Amster
Zaterdag 18 September 1909.
53e Jaargang. No. 4575.
DERDE BLAD!
r
t.
onfatsoenlijk; vin-je niet? Nou, en arme-menschach-
tig en onfatsoenlijk zijn we in geen geval. Ik ken
geen braver, netter, eerlijker of fatsoenlijker menschen
dan schrijvers en uitgevers. Ja toch... postambtena-
j ren; maar die zijn het van nature, spontaan, zonder
nevengedachte of bijbedoelingen, wat menschenken-
ners van ons niet zeggen zullen.
Daar verspreek ik me weer. Ik bid je dezen brief
1 met meer dan gewone aandacht te corrigeeren; door
de vijf-daagsche absentie van dat lapje ben ik de
heele week gedéconcentreerd kgeweest, en moet nu
maar heel voorzichtig te werk gaan, om mij niet tel
kens te verspreken, en trachten den stroom van mijn
denken weer in zijn gewone bedding te krijgen. Maar
't lapje is terecht, dank zij de eerlijkheid van den
besteller, die het vond, en die 't mij de kerel
was nog magerder dan ik met blijde oogeu en
'n blij gebaar terug kwam brengen. Als de gelegen-
lief meisje, en zoo wel 'n poosje blijven liggen ook;
maar ik wil daar minstens voor gezoend worden; ook
'n poosje. Gek, hè? Ja, dat kan wel, maar voor min
der doe ik 't niet.
Volgend nummer: Hamman is dood. Ilij was de
zoon van 'n prcdlkanl en 01 jaar toen hij stierf. De
kranten vertellen, dat hij is gestorven doordat hij zich
overwerkte en zich niet voldoende voedde.
Bewaar dien laatsten zin, zetter, dien kan je ook
plaatsen als je waarschijnlijk zeer spoedig een
overzicht van mijn leven en 'n bericht van mijn ver
scheiden zetten moet. Harriman laat eenige milliar-
den guldens na; ik zal waarschijnlijk niet meer na
laten dan de huur van de loopende maand. Denk
daar dan aan en vergis je niet met 'n nulletje, an
ders krijgt mijn lamilie nog ruzie.
En Baron Kosenthal is ook dood, 'n man van veel
fortuin en groote bekwaamheden op- finantieel gebied.-
i 1J1
CCXII.
VEEL XE VEEL NIEUWS.
Hebben wij ooit 'n week beleefd, zóo overweldigend
zóo rijk, we mogen wel zeggen: zóo volgepropt met
belangrijke en voor-het meerendeel ernstige gebeurte
nissen, als de week welk aan de week, die nu ein
digt, voorafging? Er is geen tijd meer, om iets an
ders te doen dan kranten te lezen; en 't zal nog net
zoolang gaan, dat we de brievenbus afschroeven, de
deur blokkeeren, en 'n paar kerels huren, om voor
de deur op post te staan, om ieder, die nadert met
iets wat op papier gelijkt, 'n pak slaag te geven.
Dan valt de man, die de belastingbiljetten rondbrengt,
ook in de termen, en dan zijn we daar ook tegelijk
van af. 't Loopt, in éen woord, de spuigaten uit, en
hoe we 't allemaal verwerken moeten ik bedoel:
het nieuws dat mag de hemel weten. Gewone
hersenen zijn er niet meer tegen opgewassen, ge
wone plakboeken zijn er niet meer tegen bestand. Als
ge met uw tienen aan tafel zit, heeft ieder van de
tien 'n zeer belangrijke officieele of niet-oficieele
mededeeling te doen, waarvan de andere negen nog
zelfs geen gerucht gehoord hebben. Als ge de Rot
terdammer" hebt zitten uitspellen, het „Handelsblad",
de „Schager", het „Dagblad van het Noorden", de
„Limburger Koerier", „de Kunst", „de Groene', en
nog vijf en twintig andere dag- en weekbladen, die
ge lezen moet, om niet voor „achterlijk" te worden
uitgekreten, dan kunt ge aan de illustraties begin
nen, in talen, die ge allemaal moet veinzen te ken
nen, die ge maar met 'n heel wijs gezicht moet zitten
bekijken en bebladeren, en aan 't einde waarvan ge dan
moet gaan zitten praten, alsof er voor u op heel de
wereld geen raadsel bestond, geen ding, dat ge niet
weet, geen gebeurtenis, die ge als 't ware niet hebt
bijgewoond. Als iemand dan 'n vraag doet aangaan
de iets, wat hij niet schijnt te weten, en dat gij zelf
met 'n half oog in 'n ommezien en in 'n vreemde
taal zijt voorbij gevlogen, dan moet ge hem mede
lijdend glimlaéhend aankijken en met halve woorden,
zoo heel en-passant, alsof dat al oud nieuws voor
u was .antwoorden. Vooral niet te omslachtig, want
dan zoudt ge verklappen, dat ge er even weinig van
weet als de vrager; misschien nog wel minder.
