DE INKTVISCH.
53e Jaargang. No. 443^.
Zaterdag 23 Jan. 1909.
BLAD.
Bekendmakingen
FEUILLETON.
Uit ea voor de pers.
Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Sckutr tam
o—
NATIONALE MILITIE.
Indeeling van lotelingen bij de Bereden Korpsen.
ALGEMEENE BEPALINGEN.
Voor indeeling bij een der Bereden Korpsen komen
in de eerste plaats in aanmerking de lotelingen, die
zich daartoe tijdig vrijwillig aanmelden en bij een daar
toe voor de inlijving in te stellen geneeskundig onder
zoek voor den dienst bij die korpsen geschikt zijn
bevonden.
Verdere vereischten zijn:
voor de Bereden Artillerie eene lichaamslengte van
ten minste 1.62 Meter;
voor de Cavalerie eene lichaamslengte van ten minste
1.65 Meter en een lichaamsgewicht van ten hoogste
75 K.G.
VOORDEELEN.
In vergelijking met de miliciens bij de onbereden
korpsen genieten de lotelingen der Bereden Korpsen
de volgende voordeelen:
lo. eene hoogere soldij van 5 cents per dag;
2o. minder herhalingsoefeningen;
3o. geen landweerdienst; en
4o. bij verlenging van het verplicht verblijf onder
de wapenen met vrijwillig verblijf eene premie van
vijftien gulden voor elke drie maanden en eene verhoo
ging van 7 cents per dag boven het vroeger genoten
soldijbedrag, zonder dat het noodig is zich daarbij
als vrijwilliger te verbinden.
WIJZE VAN AANMELDING.
De aanmelding geschiedt per request, dat niet op
gezegeld papier behoeft te zijn gesteld. Dit request
kan gericht worden aan den Minister van Oorlog, en
kan alsdan ongefrankeerd worden verzonden. Het kan
echter ook gericht worden aan den Provinciale-Adju-
dant in de Provincie, in welke de Gemeente gelegen
is, waar de loteling heeft geloot. De toezending aan
den Provinciale-Adjudant, die steeds woonachtig is in
de hoofdplaats der Provincie, moet echter geschieden
bij gefranlceerden brief.
In het request moet de loteling vermelden:'*
a. naam en voornamen
b. beroep;
c. woonplaats, met aanduiding van straat of wijk
en huisnummer;
d. het korps, waaraan hij bij voorkeur zou wenschen
te worden toegewezen;
e. de Gemeente, waar hij voor de militie is inge
schreven;
f. het jaar, waarin hij aan de loting voor de militie
heeft deelgenmoen; en
g. het hem bij de loting ten deel gevallen lotings
nummer.
Ook dient de loteling, indien hij bij voorkeur in
Maart zou wenschen te worden ingelijfd, dit in het
request mede te deelen met opgave van redenen. Re
gel toch is, dat de lotelingen, die zich voor de Bereden
Korpsen aanmelden en daar voor geschikt zijn bevon
den, eerst in de tweede helft van September worden in
gelijfd. Slechts bij uitzondering kan aan deze lotelingen
worden toegestaan reeds in Maart te worden ingelijfd.
Zij, aan wie dit wordt toegestaan, kunnen alleen be
stemd worden tot treinsoldaat of tot paardenverzor-
ger.
GENEESKUNDIG ONDERZOEK.
De loteling, die zich tijdig per request voor indee
ling bij een der Bereden Korpsen heeft beschikbaar
gesteld, ontvangt van den Provinciale-Adjudant eene
oproeping om zich op den dag, het uur en de plaats,
in die oproeping vermeld, aan te melden tot het onder
gaan van een geneeskundig onderzoek. Dit onderzoek
heeft plaats in een garnizoen in de nabijheid der woon
plaats van den loteling. Bestaat er van de woonplaats
naar het garnizoen reisgelegenheid per spoor, tram of
stoomboot en is de afstand tusschen beide plaatsen
meer dan 5 K.M. (een klein uur gaans), dan ontvangt
de loteling bij den brief van oproeping tevens een
vervoerbewijs tot kosteloos vervoer.
Na afloop der keuring ontvangt de loteling van den
Chef der Militaire Ziekeninrichting, waarin het genees
kundig onderzoek plaats had, een gulden als vergoe
ding en verder een vervoerbewijs voor de terugreis
naar zijne woonplaats.
