i. LAATSTE LAPPEN Cu. H,Th. schmalz, kt marktrad aan dn tram Nog slechts enkele dagen duurt de Jj ,.Jli.ilm. De heilige Sebastiaan. -f en worden de tegen Spot-Spotprij%en uitverkocht a contant. DOLT UW VOORDEEL! Schagen, Laagzijde B 66. losse bladen feuilleton. Donderdag 20 Aug. 1908. 52e Jaargang. No 4388. TWEEDE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. Aanbevelend uit het Boek van F I D I C S. XXIII. Geef mij een antwoord Heb ik kwaad gedaan Met naar de woorden van uw mond te luistren. Geheimen, die gij stil mij toe kwam fluistren En zielewenschen, die 'k niet kon weerstaan? Och, waarom moest gij zoo mijn ziele klulstren? Ik* was zoo vrij en had toch niets misdaan. F.n gij hebt mij veroordeeld om voortaan, Ook als gij zwijgt, naar uwe stem te luistren. Nu is het lot mijns levens in uw hand; Mijn vreugd en droefheid hangt slechts aan uwoogen. O, zeg een enkel woord van teederheid. Kn breng mij nog eens naar dat schoone strand, Waar over-zee die gouden vogels vlogen. Waar was uw stem en handdruk zaligheid Toen, tien jaren geleden, de tram Schagen-Wognum hare voltooiing naderde, werden op voorstel van de afdeeling „Waard en Groet" der Hollandsche Maat schappij van Landbouw, landgebruikers en belangstel lenden bijeengeroepen, om te overleggen, wat er gedaan kon worden ter bevordering van de groentencultuur. Het gevolg hiervan was al spoedig, dat er een vereeni- ging werd opgericht genaamd Groentenvereeniging „De Niedorper Kogge", die volgens hare statuten in de eerste plaats ten doel had de cultuur en den afzet van groen ten (vroege aardappelen, kool, enz.) te bevorderen. De toestand was toen in deze streken gedrukt. Vee zuivel- en graanprijzen waren laag, terwijl aan den Langeaijk en in de Streek kool en aardappelen welvaart brachten. Dat kon en moest hier ook zoo worden. Dit zou „De Niedorper Kogge" in orde brengen. Zij zou de cultuur bevorderen en zorgen voor den afzet dor pro- dukteu door het oprichten van één ot meer markten waarvoor men den tijd gekomen achtte, nu de tram geopend zou worden. Het was stellig goed gezien, dat er van de cultuur weinig kon komen, als er niet gezorgd werd voor een geregelden afzet, maar even zeker is het, dat er van den afzet (het marktwezen) weinig terecht komt, als er geen producten worden aangevoerd. Dit nu hadden de oprichters van bovengenoemde vereeniging goed begre pen, maar de groote massa-blijkbaar niet. Men tuurde zich blind op het marktwezen. Als er maar een markt was, waar men hooge prijzen maakt, dan zou alles wel in orde komen! Dan wilde men wel kool en aardappelen verbouwen. Er moest dus een markt komen 1 Maar waar? „De Niedorper Kogge" was ontegenzeggelijk het aan gewezen lichaam hiervoor, het meest geschikte punt uit te kiezen. Maar nu bleek het al spoedig, dat de leden en afdeelingen dezer vereeniging minder letten op het algemeen belang der geheele omgeving dan op dat van hun dorp of buurtschap. Had men eendrachtig samengewerkt, dan was er allicht iets goeds en blijvends uit gegroeid, maar het Hoofdbestuur voelde zich niet sterk genoeg tot flink doortasten, de leden wilden geen centraal gezag, terwijl de afdeelingen ieder voor zich vrijheid van handelen eischten, om plaatselijke belangen te dienen. In plaats van een flinke markt met kans op levens vatbaarheid, ontstonden er nu gelijktijdig drie markten (nl. te Nieuwe Niedorp, Winkel en Lutjewinkel). En dat in een streek, waar de cultuur der producten nog zoo weinig beteekende. De markt te Nieuwe Niedorp ging dan ook al spoedig teniet. De Groentevereeniging „De Niedorper Koggewerd ontbonden: zij had geen reden van bestaan meer. De afdeelingen te Winkel en te Lutjewinkel zijn zelfstandige vereenigingen geworden, maar de samenwerking ontbreekt nog, ja, is er zelfs op achter uitgegaan, wat den bloei van beide natuurlijk in den weg staat. Daarbij komt nog iets. In de laatste jaren waren de graan-, vee- en zuivelprijzen aanvankelijk beter dan een tiental jaren geleden, terwijl de aardappel- en koolprijzen achteruitgingen. Gebrek aan arbeidskrach ten maakten het soms onmogelijk de nieuwe culturee in te voeren Neemt men verder in aanmerking, dat de teelt van bloembollen en tuinzaden zich de laatste jaren heeft uitgebreid ten koste van aardappelen en kool, dan begrijpen wij, dat de markten te Winkel en te Lutjewinkel niet die uitbreiding hebben gekregen, welke men zich oorspronkelijk had voorgesteld. Vooral Lutjewinkel, dat het hoofdzakelijk van de aardappelen moet hebben, beleeft moeilijke tjjden. Met den aard appel- handel te Winkel gaat het nog slechter, maar Winkel heef zijn boomvruchten. Zoodra deze klaar zijn, begint de markt daar te leven. Door den aanleg van nieuwe boomgaarden is het zelfs te verwachten, dat het in de eerstvolgende jaren nog beter zal worden. Als eenmaal, wat we niet hopen en voorloopig ook nog niet gelooven, het marktwezen in deze streek, door gebrek aan samenwerking en het besef van welbegre pen eigenbelang, mocht teniet gaan, dan dan men dit in geen geval wijten aan de tram. Hoe de zaken ook mogen loopen. een woord van lof mag niet onthouden worden aan de Trammaatschappij en haren vertegen woordigen voor de medewerking bij het vervoer der marktproducten. Het vissrhen van zeeinos. Men meldt uit Frieslands N.-O.-hoek aan de Leeuw. Courant In aansluiting en ter aanvulling van ons bericht over een nieuwen tak van bedrijf kunnen wij thans nog het volgende melden Sedert eenigen tijd oefent men dit bedrijf van uit Zoutkamp uit op de Wadden. Een Wierumer visscher bemachtigde in een paar dagen voor ongeveer f 30 aan zeemos. B(j hef drogen dezer koraaldiertjes is spoedig de weeke massa van het lichaam vergaan of verschrompeld en er blijven alleen de kalkafzettmgen, die men skelet noemt, over. Ze worden na de kunstbewerking van 't verven veel geDruikt ter versiering van dameshoeden. Daar ze nog al wat keukenzout bevatten, en deze stof, vooral zooals ze in onreinen toestand in het zeewater voorkomt, hygroscopisch is, nemen zij, als de atmosfeer rijk is aan "waterdamp, water op, hetgeen zij later, in drogere omgeving, weer verliezen. Dat opnemen en afgeven van water kan met eenige beweging gepaard gaan. Zoo komt het, dat sommigen een weervoorspeiler zien in deze gedroogde polypenkolonies. Tentoonstelling Alkmaar. Het programma der tentoonstelling van de afdeeling Alkmaar der Holl. Mij. van Landbouw, welke zal wor den gehouden 22 en 23 Sept. as. is verschenen. Het programma belooft weer veel voor het welslagen van deze jaarlijksche tentoonstelling, in de onderschei dene rubrieken worden flinke prijzen uitgeloofd. Door den zeer gewaardeerden steun van den Neder- landschen Slagershond en van de commissie tot verbe tering van het varkensras in Noord-Holland, Zuid-Hol land en Utrecht, kon het bestuur in de rubrieken vet- vee en varkens, ook flinke prijzen uitloven. Op vele plaatsen is het programma bij vorige jaren vergeleken- herzien en verbeterd, hetgeen zeker tot vele inzendingen zal uitlokken, waardoor het welsla gen der tentoonstelling bjj gunstig weer vrijwel verze kerd is. Een onaangename ondervinding. Een