Schotsen uit de Röcötzaal.
Grejen mt Land- en Tuinbouw.
52e Jaargang. No. 4411.
Zondag 8 Nov. L908.
DERDE BLAD.
S-'lffÜtflSiiP
Binnenlaudsch Nieuws.
j»—
de anderen... Waarom Jet niet gekomen was? Niet
wel? D'r voet verstuikt? Laat je niks wijsmaken. Ze
heeft geen stuk kleeren aan d'r lijf. Daar zit 'm de
knoop... Begrijp je nou?... En de ütele bruiloft daar
zou 't gebabbel zijn over die arme Jet. die niet eens
japon had om, als er m de familie iets te doen
een
was.
Toen had Jet,
toen nad Jet, van drie-hoog. die van haar jeugd af
zich gekenmerkt had door zekeren hooghartigen angst
om „beklaagd* te worden en andere menschen „te voet
te moeten vallen*, had Jet 't van zichzelve verkre
gen om eene tai.ti, van wie men wist dat zij er aardig
bijzat en die kind noch kraai op de wereld had, een
„klein voorschot* to vragen.Zonder precies te ver
teilen waarom.Willem had, zei ze een teleur
stelling ondervonden, en ais tante nu zoo goed zou
wezen om voor twee, hoogstens drie maanden.Die
twintig gulden.
De tante trok, terwijl Jet zat te praten, een zeer
lievig, goedig, medelijdend gezicht. Had blijkbaar met
't gevat te doen. Verklaarde dat zij Willem, haar be
huwd neef, altijd „zoo'n netten, aardigen, gceien man"
had gevonden. Jet dacht 't spel gewonnen te hebben.
Was rood en opgewonden van blijdschap.Meende
tante heelemaal te hebben overgehaald... Toen opende
de oude juffer, die wel eeu kwartier had zitten luisteren
zonder iets te zeggen, den moDd.
,'t Is erg naar, meidlief", verzekerde zij. en voegde er
dadelijk, met een vrooljjk lachje, dat kuiltjes in haar
dikke wangen groef, bij„Maar ik heb 't niet, hoor!...
Geen eentje, JetO Joetje, nee 1*
En weer schudde tante van 't lachen, als gold 't de
vermakelijkste zaak ter wereld.
Jet had de grootste inspanning om 't harde, oud]
bas ken koekje, dat tante haar, met overstelpende
mildheid, had opgedrongen, door de keel te krijgen.
Ze was even ver, nu.
De wanhoop van door Marie, op de bruiloft, te wor
den uitgelachen en beklaagd, dreef haar een magazijn
van den vierden rang binnen...
Er waren goedkoope, nette japonnetjes uitgestald.
Héél goedkoope erbij, waar ze 't best mee zou kunnen
doen.
De meneer zelf kwam voor. En Jet praatte met hem...
Eerst schor van verlegenheid, daarna wat fermer, legde
ze hem uit.
Van een 1- en 2-hoegbruiloftsjapon.
Van juffrouw-2-hoog was bekend dit sta voor-
op dat zjj ietwat indringerig van aard moest heeten.
Dat bleek uit allerlei bijzonderheden, in den loop des
tijds opgemerkt, 't Kon niet gebeuren dat er, voor een
der bewoners, een man met quitantie zich aanmeldde
of juffrouw Koenders stond op wacht... Men wist 't
En die van drie-hoog, bijzonder geplaagd door „beertjes*"
vloog, zoodra er onraad dreigde, naar beneden, m 't
portaaltje. Dan hoorde men het brommerig gepraat van
den „beer" en 't sussetid fluisterend, gejaagd angstig
soebatten der andere... Was crediteur extra taai. dan
poogde zij hem met een zoet lijntje de stoep op te
krijgen, bijv. door een verschrikt „gossiemijn'e, vliegt
m'n poes daar niet wegl" Of, „Wacht 's effetjes,
meneer, 'k geloof zoo waarachtig alsdat..." Meteen
ging deurtje open Keek zij kwasi naar alle kanten
rond. Neen, ze had 't tocb mis... Maar ondertusschen
was de „beer" met goed fatsoen op straat. Werd het
onderhoud op stoep vervolgd.Juffrouw Koenders, die
boven, op haar gebied, had staan leunen over de trap
jes heen, zich vasthoudend aan 't vettige touw op
gevaar af van te tuimelen, zij moest er het hare
van hebben.Dan kwam ze stiilekens aansluipen, bij
voorbeeld niet iets in d'r hand, kannetje of potje, om
boodschapje in ao straat te doen.En dan kon ze zoo
echt-tergend, eebt treiterig, een praatje aanknoopen met
juffrouw van drie hoog, die 't „beertje" al haast weg-
gebonsjoerd had...
