Soldaten=eer. Woensdag 31 Maan 1909 ó3ste Jaargang. No. U77 Bureau SCHAGEN, Laan O 4. Uitgevers s TRAPIÜIftti Co. EERSTE BLAD. Bekendmakingen Tweede Kamer. FEUILLETON. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Biniaenlandsch Nieuws. 1 11 P lijft Jl Ij i« ip AllGltGl iifillS- DURA Aiierieitii- LuMlii. Dit blad verschijnt viermaal per tveekDinsdag-, Woensdag-, ponderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Inlerc. Teleplioon No. 20. ■w Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Gemeente SCIIAGEN. o— Kaasmarkt. Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagcn, brengen bij deze ter openbare kennis, dat de weke- jijksSie kaasmarkt weder zal aanvangen op Woensdag li April 1909, des middags ten twaalf uur. Scnagen, den 30 .Maart 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester H. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. ONDERWIJS. Toelating nieuwe leerlingen. Burgemeester en Wethouders van SCIIAGEN bren gen ter kennis van de ingezetenen: I. dat het toelaten van nieuwe leerlingen op de openbare lagere school zal geschieden op den eersten Mei a.s. en alsdan kunnen worden toegelaten de kin deren, geboren in het jaar 1903; il. dat de ouders der het volle schoolgeld betalen de scholieren, welke deze wensehen toegelaten te zien, daarvan aan'het Hoofd der School,, den heer C. W. Deenik. kennis moeten geven voor den 20sten April a.s., ook voor leerlingen, die onderwijs wensehen te ontvangen in de Fransche, Duitsche, ên Engelsche ta len; III. dat de verzoeken om kosteloos onderwijs of om onderwijs tegen betaling van het halve schoolgeld voor de nieuwe leerlingen alleen moeten worden ge daan ter Gemeente-Secretarie voor den 20sten April aanstaande. De geboorte- en vaccine-bewijzen der nieuwe leerlin gen moeten bij de toelating tot de school worden me degebracht. Schagen, den 24 Maart 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester II. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. Zitting van Dinsdag 30 Maart 1909. De Kamer ging verder met de behandeling van liet Ontwerp „Subsidieering van Bizondere Hoogere Burger scholen." Bij art. 2 dat het bedrag der subsidie regelt en de voorwaarden stelt voor het toestaan der subsidie, komen de voorname kwesties aan de orde. De heer TERLAAN kwam, mede namens zijn par- tijgenooten in de Kamer, met een 3-tal amendementen aandragen. Het voornaamste timend! is om goedkeuring van het leerplan te vorderen, alvorens de subsidie kan worden verleend. De regeering wil alleen overlegging van het leerplan en heeft goedkeuring voor onaannemelijk ver klaard, volgens den heer Terlaan. Die onaannemelijk- verklaring is voor den heer Terlaan een reden te meer om den strijd hierover scherp aan te binden. Wij moeten in de allereerste plaats waarborgen heb- ben voor goed onderwijs. De houding der regeering wordt door hem sterk afgekeurd, zoo iets partijdigs heeft hij nooit eerder gezien. De heer Terlaan kreeg steun voor zijn amendt van de heeren Roodhuijzen en Bos, die anders voorstan ders zijn van dit subsidie-ontwerp. De heer Roodhuij zen zou dan toch van de regeering wel eens willen hooren wat zij1 eigenlijk voor bezwaar heeft tegen de goedkeuring van het leerplan. De H. 13. S. met 5- jarigen cursus heeft een eindexamen, waarin de «'aar- borg is opgesloten; de H. 13. S. met 3-jarigen cur sus heeft dat eindexamen niet en we missen daar dus allen waarborg. Bovendien er zullen bij niet- goedkeuring allerlei verkapte zoogenaamde H. B. Scho len ontstaan, die het niet zijn en toch gesubsidieerd zullen woeden. 