ïrepen i Lai- sa
Toch onschuldig.
Zaterdag 22 Januari 1910.
54e Jaargang. No 4645.
TWEEDE BLAD.
392ste Staatsloterij.
Binnenlandsch Nieuws.
F e 11 i 11 e t o n.
Behendmakinqeni
GEMEENTE SC H<i E V
RIJKSKEURING DEKHENGSTEN.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Brengen ter algemeene kennis:
Amerika en vannen het daarvan in schoonheid en voorheen builen de provincie werden uitgegeven. Hen heeft de vliedbergen, in deze lage en telkens
exterieur; voor de harddraverijen worden jaarlijks liet zou overweging verdienen de 21,ft 3-jarige ondcrgespoelde landen in zoo grooten geta.e aan
meer dan 2 millioen frans aan prijzen uitgeloofd. Voor warrobloedhertgsten te Bergen op Zoom in te spannen wezig. wel voor grafheuvels gehouden, maar liet on-
de wedrennen geeft Frankrijk jaarlijks 17 millioen francs voor een lichten draverswagen en bij den verkoop be- derzoek bevestigde geen enkele maal deze vcronder-
uit. waarvan be Grand Prix de Paris alleen 400.000 halve aan de hand ook aangespannen te vertoonen, stelling.
francs bedraagt. zoodat de koopers meer over de werkelijke waarde Naar de verschillende gcloofsbcschouwingen^ wer
De N'orfolk-Bretons (postiers) worden hoe langer hoe als tuigpoard zouden kunnen oordeelen en het aan
meer gezocht, zoowel in Frankrijk als in het buiten- spannen later geene moeilijkheden meer aan hen zou
land. o.a. voor de artillerie. opleveren.
De fokkerij der zware werkpaarden is zeer winst- De trekproeven van spannen hengsten en merriën
gevend, doordat de uitvoer elk jaar toeneemt; vooral %_an 4 jaar en ouder werden gehouden op een vrij
.Amerika koopt opvallend veel. zware zandbaan, lang 1500 M. met 2 rustpauzen van
Bij de behandeling der verschillende congrespunten 2 minuten,
werd speciaal gewezen op het groole gewicht van een De vagens zelf 1000 K.G. wegende, werden bela-
vaste methode bij het fokken, het streng letten op de <lcn met 2500 K.G. zand voor warmbloed- en 3000
afstamming van vaders- en moederszijde en op het K.G. zand voor koudbloedspannen. Een span koud-
gevaar voor weinig deskundige fokkers vóór den vol- Moeds won den prijs in 16'25".
wassen leeftijd; alle zaken waarop ook in de meeste ®'J aankomst na de trekproef werd niet alleen de
streken van Nederland nog veel te weinig de aandacht ''F'' maar de conditie der paarden opgenomen,
wordt gevestigd. j Bij de snelheidsproeven draafden de deelnemende
Het tweede verslag van Kolonel Punt betreft de be- paarden voor een lichten Amerikaanschen draverswa-
f10. vtLdewZr )feÜnk^°nOrinaiS9ie0ringeQ roemde jaarlijksche tentoonstelling van koudbloedpaar- fn «P ^ndbaan van 3000 M. De winner der
>t dekking bestemde hengsten in 1910, voor zoo- (jcn te grusse[ koudbloeds legde deze af m 7oi en die der warm-
eel deze provincie betreft, zullen gehouden worden Bij dk tref[ - hct zeer aan[al bes(c b!x>eds in 0 12'. Deze snelheden zijn voor gebruiks-
fokmerriën liet geheim van elke rationeele paardenfok- paarden bepaald groot te noemen; daarbij draafden
kerij. Onbegrijpelijk, dat men dit bij ons nog niet wil df paarden zeer regelmatig en kwamen in goede con-
inzicn. zelfs de reaelinascommissies alle noa niet ,aan- „T
b Haarlem, op 22 Februari 1910. I ,"Bij ^ezoek. miJ het zeer &00* aaidal bcstc
2o. dat de eigenaar of houder, die een hengst ter
euring wenscht aan te bieden, verplicht is daarvan ,„ifv a~ „u
mminste drie weken vóór de keuring vrachtvrij eene behalv:e in een klci[f (1^ v
;hriftelljke en onderteekende aangifte te zenden
Sedert enkele jaren worden in Weslfalen ook Nor
van Zeeland en Limburg. e"Keie Z i
is toch van zeer overwegend h-lino nu rmk mandische hengsten ingevoerd cn men heeft plan nog
au den Secretaris der provinciale regelingscommis- 20 000 merriën elk mr in ^cderlar-i 7ïoo- koud meerdere aan te koopen.
