Alpitti fiiEms-
Mraitntie- LiiilnvHiL
Prinses Juliana.
sr«iïv®
Donderdag 28 April 1910.
54ste Jaargang No. 4099.
Bureau SCHAGEN, Laan O 4.
Uitgevers i TBAPMAW A Co.
Ariondissements Rechtbank
te Alkmaar.
A-
Binnenlandsch Nieuws.
iim>cr»Ti»iP*r
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- on Zaterdagavond. B\j inzending tot 's morgens 9
UT,, wnrrior, ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger.
Intere. Telephoo» No. 24».
rys per jaai i per oost f 8.BO
Afzonderlijke jummers «ut
ADVERTENTIEN van I ot 5 regels f 0 25: iedere regel meer 5 Cent.
Iroote letters worden naar plaatsruimte berekend
Dit nummer bestaat uit een blad.
VERSTORING VAN EEN GODSDIENSTOEFENING.
de Grondwet erfelijk is verklaard.
Zitting van Dinsdag 26 April 1910.
EEN HOOGER BEROEP.
De 21-jarige Karei Frederik Willem Wernecke uit
Den Helder was heden naar hier getogen om terecht te
slaan in hoogesr beroep, wegens een feit te Den Hel
der gepleegd. Daar was hij op een mooien winterdag, nu
zoowat 'n „verreljaar'' geleden ('t was Zondag) in een
vlet met zijn jongere broer. Het tweetal was op jacht.
Juist aan wal komende, de vlet half op de steenen
glooiing, half nog met hét vaartuig in zee zette Ka-
reltje voet a an wal met een (nog niet in de foudraal ge
pakt) geweer, wat een juist aanwezigen politieman aan
leiding gaf, hem deswege te .verbaliseeren.
Door het Heldersche Kantongerecht werd de jachtlief
hebber tot 5 gulden boete veroordeeld, waarvan beklaag
de in hooger beroep kwam. De O. v. J. had geene
getuigen laten dagvaarden en vroeg na breede be
schouwingen ontslag van trechtsvervolging voor Wer
necke.
WEER HOOGER OP!
Beklaagde 2 was Andries Numan, 41 jaar oud te
Velsen geboren e» thans te Heemskerk wonend. Hij
was onlangs „onder den indruk" met zijn vriend Jan
Hoogendorp die te W aterfliet onder elzen resideert ]k)Uwens: over zijn ongepastheden geen klein beetje,
°P,,ia, tegen hem ten slotte een week gevangenisstraf eischen-
\Vel schoten ze niet veel wat onder de heer- d»
schende omstandigheden te begrijpen en ook maar ge-
lukkig was! maar één bok mochten ze toch nog EEN HARDHANDIG HEERSCHAP
Johannes Bouwens, een stevige sjouwerman van zoo-
t Dezen regeeringsvorm nu vinden we om verscnil-
wat een kwart-eeuw oud, is m zijn woon- en geboor- r
tepiaats Hoorn nu juist' niet als" een heilig Toontje le™handen -Tom-
bekend Vooral in 't Leger des Heils aldaar heeft men dac hy de meTt ^uurUjke is
alle reden hem met een „zwarte kool in de annalen jn zijll aanwijzen van éen als hoofd van den Staat
te boekstaven. beantwoordt deze regeeringsvorm immers in de eer-
Daar kan hij van grooten hinder zijn. In perceel ste plaats aan zooveel besturen, die we in de natuur
16 op 't Breed, waar de Godsdienstige bijeenkomsten om ons heen zien.
worden gehouden, ziet men dan ook stellig liever zijn De zon is de beheerscheresse van een stelsel, in
hielen dan zijn teenen.
Toch was hij in het begin dezes jaars op eene bij
eenkomst present, met het vooropgezette doel de men-
schen lastig te zijn.
Hij hield zijn pet op zijn artistieke boles, rookte
zijn „zware van de acht" zong en danste of hij op
een drukke kermis was en toonde ten slotte op nog
stuitender manier, dat hij maling aan den heelen boel
had.
