Grenen mi gunst en laste aan de banne behoorden, maar nog op naam der gemeente stonden, ook op naam der banne over te schrijven. B. en \V„ Stellen voor op dil advies gunstig te beschikken evenals op der gelijke verzoeken der banne St. Maarten cn polder Valkoog is gedaan. Allen voor. Door mejuffrouw A. Dekker, onderwijzeres aan de openbare lagere school, was eervol ontslag aange vraagd tegen 1 of zoo noodig 15 Augustus. Voorzitter deelt mede dat volgens haar instructie, mej. Dekker recht heeft 1 Augustus te gaan. Met den heer Akkerman en B. en \V. was evenwel overeenge komen, en dit eveneens met goedkeuring van mej Dekker, om haar met 21 Augustus haar eervol ont- slag te geven. De heer Akkerman zou dan de va- canlie. die anders vroeger wordt gehouden, met 21 Augustus willen laten beginnen. Dan zou mej. Dekker haar geheele vacantie misloopen, waarop zij toch recht heeft, en daarom stellen B. en W. voor haar tot 12 Augustus in functie te houden, tot 21 Augustus even wel haar salaris uit te keeren. De heer Slot informeert of de nieuw te benoemen onderwijzeres dan met 1 Augustus in functie kan ko men. Voorzitter zegt dat het do bedoeling was geweest, een onderwijzeres te benoemen, die reeds in functie was en dan had ook zij weer 6 weken noodig om te kunnen komen. Zoodoende hadden B. en \Y. het goed gevonden de bovenstaande regeling te treffen; nu bleek wel dat van de 20 sollicitanten er 19 nog niet in functie waren geweest, maar dat was nu een maal niet anders. Het goede was bedoeld. Bovendien had de gemeente nog een klein voordeel doordat de nieuwe onderwijzeres in functie zal treden 10 Septem ber, na de vacantie. Algemeen werden de voorstellen van B. en \V. goed gevonden en mej. Dekker eervol ontslag verleend met dank voor de vele bewezen diensten. Aan de orde komt de benoeming eener nieuwe on derwijzeres. De Raad gaat eerst in comité. Na herope ning der vergadering deelt voorzitter mede, dat de voordracht bestaat uit de dames: Brouke te Westzaan, Kuik te Zaandam, Van der Veen te Hoogwoud eh Bruin te Wijdenes. Mejuffrouw Brouke wordt met al- gemeene stemmen benoemd. Als hooisteker moest te St. Maarten aftreden de heer Jb. Witsende voordracht luidde: J. Bood en Wu Bijpost, de eerste wordt benoemd. Voor Valkoog trad af de'heer G. Bruin Kz., de voordracht luidde: W. Bijpost en G. Kooij, de eerste wordt benoemd. Te Eenigenburg moest aftreden de heer Kalf, de voor dracht luidde: A. Borst en J. Visser, de eerste wordt benoemd. Mocht een der benoemden het niet aannemen, zoo ontvangen B. en W. de machtiging den tweede der voordracht aan te wijzen. Op voorstel van B. en W. zal de geheele raad de gemeenterekening nazien en schriftelijk rapport uit brengen. De rekening der gemeente die nu wordt aan geboden, geeft een ontvangst aan van f 11.945.79, een uitgaaf van f 10.551.16, dus een batig slot van f 1391.63. B. en W. hebben eenige wijzigingen in de politic verordening, opgemaakt, die evenwel nog naar de Ge zondheidscommissie om advies moeten woorden opgezon den. Het betreft het vervoer en het bewaren van melk bij melkverkoopers. Deze melk moet vervoerd wor den in gesloten emmers, bussen, enz. Bij afsluiting mag geen hooi, lappen, enz. gebruikt worden. De flesschen, maten, enz., voor deze melk noodig, mogen alleen in rein water gespoeld worden, naar het oor deel van B. en W-. Is in het gezin dier melkverkoopers o£ in dat hun ner ondergeschikten, die met deze melk omgaan een door de wet erkende besmettelijke ziekte, dan mag geen melk verkocht worden, tot dat B. cn \V. dat weer toestaan. De heer Kuiper vindt de bepaling van het niet mo gen gebruiken van onrein water, van slootwater, voor emmers enz., die voor die melk worden gebruikt te eng.