DE INKTVISCH. Woensdag 20 Januari 1909 ö3st,e Jaargang. No. 4437 Bureau SCHAG£H, Laan O 4. UitgeversTRAPBfiASi Co, Bekendmakingen Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. AüeiËCD Nitus- MiMt- Luüiivllil Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, "Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bjj inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. In tere. Tclephoon No. 20. Pry's per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIËN van 1 tot 6 regels f 0.25iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit één blad. 0— NATIONALE MILITIE. Indeeling van lotelingen bij de Bereden Korpsen. ALGEMEENE BEPALINGEN. Voor indeeling bij een der Bereden Korpsen komen in de eerste plaats in aanmerking de lotelingen, die zich daartoe tijdig vrijwillig aanmelden en bij een daar toe voor de inlijving in te stellen geneeskundig onder zoek voor den dienst bij die korpsen geschikt zijn bevonden. Verdere vereischten zijn: voor de Bereden Artillerie eene lichaamslengte van ten minste 1.62 Meter; voor de Cavalerie eene lichaamslengte van ten minste 1.65 Meter en een lichaamsgewicht van ten hoogste 75 K.G. VOORDEELEN. In vergelijking met de miliciens bij de onbereden korpsen genieten de lotelingen der Bereden Korpsen de volgende voordeelen: lo. eene hoogere soldij van 5 cents per dag; 2o. minder herhalingsoefeningen; 3o. geen landweerdienst; en 4o. bij verlenging van het verplicht verblijf onder de wapenen met vrijwillig verblijf eene premie van vijftien gulden voor elke drie maanden en eene verhoo ging van 7 cents per dag boven het vroeger genoten soldijbedrag, zonder dat het noodig is zich daarbij als vrijwilliger te verbinden. WIJZE VAN AANMELDING. De aanmelding geschiedt per request, dat niet op gezegeld papier behoeft te zijn gesteld. Dit request kan gericht worden aan den Minister van Oorlog, en echter ook gericht worden aan den Provinciale-Adju- dant in de Provincie, in welke de Gemeente gelegen is, waar de loteling heeft geloöt. De toezending aan den Provinciale-Adjudant, die steeds woonachtig is in de hoofdplaats der Provincie, moet echter geschieden bij gefrankeerden brief. In het request moet de loteling vermelden: a. naam en voornamen; b. beroep; kan alsdan ongefrankeerd worden verzonden. Het kan c. woonplaats, met aanduiding van straat of wijk en huisnummer; d. het korps, waaraan hij bij voorkeur zou wenschen te worden toegewezen; e. de Gemeente, waar hij voor de militie is inge schreven; f. het jaar, waarin hij aan de loting voor de militie heeft deelgenmoen; en g. het hem bij de loting ten deel gevallen lotings nummer. Ook dient' de loteling, indien hij bij voorkeur in Maart zou wenschen te worden ingelijfd, dit in het request mede te deelen met opgave van redenen. Re gel toch is, dat de lotelingen, die zich voor de Bereden Korpsen aanmelden en daar voor geschikt zijn bevon den, eerst in de tweede helft van September worden in gelijfd. Slechts bij uitzondering kan aan deze lotelingen worden toegestaan reeds in Maart te worden ingelijfd. Zij, aan wie dit wordt toegestaan, kunnen alleen be stemd worden tot treinsoldaat of tot paardenverzor- ger. ling bij een der Bereden Korpsen heeft beschikbaar gesteld, ontvangt van den Provinciale-Adjudant eene oproeping om zich op den dag, het uur en de plaats, in die oproeping vermeld, aan te melden tot het onder gaan van een geneeskundig onderzoek. Dit onderzoek heeft plaats in een garnizoen in de nabijheid der woon plaats van den loteling. Bestaat er van de woonplaats naar het garnizoen reisgelegenheid per spoor, tram of stoomboot en is de afstand tusschen beide plaatsen