Alpitti fiiEms- Mraitntie- LiiilnvHiL Prinses Juliana. sr«iïv® Donderdag 28 April 1910. 54ste Jaargang No. 4099. Bureau SCHAGEN, Laan O 4. Uitgevers i TBAPMAW A Co. Ariondissements Rechtbank te Alkmaar. A- Binnenlandsch Nieuws. iim>cr»Ti»iP*r Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-, Donderdag- on Zaterdagavond. B\j inzending tot 's morgens 9 UT,, wnrrior, ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger. Intere. Telephoo» No. 24». rys per jaai i per oost f 8.BO Afzonderlijke jummers «ut ADVERTENTIEN van I ot 5 regels f 0 25: iedere regel meer 5 Cent. Iroote letters worden naar plaatsruimte berekend Dit nummer bestaat uit een blad. VERSTORING VAN EEN GODSDIENSTOEFENING. de Grondwet erfelijk is verklaard. Zitting van Dinsdag 26 April 1910. EEN HOOGER BEROEP. De 21-jarige Karei Frederik Willem Wernecke uit Den Helder was heden naar hier getogen om terecht te slaan in hoogesr beroep, wegens een feit te Den Hel der gepleegd. Daar was hij op een mooien winterdag, nu zoowat 'n „verreljaar'' geleden ('t was Zondag) in een vlet met zijn jongere broer. Het tweetal was op jacht. Juist aan wal komende, de vlet half op de steenen glooiing, half nog met hét vaartuig in zee zette Ka- reltje voet a an wal met een (nog niet in de foudraal ge pakt) geweer, wat een juist aanwezigen politieman aan leiding gaf, hem deswege te .verbaliseeren. Door het Heldersche Kantongerecht werd de jachtlief hebber tot 5 gulden boete veroordeeld, waarvan beklaag de in hooger beroep kwam. De O. v. J. had geene getuigen laten dagvaarden en vroeg na breede be schouwingen ontslag van trechtsvervolging voor Wer necke. WEER HOOGER OP! Beklaagde 2 was Andries Numan, 41 jaar oud te Velsen geboren e» thans te Heemskerk wonend. Hij was onlangs „onder den indruk" met zijn vriend Jan Hoogendorp die te W aterfliet onder elzen resideert ]k)Uwens: over zijn ongepastheden geen klein beetje, °P,,ia, tegen hem ten slotte een week gevangenisstraf eischen- \Vel schoten ze niet veel wat onder de heer- d» schende omstandigheden te begrijpen en ook maar ge- lukkig was! maar één bok mochten ze toch nog EEN HARDHANDIG HEERSCHAP Johannes Bouwens, een stevige sjouwerman van zoo- t Dezen regeeringsvorm nu vinden we om verscnil- wat een kwart-eeuw oud, is m zijn woon- en geboor- r tepiaats Hoorn nu juist' niet als" een heilig Toontje le™handen -Tom- bekend Vooral in 't Leger des Heils aldaar heeft men dac hy de meTt ^uurUjke is alle reden hem met een „zwarte kool in de annalen jn zijll aanwijzen van éen als hoofd van den Staat te boekstaven. beantwoordt deze regeeringsvorm immers in de eer- Daar kan hij van grooten hinder zijn. In perceel ste plaats aan zooveel besturen, die we in de natuur 16 op 't Breed, waar de Godsdienstige bijeenkomsten om ons heen zien. worden gehouden, ziet men dan ook stellig liever zijn De zon is de beheerscheresse van een stelsel, in hielen dan zijn teenen. Toch was hij in het begin dezes jaars op eene bij eenkomst present, met het vooropgezette doel de men- schen lastig te zijn. Hij hield zijn pet op zijn artistieke boles, rookte zijn „zware van de acht" zong en danste of hij op een drukke kermis was en toonde ten slotte op nog stuitender manier, dat hij maling aan den heelen boel had. Den leidenden kapitein H. de Lang was al die „pref' verre van aangenaam en Bouwens werd wegens zijn onhebbelijk gedrag aangeklaagd. Thans gaf hij voor, dat er meer lieden met petten opzaten, maar s Presidenten vraag of de luidjes zoo allemaal gezellig aan den dans waren, kon hij toch niet wel bevestigend beantwoorden. Ook gif Hannes voor dat hij hardhoorend was en den kapitein niet had verstaan toen die het woord tot hem richtte. De heer O. v. J. beschreef die bijeenkomsten van 't Heilsleger als van zeer Hoede strekking en berispte schieten. Namelijk dat ze de politie in de armen lie pen, zich bij die gelegenheid aan