I' Scleisen uit de Bectei. De Verloving. Zaterdag 5 Februari 1910. 54e Jaargang. No. 4653. DERDE BLAD. (Vervolg.) Op dit oogenblik werd er opnieuw aan de kamer deur geklopt en met eenigszins angstvolle haast maakte Vlartha zich uit zijne omarming los. „Maar niemand mag er nog iets van weten", fluis- erde zij hem toe, „vandaag ten minste nog niet''. Hij had geen tijd meer, haar naar de reden van dit ■enigszins zonderling verzoek te vragen, want zij wa ren niet meer alleen. Een slanke, flinkgebouwde man- ïengestalte was op den drempel verschenen en een velluidende stem zeide: „Goeden avond, juffrouw Jndheim! Ik hoop niet, dat ik U stoor." Hij had bij de duisternis, die in het vertrek heerech- e, de aanwezigheid van den arts niet kunnen waar- lemen. Maar terwijl Martha op merkwaardig verlegen vijze zijn groet beantwoordde, had zij meteen de lu cifers genomen, en in het volgende oogenblik stroomde sen zacht lamplicht door het vertrek. „O, neem mij niet kwalijk", zeide de nieuw aan gekomene, toen hij nu den dokter zag. „Uw moeder ïeeft mij helaas niet verteld, dat U bezoek hadt". Hij was een man van misschien zeven en twintig aren, met een verstandig maar opmerkelijk bleek ge richt, en donkere schaduwen onder de oogen. Hij had ien hoed nog in de hand en een pakje boeken ander Kee keek 'r woedend aan... Zoo'n nest: kon de zon niet in het water zien schijnen... ,De druiven zijn zuur, Da!" merkte zwager kiesch- geestig op. Ze had er tranen van in d'r oogen gekregen... ,Laat Jij ze maar kletsen!" fluisterde een goedige de deur geopend, en Bremer trad, zonder nog een waarschuwen, wanneer het tijd voor U is, om te ver enkel kostbaar «ogenblik te verliezen met onnoodig schijnen." gepraat de ziekenkamer binnen. Hij ging de kamer uit en het scheen hem recht Martha wachtte in de-woonkamer tot hij terugkwam, naar den zin te zijn, dat hij Martha alleen in de Met de gevouwen handen angstvol gedrukt tegen het woonkamer aantrof. Oogenschijnlijk kalm zette hij kloppende hart stond zij midden in de kleine kamer, zich aan de tafel, haalde zijn portefeuille te voorschijn ,lLKWl j,j .,elKll. lu de wijd geopende, in tranen zwemmende oogen onaf- en nam daaruit een blaadje papier, dat hij op de tafel tante haar toe... Die knipoogde nog van: Plaag d'r gebroken gericht op de gesloten deur van de kamer gereed legde om te beschrijven. nu niet...! Ze wisten toch van die historie met dat er naast. Ioen Bremcrs hooge gestalte eindelijk op „Ik denk, mijn lieve Martha," zeide hij, „dat het klerkje... Dien snotneus van een jongen... Had Da den drempel verscheen, kon zij op zijn ernstig ge- nu toch wel tijd begint te worden, om de verloving finaal voor den gek gehouden... Nadat-ie bij 't jaar zicht de bevestiging van haar ergste vermoedens lezen, publiek te maken. Ik hoop, dat je er niets tegen zult met haar „geloopen" had... nog voor hij de lippen tot spreken geopend had. hebben, als ik straks met je moeder spreek, en dat jan wist er eigenlijk 't rechte niet van. Bruidje „Slecht", zeide hij, als antwoord op haar vragenden wij tegelijk de bekendmaking gereedmaken, om die fluisterde 't hem in het oorOh," zei hij onver- blik. „Zware typhus. De patiënt moet natuurlijk zoo te laten drukken." schillig-weg, „is dkt de chose...!" Nou, die vent had spoedig mogelijk naar een ziekenhuis". Het jonge meisje, dat op eenigen afstand van hem n6g gelijk!" Martha ademde met moeite. Ieder bloeddropje scheen aan het venster stond, was bleek geworden. Wat hem een kneep in z'n arm berokkende van uit haar lief gelaat weggevloeid. Een oogenblik dreig- „Neen, ik heb er niets tegen in te brengen," gaf bruid..