* Spr. wil die verbodsbepaling uitstrekken over al het vaatwerk. B. en W,. moeten al het gebruik van slootwater kunnen verbieden. Voorzitter vraagt hoe de heer Kuiper de overtre dingen wil constateeren, volgens spr. zal dat hoogst moeilijk gaan. Stel eens dat een pomp op de sloot wordt'geplaatst en men dat water gebruikt. Hoe wil men dat verbieden? De heer Kuiper erkent de moeilijkheid, maar die bestaat eveneens als men het wil zooals B. cn W. aangeven voor het vaatwerk voor de melk alleen. Voorzitter erkent dit volkomen. Dat zal eveneens moeilijk zijn te controleeres, spr. komt dan ook lang zamerhand hoe langer hoe meer tot de conclusie, dat in de theorie de verbodsbepalingen heel mooi lijken, maar in de practijk veel moeilijkheden met ach zullen meebrengen. De heer Kuiper meent, dat een verbodsbepaling als hij wil. toch zeer wenschelijk is. En als we het wen- schelijk vinden dat het onreine slootwater wordt ver boden, dan zal er ook wel een vorm zijn te vinden waaronder we dat kunnen doen. Het is toch al te dwaas, om slootwater voor het melkgerei te verbie den cn het voor ander vaatwerk en huishoudelijk ge bruik toe te staan. Het gevaar wordt door het ge meentebestuur blijkbaar erkend, welnu, dat gevaar be staat ook' voor het keukengerei. Voorzitter beaamt ook deze redeneering, maai Kui per vergeet éen ding, dat deze v®r0[^t®ni"gbe„lll8p1 leven is geroepen, doordat de r*ad zich heeft uitgesproken voor verbodsbep'al ..g ]k rkoo_ vervoeren en het bewaren van melk, bij pers, dus hier wordt gewaakt v°°r hij zelf alle hoop had gevestigd, die hem moest red den, moest nu zelf op de vlucht en geholpen wor den. Het duizelde hem, de voorwerpen in de kdmer schenen voor zijn oogen te dansen. „Telegrafeer aan uw moeder," zeide hij eindelijk. De luitenant raakte eveneens in vertwijfeling. Waar toe zou hij nu nog verbergen hoe het er met hem zelf bijstond. „Mijn moeder bezit geen cent niets. Door een ongelukkig proces hebben we alles verloren." Met starende oogen keek Eger den luitenant aan. Wanneer hem was aangezegd geworden, dat hij over een uur dood zou zijn, had hij niet meer ontsteld kunnen kijken. „Bezit gij geen vermogen meer?" riep hij eindelijk uit. Het was alsof die woorden uit zijn keel gekne pen werden. „Niets niets u alleen kunt mij redden!" Met den uitroep: „Almachtige God!" zonk de ban kier op een stoel neer en bedekte het gelaat met beide handen. Schoenrock begreep hem niet. „Wat deert u?" vroeg hij. „Ik ben verloren, geruïneerd!" kermde Eger en hield nog altijd zijn gelaat met beide handen bedekt. „U is rijk, hoe kan u dat alles dan zoo hinderen, wat scheelt het, of ik mijn vermogen kwijt ben?" bracht Schoenrock in. „Ik rijk? rijk?" riep de bankier in vertwijfe ling. Plotseling kreeg hij een andere gedachte en sprong op Schoenrock toe. „Wanneer wanneer hebt gij uw vermogen ver loren?" „Ruim eenige weken geleden." „En je hebt mij niets gezegd. Je hebt mij bedrogen je wildet mij nog meer bedriegen en misleiden!" riep Eger woedend uit. „Je wildet mijn dochter trou wen en hooptet dat ik je zou onderhouden, van mijn geld dus wilde je leven. Daarom was je er dus voor, dat de bruiloft zoo spoedig mogelijk zou plaats hebben." Schoenrock ergerde zich ditmaal niet over de woor den van den bankier. „Jij hebt dat immers zelf verlangd," antwoordde hij. „Over een paar dagen zullen een paar door jou geaccepteerde wissels vervallen, kan je die betalen'" vroeg Eger. „Wel neen, maar wat gaan mij die wissels aan. Geef mij maar zooveel geld, dat ik naar Zwitserland kan viuciiten. „Niets, niets geef ik