Nagekomen berichten. die met dijken, vaarten, wegen enz., older, aic —gJSL, lC„, egeu enz., eene igroot gat in den dijk werd geslagen bij de duikersluis ^noervlakte heeft van ruim 1848 hectaren, heeft ruim en slechts een strook van ongeveer lVa meter het wa- i./.n4aran hplaftthnar on in d» 1691 hectaren belastbaar en in de polderlasten aan geslagen land, waarvan tegenwoordig ruim 1237 hec taren wei- en ruim 450 hectaren bouwland. Op dat weiland, hetwelk in den regel om het an dere laar gehooid wordt, wil het vee uitstekend ge dijen, zoowel het melkvee, als dat, voor de vetwei- derij bestemd. Het melkvee geeft veel melk, het vette jcan hier eene zwaarte verkrijgen, die elders niet over troffen wordt, het vleesch ervan is bij de slagers zeer gewild en zoo is het ook met de schapen. Bo vendien worden in onze provincie vrij zeker ner gens meer runderen en schapen op een gelijk bun dertal gehouden dan hier. En dat die dieren hier goed ontwikkelen en groeien, bewijzen de vele hooge bekroningen, door Wieringerwaardsch vee op keu ringen en tentoonstellingen, ook buiten Noord-Hol land, zelfs in het buitenland behaald, alsook de bui tengewoon hooge prijzen, meermalen door buitenlan ders voor Wieringerwaardsch fokvee, vooral stieren, besteed. Ook het bouwland is van uitstekende hoedanigheid en geschikt voor de teelt van allerlei gewassen. Tar we, haver, gerst, peulvruchten, karwijzaad, fabrieks- en voerbieten, gedijen hier best. In vroeger jaren werden hier ook vlas, koolzaad en kanariezaad ver bouwd, maar daar de marktprijzen van deze pro ducten in de laatste jaren zeer zijn achteruit ge gaan, is de verbouw van deze niet meer loonend, waarom ze tegenwoordig weinig of niet meer worden geteeld. Proeven, genomen met verschillende kool soorten, hebben het overtuigend bewijs geleverd, dat de bodem ook hiervoor uitstekend geschikt is. Dat ter keerde. Erger nog was het bij den storm van 3 Februari 1825, toen het water nog hooger kwam. Op verschillen-1 de plaatsen werd groote schade aan den dijk toege- j bracht en werden daarin gaten geslagen, die zoo goed i en zoo kwaad als het ging w-erden gestopt. Mat grooten angst wachtte men het vloedgetij van den volgenden dag af. Om 6 uur slond het water reeds hooger dan den vorigen dag om 11 'uur, doch op het laatste oogen- blik hield het gewéld van storm en vloed plotseling op en was het gevaar geweken. In het laatst der 18e eeuw zijn de Noord- en Xpord- Westdijk piet paalwerk bezet, hetwelk in 1836 over eene lengte van 3000 ellen werden vernieuwd, hetgeen eene uitgave vorderde van f 30.000. Naar het gerucht gaat, zou onder den grond van de waard zich. een muur van tufsteen bevinden, door de Romeinen aangelegd, locpende van N.-Wnaar Z.-O., welke muur gediend zou hebben tot een weg, waar- van men bij eb gebruik kon maken. I Aan deze laatste mededeeling kan nog toegevoegd j worden, dat, naar men beweert, in het Oostdeel van den Anna-Paulownapclder en wel bij den Kneesweg. insgelijks een ..Romelnsche weg" gevonden zou zijn. Toen dan in 1610 de indijking tot stand gekomen was, had den 12den Juli 1611 de loting plaats voor het toewijzen der kavels, ieder van twintig morgen. Blijk- I baar waren deze geschat, want, om ieders aandeel ge- lijk te maken, werd bij eiken kavel een zeker bedrag aan geld toegewezen, naar het heet: „tot vergelijkinge van de Gronden". In artikel 20 van Conditiën en Yoorwaerden, de zoogenaamde fijnbouw niet grooter uitgebreidheid waer op de landen van ïeringer-aei bj 8 heeft verkregen, is in hoofdzaak te wijten aan 't ge- meene Ingelanden ende Bedijkers dei Selve, geka mis van snelle en goedkoope middelen