Grenen mi
gunst en laste aan de banne behoorden, maar nog
op naam der gemeente stonden, ook op naam
der banne over te schrijven. B. en \V„ Stellen voor
op dil advies gunstig te beschikken evenals op der
gelijke verzoeken der banne St. Maarten cn polder
Valkoog is gedaan. Allen voor.
Door mejuffrouw A. Dekker, onderwijzeres aan de
openbare lagere school, was eervol ontslag aange
vraagd tegen 1 of zoo noodig 15 Augustus.
Voorzitter deelt mede dat volgens haar instructie,
mej. Dekker recht heeft 1 Augustus te gaan. Met den
heer Akkerman en B. en \V. was evenwel overeenge
komen, en dit eveneens met goedkeuring van mej
Dekker, om haar met 21 Augustus haar eervol ont-
slag te geven. De heer Akkerman zou dan de va-
canlie. die anders vroeger wordt gehouden, met 21
Augustus willen laten beginnen. Dan zou mej. Dekker
haar geheele vacantie misloopen, waarop zij toch recht
heeft, en daarom stellen B. en W. voor haar tot 12
Augustus in functie te houden, tot 21 Augustus even
wel haar salaris uit te keeren.
De heer Slot informeert of de nieuw te benoemen
onderwijzeres dan met 1 Augustus in functie kan ko
men.
Voorzitter zegt dat het do bedoeling was geweest,
een onderwijzeres te benoemen, die reeds in functie
was en dan had ook zij weer 6 weken noodig om
te kunnen komen. Zoodoende hadden B. en \Y. het
goed gevonden de bovenstaande regeling te treffen;
nu bleek wel dat van de 20 sollicitanten er 19 nog
niet in functie waren geweest, maar dat was nu een
maal niet anders. Het goede was bedoeld. Bovendien
had de gemeente nog een klein voordeel doordat de
nieuwe onderwijzeres in functie zal treden 10 Septem
ber, na de vacantie.
Algemeen werden de voorstellen van B. en \V. goed
gevonden en mej. Dekker eervol ontslag verleend met
dank voor de vele bewezen diensten.
Aan de orde komt de benoeming eener nieuwe on
derwijzeres. De Raad gaat eerst in comité. Na herope
ning der vergadering deelt voorzitter mede, dat de
voordracht bestaat uit de dames: Brouke te Westzaan,
Kuik te Zaandam, Van der Veen te Hoogwoud eh
Bruin te Wijdenes. Mejuffrouw Brouke wordt met al-
gemeene stemmen benoemd.
Als hooisteker moest te St. Maarten aftreden de
heer Jb. Witsende voordracht luidde: J. Bood en
Wu Bijpost, de eerste wordt benoemd. Voor Valkoog
trad af de'heer G. Bruin Kz., de voordracht luidde:
W. Bijpost en G. Kooij, de eerste wordt benoemd.
Te Eenigenburg moest aftreden de heer Kalf, de voor
dracht luidde: A. Borst en J. Visser, de eerste wordt
benoemd.
Mocht een der benoemden het niet aannemen, zoo
ontvangen B. en W. de machtiging den tweede der
voordracht aan te wijzen.
Op voorstel van B. en W. zal de geheele raad de
gemeenterekening nazien en schriftelijk rapport uit
brengen. De rekening der gemeente die nu wordt aan
geboden, geeft een ontvangst aan van f 11.945.79, een
uitgaaf van f 10.551.16, dus een batig slot van f 1391.63.
B. en W. hebben eenige wijzigingen in de politic
verordening, opgemaakt, die evenwel nog naar de Ge
zondheidscommissie om advies moeten woorden opgezon
den. Het betreft het vervoer en het bewaren van melk
bij melkverkoopers. Deze melk moet vervoerd wor
den in gesloten emmers, bussen, enz. Bij afsluiting
mag geen hooi, lappen, enz. gebruikt worden. De
flesschen, maten, enz., voor deze melk noodig, mogen
alleen in rein water gespoeld worden, naar het oor
deel van B. en W-.
Is in het gezin dier melkverkoopers o£ in dat hun
ner ondergeschikten, die met deze melk omgaan een
door de wet erkende besmettelijke ziekte, dan mag
geen melk verkocht worden, tot dat B. cn \V. dat
weer toestaan.