wederspannigheid schuldig maakten en veroordeeld zijn geworden elk tot een tientje boete of 4 dagen zitten. Plus verbeurdver klaring en inlevering van 't geweer of f 6 boete daar voor. Ook hier werden geene getuigen gehoord in deze Auke Flietstra, bij afwisseling zoowat als vrachtrij ders- of schippersknecht .zijnen hobbeligen levensweg afleggende, is een hoog opgeschoten knaap van een jaar of 18, 19. Beklaagde was afwezig. Hij schaamde zich zeker, te bekennen dat hij den 20sten der vorige maand Tjeerd voor. uok hier werden geene getuigen genoom ui ueze v - VJ V,.7, f' - appelzaak De heer Officier requreerde bekrachtiging <*e Jong had mishandeld. En ontkennen zou ook niet van het gewezen vonnis voor zoover dit het gepleegde aJ,n opgegaan, want daarvoor was het bewijs te goed vpv7*»t Kofmf i getoverd. De heer Officier wou dezen goeden klant" die al WEER TER JACHT. meermalen de getabbaarde heeren allergezelligst bezig- Piet Homan, een kloeke ïjdenesser visscher en ^ield, niet onbedacht laten, en eischte eene week ge- jager, had een dergelijk zaakje aan de hand en was yangenisstraf in qualitedt van jager er in geloopen, toen hij 17 No- .T \ember door een Hoornschen rijksveldwachter, Rientsma uiunmAiuj, genaamd, schietende werd aangetroffen onder de ge meente Blokker, welk gevalletje hem eenigszins innig met de Justitie deed kennis maken, hoewel hij bij het Hoornsche Kantongerecht vrijgesproken werd. Appél volgde. Na verhoor van Rientsma eischte de heer Offi cies' vernietiging van 's heeren Kantonrechters vonnis en requireerdc gedeeltelijke vrijspraak en gedeeltelijk ontslag van rechtsvervolging. Het vierde strafzaakje liet ons met heel andere din gen dan jachtwet-incidenten en Kantongerecht-vonnis sen kennis maken. EEN ONWELKOME GAST. We verzeilen nu in de Jacob Klaassensluis... in die buurt tenminste zoo wat en wel onder de gemeente Zijpe. Jan Meijering, een ondernemend bewoner van die stre ken, legde daar een onmiskenbaren lust tot het afleg gen van de meest vreemdsoortige bezoeken af. Bij Gerrit Rademaker aan de Pettemer Kluft, ging hij den 13den Maart j.1. zonder voorkennis of verlof het erf en vervolgens de koegang op, waar hij door liet personeel van" Gerrit werd aangetroffen, waarna de heer des huizes natuurlijk al gauw 'n „draadloos tele gram" kreeg, kondschap doende, van de bevreemding wekkende aanwezigheid van Jan. „De baas" moest natuurlijk gauw 's even kijken, Kees Buurman, een arme als bedelaar rondtx-ekkende zwalker was ook weggebleven. Had zeker geen centen genoeg bijeen kunnen scharrelen om present te zijn. Er is ook zoo geweldig veel concurrentie in 't vak, dat je na aftrek van de uitgaven voor de gewone levens behoeften als daar zijn in drogen en ook in vloeibaren vorm, niet genoeg batig saldo kunt overhouden, om zulke reisjes te bekostigen. De getuigen waren er even wel een politieman en een medelijdende en vrij gevige „klant" van Kees beiden uit de Zijpe (Seha- gerbrug) en dat was voldoende. Do heeTen Hendrik Marlinus van den Vreede de po litie en Stöve (bij wien Buurman na lang toeven een gift kreeg) wisten genoeg te vertellen om den heer Officier het noodige „houvast" te verschaffen tot het instellen van een eiseh, waarbij Buurman uitgenoodigd wordt om een dozijn dagen in hechtenis door te bren gen. ZONDER ENTREE! Piet van Dok was ook al weggebleven vandaag. Hij was in de herberg van den heer Simon Brommer te Dirkshorn, waar Zondagavond 28 Maart 1910 een pret tige uitvoering werd gegeven met een kostelijk „dan sen na", tamelijk lastig' en wel in die mate, dat de po litie er aan te pas kwam. Mijn liter had 't nu maar welke rare sinjeur zich daar ais weliefhebber in zijn nKt zlJjl Kolletje om behoorlijk entrée te be- behuizing deed kennen en jawel hoor, daar ontwaarde ^(e,n ,f°°als gewoon fatsoenlijk sterveling doet. zijn vorschend oog vriend Jan, en na de gebruikelijke