van vervoer, ende gedeelt zijn lezen w ij waardoor de uitbreiding van deze cultuur wordt „Waer naer met bequame crdre geproeedeeit is o tegengehouden. De thans in aanleg zijnde spoorweg de Cavelinge en is bij ,de blinde lotmge, en ui ïek- van Schagen naar de Van Ewijcksluis, die door de kinge van Biljetten, van gelijke groote en breete dae gemeenten Barsingerhorn, Wieringerwaard en Anna- '°e gemaakt. Ier presentie van G. IJ ff Maertsz., La- Paulowna loopt en v^iarschijnlijk in 1911 geopend kenkooper, Jan Jacobsz. Stoop ende Pieter Jacobsz. zal worden, zal hierin zeker Verandering en verbe- van Dijk, Schepenen van Alkmaar, een yegelijk le tering brengen. beurt gevallen, ende aengecavelt, zo volgt.' I i i i j Vijf en negentig kavelingen werden op deze manier Uit het aangevoerde blijkt duidelijk, dat de vie- aan verschillende personen toegewezen. I ring van het derde eeuwfeest van onzen polder al- Ik zal u, zegt spreker, niet vermoeien met het voor- leszins reden van bestaan heeft en dat het plicht- lezen, van al die namen. Dat onder deze ook de straks matig is lof en hulde te brengen aan de wakkere genoemde Adriaen Maertsz. Coetenburg voorkomt, mannen, die hem hebben drooggelegd en die, niet- spreekt vanzelf. Maar ook vinden wij daaronder eenige tegenstaande velerlei tegenspoeden en teleurstellingen, historische namen, b.v. Jhr. Jan van Egmont, de Heer een moed en eene volharding hebben getoond, die bo- van Schagen, de Raelsheer Hogerbeets, Mr. Jacob van ven onzen lof verheven zijn. Mannen, aan wier han- Teylingen e. a. delen wij het te danken hebben, dat wjj kunnen leven en arbeiden, dat wij welvaart genieten op een zoo E'1 nu begon spr. tal van bijzonderheden en merk- heerlijken en prachtigen grond, als wij thans bewonen. waardigheden mee te deelen uit de zoo rijke stof bie- Het ligt in den aard der zaak, dat gij, mijne hoor-dende geschiedenis van den polder Wieringerwaard. Onze ders en hoorderessen ,bij deze gelegenheid gaarne hét een en ander vernemen zult, betreffende de lotgeval len van onzen polder in den loop der tijden. Het gaat echter niet aan een geregeld verhaal te geven van allés wat er is geschied: zulk een kroniek zou zeker ook lezers zullen begrijpen, dat wij den spreker hier niet op den voet kunnen volgen en hiervoor verwijzen naar de brochure, welke de geheele redevoering bevat én voor 20 cent te verkrijgen is. Zijn met veel gloed en teekening uitgesproken rede vervelend zijn, om aan te hooren. Dus dan bij wijzei v°ering besloot de heer Groneman aldus: van uittreksel, zoo hier en daar een greep. Maar ook 1 »Ik eindig met den hartelijken wensen, uai uw dit is niet zoo gemakkelijk, als hét schijnt. Om de be- onzei1 heerlijken polder en zijn bewoners bij voort- langrijkste feiten op te sporen uit de stukken, zouden huring goed moge gaan, dat hij groeie en bloeie nog de op het polderhuis aanwezige aanteekeningen en no- i eeuwen lang. tulen over een tijdvak van 300 jaren doorgelezen moetenEr wordt °P dezen dag alom in het land ook feest worden en dat zou weken en maanden eischen Boven- 8evierd, namelijk dat van den verjaardag van onze dien zijn die oude schrifturen, hoe fraai raak ook hot>8 vereerde Koningin-Moeder, H. M. Koningin Em- bewerkt, voor ons dikwijls moeilijk le lezen En Lk ma> aan wie de Natle zooveel heeft te danken. Moge zou dan ook bezwaarlijk aan uw billijk verlangen heb- het Haar vergund worden nog vele jaren in gezondheid ben kunnen voldoen, indien ik geen hulp van anderen en voorspoed te leven, tot vreugde van ons Konings had gekregen. huis en yan het vo^c van Nederland. Dc heer Mr. P. Dozy, Hoofd-Commies bij de Twee-' °ok