Vroeg je iets, Jard?
Ja, ken jij Groenlandsch?
Zoo-zoo, 'n beetje;... ik zou me erin kunnen
be
Ik wist niet, dat die lui 'n eigen taal hadden!
Dan moet ge heel fijn lachen en doen, alsof ge 'm
dat niet kwalijk neemt; maar niets zeggen.
Ken jij er 'n beetje van? vraagt hij weer
schuchter.
Ja, dat zei ik je toch!
Weet je dan misschien, wat... Kijk, ik heb 't
opgeschreven, maar ik weet niet
En ge ziet het woord, waarop ge drie avonden
geleden in de „Graphic" of in „Ueber Land und
Meer" ook gestuit zijt, en waar ge, heel toevallig,
later de vertaling van gevonden hebt. Als ge nu uw
reputatie van geleerdheid bewaren wilt, moet ge heel
voorzichtig te werk gaan, want in den grond van uw
hart zijt ge er van overtuigd, dat Jard, wat geleerd
heid betreft, u wel uit zijn mouw kan schudden.
Maar dit juist prikkelt u, om hem ook eens te doeee-
ren. Ge gaat heel wijs dat woord zitten bekijken,
trekt wat malle gezichten, waarmee ge zeggen wilt
heid er zich eens toe leent, dan zal ik 'n lofdicht i Maar 'i allergrootst als goed en weldoend medebur-
gaan schrijven op de Post en hare ambtenaren. Zij ger. NVelk instituut van menschenliefde en barmhar-
zijn de „Nathanaëls", wier eerlijkheid zeldzaam wordt tigheid is <|oor hem niet gesteund en U' boven op
ontmoet en waarom wij ons ik bedoel natuurlijk: gehouden? Amsterdam heeft in hem een zijner voor-
andere menschen zich spiegelen kunnen. Dat zij 1 U'cftclijkste burgers verloren.
leven! Abdoel-Hamiu heeft zijn geld uit de Parijsche ban-
j ken los gemaakt; wat hij er mee uit zal voeren, is
Nu begin ik weer aan mijn brief en ik zal mijn niet bekend. Hij moet te Saloniki blijven wonen,
best doen voet bij stuk te houden en mij niet meer Be Kroonprins van Griekenland is te Patras en te
te verspreken, zoodat ge de schaar wel op zij kunt i Korfu, wat men zou kunnen noemen, in zijn oer her-
I ni/vi/i ain.:
Oome bleef met de riksjes staan.
Willem kwam toen de boef weg was... Ze gin
gen secuur kijken, of de straatdeur wel goéd-dicht
achter 'in was.... En uit de gang kon-ie niks wegka
pen. dóór hadden ze natuurlijk voor gezorgd... Wil
lem hoorde 't geval en verklaarde dat 't hem niet
beviel. Als Kees zulke royale kuren had, dan school
er wat achter, hoor!
Ze vertelden 't aan den notaris. En deze zei er
weinig van. Verklaarde slechts, dat-ie voor Annetje en
haar bruigom, blij zou zijn als Kees op den bepaal
den lijd verscheen.... Was sceptisch gezind...
Maar bleek ook te pessimistisch, klokslag-elf uur
was Kees er op den afgesproken dag. Heel bedaagd,
rustig, zonder cenig vertoon van vaderlijk gewicht en
zoo, waar ze zoo bang voor geweest waren. Luisterde
naar lvet voorlezen der akte: teekendo op de plaats,
hem door den notaris aangeduid, groette-beleefd,
met een paar vingers tikkend tegen z'n hoofd, ten tee-
ken van respect Moor meneer den notaris-zielf, jets
mompelend tegen de anderen.... Zei, vroeg verder hee-
leinaal niks...
Zoodat ze toen hij weg was elkaar met groote,
verbaasde oogen zalen aan te kijken.
„Wat zeg-je me dóórvan?" zei oome-Jan, wien een
pak van 't hart was gevallen.
„Hij kon 't altijd nog intrekken.... Op het stadhuis....
Als ze voor den ambtenaar staan!" zei de notaris voor
leggen.
De nieuwtjes dus! De verrassende overstorting van
steld, en door de bevolking toegejuicht.
