AUsmsen Nitm-
AiicMit- Lm
10.
Uitgevers s TRAPMAN Co.
Donderdag 20 Augustus 1908.
52ste Jaargang. No. 4388
Bureau SCHAGEN, Laan D 4.
Interc. TelepRoon No. 20.
EERSTE BLAD.
Gemengd Nieuws.
Binnenlandsch Nieuws»
SCHAGER
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 Ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer beniaai uil twee bladen.
De ramp op de „Couronne."
(Zie vorig nommor.)
De Parijsche berichtgever van het Handelsblad schrijft
Niets dan akeligheid hier, dezer dagen. Eiken morgen
het bericht van een nieuwen moord, uit hartstocht,
geldzucht of ook wol uit moordlust alleen. De satyrs
schenen wel uit de lucht te vallen, en de Apachen ver
minderen volstrekt niet in aantal, hoeveel er elke week
ook in de doos gestopt worden. En nu weer deze ver-
schrikkeiijke ramp aan boord van de „Couronne", waar
over Reuter reeds geseind heeft, en die een zestal jongen
fermen zeelieden het leven, en een aantal anderen armen
en been en gekost heeft.
De „Couronne", oude houten schuit die de laatste
jaren uitsluitend voor de schietoefeningen der leerling
kanonniers gebruikt is en binnenkort buiten dienst ge
steld zou worden, is een ongeluksschip. Twee jaar ge
leden vloog er een kanon uit elkaar en doodde drie
man van de bediening. Verleden jaar deed een derge
lijk ongeval er opnieuw drie het leven verliezen, en
werd een zestal officieren en manschappen gewond. Nu
weer zes dooden als 't daarbij blijft en bü de
twintig gewonden, waarvan velen hoogst ernstige brand
wonden opgeloopen hebben. Het is te begrijpen dat de
openbare meening zich nu druk met de zaak bezig
houdt, en dat het publiek vol ongeduld het resultaat
afwacht van de in te stellen enquête. Jammer, dat een
dergelijk onderzoek maar al te dikwijls op niemendal
uitloopt. De voornaamste getuigen zijn dood, of weten
weinig anders te vertellen dar. dat een plotselinge schok
hen onderste boven wierp. Het kanon is zoodanig uit
een gesprongen dat men weinig meer zien kan aan de
scherven, die trouwens voor een groot deel op den bo
dem der zee liggen. Daarbij komt dan nog het gewone
verschijnsel, dat de deskundigen het over de conclusie
volstrekt niet eens zijn. Genoeg omstandigheden om
in die conclusie niet al te veel steun te hebben.
Uit hetgeen thans bekend is blijkt, dat de lading van
een der kanonnen waarmede men aan het schieten was,
en dat al vijf-en-dertig schoten gelost had, plotseling
ontplofte toen ze in de kamer gebracht was en voordat
het sluitstuk weer neergelaten was. Een lange vlam
spoot achteruit, en trof in de eerste plaats den man
die men was met snelvuuroefeningen bezig met
een nieuw projectiel stond te wachten om het kanon,
zoodra het afgevuurd was, weder te vullen. Ook dit
ontplofte, en door de stukken ijzer van dit en van de
uiteengesprongen kulas werden de vreeselijke verwon
dingen veroorzaakt die zoovelen matrozen het leven ge
kost hebben. Enkelen werd het hoofd letterlijk glad
afgeslagen.
De meening die de getuigen van het ongeluk aanvan
kelijk uitspraken, was, dat het kanon inwendig te veel
verhit was door de voorafgaande schoten, die elkander
te snel zouden zijn opgevolgd, en dat daardoor het pro
jectiel ontplofte zoodra het in de kamer gebracht was.
De kapitein van het oefenschip, die overigens niets heeft
willen loslaten vóór de officieele enquête gehouden was,
heefc echter deze hypothese onmiddellijk voor onjuist
verklaard. Dagelijks werd met de kakonnen aan boord
van de Couronne geschoten, soms meer dan honderd
schoten achter elkander, en nooit is een dergelijke
abnormale verhitting geconstateerd.
