Nieuwe Abonné's Soldaten=eer. BinneBlandsch Nieuws. FEUILLETON. Donderdag 24 Juni 1909. 53ste Jaargang. No. 4527. m O 4. op dit blad ontvangen van heden af tot 1 Juli a.s. de courant gratis. Het eindresultaat. Aliticei Niens- ASïtritilit- LulliiilliL iniMeiSWfcKin i Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau S©&ïAC31E£Ss Laatrs luiere. Telephoon No. 20. TRAPMAN 80 Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 (Jent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit een blad. Over den einduitslag der verkiezingen, waarbij voor rechts de overwinning nog is vergroot, schrijft de N. R. Crt. Zestig-veertig. In de nieuwe Kamer, die hare werkzaamheden met September aanvangen zal, beschikt het ministerie over eene meerderheid van twintig stemmen. Ziedaar het droevig eindresultaat van deze verkiezing. De rechterzijde zal heer en meester zijn over het land, en van de machtspositie, waarin zij gekomen is, het gebruik kunnen maken, dat haar goeddunkt. Veel consideratie zal er niet worden gebruikt, en behoeft met zulk een overwegende meerderheid ook niet te worden gebruikt. Eene grondwetsherziening naar an- tirevolutionnairen trant, verplichte verzekering; een tarief van invoerrechten, waaronder onze handel en nijverheid gebukt zullen gaan, en waarmede de prijs van tal van verbruiksartikelen zal worden in de hoogte gedreven; en, als sluitstuk, een regen van schoolsub- sidies Dat alles, althans, is de rechterzijde, volgens de verkiezingsprogramma's, waarmee zij ter stembus op trok, verplicht tot stand te brengen. Wel bleek men aan de roomsche zijde, reeds vóór de verkiezingen, niet algemeen op al wat beloofd werd gesteld te zijn, maar de groote stuwkracht, de motor is dan ook in de antirevolutionnaire partijDat maakt de vooruit zichten nog troosteloozer. Kuyper-triumphator! Het voorspelt inderdaad weinig goeds, dat dit de uitslag is geworden van dezen strijd. Eene nieuwe Kuyper- periode op komst! Slechts éen hoop rest: dat, dank zij het gebrek aan overeenstemming van staatkun dige beginselen onder de rechterzijde, van de be loofde wetten de meeste het niet verder zullen bren gen, dan tot het tweede deel van het Staatsblad van de firma Nederbragt. Wij zullen dan de laatsten zijn, om daarover te klagen. De grootste verliezen zijn door de vrije liberalen geleden. Zij verloren Amsterdam VII (Biooker), Haar lem (Van Styrum), Utrecht II (Roëll), Rotterdam IV (Plate), en Oostburg (Hennequin) J] waar geen vrije liberaal candidaat is geweest. Dit zijn de zwaar ste verliezen, niet alleen in getal, doch ook wat het gehalte betreft. Het pleit zeker niet voor ons kiezers corps, dat mannen van de kennis en het intellect, als dezen, in hunne districten de meerderheid niet kon den behalen. En dit spreekt nog te sterker, wanneer men de candidaten ziet, die tegenover hen hebben gewonnen. In hun val zou eene kleine aanwijzing kunnen worden gezocht, dat het kiezerscorps, althans voor zoover het links stemt, van meer gematigde vertegen woordigers begint afkeerig te worden. Enkelen van hen immers, de heeren Roëll en Plate, vielen, door dat zij den steun der sociaal-democraten, dien zij in 1905 hadden, thans bij de herstemming- moesten missen. Doch aan hun niet-verkiezing is, onzes in ziens, deze beteekenis toch niet te hechten. Ware het kiezerscorps aan het opschuiven naar de meer radi cale partijen, dan had dit moeten uitkomen in het aantal verkozenen der vrijzinnig-democraten en soci aal-democraten. De sociaal-democraten blijven ech ter, zonder winst, op hun oude getal zij verliezen Hoogezand (Ter Laan), Schoterland (Van derZwaag) en Enschede (Van Kol), en winnen Amsterdam IX, waar de heer Vliegen gekozen is, 's-Gravenhage I, waar de heer Ter Laan