Schetsen lit Ae Rectaal
sauste--
sat-ïïk -
SriSnSH
Grepen int Laiitl- en Tuinoouw.
52e Jaargang. No. 4415.
Zondag 22 Nov. 1908.
DERDE BLAD.
s/srvtrfn.rH™?.
'T.S - "v^uï?-
°nVrk.«o'^..nlv«ér't~""n. «I.
S'ï.,„p rir"ïrsr.
-rferir;:»
kaS^ten-noffi -
1 N GEZONDEN.
Noorderkwartier.
°X°3"» 'me-
l'erij in de gewassen. Voor de teelt van vlas is wissel-
C.'S.fei r r r
Vernield leven. 't Gift dat voortsluipt
Terwijl hij daar nog zat, in den kalen melksalon,
met 't kopje lauw-drabbige chocola voor zich p
kauwend met moeizaam kaakgewring, het taaie melk
Stje dat z'n huiejuffrouw voor 'm had gewikkeld,
morgens in een stuk viezig krantepapier
Terwijl hij daar zat, beoogd door de juffrouw ac
de toonbank, die al-maar een gezicht trok van Stak
kert wat heb ik toch eigenlijk met je te doen, arm
cigarette; wuifde Frite toe van. keurig-ge-
iuffrouw van den melksalon keek naar het ke 8K-
kTeedemeneertje en haar oogen zeiden: Nou dat s
toch een heel andere sinjeur dan die armoedzaaier hie
die eiken dag een stuivertje melk of i cent c
ei!» komt halen - De juffrouw tuurde op haar brei
werk, t^ïde de steken, maar Frits voelde best wat T
lnHHasrta°pTegïp; Legde als steeds, de drie vierduitstuk
ken op 'tmarmer van de toonbank. De juffrouw mom
pelde in antwoord op zijn groeten iets binnensmonds.
Frits'kreeg 'n kleur van nijdigheid, want hu had nei
ging tot zekere hoovaardijDat wisten al de kan-
tooroggies van zijn leeftijd. Maar Frits z'n moeder was
er eiken Zaterdag, als de kippen bij om de vler-gul-
den-vijftig die hij, als op-een-na-jongste klerkje ver
diende op te strijken. En dan kreeg hij, tweemaal s
weeks' de dubbeltjes afgepast voor 't twaalf-uurtje
en de' tien sigaren, waarmee hij 't, van den
Zaterdag op den anderen, moest zien t® ro° 'zon'.
Tien van twee cents. Moeder vond t
Ho" maar ze was bang, dat wanneer zij de koorden
al te gespannen hield, Frits baloorig zou wordem Zoo
werden hem dan de twee dubbeltjes gegeven maar moe
moest de sigaren in natura zien, wan ij
Dan was Frlia weer een poosje In Fn ^"^eur. Jïaar
had-ie zijn laatste sigaar voor over Maar hu
Komen....... uenri 'm niet tot a.s.
VinTn d"
toen ze nog "•"^^g-enwie sche^ op
Henri, zoo langs zijn neus w ger iets venij
hem gelet had, zo^ di leedvennaak, genietend
nigs, iets van ïn-boosaaruig in z>u 00gen
van ellende die toch 1Maar je bent ook stom. Je
tintelde zei Henri. K aardjg
kunt best maken, dat Je wat bUverdmnL.druk
wat ook! E11 daarna ging trok van een fietsen-
Wat hij alzoo in een maand trok van e
handel, waar hij agent van wj j vaa z'n stand
^rtekUvermeBne°nm.. .eDie Frits was toch een echte
Woensdagavond tevoren, „verdiend" had niet
ven, dat hij het adre, de poillie er ach-
veling mocht t achlerkamer van het si-
ter kwam, dat daar, i dan waren ze allemaal
garenzaakje, „gegokt wei t
„verkouwen".... tukoude handen, die beefden:
Frits luisterde roet qsk (jat stormachtig
met wangen die gloeiden, ,^e a) %vilder wordende
bonsde; met in hem s j8 j waar Henk van
zucht om ook te knjgen g1 voornaam lais-
vertelde, - zoo smakel jk, met zoo n VQor ieder.
ser-aller ook; als iets dat te bei eiken
als-je maar durft, maar weet....
