i.
LAATSTE LAPPEN
Cu. H,Th. schmalz,
kt marktrad aan dn tram
Nog slechts enkele dagen duurt de
Jj ,.Jli.ilm.
De heilige Sebastiaan.
-f en worden de
tegen Spot-Spotprij%en uitverkocht
a contant.
DOLT UW VOORDEEL!
Schagen, Laagzijde B 66.
losse bladen
feuilleton.
Donderdag 20 Aug. 1908.
52e Jaargang. No 4388.
TWEEDE BLAD.
Binnenlandsch Nieuws.
Aanbevelend
uit het Boek van
F I D I C S.
XXIII.
Geef mij een antwoord Heb ik kwaad gedaan
Met naar de woorden van uw mond te luistren.
Geheimen, die gij stil mij toe kwam fluistren
En zielewenschen, die 'k niet kon weerstaan?
Och, waarom moest gij zoo mijn ziele klulstren?
Ik* was zoo vrij en had toch niets misdaan.
F.n gij hebt mij veroordeeld om voortaan,
Ook als gij zwijgt, naar uwe stem te luistren.
Nu is het lot mijns levens in uw hand;
Mijn vreugd en droefheid hangt slechts aan uwoogen.
O, zeg een enkel woord van teederheid.
Kn breng mij nog eens naar dat schoone strand,
Waar over-zee die gouden vogels vlogen.
Waar was uw stem en handdruk zaligheid
Toen, tien jaren geleden, de tram Schagen-Wognum
hare voltooiing naderde, werden op voorstel van de
afdeeling „Waard en Groet" der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw, landgebruikers en belangstel
lenden bijeengeroepen, om te overleggen, wat er gedaan
kon worden ter bevordering van de groentencultuur.
Het gevolg hiervan was al spoedig, dat er een vereeni-
ging werd opgericht genaamd Groentenvereeniging „De
Niedorper Kogge", die volgens hare statuten in de eerste
plaats ten doel had de cultuur en den afzet van groen
ten (vroege aardappelen, kool, enz.) te bevorderen.
De toestand was toen in deze streken gedrukt. Vee
zuivel- en graanprijzen waren laag, terwijl aan den
Langeaijk en in de Streek kool en aardappelen welvaart
brachten. Dat kon en moest hier ook zoo worden. Dit
zou „De Niedorper Kogge" in orde brengen. Zij zou de
cultuur bevorderen en zorgen voor den afzet dor pro-
dukteu door het oprichten van één ot meer markten
waarvoor men den tijd gekomen achtte, nu de tram
geopend zou worden.
Het was stellig goed gezien, dat er van de cultuur
weinig kon komen, als er niet gezorgd werd voor een
geregelden afzet, maar even zeker is het, dat er van
den afzet (het marktwezen) weinig terecht komt, als er
geen producten worden aangevoerd. Dit nu hadden de
oprichters van bovengenoemde vereeniging goed begre
pen, maar de groote massa-blijkbaar niet. Men tuurde
zich blind op het marktwezen. Als er maar een markt
was, waar men hooge prijzen maakt, dan zou alles wel in
orde komen! Dan wilde men wel kool en aardappelen
verbouwen.
Er moest dus een markt komen 1
Maar waar?
„De Niedorper Kogge" was ontegenzeggelijk het aan
gewezen lichaam hiervoor, het meest geschikte punt
uit te kiezen. Maar nu bleek het al spoedig, dat de
leden en afdeelingen dezer vereeniging minder letten
op het algemeen belang der geheele omgeving dan op
dat van hun dorp of buurtschap. Had men eendrachtig
samengewerkt, dan was er allicht iets goeds en blijvends
uit gegroeid, maar het Hoofdbestuur voelde zich niet
sterk genoeg tot flink doortasten, de leden wilden geen
centraal gezag, terwijl de afdeelingen ieder voor zich
vrijheid van handelen eischten, om plaatselijke belangen
te dienen.
In plaats van een flinke markt met kans op levens
vatbaarheid, ontstonden er nu gelijktijdig drie markten
(nl. te Nieuwe Niedorp, Winkel en Lutjewinkel). En
dat in een streek, waar de cultuur der producten nog
zoo weinig beteekende. De markt te Nieuwe Niedorp
ging dan ook al spoedig teniet. De Groentevereeniging
„De Niedorper Koggewerd ontbonden: zij had geen
reden van bestaan meer.