* Most-ie Da nu helsch maken...? Al had-ie de hare zwakheid haar te overweldigen, toen even- zij bijna onhoorbaar ten antwoord. „Daar ik U mijn 't land aan haar, dan hoefde dat toch niet... wel richle zij zich met inspanning van al hare wils- woord gegeven heb, kunt U geheel naar eigen belie- Maar Jan was in eene alte-lustige stemming. Fluis- kracht op. ven handelen." terde z'n meisje iets terug, waarover ze in een lach „Noen", antwoordde zij. „Dat mogen wij hem niet Zonder verder eenige opmerkingen te maken, begon schoot... aandoen. Hij heeft meer dan eens bewezen, dat hij Bremer te schrijven. Met aandacht las hij het geschre- Da voelde best, dat 't over hftar was. Ze keek onze vriend is en wij mogen hem daarom op dit vene nog eens over, stond toen op en opende de deur op d'r horloge... Kwart over tienen..'.! Gunst-nog- oogenblik niet wegjagen als den eersten den besten van de ziekekamer. toe, mevrouw had nog wel gezegd: „vooral niet later wildvreemde. Moeder is het stellig met mij eens, dat „Och, mijnheer, wees zoo goed even binnen te ko- dan tien uur, hoor!..." Moeder zei wel: „Kom, hij hier moet blijven en hij zal in een ziekenhuis men." meid, 't zal wel losloopen. Blijf nog een kwartier- zeker niet beter worden verpleegd dan hier bij ons." Eenige oogenblikken verliepen, eer de slanke, thans tje maar eigenlijk waren ze blij... na dat ge- Wanneer zij gevreesd had dat haar verloofde zich zoo ingevallen gestalte van den jongen leeraar er- kibbel met Jan... dat ze ging... hiertegen verzetten zou. dan bleek die vrees onge- scheen. Bremer reikte hem den arm en geleidde hem Toen Da al op straat was, hoorde zij nog Jan's grond te zijn geweest. Doktor Bremer, die gedurende naar een gemakkelijken stoel. grove stem... Nou schaterde hij 't weer uit... En hare laatste woorden een recept had geschreven, zeide „Veroorloof mij U eerst eenige mededeelingen e Kee hoorde ze ook gichelen... Dat kreng. Die had alleen heel kortaf: ,,Dan zal ik eene verpleegster zen- doen, die U waarschijnlijk genoegen zullen doen.^ haar zoo venijnig zitten aankijken, den heelen avond, den. Overigens is ër voor het oogenblik niet veel te Daar U in uwe ijlende koortsen veel oprechter zijt In het hoekje van de tram... Terwijl ze de oogen doen, en ik héb je itlOeder al de noodige aanwijzin- geweest, dan U zelf wel vermoeden kunt, heb ik ge- sloot... Kwam ineens dat beeld van Georges haar gen gegeven". legenheid gehad om mij In kennis te stellen met uwe voor den geest... die 'r voor den mal had gehouden. Hij verliet do woning om zelf naar de apotheek persoonlijke aangelegenheden en daar mijne informa- Nadat ie al wat ze op haar spaarboekje bezat, ge en naar de woning der"\emleegster te rijden; Martha tien mij hebben geleerd, dat U een opofferend zoon leend had... Geen cent had ze ooit teruggezien trad bleek maar zoo kalm mogelijk over den drem- en broeder is, maar dat U een veel te zwaren last i En toen Da er eindelijk eens om gevraagd had pel der ziekenkamer. U op de schouders hebt genomen, ben ik zoo vrij i Een vijf-guldentjes desnoodstoen had Georges geweest een beetje de voorzienigheid voor U te spe- haar uitgelachen... was vervolgens nijdig geworden... Dokter Brem ere meening, dat het een hoogst cm- len. Uw vader heeft door mijn voorspraak eenplaats had gezegd, dat ze voor zijn part, kon ophoepelen... stig ziekte geval was, was juist gebleken. Weten lang in een gesticht gekregen, en de verd®re V n 1? °S °P 'n zweefden df donkerë schaduwen van den dood over van uw broeder, dien men mj als ee,n „braaf *Vtaan ?d; ln de Tol,e dra^e. Ze zouden naar