tot 1 April a.s. Soldaten=eer. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Donderdag 18 Maart 1909. odste Jaargang. No. U70 Bureau SCHAGEN, Laan O 4. Uitgevers i TRAPMAN Co, ie zich thans als abonné opgeeft van dit blad, ontvangt liet gratis tot 1 April a.s. Bekendmakingen Alimti Nitiis- Dit blad verschijnt viermaal per week: Dingdag-, Woensdag-, londerdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 worden ADVERTENTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. «X E AiïMttitif Mifilil re. "UtUDJl JXU V Xi.Ebl.CjU IIXjIN lil LLUb ÜUIfc TOEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. luiere. Tclephnoii Mo. 20. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit één blad. GRATIS arbeider, die. zich aan contractbreuk heelt schuldig ge maakt, in de laatste door do arbeiderskaart aangedui de dienstbetrekking terugkeert. Schagen, den 10 Maart 1909. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. Gemeente SGIIAGKN. o— KENNISGEVING aan Nederlandsche arbeiders in Pruissen. Pruissische Arbeidskaart. De Biugemeester der Gemeente Schagen brengt ter .ennis van belanghebbenden: Van 1 Februari 1909 af moeten de Nederlandsche :venals alle andere vreemde arbeiders of arbeidsters ii Pruissen zich voorzien van eene Pruissische ar beiderskaart, genaamd Arbeiler-Legitimation§-Karte waar- u hun naam en verdere gegevens omtrent hun per- oon benevens naam en woonplaats van hun werk jever (patroon) worden vermeld. De kaarten voor de Nederlandsche arbeiders zijn i a u w. Vrijgesteld zijn de arbeiders, welke dagelijks in 'ruissen gaan werken, doch aan de andere zijde der yens wonen. Bedoelde kaarten zijn te bekomen bij een der grens- ;antoren der Deutschen Feldarbeiter-Centralstelle, wcl- ;e o.a. gevestigd zijn of worden te Woyens, Ween er, Borken, Kaldenkirchen, Aken, Saarbrücken, Essen. Binnen acht dagen na aanvang der dienstbetrekking Sjn arbeiders, welke zoodanige kaart nog niet bezit- en, verplicht deze aan te vragen bij de plaatselijke lolitie. Bij dc aanvraag moet worden overgelegd een gel- lig paspoort dan wel een geldig bewijs van Neder- anderschap. Hun, die zoodanig stuk niet mochten bc- ritten, kan van de overlegging, slechts bij wijze van uitzondering voor het eerste jaar vrijstelling worden •erleend. Voor de kaart moet de arbeider 2 Mark betalen. Voor een verloren kaart kan een nieuwe worden ver kregen voor 1 Mark. De kaart is slechts geldig voor het kalenderjaar, waarin ze is verstrekt. Zij, die in Pruissen blijven wo nen. kunnen een volgend jaar eene nieuwe kaart kos teloos bekomen. Bij het verlaten van eene dienstbetrekking behoort 'de arbeider om in eene andere betrekking in Pruis sen te kunnen gaan, op zijn arbeiderskaart door de plaatselijke politie de beëindiging van zijn verlaten be trekking en den naam van zijn nieuwen werkgever (patroon) te doen aanteekenen. Die overschrijving ge schiedt alleen, zoo de arbeider zijne dienstbetrekking op regelmatige wijze heeft verlaten, d. w. z. zonder verbreking van een der voorwaarden van de arbeids overeenkomst. Wordt tegen de overschrijving van de kaart bezwaar gemaakt wegens beschuldiging van con tractbreuk, dan zal de politie terstond de beslissing van den „Landrat" inroepen. De arbeider, die in dienstbetrekking wil gaan of reeds is gegaan, zonder de vereischte arbeiderskaart te bezitten en deze niet kan bekomen, zal uit Pruis sen naar zijn vaderland worden uitgezet. De uitzetting zal echter niet geschieden, zoo een Wieringen. Vergadering van de afdeeling Wieringen der Holland- sche Maatschappij van Landbouw, gehouden op Dins dag 16 Maart 1909 des avonds 7% uur, in 't lokaal van den heer D. Lont Sr. Aanwezig 15 leden. Voorzitter de heer Cavalje. Na opening door den voorzitter, worden door den secretaris, den heer J. Bosker, de notulen der vorige vergadering gelezen en onveranderd onder dankzegging goedgekeurd. Voorzitter gaf