1 Ook de heer Bos wil goedkeuring van het leerplan en constateert dat de meeste bizondere onderwijzers daartegen ook geen bezwaar hebben. Thans wordt aan sommige scholen, die het niet verdienen, subsidie ver leend, alleen maar om aan sommige onderwijzers een plaats te bezorgen. De heer Bos wenscht daarom in 1 de wet de volgende bepaling op te nemen: Door Ons i kunnen, den Raad van State gehoord, subsidiën wor den verleend aan bizondere II. B. Scholen, j Dezelfde bepaling geldt ook voor de Bizondere Gym nasia. De heer KETELAAR wenscht eveneens goedkeu- ring, evenals Voor de bizondere voorbereidende scho len in Amsterdam is bepaald met medewerking van den wethouder-Heemskerk. De heeren V. ASCH V. WIJCK en V. WIJNBER GEN intusschen willen nog wel een paar passen terug gaan. De regeering stelt voor een minimum aantal les uren te bepalen voor ieder vak. Die bepaling willen ze ook nog laten vervallen. De heer V. WIJNBERGEN echter, begrijpend dat een desbetreffend amendement, na den gebleken steun aan het amendement-Ter Laan, geen kans van slagen had, verklaarde zich voor de door den heer Bos aan gegeven, richting, doch kantte zich krachtig tegen het amendement-Ter Laan. De beslissing over het amendement-Ter Laan kan eerst morgen vallen, nadat de minister zijn licht heeft laten schijnen. Nog twee andere amendementen heeft de heer Ter Laan c. s. ingediend: 1. Om de opname van Schoonschrijven en Gymnas tiek in het leerplan verplichtend te stellen; 2. Om te bepalen dat in elke klasse tenminste drie plaatsen worden beschikbaar gesteld voor kostelooze leerlingen. Deze amendementen vonden niet veel steun. De heer ROODHUIJZEN oordeelde dat les in schoonschrijven toch niets geeft, gezien het feit dat onze knappe bollen dikwijls slecht schrijven; dat les in gymnastiek dikwijls te kostbaar is. Het toelaten van kostelooze leerlingen acht hij even min noodig omdat de ervaring leert dat dit geen ge nieën kweekt. Voor kostelooze plaatsing komen maar 1 al te vaak zoete Jantjes en Pietjes in aanmerking; geen jongens met aanleg. Die zijn te „stout". De heer VERHEY breekt een lans voor het gymnas- tiek-onderwijs dat is een militair stokpaardje tegen woordig, maar toch inderdaad zoo kwaad niet; mens sana in corpore sano en rekent voor dat een gym nastieklokaal slechts 4000 gulden kost en uitstekende leermiddelen 600 gulden. Deze afgevaardigde deelde niet mee of de gyranastiekleeraar ook onder de leer middelen begrepen is. Ook omtrent deze 2 amendementen werd geen decisie genomen. De Kamer ging van middag in de afdeelingen tot onderzoek van eenige kleine ontwerpen die nog aan de agenda zijn toegevoegd. Verruiming Waagplein te Alkmaar. Ingediend is een Onteigeningswetje ten behoeve van de verruiming van het Waagplein te Alkmaar. Dit plein biedt hl. geen voldoende ruimte meer voor -kaasmarkt op Vrijdag en voor de markt van vee, luchten, en andere producten op Zaterdag, daar de aanvoer op deze markten in de laatste jaren steeds meer is toegenomen. Dientengevolge moeten in den zomer geregeld aan grenzende straten en de vleugels der nabijgelegen brug mede als marktterrein worden gebezigd. Dit be lemmert het verkeer en maakt het bezwaarlijk, eene goede marktcontrole uit te oefenen. in 1908 heeft de gemeente twee daartoe reeds vroe ger aangekochte gebouwen, tegenover het Waaggebouw gelegen, doen afbreken en het vrijkomend terrein bij het Waagplein doen trekken. Deze vergrooting is reeds spoedig onvoldoende gebleken, zoodat meerdere ver ruiming dringend noodzakelijk is, waartoe twee aan bedoelde perceelen grenzende pakhuizen ter beschik king van de gemeente dienen te komen, om gesloopt te worden. De gemeente heeft getracht die pakhuizen te koopen, doch dit is afgestuit op de hooge eischen van de eigenaars. Daarom is te dezer zake toepassing van de Onteigeningswet