een jen linkerarm. Met eene eenigszins verlegen buiging vh. H „-men inncten min en er \vn- belovend jongmensch heeft aanbevolen, is voortaan bioscoop-theater zijn gaan kijken en als gewoonlijk tegen den vreemde maakte hij eene beweging om weer Zu^n w-aa,^n hetzwakke1 ^tig-flikkerende Ie- mijn zaak. Ik heb immers geen kinderen en misschien yroeg Georges geld Hij had 't niet... En Da zei heen te gaan, doch hij werd door Martha daarin ver- vensvlam^etje bedenkelijk nabij uitblusschen was. Nooit gelukt het mij, in hem een liefdevol vriend voot den dat ze t ook niet kon missen.. Hij moest 't dan tiinderd. De heeren zullen het zeker wel goed vin- evenwel wasJ ecn tiëJnt metJ zooveel toewijding en ouden dag te winnen. Stil geen woord van dank!^ maar zoolang afnemen van het geld, dat-ie haar im- jen rij >n, dat ik hen met elkander bekend maak" zeide »-n iMucm ma Lucmjuuig en -- I „j, nog altijd worstelende met haar verlegenheid. „Doe- °Poff«ring verpleegd, als deze. Niettegenstaande zijne zeide hij afwerend, toen Walter met betraande oogen mers de vorige week al zou hebben tarnVcacaóa,T" [er Walter Hönow, onze huisgenoot Dokter Geora "Jtgeoraoe praktijk, verscheen dokter Bremer soms en gloeiende wangen wilde gaan opstaan. „U moogt Toen Da de venijnigheid pp,Jh k j S onze beste vriend en huisdokter." viermaal per dag, en tot diep in den nacht zat hij U volstrekt nog niet opwinden en later zullen we nog er spijt, berouw over voelde zij Fen zeldzaam heven was er in die drie laatste woor- vÜa^ 'let ziekbed. Wanneer hij ook al op de angstige wel meer over deze dingen spreken. Maar 't was te-laat. En nu nog het laatste! Wees zoo goed, een blik I sa Georges verdween in de mas- ien waar te nemen geweest maar beide mannen lmd- Sa^^nd^^ze^helLlf^1 antw^rd^ m5£ op deze"aankondiging te slaan en mij te verklaren complimenten ,ijk de J hier Tol of U met de publiceering daarvan genoegen neemt ™kHetd d^ ,h ïris met U te ma- tod, hadden zijne ruste&ze genees- dS vrfenddiike^voonF^nag ik met no« veel1 ?p zijn ernsl!g ondoordringbaar gezicht was niets neer recht teruggeven"antwoordde dehij Marilu^op'zekeren1 dag"kon"SeetóffathS mendelijk en innemend lachje. „Uit d„ \erhalen_ de^ g€vaar voor jiet iwerl van den jongen leeraar gewe- >eide dames heb ik U leere'n achten, nog eer ik U x>it had gezien". Het gelaat van den arts was merkwaardig ernstig ge- .vorden, terwijl hij de hand van den ander drukte. Joordnngend zag hij hetm in het bleeke gezicht. „Neem mij de vraag niet kwalijk", zeide hij op rijn ronde manier. „Maar het komt mij voor, dat U ioorts heeft. Voelt U zich ziek'?" Verlegen trok de jonge man zijne rechterhand terug. .O, in 't geheel niet", antwoordde hij met eene gelukte poging ojn er vroolijker uit te zien. ,Een beetje overwerkt en in het ergste geval een kleine verkoudheid. Ik heb wat hoofdpijn, maar dat is zon- ler eenige beteekenis ken was en dat hij tot volledig herstel alleen nog een langen rusttijd en zorgvuldige verpleging behoefde. Zij evenwel was niet bij machte de vreugd van haar hart geheel te verbergen. Hare borst ging op en neer onder snelle ademhalingen, hare oogen schitterden en eer haar verloofde het had kunnen beletten, had zij zich naar zijne hand neergebogen, om daar een kus op te drukken. De dokter, die zich gedurende de laat ste weken zelfs de minste liefkoozing had ontzegd, maakte een bijna ongeduldige beweging en trok snel zijne hand terug, om daarna in opmerkelijke haast naar zijn hoed te grijpen. Toen hij aan den avond van dienzelfden dag te rugkwam, was zijn houding onveranderd ,als ware er Blijkbaar viel het hem