e. (den Heer W. TEENGS te Alkmaar), met °P- bioe<thengsten in Nederland w orden^f^ekt lur'betrek- ^"cstfalen wordt,"dank zij de goede leiding der
kelijk weinige daarvan werkelijk goed passend zijn bij paardenfokkerijen, haast niet meer gekruist, maar wr-J1
de koudbloedhengsten. Invoer van goede jonge merrien hÖna overal' rein warmbloed of zuiver koudbloed
ordt
ge-
te, (den
ave van:
a. naam en woonplaats van den eigenaar en hou
er:
b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere ken- de betrokken regelmtpcommissicn, is een dringende^eiseh veel belang stelt in de Paardenfokkerij, zal
>ekenen van den hengst, benevens, indien deze in geworden", deelt de Verslaggever mede. Hierna bezocht ,.doen het leerzame boek over dc Paardenfokkerij
en stamboek is ingeschreven, stamboek en stam- Kolonel Punt de tentoonstelling en het concours hippique 1,1 ?''n geheel te lezen. De prijs is franco per po*t
oeknummer; te Londen slechts f 0.36. De Directie van den Landbouw heeft
zoo mogelijk afstamming van den hengst, zoowei regeling was voorbeeldig Biina dageliiks woon- het boek in ruime mate verspreid, o.a. door het toe
au vaders- als moederszijde, en naam en woonplaats den ]oden der Koninklijke familie liet concours bij
an den fokker;
3o. dat een hengst na bovenvermelden
teaeven. van de keuring is uitgesloten
te zenden aan de Secretarissen van alle Landbouw-
den de lijken begraven, in zee geworpen of verbrand.
Het verbranden geschiedde op brandstapels, en dan
werd de asch in urnen bewaard en met de wapenen
en andere eigendommen des overledenen onder aard-
heuvels verborgen. Bij het in zee werpen van een
lijk werd dit in eene boot gelegd en de aan de
vlammen prijsgegeven, zoodat het overschot door de
zee werd verzwolgen. Dewijl hier geen grafheuvels
werden gevonden, moeten de heidensche voorvaderen
de lijken óf in zee geworpen óf verbrand hebben,
welk laatste het waarschijnlijkst wordt geacht.
Bij de invoering van het Christendom werden deze
gebruiken afgeschaft, en werden de lijken begraven.
Dat het volk evenwel slechts noode de voorvaderlijke
plechtigheden en gebruiken afschafte, blijkt o. a. uit
de lijkmaaltijden, die niets anders dan bras- en zwelg
partijen waren, en uit het lijkenstroo voor de sterf
huizén, dat na de begrafenis in brand werd gesto
ken. Dit laatste werd door de overheid toegestaan,
maar de begrafenismaaltijden werden streng te keer
gegaan, en graven en bisschoppen, Staten en Syno
den trokken er tegen te velde, evenwel vaak zonder
sucoes, omdat dedeelnemers, die onder voorgeven
van alles te doen ter eere des overledenen, er hoo-
gelijk mee waren ingenomen.