Dl[K Kuiper die het genoegen had, dien avond voor de -- - - »- entrée te „staan had politiehulp noodig. Dat had ook Brommer, de caféhouder drommels goed in der, neus en plichtplegingen en na driemaal herhaald verzoek om op te rukken, wist Gert er zijn maar zoo matig wei- komen bezoeker uit te krijgen,, dank zij de krachtige hulp van zijn trouwen dienaar Jaap Zwaan. Maar Jan had zich aan wederrechtelijk binnendrin gen schuldig gemaakt, althans aan niet vertrekken op vordering des rechthebbenden. Ook bij den veehouder Jan Frans thans te Schoorl, was hij brutaal genoeg om de mensehen ongevraagd op zijn gezelschap te onthalen. Eerst eens even aan de luiken gebombardeerd, builen voor 't venster. „Jan tegen Frans bedoeld, ben je al te bed", riep hij. De deuren waren alle behoorlijk gesloten en ge hoor kreeg: hij niet veel. Toen bedacht hij een lisi. Gezwind een ruit stuk gedrukt, de sluiting van het raam van de zomer kamer verbroken, een geweldige „sal to mortale" en.... Meijering bevond zich een oogen- blik later gezellig in de binnenkamer bij Frans, met wien hij weldra'in allergezelligsten kout verdiept was over schapen, koeien, etc., enfin over datgene wat Jan Frans als oud-veehouder kon boeien. Diens huishoud ster Marie Wiegman echter verbaasde zich zeer over Meijering's tegenwoordigheid en ontwaarde na eenig on derzoek waartoe zij in hare vrouwelijke nieuwsgierig heid als' van zelve werd gedreven, op welke ongehoorde wijze deze brutale bezoeker zich toegang had verschaft. Nu liet zij niet na haren patroon daarvan in kennis te stellen en het gevolg van een en ander was, dat Jan Meijering ook voor dit optreden bij Frans de blauwe trappen zou worden opgejaagd. De zaakjes werden nu „gevoegd' en de heer Officier eischte legen tegen de zen raren huisbezoeker, die al eens 10 dagien heeft moe- I ten „zitten". 3 weken gevangenisstraf. EEN AARDAPPELLIEFHEBBER. Een ruim 40-jarig werkman landman uit Lastn- cum, Teunis Baars volgde. Deze had zich te verantwoor den waarom hij zijnen ijver zóó ver had gedreven, dat hij de aardappelen van zijn dorpsgenoot Kees de Vries niet met rust kon laten, hoewel hij geen ver- inning of opdracht had er een vinger naar uit te Baars schoot heel slecht met zijn vevantwoor *nB I vandaag. Hij moest wel toegeven dat hij halveti hectoliter aardappelen h»d «f,; «Sï van gelooven. Spreker was dan ook zoo mij als een gewoon diefstalletje te beschouwen en daarvoor 5 gulden boete of vijf dagen hechtenis. in een wip was de rijksveldwachter v. d. Meijden ten tooneele verschenen en greep, toen Piet maar geen rede wilde verstaan, dezen beet en werkte hem het lo kaal uit. En 'n verhaaltje voor zijn halstarrigheid en onhandelbaarheid kreeg Van Dok op den koop toe nog aan zijn broek. Vandaag werd het er niet beter op, want de lieer Officier requireerde 10 gulden boete of 10 dagen hech tenis. BKLEEDIGING POLITIE. Dieuwertje Smit uit Jiet Verlaat (een der talrijke straten) van de aloude ioggerstad, had op een avond in Maart j.1. de brutaliteit om den politieagent S. Klauwers te beleedigen. Maar de vetsdienaar is er de man niet naar om zich door een Enkhuizer maagd te laten beschimpen.. De O. v. J. eischte tegen de schuchtere Dieuw, wegens beleedigdng van den dienstdoenden ambtenaar met toe passing van artt. 266 en 267 Wetb. v. Strafrecht, f 10 heer J. Buis Jz. boete of 10 dagen hechtenis. De elfde, en laatste strafzaak was contra een „kind en werd derhalve met gesloten deuren berecht. A.s. Dinsdag alle uitspraken. Zaterdag, 30 April, verjaart onze Prinses voor de eerste maal. Dit voor Nederland zoo heuglijke feit wil onder- geteekende dezen eersten keer niet voorbij laten gaan zonder er de bijzondere aandacht op te hebben ge vestigd en wel in dien zin, dat we eens gaarne willen uiteenzetten, waarom er om Prinses Juliana vreugde is in onze harten en blijdschap allerwegen. Waarom