ifiüifc.vss.'ïïi «SS-HTK. 'Jas r°
Uit
zija: klatergoud.
Van dit en van dat.
zinken, om in alle waarachtigheid rechtvaardig en zij weende bij 't zien van wat men den jood deed setje, maar
billijk te zijn. De geruchtmakende zaak der „Kava- en uitriep: „The pooi- man is wrouged": „Den artaen interessant te vinden,
lieren" te Beek, bracht twee maanden geleden het man geschiedt onrecht", heeft niet alleen navolgers
bezoeker scheen 't dan toch waarachtig als hct dreigende loodgrijs van wolken, waar biik5^
moet denken" zei hij, zn duimen om ein 0111
iiiUzCii UOciltCi z-di >\OuC*l
vooi iüaii inuu' vader is... ik zaï oi'voor
Wetfe
werd hen verweten, bijna bewezen zelfs; en dezelfde Noorderlingen betracht worden. Maar den weg va zeg maar. gesteld,
couranten, die lange kolommen hadden geplaatst, om 't ware midden te vinden, dat we niet kreupel gaa worden.... toet verkoop....
de club der Kavalieren en hare leden te beschimpen over links of over rechts, schijnt heel moeilijk te zijn de menschen!.... Die willet
10 zoigoii, 10 waaeil, uui nliju tmu mei nicer, 11(
meer... ixoou meer.... in aanraking Kuiui mei mt-,.
z,o was niuouig, mevrouw Ainene, Uai moei gezti,
maar nu weueiuo zo tocll even...
ounuo ze mei misprezen nei woord, dal lni^
geregeld -- - - -«<u
Zoo'11 curator.... Hoe zijn de lippen nau gezwemd... Zag ze, uai uc nuni, -in
aemjar imv, „.v,.,w,vH„illcn van alles 't naadje uit naar njffeuovèr naar siond, mei meer meesier
en ïn 'n slechten rêük te brengen, haalden zoovele Sedert de paedagogiek te weten kwam, dat natuur de kous weten.'.'. Ik ken 'n geval, dat zooto curator over ^jh zinnen.
ditr
pn men ze net luxueuse boudoir, waar raevrfc
m.a m i\>i I* /\oll loilf liill j i/\/ .rl 1 h 11 ayl iawl..
1 „„„utofiiip Hpii vader geen onbeperkt gezag toe- j alle brieven, alle stukken, van jaren hér... Wj.lt u wel
d gen later bakzeil, moe n z hl k biard kent over zijn kroost, en moeder en kind gelijke gelooven, tot zelfs de handleeikeningen toe.... Of die Amelie haar ochtenden doorbracht nad verlaten
bakze, halen, omdat de muis 1a bergbleek*eb«urd kent overjjn kroost,,g Uuitsche jijjen édlt'waren.... Of die..." vasi-sialigen tred.... toen zonk de man jteer 0J
rionder van wereldondergang was en jouwen" van kinderen tegenover hun ouders ook De ander was opgestaan. Greep zich vast aan den zachte rustbank. Hukte hij, - in zn dolle, matei
pagneflesschen 'n donder van wereldondergang was en jouwen t j
gefabriceerd. Het artikel van beschuldiging, dat den In Holland ingevoerd, z .iitiiaunli'>ii iiiot
3en Juli in „De Tijd
kranten begeerig,
vak was werd overgenomen
tien dagen later gevolgd
Predikanthlaar'^aa^s^ed^èn"vèr'klaard^werdJa'< dïe'aüïk, voor „liberaal" en vrijzinnig" willen door
de vermelde feiten omtrent de Kavalierenclub, on- gaan, stempelen zichzelf met zulk n uitspraak 111
bewezen en naar hunne overtuiging ook onwaar" de oogen der meer geavanceerden als achtei blijvers,
waren. „De Tijd" betuigde verder haar spijt over de j En nu moeten we van twee kanten ons best doen,
plaatsing van het eerste artikel, en de eigenaar van j om eerlijk te zijn en eerlijk te oordeelen. We zijn
De groote Musschenberg", in welk hotel al die verplicht te considereeren. Als iemand beweert, dat
schrikkelijkheden zich zouden hebben afgespeeld, mag tweemaal zeven twaalf is, vinden we dit wel wat
tenminste dat laatste artikel bewaren, om het zijn weinig; maar om dadelijk te gaan zeggen, dat 't veer-
eventueele bezoekers te laten lezen, en de schade, die
hij door die opspraak geleden heeft, zoo gering mo
gelijk te doen zijn.