je. Geen rooie cent, versta je nf h »ïl|"! met mi3n dochtcr verbreek ik. Vlucht nu, of laat je gevangen nemen het is me zlari i weg onverschillig." ne £lad" I derden kunnen loopen. Willen de menschenhe^ on reine water voor zichzelf gebruiken, ^aDe°°heer ^Kufper "meent, dat die achterlijke men- schen die dat doen, niet alleen gevaariijkz.ijnvoor zichzelf maar ook voor hun omgeving Zij kunnen een bron van besmetting worden als zij ziek worden voor hun buren. In Zuidscharwoude wordt het toch ook verboden. En bovendien we behoeven het ge bruik van het slootwater direct niet voor de geheele gemeente te verbieden. Dat kan plaatselijk gebeuien Ais het bijv .te Valkoog noodig is, kan het tot dat deel der gemeente beperkt blijven. De heer De Boer wijst erop hoe deze bepalingen door B. en W. in het leven zijn geroepen alleen voor den melkverkoop voor huishoudelijk gebruik. Het is de bedoeling, de vaten, emmers enz. zoo zui ver mogelijk te houden, opdat de venters zoo zui ver mogelijke waar leveren. Zoo ver dachten B. en W. te moeten gaan, omdat de raad in beginsel heeft besloten een dergelijke verordening te ontwerpen. Déze verordening is ter spreke gebracht en toen reeds heb ik mijn twijfel geuit of zij wel uitvoerbaar was. Ik meen, dat nadat Kuiper het een en ander heeft aangeroerd, dat de bewuste bepaling dient te, vervallen, of het geheele ontwerp. Wat Kuiper wil, is heel mooi, maar als de verordening zoover wordt uitgebreid zullen de overtredingen moeilijk zijn te constateeren. Maar als de heer Kuiper meent dat liet noodig is, dan moet hij maar een voorstel doen. De heer Kuiper wil dan als artikel toegevoegd heb ben: tijdens het heerschen van een besmettelijke ziek te in of nabij de gemeente, kunnen B. en W. op aavies van een geneesheer het gebruik van sloot water verbieden. Spr. noemt ook nabij de gemeente, omdat bijv. in Dirkshorn een besmettelijke ziekte kan heerschen, het gebruik van slootwater daar kan wor den verboden, terwijl het in St. Maarten, misschien het naaste huis, gebruikt kan blijven worden. In stemming gebracht, verklaren alle heeren zich tegen het voorstel-Kuiper, alleen deze is er voor. De redactie van B .en W. wordt nu goedgekeurd, eveneens nog eenige wijzigingen betreffende het wer pen van allerlei vuil, papier, afval in de slooten, het bewaren daarvan op plaatsen waar het stank ver spreidt of hinderlijk is, en het opslaan van allerlei als mest, hooi enz. enz. op de bermen van wegen en paden. De heeren Kuiper en Schermerhorn onderzoeken nu de geloofsbrieven van de nieuwgekozen raadsleden Bruin en Visser. De stukken worden in orde bevonden en de raad besluit tot toelating. De rondvraag levert niets op, zoodat sluiting der openbare vergadering volgt. De raad gaat in comité ter behandeling reclames Hoofdelijken Omslag. TANTE'S GEZICHT. Ik hen bang Jeanne, dat we niet alleen in de coupé zullen blijven. O ja, tante, gaat u dan maar vlak bij 4 por tier zitten, dan zal er heusch niemand in komen. BINNEN IS BINNEN. Bruid (op 't stadhuis tol de getuigen Ga jelui nu 'n beetje 'dicht bij de deur zitten, dat er niemand uit kan. IiXXVI. HET AANLEGGEN EN ONDERHOUDEN VAN GAZONS. Mat liet tapijt is in de woning, is het gazon in den tuin. Het eerste verhoogt de fraaiheid der meu bels, het laatste doet de schoonheid van heesters en bloemen tot haar volle recht komen. Het gazon geeft het cachet van voornaamheid aan een tuin en legt tevens getuigenis af van den gedistingeerden smaak van den eigenaar. Met den zomer is het reisseizoen ingetreden en ve len gaan in dezen tijd een uitstapje maken naar be koorlijke oorden binnen de landpalen van ons Ko ninkrijk of over