Schetsen lit Ae Rectaal sauste-- sat-ïïk - SriSnSH Grepen int Laiitl- en Tuinoouw. 52e Jaargang. No. 4415. Zondag 22 Nov. 1908. DERDE BLAD. s/srvtrfn.rH™?. 'T.S - "v^uï?- °nVrk.«o'^..nlv«ér't~""n. «I. S'ï.,„p rir"ïrsr. -rferir;:» kaS^ten-noffi - 1 N GEZONDEN. Noorderkwartier. °X°3"» 'me- l'erij in de gewassen. Voor de teelt van vlas is wissel- C.'S.fei r r r Vernield leven. 't Gift dat voortsluipt Terwijl hij daar nog zat, in den kalen melksalon, met 't kopje lauw-drabbige chocola voor zich p kauwend met moeizaam kaakgewring, het taaie melk Stje dat z'n huiejuffrouw voor 'm had gewikkeld, morgens in een stuk viezig krantepapier Terwijl hij daar zat, beoogd door de juffrouw ac de toonbank, die al-maar een gezicht trok van Stak kert wat heb ik toch eigenlijk met je te doen, arm cigarette; wuifde Frite toe van. keurig-ge- iuffrouw van den melksalon keek naar het ke 8K- kTeedemeneertje en haar oogen zeiden: Nou dat s toch een heel andere sinjeur dan die armoedzaaier hie die eiken dag een stuivertje melk of i cent c ei!» komt halen - De juffrouw tuurde op haar brei werk, t^ïde de steken, maar Frits voelde best wat T lnHHasrta°pTegïp; Legde als steeds, de drie vierduitstuk ken op 'tmarmer van de toonbank. De juffrouw mom pelde in antwoord op zijn groeten iets binnensmonds. Frits'kreeg 'n kleur van nijdigheid, want hu had nei ging tot zekere hoovaardijDat wisten al de kan- tooroggies van zijn leeftijd. Maar Frits z'n moeder was er eiken Zaterdag, als de kippen bij om de vler-gul- den-vijftig die hij, als op-een-na-jongste klerkje ver diende op te strijken. En dan kreeg hij, tweemaal s weeks' de dubbeltjes afgepast voor 't twaalf-uurtje en de' tien sigaren, waarmee hij 't, van den Zaterdag op den anderen, moest zien t® ro° 'zon'. Tien van twee cents. Moeder vond t Ho" maar ze was bang, dat wanneer zij de koorden al te gespannen hield, Frits baloorig zou wordem Zoo werden hem dan de twee dubbeltjes gegeven maar moe moest de sigaren in natura zien, wan ij Dan was Frlia weer een poosje In Fn ^"^eur. Jïaar had-ie zijn laatste sigaar voor over Maar hu Komen....... uenri 'm niet tot a.s. VinTn d" toen ze nog "•"^^g-enwie sche^ op Henri, zoo langs zijn neus w ger iets venij hem gelet had, zo^ di leedvennaak, genietend nigs, iets van ïn-boosaaruig in z>u 00gen van ellende die toch 1Maar je bent ook stom. Je tintelde zei Henri. K aardjg kunt best maken, dat Je wat bUverdmnL.druk wat ook! E11 daarna ging trok van een fietsen- Wat hij alzoo in een maand trok van e handel, waar hij agent van wj j vaa z'n stand ^rtekUvermeBne°nm.. .eDie Frits was toch een echte Woensdagavond tevoren, „verdiend" had niet ven, dat hij het adre, de poillie er ach- veling mocht t achlerkamer van het si- ter kwam, dat daar, i dan waren ze allemaal garenzaakje, „gegokt wei t „verkouwen".... tukoude handen, die beefden: Frits luisterde roet qsk (jat stormachtig met wangen die gloeiden, ,^e a) %vilder wordende bonsde; met in hem s j8 j waar Henk van zucht om ook te knjgen g1 voornaam lais- vertelde, - zoo smakel jk, met zoo n VQor ieder. ser-aller ook; als iets dat te bei eiken als-je maar durft, maar weet.... ....Terwijl 't nog - vetüg-kaal "ivJr- ooren, drie uren later to J huis woU gaan.. jasje al had aangetrokk htia-glanzende man- ''^7'T^net^Teugde die hem haast had doen Zóó had dat gesprek met z n kameraad hem geprikkeld. ul,f'fe.'