Den leidenden kapitein H. de Lang was al die „pref'
verre van aangenaam en Bouwens werd wegens zijn
onhebbelijk gedrag aangeklaagd.
Thans gaf hij voor, dat er meer lieden met petten
opzaten, maar s Presidenten vraag of de luidjes zoo
allemaal gezellig aan den dans waren, kon hij toch
niet wel bevestigend beantwoorden.
Ook gif Hannes voor dat hij hardhoorend was en
den kapitein niet had verstaan toen die het woord tot
hem richtte.
De heer O. v. J. beschreef die bijeenkomsten van
't Heilsleger als van zeer Hoede strekking en berispte
schieten. Namelijk dat ze de politie in de armen lie
pen, zich bij die gelegenheid aan wederspannigheid
schuldig maakten en veroordeeld zijn geworden elk tot
een tientje boete of 4 dagen zitten. Plus verbeurdver
klaring en inlevering van 't geweer of f 6 boete daar
voor. Ook hier werden geene getuigen gehoord in deze
Auke Flietstra, bij afwisseling zoowat als vrachtrij
ders- of schippersknecht .zijnen hobbeligen levensweg
afleggende, is een hoog opgeschoten knaap van een
jaar of 18, 19.
Beklaagde was afwezig. Hij schaamde zich zeker,
te bekennen dat hij den 20sten der vorige maand Tjeerd
voor. uok hier werden geene getuigen genoom ui ueze v - VJ V,.7, f' -
appelzaak De heer Officier requreerde bekrachtiging <*e Jong had mishandeld. En ontkennen zou ook niet
van het gewezen vonnis voor zoover dit het gepleegde aJ,n opgegaan, want daarvoor was het bewijs te goed
vpv7*»t Kofmf i getoverd.
De heer Officier wou dezen goeden klant" die al
WEER TER JACHT. meermalen de getabbaarde heeren allergezelligst bezig-
Piet Homan, een kloeke ïjdenesser visscher en ^ield, niet onbedacht laten, en eischte eene week ge-
jager, had een dergelijk zaakje aan de hand en was yangenisstraf
in qualitedt van jager er in geloopen, toen hij 17 No- .T
\ember door een Hoornschen rijksveldwachter, Rientsma uiunmAiuj,
genaamd, schietende werd aangetroffen onder de ge
meente Blokker, welk gevalletje hem eenigszins innig
met de Justitie deed kennis maken, hoewel hij bij het
Hoornsche Kantongerecht vrijgesproken werd. Appél
volgde. Na verhoor van Rientsma eischte de heer Offi
cies' vernietiging van 's heeren Kantonrechters vonnis
en requireerdc gedeeltelijke vrijspraak en gedeeltelijk
ontslag van rechtsvervolging.
Het vierde strafzaakje liet ons met heel andere din
gen dan jachtwet-incidenten en Kantongerecht-vonnis
sen kennis maken.
EEN ONWELKOME GAST.
We verzeilen nu in de Jacob Klaassensluis... in die
buurt tenminste zoo wat en wel onder de gemeente Zijpe.
Jan Meijering, een ondernemend bewoner van die stre
ken, legde daar een onmiskenbaren lust tot het afleg
gen van de meest vreemdsoortige bezoeken af.
Bij Gerrit Rademaker aan de Pettemer Kluft, ging
hij den 13den Maart j.1. zonder voorkennis of verlof
het erf en vervolgens de koegang op, waar hij door
liet personeel van" Gerrit werd aangetroffen, waarna de
heer des huizes natuurlijk al gauw 'n „draadloos tele
gram" kreeg, kondschap doende, van de bevreemding
wekkende aanwezigheid van Jan.
„De baas" moest natuurlijk gauw 's even kijken,
Kees Buurman, een arme als bedelaar rondtx-ekkende
zwalker was ook weggebleven. Had zeker geen centen
genoeg bijeen kunnen scharrelen om present te zijn.