onder kwam, en Zaandam, waar de heer Duys de overwinning behaalde. En de vrijzinnig-democraten boeten drie van de elf plaatsen in. Zij verliezen Amsterdam VIII (Nolting), Amster dam IX (Van Deventer), 's-Gravenhage I (Limburg) en Rotterdam V (Mees). Terwijl hun zetel van Den Helder (Z. van den Bergh) Unie-liberaal werd, gin gen de Unie-liberale zetel van Zuidhorn (Zijlma) en de vrije liberale van Oostburg (Hennequin) aan hen over. De Unie-liberalen zijn er in geslaagd bij de her- stemming hun oude getal op drie na weer te herwin nen. Voor Kampen (Reync, als Unie-liberaal gekozen. I doch 1111 vrije liberaal). Enkhuizen (Goeman Borge- j sius), Gorinchem (Pierson). Amsterdam II (Lely), j Zaandam (De Boer) en Zuidhorn (Zijlma). districten, die j zij verloren, kregen zij Hoogezand (gekozen Rink). Scho- terland (gekozen De Meester) en Den Helder (geko- j zen De Meester) in do plaats. Maakt in totaal een verlies van drie zetels. Van de partijen der rechterzijde bleef natuurlijk de roomsch-katholieke op het oude getal 25. Dit zijn de vaste districten, waarmee deze partij genoegen neemt, zonder kans op meer. Bij1 de, met de roomsch-katho lieke partij verbonden, protestantsche partijen zit het anti-papisme, eenmaal door het vurig geschrijf van De Standaard er ingebracht zóó diep. dat zelfs in voor de coalitie gunstige tijden, als wij beleven, een katholiek candidaat het in niet één ander district, dan de 25 van de ouds bekende.halen kan. „Wij Calvinis ten" doen er hun voordeel mee, en daar doen zij, van hun standpunt bezien, wel aan. Dank zij de roomsche hulptroepen, waarop de an tirevolutionnaire partij bij deze stembus voor Calvijn opnieuw heeft mogen rekenen, gaat zij met het leeuwenpart van den buit uit het strijdperk heen. Zij wint daardoor de zetels in Amsterdam VII en VIII. j Enschedé, Rotterdam IV en V en Utrecht II, ter wijl de betere stemming, waarin dé oude Friesch- christelijk-historischen, thans bij de christelijk-histori- sche Unie aangesloten, ten aanzien van de anti-revo- lutionnairen op liet oogenblik verkeeren, Gorinchem en Kampen deed winnen. Daarenboven kon Enkhui zen, waar de steun der christen-democraten werd ver kregen met toezegging van steun in Den Helder worden heroverd. Tegenover dit winstcijfer 9, staat voor de partij slechts één veiliespunt. Ede, door den tot commis saris der Koningin in Gelderland benoemden antire- volutionnair Van Citters bezet, ging aan de chris- telijk-historische partij over. Dit verlies, gevoegd bij het échec, dat dr. Kuyper te Dordrecht leed, bevat eene aanwijzing dat de oude Kuypervrees er bij de kiezers links én rechts nog diep in zit. De candi daat, die te Ede gesteld was, is een zoo hartstoch telijk anti-revolutionnair, als er nauwelijks een derde wordt aangetroffen, een volbloed Kuyperiaan, die voor niets staat. Met een minder geprononceerd candidaat had de anti-revolutionnaire partij ongetwijfeld het dis- tricl, dat volgens het gesloten stcmbusaccoord aanhaar toekwam, behouden. Deze candidaat kon echter bij de christelijk-historische kiezers geen genade vinden, Run partijleiders en partij-pers ten spijt. Voor het Kabinet konden deze twee verkiezingen eene vingerwijzing bevatten, welken kant het bij zijn bestuur niet moet opgaan, zou inderdaad de profetie van dr. Kuyper, dat de rechterzijde voor ten minste twaalf jaar aan het bewind komt, eenige kans op ver vulling willen krijgen. Doch wij vreezen, dat de macht, waarover dr. Kuyper nu in de Kamer komt te be schikken, zelfs wanneer bij het Kabinet de wil goed was, dit zal beletten. Reeds toen de anti-revolutionnairo partij in de Kamer nog maar over 15 zetels be schikte, gaf het Kabinet op den eersten wenk uit Om men gereedelijk toe. Hoe zou het