....Terwijl 't nog - vetüg-kaal "ivJr-
ooren, drie uren later to J huis woU gaan..
jasje al had aangetrokk htia-glanzende man-
''^7'T^net^Teugde die hem haast had doen
Zóó had dat gesprek met z n kameraad hem
geprikkeld. ul,f'fe.'>'fe.dn(H.koinen niet het klaaischrijven
hen. Wier W -
twee muntjes van üen Vu Dorp, Verschuur'
.Breng dat even nam menewVan
,'t kantoor ls 1»I J voort ma;lkt. -Mor-
voor. hè h,,r„au zat al weer z'n brief af
Meneer de klerkje en de twee
le schrijven DaiJi nu_ den jongen om-
muntjes B«s'[0^®X.bohocdzaam. zonder gedruisch
8intS, de twee peertjes en de quitantie tot zich
nam Ze», met bevende vingers opborg in een vettige
dood-oue, beduimelde portefeuille...
Zag ook niet, hoe op dat oogenblik de oogen van
tle twee klerken elkaar ontmoetten.... Van keurig en
modreus-gekleeden Henk en van armoedigen, kort-ge-
louden frits erschuur.... Hoe die twee toen begrepen
vrat er in lien omging.. Ook toen ze samen, niet vreemd-
haastig en opgewonden geslap, de straat inliepen.
terwijl meneer de chef rustigjes zijn brief zat af te
pennen in het stil-geworden namiddagkantoor, waai
slechts de gaspit boven t groote, niet paperassen, be
laden bureau van den chet - gonsde...
t Is een der droevigste schouwspelen, die de recht
zaal te zien geeft, dat van een jong leven, in zijn
opgang verbrijzeld door samenloop van noodlottige om
standigheden.
Niemand zou 'l gewaagd hebben om dezen Frits Ver
schuur, den weggejaagden klerk, die zijn patroon eerst
voor twintig gulden had bestolen tevens valschheid
in geschrifte gepleegd daarna „op verschillende
tijdstippen, benadeeeld had voor allerlei bedragen, totaal
wel een dtikke honderd gulden beloopend.... Um dezen
knaap, die schreiend en beschaamd in de l*ank der
beschuldigden stond, een geboren misdadiger te noe
men. Wat hij gewaagd had, was anderen.... was keu-
rig-deftigen Henri zeer waarschijnlijk... meermalen ge
lukt. Slachtoffer van ouderlijke schrielheid en bekrom
penheid, gebrek aan paedogogiseh gevoel.. Dupe van
gioot-steedsche verleiding. Van te-goed vertrouwen...
Men kan bij zulke dingen uren bespiegelen.
Overblijft: de weemoed over het jonge, vernielde le
ven, dat straks wanneer de celstraf geleden is
in de maatschappij zal terug werpen een rampzalige
die. met geknakten trots en ontdaan van „zelfrespect
de Jd maar aangroeiende gelederen der gauwdieven
met zijn persoon zal komen vermeerderen....
MAiTRE CORBF.Al'.
Een en ander over vlas.
Een der- oudste cultuurgewassen is het vlas. Men
kan veilig aannemen, dat het reeds 3000 jaar vóór
de Christelijke jaartelling bij verschillende volkeren be
kend was. De Egyptenaren wikkelden hunne dooden
in lijnwaad, de Colchiërs maakten zeilen en touwen
van vlas, de Grieken en de Indiërs gebruikten reeds
lijnolie bij hun voedsel.
In verschillende deelen van Nederland is nog he
den ten dage de teelt van vlas van belang, vooral in
Zeeland, Groningen en Friesland. Volgens het Land-
bouwverslag over 1907 werd er Ln dit jaar verbouwd:
In Zeeland 6311 II.A., Groningen 4853 H.A., Fries
land 2205 H.A., Zuidholland 1859 Ii.A., Noordbrabant
1252 II.A.. Noordholland 190 II.A., totaal in Neder
land 16.818 H.A.
Van 1891 tot 1901 was er in Nederland gemiddeld
11.973 H.A. vlas en van 1901 tot 1906 gemiddeld
14.359 H.A., wat dus op een gestadigen vooruitgang
van den vlasbouw wijst.