TIJD -VAN AANMELDING.
De inzending van het request moet geschieden uiter
lijk in de maand Januari; het verdient echter ten
zeerste aanbeveling het zoo spoedig mogelijk in te die
nen.
Schagen, den 16 Januari 1909.
De Burgemeester,
H. J. POT.
—o—
Door
ERNST VON WILDENBRUCH.
3.
Nadat in den loop van den voormiddag haar vader
uit zijn slaapkamer te voorschijn was gekomen, kwam
Iduna met hem aan het ontbijt samen. Een vriende
lijke kus, hoewel wat verstrooid was de be
groeting voor.de dochter en het „goeden morgen" was
eigenlijk het eenige woord, dat tusschen hen gewisseld
werd. Want onder het ontbijt verzonken beiden weer
zwijgend in hun courantenlectuur, waarvan er eenige
exemplaren op tafel waren neergelegd. De oude behan
delde, evenals alles wat zijn filosofie niet betrof, zijn
dochter nonchalant, ja met een zekere nederbuigende
pedanterie. Zoodra hij den laatsten regel had gelezen
stond hij zonder eenige verdere plichtplegingen op en
kon Iduna zich aan haar plichten van huishouding
en bedrijf wijden. De maaltijd, waarbij de heer des
huizes alles wat zijn dochter hem voorzette achteloos
naar binnen liet zakken, verliep niet onderhoudender
dan het ontbijt. En wanneer dat was afgeloopen sloeg
voor Iduna het vrije uur, zij kon zich dan geheel over
geven aan haar hartstocht voor lezen. Lezen was haar
eenige bezigheid voor de verdere uren en daaraan gaf
zij zich met ziel en zaligheid over. Handwerkjes, daar
bemoeide zij zich niet mee. Kleedjes of mooi garni
tuur, of dat kleine gerij, dat een vrouw in den regel
rondom zich heeft, was bij haar niet te vinden. In-
plaats daarvan boeken, boeken en steeds weer boeken.
En dan nog wel boeken van het zwaarste kaliber. Ge
dichten, vertellingen, drama's las zij niet, alleen wa
Aanvragen bouwvergunningen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha
gen brengen ter kennis van belanghebbenden:
le. dat formulieren voor omschrijvingen van de in
richting in samenstelling van gebouwen, voor zoover
het woonhuizen i»elrefl, kosteloos ter secretarie ver
krijgbaar zijn;
2e. dat de aanvragen om bouwvergunningen, bene
vens de teekeningen en omschrijvingen, niet door de
uitvoerders, doch door belanghebbenden, zelf, moeten
zijn onderteekend.
Schagen, den 21 Januari 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester
ROGGEVEEN. H. J. POT.
Fraaie zeden.
Onder dit opschrift schrijft Het Huisgezin:
Uit het Zuid-Limburgsche komen weer droevige ver
halen van fraaie verkiezingszeden.
Men heeft daar in de districten Gulpen en Meers-
sen Staten-verkiezingen beleefd, waarbij het geld en
de drank de hoofdrol speelden.
Een daalder, twee gulden, zelfs zes gulden werd voor
een stem geboden, zelfs tweemaal geboden en twee
maal aangenomen.
En gedronken heeft men zoo stevig, dat aan de Lim-
burgsche Koerier kortweg kon worden bericht: „Heel
het dorp was 's avonds dronken.
Het zijn en blijven me fraaie toestanden daarginds
in Neerlands Zuiden.
Er is een drankwet die wenscht, dat op dagen waar
op misbruik van drank te vreezen is, de dranklocali-
teiten zullen worden gesloten.
Alles blijft open, omdat de gemeentelijke autoritei
ten zelf aan de drankbedeeling en omkooping met drank
niet vreemd zijn.
Er is een wet, die het omkoopen van kiezers met
geld strafbaar stelt, en den gekozene, die door om-
kooperij gekozen wordt, den toegang tot het vertegen
woordigend lichaam weigert.
Waarom past men die wet niet met alle gestreng
heid toe?
Waarom vervolgt men dergelijke schandalen niet te
vuur en te zwaard?
En waarom neemt men het werk om de menschen
beter en verstandiger te maken niet met wat meer
ijver ter hand?