dan nu den aan drang weerstaan? De christelijk-historische partij won, behalve Ede, daarenboven Amsterdam li en Haarlem. Het zijn overigens zeer zwakke districten, die zij ah winst boeken moet. In Amsterdam II heeft do omstandig heid, dat de tegencandidaat was de sociaal-democraat Oüdegeest, uit de spoorwegstaking overbekend, zeker het hare tot de overwinning van den christelijk-his torischen heer Snoeck Henkemans bijgedragen. En in Haarlem heeft de naijver, die tot ons leedwezen bij ue herstemming is blijven bestaan tusschen de voor standers van den aftredenden vrijen liberaal en die van den vrijzinnig-democraat, die tegenover hem was gesteld, waarschijnlijk tot het succes van den christe lijk-historischen candidaat den doorslag gegeven. Het stemmenverschii der twee candidaten was slechts 56. De vrijzinnigen, die, direct of indirect, de verkiezing van den christelijk-historischen candidaat hebben hel pen bevorderen en zoodoende de rechterzijde nóg .een stem sterker hebben gemaakt, hebben eene verant woordelijkheid op zich geladen; mogen zij zich dit later niet te zeer berouwen. Het blad betreurt daarna zeer den val van de heeren Plate en Van Raalte. De uitkomst staat vast, en daaraan is in de eer ste vier jaren niets te veranderen, Het Kabinet en de rechterzijde der Kamer zullen nu van het woord tot de daad moeten overgaan. Wij zullen het handelen afwachten, en daarop nauwkeurig toezien. De heer Hennequin werd elders Unie-liberaal genoemd. ALKMAAR. Zooals wel was te verwachten, is het district Alk maar voor links behouden gebleven. Het is evenwel ook hier niet zonder kleerscheuren voor links kun nen gebeuren, het verschil tusschen rechts en links is kleiner geworden. Kreeg bij de herstemming in 1905 bij een kiezerstal van 9543, waarvan 8683 geldige stemnjen werden uitgebracht, Foreest 5174 stemmen, nu in 1909 bij een kiezerstal van 10270 en een gel dig aantal stemmen van 8712, kreeg deze candidaat er 4953, een daling dus van 221 stemmen. De recht- sche candidaat steeg van 3509 in 1905 tot 3759 in 1909 (herstemming). Het is een waarschuwing voor de vrijzinnigen in Alkmaar, en voor de thuisblij vers in het bijzonder. DEN HELDER. Hartelijk verheugt ons, we behoeven het eigenlijk niet te zeggen, de verkiezing van den heer DE MEES TER voor Den Helder, en de val van den heer Staalman. De eigenaardige, leelijke strijd, die steeds in dat district wordt gestreden, maakt den uitslag- steeds zeer wisselvallig. Voor Staalman is uit den uitslag van dezen strijd weinig verheffends te conclu- deeren voor de toekomst. Wel rees zijn stemmeutal van 2938 in 1905 op 3282 in 1909, maar dat van den linkschen candidaat ging vooruit van 3420 tot 3891. Rees Staalman 344 stemmen, zijn tegenstan der 471. In het district Helder is kranig gestemd. Als voor beeld: Anna Paulowna, van de 595 kiezers stemden er 510; Callantsoog, van de 154, 147; Petten, van de 52, 45; Wieringen, van de 581, 469; en dan de Zijpe, van de 781 kiezers stemden er 731; Koegras (Helder), van de 112 kiezers, kwamen er 105. Dat zijn cijfers die respect afdwingen. Hoe weinigen op deze plaatsen van Staalman zijn gediend, blijkt wel uit het feit dat zij alleen voor een groote 600 stemmen meerderheid voor De Mees ter zorgden. Hoogwoud. Dinsdagavond hield de afdeeling Hoogwoud van den Bond voor Staatspensionneering, ten huize van den heer H. Slotemaker aan de Gouwe eene algemeene vergadering. Tegenwoordig waren twintig leden. v De voorzitter opende de vergadering en heette de aanwezigen welkom, waarna door den secretaris de notulen der laatstgehouden vergadering werden ge lezen en goedgekeurd. Ingekomen was: 1. Eene schrijven van de afdee ling Aartswoud meldende dat ons schrijven om deze afdeeling en die te Aartswoud samen te doen smel ten, in de eerste algemeene vergadering zal behan deld worden. 