in Holland woonachtige fabrikant in pudding poeder c.a. heeft zich in de gemeente Opsterland van een minder aangename zijde doen kennen. De reiziger bezocht onderscheidene bakkers en nam bestellingen aan op door hem te koop aangeboden puddingpoeder. Bij de meesten werd overeengekomen dat bij wijze van proef een 25 dozen zouden worden gezonden, doch in plaats daarvan werd 25 dozijn gezonden, een enorm verschil dus. Dat de bakkers in de zending geen genoe gen namen en haar retourneerden onder opmerking dat zfj ongenegen zijn om te ontvangen wat zij niet bestel den, behoeft nauwelijks vermeld. Intusschen heeft de handelaar de wissels wegens het gezondene doen aan bieden, waarop natuurlijk geen betaling is gevolgd. Mogelijk is het briefje betrekkelijk de levering, dat door den bakker, of waar deze niet thuis was, door diens vrouw werd onderteekend, bedriegelijk veranderd, door van doozen te maken „dozijn" of wel is er bedrog gepleegd, door het woord dozijn neer te schrijven op zoodanige wijze, dat het iets geleek op „doozen". We vernemen dat in deze aangelegenheid door een der bakkers de rechterlijke tusschenkomst is ingeroe pen. Armoelijders in koningsrok. In de Juli-aflevering van „De Hollandsche Revue" is een schets gewijd aan den heer G. L. Janssen, meer be kend als Perio en als leider van den Bond voor Staats- pensionneering. Perio is de zoon van een rijknecht van koning Wil lem III. H(j vertelt hoe 't in dat rijknechthuisgezin toeging en wij zien er tevens uit hoe „koninklijk" wijlen Willem III zijn personeel bezoldigde. Willem III be taalde aan zijn rijknechts f40 per maand. Buitendien kregen ze een aandeel in den pot, wat zoowat op f 5 per maand kwam. tWas dus in de mooie koninklijke livrefjas geen vet soppen. Uit het verdere gedeelte van het verhaal ver nemen we Zomers was vader op het Loo met den koning, of op 'tHuis ten Bosch met koningin Sophie. Tusschen schooltijd bracht ik vader eten (tusschen 12 en 2) en terwijl hij at, ging ik „wandelen" in den pa leistuin, zette strikken voor hazen, wierp dobbers uit voor snoeken, at op 't eilandje kersen van den boom. Zaterdagsmiddags, als er geen school was, bracht de strooptocht veel op. Dat stroopen was, naast andere „kunstjes", ook een middel voor de stalbedienden, om b(j hun poover inko men aan vrouw en kinderen iets meer te geven dan 't allernoodzakelijkste. De andere „kunstjes" waren het „jong" maken van oude paarden, of ook het kreupel, althans het onge schikt verklaren van paarden, die goed waren, opdat zij verkocht zouden worden, waarvoor men dan een strooman stelde, die ze kocht. Ook werd, als de kleermaker een nieuwe livrei moest leveren, het beste pak uit de kast naar den kleermaker gebracht, die er een nieuwe rugvoering in zette, waarop dan het jaarstempel kwam. r.RdflTP H4IFIM EEN HUWELIJKSGESCHIEDENIS van HANS VON ZOBELTITZ 15. Plotseling schoof Sidi de kleine theetafel ter zijde en zetLe zich op den rand van het bed neer en legde haar beide handen op zijn schouders„Erieh, jij hebt Marga bepaald eens lief gehad?'' Zij had het haastig gezegd. Hij wilde lachen, lachen. Maai hij zag de donkere oogen van zijn vrouw vlak voor zich en er was een schittering in, die hem deed verstommen. „Je hebt haar eenmaal lief gehad?" her haalde zij vurig. „Maar Sidi. Wij zijn als broer en zuster met elkaar...." Nu lachte zij. „Loop heen. Dat bestaat er immers niet." Dan werd zij weder ernstig. Zij boog zich nog dieper over hem heen. „In elk geval heeft zij jou nog lief! Dat heb ik duidelijk gevoeld. Zoo iets voelt