Ik geloof, dat er veel zonde en boosheid in de
wereld is. We behoeven maar eigen hand in eigen
boezem te steken, om daar innig van overtuigd te
zijn, maar... onze allergrootste zonde is, dat wij de
veelheid ervan nooit „genoeg" achten. Wanneer ons
verteld wordt van iemand, dat hij zijn voeten niet
veegt, en dit desnoods bewezen zou worden, dan
zijn wij of laat mij liever zeggen: dan zijn de
menschen er spoedig aan toe, te gelooven, en te
vertellen, dat hij ook zijn hakken scheef loopt, zijn
vrouw slaat, zijn kinderen mishandelt, zijn buren
plaagt, en als hij winkelier is, meel door de suiker
roert en water in den azijn. „Reinaerde" had heel
wat op zijn kerfstok, maar als „Willem, die de Madoc
maeckte" geen dichter ware geweest, zou zijn zonden-
register niet zoo uitgebreid zijn geworden als het nu
rand van z"n schnjlbureau. Keek hem aan mol wijtl radeioozo wuimoop, uc fraaie Turksche sioj
snik*
fl
1 tien is,
„acht Steven
Nu ook wel weer wat overdreven."
Men komt overeen, dat de waarheid wel in 't mid
den zal liggen, en aanvaardt als zuiver product „der
tien". Nu kuuueu beide partijen tevreden zijn;: al
weet de onpartijdige wijsheid, dat het zuiver product
van tweemaal zeven iets anders is.
Maar we kunnen over 'n verschil niet b 1 ij v e n
twisten. Sedert het Vredespaleis de algemeeue erken
ning van het goed bestaansrecht van den Vrede heeft
gesanctioneerd, zou 't dwaasheid zijn op alle slak
ken zout te leggen, en niet zijn best te doen in alle
dingen wat toe te geven. We houden onze lijn niet
meer zoo stevig vast als vroeger; erkennen, dat we
ons vergissen kunnen, geven wat toe, leggen ten
beste uit, wat ten beste uitgelegd kan worden, en
zijn in éen woord menschen om mee te praten. We
is; en zou de arme vos niet, als >n""dier" "ondmVet overdrijven niet meer, en als we 't doen is 't uit
gedierte en 'n „beest" onder het gebeeste, met zoo
zwarte kool geteekend zijn. Ik heb thuis hooren zeg
gen en 't was 'n wijze mond, die zulke dingen
zei „de duivel is nooit zoo zwart als hij wordt
uitgeschilderd"; en later heb ik bij allerlei vertellin
gen vaak aan die woorden gedacht. Wees voorzichtig
in het aannemen van 'n boos gerucht. Denk aan de
vertelling van Andersen, getiteld; ,,'t Is toch
waar": Een kip verloor 'n veer en kakelde deze,
voor 'n kip gewichtige gebeurtenis, over naar 'n vol
gend kippenhok. Uit 'n verder liggend kippenhok
kwam de vraag, wat er toch te doen was, en 't ant
woord luidde, dat een van de zusters in 'n ander
hok zooveel veeren verloor, en dat dit iets heel ern
stigs was, wijl 't nog volstrekt geen tijd was om te
ruien. Het verhaal ging verder; in elk verder hok
was het verloren aantal veeren grooter; en toen
het eindelijk het heele dorp rond gekakeld was, en
weer terecht kwam in het hok waar die eene kip een
enkele veer had verloren, kakelde men daar onder
elkander over de verschrikkelijke ziekte, die onder
de kippen was uitgebroken, want dat er nu al 'n
heel hok was, waar geen van de kippen meer 'n
enkele veer bezat en zij allen moedernaakt rondlie
pen. Toen een der minst domme kippen 't geval
betwijfelde, en zei, dat ze 't niet gelooven kon, werd
haar door tal van lcakelaarsters geantwoord: ,,'t Is
toch waar! Want als 't niet waar was, zou het heele
kippendom er niet over kakelen."
