I' Anisterdanisclie Brieveo. Binnenlandsch Nieuws. Zaterdag 14 Augustus 1909. 53e Jaargang. No. 4555. DERDE BLAD. over de engelen. n 0 VVien zal ik zenden, en wie zal ons henengaan? Toen /cal- Jezaia: Zie Heer, hier ben ik; zend mij henen, j l:,n dan volgi die ontzettende oesdniKliging legen 'ii volk, dal hoort, maar niet verstaat; dat ziende ziet, CCVII. l'.venals toen ik indertijd mijn tweeden „Vlinderbrief" zou gaan schrijven, en vergelen was, wat ik 'n week te voren van plan was daarin te zeggen toen ik 'l beloofde zoo zit ik er nu voor. Ik heb dien 20€den brief en ook de belofte daarin gedaan, ge lezen en ik weet zeker, dat ik verleden week heel wat wist mee te deelen over de engelenen nu weet ik er niets meer van. Vei denkt mi j niet van u iets wijs te willen maken, en verwijt mij niet het verzuim van, wal ik verle den week wist, dan niet opgeschreven te hebben; want tot het eerste wil ik niet in staat zijn en het tweede kan ik niet doen, omdat ik dan alle kracht tot schrij ven zou missen, en het onderwerp voor mij de waar de van behandeling verloren schijnt te hebben. Wat dit is en hoe dit komt, kan ik niet verkla ren ik weet alleen, dat ik aan 'n onderwerp bezig zijnde, dat onderwerp van alle kanten kan bekijken, en ook. dat |ik er tot in 't oneindige misschien wel over zou kunnen praten; maar heb ik 't eenmaal los gelaten, dan ben ik 't kwijt, en dan zijn de enkele regels, die ik ervan noteerde, om mijn memorie ter gelegener tijd ter hulp te komen, tevergeefs geschre ven. En daarom kijken mij nu die stuk of wat woorden, die paar zinnen, die namen van 'n enkelen prof feet, van 'n schilder, van 'n dichter zóó vreemd aan, dat ik, om eenigszins in mijn denken van verleden week terug te kunnen keeren, wel verplicht ben al les weer na te slaan en na te lezen; om toch niet te vinden wat ik toen bezat. Het ontroerend droeve versie, waarvan ik in den tweeden Vlinderbrief sprak, werd 'n paskwil, de belovende bloesems woeien af, de klagers bij de begrafenis moesten gehuurd wor den. de fluitspelers op het huwelijksfeest betaald, 'n Taak van iets mooi te kunnen en te willen zeg gen, kan blijkbaar niet straffeloos uitgesteld worden. Droefheid en blijdschap en iets te zeggen te hebben, schijnen niet beredeneerd of overwogen, of berekend of uitgesteld te kunnen worden; want doet men dit, dan wordt 't heel iets anders, dan men. er van ver wachtte. en stelt men zichzelf en anderen te leur. Want zóó ijdel en verblind was nooit eenig schrijver of spreker, of hijzelf was de eerste, die wist, of hij iets gezegd had. dat de moeite van 't lezen of aan- booren waard was of niet. En dat gesprokene of ge schrevene behoeft niet altijd geleerdheid of wijsheid 'e wezen, 't Behoeven niet altijd sommen te zijn of levenswaarheden en het evenwicht onzer zielen ver- lo.cn zou gaan; 't mag zelfs om 't maar dadelijk tot zijn uiterste grens te zeggen onzin wezen, als ge 't maar met de noodige gratie en de noodige be- fco ing weet neer te schrijven of te zeggen. Ge be hoeft u niet te bepalen tot de grenzen der stof, der mogelijkheden of der logica. Die dingen zijn goed voor 'n dispuut. Maar over Dickens disputeert men nk evenmin als over Homeros of over Shakespeare. riet be.laan der heksen in ..Macbeth" en het nimmer n daad sorteerende luie denken van Hamlet