2. Idem van de afdeeling Haarlem, waarin medegedeeld wordt dat door deze afdeeling als candidaten voor het Hoofdbestuur zijn gesteld de hee ren Wentholt, secretaris der afd. Haarlem, en Kanis, voorzitter der afd. Amsterdam, met verzoek deze can didaten te steunen. Besloten wordt onzen afgevaardigde in deze vrij mandaat te geven. 3. Idem van de Districtsfederatie te Enkhuizen, waarin zij mededeelt, dat onze afdeeling nog niet aan gesloten is bij genoemde Districtsfederatie. Na eenige besprekingen wordt met algemeene stem men besloten zich bij bovengenoemde federatie aan te sluiten. Verder wordt door den voorzitter medegedeeld dat door den penningmeester als contributie aan het Hoofdbestuur is afgedragen f 6.57E, na aftrek van de oprichtingskosten. Van de afdeeling Arnhem was een schrijven ont vangen dat onze afd. haar instemming zoude uitspre ken met de poging om de afd. Utrecht te doen be sluiten hare voorstellen voor de algemeene vergade ring in te trekken. Na eenige besprekingen over genoemd punt werd met algemeene stemmen besloten dat onze afgevaar digde in deze tegen het voorstel-Utrecht zal stem men. Verder lokte de beschrijvingsbrief geen discus sie uit. Tot afgevaardigde naar de Algemeene vergadering werd gekozen de heer Ds. J. Aalbers. Door den secretaris werd medegedeeld dat het aan tal leden bedraagt: 69 gewone leden en 24 buitenge wone leden. Verder niets meer aan de orde zijnde, volgde slui ting. Alvorens daartoe over te gaan, werd op voorstel van den heer Van Wijk besloten de eerstvolgende algemeene vergadering te houden te Hoogwoud bij den heer P. Has. 31. Kalinka antwoordde stekelig: „Ik zal dit niet verzwijgen, maar daar ik niet van half werk houd, zal ik ook het slot van ons ritje mede- declen ik zal1 vertellen hoe twee jonge meisjes, waar onder 'Marie Soltau, die gij bemind hebt, in het meer gevallen zijn en gij er tegen opzaagt, haar te redden, niettegenstaande gij een uitstekend zwemmer zijt dat was immers het slot." „Bespottelijki Dat zult gij niet zeggen! nep Schoen- rock uit. „Waarom niet? Wie zal mij dat beletten? vroeg Kalinka kalm. Ik 1" Waardoor?" „Ik zou u eenvoudigdoch het is bespottelijk riep do luitenant uit eti keerde den schilder verwoed den rug toe. Een uur later zat de barones omgeven door Ka linka, Schoenrock en nog eenige andere heeren, in eene kleine kamer naast de tuinsalon. De stemming was zeer levendig, want de bedienden brachten onaf gebroken „sekt" aan. Schoenrock was het luidruchtigst. Daar hij nog al-, tijd in den waan verkeerde, dat do partij om hem was gegeven, zoo geloofde hij ook verplicht te zijn, al zijn best te moeten doen, om de vroolijkheid te verhoogen Hij gaf zich veel moeite, aardig te zijn. maar dinar hij juist daartoe den minsten aanleg had, vielen al zijn geestigheden in het water. Behalve hij zelf, lachte er alleen de barones em. KalinJia was stil1. Hij ergerde zich over hot luid- 1 uclitige gedrag van Schoenrock en diens drieste vleie rijen aan het 'adres der barones, hij ergerde zich ook °ver Charlotte von Ortho, omdat zij volgens zijn mee- "ing veel te vriendelijk tegen den luitenant was. „Kalinka, waarom zijt gij zoo ernstig?" vroeg Schoen rock. Beeft gij mij redenen om te lachen en ik zal gaar ne lachen, antwoordde de gevraagde. De luitenant wierp het hoofd in den nok. „Gij hebt geen smaak voor scherts!" riep hij, even de schouders ophalende. „Ik houd zeer veel van scherts, maar het moet ten minste dragelijk zijn", gaf Kalinka ten antwoord. „Hebben die woorden betrekking op mij?" riep Schoenrock geraakt uit. „Wij spreken niet van u", antwoordde Kalinka rus- rig. „En wanneer dit ook