pijnlijk, over zijn eigen toe- "öêbeuTd" stand te spreken, te meer, daar hij MarIha's blik met Eerf Week was hierop voorbijgegaan toen Walter jene uitdrukking van bange zorg op zich gericht voel- Hönow cn Martha voor!dc ePrstenóIal met elkander o? - moe&1 zeker "i" een gesprek hadden. Zoolang hij zonder bewustzijn of jesteld zijn, want toen nu het kleine han^klokje be- in ^jep stilzwijgen of in ijlende koortsen daar had ge- jon te slaan, zeide hij„Ik meet weg ™en*adb legen, was zij menigen nacht Ier afwisseling van de nij bij een zieke, lot ziens, lieve Martha 1 Wanneer uitgeputte verpleegster, niet van zijn ziekbed geweken, nijne patiënten het mij niet geheel onmogelijk maken, Maar sedert hij weer tot bezinning was gekomen, had ;om ik morgen terug zjj z;jne kamer niet weer betreden en alleen op ziin Het jonge meisje kreeg een kleur toen hij op haar uitdrukkelijk verzoek had zij heden daartoe besloten- oetrad, omdat zij verwachtte, dal hij van zijn Een zejctzame strakheid laa er in haar gezicht ter- recht nogmaals door eene liefkoozing gebruik zou wjjt zjj naast het bed gezeten, op zijne met zwakke naken. Maar dokter Bremer reikte haar alleen de stem uitgebrachte woorden van dank slech's heel korte tand en wendde zich in het heengaan nog eenmaal antwoorden gaf. Plotseling echter, toen Walter's ver- ot Hönow, zeggende: magerde vingers schuchter hare hand poogden te ariipen. „Wanneer uw hoofdpijn oen ge\olg is van overwer- zeide zij op een toon, die een duidelijk bewijs was ten, dan moet l een weinig rust nemen, waaide van cj0 geweldige, met moeile beheerechte inspanning, ïeer! U ziet er precies uit, alsof U groote behoefte cjje zjj moest aanwenden: „Misschien weet U nog niet, lan rust heeft." mijnheer, dat de man, die U door zijne opoffering Bij deze laatste woorden stoiul hij reeds bij de jlet leven gered heeft, mijn verloofde is. Het is nog leur, en nu haastte hij zich weg, want hij hield er wej njet publiek gemaakt, maar tegenover U wil ik hel liet van, op zich te laten wachten. niet langer verzwijgen, dat ik „dokter Bremer heb be loofd, zijne vrouw te worden." Zijne patiënten hadden den dokter vennoi delijk geen Iiet bleeke gezicht van den herstellende was in de snkel kwartiertje vrijheid gelaten, want gedurende den kussens teruggezonken en gedurende eenige seconden rolgenden dag verscheen hij in het geheel niet in wendde hij het van haar af naar den wand. Ie woning der familie Lindheim. Maar toen hij tegen Een drukkende stilte trad in. Eindelijk evenwel was df uur des avonds van zijn laatste ziekenbezoek thuis- Jkfai"tha niet meer in staat, dit pijnlijke zwijgen langer iwam, wachtte hem daar een ongedachte verrassing. verdragen. Zij begon te spreken van de zeldzame De huishoudster deelde hem mee, dat er reeds ge- menschlievendheid en edelmoedigheid, die verborgen lurendê een half uur eene jonge dame op hem zat waren onder de eenigiszins ruwe schors van dokter e wachten, en toen hij de deur van de wachtka- Bremer; zij schildert de grootmoedige en belangelooze ner opende, zag hij tot zijne verbazing Martha Lind- manier waarop hij na den dood van haar vader de ïeim voor zich staan. hulpelooze vrouwen had bijgestaan en zonder dat zij „Martha U jij?" riep hij getroffen. „En dat er - Het deurtje van de tram had zij eenige malen open wanneer ik de zorg op mij neem voor een flink uitzet en dicht hooren kletteren... Kon haar niks-schelen. van de bruid." Zij lette op niets, niemand. Voelde zich te misera- Hij reikte hem het zooeven beschreven blad papier bel, te verdrietig. Wist dat als mevrouw straks soms toe en ging daarop aan Maria's