>'fe.dn(H.koinen niet het klaaischrijven hen. Wier W - twee muntjes van üen Vu Dorp, Verschuur' .Breng dat even nam menewVan ,'t kantoor ls 1»I J voort ma;lkt. -Mor- voor. hè h,,r„au zat al weer z'n brief af Meneer de klerkje en de twee le schrijven DaiJi nu_ den jongen om- muntjes B«s'[0^®X.bohocdzaam. zonder gedruisch 8intS, de twee peertjes en de quitantie tot zich nam Ze», met bevende vingers opborg in een vettige dood-oue, beduimelde portefeuille... Zag ook niet, hoe op dat oogenblik de oogen van tle twee klerken elkaar ontmoetten.... Van keurig en modreus-gekleeden Henk en van armoedigen, kort-ge- louden frits erschuur.... Hoe die twee toen begrepen vrat er in lien omging.. Ook toen ze samen, niet vreemd- haastig en opgewonden geslap, de straat inliepen. terwijl meneer de chef rustigjes zijn brief zat af te pennen in het stil-geworden namiddagkantoor, waai slechts de gaspit boven t groote, niet paperassen, be laden bureau van den chet - gonsde... t Is een der droevigste schouwspelen, die de recht zaal te zien geeft, dat van een jong leven, in zijn opgang verbrijzeld door samenloop van noodlottige om standigheden. Niemand zou 'l gewaagd hebben om dezen Frits Ver schuur, den weggejaagden klerk, die zijn patroon eerst voor twintig gulden had bestolen tevens valschheid in geschrifte gepleegd daarna „op verschillende tijdstippen, benadeeeld had voor allerlei bedragen, totaal wel een dtikke honderd gulden beloopend.... Um dezen knaap, die schreiend en beschaamd in de l*ank der beschuldigden stond, een geboren misdadiger te noe men. Wat hij gewaagd had, was anderen.... was keu- rig-deftigen Henri zeer waarschijnlijk... meermalen ge lukt. Slachtoffer van ouderlijke schrielheid en bekrom penheid, gebrek aan paedogogiseh gevoel.. Dupe van gioot-steedsche verleiding. Van te-goed vertrouwen... Men kan bij zulke dingen uren bespiegelen. Overblijft: de weemoed over het jonge, vernielde le ven, dat straks wanneer de celstraf geleden is in de maatschappij zal terug werpen een rampzalige die. met geknakten trots en ontdaan van „zelfrespect de Jd maar aangroeiende gelederen der gauwdieven met zijn persoon zal komen vermeerderen.... MAiTRE CORBF.Al'. Een en ander over vlas. Een der- oudste cultuurgewassen is het vlas. Men kan veilig aannemen, dat het reeds 3000 jaar vóór de Christelijke jaartelling bij verschillende volkeren be kend was. De Egyptenaren wikkelden hunne dooden in lijnwaad, de Colchiërs maakten zeilen en touwen van vlas, de Grieken en de Indiërs gebruikten reeds lijnolie bij hun voedsel. In verschillende deelen van Nederland is nog he den ten dage de teelt van vlas van belang, vooral in Zeeland, Groningen en Friesland. Volgens het Land- bouwverslag over 1907 werd er Ln dit jaar verbouwd: In Zeeland 6311 II.A., Groningen 4853 H.A., Fries land 2205 H.A., Zuidholland 1859 Ii.A., Noordbrabant 1252 II.A.. Noordholland 190 II.A., totaal in Neder land 16.818 H.A. Van 1891 tot 1901 was er in Nederland gemiddeld 11.973 H.A. vlas en van 1901 tot 1906 gemiddeld 14.359 H.A., wat dus op een gestadigen vooruitgang van den vlasbouw wijst. Jammer, dat de Zuidhollandsche viasbewerkers in 1907 zulk een slecht jaar gehad hebben, wat voorna melijk wordt toegeschreven aan de slechte kwaliteit van het vlas en de terugloopende prijzen, tengevolge van den gedrukten toestand der linnenweverij en spinnerij. Vooral Amerika, dat een der grootste afnemers is van Hollandsch vlas, ging gedrukt onder de gevolgen