De Czaar van Rusland wordt in den laatsten tijd
de
gebeurtenissen, die u en mij en alle goed-bedoelende gebiologeerd door zekeren Theophil, die.... och zoo n
menschen, die in ons vak verdwaald zijn, het hoofd Czaar is ook al niet voor zijn plezier óp de wereld'
breken, het hart verontrusten, de hand doen beven r
en ons heele lichaam vóór den tijd sloopen.
Als ge mij opgedragen hebt nu al jaren gele
den om mede te helpen uw blad van zich eeuwig
Schagcn heeft bezoek gehacl van Spaansche veekoo-
pers, die er kalf- en melkkoeien kochten.
De couranten bevatten bedektelijk waarschuwingen
voor vrouwen, die zich aansloten of aansluiten wil-
ueii urn uitput; tv uciijch uw uiau ^a^aa. tvun*ö - -■>
afwisselend nieuws te voorzien, zie dan toch nu ook ion bij de Mormonen, om niet naai Amélika te ver-
eindelijk eens in, dat 't op uwen weg ligt, mij aan
te wijzen, welk soort van nieuws door u en uwe
lezers begeerd wordt, en schei er uit christelijke
bedachtzaamheid ook eindelijk eens mee uit, mij
eeuwig en altijd met nieuwtjes vóór te wezen. Ik
las in de „Graphic" of in „1'Illustration" dat de
Noordpool ontdekt was. Dat was iets nieuws! Nu
zou ik toch èens zien, of ik niet... als ik gauw ging
zitten schrijven... En ik ging naar huis, bleef des
nachts doorwerken, kreeg 'n brief af, meer lierzang
dan „brief", postte hem, verkneuterde mij, dat ik
zoo handig begon te worden, stak 'n sigaar op, en
Der viel wat in de bus, meneer?
Mooi! De krant! De „Schager"! Wel potver
't Eerste wat ik zie: „De Noordpool bereikt". Wat
is dat nou?! M ij n brief kon nog nauwlijks afgestem
peld zijn! Ga 't maar weer zitten lezen! Ziezoo, de
Weledelgeboren Heer H. d. H. heeft zich weer eens
uitgesloofd, de zetters kijken mekaar eens aan, schie- i
ten in 'n lach en zwijgen. „Cliché", meneer! We j
moeten voortaan de vormen niet zoo gauw distribu-
eeren", is het eenige wat zij zeggen; en dan gaan
ze maar weer typen, dan pikken ze als kippen maar j
weer moeizaam dezelfde korrels op, die ze gisteren j
met eigen hand verstrooid hebben, en zetten in 'n 1
verscne pan 'n gerecht te vuur, dat op verschillende
wijzen toebereid kan worden. Zoek met mij 'n uit
weg, 'n middel ter voorkoming tegen zulke ongewilde
faux pas, of
Houdt ge ook aanteekening van al wat er iederen
dag gebeurt? Van alles wat er in alle couranten
staat? Aan den hoeveelsten klapper zijt ge dan nu?
Ik ben zoowat zeven jaar ten achter, en hoop maar,
dat de menschen geen al te sterke memorie hebben,
om mij niet telkens ter oorzake van hetzelfde gebrek
op de vingers te tikken en tot de orde te roepen.
Mag ik dan voor dezen keer volstaan met eenvou
trekken, voordat zij inlichtingen hebben ingewonnen bij
het hoofdcommissariaat, van politie te Amsterdam.
En nu eindig ik, er liggen nog wel heele veHent
uitknipsels voor mij, maar ik moei toch eindelijk ook
eens gaan slapen. Wel te rusten, dus
H. d. H.
Aantcekeningcn:
Het woord „Ah-ni-ghi-to" kwam in 'n Engelsch blad
voor als de naam, dien Peary zijn dochtertje had ge
geven, toen dit 'n jaar of drie geleden boven Spits
bergen geboren werd. Misschien is dit waar en mis
schien beteekent het woord: „Kind der Sneeuw", al
geloof ik het niet. Maar vast en zeker is het ortho
grafisch verbuigingspraatje, dat over 'dit woord in de
zen brief voorkomt, 'n puur verzinsel. Dit ter voor
koming van mogelijke terechtwijzing of verwijt.
VAN 'X WEERZIEN.
„GEXUIGSCHKIEX".
Eerst toen zij broer Kees pas in haar kamertje
tegenover zich zag staan, op dien ochtend was 't
Geurtje geweest of ze „door den grond zou gaan".
Er schoot een krop in d'r keel en ze stond op :t
punt om Duurman, van een-hoog, te gaan Toepen....