onze beste wenschen voor H. M., onze geliefde de Afdeeling der Provinciale Griffie van Noord-Hol- Koningin Willielmina, voor Z. K. Hoogheid Prins Hen- land. heeft de welwillendheid gehad, in de daar be- drik del' Nederlanden, Hertog van Mecklenburg en voor rustende archieven nasporingen te doen en mij de daar- H- K- Hoogheid Prinses Juliana. bij verkregen uitkomsten schriftelijk mede ie deelen Mo§e het ons vaderland voortdurend welgaan onder Voor zijne vriendelijkheid breng ik hem hier openlijk de regeering van ons geëerbiedigd en geliefd Oranjehuis mijn welgemeenden en warmen dank. Ook onze Polder-secretaris, de heer J. K Kaan Het was met een hartelijk applaus, dat de talrijke bewees mij groote diensten, door het maken van af- aanwezigen hun goedkeuring hechtten aan en instem- schriften van merkwaardige en eigenaardige bijzonder- ming uitspraken met de sohoone rede van den heer lieden en door mij behulpzaam te zijn bij het doorbla- Groneman. Uit zijn tintelend woord sprak te groote deren van allerlei schrifturen, voor een groot deel uit 'ie'de vcar.V z'i11 Polder, dan dat het geen weerklank zou de 19e eeuw. Ook aan hem breng ik gaarne hulde en vmden bij allen, die daar aanwezig waren, dank. -o Een tweede plechtigheid vroeg nu alras onze aan- Het octrooi voor de indi|king werd op den 6en Sep- dacbt', nd- de aanbieding van een Tegelplaat door de etmber 1597 door de Staten van Holland en Westfrks- ingezetenen van Wieringerwaard aan het Polderbestuur land verleend en dit octrooi werd. wijl men het werk !en geschenke gege\en Het was bij monde van den niet op tijd gereed kwam, den 6den September 1603 hr. D. Bax dat dit geschiedde met de volgende woorden: met zes jaren verlengd. Ook daarna is het nog meer malen verlengd geworden ,o.a. in 1608, tengevolge van ralerlei tegenspoed, bij de bedijking ondervonden. De aanvrager van het octrooi was Adriaen Maertszoon Coe tenburg, wonende te Alkmaar. In dat Octrooi van 1597 wordt o.a. gezegd: „Also Adriaen Maertszoon Coetenburg, woonende bin nen Alkmaer, ons te kennen gegeven heeft hoe dat Mijnheer de Dijkgraaf! Mijneheeren Leden van het Polderbestuur! Gij allen, Dames en Heeren. die deze bijeenkomst met Uwe tegenwoordigheid vereert! Eeestgenooten De Wieringerwaard bestaat dan heden 300 jaar. 1610-1910. Een merkwaardig jaar, dat jaar 1610! Wel zijn het mooie gedachten, grootsche herinnerin- in Noord-Holland, buyien den Yriesschen Zee-Dijk, om 'rent den Keyns, endé Barsinger-horn, ende ten Noord- Oosten van den Slikkerdijk. gelegen is seker Slvk ge- &€n> die ons vervullen nf deze voor de Wieringerwaard naemt den Wieringer-W'aert, groot omtrent negen hon- zo° gewichtige dagen. En hoe zou het ook anders kun- dert Mergen, volgende 't uyterste ende *t grootste Be- nen Die da§en verplaatsen ons toch in het heldentijdvak stek daer van gemaakt, in sekere Caerte ons vertoont onzel' Vaderlandsche Geschiedenis, een tijdvak, zooals Welk Slyk so hoog ende goet van gront was dat het misschien geen enkel ander volk weet aan te wijzen, bequaêm zoude zijn, om bedijkt ende beverst te mogen het t'jdvak van den 80-jarigen bevrijdingskamp. worden, ende also gsbragt tot' goede Coorn ende Wevd- Aan dien kamP wü ik even herinneren. Landen". - Wat is het toch geweest, dat in de tweede helft dei- wordt. machtigen geest, die toen allen bezielde, zelfs Omtrent het lot stand komen, schrijft de heer Dozy: minsten krijgsknecht en den jmwsten sc. wpsge2® „De bedijking kwam in liet ïaar 1610 tot stand, doch Wat dreef wat stelde in staat tot dastandvas mg welken dag daarvoor te noemen? Zulks is mij niet dulden, to die onuitputtelijke offe