aanvaardt men. Cremers „Kriekende Kriekske' of zJjn ..Pauwe- ve.'rke" gaat men niet uitpluizen. Droogstoppel kan de brieven van Paulus niet lezen, en 't Evangelie nog ivunder: en als Nurks 'n brief van mij in handen krijg', dan is zijn e?rste opmerking: „Je kan wel zien, dat 't papier goedkoop is.'" Bartjes en Boeser en 's Rijksbetaalmeesters zetten, als 't tepas komt. het te kort van 'n half centje in de courant, en 'n leeraar in 't rekenen laai er zijn ziel aan te gast gaan; maar dal doen 'n schrijver en 'n spreker niet, die alleen tot taak hebben de menschen 'n beetje gelukkiger te maken, en ze nog eens over iets anders te laten den ken dan over tweemaal twee, renteverlies en meer waarde. Dickens schreef alleen, om gelezen te wor den en ons 'n Micawber, 'n Pecksniff, 'n Quilp, maar ook 'n Peggotti, 'n Jufh „uw Mowsher, 'n Agnes te la ten zien. die nooit bestaan hebben, maar die zijn rijke verbeeldingsoogen waren voorbij gegaan, den spiegel opheffend voor ganseh de wereld, opdat gansch de wereld, alle menschen daarin zien zouden het lief lijke en het afschuwelijke, het verachtlijke en het na volgenswaardige. Al dat mooie en al dat leelijke' zijn verbeeldings producten, levende enkel in den geest van wie er over schreef of sprak, maar tooiend het leven met iets on zegbaar schoons, beploegend den akker van het 'men- scheliik denken, dat bij enkel realiteit geen vruchten voortbrengt. De schrijver van het boek Genesis deed hè! verste schot, dal ooit door het menschelijk den t en en door menschelijke phantasie gedaan kon wor den. torn hii Adam van gedachten liet wisselen met de Hoogste Gedachte, waaraan hijzelf zijn denkenden geest te danken had, en die hem daardoor op zijne hemt tol Schepper verhief. Want uit Gods phantasie en door de kracht van Zijn Woord zijn de aarde en de hemelen gemaakl. de zee en al wat daarin is. en uil des Menschen phantasie en door de kracht van zien woord zün ontstaan en geboren hebben leven en be'eekenis gekregen: al die wondere fantastische'schep els die als kaboutera onder den grond arbeiden aan Freya's gouden hoofdhaar, dat als koren naar lm ven fijstdie als elfen glijden door de lucht, langs zonne- eTT manestralen, om boodschappen van 'den hemel tlTrhr de aarde en van dei aarde naar den hemel te brengen. Aan die phantasie en aan dien scheppings drang' 'n vogel wil nu eenmaal vliegen had Paulus liet Ie danken, dat hii werd ..opgetrokken lot in den derden hemel, waar hij woorden hoorde spre ken. die 'n mensch niet zeggen kan"; had Petrus het maar niet bemerkt. „Maak het hart van dat volk vet' i zoo zegt God, „maak zijn ooien toe, sluit zijn oogen, opdat net niet hoore, noch zie, noch iets versta; noch 1 zich beheere en het geneze. Tot hoelang, Heer? Totdat alles verwoest zal zijn, en er geen inwo ner in 'n stad meer zal zijn overgebleven. Maar 'n liende deel zal terug keeren enz. In dit heilig-mooie hoofdstuk (het zesde), waarin Je- zaia ons van zijn roeping vertelt, spreekt hij van en SCHACiEKBKDG. Donderdagavond vergaderde in het lokaal van mej. de wed. Swarthof, de Vereeniging Straatverlichting te Schagerbrug. liet Bestuur dat telken jare moet aftroden, werd hij acclamatie herkozen. IX' functies zijn verdeeld als volgt: de heeren G. C. Hulst, voorzitter, Th. E. J. j Odendaal, secretaris, G. Vrijburg, penningmeester, J. van