meer dan 5 K.M. (een klein uur gaans), dan ontvangt de loteling bij den brief van oproeping tevens een vervoerbewijs tot kosteloos vervoer. Na afloop der keuring ontvangt de loteling van den Chef der Militaire Ziekeninrichting, waarin het genees kundig onderzoek plaats had, een gulden als vergoe ding en verder een vervoerbewijs voor de terugreis naar zijne woonplaats. TIJD YAN AANMELDING. De inzending van het request moet geschieden uiter lijk in de maand Januari; het verdient echter ten zeerste aanbeveling het zoo spoedig mogelijk in te die nen. Schagen, den 16 Januari 1909. De Burgemeester, H. J. POT. Wieriugen. GENEESKUNDIG ONDERZOEK. De loteling, die zich tijdig per request voor indee- 1 Vergadering van de afdeeling Wjeringen van den Nederlandschen Protestantenbond, gehouden op Maan dag 18 Januari 1909, des avonds half acht, op de bovenzaal der Hen'. Kerk te Hippolytushoef Aanwezig 23 dames en 28 heeren. I Na opening door den voorzitter, den heer Ds. Bax, met een hartelijk welkom, worden door den Secretaris den heer L. Berghuis, de notulen der vorige verga dering gelezen en onveranderd onder dankzegging goed gekeurd. Door den Penningmeester den heer T. Visser, werd nu rekening en verantwoording gedaan. De rekening was nagezien door een commissie bestaande uit de heeren L. Berghuis, D. J. Lont en M. Jb. Mostert. Bij monde van den heer Berghuis, rapporteerde deze commissie dat zij; alles in goede orde had bevonden. De ontvangsten waren f 388.07V2, de uitgaven waren f 330.88V2, alzoo een batig saldo groot f 57.19. Onder dankzegging aan den penningmeester voor zijn nauw- keurig beheer werd de rekening met algemeene stem men goedgekeurd. I Hierna bracht Ide Secretaris het jaarverslag uit, I waaruit wijl aanstippen dat de afdeeling 100 leden telt, dat er verleden jaar vier algemeene vergaderingen zijn gehouden, dat die vergaderingen altijd zoowat door het zelfde clubje worden bijgewoond een 30 5 40 perso- nen, dooh dat vele notabele ingezetenen welke ook lid zijn, gewoonlijk door afwezigheid schitterden, dat het toezicht in de Zondagsscholen door verschillende 1 heeren die zich hiervoor hadden opgegeven, veel te wenschen overlaat Nu volgden bestuursverkiezingen. Ie. .Wegens perio diek aftreden van den heer F. Visser. Deze werd herkozen met 24 stemmen van 34 en nam de functie weder aan. 2e. Wegens vertrek van den heer S. de Vries naar Landsmeer. Na drie stemmingen gehouden te hebben, stond men voor een dubieus geval, waarin het regle ment niet voorzag namelijk dat op de heeren A. Kooij en P. Kaan ieder 17 stemmen werden uitgebracht. Voorzitter stelde voor nu maar bij loting keuze te doen hetgeen werd goedgekeurd en tot uitslag had dat Door ERNST VON WILDENBRUCH. 2. En zijn pen, die was voor hem wat voor den jager het geweer was, een werktuig waardoor de geheele wereld zijn buit werd. Het was een geweldig werk tuig, want zijn pen was geweldig. Een dichter was hij niet geweest, maar een criticus dat was hij en een machtig ook. Alles wat hij zooeven had gezien en opgemerkt, dat werd door zijn pen beschreven. Dan werd zijn pen dorsehvlegel en onder het neerschrijven van zijn aanmerkingen vlogen de koppen in het rond. Maar critiek oefenen was niet het eenige wat hem behaagde en hij zich eigen maakte, onverdroten studeerdei de man verder. Over allerlei onderwerpen schreef zijn pen, over allerlei schrijvers gaf hij zijn meening en vertelde hij allerlei bijzonderheden. Alles rondom hem was stil en stom het papier onder zijn handen sprak. Alles in hem was koud de woorden die hij schreef fonkel den van geest, evenals ijskristallen, die door de zon werden