Jammer, dat de Zuidhollandsche viasbewerkers in
1907 zulk een slecht jaar gehad hebben, wat voorna
melijk wordt toegeschreven aan de slechte kwaliteit van
het vlas en de terugloopende prijzen, tengevolge van
den gedrukten toestand der linnenweverij en spinnerij.
Vooral Amerika, dat een der grootste afnemers is van
Hollandsch vlas, ging gedrukt onder de gevolgen van
de geldcrisis.
Alleen in de provincie Friesland teelt nuen hoofd
zakelijk witbloem-% las, in alle overige provinciën blauw-
bloem-vlas. Het Friesche witbloeiende vlas is van min
dere kwaliteit, doch geeft meer zaad en is minder
gevoelig voor „vlasbrand."
Een der belangrijkste zaken voor de teelt van goed
vlas is het uitzaaien van prima zaaizaad. Door eeuwen
lange ervaring weten de Nedcrlandsehe, Belgische,
Fransche en Duitsche vlastelers, dat er in de Russi
sche Oostzee-provinciën uitstekend zaailijnzaad gekweekt
werd. Voorheen werd dit aangevoerd in tonnen van
125 Liter; vandaar, dat dit zaad nog altijd „tonzaad"
heet, hoewel het tegenwoordig meestal in geplombeerde
zakken wordt verzonden. In 1902 bedroeg de uitvoer
uit de Russische Oostzeehavens 90.799 zakken zaailijn
zaad, waarvan 3897 bestemd waren voor Nederland
en de rest voor België (34481 zakken), Frankrijk
22738 zakken en Duitschland 18972 zakken.
Vlas van goed tonzaad bloeit zuiver blauw, echter
wordt het voorkomen van enkele witte bloemen met
blauwe harten niet als een vervalsching beschouwd.
Van tonzaad verkrijgt men hier te lande veel en mooi
vlas, met lange, dunne onvertakte stengels. Het heeft
een behoorlijk weerstandsvermogen legen „brand",
„roest" en „doode harrel", welke de drie meest ge
vreesde ziekten van het vlas uitmaken.
De nabouw van tonzaad, „entervlaszaad" of „reve-
laar" geheeten, levert dikwijls een gewas, dat nog iets
langer is. Het „twenterzaad" of „revelaarskind" vol
doet slechts op weinige plaatsen en gaat daarom ge
woonlijk naar de oliefabrieken. Terloops zij hier mee
gedeeld, dat deze echter hoofdzakelijk buitenlandsah
vlaszaad verwerken, dat vooral uit de Argentijnsche re
publiek, Rusland, N.-Amerika en Britseh-Indië wordt
aangevoerd.
Zaailijnzaad is een artikel van vertrouwen! Nu zijn
er in de Russische zeehavens Riga en Peraau wel ver
scheidene handelaars in tonzaad, doch de ervaring
heeft geleerd, dat velen het niet nauw nemen met de
levering en zelfs wel „steppenzaad" verkoopen, dat al
leen voor de oliefabrieken geschikt is. In 1903 heeft
men daarover nog droevige ervaringen in Groningen
opgedaan en daarom koopen de Groningers thans uit
sluitend van de zeer betrouwbare firma A. Sellmer te
Riga. Zij koopen hel voor gezamenlijke rekening.
Sinds 1904 heeft men in Groningen vergelijkende
proeven genomen met verschillende soorten Russisch
zaailijnzaad, n.1. met Riicker, Pernauer, Pskowzaad en
nog eeltige andere variëteiten tegenover het Sellmer-
zaad. Dit laatste voldeed het best. De Russische Oost
zee-provinciën hebben een korten zomer en soms is
dit van invloed op de kwaliteit van het zaad, zoodat
«hl in enkele jaren wel eens voor enlerzaad moet onder
doen.