eens het geval was, dan kunt 1 gij toch niet verlangen, dat ik het juist met u eens ben i „Geen twist, mijne heeren", kwam de barones op de vriendelijkste wijze tusschenbeide. „Ik zou u wel een voorstel willen doen. De avond is zoo buitenge- woon prachtig, zoo rustig en zoo warm, dat wij nog verscheidene uren bijeenblijven, dan een uurtje rusten en morgen vroeg uitrijden; we gaan 'naar het meer, want ik heb sinds vele jaren geen zonsopgang gezien." „Een goddelijke gedachte!" riep Schoenrock uit. „Hemeisch! Werkelijk grootsch- „Ik laat dadelijk nog een wagen bestellen", ging de barones voort. „Wie er niet aan wil deelnemen, blijft natuurlijk hier, ik heb kamers genoeg, waar gij op de sofa ©enigen tijd kunt uitrusten, tenzij gij er de voorkeur aan mocht geven, u met sekt wakker te houden. ,Wie van u zal zich bij mij aansluiten?" „Ik waarde mevrouw ,ik!" riep de luitenant het eerst. „Een onvergetelijk idee: Ik rijd mede, al ging de reis ook dadelijk naar de Noordpool-1" „Ook de overige heeren behalve Kalinka gaven gul hun toestemming. De schilder zweeg en slaardje voor zich uit. „Mijnheer Kalinka, gij schijnt geen lust te hebben?" vroeg Charlotte en wierp den schilder een blik van verstandhouding ,toe. „Hebt gij vergeten, welke dag het morgen is en dat ik beloofd heb, u een antwoord te zullen geven?" Schoenrock had den blik ook bemerkt en was er ongerust over. „Waarde mevrouw, daar- wij zeer vroolijk willen zijn, zoo behoeft niemand er aan deel te nemen, die het'niet gulhartig doet!" riep hij uit. .Zeker zal ik mederijden", zeide nu Kalinka tot de' barones. „Ik zweeg', omdat ik meende, u reeds mijne deelneming verzekerd te hebben." „Geen woord ervan hebt gij gezegd!" riep Schoen rock uit. „De heeren hier zijn mijne getuigen!" Een hoonend lachje vertoonde zich om Kalinka's mond, hij antwoordde niet. „Mijnheer Kalinka heeft gelijk," zeide de barones. ,Ik deelde hem hedenmorgen mijn plan mede, toen heeft hij mij inderdaad beloofd er deel aan te zul len nemen." De luitenant perste de lippen vast op elkander. Hij vond het onbegrijpelijk, dat de barones den schil der vroeger had ingewijd dan hem. Dat mensch werd hem ondragelijk. De bediende der barones trad binnen en berichtte, dat er in de voorkamer een oude vrouw was, die Kalinka dringend wenschte te spreken. De schilder verbleekte, hij wilde opstaan, maar de kracht daartoe scheen hem te ontbreken. wie is het?" vroeg de barones. „Ik weet het niet. Daar zij armoedig gekleed is, wilde ik haar afwijzen, doch zij staat er op, mijn heer Kalinka te spreken." „Zij wil zich misschien laten uitschilderen," riep Schoenrock lachend uit, terwijl hij meende een fa meuze geestigheid gezegd te hebben. „Ik zal zelve gaan zien," zeide de barones en stond op. ,Neen, neen!" riep Kalinka uit, terwijl hij op stond en naar de deur snelde. „Een vergissing ik zelve ik zelve Zijn stem beefde zoo hevig, dat hij niet in staat was, den zin te voleindigen. Hij merkte niet op, dat ook Schoenrock was opgestaan en hem volgde. Toen hij in de voorkamer kwam en de oude vrouw zag, die afgemat op een stoel was nedergevallen, kromp hij ineen en scheen hij te bezwijken. .Kasimir mijn Kasimir!" riep de oude vrouw uit en strekte verlangend beide armen naar hem uit. Schuw keek Kalinka om; hij zag Schoenrock ach ter zich, hij hoorde de stem der barones met •geweld verzamelde hij al zijn krachten. „Wie is die vrouw? ik ken haar niet!" vroeg hij op koelen toon den bediende. „Kasimir, ik ben het... ik ben het, uwe..." „Ik ken haar niet," viel Kalinka de oude in de rede, terwijl hij zich tot den bediende wendde. „Het schijnt een krankzinnige te zijn; breng haar weg!" „Kasimir!" klonk het nog eens vol vertwijfeling. Hij wendde zich af, zag het