Niet het socialisme is de groote plaag van Zuid-Lim
burg, maar drank, veilheid en beginselloosheid.
o—
De Katholieken en de
verkiezingen.
„Het Centrum" schrijft:
Wil de Rechterzijde bij de a.s. verkiezingen de meer
derheid in de Tweede Kamer herwinnen, dan zal niet
slechts met grooten ijver maar ook met veel beleid
moeten worden opgetreden.
Dan zal niet enkel moeten Worden gelet op de be
langen van een bepaald district, maar de toestand over
het gansche land goed in het oog zijtn te houden.
De adviezen van den Algemeenen Bond van R. K.
Kiesvereenigingen zullen daarbij ongetwijfeld van hooge
waarde zijn.
En vooral dient men steeds uit te gaan van deze
gedachte: dat het niet zoozeer te doen is om de ver
sterking van een der Christelijke partijen afzonderlijk,
dan wel om de zegepraal der Rechterzijde als geheel.
De Katholieken hebben altijd te veel blijk van juist
inzicht op dit punt gegeven, dan dat men niet op
nieuw de beste uitkomsten van hun beleid zou mogen
verwachten.
In verschillende districten beschikken zij over een
groot stemmental; maar aan de noodige zelfbeheer-
sching lieten zij het, waar dit gewenscht bleek, nim
mer ontbreken.
Had hun eigen man weinig óf geen kans, dan trok
ken zij met evenveel ijver ter stembus voor een ande
ren candidaat der Rechterzijde, een anti-revolutionnair
of christelijk-historisehe.
Meer dan één Kamerzetel, die anders Linksch zou
gebleven zijn, is op die wijze voor de Rechtsche coalitie
gewonnen.
En na de ervaring, herhaaldelijk bij vorige verkie
zingen opgedaan, rijst de vraag: zouden enkele andere
zetels, zoo ook een belangrijk district als Enschedé niet
op die wijze te winnen zijn?
Het is slechts een vraag, maar eene, die ernstige
overwegingen verdient.
Vier, vijf keeren is getracht, dit arbeiders- en in
dustrie-district met een katholieken candidaat te ver
overen.
Het mocht niet baten, al stelde men ook mannen
als mr. Aalberse en Engels en al behaalden deze can-
didaten stemmen-cijfers, als vóór hen niet waren be
reikt
Steeds was het einde een teleurstelling, waartoe on
getwijfeld het anti-papisme, dat bij een aantal niet-
Katholieken nog steeds voortleeft en ijverig geëxploi
teerd wordt aan de stembus, het zijne bijdroeg.
Met anti-papisme zullen wij ook bij de aanstaande
stembus rekening hebben te houden, en daar, waar
bijna de zekerheid beslaat, dat het ons gevaarlijke par
ten speelt, zullen wij wijs handelen, dat wapen aan
de tegenpartij uit handen te slaan.
Dit geldt ook voor Enschedé, en zeker zou het een
bizondere voldoening zijn voor gansch het Christelijk
over het mooiste daarvan werd geschreven, berichten
uit de litteraire wereld, dik-lijvige overzichten enz. enz.
Het was alles stof die haar geest ontwikkelde. En
het was bij Iduna ook geen zucht tot tijdverdrijf die
haar dit alles deed lezen, maar werkelijk en alleen
om zich op te voeden en haar geest en kennis te ver
rijken.
En juist daarom beviel haar hetgeen Peter Aich-
schnitzer schreef zoo uitmuntend. Zij voelde dat deze
met kennis van zaken schreef en dat vervulde haar
met groot respect. De bevalligheid van zijn stijl maak
te bovendien haar deze lectuur tot een groot genot, en
de snijdende scherpte van zijn critiek bracht haar vaak
in verrukking. Wanneer zij 's morgens in een courant
een beoordeeling van hem ontdekte, bewaarde zij dat
als een lekkeren beet tot 's avonds, om in volle rust
en afzondering te kunnen lezen en genieten. Een onbe
schrijflijk gevoel van, weldadigheid vervulde haar
dan, als zij zich neerzette om zijn woorden te lezen.