van de geldcrisis. Alleen in de provincie Friesland teelt nuen hoofd zakelijk witbloem-% las, in alle overige provinciën blauw- bloem-vlas. Het Friesche witbloeiende vlas is van min dere kwaliteit, doch geeft meer zaad en is minder gevoelig voor „vlasbrand." Een der belangrijkste zaken voor de teelt van goed vlas is het uitzaaien van prima zaaizaad. Door eeuwen lange ervaring weten de Nedcrlandsehe, Belgische, Fransche en Duitsche vlastelers, dat er in de Russi sche Oostzee-provinciën uitstekend zaailijnzaad gekweekt werd. Voorheen werd dit aangevoerd in tonnen van 125 Liter; vandaar, dat dit zaad nog altijd „tonzaad" heet, hoewel het tegenwoordig meestal in geplombeerde zakken wordt verzonden. In 1902 bedroeg de uitvoer uit de Russische Oostzeehavens 90.799 zakken zaailijn zaad, waarvan 3897 bestemd waren voor Nederland en de rest voor België (34481 zakken), Frankrijk 22738 zakken en Duitschland 18972 zakken. Vlas van goed tonzaad bloeit zuiver blauw, echter wordt het voorkomen van enkele witte bloemen met blauwe harten niet als een vervalsching beschouwd. Van tonzaad verkrijgt men hier te lande veel en mooi vlas, met lange, dunne onvertakte stengels. Het heeft een behoorlijk weerstandsvermogen legen „brand", „roest" en „doode harrel", welke de drie meest ge vreesde ziekten van het vlas uitmaken. De nabouw van tonzaad, „entervlaszaad" of „reve- laar" geheeten, levert dikwijls een gewas, dat nog iets langer is. Het „twenterzaad" of „revelaarskind" vol doet slechts op weinige plaatsen en gaat daarom ge woonlijk naar de oliefabrieken. Terloops zij hier mee gedeeld, dat deze echter hoofdzakelijk buitenlandsah vlaszaad verwerken, dat vooral uit de Argentijnsche re publiek, Rusland, N.-Amerika en Britseh-Indië wordt aangevoerd. Zaailijnzaad is een artikel van vertrouwen! Nu zijn er in de Russische zeehavens Riga en Peraau wel ver scheidene handelaars in tonzaad, doch de ervaring heeft geleerd, dat velen het niet nauw nemen met de levering en zelfs wel „steppenzaad" verkoopen, dat al leen voor de oliefabrieken geschikt is. In 1903 heeft men daarover nog droevige ervaringen in Groningen opgedaan en daarom koopen de Groningers thans uit sluitend van de zeer betrouwbare firma A. Sellmer te Riga. Zij koopen hel voor gezamenlijke rekening. Sinds 1904 heeft men in Groningen vergelijkende proeven genomen met verschillende soorten Russisch zaailijnzaad, n.1. met Riicker, Pernauer, Pskowzaad en nog eeltige andere variëteiten tegenover het Sellmer- zaad. Dit laatste voldeed het best. De Russische Oost zee-provinciën hebben een korten zomer en soms is dit van invloed op de kwaliteit van het zaad, zoodat «hl in enkele jaren wel eens voor enlerzaad moet onder doen. Van goed zaaizaad moet men in hel algemeen eischen, dai hel een hoog percentage kiemkracht bezit en dat de meeste korrels vlug ontkiemen, of zooals het in de vaktaal heet een hooge „kiemenergie" bezitten Voor vlaszaad geldt dit in hooge mate Als de kiemenergie te laag is, krijgt men veel ondervlas, waardoor de kwalileit sterk achteruitgaat. Daar deze regel bijna zon der uitzondering is, is het van groot belang de kiem- icracht en de kiemenergie van het aan te koopen vlas zaad te kennen. Wil men dit zeer nauwkeurig weten, dan is het Rijksproefslation voor zaadconiróle te Wage- ningen voor zulk een onderzoek het aangewezen adt es. Indien men zelf een kiemproef neemt, zal men er ook vrij goed mede op