Van goed zaaizaad moet men in hel algemeen eischen,
dai hel een hoog percentage kiemkracht bezit en dat
de meeste korrels vlug ontkiemen, of zooals het in
de vaktaal heet een hooge „kiemenergie" bezitten Voor
vlaszaad geldt dit in hooge mate Als de kiemenergie
te laag is, krijgt men veel ondervlas, waardoor de
kwalileit sterk achteruitgaat. Daar deze regel bijna zon
der uitzondering is, is het van groot belang de kiem-
icracht en de kiemenergie van het aan te koopen vlas
zaad te kennen. Wil men dit zeer nauwkeurig weten,
dan is het Rijksproefslation voor zaadconiróle te Wage-
ningen voor zulk een onderzoek het aangewezen adt es.
Indien men zelf een kiemproef neemt, zal men er
ook vrij goed mede op de hoogte komen. Zij, die het
voorrecht hadden landbouwonderwijs te genieten, we
len wel, hoe zulke kiemproeven op zeer eenvoudige
manier te nemen zijn, zonder dal men er toestellen
voor behoeft aan te koopen.
In Groningen dient vlas dikwijls als dekvrucht van
witte klaver, kunstweide of karwij, waarvan het zelf
geen nadeel ondervindt. Roode klaver en meer andere
hoog opschietende gewassen zijn meestal nadeelig voor
het gew~as. Indien er geen ondervrucht gezaaid is, laat
men op vlas gaarne tarwe, haver, rogge of paarde-
boonen volgen, natuurlijs met de noodige bemesting.
Hel vlas zelf bemest men liever niet met stalmest,
omdat deze bijna nooit zoo regelmatig verdeeld kan
worden, dal er geen onregelmatige plekken in het vlas
komen. Kunstmest bezigt men veelvuldig bij dit ge
was voornamelijk superphosphaat, super en chili, am-
moniak-superphosphaat en guano. In België bemest
men het vlasland wel met ier, die er zeer zofgvul-
diu over verspreid wordt ter voorkoming van te geile
plekken. Chloorkalium en chloornatrium of keukenzout
verbeteren de kwaliteit van het vlas, waarmee het
feit, dat in jonge zeepolders over het algemeen best
vlas groeit, in overeenstemming is. Juist in zulke
nieuw ingedijkte polders is de grond nog keukenzout-
houdend.
In het algemeen past men in het landbouwbedrijf
den wisselbouw toe, ter voorkoming van ziekte of vre-
I touw gebiedend noodzakelijk. In België keert vlas
Ijerst na 12 of 15 jaar op hetzelfde land terug, in
|jns land na 4 tot 8 jaar. Wie geen rekening houdt niet
vruehtwisseling, ziet zijn vlas grootendeels ten gron
de gaan door den ge vreesden „vlasbrandeen ziekte
waardoor het vlas bruin wordt en afsterft. De oor
zaak is een kleine schimmelplant, die in de vlaswor
tels leeft en Asterocyslis radicis heet.
Bestrijdingsmiddelen tegen dit kw-aad kent men nog
niet.
De bekwame Directeur der Hoogerc Land-, luin-
en Boschbouwschool te Wapeningen, de heer L. Broe-
kenia, die de beroemde W ilhelmina-tarwe gekweekt
heeft, tracht thans door kruising met een vlassoort uit
Italië een vlasvariëteit te kweeken, die onvatbaar is
voor den vlasbrand. Het is te hopen, dat deze poging
eenmaal met den gewenschten uitslag bekroond mag
w orden.
De „koude brand'' of „doode harrel in het vlas
wordt veroorzaakt door den schimmel Phoma herba-
rum. „De vlasroest" door den schimmel Melampsora
iini en „de kwade koppen" door het rupsje van een
mot, die Sciaphila Wahlbomiana heet. Het vlas kan
ook nog lijden van het „vlaswarkruid', Cuscuta epili-
nuin, dat in het slecht gezuiverd zaaizaad kan voor
komen. Evenals van klaverzaden moet daarom van
zaailijnzaad geëischl worden, dat het vrij is van war
kruid.
Vlas is een uitmuntende voorvrucht voor tarwe. En
daar „de vlasstoppei' evenals die van karwij zoo bij
zonder geschikt is om met wikken bezaaid te worden
voor groene bemesting die dan vóór het zaaien der
mrwe worden ondergepioegd, willen vele landbouwers
elders het vlas niet gaarne missen. Bij voorkeur laat
men het vlas volgen op tapse, uitgewinterde tarwe,
haver of ondergeploegde klaver; soms zaait men het
op' omgeploegd grasland.