verzocht. Zitting van Dinsdag 30 Maart 1909. Een zwanen-diefstal. Het eerste zaakje, heden berecht, betrof een zwa- nendiefstal, gepleegd in Spanbroek. De 57-jarige Klaas Stroef, die in dat dorp woon achtig is, had zich den 4den Januari dezes jaars ver grepen aan een Langhals van Jasper Smit. Klaas, die nogal van doorzetten houdt, ging den 5den Januari al met het beest en een partijtje kip pen naai' de markt te Purmerend. Daar aangekomen kreeg hij dadelijk kooplustige lui om zich heen. Nu was hij met zijn hoenders op de kippenmarkt, maar den zwaan had hij, in de nabu rige Botsteeg gedeponeerd, in gezelschap van drie an dere zwanen, allen broederlijk en zusterlijk bijeenge houden in een soliden zak, die daar in zijn hand wagen lag. De kip [vetjes waren na eenig loven en bieden wel- dra verkocht pan Samuel Simon Kappel, een 59-ja- rig Joodseh koopman uit Amsterdam, die het met Klaas omtrent de zwanen maar niet eens kon wor den. Doch daarvoor dook later nog weer een koopman op in den persoon van den Amsterdamschen poelier M. 1. Veerman, die alle vier langhalzen, waarvan er twee dood waren, kocht.. Het was den kooplieden niet ontgaan, dat Stroet graag geheimhouding betrachtte met die zwanengeschie- denis en dat hij de beesten niet op de markt wilde hebben. Stroet was overigens vandaag heelemaal niet van bekennen thuis. Daar moest hij niets van hebben. Hij gaf voor 's nachts voor de markt, zoo om streeks 3 uur, van iemand de zwanen te hebben ge kocht en ze zelve weer op de markt te hebben om gezet. Het was een „vreemde" man van wien hij ze gekocht had. Jammer, dat Klaas zoo weinig geloof vond met zijn smoesjes. Vooral toen gerept werd van de resultaten van een proef, waarbij de gestolen zwaan weer ge bracht werd bij die, aan welks bijzijn hij zoo wreed ontrukt was geworden en uit de houding van beide vogels al gauw bleek, dat ze wel degelijk een „paar tje vormden, was Klaas met al zijne vindingrijkheid vrijwel verloren. 7. HOOFDSTUK V. Luitenant von Schoenrock bracht een bezoek aan bet atelier van den schilder Kalinka. Dat was een hoog en. groot vertrek, wat opvallend maar toch niet zonder smaak versierd en gemeubeld. Vlak bij een hoog venster stond een schildersezel, waarop een portret stond. De op een dichtbijstaanden stoel gelegen penseelen en paletten verrieden dat het Portret nog niet afgewerkt was. Toen de luitenant het atelier binnentrad, was de schilder niet aan het werk, ■maar lag hij languit op de canapé en scheen alleen bezig om het vertrek vol met rook te blazen. Een blauwachtige nevel omhulde tenminste alle voorwerpen. Kalinka sprang vlug op, toen hij den luitenant zag. „Welt" riep hij uit. „Waarachtig Ik dacht juist aan je." b>° luitenant scheen niet heel best gehumeurd, want hij zeide niets en groette nauwelijks. „Bespottelijk. Die lange slungel die referendaris is met haar verloofd," riep hij uit. „Met wie?" vroeg de schilder schijnbaar zeer ver baasd, ofschoon hij wat de luitenant zelde zeer goed had begrepen. „Wel met haar met de dochter van den handels- raad." „Hoe weet jij dat?" „Van den oude ik was vanmorgen bij hem "ij zelf heeft het me gezegd." „Kerel, hoe Is het mogelijk?" riep Kalinka uit. „Je bent te onverschillig geweest en hebt mijn raad niet opgevolgd." „Dat heb ik wel," riep de bezoeker uit terwijl hij fooige kleedingstukken van een stoel gooide en er toen zelf op ging zitten. •Vertel op!" riep de schilder. •!k heb niet veel te vertellen," antwoordde Schoen- r°ck boos. ,,'s Avopds heb ik den oude eenige compli mentjes gemaakt over zijn dochter en er bijgevoegd, at vanmorgen bij hem zou komen, om over een ee& ernst'go zaak te praten." „En vanmorgen?" "Vanmorgen ben ik heengegaan, heb mijn deftigste