Allerlei oude herinneringen kwamen bij haar op. Van
vroeger en later datum. Hoe Kees, toen ze nog (ben
de, haar 's avonds stond op le wachten, om centjes
af te troggelen. Hoe hij 't eens gewaagd had om bij
mevrouw aan te bellen; z'n zuster te spreken te vra
gen.... Hoe Bet, de werkmeid, doodsbleek bij haar in
de keuken was gekomen, zeggend dat
„er zoo n ge-
meene vent aan de deur stond, die zei da-ie Geurtje
dig de nieuwtjes te noemen? Door die geschiedenis d'r broer was... En of ze maar niet gauw de politie
met de Noordpool hen ik mijn tramontane kwijtge- zou halen...
raakt. Zie: „Tramontane" in Kramers-Bonte. Daarna had ze weer in tijden niet van Kees ge-
En terwijl alle kranten er vol over stonden, Docter hoojd. De bruiloft van \nnetjc, z'n dochter was er-
C.ook tè Stockholm gehuldigd werd, vriend Peary tussehen gekomen, en de oom, die zich over Annetje
zijn kind als „Ah-ni-ghi-to" toesprak, terwijl er gou- ontfermd had. maakte dat Kees eene schriftelijke mach-
den medailles worden uitgereikt, Taft niet goed weet, tiging gaf. Oome-Jan had Kees bij zich laten komen....
wat hij met dat land meer ijs dan land moet Namelijk, ï:oodra hij weer, na een half jaartje zittens,
uitvoeren, en Minister Asquith staande de vergade- „vrij" was. En die had 'm toen uitgelegd, hoe 't zijn
ring van het Lagerhuis onomwonden verklaart, dat plicht zou wezen om de familie niet te „schandalisee-
't hem weinig belang inboezemt, of de anderhalve ijs- ren Dat was voor oome-Jan 'n heele historie, want
d'a7""t ppn zeer ingewikkeld geval is, leutert iets van teer en de drie verdwaalde zeehonden, Britsche of als iemand, in de familie, aan zijn „ponteneur" hechtte,
'n' «Tnitlvus en zeet heel langzaam alsof ge vreest Amerikaansche onderdanen zijn, zijn Cook en Peary dan wel hij.... Maar Annetje was bij hem aan huis
„nini^theirt te zeggen- Je weet zeker, aan 't vechten gegaan, dat 't een lieve lust is. Heel opgegroeid, werd als een bloed eigen kind beschouwd,
misschien nis heonsmakelijk! Komt 't er dan nog op aan, w i e of En hij zette er zich dan over heen. De notaris had
et zoo g f staat 't nog eens- Ah-v'ie Eet eerst de Noordpool bereikt heeft? Zijn de 'm den raad gegeven: „Wees nou verstandig en stop
OJa, beslist, kijk, hier staat t nog eens. „Ah mengchen z6q met jn de krant tg mQgen a[s_ie ietg JJ, de handEen <rksel£
dat zij 'n jongen uit het water gered hebben, dat vooral niet meer. En dan zeg-je hem: Den dag na het
indien 't eens n i e t in de krant was gekomen zij
den jongen misschien zouden hebben laten verdrin
ken? Zeker, eere wien eere toekomt; maar d e
daad is 't voornaamste, de persoon, die de daad
deed, komt pas nummer twee. Dikke, groote, in 't
ni-ghi-to:
Ja juist. Kijk, „Ah" is „kind" of misschien:
„dochter", door die achtervoeging van „ni". En „ghi-
to" is de tweede naamval van „gho-ti". Zoodat er
waarschijnlijk zal staan: „sneeuwklnd' of „kind van
de sneeuw".
Das verdomd knap! Ja, 't Is zoo!
O, wist je 't? vraagt ge dan zoo geraffineerd
en onnoozel mogelijk.
Nou, eigenlijk wel. Ik heb 't in 'n buitenland-
sche krant gevonden, maar ik vertrouwde 't niet.
En bij die bekentenis zwijgt ge als 'n Mof, en
verklapt het niet, dat gij op dezelfde wijze omdat
er heel duidelijk de vertaling bij stond er achter
zijt gekomen. Ge veinst de heele krant of illustra
tie zelfs niet gezien te hebben, en zegt dit met niet
meer dan twee woorden, en laat Jard over aan 'n
gevoel van... En ge roept zoo achteloos mogelijk:
„Frans, breng me 'n kleintjè koffie!"
eens, a
huwelijk, niet eerder, kan-ie de honderd gulden ko
men 'halen. Desnoods geef-je hem dat zwart-op-wit. Maar
éérst moet de zaak in orde zijn, want anders begint
de vent natuurlijk van-voren afaan...."