Waarom dit stroo werd neergelegd en in brand ge
stoken? Ook dit laatste, het in brand steken van
het stroo, had oorspronkelijk eene symbolische betee-
kenis. Onze eerste voorouders geloofden niet aan een
gelijk lot voor alle gestorvenen. Om tot het licht te
komen, moest de geest door vuur en vlam van het
stof worden vrijgemaakt, en dat stof vervolgens dooi
de duisternis der golven worden bedekt. Noch op,
noch onder de aarde mocht er een overblijfsel zijn.
daardoor hunne 'gr'o^ë"JbeL^te'lïi'n2 "in 7lë" mardenvereenigingen. met de bedoeling het onder de leden Ete ^fdcnjke moeder Aarde zorgde voor de levenden,
termijn aan- fokkerij dc veShn^rfTr marden tooSe ter lezin* te laten circuleeren. De lust voor de paar- den b,jk naar de overledenen mochten
1, tenzij de In de tuigpaarden klasse zag men weder in hoofd- denfokke"j. mag m Noordholland wel eens krachtig en hen
-.ir v.«~w.,v,ro i„x 1 ,1 nnneiemoprïijsJ wnrdpn
nawandelen naar de woningen
om "van tien gulden bij voornoemden Secretaris D^ktaSSSder'^He^rd^
j aot ino/>iirHTrinirshtliprtAn voor de keurineen od waren slecht bezet; dat zijn de paarden.
D. E. LANDMAN
rachtvrije, schriftelij'ke en onderteekende aanvraag ]jcht t kJu krl n z -
an eigenaars of houders van hengsten door den Se- mwr ad<| kuimen tocJn^n: die taiüe Sn
retaris der regelings-commissie voornoemd, zullen de IK,ar(|„. js „hr.
4o. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuringen op wii' onwn -
„„Hprtppkpnrtp aanvraap wij onzen uitvoerhandel op Engeland wel
nze paarden wa
e taille van goeè
gaande fiaarden is bepaald gebrek, de meeste worden
rorden verstrekt. nu wal in Normandië gekocht
hJÏLSSJ
in conditie zijnde paarden, kunnen wij Nederlanders
I e'I vocd leeren. Een veel grooter bezoek van
Nedcrlandsche fokkeis en andere belangstellenden
I ware daartoe gewenscht.
1 Het laatste en leerrijkste verslag, opgenomen in
Paardenfokkerij; is dat van het bezoek aan de pre-
miekeuringen en kracht- en snelheidsproeven te Wa-
rendorf bij Munster in Westfalen op 5 en 6 Septem
ber 1908.
De paardenfokkerij in Westfalen is gedurende bijna
P. BUIS Jz., lo.-B.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
cm. EEN EN ANDER OVER PAARDENFOK
KERIJ.
(Vervolg.) - oj
In het boekje over Paardenfokkerij, waaruit wij de afschrikkend^ voorbeeld geweest voor een
orige maal eenige mededeelingen gaven, zijn ook op- die zonder bepaalde foknchting of fokdoel, meent
enomen de verslagen van de dienstreizen door Kolo- oeb g0^ i^uitaten te kunnen verkrijgen,
cl K D Punt in het belang der paardenfokkerij ge- ^as, Westfelen sedert eeuwen een paardenfok-
aan. Deze zijn belangrijk gSioeg om er eenige leer- kendc streek- dod>
ame gedeelten uit te nemen en aldus in een ruimen
:ring van lezers bekend te maken.
Het eerste verslag handelt over de nationale paar
lententoonstelling en het congres hippique in Juni 1908
e Parijs gehouden.
Het aantal ingeschreven paarden was 1178 en kwam
foor verreweg het grootste deel uit Normandië. De
Normandische balfbloedpaarden waren ook nu weder
kx*r onze fokkerij van het meeste belang. Uit dU ras
'c P»
men fokte er zonder svsteem. Na
oprichting van een Slaatshengstendepöt in 1826 kwam
er wel eenige regeling doch door invoering van Oost-
1 Pruisische hengsten werden de paarden te fijn. Dit
trachtte men van 1875 af te herstellen door fokken
met koudbloedhengsten.
Sinds 1888 heeft FVeiherr von Schorlemer-Alst de
lading der fokkerij in handen genomen door het stich
ten een er paardenfok vereeni ging en het aanleggen san
een stamboek. Ten einde krachtige gebruikspaarden te
yerknigen nam dit stamboek als devies- Znrhi mit
5de KLASSE, 4de TREKKING.