ioht voorgezet. De oude ontving mij zeer vriendelijk toen, ik eindelijk de duivel hale alle huwelijks- 'oeken over zijn dochter begon, viel hij mij in ren ie(^.e de mededeeling dat Toni met den refe- arig verloofd was. Het is belachelijk." jj" drachtig je hebt volkomen gelijk, dat Is het. de oude geraden wat je plan was?" „Ik heb het hem niet gezegd." „Hoe onbegrijpelijk. Waarom trok jij je nu terug?" „De kerel had nog de onbeschaamdheid mij te vra gen, wat zaak ik met hem wenschte te bespreken." „En wat heb je nu gezegd?" ,Ik wilde den vent zeggen, dat hij een ezelskop was. Maar ik heb mij babeerscht en vroeg hem alleen, of hij niet een goed paard voor mij wist. Ik weet dat hij daar geen. duivel verstand van heeft." „Wat zal de man een raar gezicht hebben gezet, toen je meteen je blezen weer hebt gepakt." „Zoo was het. Maar deze zaak ergert mij in hooge mate. Wanneer dat meisje zich met een ander ver loofd had, desnoods met jou, zou mij dat geen zier hebbel kunnen schelen, want ik houd niet van haar. Maar dat die lange slungel haar krijgt, die referendaris, dat is onverdragelijk." „Maar vriendlief dat kan nog wel veranderen." „Wie zegt Je dat?" riep Schoenrock. „Maar ik heb een ander idee." ,En dat is?" „Precies weet ik het nog niet. Maar dit staat vast, dat die kerel dit meisje niet krijgt. Hij js bovendien nog de neef van den overste en daarom gun ik haar hem nog minder." In opgewonden stemming liep de luitenant het ate lier op en neer. Hij keek terloops naar het portret op den ezel. Het was het kopje van een jong meisje. De luitenant trad dichter bij, hij bekeek het weldra met zeer veel belangstelling en kon er blijkbaar maar niet van scheiden. „Wie is dat?" vroeg hij. ,Het portret van een jong meisje," was het antwoord van den schilder „Ja, dat zie ik wel," riep de luitenant, die nog geen oog van het portret kon afwenden. „Welnu dan zal ik je nog meer zeggen. Ik heb het portret in den beginne alleen reeds geschilderd als studie voor mij zelf, maar gedurende dien arbeid vond ik het steeds schooner en belangwekkender. Het gelaat is niet wat je schoon noemt, maar er ligt een wel doende bekoorlijkheid en aantrekkelijkheid in. Het kopje is als een pas ontloken woudbloem in wier kelk nog een dauwdrop schittert. Ja het is een prachtexem plaar dat kind. En het portret is mij best gelukt al zeg ik het zelf. Ik zal het daarom ook naar de a.s. tentoonstelling zenden." „Kalinka, verkoop mij het portret," riep Schoenrock, die nog maar steeds met alle belangstelling had toe- gekeken. „Dat kan niet vriendlief, ik heb het, zooals gezegd, voor de tentoonstelling bestemd." „Ik geef je eiken prijs, dien je verlangt. „Wat wil je met dat portret, lk maak een copie voor je." „Ik wil het portret hebben." „Waarom?" „Om het in mijn kamer op te hangen, om het dag aan dag te beschouwen en mij te verlustigen in die wonderbaarlijke bekoorlijkheid," riep de luitenant op gewonden uit. „Wat zien die heerlijke oogen iemand verleidelijk aan, wat een goddelijk kopje is het om te kussen. Ik ben waarachtig op dat portret verliefd." „Zeg amice, neem liever het origineel," lachte de schilder. „Dat beantwoordt nauwkeurig aan deze beel tenis." „Het origineel?" de luitenant keek de schilder ver baasd aan. „Zeker. Het portret is geen fantasie." „Het meisje leeft!?" „Natuurlijk." „Waar? Waar?" „Hier in de stad. Haar naam is Marie Soltan, haar vader is corrector aan de courant van Kalsbaeh en zij leëft niet in zoo heel schitterende omstandigheden. Zij is nog een kind, maar heden zijn zelfs kinderen van achttien jaar niet onbereikbaar voor een luitenant met een vermogen als jij bezit." „Waar woont zij?" vroeg de luitenant. De schilder beduidde hem