Vlas eischl een zorgvuldig bewerkten bodem. De
voornaamste grondbewerking dient in den herfst te ge
schieden. Hel land wordt veeltijds driemaal geploegd
tot een diepte van 15 centimeters. Dieper ploegen heeft
een ongunstigen invloed op de kwaliteit van den vlas
vezel.
ln het voorjaar wordt de grond met cultivator, rol
en egge, opnieuw fijn en los gemaakt, waarmee de
aangewende kunstmeststoffen meteen uitstekend in den
grond verdeeld en doorgewerkt kunnen worden. In ons
land zaait men 2'/i a 3 11.L. vlaszaad per H.A., in
België 2Va a 31/2 H.L. Voor het fijnste vlas zaait
men daar soms 5 H.L. per H.A., doch dit vlas dat
zonder steun zeker zou gaan legeren, wordt met lat
werk of rijs gesteund (lilt ramé). Van tonzaad gebruikt
men in den regel iets meer dan van enterzaad.
Het zaaien geschiedt in de le of 2e helft van April,
altijd breedwerpig, hetzij uit de hand, hetzij machinaal,
waarvoor de „zaaiviooi' bijzonder geschikl is. Na het
zaaien wordt het vlas goed doch ondiep ondergebracht
door het niet een niet te zware egge overlangs en
over dwrars in te eggen. Daarna wordt bij droog weer
dadelijk gerold of anders een dag later. Na het zaaien
begint een geregelde jacht op mollen, die men
tracht te vangen en wier „ritten men geregeld effent.
Het jonge vlas wordt twee- of driemaal met de hand
uitgewied, een werkje, dat wel duur, doch noodzake
lijk is.
De Belgen eischen, dat het vlas vroeg getrokken
wordt. Als de stengels beneden geel eti bladerloos wor
den en de bollen geel zijn, hoewel de plant overigens
nog groen ziet, moet het reeds „getrokken" worden.
Het vlas wordt niet gezicht, doch met handen vol
uit den grond getrokken. Zes dubbele handen vol,
„leggen" genaamd, worden tezamen gebonden tot een
„schrank' of schoof. Deze worden bij 4 tot 10 stuks
opgezet tot „stuiken" of „hokken."
Na verloop van eenige dagen wordt het vlas van
de hokken aan „schelven" gezet. In Groningen bezigt
men hiervoor algemeen de bekende klaverruiters. De
voltooide schelfjes worden niet bladriet of stroomat-
ten van boven dicht gedekt.
In ons land wordt weinig vlas verwerkt, doch de
landbouwers verkoopen het meestal aan vlasfabrikan
ten of „vlasboeren" uit Zuidholland of Vlaanderen.
De wijze van verkoop is drieërlei:
lo. De boer verhuurt zijn land aan den „vlasboer"
voor f 200 f 250 per H.A., waarvoor hij het land
moet gereed maken, het paardenwerk doen bij't zaaien
en het droge vlas op eerste aanzegging naar spoor
of vaarwater vervoeren. De fabrikant ^>rgt voor zaai
zaad, wieden, trekken, enz. en draagt alleen de ge-
heele risico.
Een wijziging hiervan is het in Zeeland gebruiker
lijke „verkoopen op St. Jans beraad." De huurder
heeft dan tot 24 Juni het recht den koop te verbre
ken, doch mag dan ook voor zaad en gedanen arbeid
niets terug eischen.
2o. Eenigen tijd voor het trekken wordt het vlas
door den landbouwer „op struik" verkocht. De koo-
per zorgt verder voor het oogsten, terwijl de land
bouwer het vervoer naar vaarwater of station op zich
neemt. Zuidhollanders koopen veel op deze wijze.
3o. Het gewas wordt eenigen tijd vóór het trek
ken op wortel verkocht, voornamelijk aan Belgen, te
gen een bepaalden prijs per K.G. gerepeld vlas, dat
liet volgend voorjaar wordt geleverd.
Wat er verdei' nog met het vlas geschiedt, zullen
we nog heel beknopt even meedeelen.