deszelfs grenzen. Wie het genoegen heeft den reisstaf ter hand te kunnen, zal ook in den vreemde allerwege ontwaren, dat het sappig groene gazon steeds een noodzake lijke voorwaarde is voor een schilderachtigen en be koorlijken tuin of park. Het gazon is een kort geschoren grasveld. Dat te maken en te onderhouden lijkt een eenvoudig werk, maar is het in werkelijkheid iang niet. Ik meen daar om in veler belang te schrijven, wanneer ik dit opstel wijd aan de behandeling van het gazon. Gras behoeft voor een weligen groei drie dingen le. volop zonlicht, 2e. een vochtigen grond en 3e. zeer veel planten voedsel. Wijl de zonnestralen niet kunnen doordringen on der dicht geboomte, is het daar altijd sukkelen met Eger had deze woorden, die ten duidelijkste zijn gezindheid verrieden, in hevigen toorn uitgeschreeuwd zijn gelaat was vuurroood, zijn oogen puilden uit hun kassen. Schoenrock scheen door de wijze waarop de han- delsraad hem behandelde, zijn gewone bedaardheid teruggekregen te hebben. Hij zette de lorgnet vaster cp zijn neus, en trad op den handelsraad toe. „Wel, zoo'n schoft!" zeide hij hoonend en hierop verliet hij driftig het vertrek. Eger wilde hem naloopen, maar de kracht ontbrak hem. Hij had zich wel duizendmaal schoft willen laten noemen, als hij daardoor maar gered had kun nen worden. Hij zonk op een stoel neer. Voor zijn zaak was er geen redding mogelijk daaraan dacht hij ook nu niet meer, want de val van zijn huis, had hij den laatsten tijd met de meest vertwijfelde middelen ver traagd. Nu was er alleen sprake van, hoe hij zichzelf zou kunnen redden, want hij wist heel goed, dat hij de gevangenis niet zou ontloopen als zijn bankroet bekend werd. Zijn boeken waren vervalscht en slor dig bijgehouden, om zoodoende den werkelijken stand van zaken geheim te houden. Hij had de hem toever trouwde gelden verduisterd en voor zichzelf gebruikt en reeds sedert langen tijd had zijn uiterlijke groot heid alleen daartoe gediend om hem staande te hou den. Hij was alleen maar weer een mensch van het oogenblik, die alleen aan eigen lijfsbehoud denkt. Zelfs dacht hij niet aan vrouw en dochter. Eindelijk stond hij langzaam van zijn stoel op ju streek zich eens met de hand over het voorhoofd er bleef hem geen anderen uitweg dan de vlucht o\er. Aan zijn vrouw schreef hij eenige regels, waar in hij haar meedeelde, dat hij voor zeer gewichtige zaken eenige dagen op reis moest. Dezen brief liét hij door den bediende bezorgen. Daarna raapta hij in groote haast alle geld en geldswaardige papieren bijeen, verborg dat in zijn rokzak, en trad met het strengste en meest gewichtige gezicht, dat hem zoo goed ter beschikking stond, de kamer uit, het kan toor binnen, waar zijn boekhouders zaten. „Ik moet dadelijk op reis," zeide hij tot den eer sten boekhouder. „Morgen vervallen er twee wissels, maar voor dien tijd ben ik terug, of zal je per tele graaf mijne orders meedeelen. Zie streng toe op orde en plichtsvervulling, want ik heb al eens herhaaldelijk opgemerkt, dat wanneer ik op reis ben, er minder gcweikt woordt. Tot nu toe heb ik daarover gezwe- siei? «aari wil dat dit nlet meer zal gebeuren en siel er u dus voor aansprakelijk." „Het moet voor elk uwer in het bijzonder een zaak keurighe^d"te artiiH,afwezl«held met dezelfde nauw keurigheid te arbeiden; zeg dus den heeren wat ik u den grasgroei. Als men met rijke cn dikwijls her baalde bemesting cn begieting liet daar met met het gazon kan klaar spelen, aan niet ftjnbladerigen klimop, friedera helix), maagdepalm, (Vinca minor), varens of mos nog altijd een sierlijke groene ondergrond ver kregen worden. Toch moet men het zelfs in