Dit is in sprookjesvorm de geschiedenis van den
Boerenoorlog, de geschiedenis der Kavalieren, de
geschiedenis der befaamd geworden Rotterdamsche
zuurtjes, waar al die kinderen aan gestorven zijn, en
dat ten slotte gebleken is, heel iets anders te wezen.
Wat is dit toch voor 'n verschijnsel? Zijn de
menschen zulke leeghoofden, dat zij zulke dingen
aangrijpen, om toch althans iets te hebben om over
te denken en te praten, of... is 't 'n dwaze zucht,
ben, dat dit alleen de lucht van ons leven wat op
kan klaren.
En we staan met die bewustheid niet alleen. W ij
dragen Franschen en Duitschers 'n goed hart toe, en
zij ons. W ij schrijven vriendelijkheden over de En-
gelschen; zij over ons. Maar... men kan onder som
mige vriendelijkheden verlegen worden, 'n Duitscher,
vel. Die is de aangewezen man. Die kan 't... 1111 ^üe het eenige wezen op aarde, dat nij liciluid, bij
doet 't ook!' te houden... Terwille van wie hij... De eerste m.,!?
Op zijn gelaat was dat vriendelijke lachje weer loen hij hel pist(M)i a( in de jiand hield...
herleefd Hij zag hoe de ander rustiger werd.... anderen keer, toen-ie op 't punt stond oin fels
Herademde... En terwijl hij toch nog i het witte poeder in zijn kop-koffie te sprenkelen
durend poogde te doorvors chen wat er omging bij bc- Terwille van wie hij had volgehouden 'viorèT
zoeker.... trachtte te doorgronden of wat-ie zooeven iend spartelend, volhoudend met ijzeren wil....
gezegd had... Van dien lastigen curator.... Van die bne- Yoeldc hij wat zou komen. Dat hij de krach
ven en handteekeningen... Of dat toevallig... Dan 20U IULSSen om dd laatste van zich te houden.... ra
wel....1 ertelde de man aan de schrijftafel van zijn de hij ju do ellendige machteloosheid van zijn ai®
groot verdriet, t Was of hij tegen zichzelf redeneer- deJ,vuisten in hct nu-leego vertrek; naar de vrcZ
de Alleen was m do kamer... die hem met lielsche, met niet te weerstane kracht'
Hij vergat dat bezoeker er nog was. Praatte, in z n voortsleu'rdo Jiaar den' afgrond... 1,1
Uaustig-gejaag<lo stemming, rad, haastig voort.... Jiard-
op-denkend... Van dat-ie 't toch wel gezegiL, .voor- Ik h l)-, bckendc mij het al.grijzcnde Ud dcr w
geweest; te toegevend... Had er al veel eerder een a er-achter gekomen. -I
eind aan moeten maken... 't Was ook z'n schuld, hoe- k i.V 1 expressie van ajt
wel hij, voor zichzelf, elke cent kon verantwoorden J".™0 ,J 'J cvens ustige oogen even rustig, even
die hij had uitgegeven... Elke cent, verstond de ander Ka n.1. 81 |J
wel wed?.... "Ik ben 0011:5 buUc" 111 n bockjc ,rfflan- E-n Jee-
De man was van z'n schrijftafel opgestaan en liep bJk ook.' jlwl leebjk: Maar de ooi ij ke glimlach op
nu rond in de kamer van den oenen muur naar den iovia, gezicht contrasteerde bijzonder sdierp niei
anderen... De handen in de broekzakken... Telkens) c'e ^oo'den, die hij sprak. de schuldbekentenis.
bezoeker aankijkend, schrikachtig opgewonden, in' Advocaat niet rijpe en njke ervaring nam een tea»
't toch allemaal", praat- u,ü zn glas-wijn en liet een paar geurige wolkjes 4
stijgende emotie... „Ze weten
te hij voort, en soms was 't kraken van zijn laarzen
harder dan het h;eesclie half-fluisteren van zijn stem,
„ze weten 't best... Dat Amélie 't geld heeft Weg
gesmeten... met handen vol... Dat we jaar op jaar
inteerden... Met duizenden... Maar 't mócht, t kón
niet anders. Dat was ze aan haar stónd verplicht...
Dan zou ze nog dieper gevoeld hebben, dat ze een
burgerman getrouwd heeft..."