De heer Kuiper vindt de bepaling van het niet mo
gen gebruiken van onrein water, van slootwater, voor
emmers enz., die voor die melk worden gebruikt te
eng.* Spr. wil die verbodsbepaling uitstrekken over al
het vaatwerk. B. en W,. moeten al het gebruik van
slootwater kunnen verbieden.
Voorzitter vraagt hoe de heer Kuiper de overtre
dingen wil constateeren, volgens spr. zal dat hoogst
moeilijk gaan. Stel eens dat een pomp op de sloot
wordt'geplaatst en men dat water gebruikt. Hoe wil
men dat verbieden?
De heer Kuiper erkent de moeilijkheid, maar die
bestaat eveneens als men het wil zooals B. cn W.
aangeven voor het vaatwerk voor de melk alleen.
Voorzitter erkent dit volkomen. Dat zal eveneens
moeilijk zijn te controleeres, spr. komt dan ook lang
zamerhand hoe langer hoe meer tot de conclusie, dat
in de theorie de verbodsbepalingen heel mooi lijken,
maar in de practijk veel moeilijkheden met ach zullen
meebrengen.
De heer Kuiper meent, dat een verbodsbepaling als
hij wil. toch zeer wenschelijk is. En als we het wen-
schelijk vinden dat het onreine slootwater wordt ver
boden, dan zal er ook wel een vorm zijn te vinden
waaronder we dat kunnen doen. Het is toch al te
dwaas, om slootwater voor het melkgerei te verbie
den cn het voor ander vaatwerk en huishoudelijk ge
bruik toe te staan. Het gevaar wordt door het ge
meentebestuur blijkbaar erkend, welnu, dat gevaar be
staat ook' voor het keukengerei.
Voorzitter beaamt ook deze redeneering, maai Kui
per vergeet éen ding, dat deze v®r0[^t®ni"gbe„lll8p1
leven is geroepen, doordat de r*ad zich
heeft uitgesproken voor verbodsbep'al ..g ]k rkoo_
vervoeren en het bewaren van melk, bij
pers, dus hier wordt gewaakt v°°r
hij zelf alle hoop had gevestigd, die hem moest red
den, moest nu zelf op de vlucht en geholpen wor
den. Het duizelde hem, de voorwerpen in de kdmer
schenen voor zijn oogen te dansen.
„Telegrafeer aan uw moeder," zeide hij eindelijk.
De luitenant raakte eveneens in vertwijfeling. Waar
toe zou hij nu nog verbergen hoe het er met hem
zelf bijstond.
„Mijn moeder bezit geen cent niets. Door een
ongelukkig proces hebben we alles verloren."
Met starende oogen keek Eger den luitenant aan.
Wanneer hem was aangezegd geworden, dat hij over
een uur dood zou zijn, had hij niet meer ontsteld
kunnen kijken.
„Bezit gij geen vermogen meer?" riep hij eindelijk
uit. Het was alsof die woorden uit zijn keel gekne
pen werden.
„Niets niets u alleen kunt mij redden!"
Met den uitroep: „Almachtige God!" zonk de ban
kier op een stoel neer en bedekte het gelaat met
beide handen.
Schoenrock begreep hem niet.
„Wat deert u?" vroeg hij.
„Ik ben verloren, geruïneerd!" kermde Eger en
hield nog altijd zijn gelaat met beide handen bedekt.
„U is rijk, hoe kan u dat alles dan zoo hinderen,
wat scheelt het, of ik mijn vermogen kwijt ben?"
bracht Schoenrock in.
„Ik rijk? rijk?" riep de bankier in vertwijfe
ling. Plotseling kreeg hij een andere gedachte en
sprong op Schoenrock toe.
„Wanneer wanneer hebt gij uw vermogen ver
loren?"
„Ruim eenige weken geleden."
„En je hebt mij niets gezegd. Je hebt mij bedrogen
je wildet mij nog meer bedriegen en misleiden!"
riep Eger woedend uit. „Je wildet mijn dochter trou
wen en hooptet dat ik je zou onderhouden, van
mijn geld dus wilde je leven. Daarom was je er
dus voor, dat de bruiloft zoo spoedig mogelijk zou
plaats hebben."
Schoenrock ergerde zich ditmaal niet over de woor
den van den bankier.
„Jij hebt dat immers zelf verlangd," antwoordde
hij.
„Over een paar dagen zullen een paar door jou
geaccepteerde wissels vervallen, kan je die betalen'"
vroeg Eger.