de scha duw niet te spoedig opgeven. Een slecht, mossig gras veld legge men volgens onderstaande wenken nog eens opnieuw aan en als het alleen wat dun is, brengt men er in herfst of. winter kunstmest en 's voorjaars nieuw graszaad op met een laagje vruchtbaren grond van enkele millimeters dikte om liet zaad onder te wer- ken. Vooral onder de hoornen is de grond s zomers droog en arm, daarom moet men daar veel, en dan 'telkens sterk begieten, en den niest, vooral het chili 'salpeter, niet sparen. Nooit mag men van chilisalpeter meer strooien dan 25 gram per vierkanten meter, maar I men herhale de bemesting m het eerst alle drie we- 1 ken en na Juli om de maand. Voor het eerst kan I men de chili strooien omstreeks half Maart, lil den 'laten herfst of in het vroege voorjaar bemesten we bovendien met 1 ons superpnosphaat of D/a ons Tho- j masslakkenmeel per vierkanten meter en 1 ons kaï niet of 1/2 ons patenlkali op dezelfde oppervlakte. E11 als een proef ons geleerd heeft, dat kalk goed voor het gazon is, wat wel dikwijls, maar toch lang niet altijd het geval is, dan doet men goed er in Novem- her of December bovendien nog 2 5 3 ons fijne kalk per ML over het gazon uit te strooien. Wie de moeite neemt, die kalk te voren herhaald en innig dooreen te werken met vruchtbare slootaarde of bagger en deze als compost over het gazon te strooien, heeft hif" den regel de beste resultaten. Kunstmest is tegenwoordig de aangewezen meststof voor gazons. Stroomest van koeien ol paaiden is wel beter dan niets, maar hij staat om veie redenen toch vér bij den kunstmest achter. Haar onooglijk aan zien en weerzinwekkende reuk maken haar voor het gazon ongeëigend. In veel geschriften of artikelen over tuinen kan men lezen, dat „bouillon van koemest" zoo best is. Dat is maar malligheid! In die bruine vloeistof zit een bedroefd klein beetje voedsel, 't Is éen mager soepje, hoor! Waai' wel pit in zit. dat is in de zui vere urine van de dieren. Als die te juister tijd wordt aangewend ter hoeveelheid van 1D/j Liter per vier kanten meter, komt ze de werking van chili nabij. Wie met urine het gazon wil bemesten, dient die met gie ter of hand-sproeiwagen netjes te verdeelen, liefst bij vochtig weer. of anders ze met water genoegzaam te verdunnen, b.v. 1 deel urine' en 2 deeten water en dan 's avonds uilsproeien. Bemest men met urine, dan moet men eiken herfst of voorjaar superphosphaat of Thomasslakkenmeel toegeven, maar kaninest kan men gewoonlijk wel achterwege laten, tenzij op zandgrond. Wie geen chilisalpeter heeft, maar wel zwavelzu ren ammoniak, kan van dit zout ook gebruik ma ken. Alen neemt er 20 p.Ct. minder van dan van chili. Kalk- of Norge-salpeter is ook best. Hier neme men 10 5 15 p.Ct. meer van! Deze meststof moet in gesloten vaatwerk tegen de vochtigheid bewaard worden, anders wordt het kle verig en is dan niet goed meer uit te strooien. Hoe wel in mindere mate is dit met chili ook het geval, daarom moet dat ook maar in glazen stopflesschen of steencn potten met goed sluitende deksels bewaard worden. Over de bemesing van liet grasveld heb ik nogal breed uitgeweid, maar dat is ook noodig. Geen mest, geen gras! Als de planten geluid konden geven zou den onze ooren tuiten van de hongerkreten, die uit tuinen en tuintjes zouden opstijgen. Maar dat is niet noodig. Wie zijn oogen open heeft, kan aan de kleur wel zien of er mestbehoefte is. Waar geen gebrek aan mest ïs, glimt liet gazon u tegen mei een donker groe nen glans. Thans wil ik uiteenzetten, hoe een nieuw gazon ge maakt moet worden. Dit begint met een zorgvuldige grondbewerking cn egaliseering van liet terrein. Nooit mag