Zoo'n kreng 1 dacht buurtje, en ze beefde van
woede.
Maar juffrouw Koenders had dan juist echt pret.
„Lekker weertje, hè juffie zei ze met zoo'n goedig,
fleemend stemmetje, dat je haar toch.
„Nou afijn", zei de man van de quitantie, wien 't
zaakje^ begon te vervelen en die toch wel wist, dat nu
geen rooie cent zou worden afgedokt. „Maar ik kom
dan den 15en terug. Maar u weet het, juffrouw." En
onderwijl hij z'n quitantie in zijn portefeuille borg,
keek die van 3-hoog met oogen van... Met oogen.
„Zoo waarachtig as 'k hier sta", ging hij voort, koud
voor den angst en de schaamte der debitrice, „u weet
er alles van
„Natuurlijk, meneer Sanders, natuurlijk! Als ik iets
zeg, nietwaar...?" Met poging om, tor redding van
haar prestige, iets uit hem te krijgen van„Ja, dat
's nou wel waar"Of zoo iets.
Die van 3-hoog zou graag alles gegeven hebben wat
in haar beursje zat... Veel was 't niet!... Wanneer
de „beer" zooiets had gezegd
Maar 't kwam niet. Meneer Sanders bromde iets
tusschen de tanden. Drukte z'n flaphoed wat stijver
op 't hoofd en stapte weg, haast zonder goeien-dag te
zeggen.
En juffrouw Koenders stond daar nog altijd, met
haar kannetje in den arm gekneld, te luisteren; te
genietenArme buur van de derde probeerde dan
verhaaltje op te disschen van „hoe brutaal die vent
was", en dat-ie altijd „prompt z'n centen kreeg",
maar 'n mensch kan toch zelf wel eens op geld zitten
wachten, waar of niet?En heeft zoo'n kerel dan 't
recht om schandaal aan de deur te komen maken
Nou, als d'r man thuis kwam, dan zou ze wel 's
effetjes't Leek compleet of zij flesschen trekkers
waren!
Juffrouw Koenders, de indringerige, luisterde dan
aandachtig, al maar knikkend van dat 't erg, dat 't
verschrikkelijk was... Zeker, ze zouën je de kroon van
't hoofd nemen... Maar de grijze oogen der juffrouw,
waren zoo spotterig, er leefde zoo sterk in een meüe-
lijdendlacherig: Och, arme ziel, praat je maar niet
schor. Ik weet immers tóch wel, hoe 't met jelui van
3-hoog gesteld isDat de andere gauw naar boven
tippelde met stijf opeengeklemde tanden, of anders zou
ze zou ze
.Juffrouw Koenders boende dan haastig naar den
„melksalon" schuins aan den overkant. En arm, van
de doorstane ontroering nog bevend, nu in haar eigen
voorkamer 't van schaamte uitschreiende juffie zag,
hoe 't buurtje met het meisje in „melksalon" stond te
smoezen. Ze zag de dunne lippen der twee hoogsche
babbelen met 'razende snelheid. En de grijze oogen
flikkerden tintelden van jool over 't aanschouwde en - - - - - - T—---
gehoorde 'schandaaltje. De kan, zoojuist gevuld met ^ad v»n eeno „anderedame die m huis woonde.,
geuuurue o Van een be. aarde juffrouw, die. toen hi aanImlHo An
Dat was niet naar Juffrouw Koenders d'r zin.
En telkens wou ze den edelachtbaren heer duidelijk
maken, „wat voor mbnechen.die De Wit'e waren."
Ze deed dan erg vertrouwelijk. Zoo vantusschen ons
gezegd en gezwegen... Kwam, alfluisterend, dicht bij
het hoofd van den edelachtbare
Maar de voorzitter was heelemaal niet nieuwsgierig.
Viel haar in de rede. Beduidde haar, dat al die bijzon
derheden niets met de zaak te maken hadden.i
Was er beleedigd, ja of neen? Daarmee uiL
Getuige, van laaie natuur, hield nog aan. Begon weer
over „die schandalen met menschen, die oenten moste
hebbe
Toen werd president boos. Snauwde haar af.
Keek haar aan. zoo grimmig-ongeduldig dat juffie er
bleek oin den neus van werd...