„Wel neen, maar wat gaan mij die wissels aan. Geef
mij maar zooveel geld, dat ik naar Zwitserland kan
viuciiten.
„Niets, niets geef ik je. Geen rooie cent, versta je
nf h ȕl|"! met mi3n dochtcr verbreek ik. Vlucht
nu, of laat je gevangen nemen het is me zlari i
weg onverschillig." ne £lad" I
derden kunnen loopen. Willen de menschenhe^ on
reine water voor zichzelf gebruiken,
^aDe°°heer ^Kufper "meent, dat die achterlijke men-
schen die dat doen, niet alleen gevaariijkz.ijnvoor
zichzelf maar ook voor hun omgeving Zij kunnen
een bron van besmetting worden als zij ziek worden
voor hun buren. In Zuidscharwoude wordt het toch
ook verboden. En bovendien we behoeven het ge
bruik van het slootwater direct niet voor de geheele
gemeente te verbieden. Dat kan plaatselijk gebeuien
Ais het bijv .te Valkoog noodig is, kan het tot dat
deel der gemeente beperkt blijven.
De heer De Boer wijst erop hoe deze bepalingen
door B. en W. in het leven zijn geroepen alleen
voor den melkverkoop voor huishoudelijk gebruik.
Het is de bedoeling, de vaten, emmers enz. zoo zui
ver mogelijk te houden, opdat de venters zoo zui
ver mogelijke waar leveren. Zoo ver dachten B. en
W. te moeten gaan, omdat de raad in beginsel heeft
besloten een dergelijke verordening te ontwerpen.
Déze verordening is ter spreke gebracht en toen
reeds heb ik mijn twijfel geuit of zij wel uitvoerbaar
was. Ik meen, dat nadat Kuiper het een en ander
heeft aangeroerd, dat de bewuste bepaling dient te,
vervallen, of het geheele ontwerp. Wat Kuiper wil,
is heel mooi, maar als de verordening zoover wordt
uitgebreid zullen de overtredingen moeilijk zijn te
constateeren. Maar als de heer Kuiper meent dat liet
noodig is, dan moet hij maar een voorstel doen.
De heer Kuiper wil dan als artikel toegevoegd heb
ben: tijdens het heerschen van een besmettelijke ziek
te in of nabij de gemeente, kunnen B. en W. op
aavies van een geneesheer het gebruik van sloot
water verbieden. Spr. noemt ook nabij de gemeente,
omdat bijv. in Dirkshorn een besmettelijke ziekte kan
heerschen, het gebruik van slootwater daar kan wor
den verboden, terwijl het in St. Maarten, misschien
het naaste huis, gebruikt kan blijven worden.
In stemming gebracht, verklaren alle heeren zich
tegen het voorstel-Kuiper, alleen deze is er voor.
De redactie van B .en W. wordt nu goedgekeurd,
eveneens nog eenige wijzigingen betreffende het wer
pen van allerlei vuil, papier, afval in de slooten, het
bewaren daarvan op plaatsen waar het stank ver
spreidt of hinderlijk is, en het opslaan van allerlei
als mest, hooi enz. enz. op de bermen van wegen
en paden.
De heeren Kuiper en Schermerhorn onderzoeken
nu de geloofsbrieven van de nieuwgekozen raadsleden
Bruin en Visser. De stukken worden in orde bevonden
en de raad besluit tot toelating.
De rondvraag levert niets op, zoodat sluiting der
openbare vergadering volgt. De raad gaat in comité
ter behandeling reclames Hoofdelijken Omslag.
TANTE'S GEZICHT.
Ik hen bang Jeanne, dat we niet alleen in de
coupé zullen blijven.
O ja, tante, gaat u dan maar vlak bij 4 por
tier zitten, dan zal er heusch niemand in komen.
BINNEN IS BINNEN.
Bruid (op 't stadhuis tol de getuigen Ga jelui
nu 'n beetje 'dicht bij de deur zitten, dat er niemand
uit kan.
IiXXVI. HET AANLEGGEN EN ONDERHOUDEN
VAN GAZONS.
Mat liet tapijt is in de woning, is het gazon in
den tuin. Het eerste verhoogt de fraaiheid der meu
bels, het laatste doet de schoonheid van heesters en
bloemen tot haar volle recht komen. Het gazon geeft
het cachet van voornaamheid aan een tuin en legt
tevens getuigenis af van den gedistingeerden smaak van
den eigenaar.