De afdeelingen te Winkel en te Lutjewinkel zijn
zelfstandige vereenigingen geworden, maar de
samenwerking ontbreekt nog, ja, is er zelfs op achter
uitgegaan, wat den bloei van beide natuurlijk in den
weg staat.
Daarbij komt nog iets. In de laatste jaren waren de
graan-, vee- en zuivelprijzen aanvankelijk beter dan
een tiental jaren geleden, terwijl de aardappel- en
koolprijzen achteruitgingen. Gebrek aan arbeidskrach
ten maakten het soms onmogelijk de nieuwe culturee
in te voeren Neemt men verder in aanmerking, dat
de teelt van bloembollen en tuinzaden zich de laatste
jaren heeft uitgebreid ten koste van aardappelen en
kool, dan begrijpen wij, dat de markten te Winkel en
te Lutjewinkel niet die uitbreiding hebben gekregen,
welke men zich oorspronkelijk had voorgesteld. Vooral
Lutjewinkel, dat het hoofdzakelijk van de aardappelen
moet hebben, beleeft moeilijke tjjden. Met den aard appel-
handel te Winkel gaat het nog slechter, maar Winkel
heef zijn boomvruchten. Zoodra deze klaar zijn, begint
de markt daar te leven. Door den aanleg van nieuwe
boomgaarden is het zelfs te verwachten, dat het in de
eerstvolgende jaren nog beter zal worden.
Als eenmaal, wat we niet hopen en voorloopig ook
nog niet gelooven, het marktwezen in deze streek, door
gebrek aan samenwerking en het besef van welbegre
pen eigenbelang, mocht teniet gaan, dan dan men dit
in geen geval wijten aan de tram. Hoe de zaken ook
mogen loopen. een woord van lof mag niet onthouden
worden aan de Trammaatschappij en haren vertegen
woordigen voor de medewerking bij het vervoer der
marktproducten.
Het vissrhen van zeeinos.
Men meldt uit Frieslands N.-O.-hoek aan de Leeuw.
Courant
In aansluiting en ter aanvulling van ons bericht over
een nieuwen tak van bedrijf kunnen wij thans nog het
volgende melden
Sedert eenigen tijd oefent men dit bedrijf van uit
Zoutkamp uit op de Wadden. Een Wierumer visscher
bemachtigde in een paar dagen voor ongeveer f 30 aan
zeemos.
B(j hef drogen dezer koraaldiertjes is spoedig de weeke
massa van het lichaam vergaan of verschrompeld en
er blijven alleen de kalkafzettmgen, die men skelet
noemt, over. Ze worden na de kunstbewerking van 't
verven veel geDruikt ter versiering van dameshoeden.
Daar ze nog al wat keukenzout bevatten, en deze stof,
vooral zooals ze in onreinen toestand in het zeewater
voorkomt, hygroscopisch is, nemen zij, als de atmosfeer
rijk is aan "waterdamp, water op, hetgeen zij later, in
drogere omgeving, weer verliezen. Dat opnemen en
afgeven van water kan met eenige beweging gepaard
gaan. Zoo komt het, dat sommigen een weervoorspeiler
zien in deze gedroogde polypenkolonies.
Tentoonstelling Alkmaar.
Het programma der tentoonstelling van de afdeeling
Alkmaar der Holl. Mij. van Landbouw, welke zal wor
den gehouden 22 en 23 Sept. as. is verschenen.
Het programma belooft weer veel voor het welslagen
van deze jaarlijksche tentoonstelling, in de onderschei
dene rubrieken worden flinke prijzen uitgeloofd.
Door den zeer gewaardeerden steun van den Neder-
landschen Slagershond en van de commissie tot verbe
tering van het varkensras in Noord-Holland, Zuid-Hol
land en Utrecht, kon het bestuur in de rubrieken vet-
vee en varkens, ook flinke prijzen uitloven.
Op vele plaatsen is het programma bij vorige jaren
vergeleken- herzien en verbeterd, hetgeen zeker tot
vele inzendingen zal uitlokken, waardoor het welsla
gen der tentoonstelling bjj gunstig weer vrijwel verze
kerd is.