Het O. M. eischte maar eene kleine geldboete
Ik zag de vrouwtjes vertrekken, druk eau-de-oologne
sprenkelend op haar zakdoeken. Juffrouw Koenders
was nog erg van streek
Ze deden zich voor, of „die medam er dan toch
leelijk van gelust had.
.Maar ze waren niet natuurlijk van echtbevredigde
wraakzucht't Ging niet van-harte," zag ik best
MAÏTRE CORBEAU.
XI.I. Gedroogde Pulp. .Melasse en Oehfendvoeder.
De suikerfabricatie en de landbouw staan in enge
betrekking tot elkaar. De landbouwer teelt de grond
stof, de suikerbieten, voor de fabriek, die op hare beurt
weer verschillende afvalproducten aan het landbouw
bedrijf teruggeeft. Pulp, melasse en schuim
aarde zijn hiervan de voornaamste.
De bewerking welke de bieten aan de fabriek on
dergaan is in korte trekken de volgende:
Na aflading aan de fabriek worden de bieten met
warm water machinaal gewasschen en tot „s n ij d s e 1 s"
geschaafd. Deze worden in ketels met heet water uit
geloogd om er den suiker uit op te lossen. De ontsui-
kerde snijdsels vormen de pulp.
Het sap wordt hierna in koperen ketels met kalk
tarwemeel, terwijl het vochtgehalte 15 bedraagt, wat
voor de duurzaamheid niet goed is.
8 Opfokvoeder No. 2 bestaat uit melkeiwit,
rijstmeei en gerst e meel
9. Hoenaerbeschuit bestaat uit tarwe en aard-
appelpulp, bevat 15 o/o gemalen schelpen en
8 i'/o zandt
10. Ochtendvoeder bestaat uit tarwezemelen
met eenweinig gerst en maïs.
11. Ochtendvoeder bestaat uit tarwezemelen,
gerstemeel, maïsmeel en wat phosphorzure kalk.
12. Ochtend voeder bestaat uit tarwezemelen,
vleeschmeel, koffiedoppen, zaagsel, een weinig
rijstmeei. 1d o/o schelpen en gips!
13. Hoenderbeschuit bestaat uit tarwemeel en
vleeschmeel
14. Melkeiwit d. i. gedroogd eiwit uit wei
Het is zeker een goede zaak. dat deze onderzoekingen
worden voortgezet.
Zij, die iets van de voedingsleer weten, zullen er
prijs op stellen behalve de samenstelling ook h e t g e-
u i- j- kennen. Wij
verslag
halte dezer hoendervoeders te leeren
laten deze daarom volgen, zooals ze in het
over 1907 zijn opgenomen.
Van verschillende monsters wordt bovendien nog op
gegeven. dat ze meer of minder m ij t e n bevatten, wat
geenszins voor de deugdelijkheid en verschheid pleit
*.wto^-o«o»-ooicniweoioi-'
- - vu nviviO iliVl AüiA
I gekookt ter zuivering, waarna men met koolzuurgas
De meneer begreep, glimlachtekeek juffrouw van de achtergebleven kalk onoplosbaar maakt en in filter
drie-hoog eens ernstig aan... Aarzelde nog wel. Maar persen uit het sap verwijdert De witte massa, die
scheen 't zaakje toch aan te durven. Zjj had een keurig er bij het persen achterblijft, is de schuimaarde,
japonnetje uitgezocht. Bruin met zilveren passementen. J-
Vóór
Alsof hjj
De meneer verzekerde dat 't
den" bij de veertig kosten moest. Maar 't was uitver
koop. En de juffrouw zei.Enfin, voor drie-en-twintig
kon ze 't krijgen. In drie „payementen" te voldoen.
Den len tien pop, den len der daarop volgende maand
tien - en het resiant dan binnen een paar weken...
„Dus ik kan er vast en stellig op aan?" vroeg de
meneer.
Jet gaf hem de hand er op.
„Ik zal zorgen, dat u 't vanavond nog hebt
achten. Secuur I"
Met hoffelijke buiging liet hij Jet uit.,
eene echte, heuschelijke dame voor zich had.