vaardigheid, lot die mogelijk en ik geloof dat het bezwaarlijk uit oude bijna ongp!loof]lijke kiachtsui;spannain stukken zal zijn aan te toonen op welken dag die be- Dat was: de liefde tot de v r ij h e d- dijking feitelijk als geëindigd kan worden beschouwd. da- terwill© van die vrijheid hebben onze v de Hoogstens zou ik durven zeggen, dat het werk in den abes gedaan, alles geduld, alles gewaagd, alles gelede zomer is klaar gekomen en ik zou U dan ook maar En ïds bet nocxlig was geweest, hadden ze zelfs hun willen adviseeren om de feestviering in den a.s. zomer, dierbaren grond, ontwoekerd aan de zee. liever weer wel het meest geschikte laargelijde daarvoor, te doen aan de golven prijsgegeven om verbolgens elders een „iade n^htw-r, vaderland te zoeken dan hier als knecht te leven. plaats hebben. Aan dezen raad hebben wij, zooals ge ziet, gevolg ge geven. Nadat de bedijking in 1610 was tot stand gekomen. Inderdaad, dat alles is onuitsprekelijk belangwekkend en schoon. Maar weet ge wat nog schooner is'?_De glans- Ui 111 1U1H >VU3 IUI o 1<111VI "UlWTllltll, C7 o j is men voortgegaan met den dijk, die nog niet volko- rljke ontplooiing van de krachten van her JSeaer an - men zeewaardig bleek te zijn, te versterken. Men schijnt sche volk, welke ontplooiing op ieder gebied op tii daarbij; met raïe moeilijkheden te kampen 'te hebben krachtsinspanning is gevolgd, of, juister misscluen, daa - gehad' gebrek aan de noodige grondstof, natie zomers, uit is voortgevloeid. verzakkingen ,enz Dit gaf aanleiding dat van de Sta- Thans moge de naam van ons volk. m weerwil van ten een hieuw octrooi werd gevraagd, hetwelk op den de vermindering zijner staatkundige macht, op meer 23sten Maart 1612 voor vijf laren werd verleend. Eerst dan één terrein een goeden klank bezitten, dat was in dit vijfjarig tijdvak is het werk geheel ten einde ge- waarlijk niet minder bet geval in de 17de eeuw bracht en een behoorlijke winterdijk gemaakt. denken aan bouwmeesters als Jacob van Cam- In het geheel waren 1895 morgen lands aangewon- pen, aan componisten als Johan Sweelinck, aan ge Leer- "en. meeilndeels voor landbouw en veeteelt geschikt, den als Hugo de Groot aan schilders als R^brandt -- uruatri opnt> bevol- van Rijn, aan dichters als Joost van den ondel en (le aarheid mijner daar geuite bewering staat U helder Al spoedig vestigde zich in de waard eene bevol- van kuig, doch niet in een eigenlijk gezegd dorp. In 1632 tel- waart ne men reeds 22 huizen, in 1732 150 huizen en een voor den geest. korenmolen, inT849 148 huizen met ongeveer 900 be woners. Hel meerendeel dier bevolking bchooixie tot de d»n, Jij zouden „ijna zeggen, woud nis Megafinsis stondindewa^xl van 1634 tot 1638, richt, dan is he wel de verovering ft s.i'&s.'de «Md. Doch indien er één terrein is geweest, waarop de Nederlanders der 17de eeuw groote dingen hebben ge wonderen hebben Ver van den bodem Sneek aannam. Ook op de zee. de ontwoekering van den Vruchtbaren grond Wieringerwaard, uit wier naam ik de eer heb te spre ken. En daarom zal het U wel niet bevreemden, wanneer ik van het Polderbestuur vergunning vraag U als een bewijs hunner sympathie te mogen aanbieden een tegel tableau, ter versiering van uwe vergaderzaal. Moge nog tal van jaren uw oog rusten op dit ge schenk en moge het U dan herinneren, dat Uw wer ken, onder de degelijke leiding van Uwen Dijkgraaf, door ons inwoners van Wieringerwaard ten hoogste wordt op prijs gesteld. Het doek dat de plaat bedekte werd opgeschoven en te bewonderen was een mooi stuk werk, dat vooral in zijn onderlinge kleurenschakeering zoo recht mooi is. Artistiek en smaakvol als het