BASSIL
Telegrafisch Weerbericht.
Gemengd Nieuws.
Plaatselijk Nieuws.
En deze wanverhouding neemt in te sneller mate
toe, naarmate de steeds meer toenemende bevolking
in ongelijke verhouding over het land verdeeld wordt
veel meer toeneemt in de groote steden en in de indus-
r.triecentra. dan op het platteland, veel meer in die ge
meenten die toch reeds in verhouding het kleinste aan
tal pledikanten bezaten.
En zoo wordt het tekort aan predikanten voortdurend
ernstiger juist daar waar hun arbeid ook uit geestelijk
oogpunt bezondere moeilijkheden oplevert. Door 't op
komend industrialisme, ook door heel het moderne le
ven in onze .groote steden wordt het geestelijk zijn
sterk beïnvloed. Zoo staat men voor tal van nieuwe
vraagstukken, tal van nieuwe levensgevaren. Men be
hoeft slecht van dat alles te noemen de „geestelijke
sfeer van het leven in de fabriek, de zoo diepe klove tus-
schen de onderscheiden klassen, het onpersoonlijke van
het leven in de groote steden, en het is reeds maar al
te duidelijk, hoe zware eischen worden gesteld aan
hen, die te midden van deze nieuwe levensverhoudin
gen den Christus prediken.
Onze Kerk staat voor een reuzentaak, van het aller
hoogste belang voor heel het protestantisme. Maar wil
deze taak ook maar eenigszins volbracht, dan is een
verbetering der toestanden vóór alles noodig. Minstens
150 nieuwe predikantsplaatsen moeten gesticht. Wel zou
dat jaarlijks op tenminste f 375,000 moeten worden be-
somd, maar men bedenke het wel dat het hier gaat
om de prediking van den Christus juist in die volkskrin
gen, waarin het krachtige omhoogstrevende leven van
onzen tijd zich het sterkst openbaart. Zoo staan of
vallen met onze Nederl. Herv. Kerk geestelijke belan
gen van de hoogste beteekenis.
19 october.
VERWACHTING:
Matige tot krachtige Westelijke, later afnemende
en krimpende wind. Waarschijnlijk regen, later tijde
lijk opklarend. Zelfde temperatuur.
krankzinnig.
Luocheni, de moordenaar van keizerin Elisabeth
van Oostenrijk, die in 1898 tot levenslange gevangenis
straf was veroordeeld en die straf ondergaat te Genève,
is plotseling krankzinnig geworden.
Als gevaarlijk krankzinnige is hij voorloopig opge
sloten in een onderaardsche cel.
de toestand in spanje.
De vrees, dat de Portugeesche revolutie een weer
klank zou vinden in het geheele Iberische schiereiland
en misschien ook de Spaansche republikeinen zou aan
sporen, om hun kans te wagen, behoeft niet langer te
bestaan. De laatste dagen, waarin de verjaardag van Fer-
rer's executie viel en die zich zoo goed hadden kunnen
leenen voor het op touw zetten van een revolutionnaire
beweging, zijn uitermate kalm verloopen. Het Spaan
sche republicanisme blijkt niet sterk genoeg te zijn.
Het Spaansche volk is in overweldigende meerderheid
zoo niet monarchistisch, dan toch zeker Alfonsistisoh
gezind. Op het oogenblik bestaat er geen reden, waarom
men tegen koning en regeering te keer zou gaan. Bo
vendien is het Spaansche leger absoluut loyaal.
De Cortes-afgevaardigde voor Barcelcaia, senor Fran-
cisco Cambo, geeft in de „Nevv-York Herald" zijn mee-
ning over den toestand in Spanje te kennen. Ik geloof
niet, zoo verklaart hij. dat er eenige kans bestaat, dat
Spanje in de naaste toekomst een republiek zal worden
daarvoor bezit de republikeinsche partij te weinig een
heid. Zooals in Portugal gaat '1 in Spanje nooit; de
Portugeesche revolutie was geen volksbeweging, maar
een pronunciamentó en het Spaansche leger is absoluut
trouw aan de monarchie. De groote kwestie in Spanje
is de clericale kwestie. Spanje moet in zijn eigen be
lang zorgen, dat de scheiding tusschen Kerk en staat
zoo spcedig mogelijk een feit wordt. Die scheiding wordt
door alle Spanjaarden, uitgenomen natuurlijk de Car-
listen en clericalen, vurig gewenscht. Zelfs zoogenaamde
conservatieven als senor Maura en zijn partij wenschen
die scheiding. Het eigenaardige in Spanje is, dat de
republikeinsche partij vóór alles anti-clericaal is. Komt
nu de scheiding tusschen Kerk en staat tot stand, dan
zijn de republikeinen eigenlijk zonder program, .evenals
de Carlisten. zoodat de regeering dan van haar beide
groote vijanden ontslagen wordt.
Senor Cambo is van oordeel, dat de Kerk er niet
door zal verliezen, wanneer zij van den staat gescheiden
wordt. Een groote massa Spaansche Katholieken staan
vijandig tegenover de Kerk, om redenen van staatkun
digen aard. Wordt nu het verband tusschen Kerk en
Feuilleton.
door
HUGO PLEINER.