beschenen en den indruk geven alsof zij zelf eveneens warm zijn. De gevolgen daarvan waren, dat alle couranten, niet alleen de Berlijnsche couranten, maar overal waar de Duitsche taal gesproken en gelezen werd, vochten als 't ware om zijn verslagen. Hij werd niet alleen bekend, maar ook beroemd, want het publiek was als op zijn lectuur verzot. Den gouden sleutel die toegang gaf tot het paleis des levens had hij zich eenmaal in de handen gewenscht den stalen, waar mee hij de deur van den tegenwoordigen tijd kon ont sluiten, die liever las over gedichten, dan de gedich ten zelf, dien had hij nu in zijn bezit. Maar hij kon niet alleen schrijven, maar ook spreken. Vroeger had hij in salons tot de mooie vrouwen gesproken nu sprak bij in volks hoogescholen en overal, bij elke gelegen heid, die zich maar aanbood, voor een hoorderskring bestaande uit tientallen van mannen en vrouwen. Even- a's zijn lezers met een gezicht van bewondering zijn lectuur uit handen legden, zoo gingen hoorders en hoor deressen onder den indruk van het gehoorde uit de zaal, wanneer de kleine, kromme man met het groote voorhoofd van den katheder af tot hen had gespro ken. Juist in dezen tijd hield hij in een der meest aan zienlijke Berlijnsche leeszalen een voordrachtencyclus over de literatuurgeschiedenis. Van de oude schrij vers was hij begonnen en tot de nieuwere en nieuw ste ging hij verder; heel in den beginne, was hij war mer en warmer geworden, hoe verder hij kwam. En warm en warmer werden ook de vrouwen en meisjes, die tot hem opkeken en naar hem luisterden. De lezing van vandaag was geëindigd. Uit het wijd geopende portaal van de leeszaal stroomden de toe hoorsters. Aan de massa die naar buiten drong, zag men dat de zaal overvuld was geweest en aan de hooggekleurde gezichten en het op de straat ijverig voortgezet onderhoud, hoe sterk de indruk moest zijn geweest, die er van den kleinen man was uitgegaan. Onder de groote menigte bewoog zich een groep dames, die blijkbaar bij elkaar' behoorden, ofschoon men dadelijk bemerkte, dat zij geen bloedverwanten van elkaar waren. Een band hield haar bijeen, zij be woonden namelijk een der groote pensions in het Westen van Berlijn. In het midden van de groep liep de eigenares van het pension, een reeds bejaarde we duwe, misschien ook wel een oude jongejuffrouw, wier welwillend, met een gouden bril versierd gelaat den stempel droeg van levendigheid en ervaring. Voor en achter haar, in kleine groepjes van drie of vier gin gen haar elegante huisgenooten, pratend, lachend mis schien ook een onheiligen spot drijvend over den per soon van Peter, die nauwelijks boven den rand van den katheder had kunnen heenkijken. Heel ernstig en zwijgend was die dame, die vlak naast de eigenares van het pension liep en in stomme opmerkzaamheid naar haar woorden scheen te luisteren. Zij was niet ouder dan de anderen, mogelijk nog wat jonger dan velen van haar, hoog en slank, schoon van gestal te, zoodat zij naast de dikke pensionsdame opvallend afstak. Misschien viel zij ook wel op door de zwarte japon die zij droeg, of door het bleeke gelaat, waardoor haar gansche persoonlijkheid iets vreemds kreeg. Daar van scheen zij zelf evenwel niets te weten. Men zag het haar aan, dat zij met haar gedachten nog geheel bij het gehoorde was, zoodat zij niet de minste notitie nam van haar eigen verschijning en den indruk dien zij op anderen maakte. de heer A. Kooij1 werd gekozen en zijn benoeming aan nam. Thans was aan de orde het uitreiken der cadeaux aan de 12 dames der Zondagsscholen, door den voor zitter, den heer Ds. Bax. Voorzitter deed dat met een hartelijke