Bezoeker zat weer naast de schrijftafel. Draaide z'n
die niet van bier of zuurkool houdt, i s eigenlijk geen itii -
Duitscher, en neemt uw hulde van geen bier of zuur- duimen om-en-om. Had de oogen weer half geslo
aarzelend aan; temeer wijl hij er pas tan- Luisterde naar de dingen, die hij evengoed wist
nder bezweek. Hij zou dan niet weten fls, ander Knikte nu en dan.... t Goedig-medo
1 lijdend lachje kwam en ging....
De ander stapte rond, praatte voort, wond zich al-
kool te lusten,
gisteren bijna onder bezweek. Hij
of uw hulde wel ernstig gemeend was, en lacht, maar
aarzelend; omdat
Zouden die wederzijdsche vriendelijkheden, die pu
blieke fopperijen, waar wij elkander op tracteeren,
die beweringen van nooit het kwade te willen geloo
ven, misschien de spiegels zijn, die we elkander voor
houden, om ons te laten zien, hoe we eigenlijk w e-
zen moesten? Bezitten die vriendelijkheden mis
schien de genezende kracht van medicijnen, om ons
beter te maken dan we zijn?
Dit vermoeden heb ik jaren geleden al gehad en
soms is mij gebleken, dat de aanwending dier vrien
delijkheden 'n „medicamentum gratia probatum" was.
'n Mensch heeft onbewust veel eergevoel; en daarop
te werken kan succes hebben.
Hoor 't dan, Holland! Hoort het Hagenaars en Am
sterdammers! Hoort het, alle steden en dorpen, die
in Holland gelegen zijn! Ik lees: „Op het te Londen
gehouden Anti-alcoholcongres werd door een der spre
kers opgemerkt, dat de Engelsche militaire attaché
in den Haag, over de Julianafeesten aldaar zeide, dat
hij nog heel laat dien avond door den Haag wande
lende, geen enkelen dronken man of vrouw gezien
had."
Voorzichtig nu! Spreek niet tegen of lach niet;
meer op....
De glaasjes van de gaskroon rinkelden en. de din
getjes op de schrijftafel tinkelden, trilden van 't ge-
druisch...
Het onstuimig-driftige gepraat van den angstige, den
wanhopige, drensde in de ooren van bezoeker. Hij
luisterde er niet eens moer naar, zat uit te rekenen,
na te cijferen, tot op 'n centje, wat... als Van Heuvel
de rijke behuwdooin, zou willen helpen, voor hem,
aan provisie...
En wat mócht de boel springen dan toch
nog, in elk geval....
Maar h ij kwam al knikkebollend en duimen
draaiend tot de conclusie dat Van Heuvel moest
bijspringen... 't Scheelde te veel...
„Keus E er niet!" riep hij uit, en voor 't eerst
sinds de "dertig jaren van hun getrouwd-zijn, toonde
hij zich man tegenover de vrouw met de kwijnende,
smachtende blauwe oogen, die hem, al die jaren ge-
tyranniseerd hacL geplaagd, gesard, vernederd...
„Er is geen keus! riep hij uit, onverschillig voor
het minachtende trekje om haar mondhoeken; den
hautainen blik, dien ze op hem wierp, dan moet de
boel verkocht. Dan zijn we verloren. Dan is 'tuit!
z'n sigaar opwalmen...
Nalafel-vertelsels hebben altijd iets aparl-aantrekke-
lijks. De stemming werkt dan mee en de man, die aan
't praten is, heeft meestal zelf plezier in z'n ver
haal....
't Was me of mijn juridische vriend wat ernstig»
gestemd wrerd, intusschen...
„Toen do stakkert, van wien je zoo 't een en aai
der weet, een maand of wat later gepakt werd.... ra
had, om zich tijdelijk te redden, de ellende van zijr]
natuurlijk toch reddeloos verloren leven te rekken, bel
ter gezegd.... Afijn, hij had gestolen, verduisterd,' eeil
duizend of drie wel..."
En plotseling kwam er flikkering van toorn in de
oogen van jurist. Met de hem eigen levendigheid riep
hij uit, en met z'n vuist sloeg hij onstuimig 0p
de tafel, waar we het sein voor de koffie zaten lej
verbeiden...