Zij had 't kunnen uitschreeuwen van geluk. Zü vloog
over den weg en ze keek zóo vroolijk, zóo blij, dat
een kennis, die zij in haar opwinding over toch-bebaalde
zege, niet eens merkte, bleef stilstaan en dacht: wat
zou die hebben?... Daar zit wat achter. Die hebben
bepaald met iets geboft
Zij kón zich niet inhouden. Nam er een „pasje" af
en tramde heelemaal naar Marie toe om deze eens echt
'tland op te jagen doer te vertellen, zoo terloops, van
de nieuwe japon, die zy voor de bruiloft van Kee
en Jan bad laten maken... Verlustigde zich in het
branden der jaloezie in Marie d'r giftige oogen
Verpraatte haar tijd. Kwam eerst tegen halfnegen
thuis... Willem was al ongerust... Op 't portaal van
twee hoog leek alles uitgestorven.
Zij vertelde van het gelukje. Van de prachtige
japon, die komen zou...
Maar, dat's waar ook, had Willem niets gehoord?
Was de doos uit „De Bij" er nog niet?... Ze werd on
gerust. Da pendule wees tien minuten voor negenen.
Jet kon 'tniet uithouden. Viooe de straat, on Naar
waarde heeft.
ou uivaren passementen. <Jie als meststof eenige
in gewone omstandighe- j Het „dunsap" wordt vervolgens in vacuümpannen
ast. Maar 't. wa* mt™'- zoo |ang gekookt tot er suikerkristallen in ontstaan.
Door centrifuges wordt na bekoeling de stroop uit den
suiker geslingerd. Deze stroop wordt opnieuw uitgedampt
en na eenige dagen gestaan te hebben andermaal ge
centrifugeerd. Deze tweede stroop wordt later nog één-
of tweemaal op suikerkristallen verwerkt. Nadat aldus
5 ar
-If o
T" O
p
WMto
O 00 to
JKO* C71 C5 co oa
co co mVj co'o'baVj'böV»"^-Vto
SSS:Ê2S8&S£8fc
-j O ce «O to o ca ce ao W a>
Nummer.
5!
K
Eiwitachtige
stoffen.
Vetachtige
stoffen.
Zetmeelachtige
stoffen.
I I oocooroco to >-• ca co ca ca os
to eo-j co ca iiu. os coViVi'ia Ruwe celstof.
En of de menschen 'tal merkten of niet, kon Jet
niks schelenZe snikte 't, op straat, uit. De tranen
liepen haar over de wangen.
Toen zjj over een stille gracht kwam, voelde zjj plot
seling een groote drang in zich opkomen om Maar
ze beheerschte zich in haar groot verdriet.
De meneer van „De By" had haar koeltjes ontvangen.
Direct zag ze dat hjj veranderd was, als 't blad op een
boom
Hfj ging met juffrouw van drie-hoog in het kantoortje.
Wou eerst niets loslaten. Vertelde daarna, de jongen
S£as, met de doos, geweest. Al vóór achten. Maar toen
melk, stond op de toonbank. Erachter 't meisje, aan
dachtig luisterend... schuddend, telkens, 't hoofd van:
„Nou maar 't is bar hoorl..." Arm vrouwtje van drie
hoog voelde, wat er tusschen de twee in „melksalon"
werd besproken. Nu praatte winkeljuffio Ueel-ernstig;
iets dichter by 't hoofd der andere, het blebf tusschen
haar beidjes... Natuurlijk over 't in-hetkryt-staan der
drie-hoogsehe..Tien tegen een, dat als zy straks weer
zou laten halen met de boodschap van dat 't, „den len
tegelijk zou worden afgedaan..." Tien tegen een, dat
de „melksalon" dan zou weigeren. Eeret schoon schip.
De nota is ai veel te hoog, had meneer gezegd't
Was of die van de derde 't al hoorde..En dat had ze
dan aan dat ellendige, verraderlijke wijf te danken
Toen ze de buur met haar kannetje de straat zag over
stappen, balde zy een van haar vuisten. Maakte ze
dreigend gebaar in de richting der geniepig-indringerige
Maai' gelukkig was er een afstand, waren er ruiten en
muren tusschen de twee
In haar knipje vond ze nog net precies 20 centen.
Daar nog melk van te betalen, ging niet. Ze poogde
moed te verzamelen, om naar don „salon" te sturen
met „'t boekje", maar ze kon 't niet van zich verkrijgen.