Hoog wordt door verschillende berichtgevers opgegeven
van de uitstekende houding van de overige bemanning
der Couronne. Toen de admiraal aan boord kwam om
persoonlijk een onderzoek in te stellen, stonden zij allen
even onbewegelijk en ferm in rij en gelid, en onder
gingen zij de inspectie van den „hooge" even impassibel
alsof er niets gebeurd was. Dit is zeker een staaltje
van fermheid, zelfbeheersching en discipline, dat een
goed denkbeeld geeft van de waarde der Fransche ma
rinematrozen. Wat echter in deze een niet-militair wat
vreemd aandoet is, dat de hooge bezoeker, op het too-
neol van de ramp komende, niets beters te doen wist
dan deze diepgeschokce mannen te gaan inspecteeren.
De mentaliteit van een man, die het op zulk een oogen-
blik het meest urgent acht, te gaan kijken of het volk
wel behoorlijk op rechte rijen staat, en of er geen knoo-
pen ontbreken aan de matrozen-broeken zal voor
„postiekers" wel altijd onverklaarbaar blijven.
Köpenick.
De schoenmaker Wilhelm Voigt, de zoogenaamde „ka
pitein van Köpenick", heeft plotseling gratie gekregen
en is ontslagen uit de gevangenis te Tegel,waar hij van
de vier jaren gevangenisstraf, waartoe hij indertijd ver
oordeeld werd, 20 maanden heeft gevangen gezeten, ge
durende welken tijd hij zich uitstekend gedragen heeft.
Volgens de Berlijnsche bladen, is de „kapitein van
Köpenick" vrijgelaten op grond van een kabinetsorder
van den Keizer.
De Berlijnsche correspondent van de Kölnische Zeitung
meldt: Iemand wien men zijne begenadiging waar
schijnlijk algemeen en van harte gunt, is de, als
kapitein van Köpenick, in de heele wereld welbekende
schoenmaker Voigt. Het geniale boevenstuk, waardoor
hij zich van de gemeentekas van Köpenick meester
maakte, het opcommandeeren van soldaten, de inhech
tenisneming vair den burgemeester al deze gebeurte
nissen, die eerst stomme verbazing, daarna een bijna
onbedaarlijk gelach verwekten, zijn nog in ieders
heugenis. De heele geschiedenis was zoo koddig, dat
men bijna geneigd was, haar meer als een dwazen
studentenstreek op te vatten dan als een misdrijf.
Voor het gerecht bleek later dat Voigt wel een mis
dadiger, maar van een tam slag was, die zich alle
mogelijke moeite had gegeven, om eerlijk zijn brood
te verdienen en waarschijnlijk nooit de kapitein van
Köpenick zou geworden zjjn, indien de politie het hem
niet, op hoogst onnoodige wijze, door uitzetting uit
verschillende steden onmogelijk gemaakt had, om aan
den kost te komen.
Voigt zal vermoedelijk zyn levensavond in rust kun
nen besluiten. Een rijke dame heeft hem in den tijd
dat hij gevangen zat, een ruime toelage verleend en
moet hem, van den dag van zijne invrijheidstelling af,
een levenslange lijfrente van 1200 mk. gewaarborgd
hebben. Van vele kanten heeft men zich ook bereid
verklaard, hem behoorlijke bezigheid te verschaffen,
zoodat er uitstekend gezorgd is voor den man, die de
heele wereld een tijd lang een allerdolst genoegen heeft
bezorgd.
De kapitein is nu 60 jaar.
Ilollnndsche kaas in Londen.
Op do tentoonstelling in de „Royal Agriculjural Hall"
in September te Londen te houden, zal in de Neder-
landsche afdeeling, zich een boerderij bevinden waar
„Utermöhlen's Lunchkaas" en fijne Edammer kaas, zal
worden geëxposeerd. In de boerderij zal uitsluitend
deze kaas zijn. De tinna Utermöhlen zal daar zeer
fijne waar tentoonstellen ten einde te laten zien, dat
we in Holland nog fijne kaas hebben, vooral .waar men
in de laatste tijden niet erg gunstig over onze Hol-
landsche kaas is te spreken.
Vlekziekte en vlceschliandcl.