Leverink, Stöve cn Bossen commissarissen. i Uit do rekening en verantwoording bleek, dat was gelen en laat Inj een nunner aan hemzelf n heiligen- ontvangen f 179.52, uitgegeven f 138.84, saldo f 40.68. volvoeren, /tjn lippen worden door vuur ge- j>e verlichting zal dezen winte ie danken, dat hij 'n laken zag neerdalen uit den hemel met reine en onreine dieren, welke hem ge boden werd te slachten en te eten; dankte EJia zijn visioen op den Horeb, Mohammed zijn bezoek aan den hemel. Mozes het bevel 'n volk te redden, Jezaia, „in hel iaar loen koning Uzzia stierf", het schouw spel in den hemel, waar hij „den Heer zag zitten op 'n hoogen en verheven troon, terwijl zijn zoomen den tempel vervulden. „De serafs" dat zijn engelen mei zes vleugelen stonden hoven hem; met twee hunner vleugelen bedekten zij hun aangezicht, mei twee hun voelen en met twee vlogen zij, „En de een liep tot den ander cn zeide: Heilig, heilig, heilig is de Heer der heirscharen, de gansehe aaide is van Zijn heerlijkheid vol; zoodat de pos ten der dorpels zich bewogen van de stem des roe penden. en het huls werd vervuld met rook. ..Toen zeide JezaiaWee mij, want ik verga, dewijl ik 'n man van onreine lippen hen. en woon in hel midden eens volks, dat onrein van lippen is; wanl mijne oogen hebben den Koning, den Heer der Heir scharen gezien. „Maar een der serafs vloog tol hem, en hij had 'n gloeiende kool in zijn hand, die hij mei de lang van den altaar had genomen; en hij roerde Jezaia's mond daarmede aan, en zeide: Zie. deze heefl uwe lippen aangeroerd, al zoo is uw misdaad van u gewe ken en uw zonde is verzoend. „Daarna hoorde hij de stem des Heeren die zeide: heiligd, opdat zijn woordheilig wezen zou. Zoo ben ik dan toch bij de engelen terecht geko men, en heb ik mijn eerslen regel over hen geschre ven. De voorstelling, die Jezaia van hen heeft en geeft, wijkt eenigszins van de algemeene voorstelling af. Op kerkorgels en kerstprentjes zien wij ze afgebeeld met twee vleugelen, en cp den Paaschmorgen, bij het „Han er opstanden' van den Noorschen schilder houden twee-vleugelige engelen de wacht. 01 er nog andere voorstellingen van engelen zijn, sveet ik niet. Vondel laat ApoUion spreken van: „Een hooger zaligheit, die d' Engelen nog missen' en laat hem uitroepen „Helaesl Wij zijn misdeelt; wij weten van geen trouwen, Van gade of gading, in een hemel zonder vrou wen." Dit schijn, zoowel te slaan op de gevallen engelen, waartoe Luciter, Apollion, Belzetoub en andere behoo- ren, als op de engelen, die onder aanvoering van Michaël, met Gabriël en andere aan Gods zijde staan de engelen, tegen hen ten strijde trekken. Maar over het geheel hebben de booze engelen, na Vondel en Milten, weinig van zich laten hooien; al leen Ten Kate repte er nog even van; waarschijnlijk omdat zij sedert de middeneeuwen als „duivelen" ge boekt staan. Aan de voorstelling „engel" is heden ten dage niets anders dan goeds verbonden, en in een Turksch verhaal is zelfs de engel, die den mensch ter linkerzijde vergezelt en zijn minder goede daden no teert, zoozeer des menschen vriend, dat hij die her innering aanstonds uitwischt, zoodra de mensch er be rouw over betoont. (Zie „Turksche Beeldspraak" van De Génestet.) En over deze soort van engelen een andere ken nen wij niet of liever: over de vleugelen van deze soort engelen of 't er dan twee of zes waren hadden Bob en Max in het verhaal van L. Z. ruzie gekregen en waren ze gaan vechten. Erger kan 't al niet. Men zou nog denken hevige woorden te kunnen krijgen over iets misdadigs, over iets gruwzaams, over iets leelij'ks of slechts; maar over engelenover de verpersoonlijking van het alleen goede en vriendelijke, dat is 51 te onzinnig, en kan dart ook maar alleen gebeuren tusschen 'n paar nog niet goed uitgeslapen jongens. Want groote menschen Voorzichtig, vriend: Voorzichtig Ja zeker, voorzichtig! Mag ik je even 'n bericht mecdeelen, dat 'n dag of wat geleden in de „Heraut" gestaan heeft?: „De gereformeerde Leidsche predikant Rudolph zal op de aanstaande „pastorale conferentie" de vraag bespreken„Hoe kunnen in het bizonder de Gereformeerde kerken, volgens hare roeping van Godswege, tot meer invloed komen op het leven en het werken der Overheid?" Wat wil je daarmee zeggen? Daar wil ik mee zeggen, dat kijven en vechten over dingen, waar niemand iets van weet, niet alleen '.i werk van kinderen is; maar dat ook groote men schen hierin trachten te excelleeren. Want die heele vraag van dominé Hudolph komt hierop neer, dat de Overheid moet staan onder den invloed der kerk; dat wil zeggenonder den invloed van 'n man, die door list of geweld of 'n andere zeker niet Christelijke streek, zich zooveel macht verworven heeft, dat hij de lakens kan uitdeelen en zijn haan koning doet kraaien. Dat wil zeggen, dat 'n groepje menschen, die zich „uit verkoren" wanen, de wereld naar hun hand zetten willen den menschen voor willen schrijven, hoe zij over God en de engelen en de hemelsehe zaligheid denken moeten. En doen ze dat niet, dan maar hun kop er af. Dat hebben we gezien, toen de Roomsche kerk de baas was, dat hebben we gez'an aan Cal- vijn, dat hebben we kunnen merken aan Dr. Kuy- per, dat is aan ieder schepsel te hespeuren, wiens godsdienstzin geïnfecteerd was door gereformeerdheid of roomschheid of eenigen anderen zuurdeesem, die misschien in de hel bereid wordt, waar men elkan der voor tijdverdrijf haat, maar aan welks bestaan Je zus onschuldig is, en dat door de engelen met leede oogen wordl aangezien. Want al weet ik van de engelen niets, of ten minste maar 'n klein beetje, zooveel weet ik toch van hen. dat ze zich misschien wel op 'n kerstprentje, maar nooit op 'n kerkorgel thuis voelen. Ja.... op 'n or gel in 'n kerk, waar de menschen in alle geestelijke nederigheid samen komen! Waar zij zich bewustzijn, met steeds balende handen, in vreeze en beven te ar beiden aan eigen zaligheid! Waar het woord van den 'ollenaar niet alleen van den kansel klinkt, maar diep in de harten geschreven staat 1 Waar men zich, door 'kennis in alle waarachtigheid 'n zondaar we kortkoming vallen "zou, dat vonnis de aanwezigen 'I eerst zou treffen'n Kerk, waarin begrepen werd, dat God licht is en Blijdschap, Leven en Liefde; waar men weten zou, dat Zijn Koninkrijk 'n Bruiloft is gelijk; waar woorden als „hel" en „verdoemenis' en de gelijke bitterheden de harten zouden doen ontstel len, als daar niet thuis hoorende, ja.... in zoo'n kerk zouden de engelen zich wel op hunne plaats gevoe len. Maar kent ge er zoo een? Ik niet, vrienden. Ik heb meer dan de helft van mijn leven tusschen de coulissen van de