Een onaangename ondervinding.
Een in Holland woonachtige fabrikant in pudding
poeder c.a. heeft zich in de gemeente Opsterland van
een minder aangename zijde doen kennen. De reiziger
bezocht onderscheidene bakkers en nam bestellingen
aan op door hem te koop aangeboden puddingpoeder.
Bij de meesten werd overeengekomen dat bij wijze van
proef een 25 dozen zouden worden gezonden, doch in
plaats daarvan werd 25 dozijn gezonden, een enorm
verschil dus. Dat de bakkers in de zending geen genoe
gen namen en haar retourneerden onder opmerking dat
zfj ongenegen zijn om te ontvangen wat zij niet bestel
den, behoeft nauwelijks vermeld. Intusschen heeft de
handelaar de wissels wegens het gezondene doen aan
bieden, waarop natuurlijk geen betaling is gevolgd.
Mogelijk is het briefje betrekkelijk de levering, dat
door den bakker, of waar deze niet thuis was, door
diens vrouw werd onderteekend, bedriegelijk veranderd,
door van doozen te maken „dozijn" of wel is er bedrog
gepleegd, door het woord dozijn neer te schrijven op
zoodanige wijze, dat het iets geleek op „doozen".
We vernemen dat in deze aangelegenheid door een
der bakkers de rechterlijke tusschenkomst is ingeroe
pen.
Armoelijders in koningsrok.
In de Juli-aflevering van „De Hollandsche Revue" is
een schets gewijd aan den heer G. L. Janssen, meer be
kend als Perio en als leider van den Bond voor Staats-
pensionneering.
Perio is de zoon van een rijknecht van koning Wil
lem III. H(j vertelt hoe 't in dat rijknechthuisgezin
toeging en wij zien er tevens uit hoe „koninklijk" wijlen
Willem III zijn personeel bezoldigde. Willem III be
taalde aan zijn rijknechts f40 per maand. Buitendien
kregen ze een aandeel in den pot, wat zoowat op f 5
per maand kwam.
tWas dus in de mooie koninklijke livrefjas geen vet
soppen. Uit het verdere gedeelte van het verhaal ver
nemen we
Zomers was vader op het Loo met den koning, of op
'tHuis ten Bosch met koningin Sophie.
Tusschen schooltijd bracht ik vader eten (tusschen 12
en 2) en terwijl hij at, ging ik „wandelen" in den pa
leistuin, zette strikken voor hazen, wierp dobbers uit
voor snoeken, at op 't eilandje kersen van den boom.
Zaterdagsmiddags, als er geen school was, bracht de
strooptocht veel op.
Dat stroopen was, naast andere „kunstjes", ook een
middel voor de stalbedienden, om b(j hun poover inko
men aan vrouw en kinderen iets meer te geven dan
't allernoodzakelijkste.
De andere „kunstjes" waren het „jong" maken van
oude paarden, of ook het kreupel, althans het onge
schikt verklaren van paarden, die goed waren, opdat
zij verkocht zouden worden, waarvoor men dan een
strooman stelde, die ze kocht.
Ook werd, als de kleermaker een nieuwe livrei moest
leveren, het beste pak uit de kast naar den kleermaker
gebracht, die er een nieuwe rugvoering in zette, waarop
dan het jaarstempel kwam.
r.RdflTP H4IFIM
EEN HUWELIJKSGESCHIEDENIS
van
HANS VON ZOBELTITZ
15.
Plotseling schoof Sidi de kleine theetafel ter zijde
en zetLe zich op den rand van het bed neer en legde
haar beide handen op zijn schouders„Erieh, jij hebt
Marga bepaald eens lief gehad?''
Zij had het haastig gezegd. Hij wilde lachen, lachen.
Maai hij zag de donkere oogen van zijn vrouw vlak
voor zich en er was een schittering in, die hem deed
verstommen. „Je hebt haar eenmaal lief gehad?" her
haalde zij vurig.
„Maar Sidi. Wij zijn als broer en zuster met
elkaar...."