een vrouw altoos. Zij is een stille heilige, in wie de vlam men heimelijk oplaaien. Dat is Zij brak af. Want ze zag hoe Erich doodsbleek werd, dat hij de lippen stuk beet en zij schrikte. „Ventje, heb je pijn?" vroeg zij snel op geheel veranderden toon. „Laat dat verzocht hij. „Het is niemendal." Hij moest bepaald toch nog groote pijn hebben. Hij lag daar tenminste met gesloten oogen. zijn adem ging sneller, net alsof hij de koorts had. Of zij maar niet liever een dokter zou halen? Zij maakte zich wel wat verwijten. Eigenlijk had men thuis moeten blijven; eigenlijk had zij niet zooveel moeten babbelen; en de laatste scliampere opmerking over de madonna had zij zich wel kunnen sparen. Nog eenmaal vernieuwde zij den omslag. Het was jammer dat de avond zoo sloot. Zij keek naar Erich. Dat mooie luie kereltje mooi was hij nu eenmaal en lief ook. Men moest er slag van hebben om met hem om te gaan. Steeds lag hij nog maar met gesloten oogen. Zij hing wat op voor het verblindende licht, schikte de kus sens wat terecht, streek hem met de hand teeder over het hoofd. Dan moest zij hem nog iets vragen - dat moest zij nog van hem weten. Heel dicht boog zij zich over hem heen: „Ventje, ben ik vandaag net geweest? Was je tevreden over mij?" De kleermaker kreeg een nieuw pak betaald, en gaf de helft aan de menschen. Zoo waren ze beiden ge holpen, maar de kleermaker was beter dan de men schen. 't Was wel niet eerlijk, maar er moest iets gedaan worden, om met zes kinderen en een zwakke vrouw „fatsoenlijk" door de wereld te komen in Den Haag met f 45 per maand 1 Bovendien maar dit woog niet, omdat men gere geld uit goedheid vergat, de straffen te noteeren strafte de koning herhaaldelijk met een maand inhou ding van traktement voor een of ander feit, b.v. als men iets te laat kwam, of er haperde iets aan de tenue. M(jn vader was steeds in livrei gekleedblauwe jas met vergulde knoopen, Engelsch geribd leeren broek, zwarte kaplaarzen met beige kappen, witte das en'boord, hoogen hoed met oranje kokarde. Hij zag er dus lekker wat béter uit dan de timmerman van allernaast of de smid van tegenover! Watervogels. De jacht op waterwild in Friesland, welke jongstl. Maandag is geopend, is tot dusver voor de jagers niet onvoordeelig geweest. Er is meer wild dan verleden jaar, vooral eendvogels; over het algemeen zijn deze zwaarder van stuk dan andere jaren in dezen tijd. Wa tersnippen zijn er nog niet veelhet meeste waterwild, zooals de pijlstaarten, pluvieren, smieten enz., wordt in het laatst dezer of in het begin der volgende maand verwacht Het koele weder begunstigt den handel naar het buitenland. Nederland en Venezuela. Volgens den correspondent te New-York van de Lon- densche Globe zou de Amerikaansche regeering geen bezwaar hebben geopperd tegen eventueele dwangmaat regelen, door Nederland toe te passen op Venezuela. Te Washington acht men het feit, dat de Nederland- sche regeering het Amerikaansche gouvernement van te voren in de zaak heeft gekend, een streelend bewijs voor de praktische waarde van de Monroe-leer. De correspondent van de Globe gaat dan voort: „Op het oogenblik is er niets dat er op wijst, dat er iets bloedigers zal gaan geschieden dan het blokkeeren der Venezolaansche kust door de Nederlandsche marine, een dwangmiddel waarmee president Castro altijd heeft gespot. „Of dingen van ernstiger aard zullen volgen hangt af van president Castro en zijn regeering. Men beweert, dat Castro moet hebben verklaard, dat mocht een Nederlandsch eskader overgaan tot een blokkade hij aan