Was er een spiegel in haar kamer geweest wat
niet het geval was en had zij daarin gekeken
wat misschien nog minder het geval was geweest,
dan zou deze haar hebben getoond, hoe haar bleek
gelaat door een paar roode vlekken was geteekend
en haar oogen van blijde verrukking spraken. Want 't
mag wonderlijk klinken, maar evenals andere jonge
meisjes minneliederen lezen, zoo las Iduna Schneide-
band de epistels van Peter Aichschnitzer. Grinnekend
genoot zij van zijn boosaardige critieken, met een kou
de rilling van verrukking genoot zij zijn uiteenzettingen
en wanneer zij het blad of een boek waarin zij over
hem had gelezen uit de hand legde, had zij het over
tuigde gevoel dat er op de gansche wereld niemand
kon zijn, die hem beter en voller begreep dan zij. Een
man van vleesch en bloed, met vleesch en bloed lief
te hebben, die gedachte had nog geen enkele maal
haar ziel geroerd, ofschoon er in haar buurtschap wel
een dergelijke jonge man voorhanden was. Op den geest
van dezen man, dien zij nooit had gezien, en misschi»n
ook nooit zou zien, had zij zich verliefd.
Nederland, indien dit groote en belangrijke district met
zijn duizenden christelijke kiezers voor de Rechterzijde
kon worden veroverd.
NEDERLAND EN VENEZUELA.
Men meldt uit Den Haag:
Naar aanleiding van het telegram uit Washington aai
het Journal des Debats (zie vorig no.) volgens het
welk tusschen president Castro en vice-president Go-
mez afgesproken werk zou bestaan en Castro naar
Venezuela zou terugkeeren als dr. Paul zijn zending
zou hebben volbracht, verklaarde dr. Paul om inlich
tingen hieromtrent gevraagd, met de meeste beslist
heid dit bericht te kunnen tegenspreken
Aan deze tegenspraak werd door hem toegevoegd,
dat het, om de absurditeit van het bericht aan te too-
nen, voldoende is zich rekenschap te geven van de
feiten, welke hebben plaats gehad, nadat generaal Go-
mez de regeering van Venezuela heeft aanvaard en
een nieuw kabinet heeft benoemd. De eerste daad
dezer nieuwe regeering was, het in vrijheid stellen
van alle politieke gevangenen, welke Castro als revo-
iutionnairgezinde vijanden in gevangenschap hield, som
migen reeds sinds lange jaren. Tegelijkertijd werd
een algemeene amnestie afgekondigd, voor alle uitge
wekenen, onder welke zich politieke leiders bevinden,
die reeds naar Caracas zijn teruggekeerd, en die heb
ben bijgedragen tot het scheppen van een politieken
toestand, welke onvereenigbaar is met den terugkeer
van den heer Castro. Trouwens, de broeder van Castro,
generaal Celestino Castro, die onder Castro's bewind,
opperbevelhebber was van een militair district van
Venezuela, hetwelk een der belangrijkste steunpunten
vormde voor Castro's regeering en die een rijk voor
zien arsenaal van wapenen en krijgsvoorraad ter zijner
beschikking had, zoodat hij gedurende de afwezigheid
van Castro beschouwd kon worden als waarborg voor
de handhaving van diens macht, heeft zich niet verzet
tegen den ommekeer in den politieken toestand, maar
heeft zijn wapenvoorraad aan generaal Gomez uitge
leverd, waarna hij de wijk heeft genomen naar Co-
lumbia.
Een ongeluk.
Men seint uit Schiedam: Donderdagavond te II uur
is van Schiedam een brik weggereden in de richting
Vlaardingen over den Vlaardingschen dijk. Volgens de
verklaring van een caféhouder te Vijfsluizen zou de
bestuurder van de brik aan zijn inrichting stilgehou
den en daar gevrangd hebben of iemand bereid was
mede te rijden. Een persoon zou zich hiertoe hebben
gemeld. Vannacht nu om ongeveer twee uur vonden
eenige landbouwers de brik in een sloot liggen en het
lijk van den bestuurder.
Nader wordt gemeld:
De wagenbestuurder is de 29-jarige Bruigom uit de
Keizersstraat te Scheveningen. Hij was dien middag
met een vrachtje van Scheveningen over Schiedam
naar Vlaardingen gereden. Op zijn terugweg is hij voor
de Vijfsluizen, vermoedelijk door den dikken mist
misleid, in het Spui gereden. Vannacht om 2 uur werd
zijn lijk door twee fietsers gevonden. Aanvankelijk
dacht' men dat de landbouwersknecht Naastepad uit
"Vlaardingerambacht met Bruigom was medegereden en
eveneens verdronken was. Men heeft daarom Vrijdag
ochtend het Spui afgedregd en vervolgens leeg laten
loopen. Later bleek echter dat Naastepad aan een wis
sen dood ontkomen is, door voor de Vijfsluizen af te
stappen. Het paard dat nog levend werd aangetroffen,
is met de brik bij een landbouwer ondergebracht. Brui
gom laat een weduwe met 4 kinderen achter.