de hoogte komen. Zij, die het voorrecht hadden landbouwonderwijs te genieten, we len wel, hoe zulke kiemproeven op zeer eenvoudige manier te nemen zijn, zonder dal men er toestellen voor behoeft aan te koopen. In Groningen dient vlas dikwijls als dekvrucht van witte klaver, kunstweide of karwij, waarvan het zelf geen nadeel ondervindt. Roode klaver en meer andere hoog opschietende gewassen zijn meestal nadeelig voor het gew~as. Indien er geen ondervrucht gezaaid is, laat men op vlas gaarne tarwe, haver, rogge of paarde- boonen volgen, natuurlijs met de noodige bemesting. Hel vlas zelf bemest men liever niet met stalmest, omdat deze bijna nooit zoo regelmatig verdeeld kan worden, dal er geen onregelmatige plekken in het vlas komen. Kunstmest bezigt men veelvuldig bij dit ge was voornamelijk superphosphaat, super en chili, am- moniak-superphosphaat en guano. In België bemest men het vlasland wel met ier, die er zeer zofgvul- diu over verspreid wordt ter voorkoming van te geile plekken. Chloorkalium en chloornatrium of keukenzout verbeteren de kwaliteit van het vlas, waarmee het feit, dat in jonge zeepolders over het algemeen best vlas groeit, in overeenstemming is. Juist in zulke nieuw ingedijkte polders is de grond nog keukenzout- houdend. In het algemeen past men in het landbouwbedrijf den wisselbouw toe, ter voorkoming van ziekte of vre- I touw gebiedend noodzakelijk. In België keert vlas Ijerst na 12 of 15 jaar op hetzelfde land terug, in |jns land na 4 tot 8 jaar. Wie geen rekening houdt niet vruehtwisseling, ziet zijn vlas grootendeels ten gron de gaan door den ge vreesden „vlasbrandeen ziekte waardoor het vlas bruin wordt en afsterft. De oor zaak is een kleine schimmelplant, die in de vlaswor tels leeft en Asterocyslis radicis heet. Bestrijdingsmiddelen tegen dit kw-aad kent men nog niet. De bekwame Directeur der Hoogerc Land-, luin- en Boschbouwschool te Wapeningen, de heer L. Broe- kenia, die de beroemde W ilhelmina-tarwe gekweekt heeft, tracht thans door kruising met een vlassoort uit Italië een vlasvariëteit te kweeken, die onvatbaar is voor den vlasbrand. Het is te hopen, dat deze poging eenmaal met den gewenschten uitslag bekroond mag w orden. De „koude brand'' of „doode harrel in het vlas wordt veroorzaakt door den schimmel Phoma herba- rum. „De vlasroest" door den schimmel Melampsora iini en „de kwade koppen" door het rupsje van een mot, die Sciaphila Wahlbomiana heet. Het vlas kan ook nog lijden van het „vlaswarkruid', Cuscuta epili- nuin, dat in het slecht gezuiverd zaaizaad kan voor komen. Evenals van klaverzaden moet daarom van zaailijnzaad geëischl worden, dat het vrij is van war kruid. Vlas is een uitmuntende voorvrucht voor tarwe. En daar „de vlasstoppei' evenals die van karwij zoo bij zonder geschikt is om met wikken bezaaid te worden voor groene bemesting die dan vóór het zaaien der mrwe worden ondergepioegd, willen vele landbouwers elders het vlas niet gaarne missen. Bij voorkeur laat men het vlas volgen op tapse, uitgewinterde tarwe, haver of ondergeploegde klaver; soms zaait men het op' omgeploegd grasland. Vlas eischl een zorgvuldig bewerkten bodem. De voornaamste grondbewerking dient in den herfst te ge schieden. Hel land wordt veeltijds driemaal geploegd tot een diepte van 15 centimeters. Dieper ploegen heeft een ongunstigen invloed op de kwaliteit van den vlas vezel. ln het voorjaar wordt de grond met