Men meldt uit de provincie Zeeland:
In verschillende streken van ons gewest heeft de be
kende en gevreesde vlektyphus onder de varkens, ge
woonlijk de vlekziekte genoemd, weer hare intrede ge
daan, en reeds tal van slachtoffers gemaakt. Het
zwaarst wordt natuurlijk het platteland getroffen, daar
ieder dorpsbewoner, de meeste ambtenaren en enkele
anderen uitgezonderd, een of meer varkens mest, die
in het na- of voorjaar ten eigen gebruike worden ge
slacht.
Als gemeenschappelijk verweermiddel tegen de finan-
cieele nadeelen der vlekziekte zijn in vele dorpen var
kensbonden opgericht. Elk lid betaalt in de kas der
vereeniging een bepaald bedrag voor elk aangegeven
dier, benevens eene kleine contributie. Bij sterven van
een aangegeven dier, wordt dan een groot deel der
waarde gerestitueerd. Eene bepaling in het reglement
van de meeste dier bonden, beperkt het getal leden zeer,
nl. deze, dat de dieren moeten worden ingeënt met een
serum, dat een zeer grooten waarborg tegen de ziekte
geeft. Deze week kon men in een plaatselijk blad
lezen, dat te St. Maartensdijk 100 zieke en gestorven
dieren behoorden tot de niet ingeënte, terwijl van de
ruim 100 ingeënte nog geen enkel door de ziekte was
aangetast, een resultaat, dat ook elders werd ver
kregen.
Dat men ondanks die ontegenzeggelijk gunstige uit
komsten toch nog gemoedsbezwaren tegen de inenting
heeft, men kan er vrede mee nemen. Maar dat diezelfde
menschen, met, men zou zoo zeggen te nauwgezet ge
weten, om hun rampspoed vooruit te loopen, er geen
bezwaar tegen hebben, om hun ziek, besmet dier voor
handelswaar te laten verhandelen, en -het hun mede-
menschen te laten consumeeren, zie, dat is wat al te
absurd. En toch, het geschiedt 1 In hetzelfde zooeven
aangehaalde bericht wordt gesproken van „ongeveer
50, die reeds in zieken toestand zijn verkocht". En dat
is geen unicum, neen, het geschiedt dagelijks op groote
schoal. Opkoopers loopen de varkenhouders af, om de
zieke dieren te koopenheeft het zieke dier nog geen
vlekken, dan doet het ongeveer de halve waarde; heeft
het roode vlekken, dan is het ongeveer een vierde waard,
en geven blauwe vlekken een spoedig uiteinde te voor
zien, dan is een groot dier nog slechts enkele rijksdaal
ders waard. De opkooper handelt naar omstandigheden
met zijn besmet vee, dat zonder uitzondering naar de
Rottestad wordt geëxpedieerd; levende en nog niet ge
vlekte dieren gaan levend op de boot, en, mocht de toe
stand kritiek worden, dan wordt de lijder ter plaatse
geslacht.
Men slacht aan den wal ook wel eens een reeds blauw
varken, stopt het een etmaal of zelfs korter tijd onder
den grond, en verdwenen zijn de vlekken, en het
dier is van geen in gezonden toestand geslacht varken
te onderscheiden. Uit den aard der zaak wordt door
de afnemers der slagers, die dergelijk luguber vleeseh
opkoopen, den vollen prijs per kilo betaaldging het voor
minderen prijs van de hand, dan zou wantrouwen wor
den gewekt.
Onbegrijpelijk is het, hoe al die zieke dieren, wier
vleeseh en spek voor de consumptie ongetwijfeld nadee-
lig moet zijn, naar verschillende deelen der Maasstad
kunnen worden gevoerd, zonder de bijzondere aandacht
der keurmeesters te trekken. (Tel.)
Een vreemde geschiedenis.
Er heeft zich te Alkmaar een eigenaardige historie
voorgedaan, waarvan tenzij de afloop gunstiger is
dan hij zich op dit oogenblik laat aanzien verschil
lende winkeliers de dupe zijn geworden.
Veertien dagen geleden huurde daar iemand, die zeide
grossier in sigaren te zijn, een huis op de Oudegracht.