Er is ook zoo geweldig veel concurrentie in 't vak,
dat je na aftrek van de uitgaven voor de gewone levens
behoeften als daar zijn in drogen en ook in vloeibaren
vorm, niet genoeg batig saldo kunt overhouden, om
zulke reisjes te bekostigen. De getuigen waren er even
wel een politieman en een medelijdende en vrij
gevige „klant" van Kees beiden uit de Zijpe (Seha-
gerbrug) en dat was voldoende.
Do heeTen Hendrik Marlinus van den Vreede de po
litie en Stöve (bij wien Buurman na lang toeven een
gift kreeg) wisten genoeg te vertellen om den heer
Officier het noodige „houvast" te verschaffen tot het
instellen van een eiseh, waarbij Buurman uitgenoodigd
wordt om een dozijn dagen in hechtenis door te bren
gen.
ZONDER ENTREE!
Piet van Dok was ook al weggebleven vandaag. Hij
was in de herberg van den heer Simon Brommer te
Dirkshorn, waar Zondagavond 28 Maart 1910 een pret
tige uitvoering werd gegeven met een kostelijk „dan
sen na", tamelijk lastig' en wel in die mate, dat de po
litie er aan te pas kwam. Mijn liter had 't nu maar
welke rare sinjeur zich daar ais weliefhebber in zijn nKt zlJjl Kolletje om behoorlijk entrée te be-
behuizing deed kennen en jawel hoor, daar ontwaarde ^(e,n ,f°°als gewoon fatsoenlijk sterveling doet.
zijn vorschend oog vriend Jan, en na de gebruikelijke Dl[K Kuiper die het genoegen had, dien avond voor de
-- - - »- entrée te „staan had politiehulp noodig. Dat had ook
Brommer, de caféhouder drommels goed in der, neus en
plichtplegingen en na driemaal herhaald verzoek om
op te rukken, wist Gert er zijn maar zoo matig wei-
komen bezoeker uit te krijgen,, dank zij de krachtige
hulp van zijn trouwen dienaar Jaap Zwaan.
Maar Jan had zich aan wederrechtelijk binnendrin
gen schuldig gemaakt, althans aan niet vertrekken op
vordering des rechthebbenden.
Ook bij den veehouder Jan Frans thans te Schoorl,
was hij brutaal genoeg om de mensehen ongevraagd
op zijn gezelschap te onthalen. Eerst eens even aan
de luiken gebombardeerd, builen voor 't venster. „Jan
tegen Frans bedoeld, ben je al te bed", riep
hij. De deuren waren alle behoorlijk gesloten en ge
hoor kreeg: hij niet veel.
Toen bedacht hij een lisi.
Gezwind een ruit stuk gedrukt, de sluiting van het
raam van de zomer kamer verbroken, een geweldige „sal
to mortale" en.... Meijering bevond zich een oogen-
blik later gezellig in de binnenkamer bij Frans, met
wien hij weldra'in allergezelligsten kout verdiept was
over schapen, koeien, etc., enfin over datgene wat Jan
Frans als oud-veehouder kon boeien. Diens huishoud
ster Marie Wiegman echter verbaasde zich zeer over
Meijering's tegenwoordigheid en ontwaarde na eenig on
derzoek waartoe zij in hare vrouwelijke nieuwsgierig
heid als' van zelve werd gedreven, op welke ongehoorde
wijze deze brutale bezoeker zich toegang had verschaft.
Nu liet zij niet na haren patroon daarvan in kennis te
stellen en het gevolg van een en ander was, dat Jan
Meijering ook voor dit optreden bij Frans de blauwe
trappen zou worden opgejaagd. De zaakjes werden nu
„gevoegd' en de heer Officier eischte legen tegen de
zen raren huisbezoeker, die al eens 10 dagien heeft moe-
I ten „zitten". 3 weken gevangenisstraf.
EEN AARDAPPELLIEFHEBBER.