Nederland den oorlog zal verklaren. Dat plan schijnt belachelijk; maar lieden hier, die Castro kennen, houden hem tot élke krankzinnigheid in staat. Hij heeft een belachelijken dunk van de gevechtswaarde van zijn i rivier-kanonneerbooten en van de macht zijner troepen om elke troepenmacht, die een inval doet, terug te drijven. Het feit, dat een van Castro's oorlogsschepen op het eind van de vorige week aan het kruisen was ter hoogte van het Nederlandsch eiland Aruba, wekt het vermoeden, dat een landing van Venezolaansche troepen op dat eiland wordt beoogd, voor het geval dat de Nederlandsche oorlogsschepen tot een vijandig optre den mochten overgaan. Zoo'n overval is volkomen uit voerbaar; maar ook is het zeker, dat in een dergelijk geval slechts weinig aanvallers ooit Venezuela zouden terugzien. Het eiland heeft geen versterkingen; maar de bevolking heeft onlangs van Curacao wapenen en munitie ontvangen, en een kruiser zal dicht in de buurt worden gereed gehouden zoolang de toestand kritiek blijft. „Er bestaan verschillende aanwijzigingen voor, dat in Venezuela de vijanden van Castro aan het werk zijn; en het is waarschijnlijk dat er een algemeene opstand zal uitbreken, nog vóór de Nederlanders tot handelen zijn overgegaan." Een gestoorde bruiloft. Te Koog aan de Zaan herdachten Jb. Prins en echt- genoote Maandag het feit, dat ze vóór 35 jaar door den echt waren verbonden. De tafel voor het eenige raam in hun eenvoudige woning op het Reëelenpad was '8 avonds ongeveer half twaalf aangerecht en de familie had daarbij in bruiloftsstemming plaats genomen, toen opeens een dikke boomtak door het raam werd gedre ven en op tafel nagenoeg alles wegveegde en vernielde. Men kan zich den schrik en de verwarring voorstellen. Huilend en weeklagend stormde men eindelijk naar buiten om den booswicht of booswichten op te sporen, die natuurlijk reeds de hielen had oi hadden gelicht. De politie doet onderzoek. De meer en meer gebruikelijke weg. In „Het Handelsblad" kon men onderstaande extra ordinaire huwelijksadvertentie vinden, die wij ook eventueelen gegadigden onder onze lezeressen niet meenen te mogen onthouden: Ik zoek een vrouw 1 Het vrij gezel lenleven moede, snak ik naar een ge zellig, prettig eigen thuis. Daarom zoek ik kennis making met jonge dame of weduwe hoogstens 30 jaar, onbesproken van naam, zacht en opgewekt van humeur, knap van uiterlijk, flink van gestalte, kerngezond, ge woon van ontwikkeling, vrij van ultra-moderne ideeén en los van eiken godsdienst, zij moge dan van Prot., Kath., of Isr. geboorte zijn. Ik bekleed zeer respectabele, vaste positie (thans salaris f 2650, met latere opklimming en pensioen - aanspraken voor de weduwe) aan een der grootste Daar, opende hij de oogen:» „Ja, Sidi," zeide hij eerlijk. „Zie je wel." Zij gaf hem snel een kus „Slaap wel, ventie en zij wipte zacht weg. Natuurlijk was hij tevreden. Had zij zich ook .niet brillant gedragen? Voor de mannen nu, ja dat sprak vanzelf, die aanbaden,Ihaar steeds. Maar de beide dames had zij i ook om haar duimpje gewonden ook dat bleekge- zicht met die groote oogen en dat wilde heel wat meer zeggen. Eigenlijk behoefde men maar komedie te spelen overal in de wereld! Toen zij in haar bed lag en zich behaaglijk rekte, kwam haar plotseling een komisch beeld in haar her innering. Die kleine pop, die Glaire overigens een charmant persoontje had haar bij het afscheidnemen omarmd; over haar schouder heen zag zij den gemaal van Claire. Die stond op den achtergrond, rekte zijn ellenlange gestalte en legde den