H e 1 e n e. W oensdag 23 Februari 11)10. 54ste Jaargang. No. urn. Sureau Leasi II 4. Uitfgew@rs s Rinnenlandsch Nieuws. SCHAKER Alicmcsi Nieuws- COURANT Airatsmit- LnUnvHil Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-, Donderdag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 «re worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkcmend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Interc. Teiepbocn No. 2(1. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 6 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit een blad. ingezonden. NOGMAALS DE TREKHONDEN. M. de R., Voor de tweede maal kom ik bij u aankloppen met het vriendelijk verzoek mij eenige plaatsruimte te willen afstaan. Ongeveer een tweetal weken na het ingezonden stuk „Waarom niet vereenigd?" is door onze afdee- Kng tot tweemaal toe eene vergadering belegd om tot oprichting te komen van een Schager afdeeling van onzen Bond, welke zoude omvatten de gemeenten Harenkarspel, de Zijpe, Wieringerwaard, Anna Pau- lowna en Barsingerhorn. Met welk gevolg? Het is waar, enkele belangstellenden waren aan wezig, maar helaas! tot heden bleef het bij die en kelen. Begrijpt dan niemand het groote nut eener afdee ling? Deze is toch even belangrijk voor vele landbou wers als voor den kleinen koopman! Immers hoe vele der eerstgenoemden zijn er, die, daar een gedeelte van hun land van huis af ligt, verplicht zijn er een trekhond op na te houden. Voor dezulken is de hond even onontbeerlijk als voor den kleinen koopman of winkelier, die zich de luxe niet kan veroorloven er •en hit op na te houden. Wie van u allen is er van overtuigd, dat het inge diende ontwerp door den Minister van Binnenland- sche zaken zonder wijzigingen zal worden aangeno men? Velen, uwer zal het wel niet bekend zijn, dat ook door den Bond tot Bescherming van Dieren in Nederland een request is ingediend, waarfii de regee ring een zestal punten ter overweging wordt aange boden. Punt I en V van dat request luiden als volgt: punt I: „Voorschriften te geven, hetzij omtrent de zwaarte van den last, hetzij omtren de afmetin gen van kar of vracht, zoodat de last nimmer meer bedrage dan 50 Kg. per hond." punt V: „In elk geval het zitten op het voertuig gelijk vroeger, absoluut te verbieden." Zeer zeker zal ook dit request door de regeering in overweging worden genomen. Veronderstel nu dat het ontwerp in dezer voege wordt aangenomen, hoe velen uwer zouden dan eerst begrijpen dat het kalf verdronken is, terwijl, wanneer ieder medewerkt tot het vormen van een krachtige afdeeling, we gezamen lijk kunnen arbeiden om nu reeds den put te dem pen. Nog éene poging zal onze afdeeling in uw aller be lang, bewerkstelligen; wij verwijzen u daartoe naar achterstaande advertentie. U Mijnheer de Redacteur dankzeggende voor de op name dezer regelen, verblijf ik, Met Hoogachting Uw dw. Jb. BRANDS, Alkmaar. Afd.-secretaris van den Bond tot Be scherming van den Trekhond in Neder land. groot f 3.636.888. Verder werd medegedeeld dat de 106 leden der af deeling tezamen in cultuur hadden 15970% snees, ze ker nogal een flink aantal voor deze afdeeling. 54 Leden verklaarden zich voor het aanstellen van een uitschotvaarder en verkooper voor de leden. Dit punt zal door de voorstanders nader worden uitge werkt. Hierna kwam in behandeling de beschrijvingsbrief voor de algemeene ergadering. Tot afgevaardigden werden aangewezen de heeren Jn. Madderom, D. v. d. Woude, Jb. Tol, P. Keizer, K. Lek, C. Bakker, W. IJfs, A. Stammes, Jn. Koster, Jn. Snijder en H. Nol. Door 27 leden werden voor gezamenlijke* aankoop 351 aardappelmanden besteld. Mr. Th. H. DE MEESTER. Bij Kon. Besluit is mr. Th. H. de Meester op nieuw benoemd tot voorzitter van den Pensioenraad voor burgerlijke ambtenaren. RA.AD VAN BARSINGERHORN. Vergadering van den Raad der