Een ruim 40-jarig werkman landman uit Lastn-
cum, Teunis Baars volgde. Deze had zich te verantwoor
den waarom hij zijnen ijver zóó ver had gedreven,
dat hij de aardappelen van zijn dorpsgenoot Kees de
Vries niet met rust kon laten, hoewel hij geen ver-
inning of opdracht had er een vinger naar uit te
Baars schoot heel slecht met zijn vevantwoor *nB
I vandaag. Hij moest wel toegeven dat hij
halveti hectoliter aardappelen h»d
«f,; «Sï
van gelooven. Spreker was dan ook zoo mij
als een gewoon diefstalletje te beschouwen en
daarvoor 5 gulden boete of vijf dagen hechtenis.
in een wip was de rijksveldwachter v. d. Meijden ten
tooneele verschenen en greep, toen Piet maar geen
rede wilde verstaan, dezen beet en werkte hem het lo
kaal uit. En 'n verhaaltje voor zijn halstarrigheid en
onhandelbaarheid kreeg Van Dok op den koop toe
nog aan zijn broek.
Vandaag werd het er niet beter op, want de lieer
Officier requireerde 10 gulden boete of 10 dagen hech
tenis.
BKLEEDIGING POLITIE.
Dieuwertje Smit uit Jiet Verlaat (een der talrijke
straten) van de aloude ioggerstad, had op een avond
in Maart j.1. de brutaliteit om den politieagent S.
Klauwers te beleedigen. Maar de vetsdienaar is er de
man niet naar om zich door een Enkhuizer maagd te
laten beschimpen..
De O. v. J. eischte tegen de schuchtere Dieuw, wegens
beleedigdng van den dienstdoenden ambtenaar met toe
passing van artt. 266 en 267 Wetb. v. Strafrecht, f 10
heer J. Buis Jz.
boete of 10 dagen hechtenis.
De elfde, en laatste strafzaak was contra een „kind
en werd derhalve met gesloten deuren berecht.
A.s. Dinsdag alle uitspraken.
Zaterdag, 30 April, verjaart onze Prinses voor
de eerste maal.
Dit voor Nederland zoo heuglijke feit wil onder-
geteekende dezen eersten keer niet voorbij laten gaan
zonder er de bijzondere aandacht op te hebben ge
vestigd en wel in dien zin, dat we eens gaarne
willen uiteenzetten, waarom er om Prinses Juliana
vreugde is in onze harten en blijdschap allerwegen.
Waarom dan?
In Haar is ons een Prinses gegeven uit het huis
Oranje-Nassau en daarmee is weer te vaster verze
kerd het bestaan van ons land als monarchie en
dat wel onder het bestuur van een telg uit ons
aloud Oranje-Huis.
Dadrom is er vreugde in onze harten en blijd
schap allerwegen.
Op twee zaken wezen we in deze verklaring, op
ons land als monarchie en op ons oud Oranjehuis.
Bij beide willen we een oogenblik stilstaan om er
de beteekenis helderder van te doen uitkomen.
Ons land heeft een monarchalen regeeringsvorm,
staat aan het hoofd een vorst of vorstin
hetwelk al de sterren zich naar haar wil richten en
aan haar kracht gehoorzamen.
De bijen hebben een Koningin.
Trekkende kraanvogels hebben een chef, zoo goed
als kudden olifanten in het wild, die op het getrom
pet van hun leider stil staan of hun weg vervolgen.
Roofdieren, in troepen vereenigd op buit uitgaan
de als b.v. de wolven, volgen een aanvoerder.
Kunt ge u een schip voorstellen zonder kapitein,
een leger zonder generaal, een vereeniging zonder
voorzitter, een zanggezelschap zonder directeur?
Overal om ons heen zien we éen den heerscher,
den leider, 't zij dan in zijn doen en laten al of niet
aan regelen gebonden.
Ook het menschelijk organisme, ons lichaam, vindt
in de hersenen zijn koning, op wiens bevel armen
en beenen, ja alles, aan dat organisme, zich moet
bewegen of rust nemen.