Ze zou 't in vredesnaam maar doen inet 'n scheutje,
dat er nog in hiiis was... Willem, als die stiaxs
thuiskwam, wijsmaken dat de kan gebroken was toen
ze had laten halenEn dat zy niet direct weer om
nieuwen voorraad durfde sturen... 't Was ai de
26ste Er stond zooveel „opgeschreven"
Zóó zou 't kunnen. En onderwijl ze by het scheutje
melk dat er nog was. 'n tikje water deedrammelde
de juffrouw van twee-hoog bijzonder druk met kopjes
schoteltjes, maakte die zich gereed om nu eens 'n echt-
fy'n, geurig eif-uursch „kommetje" te gaan genieten...
Van een bejaarde juffrouw, die, toen hy aanbelde en
vroeg, of bier ook menuer De Wit woonde... Had hy
.van die dame" zulke fraaie inlichtingen gekregen
Enfin, de meneer van „De Bij" wou er geen woord muer
bijvoegen, 't Speet hem wel, maar er stond nog een
klant te wachten
Ditmaal moest Jet maar zien dat ze alleen den win
wuu. X1UVM11 UJU UO
3 of 4 maal ruwe suiker uit het sap is verkregen,
houdt men ten slotte de melasse over. Deze on
zuivere stroop wordt veelvuldig als veevoeder gebruikt
De ruwe suiker gaat van de fabriek naar de suiker
raffinaderij om verder gezuiverd te worden en ook
daar bekomt men melasse.
Nu we de herkomst van pulp en melasse weten,
kunnen we een en ander over hare samenstelling mee-
deelern
Versche pulp bevat slechts 7 o/o droge stof. Ge
woonlijk wordt er aan de fabriek zooveel water uitge
perst, dat ze 10 o/0 droge stof bevat, terwijl er ge
middeld 0,6 o/0 eiwit en 0,1 o/0 vet in voorkomt. Inde
aschbestanddeelen vindt men 0,25 o/0 kalk en 0,05 o/o
phosphorzuur. Daar dit zeer weinig is, verdient het
aanbeveling bij pulp voederkalk te verstrekken, of aan
de dieren zulke voedermiddelen bij te geven, die rijk
zijn aan kalk en phosphorzuur.
In die laatste jaren is men met gunstig gevolg de
pulp gaan drogen.
De gedroogde pulp bevat gemiddeld 89 o/0
droge stof met 4,9 o/0 eiwit, 1 o/0 vet 62,4 o/o stik-
stofvrije extractiefstoffen en ruwvezel. Het aschgehaite
is gemiddeld 3,1 o/0 met 1,4 o/o kalk en 0,15 o/0 phos
phorzuur.
De gedroogde pulp is een goed veevoeder, dat aan
allerlei dieren gegeven kan worden. In Duitschland
aan melkvee 3
aan varkens
„,j—2 K.G. per dier
cn per dag. Daar gedroogde pulp 5 maal haar gewicht
aan water kan opzuigen en daarbij sterk opzwelt, is
het raadzaam deze stof vóór het voederen te weeken
in 3 maal haar gewicht warm water. Bij rundvee kan
gelijktijdig melasse mee in de weekende massa ge
mengd worden. Voor varkens kan de pulp ook in afge
roomde melk, wei of karnemelk geweekt worden. Bij-
voedering van voederkalk is naast gedroogde pulp zeer
ge wens ebt.
In den laatsten tijd heeft Steffen voorgeslagen
alleen het zuiverste suikersap uit de bieten te loogen,
zoodat er nog ongeveer 0.9 o/o suiker in de pulp blijft.
Deze wordt weer gej>erst en gedroogd en komt als
„Z u c k e r s c h n i t s e l" of ,,s u i k e r p u 1 p" in den
handel. Zij bevat ongeveer 92 o/0 droge stof. Proeven
in Duitschland met deze suikerpulp genomen hebben
goede uitkomsten gegeven.
Melasse is een donkere, taaie stroop, die ongeveer
78 o/0 droge stof bevat, waarvan 55 o/0 suiker en ruim
7 o/o zouten. Phosphorzuur en kalk komen er maar
in geringe hoeveelheid in voor, n.1. 0,31 o/0 kalk
iin; n „i1
05 00 ^3 <1
to to
jf*-J-O OOj—O* CO 00 to
Ci "co Vj'co oo"co"ex
M H H
O* O 00 00 h-
o**b*'oo'co ►—'co'o'o'bi'o
Minerale
bestanddeelen.