cultivator, rol en egge, opnieuw fijn en los gemaakt, waarmee de aangewende kunstmeststoffen meteen uitstekend in den grond verdeeld en doorgewerkt kunnen worden. In ons land zaait men 2'/i a 3 11.L. vlaszaad per H.A., in België 2Va a 31/2 H.L. Voor het fijnste vlas zaait men daar soms 5 H.L. per H.A., doch dit vlas dat zonder steun zeker zou gaan legeren, wordt met lat werk of rijs gesteund (lilt ramé). Van tonzaad gebruikt men in den regel iets meer dan van enterzaad. Het zaaien geschiedt in de le of 2e helft van April, altijd breedwerpig, hetzij uit de hand, hetzij machinaal, waarvoor de „zaaiviooi' bijzonder geschikl is. Na het zaaien wordt het vlas goed doch ondiep ondergebracht door het niet een niet te zware egge overlangs en over dwrars in te eggen. Daarna wordt bij droog weer dadelijk gerold of anders een dag later. Na het zaaien begint een geregelde jacht op mollen, die men tracht te vangen en wier „ritten men geregeld effent. Het jonge vlas wordt twee- of driemaal met de hand uitgewied, een werkje, dat wel duur, doch noodzake lijk is. De Belgen eischen, dat het vlas vroeg getrokken wordt. Als de stengels beneden geel eti bladerloos wor den en de bollen geel zijn, hoewel de plant overigens nog groen ziet, moet het reeds „getrokken" worden. Het vlas wordt niet gezicht, doch met handen vol uit den grond getrokken. Zes dubbele handen vol, „leggen" genaamd, worden tezamen gebonden tot een „schrank' of schoof. Deze worden bij 4 tot 10 stuks opgezet tot „stuiken" of „hokken." Na verloop van eenige dagen wordt het vlas van de hokken aan „schelven" gezet. In Groningen bezigt men hiervoor algemeen de bekende klaverruiters. De voltooide schelfjes worden niet bladriet of stroomat- ten van boven dicht gedekt. In ons land wordt weinig vlas verwerkt, doch de landbouwers verkoopen het meestal aan vlasfabrikan ten of „vlasboeren" uit Zuidholland of Vlaanderen. De wijze van verkoop is drieërlei: lo. De boer verhuurt zijn land aan den „vlasboer" voor f 200 f 250 per H.A., waarvoor hij het land moet gereed maken, het paardenwerk doen bij't zaaien en het droge vlas op eerste aanzegging naar spoor of vaarwater vervoeren. De fabrikant ^>rgt voor zaai zaad, wieden, trekken, enz. en draagt alleen de ge- heele risico. Een wijziging hiervan is het in Zeeland gebruiker lijke „verkoopen op St. Jans beraad." De huurder heeft dan tot 24 Juni het recht den koop te verbre ken, doch mag dan ook voor zaad en gedanen arbeid niets terug eischen. 2o. Eenigen tijd voor het trekken wordt het vlas door den landbouwer „op struik" verkocht. De koo- per zorgt verder voor het oogsten, terwijl de land bouwer het vervoer naar vaarwater of station op zich neemt. Zuidhollanders koopen veel op deze wijze. 3o. Het gewas wordt eenigen tijd vóór het trek ken op wortel verkocht, voornamelijk aan Belgen, te gen een bepaalden prijs per K.G. gerepeld vlas, dat liet volgend voorjaar wordt geleverd. Wat er verdei' nog met het vlas geschiedt, zullen we nog heel beknopt even meedeelen. Het droge vlas wordt „gerepeld", cLi. door een ijze ren kam getrokken om er de bollen met zaad af te trekken, die daarna gedorscht worden. In België wordt het vlas meestal niet gerepeld, doch met lichte vle gels gedorscht. In Duitschland gebruikt men met suc ces repelmachines. Het vlasstroo wordt daarna aan de „roting onderworpen. Men legt het daartoe eenige dagen in water otn aldus het „lint" los te weeken van