„Haar zin heeft ze toch niet gehad, dat canaille 1
van 'n wijf!" nep hij uit. „Ik werd hem, als (ïcrde-l
diger. toegevoegd. Hij was al half-getroubleerd. de stak-l
kert. En ik kon niks uit hem krijgen, toen 'k 'ml
dan in de gevangenis mocht gaan opzoeken. Maar één!
oogenblik zal ik toch nooit vergeten, al word ik hon-|
derd iaar..."
't Werd stil in den kring der dischgenooten. Ei
was spanning van echte aandacht....
En de stem van den ouden advokaat leek anders, -|
alsof de luchtige tonen er uit waren... Er trilde ieUt
van heel teer gevoel, uit ontroerende herinnering ge-I
sproten, in het geluid van z'n zeggen toen hij rer-l
telde:
„Eens heb ik hem, in de spreekkamer van de ge-t
vangenis, een briefje van zijne dochter, zijne Lena.l
gebracht. Hij wou niet gelooven, zie je. dat ze tochl
nog van vader hield, en dat zij, zoodra als vader weerl
vrij kwam, bij 'm zou komen... Toen heb ik, tel
gen de bepaling in, een briefje meegebracht... Eenl
regel of wat stond er op, meer niet.... Maar als jelui,
Ik heb je dikwijls genoeg gewaarschuwd!.... Verleden gezien hadt, heeren, hoe die arme vent op dat ding!
jaar, toen je met alle geweld naar Wiesbaden most... aanvloog.... Hoe ie dat papiertje zoende... F.n daarnaj
E11 laatst nog, met dat diner voor je nicht Trude... mijn handen pakte... En m'n handen óók zoende. Als!
En..." ik nog denk aan dat gevoel van die lippen, zich wrin-j
't Was, nu. of er staalglans was in de anders smaeh- gend op m'n knuisten... En van die ingezonken oogen.I
lende oogen, die konden streelen als satijn; waar die naar me opkeken... Net als een hond, die op 'tl
smart over niet begrepen-worden in kon schreien, dat punt staat van te verdrinken en die je dan... Die j«j
zij martelaresje werd beklaagd, die lieve, zachte me- nog net...."
vrouw Amélie... 't Was doodsstil aan den feestdisch.
En mijn oude advocaat greep zijn roemer. Dri
er is 'n wijsheid, die zwijgt en luistert en ter harte
cm de dingen erger te maken dan ze zijn? Ik weet neemt; en overweegt of de fopperij misschien de uit-
't niet. Wel weet ik honderd voorvallen van dien werking kan hebben van 'n medicamentum, dat gratia
aard. Een mijner familieleden kwam door 'n nood- probatum est.
lottig toeval op den spoorweg. De mist belette hem H. d. H.
iets te kunnen zien; 'n trein kwam aanstormen; hij,
willende ontsnappen, viel, en toen men hem na lang
zoeken in dien donkeren mist vond, bleek zijn rech-
t'erarm totaal, zijn linker- ten deele verbrijzeld te
Men zou zoo zeggen, dat deze waarheid erg ge-
noeg was; maar toen mijn vader en mij wij waren meneer, die naast zijn schrijftafelzat j „Je weet toch zei Jh*ij, en ondanks alles klampte
niet thuis en op reis, toen het bericht kwam de cï! met zeker welbehagen, een lachje spelend om hij zich nog vast aan de hoop dat zo kwam de er uit, terwijl hij z'n gezicht 'als 'scheen te wil
mededeeling ervan door vriendenmond bereikte, zÜn lippen, en dat dan weer ineens scheen weg te ellende naast hem zou staan; met hem zou wor- verbergen in bokaal van beschuttend kristal...
was het van dien aard, dat ik mij nu, na zoovele kruipen achter z'n bakkebaarden „tja, mijn waarde, stelen... We zeiden niets. En ontweken meelevend mi
jaren, niet meer aan een beschrijving ervan waag. dat z'ji van die dingen..." Maar ze was, uil haar easy-chair, opgestaan. Dik- zijn ontroering do oogen, waarin de herinnerinl
't Kwam mij later voor, alsof de boodschapper het De ainder kneep, met z'n rustelooze vingers, de wijls genoeg was van haar getuigd, dat ze „aanleg nu tranen van deernis over eenmaal aanschouwd lett
verlies van 'n paar armen niet erg genoeg vond, knoppen der leuning van zijn bureaustoel, luurde voor het tooneel had. Zooals ze daar stond, ter- deed wellen... I
om zijn zending te rechtvaardigen; en om deze nu v°01' zich uit met oogen, waarin de angst iets wild- wijl de plooien van haar elegante lichtgroene peig- mattrf cdtirpat" 1
meer cachet te verleenen ook de beenen en 'n stuk gejaagds bracht noir haar rijzige, nog slanke figuur omkringclden....