wijsvinger op de lip pen. De herinnering was zoo komiek, dat zij. om niet in luid lachen uit te barsten, in haar hoofdkussen beet. Nu ja, mijn beste mijnheer, ik heb uw waar schuwing wel begrepen. Maar dat was niet noodig ge weest; het gold discretie —f in een eerezaak! Kerstin moest ook den volgenden dag zijn kamer houden. Hij zelf liet, nadat hij bij zijn eerste pogingen om op te staan hevige pijnen gevoelde, dadelijk een dokter halen. Deze had hem absolute rust voorge schreven, maar had hem bovendien de verzekering ge geven, dat het geval geheel ongevaarlijk was. Toen Sidi, zooals gewoonlijk, heel laat uit haar kamer kwam, was de dokter er reeds geweest. Erich lag op de canapé en gaf bescheid op haai- vragen. Hij zag er zeer vermoeid uit, maar was anders zeer op gewekt. ,,Het ergste is het voor jou," zeide hij, „je moet nu Berlijn maar zonder mij bekijken." Zij was eerst erg geschrokken, schold dat hij haar niet had laten wekken, maakte zich druk met hem dit of dat te bezorgen en zwoer bij alle heiligen, dat zij zijn onvrijwillige gevangenschap met hem zou dee- len. Maar zij iwas toch wel een weinig bang voor den Langen dag. Daarvoor was men toch niet hier gekomen, om van uit de hotelkamer het groote-stads- leven te bekijken. Het was verduiveld vervelend. Haar ongeduld kon Erich niet lang ontgaan. Hij •noest lachen. Zij deed allerlei onnutte dingen, nam een courant in de hand, om hem eenige minuten later weer neer te leggen, haalde haar kastje met sieraden en speelde als een kind met den inhoud daarvan. Het was niet veel anders dan in aldowzij kon zich niet bezighouden. Hij zag duidelijk, hoe ze van kwartier tot kwartier onrustiger werd. In den beginne had zij gepoogd zich met hem te onderhouden, maar nu zweeg zij. Het deed hem leed, maar het was immers zoo begrijpelijk, dat zij zich verveelde en buiten wenkte haar geliefd Berlijn. Fi»n paar maal verzocht hij te vergeefs. Maar ein delijk üep ze toch even uitmaar voor een half uurtje, om een beetje frissche lucht te happen. En hij was blij, toen zij eindelijk gegaan was. Haar onrust maakte hem zenuwachtig. De lijd kon hotn niet lang vallen de bediende had hem een paar goede boeken uit den koffer moetén geven. Maar hij las niet lang. Zijn gedachten waren met te binden. Er was in dezen nacht een eigenaardige rust over hem gekomen. Nie't de trotsche rust van het starre besluit, waarmede hij gister was gereed gekomen: dat het tusschen hem en Sidi uit moest zijn, en dat nog slechts een naastelkaar leven voor hen mogelijk was. Nu voelde hij milder. Haar verleden scheen hem zoo ver, ver weggerukt van het tegenwoordige. Ieder mensch moest het recht hebben, zich van zijn verkeerde daden schoon te wusschen, zoo dacht hij. En wordt daar- naar werkelijk gestreeld, dan is het plicht hem de helpende hand te reiken. De vrouw vraagt niet naar liet verleden van den man, vraagt niet: wie hebben jou lippen reeds gekust? Heeft de man het recht in liet verleden van de vrouw rond te scharrelen? Hij kende wel het onlogische van zijn besluit, want nietwaar, alleen een werkelijke liefde, slechts een groote hartstocht voor het huwelijk kan het andere deel overwinnen, misschien zonder smart. Maar al hel andere moet steeds het verdriet en het leed verwek ken dat ook hij had ondervonden. Maar men kwam <j- doorheen en men verhief er zich boven wan neer men de kracht daartoe vond. Gisteren had hij de kracht nog niet daartoe gevon den. Nu voelde hij die in zich opgroeien. Hij had weer hoop. Sidi zelf had hem die gegeven en dat was het beste