Oome-Jan zat Kees dan te wachten, met de twee
oog-loopende namen op 'n mooi schilderstuk, maken riksen, in een papiertje, in zijn vestzak gestopt....
het als kunstwerk niet mooier. Ik las op mijn scheur
kalender: „Als ge iets goeds gedaan hebt, vergeet 't,
en doe iets beters". En al is dit nu niet altijd even
gemakkelijk, 't is toch 'n woord, zoo geen les, die
betracht mag worden. Waar kijven de menschen al
Hij had gezorgd^ alleen thuis te zijn. 't Was, geluk
kig, een donkere avond, maar 't idee, dat de buren
Kees zouën zien aanbellen, bezorgde oome-Jan hart
klopping....
Willem, de oudste zoon, had zich verdekt opgesteld,
ergens in huis met een flinken stok bij zich... Met ke-
niet over! Ochoch, wat 'n geslacht van dwergjes en
microcephali! Als zoo de grooten doen, want Cook reltjes als Kees was oraassen de boodschap,
en Peary zijn twee zeer geleerde heeren wat zul- Toen kwam-ie dan. Oome-Jan beefde van het hoofd
len dan de Marsbewoners wel van de rest der Aard- tot de voeten. Hield zich taai... Terwille van Anne-
d—.-- 1'ngen denken? van ons, gewone menschjes, die geen te. Presenteerde Kees een sigaar. Een glaasjje-bier....
Want hoor polen vinden, geen sterren ontdekken, geen Zeppelin Stotterde van emotie. Zocht naar woordenWas
breng me 'n kleintje kortie. want heeten geen Dreadnoughts" houwen en zóo klein doodsbang dat Kees een driftbui zou krijgen.... Stak loopon. want ze voelde, dat als t ging
lies weten kan 'n mensch niet; vooral n zwak zijn 'dat we ons water driemaal koken moe- om de minuut, met trillende vingers dat 't vlammetje s i i !f 1 m ar1men |ve<rs dK' dan toe
nieuwtjes, de ontroerende mededeelingen, Qm >n b'acüj die honderd maal kieiner is dan de van de lucifer mee-sidderde z'n sigaar aan.... Itamer n0g wat goeds 111 hcm ll!
als de
ontdekkingen, de sterfgevallen, de ups and downs in Leu>
de beurswaarden, de verschillende politieke stroomin- Punt van 'n naald, dood te krijgen? Wat zullen ze er, eindelijk ,mee voor den dag. Van Annetjes trouwen.
gen, de malligheden der suffragettes, de vorstelijke dan van o n s denken En van die notarieële machtiging, waarbij Kees z'n
reisplannen en de hemel weet wat meer, elkander zoo Enfin, laat ze maar vechten! De Noordpool is er;
snel verdringen en opvolgen, als dit verleden week dat is 't voornaamste; en als we nu te avond of
het geval was. Dat is niet bij te houden. Vooral niet, morgen met 'n Zeppelin of 'n Wright op Mars of
Wanneer dan nog bovendien correspondenten, verslag- Jupiter belanden, dan kunnen ze ons daar tenminste
gevers van kranten en krantenuitgevers zelf, hun niet verwijten, dat we nog niet eens ons eigen bolle-
fantasie zoozeer den teugel vieren, en zoo ongebrei- tje bekeken en gemeten en bereisd hebben. Daar heb-
iroiion nanier vol krabbelen met fantasie ben Shackleton en Cook of Peary, of wie 't dan ook
rap meer dan wijl hij 't meende...
aar dat schertsende woord maakte dat ze allemaal,
op den trouwdag, beefden, zweetten van angst. Eene
van de tantes werd, een kwartier vóór 't trouwen, on
wel. En oome-Jan, die getuige was, beefde er toen
hij moest teekenen op het register nog zóó van na,
dat de bode, die hem 't hóek bracht en voorhield,
moeite had zich goed te houden. Dacht: „nou, die
is al vroeg begonnen met de bruiloftspret...."
Alles liep goed af. Annetje en haar vrijer waren
wettig getrouwd. Van Kees was geen spoor te be
kennen...
En op de bruiloft werd toegeven in de fluister
gesprekken over schandvlek-der-familie dat de man
zich netjes had gedragen.... Zoodat, zelfs, door een
neef, die in zeer gemoedelijke feeststemming verkee-
rende, in een der laatste toasten.... onderwijl hem tra
nen in de oogen kwamen.... heel raadselachtige woor
den werden gezegd.... Zéér ingewikkeld en mysterisch....
Over afwezigen, die als ze hier aanwezig zouden....
Doch die nu eenmaal.... Neef slichte het verdere maar
op. De feestdisch, bang dat neef duidelijker zou wor
den, applaudisseerde.... De familie van pasgetrouw
den echtgenoot begreep gelukkig niet, op wien de ge
voelige neef "doelde... Annetje had er een kleur-als-vuur
van... Doch ook dit liep goed af....