den stengel. De fijnste roting verkrijgt het vlas in het Belgi sche riviertje de Lijs, dat langs Kortrijk stroomt en bij Gent in de Schelde uitloopt. Vanaf de Fransche grenzen tot het dorp Deinze, over een afstand van twaalf uren gaans, gebruikt men het water van dit stroompje voor vlasroting. Hoewel men ook elders vlas loot met voldoenden uitslag, zelfs met heet wa ter en bijvoeging van chemische sloffen, bekomt men toch nooit die zijdeachtige vlassoort, die de Lijs op levert. Terecht heet dit riviertje „de gouden rivier" der vlasroters. Het roten van het vlas geschiedt het best van half April tot half October. Na het roten wordt het vlas gedroogd. De eerstvolgende bewerking is het „braken", waar bij het houtige stengeldeel wordt geknakt. Hierop volgt het„zwingelen" otn het hout uit de vezels te verwijderen. Braken en zwingelen geschieden thans in groote vlasserijen met machines door stoom of andere mechanische kracht gedreven. Het gezwingelde vlas wordt in Holland en Zeeland opgemaakt tot bundels van 28 ons, „steen" geheeten er.» ldus verhandeld. Rotterdam is de voornaamste vlasmarkt. In Friesland en Groningen verhandelt men het vlas in „bundels" van 32 ons. Het opgemaakte vlas wordt voor het tot garen ge sponnen wordt, eerst „gehekeld", wat alweer machi naal geschiedt. Het grootste deel der vervaardigde ga rens wordt vervolgens tot „linnen" en „damast' ge weven. Het uitkamsel bij hel zwingelen en hekelen ver kregen, dat den naam van „werk" draagt, komt te recht in de louw-slagerijen en op de scheepstimmer werven, voor hfet kalefateren van ondichte houten vaar tuigen. Gemiddeld oogst men in ons land per H.A. 4000 K.G. vlasstroo, waaruit na bewerking 285 steen vlas verkregen wordt. Bovendien oogst men door elkaar ge nomen 12 H.L. lijnzaad van 70 K.G per mud. In 1907, zooals we boven meedeelden een ongun stig jaar voor de vlasbewerkers, was de gemiddelde opbrengst per H.A.550 K.G. vlas 5 32 stuivers pet steen is f 315, 5 H.L. zaad k f 9.60 is f 48, totaal f 363.-. Daar zij dit bedrag ongeveer voor het te velde staande vlas uitgaven, blijkt duidelijk dat de vlasboe ren in 1907 gevoelige verliezen hebben geleden. In Duitschland maakt men in de laatste jaren ern stig studie van de verbetering der vlasteelt. Zij, die de Duitsche taal mchtig zijn, kunnen liet resultaat dezer onderzoekingen beknopt bijeen vinden in een werkje van F. Kuhnert, ..Der Flachsbau 2e Auflage, Berlin P Parey, dat voor den geringen prijs van 1 Mn* «e"V',rd D. E. LANDMAN. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ik u, onderstaand stuk te willen plaatsen, ter opheldering van het voorgevallene op de gehouden vergadering van het Veefonds te Anna Pau- lowna op 9 dezer, en om een paar onjuistheden, voor komende ln het verslagje hierover in uw nummer van 12 Nov., te weerleggen. Bij voorbaat mijn dank daar voor. Ten eerste, wat in dit verslagje aangaat het gezegde door mij, van een pertinente leugen, dit betrof niet de toen voorgelezen notulen, maar, zooals verder blij'"-n zal, eene vroegere. Zoo ook de pereoonlijke beleedigmg. De discussie ontstond dan ook niet over wat er w e 1 maar wat er niet in stond, en toch wel moe9t. Wat het hevig protest bij het verlaten der vergadering aangaat, dit geschiedde ln 't geheel niet, wel antwoord de ik op eene vraag, welke inhield: „Waarom verlaat je de vergadering Van Haaften?" dat het mij onmo gelijk was met zulk een bestuur