Het droge vlas wordt „gerepeld", cLi. door een ijze
ren kam getrokken om er de bollen met zaad af te
trekken, die daarna gedorscht worden. In België wordt
het vlas meestal niet gerepeld, doch met lichte vle
gels gedorscht. In Duitschland gebruikt men met suc
ces repelmachines. Het vlasstroo wordt daarna aan de
„roting onderworpen. Men legt het daartoe eenige
dagen in water otn aldus het „lint" los te weeken
van den stengel.
De fijnste roting verkrijgt het vlas in het Belgi
sche riviertje de Lijs, dat langs Kortrijk stroomt en
bij Gent in de Schelde uitloopt. Vanaf de Fransche
grenzen tot het dorp Deinze, over een afstand van
twaalf uren gaans, gebruikt men het water van dit
stroompje voor vlasroting. Hoewel men ook elders
vlas loot met voldoenden uitslag, zelfs met heet wa
ter en bijvoeging van chemische sloffen, bekomt men
toch nooit die zijdeachtige vlassoort, die de Lijs op
levert. Terecht heet dit riviertje „de gouden rivier"
der vlasroters. Het roten van het vlas geschiedt het
best van half April tot half October. Na het roten
wordt het vlas gedroogd.
De eerstvolgende bewerking is het „braken", waar
bij het houtige stengeldeel wordt geknakt. Hierop
volgt het„zwingelen" otn het hout uit de vezels te
verwijderen. Braken en zwingelen geschieden thans in
groote vlasserijen met machines door stoom of andere
mechanische kracht gedreven.
Het gezwingelde vlas wordt in Holland en Zeeland
opgemaakt tot bundels van 28 ons, „steen" geheeten
er.» ldus verhandeld. Rotterdam is de voornaamste
vlasmarkt. In Friesland en Groningen verhandelt men
het vlas in „bundels" van 32 ons.
Het opgemaakte vlas wordt voor het tot garen ge
sponnen wordt, eerst „gehekeld", wat alweer machi
naal geschiedt. Het grootste deel der vervaardigde ga
rens wordt vervolgens tot „linnen" en „damast' ge
weven.
Het uitkamsel bij hel zwingelen en hekelen ver
kregen, dat den naam van „werk" draagt, komt te
recht in de louw-slagerijen en op de scheepstimmer
werven, voor hfet kalefateren van ondichte houten vaar
tuigen.
Gemiddeld oogst men in ons land per H.A. 4000
K.G. vlasstroo, waaruit na bewerking 285 steen vlas
verkregen wordt. Bovendien oogst men door elkaar ge
nomen 12 H.L. lijnzaad van 70 K.G per mud.
In 1907, zooals we boven meedeelden een ongun
stig jaar voor de vlasbewerkers, was de gemiddelde
opbrengst per H.A.550 K.G. vlas 5 32 stuivers pet
steen is f 315, 5 H.L. zaad k f 9.60 is f 48, totaal
f 363.-.
Daar zij dit bedrag ongeveer voor het te velde
staande vlas uitgaven, blijkt duidelijk dat de vlasboe
ren in 1907 gevoelige verliezen hebben geleden.
In Duitschland maakt men in de laatste jaren ern
stig studie van de verbetering der vlasteelt. Zij, die
de Duitsche taal mchtig zijn, kunnen liet resultaat
dezer onderzoekingen beknopt bijeen vinden in een
werkje van F. Kuhnert, ..Der Flachsbau 2e Auflage,
Berlin P Parey, dat voor den geringen prijs van 1
Mn* «e"V',rd D. E. LANDMAN.
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd verzoek ik u, onderstaand stuk te willen
plaatsen, ter opheldering van het voorgevallene op de
gehouden vergadering van het Veefonds te Anna Pau-
lowna op 9 dezer, en om een paar onjuistheden, voor
komende ln het verslagje hierover in uw nummer van
12 Nov., te weerleggen. Bij voorbaat mijn dank daar
voor.
Ten eerste, wat in dit verslagje aangaat het gezegde
door mij, van een pertinente leugen, dit betrof niet de
toen voorgelezen notulen, maar, zooals verder blij'"-n
zal, eene vroegere. Zoo ook de pereoonlijke beleedigmg.