gemeente Barsin gerhorn, gehouden op Dinsdag 22 Februari 's nam. 2 uur. Voorzitter de heer J. Spaans Dz., Burgemeester. Afwezig de heer Jm. Blaauboer met kennisgeving van verhindering. De heer Jonker wijst op eene ingekomen aanvraag van particuliere zijde tot beharding van particulieren grond. En toen is door den Raad het besluit ge nomen om niet op particulier terrein te beharden. En: dit is ook particulier terrein, geen openbare ver keersweg. Wie moet hier voor bestrating zorgen? Wij zijn 't niet verplicht. Ik vermoed, dat 't Dijks- bestuur er zich ook niet toe verplicht zal achten. Voorzitter: Dit pad komt niet voor op den legger onzer wegen. Wij kunnen dus de Banne niet tot be strating verplichten. Als de ingezetenen dan financiëel niet tot verbetering in staat zijn, is het echter voor de gemeente niet zoo erg om de verbetering te doen aanbrengen. Ik wil wel eens probeeren of de Banne 't beleefdheidshalve wil doen, omdat zij 't al eens eer der deed. De heer Spaans vindt: 't Hoort aan den Dijk van Westfriesland, 't Pad is Dijksgrond. En dat Banne of gemeente 't overneemt van 't Dijksbestuur, daar is spreker niet voor, want dan heb je 't telkens weer! Voorzitter: We kunnen afwachten, of de Banne wil. De heer Geertsema zou 't niet zoo erg vinden, als elk-'t voor zichzelf in orde hield, al is er niet op tegen, dat de gemeente er een kleinigheid aan doet. Als de burgers daar er financiëel toe in staat zijn, dan dacht ik, dat ze het zeiven maar moesten doen. Voorzitter zegt nadere behandeling dezer zaak toe. Voorzitter opent de vergadering, waarna de notu- Nu moet worden afgewacht. len door den secretaris, den heer P. Bronder, worden gelezen. Ze worden onveranderd goedgekeurd. Voorzitter deelt in verband met de notulen mede, dat B. en W. een schrijven hebben gericht aan Ged. Staten om nog een paar jaren vrijstelling te verkrij gen van 't geven van onderwijs in vrije- en ordeoefe ningen (gymnastiek), 't Is voorloopig nog onmogelijk, daarvoor klaar te komen. Een dergelijk schrijven is ook door andere gemeenten wel aan Ged. Staten ge richt, welke gemeenten daarop de door hen gevraag de vrijstelling' verkregen. Spreker stelt voor, voor loopig af te wachten. Goedgevonden. Dan is ingekomen 't proces-verbaal der jongste kas- verificatie bij den gemeente-ontvanger. Conform boe ken en bescheiden blijken de ontvangsten f 22236.85, de uitgaven f 18303.77% en het kassaldo f 3933.07' te bedragen. Van Ged. Staten zijn ingekomen de goedgekeurde 1 Volgt: vaststelling van de rooilijn in 't dorp Bar singerhorn. Bij aanvrage door den heer Bas om eene woning te bouwen, is de moeilijkheid gerezen, dat hij bij 't zetten daarvan zoover achteruit moet bouwen, dat hij achter de woning te weinig grond overhoudt. Maar is er nu een rooilijn, dan brengt die uitkomst. Die is mi door B. en W. voorloopig vastgesteld op twee Meter. Na eenige bespreking wordt op voorstel van den heer Jonker, na daarover gehouden stemming waarbij de heer Spaans de 2 Meter wil behouden en tegenstemt en alle anderen voor 't voorstel zijn bepaald, dat de rooilijn 3 Meter van den weg af geldt. (Alleen voor 't dorp Barsingerhorn.) De voorwaarden van verkoop vuilnisbelt, lokken geen discussie uit. Thans komt op 's voorzitters uitnoodiging de heer besluiten tot af- en-overschrijvingen en tot betaling Geertsema aan 't woord over de school te -Kolhorn uit den post voor onvoorziene uitgaven. en deze zegt: Ik heb klachten ontvangen over die Een en ander voor kennisgeving aangenomen. school van mijn buurman Bijl over de vuilheid en Volgt schrijven van de vereeniging „Denk en Doe", m°dderigheid van de speelplaats en ben zelve er ge- die van de bewoners van de Onderhuurt alhier schrif- wee6f®n 't was er erg vuil. De geheele speelplaats telijke klachten heeft ontvangen over den nagenoeg Mgt 'n ,e®n ^om en dat schept een toestand, beneden onhniikbarpti staat waarin ppn nad dat door hen alle kritiek, t Is bar! Ook 't toegangsstraatje is zeer vuil. St. Pankras. Maandagavond werd in het lokaal van den heer Ruys te St. Pankras door de afdeeling van de iiinbouw- en Handelsvereeniging „Langedijk en om- treken" een algemeene ledenvergadering gehouden, Van de 106 leden waren 51 opgekomen. Door den voorzitter werd medegedeeld, dat bij de ruinbouw-Onderlinge op 31 Januari 2278 werkgevers varen aangesloten met een gezamenlijk loonbedrag onbruikbaren staat, waarin een pad, dat door hen noode kan worden ontbeerd, verkeert, redenen waar om deze vereeniging zich nu tot den Raad wendt, met aandrang naar medewerking in deze vragende. De heer Breebaart zegt: 't Pad waarover geklaagd wordt, hoort bij de Banne thuis. Voorzitter zegt: B. en W. hebben 't idee, om eene conferentie met de Banne te houden over het Wie- Ierpad dat we moeten aanleggen en daarbij te vra gen de oude steenen, bedoeld voor 't wielerpad, voor 't pad waarover wordt geklaagd, te bezigen. De heer Spaans vraagt of men wel zeker weet, dat 't pad, waarover wordt geklaagd, Bannegrond is? Hij denkt stellig, dat het Dijksbestuursgrond is. De heer Geertsema vindt, dat de plassen toch wel weggemaakt zouden kunnen worden, als daar eens een man aan werd gezet, 't Behoefde niet zóo'n poel te zijn! De heer Breebaart oordeelt, al blijkt 't pad geen Bannegrond te zijn, maai Dijksbestuurgroud, welnu, dan moet er met laatstgenoemd bestuur door B. en W. geconfereerd worden, verbetering i s noodig in elk De heer Bijl klaagde ook over 't trekken in een der lokalen en het Hoofd der School, de heer De Boer, zei, dat 't hem ter harte ging, zooals de kinderen in den tocht zitten. Men kan de hand wel in de barsten van den wand leggen... zoo gescheurd is 't er! De vloernaden zijn erg open. De heele school ziet er smerig uit: banken, vloer... alles! En hoe gaat het met de schoolschoonmaak ook in verband met mazelen en dergelijke? De heele school is vuil, er komen te Kolhorn veel ziekten voor en de onzindelijkheid in de school kan daar mede in verband staan. Verbetering is noodig! alzoo eindigt de heer Geert sema. Voorzitter wijst ten opzichte van de speelplaats op de veelvuldige regens in dezen bijzonderen tijd; af doende verbetering zou men door algeheele bestrating krijgen. De heer Jonker zou een platte steenlaag op 't plein willen aanbrengen; voorts draineering. Dat zal geen geval't Water zou wel in de huizen kunnen ko- Sro°te kosten maken. Van geheele bestrating voorziet men! spreker veel last, daar ziet hij tegen op. De heer Geertsema noemt beton om aan te wende* voor 't plein. Voorzitter wil liever bestrating. Van een beton- plein is te Schagen niet zoo veel moois te zien. De heer Geertsema wil den toegang naar 't plein niet bestraten. Hier kan op andere wijze wel verbeterd wor den. Het grint op 't plein ligt niet goed, het ligt veel te veel in de hoeken, En in 't midden blijft het wa ter staan. De heer Breebaart is evenals de heer Jonker voor een platte laag steenen op 't plein. Voorzitter vindt: dit idéé kan op 't schoolplein te Kolhorn toegepast worden. Bevalt 't, dan ook op de andere schoolpleinen. Met den gemeente-opzichter kun nen maatregelen worden genomen. De heer Spaans vreest dat de steenenlaag op !t speelplein veel kosten zal veroorzaken. Anderen meen en van niet. De heeren Breebaart en Schoorl vinden het idéé Jonker 't beste. De heer Breebaart wijst op 't geheel ontbreken van grint pp de begraafplaats en wil dat daarin voorzien wordt, als men met 't schoolplein bezig is. Goedge vonden. Voorzitter merkt, ten aanzien van de door den heer Geertsema genoemde ziektegevallen te Kolhorn op, dat die niet aan de school behoeven te worden toegeschre ven. 