrachtvrij eene
schriftelijke en onderteekende aangifte te zenden aan
den Secretaris der provinciale regelingscommissie, (den
heer \V. Teengs te Alkmaar), met opgave van:
a. naam en woonplaats van den eigenap" en 'houder
b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere ken-
Ieekenen van den hengst, benevens, indien deze in
een stamboek is ingeschreven, stamboek en stamboek
nummer;
c. zoo mogelijk afstamming van den hengst, zoowel
van vaders- als moederszijde, en naam en woonplaats
van den fokker;
3o. dat een hengst na bovenvermelden termijn aan
gegeven, van de keuring is uitgesloten, tenzij de Com
missie geen bezwaar tegen toelating heeft en de eige
naar of houder vóór den dag der keuring eene som
van tien gulden bij voornoemden Secretaris stort;
4o. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuringen op
vrachtvrije, schriftelijke en onderteekende aanvraag van
eigenaars of houders van hengsten door den Secretaris
der r egel ingscommissie voornoemd, zullen worden ver
strekt.
Schagen, den 7 Augustus 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
ROGGEVEEN. H. J. POT.
CLV.
Over „Apachen' „Hooligans", „Schoelje".
Als ge op den Dam of op 't Sophia- of Rembrandl-
plein op 'n tram staat te wachten, om u naar 't een
of ander verwijderd punt van de stad te begeven, dan
kan 't zijn, dat ge even naar de kiosk slentert, zoo
niet om 'n courant te koopen, dan toch om prentjes
te kijken en van de „Fliegende" of van „Simplicissimus
'n geestigheid in u op te nemen. Maar er is aan
zoo n kiosk één zijde, die ge maar zelden kans hebt
te zien, en dat is die, waar het Engelsche blad „Il
lustrated Police-News" is voorgehangen. Voor die prent
staan geregeld vier, vijf mensehen tegen elkaar gedrukt,
0111 te zien hoe 'n minnaar zijn meisje den hals af
sneed, hoe n moeder haar kinderen worgde, hoe
straatroovers 'n rijtuig aanvielen en de inzittenden eerst
half vermoordden en daarna plunderden, enz. enz.
allemaal de meest gruwelijke voorstellingen van de
meest gruwelijke misdaden. Met 'n beetje phantasie
kunt ge u gemakkelijk het heele bedoelde drama voor
stellen en als ge wat gevoelig rijt aangelegd voelt ge
uw bloed stil staan en uw lichaam koud worden van
top tot teen.
Maar de prenten trekken kijkers en koopers en als
oe nog in overvloed „Groenen" kunt krijgen en „Flie
gende Blatter" ol 'n achtergebleven „Assiette au Beur-
re dan is „Illustrated Police-News" met zijn afschu
welijke voorstellingen al lang en breed uitverkocht. Die
bladen worden gekocht door allerlei soort van men
schen ook ofschoon met bijgaande Engelsche tekst
dooi" menschen, die geen Engelsch lezen of ver
staan Dat doen ze alleen maar om de prenten. En
als ze dan iemand tegen t lijf loopen, die Engelsch
leest en zoo vriendelijk is, om 't verhaal voor hen
te vertalen, dan genieten ze dubbel. Die bladen worden
gekocht door winkeliers van allerlei slag of liever
door '11 zeker slag van winkeliers - die ze dan als
reclameniiddel bij: wijze van magneet voor hun ven-
sters hangen, gewoonlijk met vertaald onderschrift. Van
die platen kan dan ieder genieten, die er voorbijgaat:
mannen en vrouwen, jongens en meisjes, kinderen,
schuldigen en onschuldigen, ieder.
En niemand schijnt te beseffen welk effect dergelijk
aanschouwelijk onderwijs kan hebben.
t Is lang geleden, dat ik n rechtzaak bijwoonde,
t Mas in Middelburg, de hoofdstad van Zeeland, waar
in een der naburige dorpen, door 'n nog jonge moe
der ze was bijna dertig 'n schrikTijke misdaad
gepleegd was tegenover haar negenjarig kind. Keesje
't Smaakt mij niet om dezen gruwel, die mij nog
altijd ontroert als ik er aan denk. hier in 't breede
te gaan beschrijven. 'Ik zie er ook 't nut niet van in.