De discussie ontstond dan ook niet over wat er
w e 1 maar wat er niet in stond, en toch wel moe9t.
Wat het hevig protest bij het verlaten der vergadering
aangaat, dit geschiedde ln 't geheel niet, wel antwoord
de ik op eene vraag, welke inhield: „Waarom verlaat
je de vergadering Van Haaften?" dat het mij onmo
gelijk was met zulk een bestuur ianger te vergade
ren.
Wat betreft het bedankje aan den secretaris, dit
werd niet door de vergadering maar door den mede
werker aan de notulen, namelijk den heer De Graaf
gegeven (dit laatste ter opheldering).
Nu wat over de zaak zelve. Welnu, na de ontbin
ding van de „Wieringerwaard" werd besloten voor
Anna Paulowna een eigen veefonds op te richten.
In de eerste algemeene vergadering daar over, in
1906, ontstond bij het vaststellen van het reglement
verschil van meening tusschen den voorloopig gekozen
voorzitter, den heer De Graaf, en den heer Hoogland
en ondergeteekende, over een artikel waarin werd voor
gesteld de verzekering en premiebetaling over een
half jaar te laten loopen en dan voor het le halfjaar
1 pet. te heffen en telkens de premie vooruit vast
te stellen. Dit nu Wilden beide laatstgenoemden ge
wijzigd zien, en wel ln dien geest, dat de verzeke
ring en premiebetaling over drie maanden liep, daar
dan de betaling voor de meestal kleine veehouders ge
makkelijker ging, en men bij koop en verkoop van vee
niet verplicht was altijd voor een halfjaar premie te
betalen; en in plaats van 1 pet. voor 6, pet. voor
de eerste 3 maanden te heffen. Edoch, daar tegen
verzette zich de heer De Graaf geweldig, zijn wil
moest geschieden, hij was de ontwerper, hij de baas,
wij maar leden. Wij maakten hier echter een goed
gemotiveerd voorstel van, dat door velen werd ge
steund. Daarna bracht de voorzitter eerst z ij n voor
stel in rondvraag, dat werd toen met omstreeks twee
derde van de stemmen verworpen; daarna het onze,
doch hij maakte bij 't begin der rondvraag de val-
sche opmerking, dat, zoo het voorstel Van Haaften-
Hoogland werd aangenomen, men wel eens een paar
maanden op geld kon wachten als er een koe stierf.
Daar de rondvraag begon, was er geen gelegenheid dit
te weerleggen en geloofden sommigen dat; hetgeen ten
gevolge had, dat de stemmen staakten (altijd volgens
aanteekening aan de bestuurstafel, ik betwijfelde dit
echter). Een en ander in aanmerking nemende, ver
zochten wij eene niuwe stemming, dit werd gewei
gerd; om het lot te laten beslissen ook; een verzoek
dat het bestuur dit voorstel eenlgszins gewijzigd (na
melijk om voor het eerste kwartaal dan ook maar 1
pet. te heffen) zou overnemen, evenzoo.
De heeren De Graaf en Volder legden er nu het
bijltje bij neer en begonnen de papieren op te ber
gen, een oogenblik stilte, toen was een vriend van
De Graaf laf genoeg om op te staan en voor te stel
len, het voorstel De Graaf maar aan te nemen, en
brutaalweg te verzoeken aan hen die daar tegen waren
de vergadering te verlaten.
Daar een veefonds zeer gewenscht was en bang dat
dit nu geheel in het water zou vallen, zweeg de ver
gadering; hiervan maakte mijnheer De Graaf oogenblik-
kelljk gebruik om te verklaren dat hij dan de werk
zaamheden weder zou beginnen. En zoo geschiedde.