't Zijn lichte gevallen van mazelen en bof. En ieder, die eenigermate 't verloop dier ziekte kent, zal weten dat de kinderen, na dien, nog geruimen tijd hoestende blijven, wat spreker in eigen gezin onder vonden heeft. Dat is zelfs 's zomers zoo; dus vooral des winters. De heer Geertsema blijft er bij dat onzindelijkheid toch ziekten in de hand werkt. Voorzitter: Ik wil wel naai" de schoonmaak der school te Kolhorn onderzoek doen. 't Gaat er op de zelfde wijze als te Barsingerhorn en te Haringhuizen. Voor mij; is 't echter onmogelijk elk oogenblik te gaan kijken, .wanneer ik geene aanmerkingen krijg. En die heb ik niet gehad van het schoolhoofd. De heer Breebaart: Het schoolhoofd heeft mij ge sproken over aanmerkingen op de schoolschoonmaak en zei. dat hij 't recht er niet toe had, om ze te ma ken. Voorzitter: 't Is mij totaal onbekend, dat er zoon antwoord aan 't Hoofd is .gegeven.. De heer Breebaart 't Is ook niet van B. en W. maar van de school-schoonmaakster VoorzitterMaar het schoolhoofd zit "toch niet onder de plak van de schoonmaakster?!.... Dan kon hij er toch over spreken tegen B. en W. als 't niet goed gaat! B. en W. kunnen toch eene schoonmaakster, als t met goed gaat, ontslaan. Ik ken de instructie voor schoonmaak mict uit 't hoofd, maar ik we>et wél, dat de schoonmaak beurtelings, dan droog, dén nat moet geschieden. De heer Breebaart: Ik weet 't niet, of de schoon maakster het werk goed deed. Voorzitter zegt toe onderzoek te doen en wel te zullen trachten, dit punt in orde te krijgen. Voorzitter zegt verder: Ik dacht, dat de heer Geert sema over schooi-inrichting te Kolhorn en Barsmger- horn wou spreken. Over de ramen n.1. Te Haringhuizen is in de school in dat opzicht de toestand gunstig Déar zijn koekoeksramen in de school, die ook vrij wat later is gebouwd dan de beide anderen. Zulke ramen geven heerlijke luchtverversehing zonder tocht. En zulk een verbetering is noodiger dan herstellen van bersten en vloernaden. V oorzitter zcu voor ramen-verbetering gaarne onkos ten willen opvragen. De heer Breebaart zegt. dat de 5e klasse 't ergst er aan toe is. Daar komt geen zonlicht en de leerlingen in de nabijheid der kachel daar, verschroeien haast. Het kachelschut. dat de kachel aan drie zijden omringt, Feuilleton. ROMAN van HANS VON ZOBELTITZ. Heel dikwijls citeerde de pastoor geen bjjbelwoor- dat deed hij alleen Zondags. Maar zoo enkele Jialen gleed hem er wel een over de lippen; zoo was let ook nu en hij wees den ritmeester er op, dat |ij zijn hoop niet zoo spoedig moest opgeven. „Ja, ja, dat weet ik al,'" was het antwoord. „Maar weet ook, dat er in je bijbel staat, der men- Jchen hoop is verloren. Zie je, zoo staat het lu met mijn hoop. Dat wil zeggen voor zoover |et 't leger betreft en wanneer onze allergenadig- heer en meester maar wilde. Alleen von Wran- el maar een wenk gegeven en die jaagt dan net als lezus de schacheraars, den heelen liberalen rommel len tempel uit. Tegen democraten helpen alleen sol- laten. Maar zooals het nu gaat, vreet het ge laar steeds verder in ja tot zelfs ln onze eigen amilies." Dat was een punt, waar de pastoor het gesprek |eel ongaarne zag heengaan. Want dan begon men praten over Frlts Hackentin, den tweeden zoon Jan den ritmeester, die eerst luitenant was geweest, |o toen de wapenrok aan den kapstok had gehan- :en en nu als kantonrechter in Stellberg woonde. Het "as een goede jongen, maar met een onrustig hoofd, ^aar wat onrustig bloed hadden de Hackentin s allemaal. Dat kwam van moeders kant, van de pruckens, die waren allemaal wat romantisch aange- W Maar over Frits moest Hackentin maar niet pra- len- Dan werd het wat onaangenaam en grof en aar was de avond toch veel te mooi voor. Delukkig waren zij juist onder de laatste kastanje *ageland. Daar stond de schoolmeester in z^n deur, »o'n lange hengelstok, zwart en vuil als die