toespraak, zich 111 't bizonder tot de dames der Zondagsschool wendende, vol waardeering voor haar werk. Na deze prijsuitdeeling volgde de rondvraag. De heer Ds. Onnes zou gaarne zien dat de centen der kinderen welke zij voor de Zondagsschool meebrach ten, ook apart werden besteed en die niet in de kas werden gestort. Voorzitter zegt dat dit thuis behoort bij het bestuur en niet in de algemeene vergadering. De heer Ds. Onnes zegt, hierover al eens in een bestuursvergadering te hebben gesproken en dan werd zulks van de hand gewezen, zoodat hij die is belast met de regeling van boekjes, kaartjes enz. voor de Zondagsschool, voor die regeling dan bedankt. Voorzitter zegt, hiervan nota te zullen nemen en spoe dig een bestuursvergadering zal laten uitschrijven. De heer Berghuis vraagt of er op de volgende bij- eenkomst weer chocolade geschonken moet worden, I hetgeen toestemmend wordt beantwoord. Ook zou de heer Berghuis 't wenschelijk achten om den toegang tot de volgende bijeenkomst ook voor niet-leden open j te stellen, aangezien er dan een spreker van buiten komt en wel op den len Febr. a.s., als Ds. van Wijk van Den Helder zal optreden. Algemeen goedgevonden. Niemand meer het woord verlangende, deelt voorzit ter nog mede, dat a.s. Zondag 24 Januari weder een avondpreek zal worden gehouden in de Herv. Kerk te Hippolytushoef door Ds. Onnes. Thans wordt door den voorzitter nog een kleine lezing gehouden getiteld „De Vuurtoren" door Dr. E. Lau- rillard, die zeer in den smaak viel. De heer Ds. Onnes dankte spreker voor de keurige lezing. Voor dat voorzitter tot sluiting overging, werd door I hem nog een woord van dank gebrcaht aan den heer S. de Vries die steeds zijn beste krachten aan onze afdeeling had gewijd hetgeen door 't bestuur en ook door de afdeeling op hoogen prijs werd gesteld. Ik wensch, zegt voorzitter, dat het u en de uwen in uw toekomstige woonplaats Landsmeer goed moge gaan. Ook brengt voorzitter een woord van dank aan den heer Koppedraijer, die ook spoedig ons eiland gaat verlaten, het doet spr. genoegen dat de onderwijzers hier zoo veel belang in de afdeeling van den Protes- tantenbond stellen en hij hoopt dat waar zij ook heen mogen gaan dit altoos zoo moge blijven. Applaus. Hierna sloot voorzitter onder dankzegging voor op komst en medewerking de vergadering. Alvorens de vergadering uiteenging, zeide de heer S. de Vries dat I hij van zijn kant ook reden tot dankbaarheid had, daar zijn rol als bestuurslid een zeer bescheidene was en hij aan de afdeeling menigen genotvollen en leerzamen avond had te danken. Wat mij steeds 't meest aan trok en waarvoor ik respect had, dat was voor de dames der Zondagsschool die voor dit werk zoo menig vrij uurtje opofferden, ik hoop dat dit zoo moge voortgaan I en u allen dit werk steeds met mij zult respecteeren. j Dat het u allen verder wel ga, aldus eindigde spreker. Wieringen. De heer Koppedraaijer, onderwijzer aan de O. L. school te Westerland alhier, is als zoodanig benoemd te Harenkarspel en heeft die benoeming aangenomen. Winkel. Voor de lichting 1909 moeten worden ingelijfd, 4 lotelingen voor volledige oefeningen en 1 voor korte oefeningen. Winkel. Door de lotelingen H. de Wit, Y. Brouwer en C. Boor is met gunstig gevolg afgelegd het examen ter ver krijging van bewijzen van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid. Aartswoud. Zondagmorgen j.1. had de herstemming plaats voor een notabel der Ned. Herv. Kerk alhier. Op den heer Br. Pluister D4 iwaren 23 en op den heer Jb. de Beurs 16 stemmen uitgebracht, zoodat de eerstgenoem de gekozen is. Hoogwoud. Het aandeel der lichting 1909 van