Met den zomer is het reisseizoen ingetreden en ve
len gaan in dezen tijd een uitstapje maken naar be
koorlijke oorden binnen de landpalen van ons Ko
ninkrijk of over deszelfs grenzen.
Wie het genoegen heeft den reisstaf ter hand te
kunnen, zal ook in den vreemde allerwege ontwaren,
dat het sappig groene gazon steeds een noodzake
lijke voorwaarde is voor een schilderachtigen en be
koorlijken tuin of park.
Het gazon is een kort geschoren grasveld. Dat te
maken en te onderhouden lijkt een eenvoudig werk,
maar is het in werkelijkheid iang niet. Ik meen daar
om in veler belang te schrijven, wanneer ik dit opstel
wijd aan de behandeling van het gazon.
Gras behoeft voor een weligen groei drie dingen
le. volop zonlicht, 2e. een vochtigen grond en 3e. zeer
veel planten voedsel.
Wijl de zonnestralen niet kunnen doordringen on
der dicht geboomte, is het daar altijd sukkelen met
Eger had deze woorden, die ten duidelijkste zijn
gezindheid verrieden, in hevigen toorn uitgeschreeuwd
zijn gelaat was vuurroood, zijn oogen puilden uit hun
kassen.
Schoenrock scheen door de wijze waarop de han-
delsraad hem behandelde, zijn gewone bedaardheid
teruggekregen te hebben. Hij zette de lorgnet vaster
cp zijn neus, en trad op den handelsraad toe.
„Wel, zoo'n schoft!" zeide hij hoonend en hierop
verliet hij driftig het vertrek.
Eger wilde hem naloopen, maar de kracht ontbrak
hem. Hij had zich wel duizendmaal schoft willen
laten noemen, als hij daardoor maar gered had kun
nen worden.
Hij zonk op een stoel neer. Voor zijn zaak was
er geen redding mogelijk daaraan dacht hij ook
nu niet meer, want de val van zijn huis, had hij den
laatsten tijd met de meest vertwijfelde middelen ver
traagd. Nu was er alleen sprake van, hoe hij zichzelf
zou kunnen redden, want hij wist heel goed, dat hij
de gevangenis niet zou ontloopen als zijn bankroet
bekend werd. Zijn boeken waren vervalscht en slor
dig bijgehouden, om zoodoende den werkelijken stand
van zaken geheim te houden. Hij had de hem toever
trouwde gelden verduisterd en voor zichzelf gebruikt
en reeds sedert langen tijd had zijn uiterlijke groot
heid alleen daartoe gediend om hem staande te hou
den.
Hij was alleen maar weer een mensch van het
oogenblik, die alleen aan eigen lijfsbehoud denkt.
Zelfs dacht hij niet aan vrouw en dochter.
Eindelijk stond hij langzaam van zijn stoel op ju
streek zich eens met de hand over het voorhoofd
er bleef hem geen anderen uitweg dan de vlucht
o\er. Aan zijn vrouw schreef hij eenige regels, waar
in hij haar meedeelde, dat hij voor zeer gewichtige
zaken eenige dagen op reis moest. Dezen brief liét
hij door den bediende bezorgen. Daarna raapta hij
in groote haast alle geld en geldswaardige papieren
bijeen, verborg dat in zijn rokzak, en trad met het
strengste en meest gewichtige gezicht, dat hem zoo
goed ter beschikking stond, de kamer uit, het kan
toor binnen, waar zijn boekhouders zaten.
„Ik moet dadelijk op reis," zeide hij tot den eer
sten boekhouder. „Morgen vervallen er twee wissels,
maar voor dien tijd ben ik terug, of zal je per tele
graaf mijne orders meedeelen. Zie streng toe op orde
en plichtsvervulling, want ik heb al eens herhaaldelijk
opgemerkt, dat wanneer ik op reis ben, er minder
gcweikt woordt. Tot nu toe heb ik daarover gezwe-
siei? «aari wil dat dit nlet meer zal gebeuren en
siel er u dus voor aansprakelijk."