Zfin gezin zou later komen, maar hij nam alvast intrek
in het perceel. By verschillende winkeliers deed hy
bestellingen. Zoo is ons bekend, dat hij bij een stof
feerder vitrages, bij een ander linoleum, een karpet en
een looper voor f 49, bij een derde ook een karpet voor
f 21, bjj een vierde nog een karpet voor f 22.50, bij een
zilversmid vaasjes en een pendule, by een rijwielhande
laar een dames-rijwiel met lantaarn voor f 88.50, by 'n
anderen rijwielhandelaar een heerenfiets voor f 65, bij
een schoenenmagazijn een paar heeren- en dameslaarsjes
voor f 11, bij een ander schoenenmagazijn een paar
heerenbottines voor f 6.25, bij een heeren-kleedermaker
een kostuum met demi-saison kocht.
De voorwerpen werden alle bezorgd in het huis, dat
de man gehuurd had. Hij nam ze zelf in ontvangst.
De leveranciers moeeten Zaterdag maar met de kwitan
ties komen. Toen ze kwamen, stond er een bordje voor
het raam, waarop „afwezig". Buren hadden den man
met verschillende pakjes en met de beide fietsen het
huis zien verlaten, 's Middags kreeg de huiseigenaar
een - telegram uit Haarlem, waarin hij meldde, dat hij
niet kon komen, ten gevolge van een heuglijke familie
gebeurtenis. Zijn echtgenoote en zijn inboedel zou n.1.
reeds Donderdag zijn gekomen.
Later voegt de Alkmaarsche Courant, waaraan dit
bericht is ontleend, er nog aan toe: er zyn nog meer
slachtoffers.
Heden toch vernamen we, dat er nóg een karpet was
geleverd voor f 20, dat een glazenwasscherij op last van
den onbekende het geheele huis heeft schoon gemaakt,
en dat er nog meerdere personen zijn, die iets hebben
geleverd, zonder hiervoor betaling te erlangen. Verschil
lende winkeliers, zoo vernamen we verder, werden door
den man bezocht en met een bestelling vereerd, welke
zij evenwel niet hebben uitgevoerd, zoo o.a. een rijwiel
handelaar, een kleermaker en een kofferverkooper. De
personen, die gisteren naar Haarlem ter informatie zijn
gegaan, hebben slechts negatieve inlichtingen gekregen.
Op de afdeeling „bevolking" van de secretarie vernamen
ze, dat in Haarlem de persoon onbekend was. Wel
woonde daar iemand met den zelfden naam, maar deze
was caféhouder.
Naar wy vernemen heeft de politie aanleiding gevon
den een onderzoek in te stellen naar het geheimzinnige
geval, waarin blijkbaar heel wat stadgenooten als slacht
offers van een handigen onbekende zullen te voorschijn
treden.
Een windhoos.
Over het Beesdsche Veld (Geld.) is Donderdag een
windhoos getrokken, zooals zelden voorkomt. Haar
komst werd aangekondigd door een hevig gegons. Zfj
bewoog zich in oostelijke richting en voerde te velde
staande korenschoven mee omhoog, zoodat ze in de
boomtakken langs den weg terecht kwamen. Het werk
volk, dat moeite had op de been te blijven, moest zich
plat op den grond leggen. („Arnh. Ct.")
Een gevaarlijk heerschap.
Zondagavond tusschen lu en half elf knalden plotse
ling eenige revolverschoten naby het station te Borne.
Even daarna holde een Hengeloschejongen, V. genaamd,
de wachtkamer binnen, onder den uitroep: „ze wilien
my te lyf", en een vijftiental andere jongens, waar
onder ook Bornsche, kwamen eveneens binnengestormd
en beweerden, dat de eerstbinnengekomene V. op zeke
ren P. geschoten had. By onderzoek bleek, dat P. in 't
bovenlichaam en in 't been gewond was. De politie, op
het perron aanwezig, nam V. in arrest, die ondertusschen
nog even rond het station was geloopen, om aan zyn
vervolgers te ontkomen, maar waarschijnlijk ook om
de revolver weg te werpen, die Maandagmorgen tusschen
de rails is gevonden.
Er werd natuurlijk direct om dokters gezonden, waar
van dr. B. het eerst aanwezig was en de wonde ver
bond.