de Nationale Mi litie is Voor deze gemeente bepaald op 7 manschappen, van welke 5 voor volledige en 2 voor korte oefenin gen. Hoogwoud. Van den heer F. Kuiper, aan de Langereis alhier, is door het Rijk ter slachting overgenomen een rund, hetwelk lijdende was aai; tuberculose, dat is de eerste maal dat een dergelijk geval alhier voorkomt. Aartswoud. Zondagmiddag hield de Kiesvereeniging alhier ten huize van den heer Keijzer eene vergadering. Aan de orde werd gesteld de verkiezing van be stuursleden, aftredend de heeren D. Slooves Az., Jb. Kuiper Cz. en J. Koorn Dz. Deze personen waren volgens het reglement niet herkiesbaar. In hunne plaats werden gekozen de heeren C. Leeuw, D. Rempt en R. de Wit. v Vervolgens werd de rekening over het jaar 1908 ter tafel gebracht, wtelke nagezien en in orde bevon den werd. De ontvangsten hadden bedragen f 22.95 en de uitgaven f 1.25, alzoo een voordeelig saldo van f 21.70. Noordscharwoude. Tot tijdelijk onderwijzeres alhier (openbare school) is benoemd mejuffrouw Heerikhuizen van Amsterdam. De nieuwbenoemde onderwijzer kan eerst met 1 Maart in functie treden. Zitting van Dinsdag 19 Januari 1909. De familie Leijen van Den Helder. 'n Oud lessie, dat maanden te vuur heeft gestaan, moest eerst 's even worden opgemaakt. 't Was voor ons een ware verrassing, het strafzaakje contra het trio Leijen te Den Helder opnieuw te hoo- ren uitroepen. Dit genoegen was ons 14 dagen geleden bij de behandeling der uitspraken reeds in uitzicht gesteld. Nu konden we dan smullen aan het kostelijke zaakje, door Helena Maria Peetoom, de mishandelde en aan klaagster, de wereld ingeschopt. Daar we echter ver leden najaar dit voorval al in den breede hebben be sproken, rest ons nu uit den aard der zaak eene min of meer beknopte beschouwing. Met een enkel woord zullen we, ter opfrissching van het geheugen van onze belangstellende lezeressen en lezers aanstippen, hoe op 6 September jl. de heele Heldersche Achtergracht, waar zoowel juffrouw Peet oom als de dames en mijnheer Leijen resideeren, in hevige ontroering werd gebracht door knetterend, knal lend, bommend, sissend, donderend en ratelend vuur werk. Juffrouw Peetoom kreeg over een voetzoeker, die machteloos voor Leijen's drempel lag te razen, her- En zoo was het ook. Iduna von Schneideband had Peter vandaag voor de eerste maal hooren spreken en de indruk op haar was dan ook buitengewoon geweest. Zij kende hem reeds van vroeger, reeds lang, maar niet persoonlijk, slechts als schrijver uit zijn geschriften. Met het eerste woord dat zij van hem had gelezen, was zij gevangen geweest, en sedert had zij alles ge lezen wat er van zijn hand was verschenen. Couran ten, tijdschriften, alles, wat zij maar van hem kon vin den, had zij zich weten te verschaffen en alles gelezen. Moeilijk was haar dit niet gevallen, want zij had veel geld, en dus alle gelegenheid om zich aan te schaf fen wat zij maar wilde. Inspanning had het haar ook niet gekost, want zij was een hartstochtelijk lezeres, bijna een boekenwurm. En tijd daarvoor, och meer dan genoeg. Het leven dat zij leidde, gaf haar een schat van vrijen tijd. Met haar vader, die een landgoed in de Mark bezat en wiens eenig kind zij was, had zij jaren en jaren lang in landelijke eenzaamheid, juister gezegd, in volle afzondering geleefd. Verkeer of omgang had zij zoo goed als met niemand, want noch haar vader, noch zij zelf had daar behoefte aan. Het was zeer gelukkig voor deze beide menschen geweest, dat zij in neiging en smaak zoo ongeveer overeenstemden. De moeder waf allang dood. Mogelijk dat zij zich met haar man had verveeld, want hij was niet