ianger te vergade ren. Wat betreft het bedankje aan den secretaris, dit werd niet door de vergadering maar door den mede werker aan de notulen, namelijk den heer De Graaf gegeven (dit laatste ter opheldering). Nu wat over de zaak zelve. Welnu, na de ontbin ding van de „Wieringerwaard" werd besloten voor Anna Paulowna een eigen veefonds op te richten. In de eerste algemeene vergadering daar over, in 1906, ontstond bij het vaststellen van het reglement verschil van meening tusschen den voorloopig gekozen voorzitter, den heer De Graaf, en den heer Hoogland en ondergeteekende, over een artikel waarin werd voor gesteld de verzekering en premiebetaling over een half jaar te laten loopen en dan voor het le halfjaar 1 pet. te heffen en telkens de premie vooruit vast te stellen. Dit nu Wilden beide laatstgenoemden ge wijzigd zien, en wel ln dien geest, dat de verzeke ring en premiebetaling over drie maanden liep, daar dan de betaling voor de meestal kleine veehouders ge makkelijker ging, en men bij koop en verkoop van vee niet verplicht was altijd voor een halfjaar premie te betalen; en in plaats van 1 pet. voor 6, pet. voor de eerste 3 maanden te heffen. Edoch, daar tegen verzette zich de heer De Graaf geweldig, zijn wil moest geschieden, hij was de ontwerper, hij de baas, wij maar leden. Wij maakten hier echter een goed gemotiveerd voorstel van, dat door velen werd ge steund. Daarna bracht de voorzitter eerst z ij n voor stel in rondvraag, dat werd toen met omstreeks twee derde van de stemmen verworpen; daarna het onze, doch hij maakte bij 't begin der rondvraag de val- sche opmerking, dat, zoo het voorstel Van Haaften- Hoogland werd aangenomen, men wel eens een paar maanden op geld kon wachten als er een koe stierf. Daar de rondvraag begon, was er geen gelegenheid dit te weerleggen en geloofden sommigen dat; hetgeen ten gevolge had, dat de stemmen staakten (altijd volgens aanteekening aan de bestuurstafel, ik betwijfelde dit echter). Een en ander in aanmerking nemende, ver zochten wij eene niuwe stemming, dit werd gewei gerd; om het lot te laten beslissen ook; een verzoek dat het bestuur dit voorstel eenlgszins gewijzigd (na melijk om voor het eerste kwartaal dan ook maar 1 pet. te heffen) zou overnemen, evenzoo. De heeren De Graaf en Volder legden er nu het bijltje bij neer en begonnen de papieren op te ber gen, een oogenblik stilte, toen was een vriend van De Graaf laf genoeg om op te staan en voor te stel len, het voorstel De Graaf maar aan te nemen, en brutaalweg te verzoeken aan hen die daar tegen waren de vergadering te verlaten. Daar een veefonds zeer gewenscht was en bang dat dit nu geheel in het water zou vallen, zweeg de ver gadering; hiervan maakte mijnheer De Graaf oogenblik- kelljk gebruik om te verklaren dat hij dan de werk zaamheden weder zou beginnen. En zoo geschiedde. Het liep nu alles gauw van stapel, bestuur werd ge kozen enz., en het veefonds was opgericht: het heerschzuchtig persoontje had door die bedreiging zijn zin gekregen, maar de wraak aan ons die hem had den durven weerstreven, zou volgen. Hij dacht nu even als de kleermaker: ik ben zelf de baas, niemand die mij deert. En in de notulen hierover werd dair ook in de volgende vergadering voorgelezen: de h.h. Hoog land, Van Haaften, H. den Engelsen en enkele ande ren, wier namen ik vergeten ben, deden zich kennen als opposanten ln zake het veefonds! Wat wilden ze? ja, wat