De neef, wien men gauw van nieuwen feestdronk
voorzag, vergat alweer z'n toast.... Ook deze schaduw:
wifs verdwenen
Een minuut of tien nadat Kees bij Geurtje was bin
nengekomen, was ze tot bedaren geraakt.
Waagde zij 't om te gaan zitten Tegenover broer,
aan het tafeltje.
Merkte zij, dat Kees inderdaad een andere kerel
was geworden.
Hij was vermagerd. Maar hij keek haar rustig
aan.... En hij sprak zoo bedaard. En stonk niet naar
sterkedrank, vroeg niet om centen..!.
Toch deed 't Geurt plezier.
En toen ze las, dat getuigschrift wat-ie haar liet
zien.... Van den baas, die hem nu anderhalf jaar ge
leden, ondanks alles in dienst had genomen.... Van
dat Kees de Leeuw al dien tijd trouw en eerlijk bij
hem had gediend.... Zoodat hij hem „in gerust ver
trouwen" kon aanbevelen als een bekwaam bankwer
ker.... Toen schoot Geurt d'r gemoed toch vol. Most
ze d'f oogen afvegen, of ze wilde nietWat ze nooit
gedroomd had.... Over Kees z'n bravigheid te moeten
grienen....
En hij had zoo'n vergenoegd-lriumfantelijk lachje
op zijn gezicht van: „Dat hadden jelui toch niet ge
dacht hè?...."
Was er zag Geurt in zijn ziel van overtuigd,
dat het vroegere vergeten was, uitgewiseht....
Zoodat Geurt zich pfvroeg, hoe ze 't hem duidelijk
zou maken, dat hij moest uitstellen.... tot later.... waar-
ie over sprak....
Toen Kees 't had gezegd, van dat Annetje te
gaan verrassen met 't getuigschrift, met die gelukkige
tijdingen van zijn fatsoenlijk gedrag, z'n ijver... ant
woordde Geurt niets. Zocht naar een middel om hem
te beduiden...
„Laat ik 'r eerst voorbereiden'', vond ze eindelijk,
„geloof mij nou, Kees. dat's beter.... Annetje is nog
zwak, mot-je denken... 't Kind pas drie maanden oud....
jongen...."
Even scheen Kees door het argument getroffen.
Maar de drang om te toonen dat hij, vader, een andere
kerel was geworden, bleek te sterk
„Ben-je gek, meid!" riep hij uit „denk-je dat An
netje dóórvan schrikken zal... Juist niet!.... Dat zal
er goed doen. Daar kwiekt ze heelemaal van op. Zul-je
zien!.... En grootvader brengt wat moois voor 't kleine
poppetje mee!... 'k Ben veel te nieuwsgierig om m'n
kleindochter te zien!... Neen, Geurt, meid, dat snap-
je nou weer niet!....
Hij had haast geen geduld om haar goeien dag te
zeggen. Klauterde een-en-al verlangen naar Anne
tje en de kleine-pop de trap af...
Ode Geurtje dribbelde in haar kamertje rond. Wei-
i u felde of ze niet nog gauw-effetjes naar Annetje d'r
Stak huis 2011 l°°penWant ze voelde, dat als 't ging zoo-
„lo Ir 1 toch ge_
■i
echt te-doen...
Ideld heele vellen papier vol krabbelen
en werkelijkheid, dat men moet toegerust wezen met
'n dubbel gezicht en 'n dubbel onderscheidingsvermo- eenig bearin 'vm h ^'zorgd; en alle menschen, die ei
gen, om leugen van waarheid, en apekool van ernst leden getrotseerd en 26 da^rvoor het>ben ge-
te onderscheiden. Want er is geen „boom der ken- paar 'Voor gestaan, zijn er ben dank-
nis", ik bedoel: er is geen „boom des komkommers" i
- J-V
Verder nieuws:
I soms wei uci asuuu.>
der kennisse, ik bedoel dien des komkommers, die
geplant is in de gaarde van 'n krantenbureau. De
-ri„„„„1 finrintjg hier ver-
illlS 1IY ucuv/t/i. o
die weliger tiert en bloeit en vruchten voortbrengt De kiesrechtvrouwen, de suffragettes in Engeland
wel der kennisneming waardig _^danjle boom j leggen het biijkbaar op Asquith s leven toe. 't Is
'n ongeluk, dat er niet eenige millioenen mannen
méér zijn, en dat alle mannen blijkbaar niet willen
trouwen. Als die vrouwen ,,'n hok met jongens" had
den, eiken dag kousen moesten stoppen, om ze weer
bede van het „Vivat, crescat, floriat!