ellen- f 8,e vieze pijp, waaruit steeds een rookwolk op- T^mdt. Hlj haa]de ilet ding nauwelijks u1 w,i^r y°n<J. toen hij de belde heeren groette. „Nu Flehr, >oe maken de Jongens het?" riep Hackentin don ttetater toe. ^■Dank u ritmeester, gaat nog al. Het s z0°^ spreekwoord zegt; Wie den stok vreest. kan met den stok geregeerd worden. Men heen dien dan noodig." „Ja, Flehr, het waren misschien wel betere tijden, toen die stok wat meer werd gebruikt. Dat wil zeg- j gen niet alleen in de school." „Ik weet het niet ritmeester, of dat wel betere tijden waren." „Misschien komt gij dat nog wel te weten." Half luid en wat barsch wendde hij zich vervolgens tot zijn ouden vriend: „die is ook al aangestoken door die zoogenaamde vrijzinnigheid, liij leest met den mo lenaar uit Grunow de Tribune. Zou je hem niet je j beide duimen in de oogen drukken Heckstein j „Hij is lang de slechtste niet Hackentin. Zijn ben- gels heeft hij flink onder den duim, met en zonder stok. Zij leeren bij hem juist genoeg, niet te veel en niet te weinig. En zulk een mooi koor als hij j in de kerk heeft weten saam te stellen, zal jij tever- geefs in den ganschen omtrek zoeken. Van mu- ziek weet hij heel veel af. „Mijn hoogachting", zou jouw zwager Grucken zeggen. En nu, wat zijn poli- tieke overtuiging betreft, jij kent mijn meening te dien opzichte: dat komt en gaat Wanneer wij een paar jaar verder zijn, lachen wij over de opge wondenheid van deze dagen. Want, weet je, in den grond van de zaak is alles, wat Brandenburgsch is, loyaal en eerlijk tot in de botten." De oude ritmeester bromde: „dat hebben wij in 48 gezien „Ach wat! Wat mankeerde er toen aan, alleen Berlijn. Maar Berlijn is niet Brandenburgsch, al ligt het ook midden in onzen geliefden zandhoek. Berlijn is Berlijn. Daar moeten de menschen steeds wat op gepord worden. Maar anders? Alles perfect. Die schoolmeester Flehr dat is een type. Hij heeft soms wel een wat grooten mond, praat over heel veel din gen, voelt zich geleerd, liberaal moet en zal hij kie- zeu' maar anders een bovenste-beste kerel." ,Het is meer dan genoeg die man moet in toom gehouden worden." Dat gebeurt ookMaar kijk daar komt Lene. Waar zoo vlug naar toe, Juffertje?" Vlug aanstappend naderde Helene van den kant van het slot. Een hoed had zij niet opgezet; in de zachte schemering, die reeds daalde, speelde in haar rood bruinen haardosch 't licht der ondergaande zon. Zij had een doek om de schouders, die tot onder de taille afhing. Ik zal eens kijken of de post komt, oom pastoor. ''Donk er om, misschien brengt de postillon een vrijer voor Je mee, Lene." Die kan ik nog best een poosje missen, oom pas- j ^0'óf. Weet jij wel Waldmann, -Jij kleine krom- poot, dat jij lang zoo lief niet bent als Diana neem daar een voorbeeld aan." „In de pastorie, Leentje, zijn versche pruimenkoek- jes gebakken." „Op de terugreis haal ik mij er een paar." Zij knikte haar vader toe, groette van verre met de hand den schoolmeester en snelde toen verder. De beide mannen keken haar met welgevallen na. Het leek wel, alsof zij langs den weg zweefde. Zoo net en sierlijk zette zij haar voetjes van onder den rok, die zoo eenigszins den vorm van een creoline aangaf. De schoenmaker Frecjer in Logow was an ders geen meester in zijn vak, maar voor de juffrouw- van het slot deed hij toch steeds zijn uiterste best. „Wat een heerlijk kind, die Lene," meende de pas- stoor glimlachend. De ritmeester knikte. „Een goed kind dat wil zeggen - het is nog zoo'n jong en dartel ding. Dat gist en gist en menigmaal is het of de schuim over den rand zal vliegen. Men moet dat Leentje een beetje strak in den teugel houden." Heckstein glimlachte. Hij wist heel goed, dat de kinderen op het slot nooit goed in den teugel ge houden werden. Tenminste niet gelijkmatig. Dan eens sleepten de teugels langs