nog zijn spijt te kennen dat zoo weinig leden waren opgekomen. Aan de orde wordt gesteld rekening en verantwoor ding van den penningmeester den heer C. Kooijman. Als commissieleden tot 't nazien der rekening worden door den voorzitter benoemd de heeren C. Jb. Kool, A. van der Welle en J. Schuurman. Bij monde van den heer Schuurman rapporteerde deze dat de rekening in orde was bevonden. De ontvangsten waren f 247.49, de uitgaven f 184.60, batig saldo f 62.89. Onder dank zegging aan den penningmeester voor zijn gehouden beheer, wordt de rekening met algemeene stemmen goedgekeurd. Hierna volgde bestuursverkiezing wegens periodieke aftreding der heeren Cavalje, P. F. Ivuut en P. J. Keijzer. Allen werden als zoodanig herkozen en na men hunne herbenoeming weder aan. Van de afdeeling Gouda was een verzoek ingekomen om geldelijken steun voor hare op den 1, 2 en 3 September a.s. te houden tentoonstelling. Aangezien Gouda op een gelijk verzoek voor 2 jaar door onze afdeeling gedaan, afwijzend had beschikt, wordt dit verzoek met gelijke munt betaald en alzoo ook af wijzend op beschikt. Voorzitter brengt ter tafel een door hem ontvan gen schrijven van den heer Van Zuilen, veeverloskun- dige te Groot-Ammers (Z.-H.). Adressant vroeg eenige inlichtingen en of de landbouwers, wanneer hij zich op 't eiland als veeverloskundige zou vestigen, hem een gewaarborgd bestaan konden verzekeren. Na eenige discussie wordt besloten hem te berichten dat op ons eiland voor hem als verloskundige te wei nig werk is. Rondvraag. De heer P. Kahn vestigt de aandacht der leden op een bij hem staand veeverlossingsapparaat. Deze ma chine zegt spreker voor eigen rekening te hebben gekocht, onder voorwaarde wanneer zij hier geen in gang maakte, te kunnen teruggeven. Tot zijn spijt had niemand er nog gebruik van gemaakt en de resultaten er mee verkregen waren zeer goed. Gaarne zag spre- ker dat er eens mee gewerkt werd en stelde het dan als proef gratis beschikbaar. De heer Schuurman zegt, dat dergelijk verlossings- apparaat zeer goed werkt en wel voldoen zou, bij on dervinding kan hij het dan ook aanbevelen. De heer Van der Welle is dit met den heer Schuur man eens. De heer J. Bosker vraagt naar de kosten. De heer Kaan zegt f 40. De heer J. Bosker geefl in overweging om het voor de afdeeling aan te koopen en voor de leden gratis beschikbaar te stellen. De heer P. S. Kuut gelooft niet, dat zoo'n ding bevallen zou, want wanneer men een kalf met 3 of 4 man niet van een koe af krijgen kan, is 't al slim en veel te erg, dat men er zoo aan trekt, dat de koe van haar plaats getrokken wordt. Wanneer men dan met het apparaat werkt, dat nog meer kracht bijzet, zou spreker dat niet goed toeschijnen. De heer P. F. Kuut vindt 't ook vreemd, dat, wan neer men met behulp van drie personen een koe niet verlossen kan, het apparaat dit wel doen kan. Spre ker zou 't eerst wel eens zien willen, hoe de wer king gaat, 't goede ervan wil er bij hem niet best in. Do heer Kaan licht toe, dat 't apparaat, hetwelk legen een koe geplaatst wordt, de koe steunt, waar- door deze niet van haar plaats kan, en dan draait men 't kalf eruit. De heer Keijzer is voor aankoopen. De heer Schuurman bevestigt nogmaals de goede resultaten, die er mee verkregen zijn en maakt er een voorstel van om aan te koopen. Do heer S. C. Bakker zegt, niet direct voor aan koopen te zijn. Hij acht 't beter, eerst eens een proef te nemen. Is die proef dan naar wensch, dan kan er op een volgende vergadering over beslist worden, daar dit punt dan op 't convQcatiebiljet geplaatst kan worden, dan is er meer bekendheid aan en kunnen de leden (thans zijn er zoo weinig) er dan over he slissen. 