kerk doorgebracht, en ik heb Room- ;chen den neus zien optrekken voor Joden, Gerefor- meeiden voor Roomsehen, Remonstranten voor Lulher- schen, Lulersehen voor Zwinglianen, Zwinglianen.voor Heilssoldaten. Maar Jezus heb ik er zoogoed als nooit ontinoel; en indien ik Hem al 'n enkelen keer op dat terrein tegen kwam, dan was geen van zijn volgelin- 'n „discipel", en moest hij in eenzaamheid winter op dezelfde wijze ge schieden. De heer v. d. Werf is wederom met het aansteken enz. belast. Hel ledental der vereeniging is 68, hetgeen nogal beduidend is, doch verscheidene bewoners, van 't dorp Schagerbrug zijn nog geen lid; welke zonder bezwaar lid konden wezen. Deze zullen dan ook pen- circulaire daartoe worden opgewekt. Mi. TH. H. DE MEESTER. Naar wij vernemen blijft de gezondheidstoestand van mr. Th. H. de Meester geregeld vooruitgaan. Zoodra de patiënt, die nu reeds twee maal per dag korten tijd op mocht zijn, voldoende aangesterkt is, zal hij voor volkomen herstel naar een boschrijke streek van ons land vertrekken. N. Gt. EEN FLATER! Een eigenaardig geval doet zich in den Gemeente raad van Rozendaal voor. Het Raadslid, de lieer J. van Gartel, is tevens lid van het Burgerlijk Armbe stuur. Als zoodanig mag hij volgens de Gemeentewet niet medewerken tot de vaststelling van de rekening van genoemde instelling. Bij vergissing is dit echter wel geschied en heeft hij indertijd zelf voor de goed keuring gestemd. Een ingezetene heeft daaromtrent een schrijven ingezonden aan Ged. Staten met het gevolg, dat genoemd lid nu gesehorst wordt en wel door Ged. Staten van zijn mandaat vervallen verklaard zal worden. DE VERDWENEN GOUDENTIENTJES. Naar wij vernemen heeft de beambte der Neder landsche Bank, die geschorst werd in verband met de verdwijning van een aantal gouden tientjes, dezer dagen gepoogd zieh in de Kerkstraat van het leven te berooven. De bovenburen bemerkten een gaslucht, welke uit de woning van den beambte scheen te komen. Zij waarschuwuen de politie, deze verschafte zich toegang tot de woning en vond den bewoner bewusteloos lig gen, terwijl de gaskraan opengedraaid was. Men slaagj- de er in de levensgeesten weder op te wekken en daarop werd de man naar het Binnen-gasthuis over gebracht. Naar aanleiding van deze poging tot zelf moord werd hij door den commissaris van politie ge hoord. Dezen deelde hij mede uit moedeloosheid ge handeld te hebben. Vrouw en kind hebben hem naar aanleiding van het gebeurde aan de Nederlandsche Bank verlaten, hij is zooals men weet, geschorst, en nu zag de man geen uitkomst meer. Zijn toestand is bevredigend. Hdbld. DROEVIG GEVAL. Donderdagmorgen ongeveer liy3 heeft te Zwolle een treurig ongeval plaats gehad. Een 12-jarige knaap uit Zandpoort, logeerde bij éen familie aan de Hoogstraat te Zwolle, is door het omkantelen van een mand van een wagen met groenten gevallen, waarbij de raderen van den wagen over zijn borsl gegaan zijn. Een uur later ongeveer is de knaap ten huize van den geneesheer ,waar hij was binnengebracht, aan de bekomen verwondingen bezweken. „Zw. Gt." EEN DIEVENBENDE. De politie te Coevorden is een dievenbende op het spoor gekomen. De graanhandelaar G. Lerie moest in den laatsten tijd een veel grooter quantum voor verlies van ontvan gen granen boeken dan voorheen, zonder daarvoor een reden