HOOGE PRIJZEN.
f 1500: 12810.
f 1000: 4493.
f 400: 13356, 18414.
f 200: 3683, 4216, 15878, 16404, 19884.
f 100: 2765, 5032, 14897.
Prijzen van f 70.
81
2386
4319
6807
9286
12414
15781
211
514
384
885
807
561
814
231
531
438
7009
821
664
857
394
830
457
427
984
677
989
412
969
546
876
993
13024
16067
632
3003
559
880
10146
281
352
737
10
574
944
214
491
396
822
197
617
979
641
623
581
881
301
622
8038
741
801
587
884
549
836
147
862
922
610
1166
783
909
148
877
14003
888
188
883
935
184
962
148
956
259
892
5076
224
11133
355
17370
333
976
543
525
208
435
466
624
989
658
753
307
513
491
725
4069
916
933
348
759
525
2036
194
6123
9097
452
824
636
128
231
490
176
936
15016
640
270
287
682
188
995
276
18461
278
302
721
227
12086
500
524
302
307
792
271
238
769
565
HOOGWATER.
Uit Wageningen meldt men:
Het water in den Rijn is de laatste dagen opnieuw
gaan wassen. De uiterwaarden, die nog niet geheel
van 't water van den vorigen was bevrijd waren, be
ginnen weer onder te loopen.
Voor de arbeiders der steenfabrieken is het hooge
water een ware ramp. Ze hebben ook thans het werk
moeten neerleggen, daar alle terreinen onder water
staan. In dezen winter is dat thans voor de derde
maal.
DRAMA TE AMSTERDAM.
(Zie no. van Donderdag.)
Omtrent het drama dat zich bij het gebouw der
785 Rijksverzekeringsbank ie Amsterdam heeft afgespeeld.
814 I kunnen we nader mededeelen dat de naam van het
944 vermoorde meisje is Johanna van Driest. De moor-
9177 1 denaar heet J. Vlootman. Hij werd gisteren juist 21
837
847
960
708
628
940
957
s eendgen "tijd" "na de tentoonstelling voor Nederland L^Sn»%^W!iÏÏbLOCk\dcvks- ?Zuchl mit
lanaekocht de 5-jarige zware harddravershengst „Dwina" (fokkerij met krachtproeven). Dit jaar 1908
nadoen <ie beproevingen voor dè vierde maal plaats.
Dat de AVestfaalsche paardenfokkerij van beteeke-
rns ls. kan blijken uit het feit, dat er thans 120 warm
bloed- en 80 koudbloedhengsten dekken, op enkele uit
zonderingen na alle Staatseigendom. Jaarlijks worden
Het congres-hippique had plaats onder voorzitterschap merriën ingevoerd,
van den vroegeien president der Fransche Republiek. zlm veiTassend; waar vroeger groote on
langekocht de 5-jarige
,-oor den prijs van ongieveer 30.000 francs. Deze hengst,
met een record van 1,28" de duizend meter, kan bij
*oede overerving de stamvader worden van een betere
klasse zwaardere harddravers in ons land en tevens van
zeer goede gebruikspaarden.
Fmile T zm het" 1 v.ersc'rii 11 ighesid voorkwam, heerscht nu de grootste pas-
De heer Loubet klaagde «ver het langzaam spoorweg- SJeTJ^, vóó?3^^^'
vervoer yoor paarden en, betoogde de hooge noodza-1 J
EIGENAARDIGE GEWOONTEN.
Eene eigenaardige gewoonte, die tot vóór weinige
De twee jonge menschen, die dicht bij elkander
in de Saenredamstraat woonden, hadden reeds eeni-
gen tijd verkeering, echter zeer tegen den zin der
ouders van het meisje, die den omgang hunner
g33 i eenige dochter met een minder gunstig bekend staan-
050 -den jongen man niet konden goedkeuren. Hun aan-
742 dringen om de verkeering te verbreken, bleef niet
30^ zonder gevolg; reeds meermalen had hun dochter
90j aan Vlootman te kennen gegeven dat het maar be
ter was van elkander te scheiden.
Kort en goed aan de verhouding een einde maken
moet het meisje niet hebben gedund.