„Het moet voor elk uwer in het bijzonder een zaak
keurighe^d"te artiiH,afwezl«held met dezelfde nauw
keurigheid te arbeiden; zeg dus den heeren wat ik u
den grasgroei. Als men met rijke cn dikwijls her
baalde bemesting cn begieting liet daar met met het
gazon kan klaar spelen, aan niet ftjnbladerigen klimop,
friedera helix), maagdepalm, (Vinca minor), varens of
mos nog altijd een sierlijke groene ondergrond ver
kregen worden. Toch moet men het zelfs in de scha
duw niet te spoedig opgeven. Een slecht, mossig gras
veld legge men volgens onderstaande wenken nog eens
opnieuw aan en als het alleen wat dun is, brengt men
er in herfst of. winter kunstmest en 's voorjaars nieuw
graszaad op met een laagje vruchtbaren grond van
enkele millimeters dikte om liet zaad onder te wer-
ken. Vooral onder de hoornen is de grond s zomers
droog en arm, daarom moet men daar veel, en dan
'telkens sterk begieten, en den niest, vooral het chili
'salpeter, niet sparen. Nooit mag men van chilisalpeter
meer strooien dan 25 gram per vierkanten meter, maar
I men herhale de bemesting m het eerst alle drie we-
1 ken en na Juli om de maand. Voor het eerst kan
I men de chili strooien omstreeks half Maart, lil den
'laten herfst of in het vroege voorjaar bemesten we
bovendien met 1 ons superpnosphaat of D/a ons Tho-
j masslakkenmeel per vierkanten meter en 1 ons kaï
niet of 1/2 ons patenlkali op dezelfde oppervlakte. E11
als een proef ons geleerd heeft, dat kalk goed voor
het gazon is, wat wel dikwijls, maar toch lang niet
altijd het geval is, dan doet men goed er in Novem-
her of December bovendien nog 2 5 3 ons fijne kalk
per ML over het gazon uit te strooien. Wie de moeite
neemt, die kalk te voren herhaald en innig dooreen
te werken met vruchtbare slootaarde of bagger en
deze als compost over het gazon te strooien, heeft
hif" den regel de beste resultaten.
Kunstmest is tegenwoordig de aangewezen meststof
voor gazons. Stroomest van koeien ol paaiden is wel
beter dan niets, maar hij staat om veie redenen toch
vér bij den kunstmest achter. Haar onooglijk aan
zien en weerzinwekkende reuk maken haar voor het
gazon ongeëigend.
In veel geschriften of artikelen over tuinen kan
men lezen, dat „bouillon van koemest" zoo best is.
Dat is maar malligheid! In die bruine vloeistof zit
een bedroefd klein beetje voedsel, 't Is éen mager
soepje, hoor! Waai' wel pit in zit. dat is in de zui
vere urine van de dieren. Als die te juister tijd wordt
aangewend ter hoeveelheid van 1D/j Liter per vier
kanten meter, komt ze de werking van chili nabij. Wie
met urine het gazon wil bemesten, dient die met gie
ter of hand-sproeiwagen netjes te verdeelen, liefst bij
vochtig weer. of anders ze met water genoegzaam te
verdunnen, b.v. 1 deel urine' en 2 deeten water en
dan 's avonds uilsproeien. Bemest men met urine, dan
moet men eiken herfst of voorjaar superphosphaat of
Thomasslakkenmeel toegeven, maar kaninest kan men
gewoonlijk wel achterwege laten, tenzij op zandgrond.
Wie geen chilisalpeter heeft, maar wel zwavelzu
ren ammoniak, kan van dit zout ook gebruik ma
ken. Alen neemt er 20 p.Ct. minder van dan van
chili. Kalk- of Norge-salpeter is ook best. Hier neme
men 10 5 15 p.Ct. meer van!
Deze meststof moet in gesloten vaatwerk tegen de
vochtigheid bewaard worden, anders wordt het kle
verig en is dan niet goed meer uit te strooien. Hoe
wel in mindere mate is dit met chili ook het geval,
daarom moet dat ook maar in glazen stopflesschen
of steencn potten met goed sluitende deksels bewaard
worden.
Over de bemesing van liet grasveld heb ik nogal
breed uitgeweid, maar dat is ook noodig. Geen mest,
geen gras! Als de planten geluid konden geven zou
den onze ooren tuiten van de hongerkreten, die uit
tuinen en tuintjes zouden opstijgen. Maar dat is niet
noodig. Wie zijn oogen open heeft, kan aan de kleur
wel zien of er mestbehoefte is. Waar geen gebrek aan
mest ïs, glimt liet gazon u tegen mei een donker groe
nen glans.