zijde staan. zou gaan mopperen over het kwartier te laat thuis- „Wees zoo goed het luid op te lezen," riep hij den komen. Dat ze dan in staat zou zijn om zóo op stel leeraar toe en c^pze gehoorzaamde willoos als een ge- en sprong...... hypnotiseerde: i zat zich op te winden, dat haar wangen gloei- „Ik heb de eer U hiermede kennis te geven van den...! mijne verloving met mejuffrouw Maria Lindheim, En plotseling schrok ze zóo hevig, dat er een ge- dochter van den overleden kunstschilder Hermann voel van verlamd-zijn over haar kwam... Dat de LiDdheim en zijne echtgenoote Mathilde Lindheim geb kleur uit haar gelaat week... Dat 't was of een Hartmann. ijzeren vuist 'r hart saamklemde en zij niet kon Dortor WALTER HÖNOW." ademen i ,Maar dokter neen neen, die scherts is al te Vlak-over-haar zat Georges... De oogen strak op vreeselijk!" haar gericht. Precies, als vroeger, stok met dik- „Zeg hem, dat het geen scherts is, Martha want ken knop tusschen de knieën gekiemd. Modieus jij kent mij toch zeker goed genoeg om te weten, dat boordje met keurig dasje... Hij leek iets dikker ge- ik met zulke zaken geen gekheid maak. Geloof jelui worden, en z'n snor was aangekomen, dAt merk- daD, dwaze menschenkinderen, dat ik gelukkig zou te Da direct. Hij groette haar niet. Keek Da almaai hebben willen zijn ten koste van jelui geluk? Of hiel- strak aan... hoè-ie 't nu eigenlijk met 'r had den jelui mij voor zoo kortzichtig, dat ik niet lang Ze wou stroef, norsch-onverschiilig kijken, maai reeds alles had geraden, reeds op den dag, toen ik 't ging niet. 't Was haar, of het grijnzende, prikke- hierheen naar het ziekbed werd geroepen? Neen, zoo lende verdriet zich oplosteEn een zonderlingt verhard en zelfzuchtig ben ik waarlijk niet. En maak sensatie van blijde vreugde kwam over haar"t nu het verdere maar met elkander af. Ik heb geen Tintelde in haar oogen, 't Sprak uit haar verlegen tijd meer, want er zijn nog verscheidene zieken, die glimlachje om haar lippen... verlangend naar mij uitzien." 1 En toen Georges aan de eerstvoig«nde halte, waar Hij knikte hun nog lachend toe en spoedde zich Da moest uitstappen, meeging, vond zij 't heel ge- de deur uit, alsof hij nu opeens bijzondere haast had. woon, natuurlijk De heide gelukkige jonge menschenkinderen evenwel,1 ,,Zou-ie?" had ze gedacht, bang dat hij kalmpjes die elkaar daar juist in de armen zonken, geloofden zou blijven zitten... nooit een schooner menschengelaat te hebben gezien, Haar hart bonsde en hamerde onstuimig toen Geor- dan het grove gezicht van dokter Bremer op het ooger ges naast haar kwam loopen. Haar arm vatte... Zoo blik, toen het door dat goedige afscheidslachje werd zacht, zoo chic kon-ie dat doen... Heel anders dan verhelderd. JotlSons thuis bijoorbeeld, die je een kneep ga- ven met r ruwe knuisten, dat je 't bijkans uitgilde van pijn „Dag, Da," zei-ie, „we hebben eikaar in lang niet gezien!" Ze kon geen woord spreken, zoo hamerde en bonsde dat hart... Zij boog 't hoofd en mompelde i iets... Maakte o-zoo weifelende beweging als om zich NOODLOT OUDliRWF.TSCH MENEERTJE. Toen ze goed inleen ^van^m d^ waaruit (toffe licht van de lantaarns weemoedige, die vaster tegen zich aan Zóo gelukkig, dat-ie weer g^e schijnsels door scrd«n J? wrongen°engde oogBn sloot, echt moe van den druk- gaf er nu niks-o^ Liet zich door Georges^brengen ken avond bij moeleithuis^^^0^0^ "«en ln een klein cafï waar vóo? een groen drie glaasjes heeten p uitgelaten aan ringetjes hangend gordijn, vrij donker was... suffig in de ooren van al het gejoel «er uUgelatpn Luisterde daar aJ waMe Stelde... Hoor- zussen en nichten... Da ht ze aan de de, hoe Georges een tientje .