1)4 voorzitter is dit met den heer Bakker eens. De heer Kaan blijft bereid een gratis proef toe te staan ook al wordt tol aankoop in beginsel besloten. De hr. Schuurman wijzigt alzoo zijn voorstel om dan in beginsel aan te koopen met een gratis proef. Dit voorstel wordt met 11 tegen 3 stemmen en 1 blanco aangenomen. De heer O. J. Bosker vraagt, wie zijn koeien voor een proef beschikbaar stelt. De heer P. J. Keijzer zegt, dat hij zijn vee hier voor, als een moeilijke verlossing zieli voordoet, be schikbaar stelt. De heer O. J. Bosker bespreekt hierna de groote belangen, welke 't eiland heeft bij de drooglegging der Wieringermeer en stelt voor aan de Regeering een adres van adhaesie-betuiging te zenden voor het wets ontwerp tot drooglegging der Wieringermeer. Tevens om aan zusterafdeeJingen, gemeente- en waterschaps besturen in Noord-Holland, welke groot belang bij de drooglegging hebben, te verzoeken een zelfde adres aan de Kegeering te willen zenden en om pogingen te doen tot 't verkrijgen van een spreker, die is vóór de droogmaking dei- Wieringermeer. Dit voorstel wordt van alle kanten bekeken en be sproken en met algemeene stemmen aangenomen. De heer S. S. Mulder vraagt, o£ er dit jaar nog fentoonstelling zal worden gehouden. Voorzitter "zegt van niet. Niemand meer het woord verlangende, sluit voor zitter onder dankzegging voor opkomst en medewer king de vergadering. Wieringen. Naar wij vernemen is aan de visschers te Wies ter- land door de Binn. Vaart Risico Sociëteit een som van f 1500 aangeboden, voor 't verleenen van hulp enz., aan 2 Schoeneraken en een sleepoot bijl die Maatschappij verzekerd, welke onlangs in 't ijs be klemd zalen. De visschers eischten f 11000 en dachten zeker dat dit aardige sommetje met den sneltrein zou worden uitbetaald. Wij zijn dan ook nieuwsgierig naar den afloop. Wieringen. De kosteloozc inenting voor ingezetenen zal dit jaar plaats hebben als volgt: Donderdag 18 Maart om 11 uur en 12 uur te Oever en Oosterland in dc Kapelkerk en de school aldaar. Vrijdag 19 Maart om 12 uur in de school te Wes- terland en Zaterdag 20 Maart om 12 uur in de school te Hippolytushoef. Barsingerhorn. Den 20 Maart a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat te Barsingerhorn de Rijks-telefoon in gebruik is gesteld. Vanaf dien datum heeft de heer Jb. Wester man den telefoondienst waargenomen. Harenkarspel (Waarland). Naar wij vernemen is de wagendienst van het Sta tion Noordscharwoude naar Oudkavspel, waarvan dc directie alhier gevestigd was, voor de som van f 900 overgegaan in handen van den berijder, den heer G. Dit antwoord van den overste had de bankier Eger heelemaal niet verwacht, zijn gelaat was dan ook zeer bleek geworden en de verwaande houding was /ge heel verdwenen. Hij had zich geschaamd om de mee ning van zijn dochter uit te spreken en nu had de overste deze meening als de zijne onderschreven. Maar hij moest zijn mispas toch weer zooveel mogelijk goed maken. „Van dat standpunt bekeken hebt u niet geheel on gelijk," antwoordde hij. „Maar we mogen dan toch ook niet vergeten, dat de luitenant heeft gehandeld in de opgewondenheid van het oogenblik en dat hij rijk ge noeg is om zich zulk een daad te kunnen permitteeren. De Jeugd denkt niet steeds na." De koetsier had alle moeite om de vurige paarden ln bedwang te houden. Het langzaam stappen was dezen ntoolen dieren niet naar den zin. „Het schijnt alsof uw paarden maar weinig behagen scheppen ln ons onderhoud, mijnheer Eger," zeide de orerste lachende, „zij zijn onrustig en zij schijnen be- rrid te zijn het met eiken mededinger op te nemen." Hij stuurde zijn paard nog meer naar den rand van den weg, om zoodoende meer ruimte voor het rijtuig te maken. He bankier wist niet goed of deze woorden van den overste moesten worden beschouwd als een afbreking van het gesprek, of als een compliment over zijn Paarden. „Het zijn jonge dieren," antwoordde hij. Verdei kwam hij niet, want do koetsier had den overste beter Verstaan en de teugels der paarden laten schieten. Het rijtuig rolde snel verder. De bankier Eger was daarbij uit zijn