Paardenfokkerij.
Door een 40-tal paardenfokkers en belangstellenden
werd te Arnhem, gevolg gevende aan een oproep van
den heer Reimers te wageningen, vergaderd, ten einde
protest aan te teekenen tegen den inhoud van een adres
van den heer J. E. Scholten te Groningen en enkele
andere heeren gericht aan den Minister van Land
bouw, ten doel hebbende de vrij'heid van fokrichting aan
banden te leggen.
Na uitvoerige besprekingen werd met bijna algemeene
stemmen besloten aan de regeering een adres te rich
ten om voor alles niet in te gaan op de dwingende be
palingen neergelegd in bovenvermeld adres.
Een uitvoerige memorie van toelichting zal het de
partement van landbouw nader worden toegezonden.
Met het ontwerpen hiervan werd een commissie belast,
bestaande uit de heeren J. Zylker te Zuidbroek, De
Bruyn te Bemmel, Van Heek te Enschedé, Hanke te
Wilhelminapolder en H. Bultman te Haarlemmermeer.
Dezelfde commissie zal zich tevens onledig houden
met te onderzoeken of de oprichting van een Neder-
landschen Bond van Paardenfokkers al dan niet ge
wenscht is.
De Kamerverkiezingen.
Het bericht, |dat bijl de a.s. verkiezingen geen sa
menwerking is te verwachten tusschen de Liberale Unie
en den Vrijzinnig-Democratischen Bond, is niet geheel
juist.
Is het wellicht mogelijk dat geen samenwerking zal
Worden gezocht tusschen de hoofdbesturen en deze
twee vrijzinnige groepen, dan wil dit daarom nog niet
zeggen, dat aan de vrijz.-dem. kiesvereenigingen wan
neer dit noodig mocht blijken geen vrijheid zal
worden gelaten aftredende Liberale Unie-leden ook
reeds bij eerste stemming te steunen.
Treurige toestanden
Het N. v. d. Dag schrijft:
Wij vermeldden onlangs het treurige geval van den
Nadat zij in deze zwijgende vereering waarover zij
aan niemand ook niet aan haar vader een woord zeide,
had geleefd, geschiedde er iets, dat sedert lang reeds
was te verwachten geweest, maar dat trots al haar
ernst nog nooit tot haar was doorgedrongen: haar
oude vader Schneideband was op een zekeren dag zijn
vrouw achternagegaan en niet meer onder de levenden.
Nog denzelfden avond had hij in alle zielsrust aan
zijn schrijftafel gezeten en een nieuw volgeschreven
blad op de andere bladen neergelegd; in den nacht
moest de dood bij hem hebben aangeklopt. Bij den
een gebeurt dat hard, bij den ander zacht en bij hem
was de bezoeker zeer zacht binnengekomen; men had
geen kreet of kik vernomen. Toen het dag geworden
was en hij steeds nog maar niet verscheen was men
zijn kamer binnengedrongen stil en nadenkend, even
als in zijn leven, wanneer hij zijn gedachten op het pa
pier wilde brengen, had de oude filosoof in zijn bed
gelegen en was dood.
Wanneer haar vader in zijn huis rondging hadden
zijn schreden nooit heel luid weerklonken en nu zij
geheel niet meer werden vernomen luisterde Iduna
er naar. En daar zij niets meer vernam, was het haar
te moede alsof er een groot geruisch uit deze wereld
was gegaan. De stilte in huis werd waarneembaar; en
de waarneembare stilte wordt drukkend.
Nu was zij werkelijk geheel alleen. Andere naturen
zouden zulk een eenzaamheid niet hebben kunnen ver
dragen, Iduna verdroeg het langer dan eenig ander,
maanden achtereen. Haar zeer gelijkmatige natuur had
een merkwaardige taaiheid om zich naar allerlei omstan-
digheden te schikken. En daarbij hielpen haar haar
boeken, waar zij nog meer haar toevlucht toe nam
dan ooit te voren.