Nu lachte zij. „Loop heen. Dat bestaat er immers
niet." Dan werd zij weder ernstig. Zij boog zich nog
dieper over hem heen. „In elk geval heeft zij jou nog
lief! Dat heb ik duidelijk gevoeld. Zoo iets voelt een
vrouw altoos. Zij is een stille heilige, in wie de vlam
men heimelijk oplaaien. Dat is Zij brak af. Want
ze zag hoe Erich doodsbleek werd, dat hij de lippen
stuk beet en zij schrikte. „Ventje, heb je pijn?" vroeg
zij snel op geheel veranderden toon.
„Laat dat verzocht hij. „Het is niemendal."
Hij moest bepaald toch nog groote pijn hebben.
Hij lag daar tenminste met gesloten oogen. zijn adem
ging sneller, net alsof hij de koorts had. Of zij maar
niet liever een dokter zou halen? Zij maakte zich wel
wat verwijten. Eigenlijk had men thuis moeten blijven;
eigenlijk had zij niet zooveel moeten babbelen; en de
laatste scliampere opmerking over de madonna had
zij zich wel kunnen sparen.
Nog eenmaal vernieuwde zij den omslag. Het was
jammer dat de avond zoo sloot. Zij keek naar Erich.
Dat mooie luie kereltje mooi was hij nu eenmaal
en lief ook. Men moest er slag van hebben om met
hem om te gaan.
Steeds lag hij nog maar met gesloten oogen. Zij
hing wat op voor het verblindende licht, schikte de kus
sens wat terecht, streek hem met de hand teeder over
het hoofd. Dan moest zij hem nog iets vragen -
dat moest zij nog van hem weten.
Heel dicht boog zij zich over hem heen: „Ventje,
ben ik vandaag net geweest? Was je tevreden over
mij?"
De kleermaker kreeg een nieuw pak betaald, en gaf
de helft aan de menschen. Zoo waren ze beiden ge
holpen, maar de kleermaker was beter dan de men
schen.
't Was wel niet eerlijk, maar er moest iets gedaan
worden, om met zes kinderen en een zwakke vrouw
„fatsoenlijk" door de wereld te komen in Den Haag
met f 45 per maand 1
Bovendien maar dit woog niet, omdat men gere
geld uit goedheid vergat, de straffen te noteeren
strafte de koning herhaaldelijk met een maand inhou
ding van traktement voor een of ander feit, b.v. als
men iets te laat kwam, of er haperde iets aan de tenue.
M(jn vader was steeds in livrei gekleedblauwe jas
met vergulde knoopen, Engelsch geribd leeren broek,
zwarte kaplaarzen met beige kappen, witte das en'boord,
hoogen hoed met oranje kokarde. Hij zag er dus lekker
wat béter uit dan de timmerman van allernaast of de
smid van tegenover!
Watervogels.
De jacht op waterwild in Friesland, welke jongstl.
Maandag is geopend, is tot dusver voor de jagers niet
onvoordeelig geweest. Er is meer wild dan verleden
jaar, vooral eendvogels; over het algemeen zijn deze
zwaarder van stuk dan andere jaren in dezen tijd. Wa
tersnippen zijn er nog niet veelhet meeste waterwild,
zooals de pijlstaarten, pluvieren, smieten enz., wordt in
het laatst dezer of in het begin der volgende maand
verwacht Het koele weder begunstigt den handel naar
het buitenland.
Nederland en Venezuela.
Volgens den correspondent te New-York van de Lon-
densche Globe zou de Amerikaansche regeering geen
bezwaar hebben geopperd tegen eventueele dwangmaat
regelen, door Nederland toe te passen op Venezuela.
Te Washington acht men het feit, dat de Nederland-
sche regeering het Amerikaansche gouvernement van
te voren in de zaak heeft gekend, een streelend bewijs
voor de praktische waarde van de Monroe-leer.
De correspondent van de Globe gaat dan voort:
„Op het oogenblik is er niets dat er op wijst, dat er
iets bloedigers zal gaan geschieden dan het blokkeeren
der Venezolaansche kust door de Nederlandsche marine,
een dwangmiddel waarmee president Castro altijd heeft
gespot.