Een hoofd hebben, een ieider, is dus zeer natuur
lijk. We merkten het op bij de dieren gedurende een
tocht, bij een leger gedurende een oorlog, bij een
schip gedurende de vaart, bij ons zelf gedurende ons
leven.
Onze hersenen bewaren de herinnering aan gebeur
tenissen uit onze vroegere jaren, bouwen voort op
de verworven kennis in de opgedane ervaring en lei
den onze daden, kiezende den besten weg tot be
vordering van ons welzijn kennende dien, omdat ze
ons van den beginne af hebben waargenomen in onze
goede en onze kwade eigenschappen, in onze noo-
den en in onze behoeften.
Ook de staat wenscht zich aansluitende en in
overeenstemming met de natuur zijner leden, de men-
■sehen zulk een hoofd, dat bewaart de herinnering
aan vervlogen dagen, dat ervaring heeft opgedaan
hóe te leiden en te besturen, dat de behoeften van
den staat kent en de nooden, de deugden en de ge
breken.
Maar een staat leeft langer dan een mensch.
Voch wil hij, wijl hij bij den mensch heeft waarge
nomen hoe heilzaam het bewaren van opgedane erva
ring voor bet kiezen van den juisten weg tot voor
uitgang is, den enkelen mensch in dezen zoo moge
lijk gelijk zijn.
Wat menschelijks nu leeft zoo lang als de staat,
kan ten minste zoo lang leven als de staat en be
waren geschiedenis, tradities, ervaring?
Een geslacht een stamhuis.
Zietdaar de oplossing van het vraagstuk en de re
den waarom de menschenmaatschappij staten sticht
met monarchalen regeeringsvorm.
Het erfelijk Koningschap is den mensch als het
ware door de natuu» aangewezen.
Ook voelen we het als natuurlijk, dat een vorsten
huis van eeuwen zich inniger verknocht voelt aan
den staat en aan het heil van den staat dan een
president, die maar voor enkele jaren bij het bevor
deren van het welzijn van den staat is betrokken.
Onze Koningin is meer voor Nederland dan presi
dent Castro was voor Venezuela.
Onze Koningin is als het ware uit de eeuwen voort
gekomen, een president is een kind alleen van zijnen
tijd.
Hoe anders zou het geweest zijn als een president
den eersten steen van het Victoriebeeld te Alkmaar
had gelegd in plaats van de nakomeling van den
Vader des Vaderlands, door wiens krachtig willen van
Alkmaar de Victorie begon!
Voelt ge het verschil?
Een stamhuis staat en valt en groeit en bloeit met
den staat mee.
Zijn vertegenwoordiger, dat is de regeerende vorst,
verpersoonlijkt de eenheid van den staat, zijn verle
den, zijn grootheid.
In dien zin bevatte het gezegde van Frankrijks
zonnekoning, Lodewijk XIV, „L'état c'est moi"
„De staat ben ik" waarheid.
Daarom ook is het zoo moeilijk monarchieën om
ver te werpen.
Een republiek valt meest bij den eersten stoot.
Monarchieën worden ook zeer moeielijk gesticht,
republieken zeer gemakkelijk.
Het een is de natuur, het andere knutselwerk.
Een republiek is de triumf der middelmatigheid, in
een monarchie voelen en zien we hoogheid in veel.
De monarch is de eerste in het land; niemand even
aart hem in hoogheid van geboorte.
De monarch is de eerste in het land; niemand
evenaart hem in hoogheid van plaats.
De monarch is de eerste in het land;, niemands
belang is inniger verknocht aan het belang van den
staat dan het zijne, dat is van zijn blijvend stam
huis.
De eerste eigenschappen waarborgen het land, dat
hij boven het menschelijk gewroet om verhooging
van rang, stand en positie staat, de laatste, dat bij
hem 's lands belang boven alles gaat, ook boven
zijn leven, omdat zijn geslacht, zijn stamhuis, b 1 ij f t.