Vocht.
nu. v/ji/i ~/U Airih CI1
0,05" o/o phosphorzuur, zoodat men bij melasse-voedering
kei uitkwam. En de loopjongen zat haar, vanuit een hiertegen maatregelen dient te nemen, b.v. toegift van
hoekje, te begluren met 'n gezicht van„Ja, jij bent phosphorzure voederkalk.
fiin lid hoor- Melasse kan in matige hoeveelheid en met de noo-
ee J dige voorzorg aan allerlei dieren gevoederd worden,
Zfi on Willem waren 't hierovor volkomen met
elkaar eens geweest; met 't overschot van haar „beste
japon" kon ze met goen mogelijkheid de bruiloft van had_ze allang verveeld.
Hy had haar niet hooren binnenkomen. Willem
zat, in de balfdonkero kamer, vóór 't raam te soezen
in sombere stemming.Na te rekenen, wat er den
len moest begonnen worden.
Toen plotseling vloog hy op. Voelde van schrik,
het vloeitje onder zich wegzinken.
GekryscU, gegil, benoden, in de gang van twee-hoog.
i Hy hoorde de stem van z'n vrouw er tusschen.Vloog
naar beneden...
Op de trap, op de stoop, in de straat begonnen de
menschen saam te scholen... Jut stond tegenover juf
frouw Koenders, de treiterig-indringerige, met vlam
mende oogen, 't schuim op do lippen.
Van alle kanten kwamen do buurtjes aantippelon.
Tuk op schandaaltje.
In haar paroxysme van woede, in de uitbarsting
van haar lang-verkropte haat gilde Jet 't uit... Kwa
men er gemeene scheldwoorden uit haar mond...
Juffrouw Koe: deis had gezegd dat „zy gelukkig geen
afzetster was..."
En toen kwam 't.Slingerde Jet haar woorden in
't grauwe gezicht van bevende lijnen...
En de juffrouw van tweehoog werd eensklaps ijzig-
bedaard. Greep een ander juffie in den arm...
i „Je hebt 't gehoord Jd hebt 't verstaan En jij
ook, Corneiia?... Dit tot de dochter der eerste.
De viouwen knikten. Zy waren direct bereid... Op
stip en sprong.Die „mooie medam van drie hoog"
Kee en Jan gaan bijwonen. Zij had voor hem op de j „Een schandaal voor 't huis is 't", hoorde Jet mom-
tafel, uitgespreid de jurk. En toen zagen ze eerst recht- pelen. De hoim van een agent, op 't kabaal aangekomen,
duidelijk 't 'vale, glimmerige, sleetscbe.
Hy zou z'n gekleedejas nog wel weten op te kalefa
teren. Brands, de specialiteit in het „herstellen" van
heerencostuums, had verklaard dat 't wel lukken zou...
Voor Brands hadden zy, van drie hoog, geen geheimen.
Die was nog in de familie. Hij zou dat „zwarte pak"
weer toonbaar maken. Brands was 'n goeie kerel. Die
praatte niet over zulk dingen met derden. Die haalde
je 't vel niet over de ooren Misschien zou-ie met
een kistje van 25 sigaren tevrede zjjn
klonk in de gang beneden.,. Ais Willem haar niet
had opgevangen, zou ze neergestort zijn.
Hy droeg haar naar hun kamertje van drie hoog. En
de vrouwtjes verdrongen zich om den agent, wien, in
geuren en kleuren, werd duidelijk gemaakt „wat voor
kaliber" dqar, drie-hoog, woonde.
juffrouwtje van drie hoog, wat moest zy
lukken
Maar zy
beginnen!...
Op afbetaling kon niet, al was 't slechts vanwege het
direct een gedeelte moeten storten...
Ze had de versleten jurk in een hoek gesmeten.
Had tranen van spijt in de oogen. Begreep wel, dat
't eenige wat erop zat zou zynthuisblijven. En ze
dacht erover, hoe Marie, d'r nicht en aarts vijandin van
jaren-hér, zou jubelen, 't Geval zou besproken met al
Op de strafzitting waar zy, Jet, wegens beleediglng
Dat zou wel moest verschijnen, was ze niet gekomen.
I 't Zondaarsbankje bleef leeg. En zou ^verstek" gaan.
Juffrouw Koenders en hare geiuigen a charge waren
natuurlijk op post. Zaten, op de leeren bank, tegen el
kaar te knikken en te hoofdschudden over 'tyselyke
gevalOver zooveel verdorvenheid en schande
Als gold 'teen roofmoord, op z'n minst.