dan? In Haar is ons een Prinses gegeven uit het huis Oranje-Nassau en daarmee is weer te vaster verze kerd het bestaan van ons land als monarchie en dat wel onder het bestuur van een telg uit ons aloud Oranje-Huis. Dadrom is er vreugde in onze harten en blijd schap allerwegen. Op twee zaken wezen we in deze verklaring, op ons land als monarchie en op ons oud Oranjehuis. Bij beide willen we een oogenblik stilstaan om er de beteekenis helderder van te doen uitkomen. Ons land heeft een monarchalen regeeringsvorm, staat aan het hoofd een vorst of vorstin hetwelk al de sterren zich naar haar wil richten en aan haar kracht gehoorzamen. De bijen hebben een Koningin. Trekkende kraanvogels hebben een chef, zoo goed als kudden olifanten in het wild, die op het getrom pet van hun leider stil staan of hun weg vervolgen. Roofdieren, in troepen vereenigd op buit uitgaan de als b.v. de wolven, volgen een aanvoerder. Kunt ge u een schip voorstellen zonder kapitein, een leger zonder generaal, een vereeniging zonder voorzitter, een zanggezelschap zonder directeur? Overal om ons heen zien we éen den heerscher, den leider, 't zij dan in zijn doen en laten al of niet aan regelen gebonden. Ook het menschelijk organisme, ons lichaam, vindt in de hersenen zijn koning, op wiens bevel armen en beenen, ja alles, aan dat organisme, zich moet bewegen of rust nemen. Een hoofd hebben, een ieider, is dus zeer natuur lijk. We merkten het op bij de dieren gedurende een tocht, bij een leger gedurende een oorlog, bij een schip gedurende de vaart, bij ons zelf gedurende ons leven. Onze hersenen bewaren de herinnering aan gebeur tenissen uit onze vroegere jaren, bouwen voort op de verworven kennis in de opgedane ervaring en lei den onze daden, kiezende den besten weg tot be vordering van ons welzijn kennende dien, omdat ze ons van den beginne af hebben waargenomen in onze goede en onze kwade eigenschappen, in onze noo- den en in onze behoeften. Ook de staat wenscht zich aansluitende en in overeenstemming met de natuur zijner leden, de men- ■sehen zulk een hoofd, dat bewaart de herinnering aan vervlogen dagen, dat ervaring heeft opgedaan hóe te leiden en te besturen, dat de behoeften van den staat kent en de nooden, de deugden en de ge breken. Maar een staat leeft langer dan een mensch. Voch wil hij, wijl hij bij den mensch heeft waarge nomen hoe heilzaam het bewaren van opgedane erva ring voor bet kiezen van den juisten weg tot voor uitgang is, den enkelen mensch in dezen zoo moge lijk gelijk zijn. Wat menschelijks nu leeft zoo lang als de staat, kan ten minste zoo lang leven als de staat en be waren geschiedenis, tradities, ervaring? Een geslacht een stamhuis. Zietdaar de oplossing van het vraagstuk en de re den waarom de menschenmaatschappij staten sticht met monarchalen regeeringsvorm. Het erfelijk Koningschap is den mensch als het ware door de natuu» aangewezen. Ook voelen we het als natuurlijk, dat een vorsten huis van eeuwen zich inniger verknocht voelt aan den staat en aan het heil van den staat dan een president, die maar voor enkele jaren bij het bevor deren van het welzijn van den staat is betrokken. Onze Koningin is meer voor Nederland dan presi dent Castro was voor Venezuela. Onze Koningin is als het ware uit de eeuwen voort gekomen, een president is een kind alleen van zijnen tijd. Hoe anders zou het geweest zijn als een president den eersten steen van het Victoriebeeld te Alkmaar had gelegd in plaats van de nakomeling van den Vader des Vaderlands, door wiens krachtig willen van Alkmaar de Victorie begon! Voelt ge het verschil? Een stamhuis staat en valt en groeit en bloeit met den staat mee. Zijn vertegenwoordiger, dat is de regeerende vorst, verpersoonlijkt de eenheid van den staat, zijn verle den, zijn grootheid. In dien zin bevatte het gezegde van Frankrijks zonnekoning, Lodewijk XIV, „L'état c'est