ze wilden, wisten ze zelf niet (dit is nu de door mij gezegde pertinente leugen en persoon lijke beleediging). Hierop werd natuurlijk door mij di rect aanmerking gemaakt, waar in te kennen werd ge geven, dat dit een onwaarheid was, waarop geen weer legging volgde, waarom ik dan ook wijziging verwachtte Maar jawel, de volgende vergadering klonk het weder: de notulen worden onveranderd vastgesteld (anders niets). Van mijn kant weder protest hiertegen, daarop volgde eene belofte van den voorzitter, dat in de nu op te maken notulen rekening met mijn wensch zal worden gehouden. Op de volgende vergadering werd gelezen: na eene kleine opmerking van den heer Van Haaften werden de notulen onveranderd vastgesteld. Mooie voldoening aan mijn wensch! De leugen, belache lijke voorstelling en beleediging bleven bestaan. Toen heb ik geëischt, dat hetgeen door mij daarover werd gezegd (en dat was voor secretaris en voorzitter niet vleiend) in de volgende notulen zou worden opgeno men. En dit nu was niet geschied, geen woord hier van. Dit had het verwijt in het verslagje weergege ven ten gevolge. Hier was natuurlijk de houding van secretaris en voorzitter van den beginne af onder be grepen, mij dunkt dubbel verdiend. Ook nog in een ander geval, het veefonds betref fende, heeft de heer De Graaf getoond het zoo nauw niet te nemen. In een der artikelen van de statuten is bepaald dat, al heeft men in 10 maanden geen vee verzekerd, men toch lid blijft; dit is geschied met het oog op hen, die maar tijdelijk koeien hebben. Hier van heeft nu onze geachte voorzitter misbruik gemaakt en toen dan ook de vergadering in Nov. 1907 besloot voor het volgend halfjaar 1 pet. te heffen, liet hij zijn vee schrappen; toen nu in de voorjaarsvergadering voor dit halfjaar pet. werd gesteld als premie, liet hij zijn vee weder inschrijven. Aardig gevonden, niet waar? Hiermede vermeen ik deze zaak ook voor buiten staanden voldoende te hebben toegelicht. Anna Paulowna. H. v. HAAFTEN. Vergadering op Woensdag 18 November 1908 des voor iiddags te 10% uur in het cafe Suisse te Zaandam. De hr. J. J. Winkel, voorzitter, opent de vergadering met een hartelijk welkom, dadelijk herinnerend aan het e ai-grijk feit van de oprichting van een Nederland- se'ue Maatschapij v. Landbouw door Zijne Koninklijke Htopghold Prins Hendrik. Dat was niet geschied om de werkzaamheid der andere landbouwver. te coupeeren. Neen, ieder op zichzelf nemend een krachtig initiatief zouden zij bij te kortscieting van krachten met elkaar k innen samenwerken. Spr. uit de hoop dat Noorder kwartier zal blijven doorgaan met het nemen van krach tig initiatief, tot bevordering van den bloei van den landbouw in 't algemeen, die van Hollands Noorder kwartier in het bijzonder. Hartelijk wordt welkom ge heeten de heer Dr. AVeijermans, secretaris van den Gezondheidsraad. Hierna leest de heer W. Teengs de notulen, die onder applaus onveranderd worden goedgekeurd. De voorzitter nam hierbij weer het woord en bracht in herinnering dat de heer Teengs 25 jaar secretaris penningmeester der Vereeniging was geweest, en dat hij zijn werk steeds uitmuntend had verricht, bewees wel, dat de notulen steeds onder algemeen applaus werden goedgekeurd. En dat zijn werk door de leden oj> lioogen prijs wordt gesteld, bewees wel het besluit der voorjaarsvergadering, waar met algemeene stemmee I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 8