Alleen de prachtige redevoeringen, zoowel van het
Openhaar Ministerie als van Mr Hoek, den verdediger,
zal ik nooit vergeten en heb ik ook later wel eens
in besloten kring verteld. Maar de ondervinding toen
opgedaan, de ontroering gedurende dit verschriklijke
proces, deden mij besluiten nooit meer de behandeling
van 'n rechtzaak bij te wonen. Als ik dan toch niets
te doen heb of geen lust heb om te werken, dan ga
ik maar liever in 't gras liggen. Misschien dat anderen
er wat aan hebben; ik niet.
Ik woon nu al langer dan twaalf jaar in Amsterdam,
waar men iederen dag de gelegenheid heeft, de behan
deling van strafzaken bij te wonen, maar ik heb 't
nog nooit gedaan. Deneenigen keer, dat ik in de recht
zaal hier verdwaalde, was toen ik 'n collega-verslag
gever spreken moest. Anders kwam ik er nooit. Al
wat ik er van weet, heb ik van hooren vertellen.
Die zittingen van onze rechtbank zijn publiek en
ieder die er lust in heeft, kan ze bijwonen. Maar welk
publiek denkt ge nu wel, dat doorgaans die strafzit
tingen bijwoont? Zoudt ge denken enkel verslaggevers,
rechtsgeleerden of menschen. die van dichtbij of in
de verte bij zoo'11 zaak betrokken zijn? Mis! Het groot
ste gedeelte van 't publiek, dat de openbare tribune
vult. bestaat «uit straatmenschen, baliekluivers, kringe
tjes-spuwers, opgeschoten jongens "met 'n pruim achter
hun kiezen, meiden met vette gepommadeerde haren
en glimmende wangen van de groene zeep, die zich
wasschen tot aan hun halsboord en hun handen niet
verder dan tot aan de pols, kinderen, waarop de leer
plichtwet geen vat meer heeft, die, na de lagere school
te hebben doorloopen en hoe soms? de wereld
zijn ingegaan, om er hun weg te vinden en brood te
verdienen. Maar die, door I voorbeeld van ouderen
daartoe gebracht, nu rechtszittingen bijwonen; niet
met een streven om te komen tot hoogere ontwikke
ling die woorden kennen ze niet eens maar om
eens te zien, hoe Bram of Kees, die „gepakt" is voor
vechten of inbreken of toen hij 'n la gelicht had, zich
nu houdt tegenover de „heeren van t gerecht". Bij
'n brutaal antwoord van 'n „beklaagde" bedoeld
wordt 'n „overtreder of 'n „aangeklaagde" giege-
len jdje ouderen op de tribune of wordt er hoorbaar
gezegd: „Mooi zoo!" en de jongeren, wier toekomst
zal bestaan in vechten, kwartjes-vinden, lade-lichten,
inbreken, stelen, doodslag misschien, kunnen hier te
weten komen hoe ver zij gaan kunnen, wat zij alzoo
antwoorden mogen, zonder zwaarder gestraft te wor
den; kunnen te weten komen de fouten en de zwakke
plaatsen in onze strafwet en in ons strafstelsel, hooren
de practische toepassing van ons strafwetboek, de op
vattingen door rechters en Openbaar Ministerie door
gaans gehuldigd en zijn bedrevener en spitsvondiger in
de exegese van 'n wetsartikel dan gij en ik, die er
op bogen, dat wij lezen en verstaan geleerd hebben.
En daar is niets tegen te doenOnze Grondwet hul
digt nu eenmaal het beginsel, dat de terechtzittingen
openbaar zijn, en het feit, dat die openbaarheid 'n
zeker soort van menschen wijzer maakt dan noodig
of gewenscht is, schijnt geen reden te mogen wezen
om aan 't beginsel van die openbaarheid te tornen.
En niemand schijnt te beseften welk treurig effect
en welke treurige resultaten dergelijk aanschouwelijk
onderwijs kan hebbenen heeft.