Vermoedelijk heeft Vlootman, die loopknecht van
beroep is, haar bij het uitgjaan der corsetten fabriek van
de firma de Waal aan de Keizersgracht, waar ze werk
zaam was, opgewacht, haar naar het ieenzame veld! mede--
getroond en daar zijn noodlottig plan volvoerd.
Hij moet reeds vroeger met de politie in aanraking
zijn geweest.
Do revolver, welke in de hand van den moordenaar
00'- di n- iHeen maar dan werd gevonden, en in beslag werd gencmen, bevatte
7 1 j-bs ,"loc iioclen, maar nu vijf ledige hulzen en nog één scherpe patroon. Ge-
e:V w? aangetroffen, is deze, lijk we reeds meldden had het meisje twee schotwom-
gemakkelijker geschiedt dan in Engeland. Daar wor
den tot op het laatste oogenblik paarden in personen
treinen geladen, .bijna altijd op de perrons en men
staat er ook bijna altijd toe, dat men zelf direct zijne
paarden bij aankomst eruit haalt, zoodat men volstrekt
geen oponthoud heeft.
De heer Loubet eindigde zijne zaakkundige reden
met de volgende uitspraak: „De paardenfokkerij ver
keert in een kritieken toestand; het automobilisme neemt
sterk toe en daarmede de consumptie van paarden in
r, 'of recbterziJde van de voordeur. dC;I1 hij .slechts éóne. Twee schoten moeten dus ge-
ecn ot meer bossen stroo neer te leggen tot na af- mi,st hébben.
''vipn1 b.L-'1'uen^s- ^an Ket aantal bossen was het uet -wapen functionneerde niet geheel goed, daar
hét c?nÓn,«S91 ja,rei1 n°8,.byna alle hengsten T" vo Yafene ^el het magazijn bij het overtrekken van den haan niet
het Staatsdepot buiten Westfalen moesten ge- I k ad ^as: voor oen heel jong kind werd slechts draaide. Dil moet Vlootman dus met de linkerhand
IV .1S gelegd na elJ. schot hebben giodaan.
aan- i;.e %TaaS ™or hand, waaraan deze gewoon- m™Ar.rn
- 44- J r, - J. 0 TUINBOUWHAAD.
Phnt^ zegt ^zij^wsla&^fdit^k bifo^zwr^noo- werd nu bijna de geheele aanvulhng, éél^^" bo^ S^egd
4 .1 i -1 1 1 lOfilnnri'VPicoh I zs
111 Westfalen gefokt en voor de andere helft daar 011- legendarisch terrein: Procopius, van Caesaren, ge-
gevoed van ingevoerde veulens of jaarlingen. schiedschrijver en geheimschrijver van den Byzan-
Dit loffelijk voorbeeld moge tot leering strekken voor Üjnschen veldheer Belisarius, en levende in de' zesde
ons geheele land; maar vooral voor die provinciën o?uw onzer jaartelling, spreekt van een volk van
of streken, waar men jiog op twee gedachten hinkt vasschers en landbouwers, wonende op de zeekust
en waar men een groot aantal merriën Iaat dekken tegenover Engeland, dat de zielen der afgestorvenen
door koudbloedhengsten, waarbij zij volstrekt niet pas- daarheen overbracht, en dan, door hoogere macht
seji. gesterkt, den tocht, die anders een etmaal duurde,
iiLFirc >a„ pcc.uv..! Wisten de fokkers in Westfalen vóór 1904 bijna niets irl ..o™ uur volbracht. Deze legiende. waarin zonder-
het binnenland belangrijk af een voorname reden dus v!an .de afstamming hunner paarden, nu daarop bij twijfel Zeeland en Holland worden aangeduid, bevat
om door bevordering Van den uitvoer de paardenfokkers blJ d? keuringen en het paren der mer- als kern eene waarheid, n.1. deze, dat in de grijze
te hulD te komen steeds wordt gewezen en streng gelet, kennen oudheid de lijken in deze gewesten niet werden be-
De Minister van Landbouw de heer Ruau, gaf een 'f5 en hu" de afstamming van al hunne paar- graven, maar verbrand In overeenstemming hiermee
overzicht van den stand der Fransche paardenfokkerij, den; een bewijs wat goede leiding vermag. JS de °aLS,and!Shfld- m«n nergens in deze pro
die bii alle rassen vooruitgaat PrlJzen der 23 aangekochte hengsten varieerden vincie begraafplaatsen der oudste bewoners heeft aan-
De Fransche carossiers zijn wereldberoemd. De hardA y»" 3000-6000 Mark zoodat ongeveer lOO.OOo Mark getroffen. De gevonden graven, ook die te Domburg,
dravers wedijveren in snelheid met die in Rusland en m beurzen der W estfaalsche fokkers vloeiden, die zl-*n bewezen als te bebooren tot den Christentijd.