Thans wil ik uiteenzetten, hoe een nieuw gazon ge
maakt moet worden. Dit begint met een zorgvuldige
grondbewerking cn egaliseering van liet terrein. Nooit
mag een gazon hol zijn dan bij een vijver of sloot,
want anders is er in de holte een waterkuil met slech
ten grasgroei. Als men een groot grasveld zuiver wa
terpas legt, lijkt het nog hol. daarom maakt men dat
in het midden wat hooger. Een stijging van 1 op 25
a 30 staal dikwijls heel goed. Als een gebouw op een
hoogte staat, laat men het gazon met een zacht af-
loopende kromming zeer geleidelijk dalen, maar niet
met golven en dalen.
I)e grondbewerking is noodig 0111 de wortels gelegen
heid te geven diep naar beneden te kunnen groeien.
Men spit twee en, als de ondergrond erg vast is, wel
drie steken diep en wel zóó, dat de bovenlaag uit
de beste aarde bestaat. Is de bovenlaag goed, dan
moet men die bovenhouden; is ze slecht, dan kan
men ze door vruchtbaren grond vervangen of ermee
verbeteren. Alle steenen, scherven en keien moetén
er zorgvuldig uitgezocht worden, anders hinderen ze
later geweldig bij het maaien.
Een zandgrond bezit te weinig waterhoudende kracht,
doch dat kan verbeterd worden met kleigrond en hu
mus. Als men veel ouden stalmest, turfstrooisel of
molm door zoo'n grond werkt, wordt hij hutnusrijkcr
en daardoor beter geschikt voor grasgroei. Dat op
zandgrond de bemesting volledig dient te wezen spreekt
wel vanzelf.
Een stijve kleigrond kan verbeterd worden We,
zand en humusgevende stoffen
Als de diepe grondbewerking 111 den herfst of a,
winter uitgevoerd is, dan vriest de grond mooi fijn
kan 's voorjaars gemakkelijk verkruimeld worden.
Als de bewerking niet eerder <ütn in het voorjaar
kan geschieden, moet men den grond met haak
hark fijn maken, zoodra hij voldoende is opgedroogd
Gelijktijdig met de grondbewerking kan de bemestinj
1 worden uitgevoerd, zooals hierboven is aangegeven
Maakt den grond rijk en houdt hem rijk. Dal is vout
een grootcn tuin wel wat duur; maar wie zich (|t,
weelde van een siertuin veroorlooft, dient op de kos.
ten niet te beknibbelen, anders is het verstandiger
1 het terrein door vruchten- of groententeelt productie
te maken. Struikvormen van appels en peren komen
dan liet eerst in aanmerking en daarna bessen, aard-
beien cn frambozen.
Als het toekomstige gazon eenmaal netjes geëffend
en fijn gemaakt is, moet het „groen gemaakt" worden.
Dit kan geschieden door het met zoden te lnieggen
of met graszaad te bezaaien. Zoden moeten dun ge-
stoken en genomen worden van een weide met lijn
gras. Zij worden dadelijk neergelegd en vlak gerold
of geklopl. Vroeg voorjaars kan men er ter voorkoming
van uitdroging wat vruchtbare aarde over strooien, la
ter moet het begieten niet vergeten worden.
Heeft men geen voldoende hoeveelheid zoden, dan
kan men de randen van het gazon daarmede afba- l
kenen en het overige veld inzaaien met graszaad. Dit
moet dan iots hooger liggen dan den bovenkant der
zoden voor het zakken van den grond bij het aan.
drukken na het zaaien. j
Het beste graszaad voor gazons is een mengsel van
Pacey's. Engelsch raai gras met veld-beemdgras en kant-
gras, b.v. de helft van het eerste, een derde van het
tweede en een zesde van het laatste, üp drogen zand
grond kan er wat witte klaver en hopperupsklaver
doorgemengd worden, doch op goeden grond neme men
liever uitsluitend graszaad.