humeur, maar hij hoedde zich er wel voor, ln tegenwoordigheid van Je vriendin zijner dochter daarvan Iets te laten blij ken, Eerst toen hij thuis gekomen met zijn vrouw alleen in de tuinkamer was, gaf hij lucht aan zijn boos heid. ..Toni heeft zich vandaag weer erg onvoorzichtig en dwaas gedragen," riep hij uit, terwijl driftig de kamer °P en neer liep. „Het past haar niet een oordeel te Hllen over de daad van luitenant Schoenrock, want zü weet niet wat een man die eergevoel en zelfres pect heeft, past." ..Beste Anton, de overste was toch van hetzelfde ge voelen?" bracht zijn vrouw in het midden. „Wat maal ik om den overste," riep Eger heftig uit. „Hij houdt niet van Schoenrock omdat die rijk is, en hij zelf geen cent bezit. Hij heeft er geen besef van, hoe iemand zulk een paard kan doodschieten, dat meer waard Is, dan zijn heele gage in een jaar bedraagt. Ik wil dien man niet te na komen, want hij is een goed officier en een fatsoenlijk mensch, maar de man is arm, moet zich zeer beperken en dat heeft hem in zijn oordeelvellingen ten opzichte van andere menschen wat bekrompen en klein gemaakt. Bezat ik een zoon dan zou ik mij erover verheugen als hij gehandeld had als nu von Schoenrock heeft gedaan." „En wanneer hij dan ook een even groote verkwister was?" vroeg zijn vrouw glimlachend. „Ik zou hem een positie kunnen verschaffen, dat hij aan al zijn liefhebberijen, al waren het dan ook dure, kon voldoen," gaf de bankier ten antwoord, ter wijl hij een hooge borst opzette. „Ik zou Toni geen verwijt maken over haar gezegde, als de overste, het maar niet had gehoord. Wie geeft mij de zekerheid, dat hij het ook niet aan anderen vertelt en dat Schoenrock het zoodoende ook te hooren komt? Deze zou dat natuurlijk zeer kwalijk nemen en het zou mij zeer spij ten, als Schoenrock daardoor mijn huis meed." „Waarom?" vroeg zijn vrouw. „Waarom?" herhaalde Eger en hij keek zijn vrouw verbaasd aan. Toen zette hij opnieuw zijn wandeling door het vertrek voort. „Ga zitten, Margaretha," zeide hij toen, terwijl hij zichzelf ook heel breed in een gemakkelijken stoel neerzette. Sedert hij handelsraad was geworden noem de Eger zijn vrouw steeds Margaretha, dat scheen hem veel deftiger dan het vroegere Grete. „Ga zit ten!" herhaalde hij nog eens. „Ik zal u eens even ver tellen, waarom het mij zeer onaangenaam zou zijn, wanneer de luitenant zich door Tonl's uitdrukking be- leedigd gevoelen zou. Toni is op den leeftijd, dat men aan haar toekomst moet denken. Ik zal haar een po sitie verschaffen, die mijner en harer waardig is." Beste Anton, ik raad je aan," antwoordde zijn vrouw hierop, „dat je dat aan Toni's hart zult OVer- laten." X-, J I* „Val mij niet in de refie," riep Eger geergerd uit. „li' ben niet dwaas genoeg om mij te verlaten op het 'hart van een jong meisje. Denk je dan soms, dat ik alles en alles aan haar opvoeding ten koste heb ge legd om ten slotte een schoonzoon te krijgen, die niets bezit? Dergelijke zwakheden behoeft ge van mij niet te verwachten. Ik heb rijkere en betere ervaringen dan Toni en daarom kan het kiezen van een geschik- ten echtgenoot ook heel gerust aan mij worden over gelaten. En ik ken er geen betere dan Schoenrock Stil laat mij uitspreken. Hij is zeer rijk, behoort tot een oud adellijk geslacht, en wanneer hij militair blijft, wat ik van harte hoop, is het een uitgemaakte zaak dat een man als hij, rijk en voornaam, eenmaal generaal wordt. Schoenrock leeft op dit oogenblik nog wat los, èn ik wil bekennen, dat hij soms wel wat te ver gaat, maar hij is nog jong en ik ben er beslist zeker van, dat hij eenmaal een zeer bedaard en verstandig man zal worden. Je weet het, de beste champagne schuimt bet meest." „En wanneer Toni's hart nu al reeds eens een keus had gedaan?" De handelsraad sprong driftig uit zijn stoel op. Hij keek zijn vrouw scherp aan. „Ik begrijp je niet!" riep hij uit. „Ik heb met de