s su. ssrsi
VUla. uccll IV t clil L, Ulo UVU, OWVVU ÜWWWVW
in aantal ziet toenemen, haar bladenaantal ziet uu- ;knap» naar school te krijgen, eiken dag eten moes-
ui auutai jjiet
breiden, haar advertentie-ontvangsten ziet stijgen;
geen uitgever, die niet week aan week bankbiljetjes
opstapelt en ze in slordigen overvloed zendt aan zijn
correspondenten te Gad en Askelon, die ze op hun
beurt zoo en-passant, nonchalant, heelemaal ze als
vodden en „en-bagatelle" behandelen, dat zij ze on
geteld ln 'n binnenzak gooien of ze voor hun voeten
laten neervallen. Wat geven zulke mensehen om 'n
lapje van vijf-en-twintig?!! Als dan de een of an
dere besteller zegt: „Liet u dit niet vallen, meneer?"
dan
Och ja, ik geloof 't wel; en gij zoudt 't den
man bijna kwalijk nemen, dat hij u verdenkt van om
'n armzalige vijf en twintig gulden verlegen te zitten;
en ge geeft hem van den onberekenbaren overvloed
uwer inkomsten 'n rijksdaalder, 'n heelen rijksdaalder
achteloos en heelemaal terloops; maardien ge
hij kwartjes en dubbeltjes en vier-duitstukkeu hij
elkander hebt gespaard; maar dien ge nu toch gaarne
offert op het altaar der dankbaarheid,... omdat ge
anders met uw gesteven manchetten en veel te hoogen
boord en van franje ontdane broekspijpen, toch uw
huur niet hadt kunnen betalen.
Zeg, Trapman, ik verspreek me daar leelijk. Wees
zoo goed, het laatste deel van dien zin te schrap
pen. De menschen behoeven niet te weten, dat wij, gij
en ik, óok rekenen moeten, 't Staat zoo... hoe' zal
ik 't zeggen? zajp arme-menschachtig, min of meer
vaderlijke toestemming zou geven. Gaf hoog op van
't bijzonder nette, en fatsoenlijke der familie van brui
degom. Dat 't voor Annetje een groot geluk was om
in zoon familie te worden opgenomen... En dat Kees
toch ook gelukkig moest zijn voor z'n eenig kind...
De vader zat te luisteren. Elleboog geleund op de
tafel, turend naar den grond. Er was niet uit 'm
wijs te worden.... En oome-Jan dacht al bij zichzelf:
„Net zooals ik gezegd heb.... Dat zal ons centen kos
ten..."
Maar toen oome-Jan zoo lang gepraat bad en her
haald wat-ie al vijftigmaal had verzekerd....
En dan weer scheutje-bier in Kees z'n glas gego
ten, hem aangemoedigd om „toch" nog eens op te
steken".... Al z'n best had gedaan om vrindelijk te
zijn voor „schandvlek van de heele familie"Toen
vroeg Kees enkel en alleen, met iets heel-vreemds in
z'n manier van pralen.... net of-ie nu opeens zachter,
minder luid sprak:
„Wanneer mot dat zaakje gebeuren bij dien notaris?"
En hij bleef maar naar den grond kijken.... Ont
weck oome-Jan's blik....
Toen zinspeelde oome op het geld.... Zat met het
papiertje, waarin de riksen, te draaien.... Daalde, ver
rast door Kees z'n doen, van honderd op vijftig gulden
af.... 'n Meevallertje...
ten koken voor zooveel monden, hun best moesten
doen 'n man in zijn humeur te houden,''s avonds ook
eens „moe" mochten wezen, zooals hun „achterlijke"
zusters, die thee schenken, 'n stuk in 'n kiel schie
ten, op de rel van de wieg trappen, verbieden, bid
den en zingen tegelijk, als ze dat alles hadden en
doen mochten, zouden ze zich niet zoo dol en be
lachelijk aanstellen. Als ieder op zijn plaats behoort:
de dominéé op den preekstoel, de bakker voor zijn
oven, de schoorsteenveger ln den schoorsteen, 'n vo
gel in de lucht en 'n visch in het water, dan behoort
'n vrouw in de huishouding met 'n aardig handwerkje
of aan 't dweilen van den vloer, of 'n goed boek te
lezen om wat verstandiger te worden, althans wat
wijzer. Van die „halve kerels", dat „derde geslacht",
dat zoomin vleesch als visch is, krijgen we nu zoo
zachtjes aan ons bekomst. Je durft in 'n tram of 'n
winkel bijna niet meer beleefd te wezen, uit vrees,
dat je zult worden afgesnauwd. Hoe meer ik heel
dien rommel gadesla, hoe sterker de overtuiging ln
mij wordt, dat het de schuld is van die speciale soort
van vrouwen, dat er zoovele mannen ongetrouwd blij
ven. Alle mannen zijn niet zoo arm als ik. Maar als
ik - - -
loopen \J LLX V4 Cl L «AW O_-w
snauwen kan, dan waag ik die kans niet, en zal ik van d'r vader°kon innemen.... Van den°schooier"
de kotten van een rijtuig heen en weer 't stadhuis, „Neen, hou-je oenten maar!" zei hij ruw en hard
maar sparen. Ik op mijn knieën vallen voor 'n van toon weer. „Voor den notaps zal' ik zorgen
„Als jij 't niet doet, dan zal ik er wel 's even
voor zorgen!" zei de spichtige juffrouw met de
scherpe kin en de stekerige oogen En zij nam
het kindje uit de wieg... Klemde 't in haar armen.