moi" „De staat ben ik" waarheid. Daarom ook is het zoo moeilijk monarchieën om ver te werpen. Een republiek valt meest bij den eersten stoot. Monarchieën worden ook zeer moeielijk gesticht, republieken zeer gemakkelijk. Het een is de natuur, het andere knutselwerk. Een republiek is de triumf der middelmatigheid, in een monarchie voelen en zien we hoogheid in veel. De monarch is de eerste in het land; niemand even aart hem in hoogheid van geboorte. De monarch is de eerste in het land; niemand evenaart hem in hoogheid van plaats. De monarch is de eerste in het land;, niemands belang is inniger verknocht aan het belang van den staat dan het zijne, dat is van zijn blijvend stam huis. De eerste eigenschappen waarborgen het land, dat hij boven het menschelijk gewroet om verhooging van rang, stand en positie staat, de laatste, dat bij hem 's lands belang boven alles gaat, ook boven zijn leven, omdat zijn geslacht, zijn stamhuis, b 1 ij f t. Dit alles hebben zeker de nuchtere Noren overwo gen toen zij, enkele jaren geleden slechts, de keuze hadden tusschen republiek en monarchie. Ze kozen een Koning. En dit alles doet ons, Nederlanders, ook begrijpen, waarom er zoo groote vreugde is in ons hart en blijdschap allerwegen over het bestaan van ons dier ste kleinood: Prinses Juliana. En hiermede zijn we gekomen aan de tweede zaak, waarbij we een oogenblik stil zouden staan om er de beteekenis helderder van te doen uitkomen: ons aloud Oranjehuis. Even als het voor den mensch van veel belang is, dat hij voor de jaren zijns levens een helder hoofd heeft gekregen, zoo is het voor de eeuwen van een monarchie-bestaan Van niet minder belang, dat het vorstenstamhuis op telgen kan bogen, die uitmun ten in adel van karakter, in gaven van hoofd en hart en in hoogheid van opvatting hunner taak. En dit is met ons heerschers-huis het geval. Laat ons ten bewijze even een blik slaan in de historie. Het verbond tusschen Oranje en Nederland, dag- Hij bezegelde dit verbond met zijn goed en bloed. Onze vrijheidskrijg werd aangevangen met het geld van Oranje, die tot zelfs zijn sieraden en zijn tafel zilver verkocht om de vechtende troepen te betalen. Toen van Alkmaar de victorie begon werd Oranje, de bewerker van die schoone uitkomst, door sluip moordenaars vervolgd. In 1584 viel de Vader des Vaderlands als hun slachtoffer met de bede op de lippen: „Mijn God, ont ferm U over mij en over dit arme volk." Dit gebed werd verhoord, maar aan vijf vorsten uit het huis Nassau kostte de strijd het leven: Lo dewijk (1574), Adolf (1568), Hendrik (1574), Wil lem (1584) en Ernst Kasimir (1632). De prinsen Maurits en Frederik Hendrik zetten het werk van den eersten Oranje voort en wanneer de dichter, Neerland bedoelende, zingt: „Europa zag, verbaasd, het rijzend wonder wassen „Het ongekend kleinood, verscholen in moerassen „Uit wier en dras geweld dat, onbevlekt en schoon, „Welhaast als keurgesteent' zou fonk'len aan haar kroon." dan komt daarvan v.n.1. de eer toe aan onze eer ste Oranjes. Stichtte Willem de Eerste onzen staat (onze repu bliek was eigenlijk een monarchie), de koning-stad houder Willem de Derde redde en behield hem toen het water eens tot de lippen was gestegen. Van hem zijn de echt vorstelijke woorden uit het noodjaar 1672 gesproken tot de Engelsche gezanten, die er hem op wezen dat Holland verloren was: ,,Ik weet éen middel om den ondergang niet te aanschouwen: sterven bij de verdediging van de laat ste gracht." Ook het tweede verbond van Nederland met Oran je -toen ons land een koninkrijk werd werd tnet diens bloed bezegeld. De eerste kroonprins van het koninkrijk, de latere koning Willem de Tweede, werd gewond te Waterloo, waar de laatste kamp voor 's lands vrijheid werd gestreden en de overwinning behaald. Hebben we te veel gezegd toen we in het eerste gedeelte van dit artikel betoogden, dat bij een mo narch 's