is afgewerkt, zal het een pronk in 't Polderhuis zijn. Geleverd door den heer Biemont te Amsterdam, fir ma Braat, van de fabriek De Distel,, strekt het die firma tot eere. Het is natuurlijk dat men met groote belangstelling een kijkje nam van dit mooie stuk, waaraan allen uit de gemeente het hunne hadden bij gedragen. Een daverend applaus onderstreepte de woorden van den heer Dr. Bax. *De heer Groneman bracht hem ook uit naam van liet Polderbestuur, hartelijk dank voor het zoo keu rige cadeau. Hij dankte allen die op de inteekenlijst hadden geteekend en het zoodoende hadden moge lijk gemaakt dat een dergelijk cadeau kon worden vervaardigd. Het Polderbestuur stelde dit cadeau op zooveel te hooger prijs, omdat het niet was een ding van éen dag, maar over 100 jaar, wanneer wellicht het vierde eeuwfeest wordt gevierd, in even schoonen glans als nu zal schitteren. Het Polderbestuur zal dan, ook in overleg met Dr. Bax gaarne in de raad zaal van den polder een eereplaats voor dit schoo- ne geschenk uitzoeken. En vervolgens sloot de Dijkgraaf met de beste wen- schen voor het verdere gedeelte van het feest, deze bijeenkomst. Er werd nog voorgelezen een telegram van geluk- wensch van den heer Dr. Schey. Hierboven vinden onze lezers een afdruk, die hun eenig denkbeeld kan geven van de plaat. Onze weg leidde nu naar het tentoonstellings terrein tegenover de Ned. Herv. kerk. Hier was het ook'alles in een recht sierlijk feestkleed gestoken. Een groote poort met de toepasselijke jaartallen 1610 1910, met daarachter een vriendelijke aanleg van bloemen en planten, gaf toegang tot het terrein. En dan dadelijk rechts is de entrée tot het hoofdge bouw. Daar binnen is men werkelijk de eerste oogen- blikken verrast. Hier hebben vlugge vingers, waarlijk iets moois gewrocht, iets moois en iets aantrekke lijks tevens. In e®n betrekkelijk kleine ruimte, kleu rig en keurig versierd is daar ondergebracht en smaakvol gerangschikt alles wat Wieringerwaard maai bezit aan merkwaardigs en antieks. En dat was niet gering, meer dan men zelf vast heeft gedacht en verwacht. Men vond daar van alles en nog wat. Een schat van voorwerpen, het een nog mooier dan het andere het een nog merkwaardiger dan het ander. Opnoemen?: het zou te veel worden, alleen onze cata logus wees een paar honderd voorwerpen aan. Een bezoek aan dit gebouwtje gaf bepaald voor menig een een interessant kijkje. En huiten, daar vond men alles wat Wieringer waard, om het zoo eens te noemen, presteert, In den meest uitgebreiden zin. Want het was juist zoo'n uitnemend idéé, om alleen den Wieringerwaarders ge legenheid te geven in te zenden. Zóo en zöo alleen kreeg men een beeld van het Intensieve leven van de Wieringerwaard en hare bevolking. En wat daar te kijk was gesteld? Wie het Wieringer- waarder vee kent, wie kent de werking van de afdeeling der Hollandsche Maatschappij en Rundveefokrareeni- ging en Stierenvereeniging, die weet ook, dat ware pronk- iuweelen daar aan de lijn slonden geschaard, in hun hokken waren geplaatst. Paarden, runderen, waaronder de collectieve inzen dingen dei- Rund vee fokvereei liging en Stierenvereeni- ging, wolvee, geiten, bokken, pluimgedierte en konijnen, alles was er en van de beste kwaliteit. Voor wie van vee houdt en dat waren er uit den aard der zaak velen, was het een lust der oogen. En dan nog land- enluinbouwvcortbrengselen. kaas, boter, bloemen en planten, dat alles nog ondergebracht in het hoofdgebouw, een mooie inzending op Zichzelf, het vervolmaakte den goeden indruk van het geheel. Op het terrein vonden we verdei- de inzendingen van de zaken-mannen uit Wieringerwaard, landbouw