te kunnen vinden. Door toevallige omstandigheden werd hem bekend, dat een landbouwer aan het Stieltjeskanaal zooge naamd boldeiik of afval van koren in voorraad had, en dit niet vertrouwende, stelde hij den rijks- en den gemeenteveldwachter hiermede in kennis, die er in slaagden een groote hoeveelheid verschillende soorten graan bij dien landbouwer op te sporen en aan het licht brachten, dat een der arbeiders, zekere H., veel graan voor een veel lageren prijs dan de waarde had verkocht, doch ook dat andere arbeiders, in dienst van den heer I.erie, waaronder de meesterknecht, in de zaak betrpkken zouden zijn. Het koren is in beslag genomen en proces-verbaal opgemaakt, terwijl 5 arbeiders, onder wie de mees terknecht, zijn ontslagen. Zw. Ct. DE BRANDWEER TEN PLATTELANDS. Hoe het in den polder Haarlemmermeer bij brand toegaat, zagen we zoo schrijft de „Opr. H. Ct." nog èens bij den brand bij den timmerman Sluis (vlak bij Hoofddorp). Iemand komt ter secretarie aangifte doen van den brand. Burgemeester geeft last, onze beroemde brand klok, die zoo ver haar heldere tonen doet hooren. te kleppen. 10 minuten pauze. De klok 'klept. De iemand koml terug; vraagt wie brandmeester is. Wordt hem verteld; de vrager per pedes er heen. Vindt den man niet thuis, komt weer ter secretarie. DE BF.ROOVING TE AMSTERDAM. Eergisteren was volgens het [{bid. nog geen spoor van de brutale dieven ontdekt, die in café Polen Dins dagmorgen een jeugdig' Amerikaan zijn portefeuille ontstalen. De bestolene kon zich niet dadelijk ver staanbaar maken, zoodat het nogal een poosje duur de voor de politie van de zaak in kennis was ge- sleld. En intusschen waren de vogels natuurlijk ge vlogen. Het eenige stuk van overtuiging, dat door de politie in beslag kon genomen worden, was een potlood, dat een der beide dieven op het tafeltje in het café had laten liggen. Aan de chèque, ter waarde van bijlna 85 dollars, die de gauwdieven buit gemaakt hebben, en die het nummer 388688 droeg en den datum 22 Juli 1909, hebben zij niets! Deze chèque is namelijk alleen be taalbaar op de Bank van Orleans, aan welke natuur lijk onmiddellijk bericht is gezonden. Ten overvloede zijn de bankinstellingen hier ter stede van de zaak in kennis gesteld. Behalve het reeds vermelde, be vond zich in de portefeuille ook nog een spoorkaartje Dover—Londen. EEN BALLON-KAART. De Fransche gezant te 's-Gravenhage, hekend door zijn groote belangstelling in de ontwikkeling van de luchtvaart, ontving van eenige vrienden aan boord van de Spelterini-luchthal een ballon-briefkaart, afgezonden 8 Aug. j.1., tijdens den overtocht van den Montblanc- Chamnonix, van een hoogte van circa 150 M. Van uit deze hemelruimte zond de afzender den heer Pellet zijne meest hartelijke luchtgroete. De vinder van deze: in den ballon geschreven en naar de aarde gezonden kaart werd vriendelijk verzocht haar ter post te bezorgen, hetgeen geschied is te Locarno. EEN LOCOMOBIEL ONTPLOFT. De ochtendbladen melden uit Saumur: Op een na burig goed ontplofte bij het dorschen van graan de locomobiel van de dorschmachine. Van de 30 arbei ders werden er 4 onmiddellijk gedood. Het graan vatte vuur en in verschillende gebouwen ontstond brand. Twee ervan brandden geheel af. LOTING VOOR DE NATIONALE MILITIE gehouden te SCHAGEN op Vrijdag 13 Augustus 