Ik zet 't u 'n courant in handen te nemen, waar
nu eens niet in voorkomt 'n moord of 'n moordaan
slag, 'n geval van meer dan brutale straatschenderijl
of geldverduistering. Als ge niet leest van een jonge
moeder, die haar kind om 't leven bracht of liet bren
gen zooals het geval waarvan deze courant ons
verleden week onder *t opschrift „Al te barbaarsch"
de mededeeling bracht dan leest ge van „nagemaakte
bankbiljetten", van „insluiping", van „aanranding' van
„fatsoenlijke" fraude, van zóó geraffineerde „oplichte
rij" of zóó brutale „geldafpersing" vergezeld van
„levensbedreiging", dat u de haren te berge rijzen en
de bewustheid tot u doordringt, dat zoomin uw leven
als uw bezit kan geacht worden „veilig" te rijn. De
diefstal bij Freule Boddaert onlangs gepleegd, bewijst
hoe listig dieven te werk gaan; wie ziet kans daartegen
te waken? De vele moorden, die gepleegd worden en
waarvan de daders nooit gevonden worden, bewijzen
nog erger dingen, 't Is maar '11 enkele, die zijn misdaad
boet en wien de gelegenneid ontnomen wordt opnieuw
'n moord te doen. Grete Beijor, die haar minnaar dood
schoot en hem toen de revolver in de doode handen
duwde, zoodat de menschen konden denken, dat de
arme kerel zelfmoord gepleegd had, is op 't schavot
terecht gekomen (Duitschland). Maar de moordenaars
van Stein.heil zijn zoek, de moordenaar of moordenaars
van Remy mystificeeren de rechters en rekken 't pro
ces, Jeanne Weber had de gelegenheid acht of negen
moorden op kinderen te begaan, de vrouw, wier straf
EEN HUWELIJKSGESCHIEDENIS
van
HANS VON ZOBELTITZ
14.
Kerstin had Marga nog tot haar rijtuig gebracht. Zij
hadden 4aar'}ij maar weinige woorden gewissekt. zoo
waren zij in gedachten. Eenmaal vroeg zij i-Ga je
naar Waldow terug?" En hij antwoordde kort „wij
wilden naar Wiesbaden of Baden-Baden; het is nog
niet bepaald." Beneden bleef hij een oogenblik staan:
„Zult ge moedei' zeggen dat mijn vrouw en ik van
daag bij Claire dineeren?"
„Zeker."
„En hoe zal ze dat opnemen?
.Zwijgend, Eriehen toch zullen hare gedachten
deu ga lis c hen avond slechts hier zijn. I oen had hij
haar neg eenmaal de hand gekust en had het rijtuig
nagekeken, tot het om den naasten hoek van de straat
verdwenen was. vr„
Kerstin wilde te voet naar het hotel terug. Na teni0e
schreden echter overkwam hem een klem ongeval.
Onachtzaam als hij was', lette hij met op den kan
van een stoep, gleed uit en stiet zich hard tege
scheenbeen. Eerst lette hij niet op de pijn, maar eenige
stappen verder werd dit evenwel zoo erg, dat ruj een
rijtuig aanriep en naar huis reed. Het was niets be
denkelijks, alle bewegingen kon hij goed doen, gebio-
ken was er dus blijkbaar niemendal-
Toen hij op rijn kamer er naar keek, was er mets
te zien dan een flinke huidontvelling, eenige uren rust
en een paar koude compressen zouden het euvel spoe
dig herstellen.
Sidi was nog niet terug Hij guig dus maar op de
sofa liggen en was zeer tevreden alleen te zijn met
zijn gedachten. Het wederzien met Marga had een
diepen indruk op hem gemaakt, het meest was hij nu
evenwel bezorgd 0111 haar. Voor de eerste maal was
de kwellende vrees bij hem opgekomen, dat zij een
'f^f'tevorai was daar sprake van geweest; nooit
luid een arts zich in dien geest uitgesproken, leer,
zwak met wat bloedarmoede had men haar genoemd
verder niets - en elk jaar deed een verblijf m
het cebergte of aan zee haar zoo goed, dat alle
bezorgdheid overbodig scheen. Maar nu hij haar zich
voor oogeu riep, zooals zij vandaag was geweest, met
die bijna doorzichtig witte handen, met die steeds
wisselende gelaatskleur, toen steeg in hem èen bange
angst op.
zaak ik te Middelburg bijwoonde zie boven die
ik met eigen ooren den gruwel van den moord op
haar eigen kind heb hooren vertellen, loopt weer op
vrije voeten. De Jong. die kans zag om drie vrouwen
te verdonkeremanen, loopt waarschijnlijk weer op vrije
voeten en is nu misschien aan rijn vierde bezig. En
zoo gaal dat maar voort. Als ge 'n schaar klaar legt
en ge knipt uit verschillende bladen al de stukjes,
die tot crimineele of correctioneele strafbehandeling
aanleiding kunnen geven, dan hebt ge in twee maan
den tijds 'n sigarenkistje vol.