werktuigen en gereedschapj>en. meel en granen, voe derartikelen, zadelmakersartikelen, enz., enz.ook de jacht en visscheri) was vertegenwoordigd, het laatste door tal van inzendingen op de visscherij' betrekking hebbende. Vooral willen we noemen het aquarium dei- gezamenlijke visschers uit Nieuwesluis. Nietwaar, onze lezer, krijgt uit deze korte opsom ming wel den indruk ,dat hier werkelijk iets van be- teekenis werd te zien gegeven. iir I^"leenteh,uis K gebouwd in inau. ceweest onderhevig aan allerlei bezwaspn. Maar ook I Ih ïiiS° W^r<1 ')ema door ProPte, watermolens bezwaren niet teruggedeinsd, doch Pl£tnenen 2 bown' De uitwatering had aanvankelijk hwr ismenrao gnfnaal gestel- en J door lw<* sluizen, oen duikersluis in het noorden heeft men_ U1J de groote of Nieuwersluis in het oosten. De laatste hiiinlj Z'-' n'e' to*" noc>d'8 bleek, in 1784 opge- Gveemaal heeft de waard een buitengewoon VatpL^?i °?genblik doorleefd. De eerste jnaal bij den «vloed van 14 op 15 November 1775, toen een de doel was bereikt. En is het begin gelukkig geweest, het verkregen» is niet alleen behouden, maar ook belangrijk' verbeterd, dank niet het minst ide kennis, de geestkracht, het geduld, de volharding der mannen, die achtereenvolgens onzen polder hebben bestuurd. Dat erkennen ook de inwoners van de gemeente Het was op het tentoonstellingsterrein spoedig een gezellige en prettige levendigheid. Het bezoek was druk, velen waren gekomen om een, kijkje te nemen van het ingezondene, mede daartoe gelokt door het heerlijke weer. Schagen's Harmoniekapel onder leiding van den heer Van Tright, gaf aan alles nog meer vroolijkheid en opgewektheid door hare populaire muziek. Het was ongeveer te 12 uur dat het Polderbestuur op het tentoonstellingsterrein aankwam. Het werd daar ontvangen door de regelingscommissie met den voorzitter daarvan, den heer Jb. Zijp Hz. aan het hoofd. Deze sprak het Polderbestuur in de volgen,- de bewoordingen toe: Mijneheeren, Het is mij een groot genoegen U namens het co mité van uitvoering voor deze tentoonstelling alhier te mogen ontvangen en met een enkel woord te mogen toespreken. Zoo -L: bekend is, werd tot de Afd. Wieringerwaard der Hollandsche Maatij. van Landbouw in samenwer king met de door haar opgerichte fok- en contröle- vel-eeniging en de stierenvereeniging door het Polderbe stuur het verzoek gericht een tentoonstelling te organi seeren. Gaarne gaven wij; 'daaraan gevolg, omdat wij meenden te kunnen rekenen op de medewerking van alle ingezetenen van de Wieringerwaard, vooral nu het betrof de herdenking van het 300-jarig bestaan van den Polder. En wij hadden daarmee niet mis gezien, want op den slotzin van onze circulaire: „Onze voorouders brach ten en lieten ons na een van de beste polders van Ne derland, laten wij nu ook toonen daarvan een goed en dankbaar gebruik te hebben gemaakt," beijverde zich iedereen om aan de rareerende opdracht van het Polderbestuur gevolg te geven. Mijnheer de Dijkgraaf, Heemraden, Hoofdingelanden, Secretaris, Penningmeester, Opzichter en verdere beamb ten van den Polder, hartelijk welkom op deze plaats. Teen voor ruim 300 jaar onze kloeke voorouders be sloten de Wieringerwaard droog te leggen, mocht dit een reuzentaak genoemd worden. Zij toch moesten zich behelpen met de primatieve middelen van dien tijd. en daarvoor in de plaals stellen, moed, ondernemings geest, volharding en verhouwen in hun werk. Met hoeveel tegenspoeden hun strijd tegen de heer schappij van Nep. uil es moest worden gevoerd, een vol- üardend streven bracht hun de zege en is het niet ook voor ons verheffend te denken bij deze gelegenheid