van den romp als verloren te moeten noemen. ,,'t' Kan niet, meneer Daalders ik bezweer u, Zooals mevrouw Amélie daar stond, scheen zij de
Het verdere deel dezer treurige historie heeft voor dat zou.... Dat zou... heldin uit een drama van feilen hartstocht; eene be
dezen brief geen waarde. Ik wil alleen maar zeggen, En hij keek schrikachtig naar dc deur, of er niet leedigde vorstin; eene vrouw, in wie het teerste ge-
hoe gaarne de menschen iets erger maken, en er plotseling iemand kwam die alles kon afluisteren... hooijd is met ruwe hand
'n soort van krankzinnig vermaak in
ongeluk, als dat van mijn zwager, nog
voor te stellen dan het al is. Gaarne wil
bij vertellen, dat mijn zwager, na eenige maanden in van diep-innig medelijden. vervolgd, gedrukt door het moeien beseffen van de die het stuk bijtelde, ongetwijfeld 'n even vurig
een Roomsch Katholiek liefdegesticht verpleegd te „Ik kan 'tme voorstellen", zei hij,,.'lis hard. Bitter eer, die zij hem had gedaan; het offer, dat ze had triot als vroom Christen was, en niet heeft kunnet
zijn, de telegrafie ging bestudeeren, en tot op dezen hard?... gebracht, door hem te trouwen... gedoogen, dat Christus onder 'n andere vlag dan eet
dag als zeer gewaardeerde werkkracht aan een der „Een zure appel waar u toch doorheen zult moeien j.Je wéét toch..." Nederlandsche zou gevaren hebben. En zoo wappert)
MAiTRE CORBEAU.
ORANJE BOVEN
Aan een woning van een der kleine steden in ot
grootste stations in Noord-Brabant dienst doet met bijten... Maar..."
Maar zij scheen grooter te worden. En haar van nu in deze voorstelling de driekleur van den groote
'n paar kunstarmen en kunsthanden, waar hij lees- En hij liet, met doffen smak, do handen, eerst in woede flikkerende oogen waren nu op hem gericht mast, gedekt door 'n Oranje-wimpel,
baarder mee schrijft dan zijn jongeren zwager, die wijsgeerige berusting uitgespreid, neerploffen op het met een felheid van haat dat 't hem schrijnde; pijn KONINKLIJKE OPVOEDING,
schrijver van professie is. Dit laatste als 'n hulde aan dik van z'n welgevulde beenen. deed van vernedering... Sterker was dan do opwin- De overleden Koningin Victoria va
de chirurgie. Twee maanden geleden maakte ik met
welgevulde
„Móór... weet u er iets anders op?...
'«voi ia t-A aiiLLCia v/p:...
dienzelfden zwager een stevige wandeling van 'n uur En het lachje ging weer spelen tusschen mond cn op te treden, met forsche flinkheid, voor 't eerst....
of drie in de bosschen rondom Boxtel. bakkebaardjes. De ander woelend door zijn dunne
ernedering... Sterker was dan do opwin- De overleden Koningin Victoria van Engeland heeft,
ding, die hem kracht had geschonken om tegen haar zelve het voornaamste godsdienstonderwijs aan hare
te treden, met forsche flinkheid, voor 't eerst.... kinderen gegeven. Toen de Anglikaansche aartsdeken
„Ik weet" zei ze, en de ijzige kalmte, waarmee zij van Londen een catechisatie aan de Jonge prinse°
zeide hij: Uw gouvernante is zeer te PrÜzen„v<i?1
grondig onderwijs, dat zij u "gegeven heeft-"
- - - - der prinsen antwoordde: „Onze gouvernante
meer daar dit drama n betrekkelijk gelukkig einde bezoeker al-maar schudde van neen.... Och-noen... Van nu al af ziin lot van het hare... „Dat dc rechter dan maar moeder catechiseert altijd met ons."