En de gewone menschen, de menschen van opstaan,
werken, eten en naar bed, menschen die klokke zoo-
laat uitgezonderd 'n enkelen feestavond - in hun j
„mandje" liggen, omdat ze morgen weer werken moe
ten, omdat ze morgen weer brood verdienen moeten,
menschen van gewoon bedrijf en gewoon levensverloop,
die precies rondkomen met hun verdiende dubbeltjes
of er 'n stuiver van overleggen voor „den kwaden dag",
die werken en waken voor zichzelf en de hunnen,
vrede en geluk trachten te behouden in hun eigen
huis en dit geven aan hen met wie rij omgaan, die
menschen mogen de schriklijke wetenschap met zich
omdragen, dat dieven hun huis kunnen binnendringen
en op duizenderlei manieren daaruit weg kunnen ste
len hun geld, hun arbeid, hun bezit, hun leven en
geluk; megen de wetenschap met zich omdragen, dat
niets, niets veilig is voor de vijanden, die van buiten
op den loer liggen. Het grendelen en sluiten van deuren
en kasten heeft geen reden meer, 't eigen huis is niet
meer 'n „veilig kasteel", en de publieke straat kóó
onveilig geworden, dat menig vredelievend burger, die
er nog nooit aan gedacht heeft te vechten of 'n moord
te doen, zich 'n boksbeugel of 'n revolver aanschaft,
om bij aanval en overrompeling zich te kunnen ver
weren. Het kwaad staat voor de deur en treedt tel
kens driester op, en waar dievenhanden zich durven
uitsteken naar uw bezit, daar zullen als 't niet hoo-
ger of lager kan moordenaarshanden uw leven niet
ontzien.
Is dit overdrijving? Ik hoop 't; maar ik ben over
tuigd, dat 't dit niet is, en de vraag mag gedaan
worden en is gedaan, of dit zoo moet blijven en
voortgaan.
We behoeven geen Fransche couranten in handen
te nemen, om te weten hoe de Apache n" te Parijs
huishouden ,en zelfs naar 't buitenland hunne afdec-
lingen Zenden, om daar bij feestelijkheden of andere
gelegenheden, waar veel voik samenkomt, hun slag te
slaan, of wel in de provincie goed-overlegde inbraken,
als 't moet. vergezeld van moord plegen. We
behoeven niet naar Londen te gaan, om eens te weten
te komen, hoe „Hoolygans'' sommige wijken on
veilig maken en er scholen zijn waar de jeugd kan
worden opgeleid tot dief, inbreker, straatroover en
moordenaar. Dat alles kunnen we zien op prenten van
de „Petit Parisien", van de „Illustrated Police-News",
die hier voor de kiosken en voor de ramen van som
mige lugubere winkels hangen; en 't verloop der straf
zaken, die van zulke gebeurtenissen 't gevolg rijn, kan
door „belangstellenden" bijgewoond worden op de pu
blieke tribune van 't gerechtsgebouw hier op de Prin
sengracht en in elke zaal waar rechtgesproken wordt.
Zie ik 't zoo verkeerd in, wanneer ik meen, dat al
die publiciteit de openbare orde en veiligheid, en 't
algemeen geluk schade doet? Is alles met elkander geen
aanschouwelijk onderwijs? Zou 't zoo erg zijn, als de
publieke tentoonstelling van die afschuwelijke prenten
verboden werd, en als de „uitzonderingen" van de
openbaarheid der terechtzittingen „uitzonderingen",
die alinea 3 van artikel 161 onzer Grondwet toelaten
door den rechter eens wat meer werden toegepast?
Zou dat zoo erg zijn? Staken we ook niet soms onze
gesprekken, als er iemand binnen komt? Dit kunnen
eerlijke en eerbare gesprekken rijn, maar die we toch
niet voortzetten kunnen of willen, om duizend rede
nen. Is alles voor ieder even goed? Dan kunnen ook
gezonden medicijnen innemen en pillen slikken; maar
ik zeg u, dat ze 'r ziek van zullen worden. En gezonde
hersenen en harten kunnen wel eens riek gemaakt
worden ,met de ontijdig toegediende behandeling van
'n rechtzaak; en de drastische werking van zulke pren
ten zou bewezen kunnen worden.