Dit alles hebben zeker de nuchtere Noren overwo
gen toen zij, enkele jaren geleden slechts, de keuze
hadden tusschen republiek en monarchie.
Ze kozen een Koning.
En dit alles doet ons, Nederlanders, ook begrijpen,
waarom er zoo groote vreugde is in ons hart en
blijdschap allerwegen over het bestaan van ons dier
ste kleinood: Prinses Juliana.
En hiermede zijn we gekomen aan de tweede zaak,
waarbij we een oogenblik stil zouden staan om er
de beteekenis helderder van te doen uitkomen: ons
aloud Oranjehuis.
Even als het voor den mensch van veel belang
is, dat hij voor de jaren zijns levens een helder hoofd
heeft gekregen, zoo is het voor de eeuwen van een
monarchie-bestaan Van niet minder belang, dat het
vorstenstamhuis op telgen kan bogen, die uitmun
ten in adel van karakter, in gaven van hoofd en hart
en in hoogheid van opvatting hunner taak.
En dit is met ons heerschers-huis het geval.
Laat ons ten bewijze even een blik slaan in de
historie.
Het verbond tusschen Oranje en Nederland, dag-
Hij bezegelde dit verbond met zijn goed en bloed.
Onze vrijheidskrijg werd aangevangen met het geld
van Oranje, die tot zelfs zijn sieraden en zijn tafel
zilver verkocht om de vechtende troepen te betalen.
Toen van Alkmaar de victorie begon werd Oranje,
de bewerker van die schoone uitkomst, door sluip
moordenaars vervolgd.
In 1584 viel de Vader des Vaderlands als hun
slachtoffer met de bede op de lippen: „Mijn God, ont
ferm U over mij en over dit arme volk."
Dit gebed werd verhoord, maar aan vijf vorsten
uit het huis Nassau kostte de strijd het leven: Lo
dewijk (1574), Adolf (1568), Hendrik (1574), Wil
lem (1584) en Ernst Kasimir (1632).
De prinsen Maurits en Frederik Hendrik zetten
het werk van den eersten Oranje voort en wanneer
de dichter, Neerland bedoelende, zingt:
„Europa zag, verbaasd, het rijzend wonder wassen
„Het ongekend kleinood, verscholen in moerassen
„Uit wier en dras geweld dat, onbevlekt en schoon,
„Welhaast als keurgesteent' zou fonk'len aan haar
kroon."
dan komt daarvan v.n.1. de eer toe aan onze eer
ste Oranjes.
Stichtte Willem de Eerste onzen staat (onze repu
bliek was eigenlijk een monarchie), de koning-stad
houder Willem de Derde redde en behield hem toen
het water eens tot de lippen was gestegen.
Van hem zijn de echt vorstelijke woorden uit het
noodjaar 1672 gesproken tot de Engelsche gezanten,
die er hem op wezen dat Holland verloren was:
,,Ik weet éen middel om den ondergang niet te
aanschouwen: sterven bij de verdediging van de laat
ste gracht."
Ook het tweede verbond van Nederland met Oran
je -toen ons land een koninkrijk werd werd
tnet diens bloed bezegeld.
De eerste kroonprins van het koninkrijk, de latere
koning Willem de Tweede, werd gewond te Waterloo,
waar de laatste kamp voor 's lands vrijheid werd
gestreden en de overwinning behaald.
Hebben we te veel gezegd toen we in het eerste
gedeelte van dit artikel betoogden, dat bij een mo
narch 's lands belang boven alles gaat, ook boven
zijn leven en dat dit een der natuurlijke redenen
is waarom een monarchie den voorkeur verdient bo
ven een anderen regeeringsvorm?
Maar niet alleen in den krijg, ook in een juist in
zicht van de regeerkunst heeft ons Oranjehuis boven
vele andere uitgemunt; ook daarin toonde dit ge
slacht voor een staat een „helder hoofd" te wezen.
En ook in deze gaf Willem de Eerste de richting
aan, die zijn geslacht als de beste diende te volgen.