Rennen van Siëcker.
44.
Wolf keek Frans vol ontzetting aan. „En dat zeg
jij mij nu eerst?" riep hij. „Verdwenen zeg je
e* waarheen is zij gegaan?"
„Weet ik het?" lachte de kamerdienaar. „Dat heeft
z% mij niet in het oor gefluisterd."
Er ontsnapte een wilde kreet aan de lippen van
graaf Wolf en deze liep gejaagd de kamer op en
neer. „Geen twijfel," riep hij uit, gefolterd door den
angst van zijn boos geweten, „zij zal hierheen ko
men om zich recht te verschaffen; o, jij bent met
al je slimheid toch nog een stumper."
„Dank u!" antwoordde Frans koelbloedig, „maar
ik geloof dat u zich niet angstig behoeft te maken.
Het vrouwtje heeft al zeer warm bloed in het lichaam
ik zou mij zeer moeten bedriegen, wanneer zij niet
reeds met haar spruit aan den oever van het Como-
meer door de visschers uit het water is opgehaald."
Met alle teekenen van ontzetting bleef Wolf staan.
„Dood? verdronken meen je?" stotterde hij met
aschgrauwe lippen.
„Zeg liever, dat zij zichzelf heeft verdronken, dan
ben je dichter bij de waarheid, graaf."
„Ontzettend vreeselijk!" weeklaagde Wolf en
beide handen voor het gelaat slaande, viel hij met
een doffen kreet opnieuw op de canapé neer.
'Frans keek met een verachtelijk lachje op hem
neer en hij trad een paar schreden op hem toe: „Op
een dergelijken afloop hadt u zich behooren voor te
bereiden. Zulk een vrouw kan heel wat verdragen,
maar niet dat men haar uit dank voor haar liefde
in het slijk traptMaar ten slotte is zij op
deze manier het allerbeste bezorgd het is het
verstandigste wat het schepseltje kon doen... Zij be
spaart ons daardoor een aanzienlijke som gelds en
zij la met haar kind, dat u vandaag of morgen toch
onaangenaam en lastig had kunnen worden, uit den
weg geruimd."
„En de verantwoording...!" steunde Wolf, „o God,
neen, neen, slechts dat eene niet, neen neen, niet
kaar hoopvol le" u mijn schuld vernietigd --
ik wil haar moordenaar niet zijn."
„Wat, raaskal zoo niet, je schreeuwt zoo luid, dat
alle vier muren het kunnen hooren," viel Frans hem
op barschen toon in de rede, terwijl hij driftig met
den voet op den grond stampte, „dat zou niet haar
ergste daad zijn, wanneer de jonge vrouw zich met
haar kind in het Comomeer had gestort en voor
ons is het alleen van belang, dat zij uit den weg is
geruimd. Er stroomt trotsch bloed door haar aderen
en al is ze nu dood of levend, voor onze plannen
hebben wij van haar niets meer te vreezen."
Wolf gaf geen antwoord en Frans verliet, na
dat hij hem minachtend had gadegeslagen, de ka
mer. Wat zou hij Wolf nog zeggen? Hij wist immers
dat deze straks geheel in zijn macht was gevallen.
Behoedzaam sloop hij door de gangen van het slot
en toen hij gravin Clotilde ontmoette trad hij met
een diepe buiging terzijde.