De opgeschoten straatjongens en straatmeiden, die
hier op de tribune zitten en dan loop van 'n rechtszaak
volgen, worden hier niet oneigenaardig „Studentjes in
de Rechten" genoemd, omdat ze haarfijn te weten
komen, wat ze in verschillende omstandigheden doen
en zeggen moeten, om, zoo mogelijk, vrij te komen, 't
zijn dezelfde lui 't is althans hetzelfde slag dat
nu al weken en weken gedeelten van buurt IJ IJ on
veilig maakt. Daar zijn „Apachen" in den dop onder,
die maar wachten op 'n kans, om iets heel ergs te
doen. 't Is 'n bende onrust-stokers, die men weet
niet waar vandaan telkens nieuwe hulptroepen
winnen.
De veiligheid laat tegenwoordig in Amsterdam veel
te wenschen over, en Politie en Justitie zullen andere
wegen moeten inslaan en andere middelen moeten
bedenken, om niet, tegelijk met het publiek, dupe te
worden van dit schavuitendom.
Als doodstraf en lijfstraffelijke rechtspleging afgedaan
hebben, omdat ze niet meer tot de zeden van onzen
tijd behooren, goed! Maar Iaat er dan ten minste iets
op bedacht worden, om veilig over de straat te kunnen
gaan, om niet sommige straten en pleinen én huizdh
het mikpunt te zien worden van allerlei afschuwelijke
baldadigheid.
Zou beestig hard-werken of 'n tredmolen, zooals
die nog in Engeland in gebruik is. geen uitstekend
goed redmiddel ik bedoelmiddel ter opvoeding
van die ruwe klanten kunnen wezen? 't Zou althans
eens geprobeerd kunnen worden. We kunnen 't toch
met net zoolang,.... pet zoolang blijven aankijken en,
afwachten, totdat ons aller bezit gestolen, onze huizen
verbrand en wij zelf afgemaakt rijn?
En heusch. daar gaat 't van lieverlee heen; want
men kan geen krant meer in handen nemen, zonder
kolommen-vol mededeelingen van misdaden en straat
schenderij onder de oogen te krijgen.
Als de tijd van handelend optreden nu nog niet is
aangebroken, wanneer zal die dan aanbreken? Mij
dunkt, dat we nu lang genoeg bespiegeld en gephiloso-
feerd hebben over den ernst der tijden en de treurig
heid der gebeurtenissen.
Of kan 't „zeventig maal zeven malen" zóó bedoeld
rijn, dat we alles zouden goedvinden, wat dieven en
moordenaars besteken durven?
H. d. H.
Aanteekeningen.
Drastisch: snel en sterk werkend, aangrijpend,
hevig aantastend.
Daar kwam Sidi.
Hij stond op, doch de pijn, die bij het rustig liggen
geheel verdwenen was, deed hem nu weer een
pijnlijk gezicht trekken. Het was evenwel maar een
klein oogenblik, want toen had hij alle zelfbeheer-
sching .terug, lachte en groette zijn vrouw met een
vriendelijk woord. Maar Sidi was dat pijnlijke gericht
niet ontgaan. Op haar vroolijk en opgeruimd gelaat
was plotseling een angstige schrik leesbaar. Zij wierp
de pakjes die rij, in de hand had op tafel, snelde op
Erich toe en greep hem bij de hand: „Erich wat
scheelt je? Ga toch liggen
„Niet de moeite waard, een onachtzaamheid, een
domheid."
Maar rij gaf niet toe. Hij moest gaan liggen en
haar nauwkeurig op de hoogte stellen. Bijna met tegen
zin deed hij het. En het was hem zeer pijnlijk, dat
zij het kleine wondje bepaald zelf wilde zien. Pijn
lijk en hij was ook verba ïsd. Verbaasd dat zij zich
zoo opwond; verbaasd dat zij daarbij niet dadelijk om
een dokter riep; maar het meest verbaasd, hoe handig
rij zich gedroeg, hoe zacht haar vingers waren bij elke
aanraking, en hoe rij hem spoedig op rijn gemak bracht,
rijn been gemakkelijker legde door er een paar kussens
onder te schuiven, het was als een geëxamineerde ver
pleegster.