straat en nummer. „Ik wil je nog op een zaak opmerkzaam maken," voegde hij er aan toe. „Haar vader is een oude, strenge stijfkop, hij zal dus niet dulden dat een luite nant zijn dochter bezoekt en dat kan ik hem ook niet kwalijk nemen. Je moet het dus voorzichtig en heel slim aanleggen, om het meisje te leeren kennen, anders steekt hij je een spaak in het wiel." De luitenant scheen deze waarschuwing nauwelijks gehoord te hebben, want hij was weder voor het por tret gaan staan. „Kalinka, wanneer je mij bedriegt?" riep hij uit. „Dan geef ik je dat portret cadeau." De luitenant wilde heengaan. „Halt," riep de schilder. „Wat wordt er nu van den referendaris?" „Laat dien vent naar den duivel loopen. IIij mag Toni tweemaal huwen, en wanneer hij op mijn zegen is gesteld, kan hij dien op den koop toe krijgen." Jij ziet er dus van af?" vroeg de schilder hem. ivoor den duivel, ik denk er niet eens meer aan. Laat mij nu maar gaan." Schoenrock riep deze woorden onwillig en stormde de deur uit. Kalinka hield hem niet terug. Hij lachte hartelijk toen hij zekerheid had, dat de vriend hem niet meer hoorén kon. Een daemonische trek ontsierde zijn, ge laat en gaf daaraan een zeer onaangename uitdrukking. I „Wat een ellendige dwaas!" riep 'hij uit. „Ik ben nog wel eens bang geweest, dat deze kerel mij gevaarlijk zou kunnen worden," I Schoenrock had zich in zekeren zin door zijn aanzoek om Toni bespottelijk gemaakt. En nu was zijn schie lijk ontvlammend hart weer in lichtelaaie gezet 'door De O. v. J. Haïti dan ook maar de vrijheid pra wegens diefstal eene maand gevangenisstraf tegen den zwanen liefhebber te eisehen. Men wachte zich voor dierenmishandeling. Rens Rentenaar van Oudesluis is ook zoo'n die renvriend jHijl is echter ver van zachtzinnig, te oordeelcn naar de wijlze, waarop 'hij den 19den Jan. j.1. met een poesje omsprong. Hij! schijnt meer in viervoetig goed te doen en was toen aan de Haukes op Wielingen, waar hij met een paar zooeven ge kochte katten in den zak, den openbaren wee ..De Haven'hewandelde Hij was, hoewel hij in den volsten zin des woords „kat in den zak" gekocht had, nogal in zijn nopjes en stapte dapper door, maar een der poesjes leefde nog en maakte nogal wat sporreling bij zijn doode kameraad in die enge verblijfplaats. Rens inspecteer de den zak nog eens goed en kwam tot de vreese- lijk° ontdekking dat er een gat in was, wat met bet oog op de „levendigheid" van poes beroerd genoeg was. Om de mogelijkheid van ontvluchten en het daar mee gepaard gaande ontstaan van een schadepost tegen te gaan, maakte Rens korte wetten met zijn vrachtje, nam den zak met een forschen zwaai van den schou der en kwakte hem met zijn inhoud met een doffen smak tegen de straatkeien. Nu zou de levende kat 't ook wel verleerd zijn om te ontvluchten, dacht de koopman, maar 't werd zijn beste beurt niet, want zijn wreedaardige manier van doen was gezien gewor den door een paar weldenkende Wieringers, die van de ruwe dierenmishandeling aangifte déden, tengevolge waarvan de heele geschiedenis naar de openbare straf zitting van heden werd verwezen. Nu hoorden we, dat Rens na bet neersmakken op straat, de kat, die nog leefde, met een, klomp heeft doodgeslagen. Dat dit niet de gewone manier van kattendooden is, moest beklaagde toestemmen. De O. v. J. vond beklaagde's handelwijze ruw - en als er een wil geweest was, om 't anders te doen, was er ook wel een weg gevonden. Immers een touw is allicht bij de hand. Z.E.G. haal de een dergelijk geval aan, dat te Leeuwarden heeft plaats gevonden. Daar werd een rat gevangen en ver volgens met petroleum begoten en in brand gestoken, eene wreedheid, die den dader 3 maanden gevangenis straf op den hals haalde. Ook hier leek de heer Officier wel lust te heb ben tot het eischen van eene vrijheidsstraf, maar be klaagde's overigens gunstige antecedenten en zijn blanco strafregister deden bet onweer dezen keer voor bijdrijven. Er werd een tientje boete of 10 dagen hech tenis geëischt. Had Rens nu de kat maar laten ontvluchten! 