had, mijn zwager onvergelijkelijk sterk en gezond is, dat weet u toch net-zoo-good als ik... De oogen half- zal moeten uitmaken wat voor straf de vader verdient, I Ook heeft Victoria van Engeland langen tijd
en door de toewijding van vrouw en kinderen zijn gesloten.... met medelijdend trekje, zuchtend over die het geld van zijn minderjarig kind zoek brengt." dlenstonderwljs gegeven aan de kinderen van haar W
verlies minder schijnt te gevoelen. - D_it>_ "-!»■
j den verspilden tijd; het overbodig'gepraat... Toen werd De armen gekruist, op hem neerziende als had ze dienden in Buckingham-Palace. De koningin en Pri»
- I't. stil in de kamer. Do man die aan de schrijftafel- zat, een boef tegenover zich, stond ze daar... j Albert vatten de opvoeding van hun kinderen
De eigenlijke kwestie was de overdrijving, het er
ger maken, de zucht van dien jongen, die honderd j kon niet meer. Voelde in zich opkomen een groot
li li n J „1/111 „A/1I1I/111 f7ui J I.3 .3 t.1 1 l 1 1
honden had zien vechten. Zijn moeder antwoordde,
dat hij zich wet vergist zou hebben. „Honderd is
'n heeleboel," zei ze, „vijftig is al veel."
Ja. maar die waren er dan ook wel.
Och kind, als je eens tien honden bij elkander
zag, dan zou je schrikken.
Tien?! vroeg de jongen, al 'n beetje kalmer.
Ja zeker, tien! Bello en Duno en Mops en Lady
van den schilder, en Darling van Sophie Verbreggen
en Turk van den ontvanger. Maar jongen, ik heb nog
nooit tien honden bij elkaar gezien! Je zult je wel
vergissen. Herinner je nog maar eens goed.
Heintje zat 'n beetje sip te kijken. Als zijn moeder
hem niet geloofde, wie zou 't dan doen? Er gingen
'n paar minuten in stilzwijgen voorbij. Eindelijk vroeg
rHij begreep niet dadelijk. Streek met dé hand over ernstig op.
verlangen om den looden last, die nü al zoovele maan- het voorhoofd, woelde door de klamme haren, om I Prinses Victoria de latere Keizerin Frederik val
den op hem gedrukt had, af te werpen. Lag in slappe, in te schakelen het verband tusschen wat ze daar ge- Duitschland en de prins van Wales de tegei
machteloos-onverschilligc houding, in zijn fauteuiltje.zegd had... j woordige koning ^ha.dden, toen zij jong waren noj
Was bereid zich over te geven, aan het onvermijdelijke. Deinsde achteruit. Schrók ontzette écht, diep al eens '11 terechtwijzing noodig. Eens was de prins«|
smachtte naar 't oogenblik, waarop hij uit den vicieusen over haar bedoeling, hom plots helder wordend... bij 'n militaire wapenschouwing aan 't coquetteerej
cirkel, waar-ie nu al zoolang in rondgedraaid, in ge
marteld was, zou verlost worden...
Het bloed stroomde naar zijn hoofd en intuïtief
in oplaaiende woede van walgende verontwaardiging
„Met een borg" zei bezoeker opeens, „met een balde hij' de vuisten. Het geld besteed om haar
gooien, soliden borg is alles nog te redden.... Bést!..." 1 broer, den liederlijken zwendelaar, den cerloozcn
Maar de andere luisterde haast niet, had den strijd noceur met voorname airtjes.... 't Geld, dat hij', on-
opgegeven naar 't leek... Miste de kracht om nog ver- der haar suggeslie, had besteed van liet legaat, dat
der te denken, te piekeren over 't verschrikkelijke.... zijne Lena, zijne dochter, van een tanle had geërfd...
Bezoeker 1 1
over
eker zat hem stillekens te begluren. Scheen j Dat hij toen had weten los te maken, zijn voogdij
iets na te denken... Kneep de lippen stijfjes j plichten verzakend... Dat hij zich had ingepraat la-
Wno 'I Kli'il/Koor mol -riokfiolf «l/it i <>v millon non7iii'\rr>TV»Tl Til* nnflll liATYt
opeen.... Was 't blijkbaar met zichzelf niet oens of
zijn moeder: „Wel, heb je er al over nagedacht?" En' ie 'I zeggen, radon zou... Wat toch...