En rij sprak daarbij zoo verstandig: ,.ik hoop ook
dat het niet veel beteekent, maar zoo iets doet pijn.
juist daai' op het scheenbeen. Arm ventje Zoo lig
nu maar heel stil en ik ga bij je zitten. Ik^ ken dat,
ik ben ook eens zoo afschuwelijk gevallen zij hau
er aan willen toevoegen: „bij zoo 11 ellendige repeti
tie," maar dat laatste hield zij maar binnen. En
plotseling zag ze oj> haar nagel dat kleine litteeken,
waar haar vader vroeger met den hamer op had ge
slagen in rijn zinnelooze woede, omdat rij hem het
houtje voor de pop niet gauw genoeg had overgegeven.
Hemel wat had dat een pijn gedaan.
Merkelijk medelijden lud zij met iiaar heilige. Hij
gevoelde dat, en het deed hem goed, ofschoon hij
er zich tegen verzette. Het was te dwaas: Sidi vol
zorgen voor hem. Sidi zijn verpleegster.
Sidi vond het noodig haar mail goed te doen en zij
toonde het hem oprechtik doe het gaarne. Juist na
die lamme ontmoeting met dien kerel uit Grüz. Dat
liad Erich ook weer zoo hoog opgenomen
Zij zat naast hem en vernieuwde van tijd tot tijd
de natte omslagen. Dan viel haar in: hij had bepaald
nog niets gegeten. Zij had zelf ook honger. De kellner
moest een kleine tafel dicht bij de sofa .uiiuichten en
zij rustte niet voordat hij iets had gegeten; zij bab
belde allerliefst over liaar boodschappen, was teeder,
lief en vol deelneming.
De pijnen waren door de rust verdwenen. Kers tin.
lag stil en luisterde met een half oor naar het gebabbel
van Sidi. Hij dacht weer aan Marga. Maar rijn ge
dachten hielden zich tevens bezig met de vrouw naast
hem. Hoe verschillend waren toch die twee; er was
niets moer verschillend te bedenken. En Marga had
gesproken over iets gemeenzaams. Was er dat dan ook
zelfs bij alle verschil? Of kwam dat nu juist uit in
dit oogenblik, dat zijn vrouw zoo echt vrouwelijk en
zorgend met hem omging? Hij spon die gedachten steeds
verder uit: voor lichamelijk lijden had Sidi medege
voel; men voelde dat het echt en oprecht was
voor zielelijden ontbrak haar het juiste waarnemings
vermogen, dat had Marga. Maar hij gevoelde dit alles
zonder bitterheid.
Plotseling viel hem in: hij had Sidi nog niemendal
gezegd van de uitnoodiging voor dien avond. „Zeg kindje
wij zijn voor van avond ten eten gevraagd tiij mijn
zwager."
Sidi sprong op, verbaasd, opgewonden, blij. „Dat is
1111 eens lief." Maar dadelijk kwam de reactie. „Jam
mer dat je nu deze domme geschiedenis moest
passeeren."
Er ontspon zich een kleine woordenwisseling. Zij
wilde bepaald voor de uitnoodiging bedanken, hij stond
erop dat zij gaan moesten. Zij wond zich ophet was
een besliste lichtzinnigheid en zij kon de verantwoor
ding daarvan niet dragen. Ten slotte gaf zij met blijk
baren tegenzin toe en dan brak toch weer door
de vreugde over deze uitnoodiging: „Fameus is het!
ik heb je zuster altijd zoo sympathiek gevonden
zij is de eenige geweest, die mij dadelijk liartelijk tege
moet gekomen is. Let maar op ventje, wij worden
bepaa'd nog heel goede vriendinnen. Zullen er veel
menschen zijn?"
„Neen. Mij zijn geheel onder familie."
Van Marga zweeg ifiij.
Sidi dacht na en hield zich in gedachten bezig met
haar toilet. Maar rij: bleef bij haar man, verzorgde
hem, tot het meer dan tijd werd onf zich klaar te
maken.