^liet wisselen om de zwager, consumptie te betalen... 't Ging hem prachtig, nu. verueianeia, iwcc o middel En a's ze n°g een paar maanden verder waren... telkens z'n arm geslagen had om Kee ar miauei... kwart over twaalven toen Da thuiskwam ~."J i meiiie naar zich toe had getrokken, gekust...! 1 »vas Kwart over twaalven toen Da tnuisuwam. zich zelve van bewust was, welk eene bekentenis e -orerd* dezen tijd? Je moeder is toch niet ongesteld ge- Pr in hare vvooiden iag; opgesloten, herhaalde zij te!- en hoe Kee wel soms deed of zij er nijdig om werd: Mevrouw, al in négligé, wachtte haar met vlammen- j-. l-. r ggf, onafwijsbare plicli »..j ..<*0 c oïanzoek gehoor Ie geven. ertrouwelijkheid, waarop hij legen haar sprak, hoe- Walter Hönow was haar niet eenmaal in de rede vond. En een van de tantes, anders bijzonder - 1-!!!!•„ c no IiAfoiaon at' 1 J JL 11 tanh h ne woomen lag opgesioien, nernaaiae zy ,e:- ionVen wat mottë dë menschen den- de oogen en van woede purperen wangen. Meneer L,d'Llfziina„hS^"Zrt'S' "p"t.s Kee het r.» het ;t o„.ho.rd wj. e. ha, a J 18:.. _..J„ vr.nd F.n van de tantes, anders bijzonder streng „zulke schandalen in zijn huis met verkoos". lom orden?" kens weer Zij was min of meer geschrikt door den toon van w&s eewoest ertrouvvelijkheid, waarop hij tegen haar sprak, hoe- vel dit tocli iets zeer natuurlijks was na hetgeen er „.,,„,1! .J a'.. 11 le'. eenmaal in de reao vouu. r,n «u len vorigen dag was gebeurd: maar de zielsangst, ,r n nu z'j °P'lie*d- zeide hij zacht: en stemmig van aard, vond dit nu toch heel ge- Maar Da werd volstrekt niet boos Vnnri s v - •--* ■- 1^.Zeker U Jiecf' daar goed aan gedaan, juffrouw woon... „Je doe maar, hoor!" had ze as. neef toe- om doodsbedaard te blijven V>'l t - y a Jan en Kee waren den vorigen dag „aan- te gelukkig om zich iets ervan aan te "trekken""* het eind van de komende week ,.'t Kan gebeuren!" zei ze alleen, wat mevroiiw land op alle andere gevoelens. Daarop keerde hi| zijn gezicnt vveaer naar oen waiiu. geval is 't immers heelemaal in he.sch maakte. Eu ten slotte zei ze, hoe do eerstp „Neen, moeder niet", antwoordde zij snel en bijna Martha evenwel drukte de handen in elkander en den haak, dat je elkaar zoent, hè...? „Liever zoo maal, dat 't weer gebeurde... De Allereerste maal oonloos, „maar doctor Hönow. En ik geloof, dat het stond op, om onhoorbaar de kamer te verlaten. as anders!" stemde eene tweede tante toe, zoodat „O, dan maar direct!" viel Da lachend uit vóór eel erg met hem is." Kee geëindigd had met zich te onderwerpen. Ze zat ziet u je maar gerust van ten ander meisie' hoort" Met een eigenaardig doordringenden blik keek Bremer Eenige dagen daarna mocht de jonge leeraar vcor hand in hand met bruidegom, kuste hem nu en dan En ze liet mevrouw staan, gin" naar h'aa k aar in 't gelaat. het eerst eenige uren buiten het bed doorbrengen. Hij terug... gaf hem slechts een kwasi-tik wanneer hij tje, enkel en alleen maar kunn°udp"irnko F s.r* Wat scheelt hem dan?" vroeg hij tamelijk kort af. was nog zeer zwak, maar toen dokter Bremer bij nu al te... al te... Da had 't van halfnegen tot half groote, groote geluk van htm te hebben1 Martha vertelde, dat hun huisgenoot dien morgen jle,m kwam, spande hij al zijne krachten in, om flink torugge- joor het eerst zijn gewone lessen niet had kunnen en sterk te schijnen. Nadat zij een poosje over zijn Waarnemen; dat hij evenwel niet te bewegen was toestand hadden gesproken, zeide hij met eene poging 'uk oenoorae nij even rus naar bed te gaan totdat hare moeder hem om aan zijne woorden