Liep de deur uit... Naar de buren van naast-de-deur.
Om te zeggen dat er een gevaarlijke kerel in hun
woning was gedrongen... Om hulp te vragen...
Hij, Kees, stond als genageld aan den grond. Het
pakje, waar de surprise voor z'n kleindochtertje in
zat, hield hij nog in de hand...
En bij het raam stond zijn Annetje, zoo mager,
zoo bleek en zwakjes nog, van wat ze doorstaan had.
...Met zulke fletsche, blauw-omkringde oogen. Zij had
eene hand tegen het voorhoofd gedrukt. En keek
vader zoo verschrikt aan... Zoo echt-bang...
Hij wou vertellen van het getuigschrift... Van dat-
ie een ander mensch was geworden...
Maar 't kon er niet uit. Want toen-ie 't papier te
voorschijn wou halen, zag-ie dat Annetje terugdeins
de... Alsof hij haar bedreigen zou...
„U wist toch..." stamelde zij, schor van opwinding.
Hij wist toch wcu ze zeggen dat de familie
van haar man... Dia stijve, strenge menschen... Dat
haar schoonmoeder... De juffrouw met spitsige kin,
die hulp was gaan roepen...
En op-eens ging de deur open.
„„.«..wtj1 Stond daar een agant van politie. Schoonmoeder
Maar Kees was eensklaps opgestaan, zoodat oe sennk bad geSproken van een „gevaarlijke kerel"... Natuur-
ine al in de heenen slo^...iHad-ie ook maai none im gerepf. van dat Kees... Dat Kees en Anne-
„Ah!" riep de agent uit, zoodra liij Kees zag, en
bekend met. de vpplint; vno-
oome
desnoods tweehonderd gezegd.... Nou hadt-je kans, dat
Kees zou gaan inspelen....
Maar de boef strekte de hand naar 'm uit.
Zei ocnvoudig-weg
„Als 't Annetje d'r geluk is, nou goed, ik zal
m'n poot er wel voor zetten. Afgesproken, Dinsdag
over acht dagen, 's morgens om elf uur, bij dien no
taris... Ik zal er wezen..."
„En.... maar" hernam oom,' schuivend, nu, met de
riksjes
'loen eerst keek Kees 'm recht in de oogen.
„Dank-je wel", zei de boef „de centen mag-ie hou
den. Koop 'r maar 'iets voor Annetje voor..,. Of.
„Ah-zool" dacht oome-Jan „nou komt-ie toch los'...."
lijk niet gerept van dat Kees... Dat Kees en Anne-
tje
onbekend met de verhouding lusschen cx-boef en de
jonge vrouw in de kamerAh, Keesje, ben jij
weer aan de gang?.,.. Ik ken je nog wel, ouwe-jon
gen... We dachten .al dat je.. Nou, vooruit, jongen.
Allo..."
En hij greep hem met een forsche knuist, bij een
arm. Tegelijk rinkelend met de „braceletjes"...
Annetje had de handen vóór de oogen geslagen,
maar ze zei niets.
En midden in de kamer stond de spitskinnige juf
frouw, den, indringer aankijkend met matelooze min-
„t. a i
de kans heb, om over drie weken toch weg te hij wendde zich snel om. Wou niet laten merken, dat
pen omdat ik, als goeie vent, niet tegen ruzie en hem te machtig wehdf 't besef dat Annetje geen cadeau
11. J!» 1.nnn /vn r»Q 1 i Lr ,,nn /IV .r/wlsvx A.
Hij vergiste zich. Kees had erover g - i Gewillig liet Kees zich uit de woning brengen. Bui
ten op straat, stond een troep menschen, bijeen-ge-
stroomd op 't gerucht...
En eerst op het politie-buraau vond Kees kracht
om te praten. Smeet hij het Rakje, met de surprise