„Of dingen van ernstiger aard zullen volgen hangt
af van president Castro en zijn regeering. Men beweert,
dat Castro moet hebben verklaard, dat mocht een
Nederlandsch eskader overgaan tot een blokkade hij
aan Nederland den oorlog zal verklaren. Dat plan schijnt
belachelijk; maar lieden hier, die Castro kennen, houden
hem tot élke krankzinnigheid in staat. Hij heeft een
belachelijken dunk van de gevechtswaarde van zijn
i rivier-kanonneerbooten en van de macht zijner troepen
om elke troepenmacht, die een inval doet, terug te
drijven. Het feit, dat een van Castro's oorlogsschepen
op het eind van de vorige week aan het kruisen was
ter hoogte van het Nederlandsch eiland Aruba, wekt
het vermoeden, dat een landing van Venezolaansche
troepen op dat eiland wordt beoogd, voor het geval dat
de Nederlandsche oorlogsschepen tot een vijandig optre
den mochten overgaan. Zoo'n overval is volkomen uit
voerbaar; maar ook is het zeker, dat in een dergelijk
geval slechts weinig aanvallers ooit Venezuela zouden
terugzien. Het eiland heeft geen versterkingen; maar
de bevolking heeft onlangs van Curacao wapenen en
munitie ontvangen, en een kruiser zal dicht in de buurt
worden gereed gehouden zoolang de toestand kritiek
blijft.
„Er bestaan verschillende aanwijzigingen voor, dat in
Venezuela de vijanden van Castro aan het werk zijn;
en het is waarschijnlijk dat er een algemeene opstand
zal uitbreken, nog vóór de Nederlanders tot handelen
zijn overgegaan."
Een gestoorde bruiloft.
Te Koog aan de Zaan herdachten Jb. Prins en echt-
genoote Maandag het feit, dat ze vóór 35 jaar door den
echt waren verbonden. De tafel voor het eenige raam
in hun eenvoudige woning op het Reëelenpad was
'8 avonds ongeveer half twaalf aangerecht en de familie
had daarbij in bruiloftsstemming plaats genomen, toen
opeens een dikke boomtak door het raam werd gedre
ven en op tafel nagenoeg alles wegveegde en vernielde.
Men kan zich den schrik en de verwarring voorstellen.
Huilend en weeklagend stormde men eindelijk naar
buiten om den booswicht of booswichten op te sporen,
die natuurlijk reeds de hielen had oi hadden gelicht.
De politie doet onderzoek.
De meer en meer gebruikelijke weg.
In „Het Handelsblad" kon men onderstaande extra
ordinaire huwelijksadvertentie vinden, die wij ook
eventueelen gegadigden onder onze lezeressen niet
meenen te mogen onthouden:
Ik zoek een vrouw 1
Het vrij gezel lenleven moede, snak ik naar een ge
zellig, prettig eigen thuis. Daarom zoek ik kennis
making met jonge dame of weduwe hoogstens 30 jaar,
onbesproken van naam, zacht en opgewekt van humeur,
knap van uiterlijk, flink van gestalte, kerngezond, ge
woon van ontwikkeling, vrij van ultra-moderne ideeén
en los van eiken godsdienst, zij moge dan van Prot.,
Kath., of Isr. geboorte zijn.
Ik bekleed zeer respectabele, vaste positie (thans
salaris f 2650, met latere opklimming en pensioen -
aanspraken voor de weduwe) aan een der grootste
Daar, opende hij de oogen:» „Ja, Sidi," zeide hij
eerlijk.
„Zie je wel." Zij gaf hem snel een kus „Slaap
wel, ventie en zij wipte zacht weg. Natuurlijk was
hij tevreden. Had zij zich ook .niet brillant gedragen?
Voor de mannen nu, ja dat sprak vanzelf, die
aanbaden,Ihaar steeds. Maar de beide dames had zij i
ook om haar duimpje gewonden ook dat bleekge-
zicht met die groote oogen en dat wilde heel wat
meer zeggen. Eigenlijk behoefde men maar komedie
te spelen overal in de wereld!
Toen zij in haar bed lag en zich behaaglijk rekte,
kwam haar plotseling een komisch beeld in haar her
innering. Die kleine pop, die Glaire overigens een
charmant persoontje had haar bij het afscheidnemen
omarmd; over haar schouder heen zag zij den gemaal
van Claire. Die stond op den achtergrond, rekte zijn
ellenlange gestalte en legde den wijsvinger op de lip
pen. De herinnering was zoo komiek, dat zij. om niet
in luid lachen uit te barsten, in haar hoofdkussen
beet. Nu ja, mijn beste mijnheer, ik heb uw waar
schuwing wel begrepen. Maar dat was niet noodig ge
weest; het gold discretie —f in een eerezaak!