De president deed zyn best om het zaakje van buren-
getwist zoo gauw mogelijk af te doen. Er was, voor
dien middag van klein goed, nog een heele „rol" in
petto.
j uitgezonderd aan drachtige dieren en jong vee. Aan
paarden en melkkoeien mag per dag en per dier 1.5
K.G. melasse gevoederd worden en aan mestvee 2 K.G.
per 1000 pond levend gewicht.
Bij melasse-voedering moet men deze stof steeds als
een mengsel met drogere stoffen, zooals bostel, ge
droogde pulp, gedroogde spoeling, zemelen, kaf, haksel
enz. aan de dieren geven, omdat ze anders lrcht diarrhee
veroorzaakt. Van Duitsche zijde wordt beweerd, dat
paarden mei melasse gevoederd nooit aan koliek lijden.
Om zelf de melasse met bostel of dergelijke stoffen
te vermengen kan men ze eerst met kokend, water
verdunnen door ze er in een groven zak eenigen tijd
in op te hangen, of wellicht nog beter eerst in een
kelel heet maken, waardoor ze dun wordt en dan ge
makkelijk door de droge stoffen geroerd kan worden
De melasse-voeders uil den handel zijn veeltijds te
duur, zoodat koopen der ruwe melasse in vaten en
zelf mengen het voordeeligst is.
Meer wens el 1 ik. om niet langdradig te worden, over
veevoeder thans niet mee te deelen. doch over een
belangrijk artikel voor de kippenhouderij, het och
tendvoeder, voel ik nre gedrongen nog een en
ander bekend te maken.
Men kan tegenwoordig bijna geen courant ter hand
nemen, of men vindt er adverientiën in van ochtend
voeder voor hoenders. De verkoop dezer meng
sels schijnt dus een winstgevend zaakje te zijn. Gewoon
lijk worden deze artikelen niet aan de Rijkslandbouw
proefstations onderzocht, doch in 1907 is zulks anders
geweest. Ten behoeve van de afdeeling Zuid-Holland
dei' Vereeniging tot bevordering der Pluimveehouderij
in Nederland, de bekende V.P.N., zijn te Hoorn 1
monsters nauwkeurig onderzocht. Uit het verslag der
uitkomsten nemen we het onderstaande over:
1. Melange ochtendvoeder bestaat uit
tarwezemelen, vleeschmeel, rijstmeei en een weinig
gemalen gerst, haver en phosphorzure kalk.
2. Ochtendvoeder bestaat uit tarwezemelen
met wat maïsmeel.
3. Ochtendvoeder bestaat uit tarwezemelen,
rijstmeei. een weinig katoenzaadmeel. vleeschmeel, ha
ver. eerst en wat phosphorzure kalk.
4. Korrelvoeder No. 2 bestaat uit melkeiwit,
rijstmeei en gerstemeel.
5. Hollandsch eiermeel bestaat uit tarwe
zemelen. maïsmeel, vleeschmeel, een weinig gerst, hen
nep, wikken en phosphorzure kalk.
6. Hoenderbeschuit bestaat uit gebroken tarwe
vleeschmeel en wiat schelpen.
7. Ochtend voeder bestaat uit maïsmeel en
Voor het gemak van hen, die niet terecht kunnen
met de berekening van een geschikt ochtendvoeder,
Laten we hier een goed recept volgen. Neem 5 deelen
vleeschmeel, 10 deelen rijstmeei, 30 deelen gerstemeel
en 12 deelen tarwezemelen. Hiervan geeft men 1 K.G.
per dag aan 20 kippen. Tegen den middag geeft men
deze dieren 1/4 K.G. tarwekorrels en kleine maïs, ge
lijke deelen gemengd, en vóór het op stok gaan wederom
V4 5 1 K.G. van dit mengsel. Bijvoedering van boeren
kool of suikerbieten is bijzonder aan te bevelen; even
eens zorge men voor kalk en „scherp". Een ander
goed weekvoeder is 5 deeleh maïsmeel, 5 deelen tarwe
zemelen, 6 deelen gerstemeel en 4 deelen vleeschmeél.
Dit mengsel bevat 24 o/0 eiwit, 6 0/0 vet en 49 0/0
zetmeelachtige stoffen.
Voor een leggende kip rekent men, dat per dag noo-
dig is 12—15 gram eiwit, 46 gram vet en 50—60
gram zetmeelachtige stoffen koolhydraten. Voedert
men alleen graan, dan krijgen de dieren te weinig
eiwit of te veel zetmeel, daarom is het verstandiger
weekvoer te bereiden met vleeschmeel, gedroogd bloed,
melkeiwit, lijnmeel, tarwezemelen of dergelijke en een
deel van het graan hierdoor te vervangen.