Willem van Oranje toch was de eerste vorst, die
in strijd met de in zijn tijd algemeen gehuldigde
opvatting rondweg zeide, dat het volk er niet om den
vorst, maar dat de vorst er om het volk was en dat
deze het volgens het recht en de rede regeeren moest
en liefhebhen.
„God - zoo schreef hij heeft niet de onderda
nen geschapen ten behoeve van den vorst, om hem
als slaven te dienen, maar de vorst is er ten dienste
van de onderdanen, zonder welke hij geen vorst is,
ten einde hen volgens het recht en de rede te regee
ren en lief te hebben, gelijk de herder zijn scha
pen."
„Naar recht en rede," regeerde 300 jaar ater
getrouw dus aan het beginsel van zijn grooten voor
zaat koning Willem de Derde ons land, het erf
deel zijner vaderen.
Zijn aard neigde niet naar constitutioneel regeeren,
maar, voortbouwende op wat de ervaring en de ge
schiedenis zijn geslacht in de eeuwen geleerd had,
even als de enkele mensch voorbouwt op de ervaring
door hem in de weinige jaren zijns levens opgedaan
regeerde Willem de Derde „naar recht en rede"
ons Nederland.
En Koningin Wilhelmina?
Zij is de eerste in het land; niemand evenaart
haar in hoogheid van geboorte.
Zij is de eerste in het land; niemand evenaart haar
in hoogheid van plaats.
Zij is de eerste in ons land, want zij is door
haar geslacht de draagster der wijsheid en der er
varing van meer dan 300 jaar geschiedenis.
En daar regeert ze naar.
Door onze Juliana, ons lief aanvallig Koningskind
is weer te vaster verzekerd de voortzetting van onze
historie onder het hoofdstuk „Nederland en Oranje"
ons roemrijkste hoofdstuk en daarom is er
vreugde in onze harten en blijdschap allerwegen.
Daarom klinkt Zaterdag van Eems tot Schelde
Neerlands jubelkreet:
Leve onze Kroonprinses!
M. VISSER.
A o t is* er li 11 in -- - BH -^^B
uit een bepaald stamhuis in hetwelk de Kroon door teekent van Willem I, den Vader des Vaderlands
DE NIEUWE SPOORWEGTARIEVEN.
Omtrent de nieuwe personentarieven, die op 1 Ja
nuari 1911 op de spoorwegen in werking treden, zijn
nu en dan enkele berichten verschenen. Aan het Han
delsblad ontleend, kunnen wij thans het volgende
mededeelen omtrent de algemeene regelen.
De retourkaarten zullen worden afgeschaft.
Enkele reiskaarten zullen worden ingevoerd voor
alle afstanden, tegen 3.25 cents voor de eerste klasse,
tegen 2.45 cents voor de tweede klasse en tegen
1.62'/è cents voor de derde klasse per Kilometer, met
een minimum afstand van 6 K.M.
Zoo noodig zal het publiek gelegenheid worden ge
geven zich tevens van een plaatsbewijs voor de terug
reis te voorzien, die alsdan op denzelfden dag moet
worden afgelegd.
Kilometerboekjes van 1000 en 500 K.M. zullen wor
den ingevoerd tegen 3 cents voor de eerste klasse,
2.25 cents voor de tweede klasse en 1.5 cents voor
de derde klasse per Kilometer.
Deze kilometerboekjes zullen kunnen gebruikt wor
den voor het maken van reizen naar alle stations der
Nederlandsche Spoorweg Maatschappijen.
Bovendien zullen nog Kilometerboekjes verkrijg
baar worden gesteld voor 2 reizen elk van 200 K.M.,
tegen dezelfde eenheidsprijzen. Dit in verband met
de bepaling dat bij reizen met Kilometerboekjes hoog
stens 200 K.M. zuilen behoeven te worden betaald.
Eveneens zullen abonnementskaarten geldig voor
de op Nederlandsch* grondgebied gelegen lijnen der
Nederlandsche Spoorweg Maatschappijen worden in
gevoerd.