neigingen van haar hart niemendal noodig of haar keus moest op Schoenrock zijn gevallen." „Neen, dat niet. Voor zoover ik haar ken zal zij zulk een man nooit kunnen liefhebben." „Wie is dan de gelukkige?" vroeg Eger. Hij zeide hot hortend, want het pakte hem in hooge mate aan, dat zijn dochter in deze zaak een eigen meening scheen te hebben. „Zij heeft mij juist vanmorgen haar hartsgeheim toevertrouwd. Gisteravond op het bal van den consul heeft zij zich in stilte verloofd." „Met wien met wien?" „Met Hermann Kalsbaoh!" „Met den zoon van Albrecht Kalsbach met den referendaris, den neef van den overste?" „Ja juist met hem." De handelsraad sprong driftig overeind, het bloed was hem naar het hoofd gestegen en hij snakte naar adem. „Nooit nooit!" schreeuwde hij. „Zulk een smaad en vernedering zal ik nimmer dulden." „Zulk een smaad, zulk een vernedering?" herhaalde zijn vrouw op verbaasden toon. „Hermann Kalsbach ls een algemeen geacht jongmensch en daar jij de men- schen zoo het schijnt naar hun geld schat, zal het je wel niet onverschillig zijn, dat zijn vader zeer rijk is, en hij diens eenige zoon. Ik geloof dus dat je in alle opzichten tevreden kunt zijn." „Ik spreek niet over geld!" riep Eger boos. „Die man wordt nooit onze schoonzoon." „Maar waarom dan niet?" „Ik ben volstrekt niet verplicht jou daarvan de re- denen op te geven," antwoordde de bankier uit de hoogte. „Toch wel, ik verlang dat beslist van je." De handelsraad keek zijn vrouw verbaasd aan. Hoe kwam zij, die tegenover hem altoos een, zekere be- scbroomdheid aan den dag legde er toe, hem nu haar Hoogeboom, die het voornemen heeft zich in het be- j lang van den dienst, welke nog1 uitgebreid zal wor den, te Oudkarspel Ie vestigen, j Kwartjesvinders. I Opnieuw hebben kwartjesvinders zich te Utrecht la- I ten gelden en thans op een wijze, die de brutaliteit, j welke tot dusver aan den dag gelegd werd, verre over- 1 treft. j Gisternamiddag kwamen uit Amsterdam per Staats- spoor vijf van zulke heeren te Utrecht aan. Twee van i hen stapten aan het Centr.-Statlon uit, blijkbaar met de bedoeling hier te blijven of in andere richting door te reizen ze zijn later op den avond althans niet j meer in de stad gezien meer in de stad gezien de andere drie bleven in den trein zitten en vervolgden i de reis in de richting Arnhem. Het treinpersoneel had intusschen de reizigers gewaarschuwd, zoodat men hoopte dat niemand gedurende de reis slachtoffer zou worden van de kwartjesvinders. Nauwelijks had de Arn- hemsche trein zich in beweging gezet en den tunnel 1 van Uit en In bereikt, of de heeren maakten het portier j van hun wagon open en trachtten langs de treeplank I een ander compartiment te bereiken, van waar uit ze hun praktijken zouden kunnen ten uitvoer brengen, in het goed vertrouwen dat men bijvoorbeeld in het ach terste deel van den trein wel niet door de conduc teurs zou zijn gewaarschuwd. Zoo kwamen de beruchte sujetten, langs de tree planken loopende, aan een damescoupe, waarin een dame gezeten was, die eensklaps het portier zag open gemaakt en twee mannen binnentreden. Onmiddellijk trok de reizigster,' die op zulk gezelschap niet gesteld was, aan de noodrem, waarop de trein tot stilstand werd gebracht en bij onderzoek bleek wat er gaande was. De kwartjesvinders werden uitgenoodigd den trein te verlaten, maar verklaarden zich daartoe niet bereid; middelerwijl werd de hulp der politie ingeroepen, maar daar er nog al wat tijd verliep eer deze ter plaatse kon zijn en de trein niet zoo lang kon worden opge houden, werd besloten in den coupe, waarin zich de beruchte lieden bevonden, alle op den trein dienst doende conducteurs te laten medereizen om zoodoen de voldoende toezicht op hen te kunnen oefenen. De trein zette daarop de reis voort. Vermoedelijk zullen de kwartjesvinders te Ede of anders te Arnhem wel met politiehulp uit den trein zijn verwijderd. De