den grond om plotseling weer strak te worden aangehaald, met kracht. En als dan de ritmeester aan den linkerteugel trok, dan greep zijn allergenadigste echtgenoote juist den an deren. Maar veel kwaad deed dat tenslotte toch niet. Er was een goede kern in die kinderen. Daar viel het den pastoor in, dat de gelegenheid misschien gunstig was, om een goed woord voor den meester te doen. „Kijk eens, Hackentin," zoo begon hij opnieuw, „je hebt door zooeven op Flehr geschimpt. Maar Je bent zeker vergeten, wat een moeite de man zich voor Lene heeft gegeven. Ik bedoel voor haar zangonder- richt." „Daar wordt hij toch voor betaald." ,Nu ja, die enkele guldens. Jij moogt heel blij zijn, dat wij zulk een muzikalen schoolmeester hebben. Maar hij heeft mij kort geleden gezegd, dat hij nu aan het eind is met zijn kunst." „Ja God, man, dat weet ik al. Dat wil zooveel zeg gen, als dat Lene naar de stad moet, om een an deren, beteren leeraar te krijgen. Dien onzin heeft hij mij ook al voor gepreekt. Zooals ik Je zeg, onzin pastoor. Daar komt niemendal van. En lk wil ook niet dat Lene dergelijke nonsens zich in het hoofd haalt. Daarmee moet jelui bij mij niet aankomen." De ritmeester rukte op dat oogenblik zijn kapjs heel ver naar achter op het hoofd en draaide zich kortaf om tb daar Diana het rechtsomkeert niet snel gjenoeg volgde, kreeg hij een tik. „En bovendien is die Flehr een democraat!" Helene was verder de dorpslaan afgewandeld, had een paar woorden gewisseld met de vrouw van den schoolmeester, die er steeds uitzag als een schuw, gevangen gehouden ree, wanneer een der slotbewo- ners haar aansprak en die nog schuwer en verle°-e- ner werd, des te vriendelijker de woorden waren die men tot haar richtte. ™oest ^ene een boodschap voor haar schoon zuster doen b« den kleermaker meester Winkel over den broek van haar neefje Hans en dan was zjj voor het kerkhof een oogwenk blijven staan. Daar lag, on-etrnku kIeine kerk uit rooden baksteen opgetrokken en die nog steeds het uurwerk ontbeer de omdat noch de pastoor, noch de gemeente de mid delen hadden daarvoor. De kerk was bepaald in be- rijden gebouwd, voor een honderd of honderd vijf tig jaar geleden. De met ijzer beslagen deur werd door een paar ruiten geflankeerd en daarboven was een boog met een marmeren plaat, waar het wapen van Hackentin in stond. Maar de tand des tijdswas hier duchtig aan den gang geweest. De zuilen waren ingevreten, het wapen was nauwelijks meer herken- haar, het leien dak schandelijk goed dat de klim op het ergste voor het oog verborgen hield. De inkomsten der kerk waren lang niet toereikend voor de uitgaven. Links en rechts naast de kerk lagen de graven der heeren van Hackentin. Eenvoudige gra ven, die zich heel weinig onderscheidden van die dei- welgestelde boeren. Hoogstens dat zij een weiuig be ter werden onderhouden, en dat kwam alleen, omdat de ritmeester een, bijzondere voorliefde voor het kerk hof had. Een paar minuten stond Lene aan het hek. Zij dacht aan de woorden van Martha: trouw tegenover trouw. Die woorden hadden haar gepakt en klonken nu in haar binnenste na. Maar zooals zij nu naar de graven keek, waarover twee moerbeiboomen wijd hun takken uitspreidden, liep het haar toch koud laDgs den rug. Laatst op Rackow had zij in een gedichtenbundel gebladerd. Eigenlijk omdat tante Marie zooveel had verteld van den grooten Franschen dichter Victor- Hugo. Nu vielen haar eensklaps enkele woordeh daar van in: Roem en jeugd en trots zelfs tot over het graf. Neen, neen, voor haar hadden die graven niets verhevens. Alleen hang was zij er voor. En zij trok den doek dichter om haar schouders en snelde ver der, de herberg voorbij, den smid langs, de nieuwe laan in, die dicht aan het begin van het dorp de smalle Wintze overbrugde. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1