Maandagmorgen werd de vermoedelijke dader, die
Zondagavond ontkende de daad te hebben gepleegd,
gevankelijk naar Almelo getransporteerd.
Als oorzaak zou men gevoegelyk weder drank en
minnenijd kunnen noemen, hoewel V. volgens oogge
tuigen niet dronken was. Voor een zestal weken heeft
V. den vader van het meisje, waarmee hij toen ging,
T. genaamd, een pak slaag gegeven en dat meisje ook
mishandeld, waarvan ook proces-verbaal is opgomaakt.
Voortdurend komen Zondagsavonds Hengelosche en
Bornsche jongens in de buurten, waar die meisjes
wonen, in botsing. Gelukkig echter tot nog too zonder
groote gevolgen. (Zw. Crt.)
II. 51. de Koningin.
APELDOORN, 18 Augustus. Men brengt hier het
verlengen van den hofrouw, waardoor feestelijkheden
worden vermeden, het niet medegaan van H. M. de
Koningin met Z. K. H. den Prins naar Mecklenburg,
het achterwege blijven van het bezoek aan Soestdyk,
het niet-bezoeken van de landbouwtentoonstelling in ver
band met 't Reutertelegram (zie 2e blad), volgens 'twelk er
een blijde gebeurtenis in het koninklijk gezin te wach
ten is. Waarschijnlijk zal H. M. ook de feestelijkheden
ter Harer verjaardag alhier niet bijwonen, terwijl het
gerucht hier loopt, dat de hofhouding te Apeldoorn
blyft en dat eerlang 6en cfficiëele mededeeling de
Tweede Kamer zal bereiken.
De blijde gebeurtenis zou Februari, Maart kunnen
verwacht worden.
Het Handelsblad beweert evenwel van het gerucht
niets te weten.
Aanranding.
Toen Zondagavond een dame uit Amsterdam per
rijwiel naar huis terugkeerde van een bezoek te Amstel
veen, werd zij even vóór de Katholieke school aan den
Amstelveenschen weg tegen den grond geworpen door
een man, die onverwacht van achter een boom sprong.
Een heer, die haar begeleidde, snelde haar terstond te
hulp en sloeg den aanrander tegen den grond. Toen hy
nu de dame verdere hulp verleende, werd hy onver
wacht van achter
steilen kant in de sloot terecht. Weder op het droge
geklommen, drong de aanvaller, woedend over zyn
tusschenkomst, tot driemaal toe op hem aan, doch
werd evenveel malen vrij onzacht tegen den grond
geworpen. Toen scheen hy genoeg te hebben. Wel
volgde hy dreigend en scheldend den heer naar een
boerdery, waar deze zich vervoegde om hulp en om zich
te reinigen, doch daar bleef het by.
De vermoedelijke dader is een boerenarbeider, wiens
naam by de politie bekend is.
Winkel.
Door enkele ingezetenen, worden plannen gevormd
om op 31 Augustus a.s. den verjaardag van H. M. de
Koningin en haar 10 jarig Jubileum als regeerend Vorstin,
feestelijk te herdenken.
- - Winkel.
De verordening tot regeling der jaarwedden van on
derwijzers in deze gemeente is van Heeren Gedeputeerde
Staten goedgekeurd terugontvangen.
- Winkel.
Op een verzoek van den milicien-verlofganger Ph.
Silver, die voor herhalingsoefeningen moet opkomen,
om vrijstelling van den werkelyken dienst, omdat hy
onmisbaar is voor zyn gezin, is afwijzend beschikt.
- Groenveld.
Zaterdag geraakte de heer Kistemaker, broodbakker
te Valkoog, door het schrikken van zijn hit, te water.
De inhoud van den bakkerswagen bleek natuurlijk glad
bedorven, zoodat de schade niet onbelangrijk voor K. is,
doch overigens Kwam het ongeluk goed af.
Een veertigjarige.
De firma E. M. Jaarsma in brandkasten, haarden enz.
herdenkt 25 Augustus haar 40-jarig bestaan. Op be
scheiden voet te Sneek begonnen, heeft zy thans te
Hilversum een fabriek met talrijk peisoneel. Een
eigenaardig souvenir, een koperen briefkaartstanderd,
wordt aan vrienden der firma by deze gelegenheid ge
schonken.