Het weekvoeder wordt met heet water aangemaakt
en in Lauwwarmen of kouden toestand verstrekt. Het
mag niet zooveel vocht bevatten, dat het smerig is,
doch het moet kruimelig zijn.
Het is meestentijds zeer goed het gemakkelijk en
snel verterend weekvoeder 's ochtends aan de hoen
ders voor te zetten. Als het 's winters koud is achten
velen het beter tegen elf uur het weekvoeder te geven
en 's morgens kleine maïs of gerst te voederen. Deze
worden in de voederruimte over kaf of stroohaksel
uitgestrooid en flink ondergeharkt. De hoenders wor
den dan gedwongen te schrapen en beweging te nemen,
wat veel heter is; dan het voortdurend stil zitten, zooals
men ziet van hoenders, wier ontbijt uit ochtendvoeder
bestaat. Zulke kippen worden te vet en leggen daardoor
slecht. Wiel is het noodig. dat de dieren dadelijk warm
drinken kunnen vinden, als ze het nachthok ver
laten. Te weinig drinken en te weinig beweging zijn
dikwijls oorzaak, dat de hoenders 's winters te kort
eieren leggen.
Dat versch gemalen beenderen een uitste
kend krachtvoeder voor kippen is, zal velen wel be
kend zijn. Men geeft er twee of drie eetlepels vól van
per week aan ieder hoen. Kuikens krijgen een half
of een heel theelepeltje vol per stuk en per dag. Gemalen
beenderen kan men zoowel voor kuikens als voor
kippen het best door het weekvoeder werken. Later
hopen we eens meer volledig over rationeele voedering
van losloopende en in hokken gehouden hoenders te
schrijven.
D. E. LANDMAN.
Werkloosheid in de metaalindustrie.
Men schrijft uit Alkmaar aan Het Volk o. m.
Aan de Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij, direc
teur Th. van Spall, hebben Zaterdagavond j.1. een 40-
tal arbeiders aanzegging gekregen aat hun werk met
14 dagen is afgeloopen, terwijl het schijnt vast te staan
dat er nog binnen enkele weken een 40-tal op straat
zullen komen.
Er is aan deze fabriek hoegenaamd geen werk, men
trad den arbeidsdag reeds ingekrompen op 7 uur per
dag, maar ook dit heeft niet mogen baten.
Bureaucratie.
Men schrijft uit Lonneker aan De Ned.:
Meldden Wij voor eenigen tijd, dat sedert de komst
ean den tegenwoordigen kommies-ontvanger, bij de
Nederlandsche douane aan de Glanerbrug in deze ge
meente de bureaucratie hoogtij viert, zeer ten nadeele
van sommige inwoners, niet minder bureaucratisch
wordt tegen onze naburen opgetreden, getuige het vol
gende staaltje.
De twee dames L. uit Gronau L Wi, die te Glaner
brug een knipcursus volgen, passeerden dezer dagen
het douanekantoor, elk bij zich hebbende een boter
ham. waarop twee plakjes worst. Wijl voor invoer van
vieesch invoerrecht verschuldigd is, meende onze dou
ane ook van dezen invoer recht te moeten heffen
en in allen ernst werd van de vier plakjes worst in
voerrecht geëischt of terugbrenging op Duitschen bo-
va™de dames verkozen boven betaling.
electrische tram en den geregelden om-
0tyuiuuiCU
dem. hetgeen de dames verkozen boven betaling.
Nu door de electrische tram en den geregelden
Gronau vele Duitschers Glanerbrug
en het naburige Enschede bezoeken, daar inkoopen
doen of andere uitgaven maken, aLzoo voordeel
aanbrengen is de houding onzer douane zeer te
betreuren en zou het zeker Deide plaatsen ten goede
komen, zoo aan dergelijke kleinzielige letterknecnterij
een einde kwam.
Geheim Polizel.
Veldwachter Meijer uit Angeren moest Zondag dienst
doen te Doornenburg voor een collega, die afwezig
was. In dit dorp komende, vertelde men hem, dat
er al eenige dagen een poiitie-man in 't dorp was en
nog wel een Duitscher, een van de Geheim-Polizei uit
Duisburg, die een paar Duitschers op moest sporen.
Meijer wilde wel eens kennis maken met dien Duit
schen collega en hem aantreffende in een café, waar
hij zich te goed deed aan broodjes met vieesch en