gewin van den dag. Het was hem als had hij gisteren nieuwe zijden van haar wezen ontdekt, als ton zoo menig verkeerds, dat hij aan haar had gezien, alleen in zijn verbeelding hebben beslaan. Het was hem, alsof hij Sidi had beschouwd in de laatste maanden steeds door den bril der critiek eener kleingeestige eigengerechtigheid en zonder liefde. En danzij had gister een lont in zijn ziel gewor pen. Zij had gevraagd: „Jij hebt Marga eenmaal lief gehad?" Zij had hem toegefluisterd, als iemand die het wist: „in eik geval heeft zij jou lief." Hij had geantwoord: „wij zijn als broer en zuster tegenover elkaar." Hij had kunnen zeggen: „je vergist je - Marga weet niets al van eenige liefde voor mij." En toch. geheel mis hadden de scherpe oogen van Sidi niet gezien. Dat was hem ook in dezen nacht eerst duidelijk geworden. Slechts dat voor Sidi het woord liefde altoos iets anders beteekende dan voor Marjp. Dus ook voor hem en zijn verhouding tot Marga. Dat wist hijMarga's liefde wanneer het liefde was was zonder begeeren. Was een innige toeneiging, een samensmelting hunner zielen, een geheel opgaan in den wenseh, den ander gelukkig te weten: het was dus ten slotte de reinste vriendschap. Dat bestaat er evenwel niet, had Sidi gezegd. Zij kon dat niet anders opvatten, zij had nimmer begrepen wat Goethe meen de toen hij schreef: „Slechts ons armen is het gegund, het geluk der vriendschap in rijke mate te genieten." Ook voor hem had de bloesem der vriendschap zich eerst geheel ontsloten in de uren van inner- lijken nood. Men mocht het liefde noemen, men mocht het vriendschap noemen: wat beteekende het eigenlijk?! Eerst hadden de woorden van Sidi hem opgewonden hadden iets als een verwijt in hem gewekt. Nu lachte, hij ook daarover. Sidi kwam terug en met haai' Prach. Zij hadden elkaar ontmoet en hij moest dus informeeren naar den toestand van den hoogen patiënt. „Menschenkind, wat doe jij een rare dingen. Nu moet je daar op de canapé liggen, terwijl de wereld buiten allerlei schoons aanbiedt. Je geëerde echtge noot© zal jij toch niet opsluiten, hè? Geef mij vol macht heer baron! Nu mag ik met mijn nicht beneden wat gebruiken ja? En van avond bestel ik een loge." ,.lk denk er in 't geheel niet aan, graaf Prach!" Sidi protesteerde levendig, bijna te levendig. Op haar gelaat las Erich, dat zij er vandaag niet voor geschikt was. om als ziekenverpleegster op te treden en hij was niet hoos op haar. Integendeel, hij was Prach eigenlijk zeer dankbaar. Zij spraken nog een poosje ijverig door elkaar. Sidi lachte menigmaal als Prach in zijn dialect van leer trok. Hij vertelde glimlachend, dat hij vanmorgen heel vroeg was thuisgekomen en dat de academie van het nachtleven hem rijke sociale studiën had geboden „nu, wanneer ik afgevaardigde was, zou ik eens tos- daveren over dit zondenbabel. Hemel en hel, donder en doria!" Eenmaal, toen Erich naar zijn vrouw keek, die zich op een stoel aan het venster had neergezet, vond hij haar plotseling ranselt anders dan gisteren. Het deed hem pijn. Vandaag was zij weer zoo opgeschikt, ja nog meer dan dat: haar wandeltoilet had iets bru taals en zij" wipte op haar stoel heen en weer en haar lachen was meer dan luid. Op eenmaal dacht hij: „ik wou niet graag dat zij zóó met Prach beneden in restaurant zat. Maar het was reeds te laat, want zij sprong op: „Alzoo ga mee, graaf wanneer Erich het per sé wil Haar armbanden rinkelden en toen zij zich vluchtig over hem heenboog kon hij een zoet parfum opsnuiven. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 5