Anna Pauluwna.
Tot stationschef alhier is met ingang van 1 Septem
ber benoemd de heer G. J. Reyers, thans stationschef
3de klas te Sliedrecht, vroeger te Schagen.
Brandstichting.
Uit Oss wordt aan de Tel. gemeld:
In 't laatst van de vorige week is er een poging tot
brandstichting gedaan in de wattenfabriek der firma
Van den Bergh alhier.
De brandstichter of brandstichters hebben zich door
een raam aan den achterkant der fabriek toegang weten
te verschaffen.
Vervolgens hebben zy vermoedelijk het houten kastje,
waarin de diverse sleutels der verschillende lokalen
geborgen waren, geforceerd en toen by verschillende
kapokmachines, hoopjes watten en kapok zoodanig
gelegd, dat het een het andor moest doen ontbranden
en zoo de geheele fabriek in den brand zou vliegen.
Gelukkig is hun opzet mislukt en werd de brand in
zyn begin gesmoord. De brandstichters schijnen vervol
gens de fabriek door de poorten aan de straatzijde ver
laten te hebben, daar deze open bevonden werden.
Als verdacht van brandstichting is door de mare
chaussee gevangen genomen zekere v. B., een ontslagen
oud werkman, die wederom om werk gevraagd had,
doch niet kon worden aangenomen. De verdachte be
vindt zich in arrest en de justitie zet haar onderzoek
ijverig voort.
Het fluitende raadslid.
De Rechtbank te Breda veroordeelde het fluitende
Raadslid Van Wely tot 8 dagen gevangenisstraf. De
eisch was veertien dagen.
Varen.
Het loopt tegen den avond. De dagdrukte is voor
een groot deel voorbij in Paterswolde. Eenige trams
staan klaar om naar Groningen te vertrekken en steeds
meer menschen die nog meewillen, komen er van alle
kanten aanloopen.
In den tuin wordt het nu betrekkelijk stil. Eenige
opgeschoten jongens flirten er met jonge meisjes, maar
zy zoeken het meer stille gedeelte van den tuin. In
den voortuin hebben eenige Groningsche families een
rustig koffie-uurtje. Op het meer is het nu mooi. Vooral
van den nieuwen weg af gezien lijken de Paterswold-
sche plassen alleraardigst. Roeiers zijn er niet veel
meer. Een gezelschap Paterswolders gaat, nu de klan
ten naar huis zijn, zelf zeilen en profiteert daarbij van
den mooien avond en een stevig windje. De roeibootjes
gaan meest naar huis toe. Een enkel bootje slechts
gaat er nog op uit, het meer op. Een jongmensch roeit
met ferme slagen, alsof hy haast heeft en zyn meisje
zit aan het roer.
In elke hand heeft het meisje een touwtje; doet haar
werk goed. En daarbij praat en lacht zij bijna zonder
ophouden, terwijl haar jongen maar luistert en door
roeit, een enkele maal slechts iets zegt. Wat de twee
praten doet niet ter zake. Een gesprek van twee ge
lieven behoort niet in de krant; het zou trouwens den
krantenlezer maar heel matig interesseeren.
Het bootje vaart langs den kant. De twee gaan het
aardige zomerhuisje bekijken dat daar gebouwd wordt
en daarna zetten zy koers naar een der eilandjes. Be
hendig roeit de jongen, terwyi het meisje denkt dat
haar stuursmanskunst het hier doet, het kreekje binnen.
Dan stappen de twee aan land. Overmoedig zwaait
het meisje met een boterhamtaschje en de jongen zingt
vreugdevol dat Japie getrouwd is. Vervolgens gaan zy
verder het eilandje op, dat zy hun eilandje noemden,
omdat zy er de eenige menschen thans zyn Zy zoeken
zich een plaatsjj aan den waterkant, achter het riet.
En terwyi de jongen fluit en zingt, maakt het meisje
een leelya veldbouquetje.