vraag dringt zich tihans op, of, nu\de kwartjes vinders op zulk een wijze te werk gaan, geen maatre gelen zijn te nemen dat dezen personen die overal hekend zijn den toegang tot de stations ,of treinen te weigeren. De internationale oplichters. In vervolg op het bericht der „D. Ct." aangaande de aanhouding van den Duitscher Wilhelm Ernst Lam- berty. die verdacht wordt, in samenwerking met zijn te Antwerpen wonenden broeder Paul zich te hebben schuldig gemaakt aan oplichting van een groot aantal personen in Duitschland, Oostenrijk en Rusland, die hun geld zonden voor de levering van een artikel „Or- colin", dienende om, aan petroleum toegevoegd, deze een groot/ere lichtsterkte te geven, maar welk artikel hij ontvangst een totaal waardeloos product bleek te zijn, vernemen wij nader, dat genoemde personen vroe ger ook in België en Luxemburg soortgelijke hande lingen moeten hebben gepleegd onder voorgeven dat zij ook daar een fabriek zouden drijven als de voorge wende fabriek van chemische producten Rhenania te Dordrecht Nog voortdurend worden te Dordecht uit het bui tenland postwissels ontvangen, welke de justitie geregeld in beslag neemt ten einde de afzenders voor verlies te vrijwaren. Paul Lamberty is nog voorloopig aangehouden. Cudkarspel. In plaats van wijlen den heer A. Eecen Pz. zijn be noemd tot bestuurslid van de banne Ooudkarspel de heer K. Kroon Cz., tot hoofdingeland van Geestmer- ambacht (Oosterdijk en Molengeersen) de heer A. verlangen kenbaar te maken. „Je verlangt?" herhaalde hij na een poosje met een spottend en beleedigend lachje. „Je bent in de keus van je woorden al zeer ongelukkig geweest, ik wil maar aannemen dat je niet hebt gedacht toen je ze uitsprak, anders zou jij ze bepaald niet hebben durven bezi gen." „Ik heb heel goed nagedacht en ik herhaal wat ik gezegd heb bij deze: ik eisch uitleg van je weigering. Ik ben er al lang gewoon aan geraakt dat je mij nooit om raad vraagt, wat zaken je ook doet. Ik had geen geld, toen ik je vrouw werd en menigmaal heb je mij daar, soms op de grofste manier, een verwijt van gemaakt. Meer dan genoeg is mij al gezegd ge worden dat al wat ik bezit en geniet, ik dat aan jou te danken heb. Welnu dat is waar, al was het niet liefdevol en welopgevoed mij dat steeds te doen gevoelen, maar in dit geval is het anders. Toni is jouw dochter, maar ook de mijne, ik heb evenveel recht op haar en .„Zwijg, vrouw! Jij hebt hier geen rechten," barstte de bankier grof uit. Het gelaat der vrouw was doodsbleek geworden, maar haar houding werd fierder, haar hoofd wierp zij vol zelfbewustheid in den nek .Wanneer jij mij in dit huis geen rechten toestaat, dan is mij dat goed. Het is jouw huis, niet waar? Ik zal het daarom verlaten, maar dit zeg ik je, Toni gaat met mij mee." „Haba! Wel kom, en zeg mij dan eerst eens waar van of jelui dan zullen leven!" riep Eger hoonend uit. Zijn gelaat zag er op dit oogenblik nog onsympathieker uit. „Laat dat dan ook maar aan mij over," was het kalme antwoord. „Ik geef je de stellige verzekering, we zullen jou niet lastig, vallen. Ik weet, dat Toni zoowel als ik zelf liever in armoede zal leven, dan dat zij haar hart en geluk zal verkoopen." Het behoorde niet tot de zeldzaamheden dat Eger zich tegenover zijn vrouw geheel en al vergat. Het vernisje van beschaving kon niet verhinderen dat spoe dig zijn ware aard boven kwam. Maar in dit oogen blik wil hij zijn toorn beheerschen.' Voor de eerste maal was zijn vrouw zoo beslist en kordaat tegen hem opgetreden, dat het niet anders kon of dit moest indruk op hem maken. Hij zeide daarna met een ver legen lachje: „Laat ons kalm blijven, je hebt immers mijn goede redenen nog niet gehoord." „Ik verzocht je juist die te noemen." De boosheid van den bankier bedaarde. Zijn vrouw verzocht immers, dus kon hij zich in zijn eer hersteld wanen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1