Wel zag hij hoe zij hem verachtelijk en afwijzend
aankeek, en hem zelfs niet met een klein knikje
voor zijn buiging bedankte, maar toch speelde er een
zegevierend lachje om zijn lippen toen hij haar na
keek.
„Wacht maar trotsche vrouw," dacht hij bij zich
zelf, „ook jij bent in mijn macht en spoedig zal ook
jij gevoelen, wie hier heer en meester is op het
slot."
Lang zat Wolf onbeweeglijk voor zich uit te sta
ren. De gemeene laagheid van den man die daar zoo
even voor hem had gestaan, en die niet meer de
minste moeite had gedaan, het gemeene van zijn da
den te verbergen, had zijn geweten wakker geschud.
Wolf was tot zichzelven ingekeerd.
Wonderlijk, nog nooit te voren was het hem
zoo duidelijk geweest, als nu, welk een mislukt,
weinig benijdenswaardig leven hij tot heden had ge
leid. Wat was hij geweest? Niets anders dan een
door weelde verwende persoon, die het goede dat
hij op zijn levensweg ontmoette, niet had weten te
waardeeren, maar die alleen de ruwe begeerte naar
genot volgende, als een dolende en blinde had rond
gedwaald in 's levens doolhof.
En dat was het niet alleen. Hij had niet alleen mis
dadig gespeeld met de talenten die hem waren ge
schonken, en met de harten die hem genegen wa
ren, maar hij was zeer ver afgeweken van den rech
ten weg en steeds dieper gezonken in den poel der
zonde.
T*(j ko; sche lo* va; Antje maar niet uit
Gisteren vergnderJe de Nóderl. Tuinbouwraad te
Utrecht. De deskundige medewerker van de N. Roti.
Ct. deelt mede, dat het centraal bestuur zijn aandacht
heeft gewijd aan de uitgifte van een eigen orgaan.
Met do tuinbouwbladen is het in ons land altijd een
gesukkel geweest en vooral de Nederl. Maatschappij!
voor Tuinbouw en Plantkunde heeft met haar orgaan
een ware lijdensgeschiedenis doorgemaakt die op den
dood van het blad aan 't uitloopen is. Omdat dé Ne
derl. Tuinbouwraad in de eerste plaats zich bezig
houdt met de economische zijde van den tuinbouw, zaï
het komende orgaan ook hieraan voornamelijk zijn
aandacht wijden. Daardoor zal het er dan ook heel an
ders gaan uitzien, dan de bestaande tuinbladen. Vol
gens een daartoe ftangewezen commissie, die een ont
werp heeft gemaakt, zal het nieuwe orgaan het vol
gende moeten bevatten:
zijn gedachten verbannen. Hij had al dien tijd ge
meend, dat hij zich zelf wel wijs kon maken, dat het
alles uit was met het arme, onschuldige meisje en
hij niet meer den geringsten hartstocht gevoelde voor
haar. Maar nu die gewetenlooze schurk hem daar
grof mèedeelde, dat Antje wel dood zou zijn, toen
gevoelde hij een ontroering als nooit te voren. Nu
wist hij hoe oneindig hij Antje steeds had liefgehad,
ja nog lief had. Met wat een vertrouwen had zij zich
steeds aan hem overgegeven en welk een zoete be
koring had er steeds gelegen in haar onschuldigen
blik. Hoe had zij hem liefgehad en in hem betere
en hoogere gevoelens wakker geroepenEn hij,
hij had haar verraden, hij had het hart dat zich
in volle overgave voor hem had geopend, met ruwen
voet vertreden, hij had het onschuldige, niets kwaads
vermoedende schepsel onbarmhartig verstooten.
Het waren allerlei gevoelens van berouw die nu
zijn hart bestormden! En het was steeds dat hij zich
zelf afvroeg: wat moet er van mij komen? Nog steeds
ging hij verder op het pad dat hem rechtstreeks naar
zijn ellende voerde. Nog was het laatste bedrog niet
voltooid, dat het heele werk van bedrog en arglist
moest bekronen.