In het kreekje ligt iutusschen het alleen gelaten bootje
dat danst op het water. Het bootje is vastgelegd aan
een in do modder gestoken roeiriem. .Echter niet heel
stevig. Het bootje heeft er dan ook hoegenaamd geen
schuld a?n dat het langzaam iets van den wal wykt,
langzaam het touw loswerkt en eindelijk vry geworden
zachtjes afdrijft, terwijl de twee daar tusschen de biezen
praten en droomen en lachen en stoeien. Maar als het
paartje na een kwartiertje zyn scheepje weer wil op
zoeken, is Leiden in last.
De jongen zou thans gevoegelyk kunnen zingen dat
Japie in de misère zit, maar hy zwy'gt terwijl zyn vrien
din half huilend naast hem staat. Samen staren zy het
bootje na dat steeds verder afdwaalt. Eenzaam en ver
laten, als Robinsons bijna, voelen de twee zich op hun
eiland dat ,zy nu och zoo graag willen verlaten. Maar
het stevige windje drijft het bootje steeds verder af.
aangevallen en kwam hy langs den i En hulp is er niet. De Paterswolders in hun zeilboot
hebben pleizier samen, denken niet aan mogelijke schip
breukelingen.
Het wordt laat, het wordt later, zelfs later dan laat
en redding komt er niet. En thans wordt den lezer
verzocht zich even te willen indenken in den toestand
van twee jonge mensehen, veriatenen op een onbewoond
eiland, zonaer boot, die geen van beiden kunnen zwem
men, die koffiedrinkende familieleden in den tuin hebben
zitten, 's avonds nog weer naar huis moeten, maar nu
geen ander vooruitzicht hebben dan een yselyken, bangen
nacht in d' eenzaamheid
Het zou inderdaad vreeselyk zyn als daar geen uit
komst kwam. Gelukkig gebeurt dat echter wel. Want
terwyi het jonge paartje reeds half, misschien wel drie
kwart is vertwijfeld van angst, nadert er plotseling een
meneer in een kano. Hy hoort de noodkreten, hy ziet.
de twee hulpeloozen, begrijpt den toestand. Eenige
minuten later heeft de pagaaiende meneer de vluchtende
boot reeds ingehaald en teruggebracht op het eiland. Ze
zyn gered. Met een betraand gezichtje dankt het meisje
den redder terwijl de jongen snoeft dat hij het eigenlyk
wel leuk heeft gevonden. (N. Gr. Ct.)
Een bratale diefstal.
Een zeer brutale diefstal heeft te 2 uur in den nacht
van Zaterdag op Zondag plaats gehad op den O. Z.
Achterburgwal 189 iu den horlogewinkel van mej. de
Weert te Amsterdam, het derde huis van de Spinhuis
steeg, waarin zich, zooals men weet, het hoofdbureau
van politie bevindt.
Vermoedelijk met behulp van een doek heeft de
dief de ruil van de winkelkast zonder al te veel ge
raas weten te breken. In de étalage stonden, stevig
vastgeklemd, twee kistjes met horloges. Een daarvan,
inhoudende 15 horloges, heeft de man losgerukt, waar
door echter eenige klokjes kwamen te vallen.
Het rumoer Uok de aandacht van een politieagent,
die in de Spinhuissteeg op post stond. De dief sloeg
in allerijl op de vlucht. Een agent, op een rijwiel,
zette hem na. Op het polrticgefluit snelden eenige
personen, die zich in een koffiehuis om den hoek
van den Kloveniersburgwal en het Rusland bevonden,
toe, en namen deel aan de jachtpartij.
Het ging het Rusland over tot op den Kloveniersburg
wal bij de Manhuispoort waar de dief kwam te vallen.
De iacht scheen den man nog al te hebben afge
mat, althans hij deed geen moeite meef om te ont
komen en hijgde den agent toe: „Daar ligt de boel,
ik kan niet meer, pak me maar."
Het bakje was stuk gevallen, en de horloges lagen
verspreid over de straatsteenenvan sommige was net
glas stuk, van andere de beugel af.
Do bewoners van den horlogewinkel, in hun eersten
slaap, hebben van den diefstal niets gehoord.
Ze warden gewekt door een hevig geschel van voor
bijgangers of politie. De deur openend, zagen ze een