5 Maar elk mensch heeft toch een zekere behoefte
om een menschelijk wezen bij zich en rondom zich
te hebben. En daarbij begreep zij, dat zij nu geheel
en al meesteres was over al haar doen en laten, en
dat zij als eenige erfgename van haar vader bijna rijk
was en daardoor in staat aan al haar liefhebberijen te
ouden muzikant, die in zijn armelijke woning in een
gang van de Lauriergracht te Amsterdam is doodge
vroren.
Zijn vrouw, die in een verregaanden toestand van
verwaarloozing verkeerde, wordt op het oogenbiik nog
in het Gasthuis verpleegd. Gisteren is het krot waarin
het echtpaar huisde, ontruimd.
De werklieden van de Stadsreiniging, die dat werkje
hebben opgeknapt, verklaarden nog zelden een men-
schelijke woning in zulk een staat van vervuiling te
hebben aangetroffen. En het opmerkelijkste is, dat
onder den ontoonbaren rommel nog heel wat dingen
van waarde voor den dag zijn gekomen. Men zou er
een kleinen manufactuurwinkel van kunnen opzetten.
Gevonden zijn o. a. een zevental vrouwen-blouses, acht
baaien rokken, zeven paar kousen, een wollen deken,
een groot aantal dassen, mansbroeken, een winterjas]
alles nieuw, alsof 't zoo uit den winkel kwam, een
nieuwe, nog ingepakte wekker, wel vijf-en-twintig paar
schoenen, zes coupons goed, een aantal schuiers en
borstelt, gouden bellen, een gouden ring, drie H.L.
cokes, een aantal turven en nog tal van andere zaken,
alles te zamen een waarde vertegenwoordigende, waar
van niemand het bezit aan deze menschen zou hebben
toegeschreven
De voorwerpen van waarde zijn uit den rommel bij
eengebracht en naar de Toevlucht voor Onbehuisden
gebracht, om daar bewaard te worden totdat de oude
vrouw hersteld zal zijn, waarop echter, volgens de
geneesheeren, weinig kans is.
Voor de slachtoffers in Italië.
H. M. de Koningin heeft 1500 francs (lires) doen
toekomen aan het comité voor do weldadigheidssoirée
ten bate der slachtoffers van de aardbeving] In Italië.
Ook op andere gemeenten van toepassing.
De Hagenaar .van de „Prov. Grom Ct." vertelt
Op rijn ongeveer dagelijksche wandeling door de
binnenstad, ontmoette baron Sweerts een Raadslid, in
gezelschap met een heer, die hem als vermoedelijk
candidaat voor de vroedschap werd voorgesteld. Hof
felijk als altoos, informeerde de burgemeester naar de
goede voornemens van den aspirant, die, door enkele
bescheiden vragen in 't nauw gebracht, stamelend ant
woordde, dat het bij: hem „volstrekt nog niet vaststond
of hij rich weL beschikbaar zou stellen. Ook omdat
hij geen „Spr." was; bij een openbaar debat bleven
hem om zoo te zeggen vaak de woorden in de keel
steken." Ach, zuchtte onze burgervader, „was dat ook
maar 't geval met eenigen van onze tegenwoordige
Raadsleden"en de heeren groetend, vervolgde hiji
zijn weg.
Leelijke kwajongensstreek.
Een hevigp schrik werd Donderdagmiddag teweeg
fïbracht onder het personeel en de reizigers van een
taatsspoortram die te 1 u. 20 uit Den Haag vertrok.
Ter hoogte van de halte aan den Wassenaarschenweg
werd eensklaps een hevige knal gehoord, veroorzaakt
door het ontploffen van een projectiel dat, naar later
bleek, een viertal baldadige jongelieden uit den defti-
gen stand van Den Haag, op de rails hadden gelegd-
De machinist gaf van het gebeurde kennis aan twee
wielrijders der politie, die eenige oogenblikken later
passeerden en wien het gelulde twee der baldadigen
te vatten en naar het politie-posthuis aan het Gevers1
Deynootplein over te brengen, waar de zaak nader
werd onderzocht.
Aanbesteding.