onderhoudend. Zijn bezig heid bestond daarin, dat hij den ganschen dag denkend op en neer liep, en ten slotte voor zijn schrijftafel ging zitten, waar alle vakken en laden zich langzamer hand vulden met een kolossaal manuscript. Wanneer hij met zijn werk klaar zou komen, dat was niet te zeggen, misschien wel nooit. Eiken dag, sedert jaren schreef hij een blad, menigmaal ook maar een half, of nog minder, dat dan maar weder op den berg werd neergelegd. Veelal geschiedde het ook, dat den volgenden dag, het gister geschrevene weer werd verscheurd. Op deze wijze kwam hij niet vlug vooruit, maar daarover bekommerde hij zich niet; hij schreef immers alleen voor zichzelf. Het was een mensch, wiens leven in een groote samenspraak met zichzelf verliep. Monologen hebben alleen waarde voor het theater; in het leven beteekenen zij niets, zij zijn stom. Wie steeds stom blijft, wordt vervelend, dus had de vrouw, die een verstandige huisvrouw was en volstrekt niet filo sofisch aangelegd, zich ten slotte verschrikkelijk ver veeld en alzoo was zij, zonder dat het evenwel tot een verwijt was gekomen, met het bewustzijn, dat haar oude filosoof, dien zij in den grond van haar hart hartelijk liefhad, met de dochter die hem overbleef, goed tevreden zou zijn, stil en ongemerkt heengegaan. En dat bewustzijn was geen vergissing. Iduna de doch ter had geheel den aard van haar vader, was geheel anders dan haar moeder. Voor haar was het steeds na denken van haar vader een omstandigheid van zwij gende vereering en de papiermassa die de schrijftafel vulde een soort van heilige berg. Al haar zinnen en doen was er steeds op gebaseerd, dat de filosofeerende man niet werd gestoord. De huishouding, de zorg voor het landgoed, alles nam zij hem van de schouders en deed al dat werk zelf. En zij deed dit alles zoo goed, dat het leven van den oude als een stipt werkende machine voortging. Geruischloos ging het, want daar haar vader weinig sprak, zoo zeide Iduna ook niet veel en omdat de oude niet gestoord wenschte te worden werden Aê woorden steeds kariger. Zoodoende kwam het, dat zij beiden zoo langzamerhand met elkaar omgingen als twee stomme menschen. Dat was evenwel geen gedachte die hen ongelukkig maakte; integendeel zij leefden geheel vol gens hun natuur en aanleg en voelden zich volkomèn gelukkig. Precies als een wekker, was Iduna eiken morgen vroeg op de been. Met zachte schreden, terwijl haar vader nog sliep, ging zij het huis door. De werk kamer van haar vader bracht zij zelf in orde. Geen vreemde hand had de schrijftafel met het hei lige manuscript mogen aanraken. Zij bezat een sleutel van die schrijftafel en eiken morgen was het een oogen- blik van stomme aandacht voor haar, wanneer zij de tafel opensloot en met voorzichtige hand de losse bla den zorgvuldig weer op elkaar legde. De inhoud? Daar- I van wist zij eigenlijk zoo goed als niemendal; zij had slechts hier en daar een enkel woord gezien. Niet dat zij geen belang stelde in den inhoud, maar haar diepe eerbied hield haar ervan terug in deze papieren te snuffelen. Haar was het steeds te moede, als zij voor deze papieren stond, als stond zij voor het manuscript van den bijbel, het boek des levens. Plet mocht niet onthuld worden, dan door haar vader zelf. En deze deed het niet. In zichzelf verzonken, zooals gedurende het leven zijner vrouw, ging hij ook nu naast zijn doch ter. Zoo kwam het dat Iduna, zich langzamerhand ge wende in het manuscript iets te zien, dat niet bestemd was om ooit klaar te komen, maar waarvan het doel alleen daarin bestond, dat daaraan geschreven werd. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1