Dicht zaaien is een eerste vcreischte vóór het wel
slagen van het nieuwe gazon. H/i 5 2»/a Kilogram gras
zaad per honderd vierkante meters is niets te veel
Het zaaien kan reeds in Februari of Maart geschie
den en het zaad moet met een fijne hark licht wor
den ingewerkt. Daarna moet het bezaaide veld mei
een handrol vastgedrukt of met een klopper vlak ge
slagen worden. Steeds zaaie men bij stil weer. Na
het opkomen van het zaad moet dit spoedig door
een ervaren maaier met de zeis worden afgemaaid,
omdal een gazonmaaier op lossen grond nog te ,veel
uitplukt. Zoodra het gras vast genoeg staat, kan de
gazonmaaimachine geregeld gebruikt worden. Een goed
gazon moet steeds kort gehouden worden. Men moet
het gewoonlijk elke week onder handen nemen. Ran
den moeten geregeld bijgeknipt en zuiver afgestoken
worden.
In droge tijden is begieten noodig. Waar waterlei
dingen zijn, gaat dit met verplaatsbare gazonbesproeiers
's avonds gemakkelijk. Elders gebruikt men perspom
pen met slangen of handsproeiwagens. Als men be
giet. moet men het goed doen, dan kan men weer een
neel tijdje wachten, eer het gras opnieuw last van
de droogte krijgt.
Aangezien het veelvuldig maaien, hel grasveld sterk
uitput, dient men steeds op een rijke bemesting te
letten. Op dit aambeeld kan niet genoeg gehamerd
worden. Op de vruchtbaarste plekken, blijft het gras
het langst groen, dat kan men op iedere weide ont
dekken.
Enkele worlelonkruidcn zooals weegbree en paar
debloemen dient men uit te steken met een mes.
Zapdonkruiden. zooals ..kruiswortel" en „lepelblad',
gaan door maaien wel weg.
Als het nieuwe gizon minder dichte plekken heeft,
kan men die door bijzaiiïng en herhaald begieten wel
in orde krijgen.
Op een mooi _gazon van eenige uitgestrektheid kun
nen decoratieve gazonplanten als Guunera, pampas
gras, bocconia. enz., veel effect maken, evenals soli
tair heesters b.v. fraaie conifeeren, stam- en treur-
rozen, enz. Men lette echter op een elegante groepeé-
ring en juiste plaatsing en wachle zich voor overla
ding en dan„houdt het midden van het gazon zoo
veel mogelijk open!" Alen moet den geheelen tuin
steeds kunnen overzien. Er zit dan de iheeste diepte
in en de tuin doet zich daarom steeels grooter voor,
dan hij is.
Weet ge waardoor de indruk van dc meeste gazons
bedorven wordt? Door te veel perken: Een enkel perk
kan het schoone verhoogen, als hel oordeelkundig is
aangelegd en beplant. Met „borders" voor de heesters
en „bloemenranden" langs de paden wordt echter meer
schoonheid bereikt, vooral in kleinere tuinen.
Alooie planten in kuipen zooals draecaena's phor-
miums, agave's, musa's, en palmen, of een
aardig gevulde bloemenmand hebben voor het gazon
veel sierwaarde. Maar kabouters, herten, honden en
andere steenen versierselen, late men liever van liet
gazon weg. Zulke opzichtige dingen hinderen ons bij
de bewondering der natuirrlijke schoonheid van ga
zon en planten.
D. E. LANDMAN".
nu zeg en voeg er aan toe, dat ik zeer ontevreden
over hen ben."
Met hoog opgericht hoofd verliet Eger daarop het
kantoor.
Op hetzelfde oogenblik trad kolonel Reuter met
een ontsteld gezicht de werkkamer van Dr. Albrecht
Kalsbach binnen. Met weinige woorden deelde hij het
gebeurde mede en overhandigde hem den brief van
den overste.
„Dood dood!" riep Kalsbach ontzet uit.
„Ja," antwoordde de kolonel verplet.
Kalsbach kon er zich met recht op beroemen, dat
liij al onder zeer moeilijke omstandigheden in het
'loven zijn bedaardheid had kunnen bewaren. Hij had
zware verliezen geleden. Te midden van een vroolijk
gezelschap werd hem eens de boodschap gebracht
dat zijn drukkerij in den brand stond en verloren
was, maar geen minuut had hij zijn bedaardheid ver
loren. AI dat verlorene kon evenwel weer teruggewon
nen worden, het afgebrande kon weer worden opge
bouwd. Maar nu moest hij zich aan de tafel vast
houden.
„Weet mijn schoonzuster het al?" vroeg hij einde
lijk.
„Neen. Ik dacht dat u misschien..." stotterde de
kolonel, zonder den zin te voleindigen.
Kalsbach knikte toestemmend.