„Keer terug," klonk het in zijn binnenste. „Keer
terug voor het te laat is en gij geheel verloren zult
zijn." Maar bestond er dan mogelijkheid, dat hij met
al den goeden wil, die in dit oogenblik in zijn hart
de bovenhand had gekregen, kon halt houden op het
glibberige pad, op hetwelk hij zich reeds zoo ver
naar beneden had gewaagd. Was hier dan ook niet
sprake van zijn vaders lot en niet alleen van zijn
eigen? Moest hij niet, vrij van den invloed van alle
zwakheid, verder gaan, naar het einddoel, waarnaar
hij steeds had gestreefd? Huiverde hij dan thans
niet meer terug voor de kans om als een gewoon
arbeider in zijn dagelijksche behoeften te moeten
voorzien? Was het dan mogelijk dat hij al den luis
ter en weelde die hem omringden kon opofferen voor
iets denkbeeldigs? Want wat had de kalme vrede
van een eerlijk gemoed te beteekenen in het oog
van de lichtzinnige wereld waarin hij tot dusverre
had verkeerd? En toch sprak er in zijn gemoed een
stem steeds luider en dringender. Hij zag nog maar
steeds de lieve blauwe oogen, die hem zoo vol hoop
en vertrouwen hadden aangekeken.... Hij zag nog
steeds dien laatsten blik van Antje en dat sneed
hem altijd weer diep door de ziel. Ja, het moest
anders worden.
Neen hij wilde niet zoo diep zinken, wanneer er
door zijn schuld misschien nog geen ander mensch
was gevallen. De toekomst mocht hem dan brengen
wat zij wilde. Hij wilde pogen weer goed te makeu,
wat er nog goed te maken was.
Toen Wolf dit besluit had genomen, gevoelde hij
zich wonderwel verlicht en omdat hij zichzelf niet
al te best vertrouwde, wankelmoedig en weinig sterk
als hij zichzelf wist, besloot hij dadelijk handelend
op te treden.
Voor alle dingen moest de vreeselijke heerschappij
van den kamerdienaar gebroken worden, zoowel over
hemzelf als over zijn vader. Maar daarvoor was het
noodig dat hij zich eerst daarover met zijn vader
verstond. De laatste scheidsmuur tusschen hen moest
vallen. Wolf beloofde zichzelf plechtig zijn vader alles
te zullen bekennen, maar daarvoor was het noodig,
dat vertrouwen met vertrouwen werd beantwoord.
Hij moest zich openbaren niet aan den rechtendea
zoon, maar aan den zondigen mensch, die evenals hü
grootelijks had gedwaald, en in rouw en boete wil
den zij beiden met elkander trachten, het onrechl
goed te maken, voorzoover dit nog goed te maken
was, en voor alles de slang den kop te verpletterem
die nu hen allen vergiftigde.
Weinige minuten later stond Wolf voor zijn vader.
HOOFDSTUK XXXIV.
Een scherpe noordenwind joeg over woud en veld,
met ruw en onbarmhartig geweld het laatste loof af
scheurend en plukkend van de hoornen, de toppen
onzacht heen en weer schuddend.
De hemel was bedekt met grauwe, grijze wolken
en er was geen sterretje te zien. Het was een
ellendig weer, ruw en nat.
In de goed verwarmde voorkamer zaten de mole
naar Tobias Sturm en zijn vrouw zwijgend bij elkaar
aan de ruwe eikenhouten tafel. De olielamp verspreid
de een behaaglijk licht door het ouderwetsch inge
richte vertrek, waar in den haard een heerlijk vuur
brandde.
Tobias Sturm was heel erg veranderd. Wel droeg
hij 't hoofd nog hoog maar er lag om zijn mond een
trek van hardvochtigheid en verbolgenheid. Het was
hem aan te zien, dat hem zijn levensdoel was ontval
len. Voor wien zou hij ook nog werken, sedert zijn
eenig kind bij nacht en ontijde bet ouderlijk huis
was ontvlucht. Zijn bloedverwanten waren bovendien
genoeg met aardsche goederen gezegend en om zich al
te sloven voor de in hun vuistje lachende erfgena
men, daartoe was Tobias Sturm niet de rechte man.
Zoo was het er dan toe gekomen, dat zijn molen., die