Heintje', die zich niet gevangen wilde geven, antwoord
de met iets overwiiinends in zijn stem: ,,'t Was toch
'n witte en 'n zwarte!"
En zijn moeder zei niets anders dan: Ja, dat ge
loof Ik wel. Drink nu je melk maar eerst op en ga
dan je werk maken, 'n Mensch kan zich zoo gemak
kelijk vergissen.
Overdrijven moeten de menschen. 't Is hen, zou
men zoo zeggen, aangeboren. Sedert de critiek aan
't licht bracht, dat Shakespeare in zijn „Koopman van
Venetië" geen booswicht heeft willen teekenen In de
figuur van Shyiock, heeft men er
„Waarom vraagt u 't niet aan meneer Van Heu
vel, uw oom?" zei hij, lvoel strak kijkend naar een
ornamentje in het plafond... Zoo, als zeer terloops....
Alsof 't iets van weinig heteekenLs was, dat ie aan
roerde..
Merkte best den schrik, die kwam op 't gelaat van
den ander.... E11 snapte óók, waardoor die angst, die
ontsteltenis werd veroorzaakt.... Maar had z'n plan
netje te goed, te dcugdelijk-secuur voorbereid om niet
door te zettenHad, tot op oen centje na, immers
uitgerekend, wat er werd hot zaakje toch nog
naar wensch afgewikkeld voor hem zou ovorschir-
uguur van anyiock, heeft men er 'n Eneel v.m vp. °«^tyuvkviu voor nem zou ovcrsciiic-
maakt. I)e Engelsche damo, van wie lieine vertélt dat !?rn' aan,. Provlsl°'; - Dleef al maar kijken paar het
vertelt, dat ornamentje van plafond, 't Was een doodgewoon ro-
ter weer te zullen aanzuiveren.... De daad die hem
slapelooz© nachten had berokkend, die hem, als de
doodsangst over den reddeloozen toestand hem even
verliet, op het hart klemden. Dat durfde ze hem ver
wijten'; daarmee dreigde zie hem... En 't was, één mo
ment, of hij op haar zou aanvliegen.
Zij zag 't. Zij voelde het gevaar, dat haar dreigde
van den afgemarteldcn, dol-geplaagdcn man....
Maar mevrouw Amélie was eene buitengewone vrouw.
Die wist te handelen als 't erop aan li wam...
Zij strekte den arm naar hem uit cn het donzige
blank van haar wel-gecultiveerde huid constraleerde
hijzonder mooi met de groen-satijnen linten van de
peignoir....
Dc zacht-smeltende slem was nu krijschcnd, sner
pend, rauw. En het kwijnende blauw van de öogen
met officieren van haar escorte, zonder acht te slaaj
op de waarschuwende blikken harer moeder. Ein^j
lijk liet zfj opzettelijk haar zakdoek buiten 't rljtu'1
vallen. Een aantal jonge officieren snelden toe °f|
den doek op te rapen, maar de Koningin wees ^1
terug. Zij wendde zich tot de prinses en zei: „Rail
nu zelf uw zakdoek op." Er was niets tegen te
en de prinses voldeed met een vuurroode kleur el
'n driftige hoofdbeweging aan het moederlijk beve'-
Anderen keer kreeg de kroonprins 'n heilzame le'|
Toen hij eens met zijn vader 'n wandelrit deed, *e'|
zuimde hij den groet van 'n voorbijganger te bea"'
woorden, en prins Albert, die het bemerkte, zei: <'»J
terug, mijn jongen, en groet dien man." En de Prl"'
gehoorzaamde.
Zoo verhaalt ons ook de geschiedenis, dat Kaf8'
eens met zijn zoon, den lateren Filips II, in BeV
was. Al de Vlaamsche edelen ontblootten het b"0,.
wat door Karei met gelijken groet werd beantwo®
maar Filips deed het niet. Toen de Vader berner*
dat zijn zoon dit met opzet naliet, gaf hij Zijne h
zerlijlce Hoogheid zoo'n flinken slag om zijn K (i
dat zijn hoed afvloog, en hij vroeg hem verwijte t
Heeft Vives je dat geleerd?
Vives was de gouverneur van Filips.