„Ik zal het haar zeggen hoe dat weet ik
zelf nog niet, want het zal' ontzettend moeilijk zijn,
na het vreeselijke wat gebeurd is, de juiste woorden
te vinden. Hoe Is dat gekomen?"
Reuter vertelde op welk een uitdagende eü bele
digende manier Schoenrock den overste in het casino
had bejegend en hoe hij dezen toen had uitgedaagd.
„En de raad van eer heeft dat duel goedgekeurd?"
„Ja, de eer van den overste verlangde dat hij het
duel aannam."
„De eer, kolonel," riep Kalsbach op bitteren toon
uit. „Ieder die mijn broer kende, wist, dat hij niet
het minste tegen zijn eer zou zondigen. Kon een
man als Schoenrock hem die eer ontnemen? Is de
uitslag van het duel dan niet geheel en al in strijd
met de rechtvaardigheid? De schuldige, die op lage
wijze mijn broeder heeft getart, die straf en tuchti
ging heeft verdiend, is als een overwinnaar uit het
strijdperk getreden en mijn ongelukkige broeder viel
als offer voor een wanbegrip."
„Deze afloop had niemand voorzien."
„Hij heeft aan zijn eer voldaan," riep Kalsbach
bitter uit. „De prijs was zijn leven, en de onbe
schrijfelijke smart, die hij daardoor aan de zijnen
heeft bereid; maar het gevoel van recht en de ge
rechtigheid is door dit alles In het gelaat geslagen."
„Eer en gerechtigheid zijn twee verschillende be
grippen," bracht de kolonel hiertegen in.
Kalsbach wilde antwoorden, maar hij zweeg en on
derdrukte zijn gevoel, maar in hem werd het besluit
rijp, dat hij met alle kracht zich tegen deze vooroor-
deelen zou te weer stellen.
„Waar is luitenant von Schoenrock?" vroeg hij.
„Die verliet de kampplaats zeer spoedig, ik ver
moed dat hij gevlucht is."
„En is er niets gedaan om den moordenaar tegen
te houden en hem aan het gerecht over te leve
ren?"
„Mijnheer Kalsbach, hij, die zijn tegenstander in
een tweegevecht doodt, is geen moordenaar," ant
woordde de kolonel, „zelfs de wet beoordeelt hem
zacht."
„U heeft gelijk, kolonel," antwoordde Kalsbach.
„Ik heb er op dit oogenblik niet aan gedacht, da'
de wetgever het duel, dat overblijfsel van een bar-
baarschen en ruwen tijd, in welken het recht nog
door het zwaard werd bevochten, nog met zulk een
zachtheid behandelt. Wie in hartstocht, ln toorn,
iemand, die hem gesard en geplaagd heeft, door
wien hij zelfs mishandeld is geworden, verslaat, die
wordt met onteerende gevangenisstraf gestraft. Maai
bij die zijn tegenstander ln een duel doodschiet, met
het vooruitberaamde plan om hem dood te schieten,
ja dat zelfs openlijk voooruit durft verkondigen, die
wordt alleen gestraft met vestingarrest. Dit is geen
moordenaar, die wordt wanneer hij de meest zachte
straf heeft ondergaan, in de voornaamste huizen we
der opgenomen en gaat bij velen voor een held door.
Dat alles mag nu zeer goed zijn, doch ik ben nu
eenmaal maar niet in staat dat te begrijpen. Mijn
hersens houden ieder die opzettelijk een mensch
doodt, voor een moordenaar, al geschiedt dit in een
tweegevecht of niet. Verontschuldig mijn opgewon
denheid, maar wanneer u zulk een broer verloren hadt,
clan ook zou de smart u overmeesteren. Maar nu
moet ik aan andere dingen denken, ik moet mU"
schoonzuster het treurige nieuws meedeelen. Arme
vrouwen, hoe zullen zij deze smart kunnen overwin
nen! Echter zij zijn jong en sterk, maar mijn oude
blinde moeder, die zal dit alles met haar leven moe
ten betalen."
Hij draaide het hoofd om, om niet te laten Hen-
dat hem de tranen in de oogen kwamen.
Reuter verwijderde zich.
Kalsbach gunde zich niet den tijd om tot bedaren
te komen, want de dood van zijn broeder kon niet
lang meer geheim blijven en zijn schoonzuster mocht
niet onvoorbereid van anderen de mededeeling van
liet voorgevallene vernemen.
Woordt vervolgd.