valsch lachende gelaat van den luitenant en trad op de barones toe, die naar hem toe kwam „Wie was het? Gij ziet er ontroerd uit!" vroeg Charlotte. „Niet ontroerd, maar eerder geërgerd, omdat een waanzinnige mij hier opzocht," gaf Kalinka ten ant woord. „Kent gij haar niet?" „Ik heb haar nooit gezien." „Ik zal den bediende een berisping geven," ging Charlotte voort en wilde in de voorkamer gaan. „Waarde mevrouw, hem treft niet het minste ver wijt," zeide Kalinka gejaagd en hield haar terug. Die vrouw is weg en daarmede is deze zaak afgedaan. Ik zou het zeer betreuren als dit voorval ook maar de minste stoornis in het feest bracht." „Noemde die vrouw uw naam niet?" „Ja. Zij zal dien toevallig gehoord hebben, hij zal in haar arm, ziek hoofd de eene of andere her innering hebben wakker geroepen; zij heeft misschien wel een zoon gehad die Kasimir heette die naam komt veelvuldig voor toen is zij hierheen gesneld." „Misschien heeft zij wel hulp noodig." „Dan zou zij niet op dit uur zijn gekomen. Ik zal evenwel morgen onderzoek naar haar laten doen, en wanneer er iets voor haar gedaan kan worden, dan zal dat ook gebeuren." „Doe mij dan het genoegen en deel mij den uit slag van uw onderzoek mede," zeide Charlotte me delijdend. „Bepaald!" verzekerde Kalinka en streek met de hand over het voorhoofd, waarop het zweet parelde. „Hoe heeft u dit toch zoo kunnen doen ontstellen?' vroeg Charlotte deelnemend. „Ge ziet er bepaald zeer aangedaan uit uw gelaat is doodsbleek." „Het is dwaasheid bijgeloof en toch zijn het in den regel dwaasheden, die ons het meest doen schrikken," gaf Kalinka ten antwoord, terwijl hij moeite deed, om rustig te schijnen en te lachen. Met de rechterhand leunde hij op een stoel en zijn hand sidderde zoo hevig dat de stoel bewoog. „Ge zult om mijn zwakheid lachen als ik het u vertel, ik zal er dus liever over zwijgen." „Ik bid u, vertel het mij." Kalinka aarzelde een oogenblik, hij moest adem halen, zijn bloed kalmer loop geven, zijn hoofd dwin gen helder te blijven. „Het was eenige jaren geleden in Parijs," zeide hij toen. „Ik bevond mij met eenige vrienden in een zeer vroolijlce stemming, wij hadden nogal wat wijn gedronken, toen een oude vrouw op ons toetrad en aanbood ons uit de lijnen der hand waar te zeg gen. Wij lachten er om, want niemand onzer geloofde aan dergelijke voorspellingen, maar ten slotte stak ieder onzer zijn hand aan de oude vrouw toe en zij vermaakte ons met haar orakelspreuken. Mij voor spelde zij dat ik eens een groot geluk het mijne zou mogen noemen. Maar dat ik gevaar zou loopen het door een oude vrouw te verliezen. Wij lachten er om, Ik had niet meer aan die profetie gedacht geen enkele maal maar ik herinnerde ze mij eensklaps toen de bediende binnentrad en berichtte, dat een oude vrouw mij wenschte te spreken. In dat oogenblik maakte een onbeschrijflijke angst zich van mij meester. Ik dacht er aan, dat 't geluk waarop ik hoop en zonder 'twelk ik niet kan leven, voor mij vernietigd zou kunnen worden dat denkbeeld joeg mij het angstzweet naar de slapen. Maar nu lach ik er zelf weder om, evenals vroeger, want het noodlot zal mij niet den hemel laten zien, om mij dadelijk daarop ter helle te doen varen." „Ik begrijp dat die herinnering aan die voorspelling u heeft aangegrepen," zeide de barones met een vriendelijk lachje. Maar gij moest meer vertrouwen stellen in uw geluk." „Wanneer ik het maar eerst het mijne mag noe men," ziede Kalinka op zachten toon. „Zoolang zal ik vreezen. Heb ik het eenmaal verworven, dan zal ik met mijn leven verdedigen." „Gij zijt opgewonden, kom mee en drink een glas champagne. Dat zal al die dwaze gedachten wel doen verdwijnen." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1