Toen zij weer bij hem binnentrad was hij zeer aan
genaam verrast. Hij had vluchtig gemeend dat
zij de eene of andere kostbare japon zou kiezen. Maar
zij had een weliswaar elegant maar eenvoudig kleed
aangetrokken, en zij droeg, zeer tegen haar gewoonte,
bijna geen enkel sieraad. Daarbij zag rij er brillant uit
Het vale blauw der lichte zijde stond voortreffelijk
bij haar bruine haar. Hij kon hel niet laten haar een
klein compliment te m.iken, dat zij hem met een lief
lachje betaalde: „ik verheug mij, wanneer ik je zoo
beval."
Het ging met het been beter dan Erich zelf had
gedacht. De pijnen waren met het loopen zelfs niet
meer erg E11 Sidi was zoo behoedzaam met hem, als
maar eenigszins noodig was. Roerend zorgzaam, dat
moest hij toestemmen. Bijna overdreven zorgzaam Zij
geleidde hem, zij trachtte hem te steunen, zij drong
er op aan, dat hij in de auto het been op de andere
bank zou leggen, rij vroeg of er bij Claire ook een
lift was.
Bij dit alles voelde hijJe zoudt van de pijnen
zoodoende met veel merken, al waren ze ook erger
dan nu. Mant op dat oogenblik werd alles terugge
drongen door de verwachtinghoe zal het rijn, wan
Afstammelingen hengst Dimanche.
Door het Fonds ter Bevordering der Paardenfokkerij
in Nederland van de Nederlandsche Harddraverij- en
Renvereeniging, zal op Woensdag 26 Augustus a.s. des
namiddags ten 1 ure, aan de Buurt te Wieringerwaard
een keuring gehouden worden van veulens afstammende
van den hengst „Dimanche".
Om aan deze keuring te kunnen deelnemen, moet de
merrie, waarbij een veulen van „Dimanche" geworpen
is, wederom door dezen hengst gedekt zijn.
De veulens moeten met de moeder worden aangeboden.
De dekbewijzen van niet geregistreerde veulens, bene
vens alle dekbewijzen van dit jaar moeten op de keu
ring worden overlegd.
Uitgeloofd wordt: als eerste premie f30.—als tweede
premie f 25.als derde premie f 20.—, als vierde
premie f 15.—, ajs vijfde premie f 10.—, terwijl nog
5 premiën van f 5.ieder zullen beschikbaar zijn, plus
I 5-voor de merrie mits in een erkend stamboek
ingeschreven en geschikt voor een kruising met
„Dimanche".
De aangifte voor deze keuring is kosteloos opengesteld
tot en met den 25sten Augustus a.s. bij het Bureau
van Registratie der N.H.-& R.V. Amstel 82, Amsterdam.
Deelname van alle afstammelingen is gewenscht.
Langere!». Gem. N.-Niedorp.
De op 9 en 10 Augs. j 1. gehouden Kermis bij den
kastelein Vis kenmerkte zich door aangename, gezellige
drukte.
Begunstigd door prachtig weer werd de Zondag op
de gewone „Kermiswijze" doorgebracht. Voor Maandag
stond echter heel wat op het „repertoire". Des middags
werd met paard en kar gereden langs „Kwade Trien",
een parodie op het gewone Ringsteekspel, alwaar 24
paren aan deel namen. Vermakelijk was het gezicht,
hoe de keurig opgesmukte „Kwade Dame", hoog boven
de gezellige drukte, op haar voetstuk troonende, met
lachend gezicht, als 'tware, het publiek uitnoodigde,
haar de aandacht te schenken, die zij, van kermisoog-
punt uit, ten volle waard was.
Na een vrij hardnekkigen strijd, werden de volgende
prijzen behaald:
Mej. M. Kuiper van Aartswoud, rijder de heer J.
Zwakman van Nieuwe Niedorp, le prijs.
Mej. A. Hooijveld van Oude Niedorp, rijder de heer
K. Kooij van Hoogwoud, 2e prijs
Mej. M. de Wit-Brugman, rijder de heer J. de Hoop
van Hoogwoud, 3e prijs.
Mej. J. Koojj van Nieuwe Niedorp, rijder de heer J.
Kooij van Nieuwe Niedorp, 4e prijs.
Mej. A. Kuiper van Hoogwoud, rijder de heer J. Jes
van Nieuwe Niedorp, 5e prijs-
Na afloop werden door den Voorzitter der regelings
commissie, den heer M. de Jong, de prijzen, welke in
contanten bestonden, aan de overwinnaars uitgereikt.