aan die stoere mannen van de 16e eeuw, die weldra ook de Nederland sche vLag zouden ontpjooien over alle deelen van de wereld. De eene droogmaking volgde op de ander. Na de Wie ringerwaard de Beemster, de Purmer, de Wormer, de Hugowaard, enz. Ook in dit opzicht vooral leert ons de historie zien, hoe een klein volk groot in daden kan zijn, en is het Voor ons bij deze gelegenheid goed, terug te denken aan dien tijd en daar een voorbeeld aan te nemen voor thans en voor de toekomst. In onze jxilderbesturen is nog overgebleven die frissche moed en het volhardend streven van onze voor ouders. Zij hebben nog steeds het oog en den arm te richten niet alleen naar de dijken en naar de zee, maar ook de ontwikkelingsgang van het geheele polder wezen, stelt steeds aan die besturen hooger e eischen. Reeds vele jaren houden wij het oog gericht naar het Wieringeermeer. en hebben verschillende leden van de Polderbesturen in het Noorderkwartier meegewerkt, om deze plannen bij de regeering ingang te doen vinden en meer tot rijpheid te brengen. Op den achtergrond van het feestterrein zien wij de spoorwegverbinding gemaakt door onzen polder met Schagen naar de Van Ewijcksluis, ter verbin ding van het eiland Wieringen. Ook aan deze belang rijke zaak voor deze streek en voor de Wieringer waard in 't bijzonder hebben de ingelanden en het Bestuur van den Polder Wieringerwaard op krach tige wijze medegewerkt. Laten wij hopen dat voor de naaste toekomst deze belangrijke plannen elkan der mogen opvolgen en weer de spreuk van onze va deren „Eendracht maakt Macht" ons moge bezie len en de kracht geven, waardoor nog menige nuttige zaak in 't belang van ons gewest en in 't belang van de Wieringerwaard in 't bijzonder kan worden tot stand gebracht. Leve de Wieringerwaard! Leve het Polderbestuur! De beer Groneman daarop antwoordende, zeide dat men hem ten goede moest houden dat hij maar met een enkel woord zou antwoorden. Hij wilde evenwel gaarne getuigen dat zoowel hij als de an dere leden van het Polderbestuur verrukt waren over de wijze waarop de verschillende commissiën hare taak vervulden en over de luisterrijke wijze waarop het derde eeuwfeest van den polder werd gevierd. Spr. bracht daarvoor aan allen een warm woord var hulde en dank. Met een: „Lang leve de Wieringerwaard!" en „Lang leve het Polderbestuur!" beantwoordden de aanwezigen deze hartelijke woorden, j Vervolgens maakte het Polderbestuur een rond gang over het terrein om alles te bezichtigen. Vervolg morgen. HEERHUGOWAARD. Gisterenmiddag was de landbouwer J. L. pas van I huis met een lading zilveruien, toen bij den Donkeren weg het paard bang werd voor de daar liggende ma terialen voor den weg. Het dier geraakte los, en het rijtuig met zijn inhoud, waaronder ook een baal chih- salpeter, kwam in hel waler terecht. Mpt vereende kracht werd alles op het droge gehaald. Het rijtuig was betrek kelijk weinig beschadigd, terwijl de voerman zelf in tijds van het rij tuig) was gesprongen. Oudkarspel. Zondagnacht had de heer P. K. alhier, toen hij per rijwiel docr Kalverdijk reed, het ongeluk, over een aan den weg liegenden steen te rijden. In een ondeel baar oogenblik. lag hij met fiets en al in de nogal vrij breed..- sloot. Met moeite wist hij zich op een akker aan de overzijde te werken, maar was nu genood zaakt, aangezien deze geheel door water omringd is, zich opnieuw m de sloot te begeven, om den straatweg te kunnen bereiken. Ook het rijwiel, dat niet belang rijk beschadigd was, wist hij op hel droge te brengen, zoodat hij nu, ftcewel doornat, zijn tocht kon ver volgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 15