Kerstin moest ook den volgenden dag zijn kamer
houden. Hij zelf liet, nadat hij bij zijn eerste pogingen
om op te staan hevige pijnen gevoelde, dadelijk een
dokter halen. Deze had hem absolute rust voorge
schreven, maar had hem bovendien de verzekering ge
geven, dat het geval geheel ongevaarlijk was.
Toen Sidi, zooals gewoonlijk, heel laat uit haar
kamer kwam, was de dokter er reeds geweest. Erich lag
op de canapé en gaf bescheid op haai- vragen. Hij
zag er zeer vermoeid uit, maar was anders zeer op
gewekt. ,,Het ergste is het voor jou," zeide hij, „je
moet nu Berlijn maar zonder mij bekijken."
Zij was eerst erg geschrokken, schold dat hij haar
niet had laten wekken, maakte zich druk met hem
dit of dat te bezorgen en zwoer bij alle heiligen, dat
zij zijn onvrijwillige gevangenschap met hem zou dee-
len. Maar zij iwas toch wel een weinig bang voor
den Langen dag. Daarvoor was men toch niet hier
gekomen, om van uit de hotelkamer het groote-stads-
leven te bekijken. Het was verduiveld vervelend.
Haar ongeduld kon Erich niet lang ontgaan. Hij
•noest lachen. Zij deed allerlei onnutte dingen, nam
een courant in de hand, om hem eenige minuten later
weer neer te leggen, haalde haar kastje met sieraden
en speelde als een kind met den inhoud daarvan. Het
was niet veel anders dan in aldowzij kon zich niet
bezighouden. Hij zag duidelijk, hoe ze van kwartier
tot kwartier onrustiger werd. In den beginne had zij
gepoogd zich met hem te onderhouden, maar nu
zweeg zij. Het deed hem leed, maar het was immers
zoo begrijpelijk, dat zij zich verveelde en buiten
wenkte haar geliefd Berlijn.
Fi»n paar maal verzocht hij te vergeefs. Maar ein
delijk üep ze toch even uitmaar voor een half uurtje,
om een beetje frissche lucht te happen. En hij was
blij, toen zij eindelijk gegaan was.
Haar onrust maakte hem zenuwachtig. De lijd kon
hotn niet lang vallen de bediende had hem een
paar goede boeken uit den koffer moetén geven.
Maar hij las niet lang. Zijn gedachten waren met
te binden.
Er was in dezen nacht een eigenaardige rust over
hem gekomen. Nie't de trotsche rust van het starre
besluit, waarmede hij gister was gereed gekomen: dat
het tusschen hem en Sidi uit moest zijn, en dat nog
slechts een naastelkaar leven voor hen mogelijk was.
Nu voelde hij milder. Haar verleden scheen hem zoo
ver, ver weggerukt van het tegenwoordige. Ieder mensch
moest het recht hebben, zich van zijn verkeerde daden
schoon te wusschen, zoo dacht hij. En wordt daar-
naar werkelijk gestreeld, dan is het plicht hem de
helpende hand te reiken. De vrouw vraagt niet naar
liet verleden van den man, vraagt niet: wie hebben
jou lippen reeds gekust? Heeft de man het recht in
liet verleden van de vrouw rond te scharrelen?
Hij kende wel het onlogische van zijn besluit, want
nietwaar, alleen een werkelijke liefde, slechts een
groote hartstocht voor het huwelijk kan het andere
deel overwinnen, misschien zonder smart. Maar al hel
andere moet steeds het verdriet en het leed verwek
ken dat ook hij had ondervonden. Maar men kwam
<j- doorheen en men verhief er zich boven wan
neer men de kracht daartoe vond.
Gisteren had hij de kracht nog niet daartoe gevon
den. Nu voelde hij die in zich opgroeien. Hij had
weer hoop. Sidi zelf had hem die gegeven en dat
was het beste gewin van den dag.