Door het provinciaal bestuur van Noord-Holland
werd Donderdag aanbesteed het uitvoeren van bagger-
werken tot diephouding van de havens op het eiland
Terschelling en nabij] de Haukes op het eiland Wie-
ringen en van de kom voor de aanlegplaats nabij den
Oever op het eiland Wieringen. Raming f 3800. Minste
inschrijver P. Geervliet te Helder voor f 3027.
Doodelijk ongeluk.
Op de „Oranje-Nassau mijn II" te Schaesberg viel
de pompenman S. Knops van Heerlen den mijnput
in. Toen men den ongelukkige vond, was hij reeds
overleden. Hij is waarschijnlijk oogenblikkelijk dood
geweest. De man was gehuwd. („L. K.")
Boycott
Niemand die het woord niet kent, of niet weet wat
met „boycotten" bedoeld wordt. Maar velen zullen den
oorsprong van het woord niet kennen. De zaak zelf
is veel ouder dan het woord, want reeds in de mid
deleeuwen h'adden de alom bekende gilden hun dis
ciplinaire middelen om „onderkruipers" te straffen, het
zij door de handwerkslui, die zich niet aan wetten,
rechten of privilegies der gilden wilden onderwerpen,
eerloos te verklaren, hetzij' hen te ze'tten op het „zwarte
bord", waardoor al hun rechten als meester of gezel
vervielen en zij dus in den rechten zin van het woord
„geboycot" werden.
Eerst na 1880 is het woord boycott ontstaan: het
was de bekende Iersche volksleider Parnell, die in
een vergadering den raad gaf, alle personen, die boer
derijen huurden of betrokken, waar de vorige pachter
van verdreven was, met den vinger na te \vijzen op
straat, hem te mijden in de werkplaats en op die
wijze hem afschuw te doen gevoelen voor zijn mis
daad.
Die raad werd opgevolgd en de eerste, waarop het
middel werd toegepast, was een kapitein, Boycott, die
als rentmeester van een Engelschen Lord, ónder "de
pachters een plechten naam had. Hij werd zoodanig
getroffen door de „uitsluiting", dat hij: geheel geruï-
voldoen.
Alzoo rijpte in haar het besluit, haar landgoed te
verlaten en naar Berlijn te trekken. Berlijn, voor ieder
plattelander het brandpunt en de magneet, was dat
voor haar natuurlijk dubbel; daar waren theaters en
concerten, groote bibliotheken, hoogescholen en leer
zalen; daar waren geleerde mannen, die aan de hooge
scholen en leeszalen voordrachten en leesbeurten hiel
den, alles was daar waaruit men kennis, kennis, ken
nis kon putten. En daar was nog iets, daar was Peter
Aichschnitzer, de groote schrijver en criticus.
Ja, het was zoo, de gedachte, dat zij nu met den
uit de verte vereerden man, op een en dezelfde plaats
zou wonen, dat haar het geluk misschien eenmaal
gunstig zou zijn, en zij persoonlijk eens met hem ken
nis zou kunnen maken, dat was ook een reden en lang
niet de minste, die haar naar Berlijn dreef.
En telken male als deze gedachte in haar hoofd op
steeg, kleurde haar bleek gelaat zich met een zacht
rood, dat in den regel op een vrouwengelaat het aan
breken van een grooten levensdag aankondigt.
Na verloop van eenige maanden werd haar voor
nemen tot een daad. Zij gaf het toezicht over het land
goed aan een inspecteur over. Zij had met dien man
reeds gedurende het leven van haar vader samenge
werkt en kon zich geheel op hem verlaten. Dan pakte
zij kisten en koffers, zonder meer in tc pakken dan
noog noodig was, daar zij het verblijf in Berlijn slechts
als voorloopig beschouwde. Zij sloot haar groot en
stil huis en vertrok.
Zooals men doet op een plaats waar men zich niet
vast denkt te vestigen, zoo betrok zij in Berlijn ook
geen eigen woning, maar huurde een paar kamers in
een pension in het westen van de stad. Op deze wijze
van alle huishoudelijke lasten en zorgen ontheven, kon
zij naar hartelust zich wijden aan haar taak, die zij zich
had opgelegd, zich te ontwikkelen.
Het toeval diende haar, zij was gelukkig in een pen
sion terecht gekomen, waarvan de eigenares met een
zelfden drang vervuld was als zij. Zoodra de vrouwen