lands belang boven alles gaat, ook boven zijn leven en dat dit een der natuurlijke redenen is waarom een monarchie den voorkeur verdient bo ven een anderen regeeringsvorm? Maar niet alleen in den krijg, ook in een juist in zicht van de regeerkunst heeft ons Oranjehuis boven vele andere uitgemunt; ook daarin toonde dit ge slacht voor een staat een „helder hoofd" te wezen. En ook in deze gaf Willem de Eerste de richting aan, die zijn geslacht als de beste diende te volgen. Willem van Oranje toch was de eerste vorst, die in strijd met de in zijn tijd algemeen gehuldigde opvatting rondweg zeide, dat het volk er niet om den vorst, maar dat de vorst er om het volk was en dat deze het volgens het recht en de rede regeeren moest en liefhebhen. „God - zoo schreef hij heeft niet de onderda nen geschapen ten behoeve van den vorst, om hem als slaven te dienen, maar de vorst is er ten dienste van de onderdanen, zonder welke hij geen vorst is, ten einde hen volgens het recht en de rede te regee ren en lief te hebben, gelijk de herder zijn scha pen." „Naar recht en rede," regeerde 300 jaar ater getrouw dus aan het beginsel van zijn grooten voor zaat koning Willem de Derde ons land, het erf deel zijner vaderen. Zijn aard neigde niet naar constitutioneel regeeren, maar, voortbouwende op wat de ervaring en de ge schiedenis zijn geslacht in de eeuwen geleerd had, even als de enkele mensch voorbouwt op de ervaring door hem in de weinige jaren zijns levens opgedaan regeerde Willem de Derde „naar recht en rede" ons Nederland. En Koningin Wilhelmina? Zij is de eerste in het land; niemand evenaart haar in hoogheid van geboorte. Zij is de eerste in het land; niemand evenaart haar in hoogheid van plaats. Zij is de eerste in ons land, want zij is door haar geslacht de draagster der wijsheid en der er varing van meer dan 300 jaar geschiedenis. En daar regeert ze naar. Door onze Juliana, ons lief aanvallig Koningskind is weer te vaster verzekerd de voortzetting van onze historie onder het hoofdstuk „Nederland en Oranje" ons roemrijkste hoofdstuk en daarom is er vreugde in onze harten en blijdschap allerwegen. Daarom klinkt Zaterdag van Eems tot Schelde Neerlands jubelkreet: Leve onze Kroonprinses! M. VISSER. A o t is* er li 11 in -- - BH -^^B uit een bepaald stamhuis in hetwelk de Kroon door teekent van Willem I, den Vader des Vaderlands DE NIEUWE SPOORWEGTARIEVEN. Omtrent de nieuwe personentarieven, die op 1 Ja nuari 1911 op de spoorwegen in werking treden, zijn nu en dan enkele berichten verschenen. Aan het Han delsblad ontleend, kunnen wij thans het volgende mededeelen omtrent de algemeene regelen. De retourkaarten zullen worden afgeschaft. Enkele reiskaarten zullen worden ingevoerd voor alle afstanden, tegen 3.25 cents voor de eerste klasse, tegen 2.45 cents voor de tweede klasse en tegen 1.62'/è cents voor de derde klasse per Kilometer, met een minimum afstand van 6 K.M. Zoo noodig zal het publiek gelegenheid worden ge geven zich tevens van een plaatsbewijs voor de terug reis te voorzien, die alsdan op denzelfden dag moet worden afgelegd. Kilometerboekjes van 1000 en 500 K.M. zullen wor den ingevoerd tegen 3 cents voor de eerste klasse, 2.25 cents voor de tweede klasse en 1.5 cents voor de derde klasse per Kilometer. Deze kilometerboekjes zullen kunnen gebruikt wor den voor het maken van reizen naar alle stations der Nederlandsche Spoorweg Maatschappijen. Bovendien zullen nog Kilometerboekjes verkrijg baar worden gesteld voor 2 reizen elk van 200 K.M., tegen dezelfde eenheidsprijzen. Dit in verband met de bepaling dat bij reizen met Kilometerboekjes hoog stens 200 K.M. zuilen behoeven te worden betaald. Eveneens zullen abonnementskaarten geldig voor de op Nederlandsch* grondgebied gelegen lijnen der Nederlandsche Spoorweg Maatschappijen worden in gevoerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1