Het was hem als had hij gisteren nieuwe zijden van
haar wezen ontdekt, als ton zoo menig verkeerds, dat
hij aan haar had gezien, alleen in zijn verbeelding
hebben beslaan.
Het was hem, alsof hij Sidi had beschouwd in de
laatste maanden steeds door den bril der critiek eener
kleingeestige eigengerechtigheid en zonder liefde.
En danzij had gister een lont in zijn ziel gewor
pen. Zij had gevraagd: „Jij hebt Marga eenmaal lief
gehad?" Zij had hem toegefluisterd, als iemand die
het wist: „in eik geval heeft zij jou lief."
Hij had geantwoord: „wij zijn als broer en zuster
tegenover elkaar." Hij had kunnen zeggen: „je vergist
je - Marga weet niets al van eenige liefde voor mij."
En toch. geheel mis hadden de scherpe oogen van
Sidi niet gezien. Dat was hem ook in dezen nacht
eerst duidelijk geworden. Slechts dat voor Sidi het
woord liefde altoos iets anders beteekende dan voor
Marjp. Dus ook voor hem en zijn verhouding tot
Marga.
Dat wist hijMarga's liefde wanneer het liefde
was was zonder begeeren. Was een innige toeneiging,
een samensmelting hunner zielen, een geheel opgaan
in den wenseh, den ander gelukkig te weten: het was
dus ten slotte de reinste vriendschap. Dat bestaat er
evenwel niet, had Sidi gezegd. Zij kon dat niet anders
opvatten, zij had nimmer begrepen wat Goethe meen
de toen hij schreef: „Slechts ons armen is het gegund,
het geluk der vriendschap in rijke mate te genieten."
Ook voor hem had de bloesem der vriendschap
zich eerst geheel ontsloten in de uren van inner-
lijken nood.
Men mocht het liefde noemen, men mocht het
vriendschap noemen: wat beteekende het eigenlijk?!
Eerst hadden de woorden van Sidi hem opgewonden
hadden iets als een verwijt in hem gewekt. Nu lachte,
hij ook daarover.
Sidi kwam terug en met haai' Prach. Zij hadden
elkaar ontmoet en hij moest dus informeeren naar
den toestand van den hoogen patiënt.
„Menschenkind, wat doe jij een rare dingen. Nu
moet je daar op de canapé liggen, terwijl de wereld
buiten allerlei schoons aanbiedt. Je geëerde echtge
noot© zal jij toch niet opsluiten, hè? Geef mij vol
macht heer baron! Nu mag ik met mijn nicht beneden
wat gebruiken ja? En van avond bestel ik een
loge."
,.lk denk er in 't geheel niet aan, graaf Prach!"
Sidi protesteerde levendig, bijna te levendig. Op haar
gelaat las Erich, dat zij er vandaag niet voor geschikt
was. om als ziekenverpleegster op te treden en hij
was niet hoos op haar. Integendeel, hij was Prach
eigenlijk zeer dankbaar.
Zij spraken nog een poosje ijverig door elkaar. Sidi
lachte menigmaal als Prach in zijn dialect van leer
trok. Hij vertelde glimlachend, dat hij vanmorgen heel
vroeg was thuisgekomen en dat de academie van het
nachtleven hem rijke sociale studiën had geboden
„nu, wanneer ik afgevaardigde was, zou ik eens tos-
daveren over dit zondenbabel. Hemel en hel, donder
en doria!"
Eenmaal, toen Erich naar zijn vrouw keek, die zich
op een stoel aan het venster had neergezet, vond hij
haar plotseling ranselt anders dan gisteren. Het deed
hem pijn. Vandaag was zij weer zoo opgeschikt, ja
nog meer dan dat: haar wandeltoilet had iets bru
taals en zij" wipte op haar stoel heen en weer en
haar lachen was meer dan luid. Op eenmaal dacht hij:
„ik wou niet graag dat zij zóó met Prach beneden in
restaurant zat. Maar het was reeds te laat, want zij
sprong op: „Alzoo ga mee, graaf wanneer Erich
het per sé wil Haar armbanden rinkelden en toen
zij zich vluchtig over hem heenboog kon hij een zoet
parfum opsnuiven.
(Wordt vervolgd)