den klank te geven van alge- zen a'3 vader en de ooms... |n den laten avond bewusteloos op den grond had heele onbevangenheid :„En nu heb ik nog een groot Bij het pandbeuren was Wat scheelt hem dan?" vroeg hij tamelijk kortaf. was nog zeer zwak, maar toen dokter Bremer bij nu ai ie... ai ie... Da nau i vau uauuegeu tut ™i ecu», vuu uem ie neDDen terugge- irtha vertelde dat hun huisgenootdien morgen ilom kwam, spande hij al zijne krachten in, om flink elf moeten aanzien. De eenige jongen van de partij kregen... het eerst zijn gewone lessen niet had kunnen on sterk te schijnen. Nadat zij een poosje over zijn was óok geëngageerd, z'n meisje was ziek, en natuur- „Had-ju zoo-iets nu ooit van die Daatje gedacht?" 1.— :j- u:: lijk behoorde hij even rustig en ordentelijk te we- vroeg mevrouw, zich gereed makend om in bed te stappen, aan haar echtvriend. Deze was al-haast on- er, eventjes gezoend. En der^ zeil. Nog nijdig over dat moeten wachten, op verzoek aan dokier Ik mag de dames die mij de verloofde jonkman had Da heel vluchtig, losjes on- zoo'n beroerde-meid... IstelHg is hij zwaar ziek," voegde zij er aan toe, gedurende mijne ziekte zoo edelmoedig hebben ver- verschillig, op'r oor gekust. Verder met Hendrik, d'r .A ï«t weg! heeft me den dienst opgezegd!" her- fcrwm haar, zonder dat zij het wist, de tranen in f0rgd, onmogelijk nog langer tot last zijn. Ook moet broer, zitten praten. Een van de ooms, humorist van Tat^^r»uW; baar muts vaststrikkend. Ie oogen stonden En U zult dadelijk naar hem ik om verschillende redenen de uitgaven voor mijn aanleg had „komische voordrachten gehouden...... s mde nog wat... Hoe eer hoe beter... zoo tomen kijken niét waar - dat weigert u toch levensonderhoud tot op het uiterste beperken endaar ^kleed ^t een oude jurk van moe en ien pruik Net... allemaal eender... allen met éen sop overgo- liet?" 1*mchti«r voor voel. zou ik nu graag zoo van vlas, die hu geleend had van_ een kennis, die ten.. Tusschen de wenkbrauwen van den ander dien Martha tot dusverre niet had gezien. - 1--" 1 aanleggen zal om de dames met het plan in kennis te stenen, zonder ze te beleedigen. En daarom zou ik kregen van 't lachen; zóo hevig dat de komieke oom eens U van harte dankbaar zijn, wanneer U in dit geval eventjes moest pauseeren. I. En Z|J vermoedde niets van den geluksdroom, waar- ..(rftrrit Rrhoi uit?" hai ver nog dan anders klonk zijne stem toen hij ant- yoordde: „Zeker niet! Daar 'ben ik immers dokter oor!" In een rijtuig, dat zoo spoedig mogelijk was voor- bekomen, leiden zij den tamelijk verren weg terug f. Gedurende den rit moest Martha den dokter alles litvoerig meedeelen, wat zij van de ziekteverschijnse len kon zeggen en toen zij daarmee te einde was, Toeg hij na een kort zwijgen: „Heb je mij niet onlangs gezegd, dat die dokter «n jongeren broeder op zijne kosten laat studeeren?' „Ja. En hij heeft bovendien nog te zorgen voor >en ouden, hulpbehoevenden vader. En om dien dub- jelen plicht te kunnen volbrengen, legt hij zich zeiven e grootste ontberingen op en vergt van zijne krach- ?n het onmogelijke. Hoewel hij dit zelf niet wil toe leven is hei een waar marteliarsbestaan dat hij leidt. De dokter vroeg niet verder. Eerst toen zij de drie fsppeu opgingen naar de woning der Lindheims, zei- e hij: „Ljeve Martha, ik ben vandaag ook lot het besluit gekomen, dat wij liever je moeder vooi loo- mijn woordvoerder zoudt willen zijn. Bremer zag hem ernstig en opmerkzaam aan, zonder krijg temet nog een ongeluk." eenige verrassing te toonen. Toen waren de punchglazen weer gevuld. De dames ,Ik wil U dat niet weigeren, zeide hij na een poos- hadden na lang zoeken, tasten, wikken en wegen ♦aartloa co.