een gazon hol zijn dan bij een vijver of sloot, want anders is er in de holte een waterkuil met slech ten grasgroei. Als men een groot grasveld zuiver wa terpas legt, lijkt het nog hol. daarom maakt men dat in het midden wat hooger. Een stijging van 1 op 25 a 30 staal dikwijls heel goed. Als een gebouw op een hoogte staat, laat men het gazon met een zacht af- loopende kromming zeer geleidelijk dalen, maar niet met golven en dalen. I)e grondbewerking is noodig 0111 de wortels gelegen heid te geven diep naar beneden te kunnen groeien. Men spit twee en, als de ondergrond erg vast is, wel drie steken diep en wel zóó, dat de bovenlaag uit de beste aarde bestaat. Is de bovenlaag goed, dan moet men die bovenhouden; is ze slecht, dan kan men ze door vruchtbaren grond vervangen of ermee verbeteren. Alle steenen, scherven en keien moetén er zorgvuldig uitgezocht worden, anders hinderen ze later geweldig bij het maaien. Een zandgrond bezit te weinig waterhoudende kracht, doch dat kan verbeterd worden met kleigrond en hu mus. Als men veel ouden stalmest, turfstrooisel of molm door zoo'n grond werkt, wordt hij hutnusrijkcr en daardoor beter geschikt voor grasgroei. Dat op zandgrond de bemesting volledig dient te wezen spreekt wel vanzelf. Een stijve kleigrond kan verbeterd worden We, zand en humusgevende stoffen Als de diepe grondbewerking 111 den herfst of a, winter uitgevoerd is, dan vriest de grond mooi fijn kan 's voorjaars gemakkelijk verkruimeld worden. Als de bewerking niet eerder <ütn in het voorjaar kan geschieden, moet men den grond met haak hark fijn maken, zoodra hij voldoende is opgedroogd Gelijktijdig met de grondbewerking kan de bemestinj 1 worden uitgevoerd, zooals hierboven is aangegeven Maakt den grond rijk en houdt hem rijk. Dal is vout een grootcn tuin wel wat duur; maar wie zich (|t, weelde van een siertuin veroorlooft, dient op de kos. ten niet te beknibbelen, anders is het verstandiger 1 het terrein door vruchten- of groententeelt productie te maken. Struikvormen van appels en peren komen dan liet eerst in aanmerking en daarna bessen, aard- beien cn frambozen. Als het toekomstige gazon eenmaal netjes geëffend en fijn gemaakt is, moet het „groen gemaakt" worden. Dit kan geschieden door het met zoden te lnieggen of met graszaad te bezaaien. Zoden moeten dun ge- stoken en genomen worden van een weide met lijn gras. Zij worden dadelijk neergelegd en vlak gerold of geklopl. Vroeg voorjaars kan men er ter voorkoming van uitdroging wat vruchtbare aarde over strooien, la ter moet het begieten niet vergeten worden. Heeft men geen voldoende hoeveelheid zoden, dan kan men de randen van het gazon daarmede afba- l kenen en het overige veld inzaaien met graszaad. Dit moet dan iots hooger liggen dan den bovenkant der zoden voor het zakken van den grond bij het aan. drukken na het zaaien. j Het beste graszaad voor gazons is een mengsel van Pacey's. Engelsch raai gras met veld-beemdgras en kant- gras, b.v. de helft van het eerste, een derde van het tweede en een zesde van het laatste, üp drogen zand grond kan er wat witte klaver en hopperupsklaver doorgemengd worden, doch op goeden grond neme men liever uitsluitend graszaad. Dicht zaaien is een eerste vcreischte vóór het wel slagen van het nieuwe gazon. H/i 5 2»/a Kilogram gras zaad per honderd vierkante meters is niets te veel Het zaaien kan reeds in Februari of Maart geschie den en het zaad moet met een fijne hark licht wor den ingewerkt. Daarna moet het bezaaide veld mei een handrol vastgedrukt of met een klopper vlak ge slagen worden. Steeds zaaie men bij stil weer. Na het opkomen van het zaad moet dit spoedig