Het liep nu alles gauw van stapel, bestuur werd ge
kozen enz., en het veefonds was opgericht: het
heerschzuchtig persoontje had door die bedreiging zijn
zin gekregen, maar de wraak aan ons die hem had
den durven weerstreven, zou volgen. Hij dacht nu even
als de kleermaker: ik ben zelf de baas, niemand die
mij deert. En in de notulen hierover werd dair ook
in de volgende vergadering voorgelezen: de h.h. Hoog
land, Van Haaften, H. den Engelsen en enkele ande
ren, wier namen ik vergeten ben, deden zich kennen
als opposanten ln zake het veefonds! Wat wilden ze?
ja, wat ze wilden, wisten ze zelf niet (dit is nu
de door mij gezegde pertinente leugen en persoon
lijke beleediging). Hierop werd natuurlijk door mij di
rect aanmerking gemaakt, waar in te kennen werd ge
geven, dat dit een onwaarheid was, waarop geen weer
legging volgde, waarom ik dan ook wijziging verwachtte
Maar jawel, de volgende vergadering klonk het weder:
de notulen worden onveranderd vastgesteld (anders
niets). Van mijn kant weder protest hiertegen, daarop
volgde eene belofte van den voorzitter, dat in de
nu op te maken notulen rekening met mijn wensch zal
worden gehouden. Op de volgende vergadering werd
gelezen: na eene kleine opmerking van den heer Van
Haaften werden de notulen onveranderd vastgesteld.
Mooie voldoening aan mijn wensch! De leugen, belache
lijke voorstelling en beleediging bleven bestaan. Toen
heb ik geëischt, dat hetgeen door mij daarover werd
gezegd (en dat was voor secretaris en voorzitter niet
vleiend) in de volgende notulen zou worden opgeno
men. En dit nu was niet geschied, geen woord hier
van. Dit had het verwijt in het verslagje weergege
ven ten gevolge. Hier was natuurlijk de houding van
secretaris en voorzitter van den beginne af onder be
grepen, mij dunkt dubbel verdiend.
Ook nog in een ander geval, het veefonds betref
fende, heeft de heer De Graaf getoond het zoo nauw
niet te nemen. In een der artikelen van de statuten
is bepaald dat, al heeft men in 10 maanden geen vee
verzekerd, men toch lid blijft; dit is geschied met het
oog op hen, die maar tijdelijk koeien hebben. Hier
van heeft nu onze geachte voorzitter misbruik gemaakt
en toen dan ook de vergadering in Nov. 1907 besloot
voor het volgend halfjaar 1 pet. te heffen, liet hij zijn
vee schrappen; toen nu in de voorjaarsvergadering
voor dit halfjaar pet. werd gesteld als premie, liet
hij zijn vee weder inschrijven. Aardig gevonden, niet
waar?
Hiermede vermeen ik deze zaak ook voor buiten
staanden voldoende te hebben toegelicht.
Anna Paulowna. H. v. HAAFTEN.
Vergadering op Woensdag 18 November 1908 des voor
iiddags te 10% uur in het cafe Suisse te Zaandam.
De hr. J. J. Winkel, voorzitter, opent de vergadering
met een hartelijk welkom, dadelijk herinnerend aan het
e ai-grijk feit van de oprichting van een Nederland-
se'ue Maatschapij v. Landbouw door Zijne Koninklijke
Htopghold Prins Hendrik. Dat was niet geschied om de
werkzaamheid der andere landbouwver. te coupeeren.
Neen, ieder op zichzelf nemend een krachtig initiatief
zouden zij bij te kortscieting van krachten met elkaar
k innen samenwerken. Spr. uit de hoop dat Noorder
kwartier zal blijven doorgaan met het nemen van krach
tig initiatief, tot bevordering van den bloei van den
landbouw in 't algemeen, die van Hollands Noorder
kwartier in het bijzonder. Hartelijk wordt welkom ge
heeten de heer Dr. AVeijermans, secretaris van den
Gezondheidsraad.
Hierna leest de heer W. Teengs de notulen, die
onder applaus onveranderd worden goedgekeurd. De
voorzitter nam hierbij weer het woord en bracht in
herinnering dat de heer Teengs 25 jaar secretaris
penningmeester der Vereeniging was geweest, en dat
hij zijn werk steeds uitmuntend had verricht, bewees
wel, dat de notulen steeds onder algemeen applaus
werden goedgekeurd. En dat zijn werk door de leden
oj> lioogen prijs wordt gesteld, bewees wel het besluit
der voorjaarsvergadering, waar met algemeene stemmee
I