1909. B. Broederdienst. G. Lichaamsgebreken. SCHAGEN, 27 lotelingen. J. den Adel 22. J. Koopman 15, g, C. Blaauboer 21. Th. N. Bleeker 19, in dienst. J Blok 12. J. Koot 5, b. J. Kooü 17. P. Kossen 13, b. W. Ludeke 10. G. Oukes 8. J. C. Prins 16, b. K. Roggeveen 18. J. W. Schenk 26. G. Smit 1. D. Stammes 14. D. P. Timmerman 8. F. J. A. Veltman 23. Jb. de Boer 20. A. Breed 6. J. Th. Broersma 11. G. Dekker 2. P. Dekker 27. W. Geel 24. K. Groen 25, b. F. Grootes 9. J. Hartman 4. J. A. M. Keet 7. SINT MAARTEN, 6 lotelingen. N. Appel 6, G. G. Grootee 4. D. Blom 1, G. S. Tesselaar 3, B. P. Boonacker 5, G. L. Visser 2, B. WIER1NGERWAARD, 12 lotelingen. C. Baken 11 P. Koojj 8. A. Breed 1 D. Kuiper 2. C. Breed 9, B. K. Mosk 6. W. H. Doorn 8, in dienst. C. Slikker 7. J- de Graaf 10. S. Vethman 12. Jb. Kooü G D. Waiboer 6. ANNA PAULOWNA, 29 lotelingen. A. Blaauboer 7, B Jb. Borst 24, B. H. Busé 20. E. J. Cornelissen 19. A. Dekker 6. C. Dekker 13. I. C. Geluk 29. A. de Graaf 17. A. Lelie 12, B. K. Mereboer 21. A, Noorden 1. Joh. Portegü's 9. W. Pranger 27. A. Raap 18. T. Rentenaar 4, B. P. Sieuwers 15. P.Heiligenberg 11, in dienst. C. Smit 3, G. P. J. de Jong 26, G. V. Kaan 8. A. Kooü 16. Jb. Kossen 2. P. Kreüger 28, in dienat. P. Landman 25. ZIJPE, 46 lotelingen. J. v. d. Aarde 13. Dirk Marees 4, G, A. Bakker 42. J. J. Vroone 14, G. P. de Wit 14, G. H. Woudenberg 22. P. v. Zandwük 28. A. Zwart 10. jL»t"tip- Wordt verwezen naar brandmeester no. 2, die geluk- zelfkennis in alle waarachtigheid n zondaar we Mg we[ thuis is en per fiets aan den secretaris komt genover den Heilige, en indien er n m i vragen of de spuit er heen moet. Bevel van den Burgemeester: Spuit er heen. Brandmeester naar huis om den sleutel. Komt ein delijk terug met sleutel en paard, dat onze Jan van der Heyden zal sleepen naar den brand. Zachtjesaan.... dan breekt het lijntje niet. Pin zoo was na 5 kwartier onze spuit ter bestem der plaatse om den rookenden puinhoop nat te hou den. Gelukkig waren er geen menscbenlevens te betreu ren. Toch kon van den inboedel niets gered worden. Ook een deel der 'boeken werd door de vlammen verteerd, met het gereedschap van den knecht en het hebben en houden der dienstbode. Dank zij den gunstigen wind, bleef de houtloods gespaaid. Zoo snel was nu onze brandweer op klaarlichten dag. Of alles nu zoo goed gegaan zou zijn, als het jn den nacht gebeurd was? Heerhugowaard. De heer üs. A. J. A. Scholten heeft voor het be- Atl J - VT 1 TT rr i P. Bakker 48, G. W. H. Bierman 41. A. v. Bodegraven 5. J. Brak 12. P. Breed 28, geb. 17 Jan. P. Breed 23, 10 Mei. C. Brommer Sz. 27 G. J. Brommer 16. H. v. Buuren 46. L. v. Buuren 44. H. H. de Carpentier 86 G. J. P. J. M. Doedens 8 G. G. Fy'ma 30 B. P. de Graaf 22. P. J. Gtoot 36. P. Hoogland 18. A. B. Houtsmuller 25. N. P. Keüzer 61. Joh. Koopman 11 B. P. J. Kruüer 84. Daniël Marees 29. J. Mereboer 40. G. de Moor 33, B. C. Mooü 17- J. Muntjewerf 32. C. Oom 31. N. J. Pool 37. C. Rentenaar 9. T. Roos 10, N. P. Ruis 45- H. Rü's 14. J. Schilder 2. L. Jbz. Schilder 20. G. G. Schuüt 19, G. J. C. Sleutel 6. J. G. Stadegaard 15. J. C. A. Strooper 26 G. G. Jbz. Tuin 8, B. P. Wey 24, in dienst. S. Wit 1. J. A. de Wit 89. A. Zander 38. C. v. Zoonen 7. gen ik bedoel: in verlatenheid gaan bidden, omdat de anderen zijn gebed