Bü het inmiddels reeds vrij ver gevorderde uur,
spoedde ieder zich naar huis, om op tijd gereed te kun
nen zijn, voor de openbare uitvoering van de Rederij
kerskamer L. 0. L. alhier, welke het alreeds bekende
blijspel, Buttinger en Zoon voor het voetlicht zou bren
gen. Een groot publiek woonde deze voorstelling bij
en te oordeelen naar het aandachtig gehoor viel het
stuk zeer in den smaak.
Menig hartelijk applaus was het loon der spelers.
Na afloop werd de kermisvreugde door jong en oud nog
geruimen tijd voortgezet en reeds vrij laat in den nacht
toog men huiswaarts.
Zoo behoort ook dit volksfeest weer tot het verledene.
neer Marga en Sidi tegenover elkaar staan? Er was
iets onzekers in deze verwachting. Hij vreesde, en wist
niet recht waarom. En Jiiji hoopte, maar wist niet
recht waarop. Menigmaal kwam het hem voor als
liepen hem de rillingen langs den rug. Zwijgend zat
hij naast zijn vrouw in het rijtuig en wanneer zij
bezorgd vroeg: „doet het zoo'n pijn? Zit je goed?"
dan had hij niets anders tot antwoord dan een kort
ja of neen.
Toen hij met Sidi den salon van zijn zuster binnen
trad, zag Erich eerst niemand anders dan Marga, of
schoon rij: op den achtergrond stond en Matthias met
zijn lange gestalte zich zoo naar voren schoof, dat
Marga bijna geheel verdween.
Erich zag slechts Marga; hij wilde den eersten in
druk van haar gelaat aflezen en zijn hart Werd warm,
daar zij even met hel hoofd knikte, met een stil, vrien
delijk lachje op haar gelaat. Zij deed eenige schreden
naar voren en Claire stelde haar broer voorrijnde, de
vrouwen aan elkaar voor. Zij beiden reikten elkaa1- de
hand- Hij hoorde Marga's stem„goedendag, lieve
Sidi. Het was zoo eenvoudig, zoo vanzelfsprekend,
zooals zij dat zeide. Het klonk zoo hartelijk.
Prach Was er ook. Dus geheel woord had Claire
niet gehouden. Ja men moet dat beklagenswaardig
niensch, die nooit weet, hoe hij zonder zijn vrouw-
een avond in Berlijn zal doorbrengen men moet
dezen jongeling met de lokkenpracht toch een beetje
steunen, zoo heette het. Prach ratelde dadelijk van
een bijzondei' geluk en van de schoone uren in Wal
dow en van de mooie slotvrauwc, die zich zoo won
derbaar voegde in de echtelijke tyrannie.
De bediende meldde, dat de tafel stond aangericht. De
beide deuren van de eetkamer werden opengeschoven.
De man van Claire bood Sidi den arm, Prach nam
Claire in beslag en zoodoende bLeef Marga voor Erich
over. Deze was het vriendelijke lot daarvoor dank
baar.
Bij de weinige schreden naar tafel merkte Marga
dat Erich met den voet trok Zij vroeg naar de reden
daarvan. Maar zij was dadelijk weer gerust, toen hij
haar het kleine ongeval vertelde. Zij schertste er zelfs
mee. Je was zeker met je gedachten in den hemel
M ij aardbewoners moeten er steeds om denken, dat
wij lilt stof geboren zijn." E11 wat een opstand had
Sidi van deze kleinigheid gemaakt. Maar lief was rij
daarbij toch geweest dat te loochenen was ondank
baar.
Het was zeer vroolijk in het kleine kringetje.
Matthias stond er voor bekend, dat hij van een
goede tafel en kelder hield. Hij: zelf en Claire volgde
hem daarbij na, legde zich wat de hoeveelheid betrof
allerlei ontzeggingen op, om zoodoende maar vooral
met zwaarder te worden, maar de kwaliteit der spij
zen en dranken moest dan ook alles vergoed mi. Prach
genoot daarentegen met volle teugen, dat 'was een echte
smulpaap.
„Mat een heerlijk leven hebben die groote-stadsbe-
woners toch, van alles ihet beste en dikop Manneer