'tWas veel goedkooper geweest. Wordt vervolgd. ïïtjcunmiM', 11 in inmiwii iuümiiiwmm niHimnratn Wierinscn. Mejuffrouw J. C. van Wijk, tijdelijk onderwijzeres aan de O. L. School te Hippolytuahoef is bij het jl. te Utrecht gehouden examen voor de akte nuttige hand werken geslaagd. Wieringen. Onze vroegere plaatsgenoot de heer M. Eelman, rijks veldwachter te Oostwoud, is als zoodanig overgeplaatst naar den Helder. St, Pancras. De heer F. Nobel Az., vroeger alhier, Directeur der Zoutverpakking te Kalianget op Madoera, gaat 14 April van daar op reds voor 6 maanden naar Europa. Tijdelijk zal het directeurschap worden waargeno men door den Ingenieur-werktuigkundige N. H. R. Ch. D. Pereira. de dochter van den corrector. Maar wie gaf hem de zekerheid, dat dit lang zou duren. En wist hij nu wel zeker, dat de barones die dwaasheden met dezelfde oogen aanzag als hij Hij vertrouwde nooit veel op het oordeel der vrou wen, omdat hij wist door welk een kleinigheid die stand vastigheid aan het wankelen werd gebracht. Had de barones het feit, dat Schoenrock zijn paard had dood geschoten, niet met een zekere bewondering beoor deeld? En was het groote vermogen van den luitenant niet de gouden appel, waarnaar iedere vrouw verlan gend de haud uitstak? Al was de barones zelf ook schat rijk, het spreekwoord van geld zoekt geld bevatte een groote waarheid. Deze overpeinzingen bedierven zijn opgewektheid en hij stampte boos met den voet op den grond. Hij liad dien langen luitenant wel in koelen bloede kunnen ver moorden. Wat deed het er eigenlijk toe of er een dwaas meer of minder op de wereld rondliep. Alles kon Schoenrock voor hem doen, de malste dingen zou hij hem niet euvel duiden, maar hij moest zich niet plaatsen op zijn weg tot de barones. Op baar had de schilder nu eenmaal zijn zinnen gezet en met taai geduld en groote volharding stuurde hij op dit eenmaal gekozen doel af. Hij zette zijn hoed op en keek even in den spie- jgel. Nog lag er een rimpel op zijn voorhoofd, maar zacht streek hij hem weg. Toen hij kort daarop over de straat liep, was zijn gang licht en op zijn gelaat lag een blijde, vroolijkë Uitdrukking, om zijn mond speelde een spottende glim lach. Hij liep als een man die gewoon is te gebieden, trotsch, maar toch vriendelijk en beleefd tegenover een ieder die hem ontmoette. Menig oog keek bewonderend zijn groote, imposante figuur na. Hij ging naar een villa even buiten de stad. Daar woonde baronesse von Ortho. Hij drukte even op den vergulden knop en het tuinhek sprong als door een onzichtbare hand bewogen, direct open. Vlug liep hij het kiezelpad langs dat naar de villa voerde; vluchtig keek hij even om zich heen. Eein bediende kwam vlug op hem toe, om hem mee te deelem, dat de barones ziek was. „Ziek?" vroeg de schilder. „Ziek niet direct, maar toch niet lieel wel," gaf de bediende ten antwoord. „Dien mij even aan, misschien laat de barones mij wel toe," merkte Kalinka op. De bediende deed wat hem was opgedragen en ver scheen eenige seconden later reeds weer, den schilder uitnoodigend hem te volgen. Hij bracht hem door ver schillende kamers naar een tuinsalon, waarvan de tuin deuren wijd open* ton den om de heerlijke zomerlucht vrijen intocht te geven. De barones lag languitgestrekt op een chaise-lqngue, üe voeten In een zijden deken gehuld. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1