toch niet begrepen. Och, wanneer zullen de Christenen toch eens „Chris tenen" worden, volgelingen van Hem, die niemand ver doemde of verketterde, die voor niemand den neus optrok en van Luthersch of Roomsch en al die poes- roep bij de Ned Herv Kerk ie ir^ni, k pas niets wist? Wanneer zal er bij onze „onderlinge pN NIEUWE METHODE CALLANTS00G, 10 lotelingen. Joh. Baken 4. J. v. Schey'en 9. G. v. Delft 6. A. Schuurman 10. C. Glas 7. C. Thomasz 8, G. S. Kruit l. S. Vries 3. Jb. Mooü 2. Jb. Zander 6. BARSINGERHORN, 11 lotelingen. J. Bakker 2 P. Kistemaker 8. R. Beers 10, B. P. A. Mulchior 6, G. C. de Boei 6. N. C. Slik 1. J. Borst 7. A. Stammes 4. F. Groet 11. A. v. d' Vlies 9. P. Keetman 3. HARENKARSPEL, 24 lotelingen. D. Bakker 7, G. Joh. Kuilboer,_22. wezigheid van geluk, dat zij zich mededeelt aan alle wrten~tiï.L-AA7,nTkanarievogel <m, aanwezigen en alle buitenstaanders? merkiiu; Alleen dierenvrienden komen inaan- Heh ik nu toch over de engelen geschreven? En - G. Blaauboer 4. P. Bos, 2. J. Brommer, 13. Jb. Bruin, 8. Jb Buter, 19. T. Doekes, 21? P. van Duin, 6, G C. Groen, 16. A. Hoek, 6. A. Kly'broek, 10. P. Kruüer, 14. Iemand schrijft er op en reeds den volgenden dag komt er een persoon in livrei en met een vogeltje bij zich, die hem zegt, dat hij een van de 98 solli citanten is en dat hij 't beestje kan krijgen na be taling van f 1.00 advertentiekosten, mits hij 't beest zullen er mensehen zijn, die mij daarom schelden? 't Zij zoo; ik kan tegen n stootje, en gescholden ben ik wel meer. En dal spijt me, want ik heb wel eens terug gescholden. Maar als 't er op aankomt, ben ik liever goeie vrienden met de engelen, „die het goede goed" vérmrirt"™an7~a7"";~TT,*"J 1 -1- .L.™wnw Unn Ho. fUTT. T,.. anl ,de ,'flx)ukL was er erg aan ge- boodschappen en den vrede verkondigen" dan met do- miné Rudolph of met Galvijn of Dr. Kuyper, want waar die het woord voeren riekt 't naar den mut saard. En de mutsaard is iets heel ergs. Weest gewaarschuwd en houdt u aan Jezus en de engelen, want wat buiten hen omgaat, „confereert pasto raal" en zal u pastoraal ten verderve voeren. H. d. H. o hecht en het was ook een kostbaar dier. Na verzekerd te hebben, dat het beestje een leven zal hebben als een prins, wordl de man eigenaar. Als hij echter een paar dagen later een kennis ont moet, die hem vertelt hoe hij als een uit 98 sollici tanten voor f 1.00 aan advertentiekosten van een „freu le" een kostbaren kanarie heeft gekocht, dan begrijpt hij, dat hij de dupe is geworden van een handigen op lichter en ook.... dat t beestje nooit zal zingen. Het Vad. A. Kuin, 18, G. J. Nap, 17, G. Jb. Pater, 24. P. Pronk, 23. J. Rü«, 15. J. Schouten, 9. G. Stoop 1. G. Tesselaar, 20, B. P. Volkers, 8. T. 0. Wardenaar, 12. D. Wester, 11. Te ALKMAAR had Donderdag de loting plaats voor Petten en Warmenhuizen met den volgenden uitslag PETTEN, samengevoegd met de gemeente Schoorl. D. van der Vries 14, B. C. Voetee 4, G. WARMENHUIZEN, 19 lotelingen. W. Molenaar 15. J. de Nüa Az. 8. J. de Nüs Hz. 9. K, Pie 19, G. J. A. Reinders 18. R. Slot 16. K. Smit 18. J. Vader 5. J. de Vet 3. P. C. J. de Glas 11 P. de Graaf 17, G. W. Grin 12. A. Groot 1, G. W. Groot 10. Joh. de Groot 7. J. van der Ham 2. A. Jongejan. J. Kuiper 6. N. Ligthart 4.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 9