door een ervaren maaier met de zeis worden afgemaaid, omdal een gazonmaaier op lossen grond nog te ,veel uitplukt. Zoodra het gras vast genoeg staat, kan de gazonmaaimachine geregeld gebruikt worden. Een goed gazon moet steeds kort gehouden worden. Men moet het gewoonlijk elke week onder handen nemen. Ran den moeten geregeld bijgeknipt en zuiver afgestoken worden. In droge tijden is begieten noodig. Waar waterlei dingen zijn, gaat dit met verplaatsbare gazonbesproeiers 's avonds gemakkelijk. Elders gebruikt men perspom pen met slangen of handsproeiwagens. Als men be giet. moet men het goed doen, dan kan men weer een neel tijdje wachten, eer het gras opnieuw last van de droogte krijgt. Aangezien het veelvuldig maaien, hel grasveld sterk uitput, dient men steeds op een rijke bemesting te letten. Op dit aambeeld kan niet genoeg gehamerd worden. Op de vruchtbaarste plekken, blijft het gras het langst groen, dat kan men op iedere weide ont dekken. Enkele worlelonkruidcn zooals weegbree en paar debloemen dient men uit te steken met een mes. Zapdonkruiden. zooals ..kruiswortel" en „lepelblad', gaan door maaien wel weg. Als het nieuwe gizon minder dichte plekken heeft, kan men die door bijzaiiïng en herhaald begieten wel in orde krijgen. Op een mooi _gazon van eenige uitgestrektheid kun nen decoratieve gazonplanten als Guunera, pampas gras, bocconia. enz., veel effect maken, evenals soli tair heesters b.v. fraaie conifeeren, stam- en treur- rozen, enz. Men lette echter op een elegante groepeé- ring en juiste plaatsing en wachle zich voor overla ding en dan„houdt het midden van het gazon zoo veel mogelijk open!" Alen moet den geheelen tuin steeds kunnen overzien. Er zit dan de iheeste diepte in en de tuin doet zich daarom steeels grooter voor, dan hij is. Weet ge waardoor de indruk van dc meeste gazons bedorven wordt? Door te veel perken: Een enkel perk kan het schoone verhoogen, als hel oordeelkundig is aangelegd en beplant. Met „borders" voor de heesters en „bloemenranden" langs de paden wordt echter meer schoonheid bereikt, vooral in kleinere tuinen. Alooie planten in kuipen zooals draecaena's phor- miums, agave's, musa's, en palmen, of een aardig gevulde bloemenmand hebben voor het gazon veel sierwaarde. Maar kabouters, herten, honden en andere steenen versierselen, late men liever van liet gazon weg. Zulke opzichtige dingen hinderen ons bij de bewondering der natuirrlijke schoonheid van ga zon en planten. D. E. LANDMAN". nu zeg en voeg er aan toe, dat ik zeer ontevreden over hen ben." Met hoog opgericht hoofd verliet Eger daarop het kantoor. Op hetzelfde oogenblik trad kolonel Reuter met een ontsteld gezicht de werkkamer van Dr. Albrecht Kalsbach binnen. Met weinige woorden deelde hij het gebeurde mede en overhandigde hem den brief van den overste. „Dood dood!" riep Kalsbach ontzet uit. „Ja," antwoordde de kolonel verplet. Kalsbach kon er zich met recht op beroemen, dat liij al onder zeer moeilijke omstandigheden in het 'loven zijn bedaardheid had kunnen bewaren. Hij had zware verliezen geleden. Te midden van een vroolijk gezelschap werd hem eens de boodschap gebracht dat zijn drukkerij in den brand stond en verloren was, maar geen minuut had hij zijn bedaardheid ver loren. AI dat verlorene kon evenwel weer teruggewon nen worden, het afgebrande kon weer worden opge bouwd. Maar nu moest hij zich aan de tafel vast houden. „Weet mijn schoonzuster het al?" vroeg hij einde lijk. „Neen. Ik dacht dat u misschien..." stotterde de kolonel, zonder den zin te voleindigen. Kalsbach knikte toestemmend. „Ik zal het haar zeggen hoe dat weet ik zelf nog niet, want het zal' ontzettend