™man va„ Oon nnraplpinpn hak Wit Gerrit schei' uit!" had moe geroepen „want ik in. op haar dakkamertje, zweefde deerntje, voor wie de avond zoo heerlijk was geëindigd. Ze wandelden met hun tweeën op den stillen bui- -1-6 Tnct "ona' miin i„1p vriend of taartjes genomen van een porseleinen bak... Wit met tenweg. En de langste van hen beide zei zeker voor je. ..Maar zeg DHJ eerst eens, mijn jonge .m.j ratuUr oiaohfo ^oar_hn7nn. dp twint.icstp maal in kwartier dat viï al nn riftn juffrouw Lindheim U misschien toevallig gesproken goud-randje heeft van de verhouding waarin ik sinds korten tua op dë knieën gespreid, en na elk taart-1 „Zie je wel, kereltje, ze kómt niet! ze verdraait je. „Maar zeg uhj ccmi juffrouw Lindheim U misschien toevallig gesproken goud-randje... Hronkstuk dat slechts bij zeer-bijzon- de twintigste maal in het kwartier dat zii ai on rian 1Hr oinda kririon tiid dere gelegenh* de knieën gespreid, en na elk taart-1 Onder de bleeke, doorzicntige geiaaisueia van ueu de delicatesse nog den mond te zeer 't! vulde dan dat zij konden spreken, de hoofden ge- De ander bleef zwijgen. Keek nog eens op z'n ,clgelegenheden te voorschijn kwam. Ze hadden uitkijk stonden: tot haar sta." zakdoeken op de knieën gespreid, en na Onder de bleeke doorzichtige gelaatsheid van den hapje... Terwijl de delicatesse nog den mond te zeer 't! Hèb ik je wel voorspeld! herstellende verbreidde zich een warm rood. Hij aar- vulde dan dat zij konden spreken, de hoofden ge-1 1„ia. haai 111tan ar nm t| schud en met de handen gewezen„Echt fijn, horloge, beet op z'n kneveltje, gluurde tusschen de 'V. haalnitan ar om te SCnUQ en met uo IWUUCU ---- O zeide, maar hu kon toch niet Desiuiten, er m hoori» Met de theelepeltjes zuinig-kleine reepjes en boomen... het breede pad op... niemand te zien... liegen. wpll_„h TT „Drecht ee- brokjes van de taartjes genomen... Jan zat z'n bruid „Ja," zei de lange, „zoo'n meid maakt zich daar zeer galant te bedienen, stopte kwarttaartje tusschen ongelukkig voor jou! zou ze toch wel gek motte we- „Ja," antwoordde hij, „en 1 a Hntipr ham hiina duim en vingers, de zoetigheid in haar mondI zeD, hè?... Neen, vriend,- je oude zal er aan moeten Viel ae aOKter aem UU a JV-., P ia „ar Iriictan 10 alL-anrlar dan eeloovan Tlilra aan ta vararidaraa vanHal" luk met „Dank U, dank U," viel de dokter hem ouna UUJUl CU «UQV* w, J| uarsch in de rede: Ik zal alles doen, wat u verlangt. Smulde dan zelf. En aldoor kusten ze elkander dan gelooven, niks aan te veranderen ventje"' .Dat wil zeggen, ik zal Juffrouw Lindheim op uw plan maar... En hij grijnsde met een leedëermauk een wreed voorbereiden, zoodat er later alleen nog maar eene „Nou, had een oom op zeker oogenblik gezegd, heidsgenot, dat griezelig was erzijds noodig zal zijn. Wanneer U zich „nou. Da, wanneer kom-jij aan de beurt...?" Ze was A van nijdigheid en snibde terug vau: „O, wat zit die George er in!" hervatte hij, na een oogje te hebben geworpen op het bleeke, str.ik- Din'ó" urn „.j nog niets zeggen van onze overeenkomst van g's- I bevestiging uwerzijds nooaig zaï zyu. nauw» u a.i_„ Hei is 'v .p, onze verloving nog een poosje zoo krachtig gevoelt, als U zegt, zal het U niet te rood geworden houden". zwaar vallen, over tien minuten een oogenblik in de „lk zou je lekker danken! Trouwen... rouwen!... ko angstgezicht van h ten ham nipt rnear antwoorden want reeds ward woonkamer te komen. Tot ziens dus! hr »»i ij .mali" dg penarjeander, wat zit die Geoige

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 9