moeilijk zijn, na het vreeselijke wat gebeurd is, de juiste woorden te vinden. Hoe Is dat gekomen?" Reuter vertelde op welk een uitdagende eü bele digende manier Schoenrock den overste in het casino had bejegend en hoe hij dezen toen had uitgedaagd. „En de raad van eer heeft dat duel goedgekeurd?" „Ja, de eer van den overste verlangde dat hij het duel aannam." „De eer, kolonel," riep Kalsbach op bitteren toon uit. „Ieder die mijn broer kende, wist, dat hij niet het minste tegen zijn eer zou zondigen. Kon een man als Schoenrock hem die eer ontnemen? Is de uitslag van het duel dan niet geheel en al in strijd met de rechtvaardigheid? De schuldige, die op lage wijze mijn broeder heeft getart, die straf en tuchti ging heeft verdiend, is als een overwinnaar uit het strijdperk getreden en mijn ongelukkige broeder viel als offer voor een wanbegrip." „Deze afloop had niemand voorzien." „Hij heeft aan zijn eer voldaan," riep Kalsbach bitter uit. „De prijs was zijn leven, en de onbe schrijfelijke smart, die hij daardoor aan de zijnen heeft bereid; maar het gevoel van recht en de ge rechtigheid is door dit alles In het gelaat geslagen." „Eer en gerechtigheid zijn twee verschillende be grippen," bracht de kolonel hiertegen in. Kalsbach wilde antwoorden, maar hij zweeg en on derdrukte zijn gevoel, maar in hem werd het besluit rijp, dat hij met alle kracht zich tegen deze vooroor- deelen zou te weer stellen. „Waar is luitenant von Schoenrock?" vroeg hij. „Die verliet de kampplaats zeer spoedig, ik ver moed dat hij gevlucht is." „En is er niets gedaan om den moordenaar tegen te houden en hem aan het gerecht over te leve ren?" „Mijnheer Kalsbach, hij, die zijn tegenstander in een tweegevecht doodt, is geen moordenaar," ant woordde de kolonel, „zelfs de wet beoordeelt hem zacht." „U heeft gelijk, kolonel," antwoordde Kalsbach. „Ik heb er op dit oogenblik niet aan gedacht, da' de wetgever het duel, dat overblijfsel van een bar- baarschen en ruwen tijd, in welken het recht nog door het zwaard werd bevochten, nog met zulk een zachtheid behandelt. Wie in hartstocht, ln toorn, iemand, die hem gesard en geplaagd heeft, door wien hij zelfs mishandeld is geworden, verslaat, die wordt met onteerende gevangenisstraf gestraft. Maai bij die zijn tegenstander ln een duel doodschiet, met het vooruitberaamde plan om hem dood te schieten, ja dat zelfs openlijk voooruit durft verkondigen, die wordt alleen gestraft met vestingarrest. Dit is geen moordenaar, die wordt wanneer hij de meest zachte straf heeft ondergaan, in de voornaamste huizen we der opgenomen en gaat bij velen voor een held door. Dat alles mag nu zeer goed zijn, doch ik ben nu eenmaal maar niet in staat dat te begrijpen. Mijn hersens houden ieder die opzettelijk een mensch doodt, voor een moordenaar, al geschiedt dit in een tweegevecht of niet. Verontschuldig mijn opgewon denheid, maar wanneer u zulk een broer verloren hadt, clan ook zou de smart u overmeesteren. Maar nu moet ik aan andere dingen denken, ik moet mU" schoonzuster het treurige nieuws meedeelen. Arme vrouwen, hoe zullen zij deze smart kunnen overwin nen! Echter zij zijn jong en sterk, maar mijn oude blinde moeder, die zal dit alles met haar leven moe ten betalen." Hij draaide het hoofd om, om niet te laten Hen- dat hem de tranen in de oogen kwamen. Reuter verwijderde zich. Kalsbach gunde zich niet den tijd om tot bedaren te komen, want de dood van zijn broeder kon niet lang meer geheim blijven en zijn schoonzuster mocht niet onvoorbereid van anderen de mededeeling van liet voorgevallene vernemen. Woordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 6