Leunend tegen z'n bas, hing hij tegen een tafel
tje aan, achter de piano, en strak-regelmatig veegde
hij op iedere eerste kwart van de maat, den grond
toon uit het logge gevaarte. Kn,us In z'n schik neu
riede hij mee: „Madel klein, Madel fein"Ja,
ja, dacht hij, dat liep hoor, dat konde ze, operette
spele, dat was d'r slag, de mensche spronge er let
terlijk naAfijn, hij vond 't goed, 't kon 'm
allemaal niks lakke, as d'r maar wat te snaje viel...
Kijk ze nou 's draje, goeie god, waar die twee
hadde 't op d'r heupe, en dat oue gebouw daar,
mot dat nou nog danse,... afijn... En aldoor veegde
hij zoemend over de slappe snaren... Madel klein...
Madel fetn
Met z'n vieren zaten ze op het tooneeltje, een
aan de piano, naast hem de violist en schuin er
achter de cellist... hij stond voor het heele zaakje,
alleen z'n roode oude hoofd stak boven de piano
uit, en z'n dikke hand, krabbelend over de breede
bastoets.
Onder hen, in de zaal, warrelde de volte van
dansers rond; als een woelige, al maar cirkelende
massa zag hij de paren, tal van mannetjes-poppen,
snel-haastig, omstappend de waaiende rokkensleepen.
Als hij daar naar keek, kreeg hij soms het ge
voel, of hij met de sombere dreuning van z'n bas-
geluid, zoo'n heele zaal vasthield, of hij de men
sehen maar liet draaien, draaien, zoolang hij wou,
tot ze niet meer konden, ze na den dans met puf
fende hitte-gezichten naast elkaar neervielen, hij
gend-beklemd lachend.
Dan zette hij z'n bas tegen de piano en dronk
een glaasje met z'n collega's, kalm-bedaard, dood op
z'n gemak.
Want hij kende het vak, speelde al jaren, van
jongsaf, halletjes. Hij wist altijd waar ze moesten zijn.
hij met zijn drie collega's, ze hadden altijd de beste
zaakjes. Maar dat kwam door hem, dat wist hij wel
en de anderen wisten het ook. Anders zou ie nou
als oue man hier niet meer achter z'n bas staan.
Hij wist de adressen, 't zat in de familie, zijn vader
had 't ook gedaan, en al z'n oomes. En dat ie 't
ïou als oue man altijd nog maar doen moest, daar
hadden de menschen 'm wel 's om beklaagd't
was altijd haast het laatste woord, als hij den vol
genden dag om z'n geld kwam.
Maar dan liet hij ze maar praten, schudde, van
medelijden met zichzelf, mee met de heeren... z'n
waterige oogjes loerden intusschen glunder naar de
kwitantie, heel stiekum dacht hij: „Ga je gang
maar, vanmorrege heb ik fijn in me bed gelege, en
aan jullie gedach... En dan heb lk nog 'n best
flessie van je thuis, van gistere nach
Jaar in jaar uit Bjouwde hij nu zoo rond, aan
de piano was hij begonnenmaar god, dat was
alles al zoo veranderd, daar zate nou heele artieste
ïa""i.uüen' W?f hi^ met de bas begonnen, die hadde
ze altijd noodig, as d'r geen bas was. was d'r
staat losgemaakt, dan beslaat de tegenstelling niet meer.
Het feit dat goede Katholieken, als senor Mauia en
zijn partij zich vóór de scheiding uitspreken, bewijst,
dat ook volgens hun oordeel de scheiding niet alleen
den staat, maar ook de Kerk ten goede komt. Da be
volking van Spanje moet uit de moeilijkheid geholpen
worden, dat zij niet tegelijk, zocals tegenwoordig, Kerk
en staat beide kunnen dienen.
ongelukken met een beer.
Te Halle a. S. had Zaterdagmiddag in den dierentuin
een zeer ernstig ongeluk plaats. Het tienjarig dochtertje
van een schilder, die in den tuin aan het werk was.
spoelde in de buurt van de beerenkooi, toen plotseling
de bastaard-ijsbeer, een beest, dat maar drie pooten
bezat, uit de kooi losbrak en zich op het doodelijk-
versahrikte kind stortte.
Het meisje trachtte nog te vluchten, maar werd,
op een meter of tien van de kooi, door den beer in
gehaald en zwaar verwond door de beten van het
wilde dier.
Een oppasser kwam toesnellen, om het wanhopige
gillende kind te redden. De beer liet dan ook zijn
eerste slachtoffer los en viel den oppasser aan, die
in het olifantenhuis vluchtte, waar het ondier hem ech
ter achterhaalde. Hij en een andere beambte van den
dierentuin werden zeer zwaar gewond door de tanten
en klauwen van den beer.
Gelukkig voor hen kreeg de bloeddorstige zoolgan-
ger nu 2 geiten in 't oog aie in den olifantenstal wa
ren ondergebracht, en doodde deze dieren. Van dat
oogenblik konden de twee mannen gebruik maken, zich
buiten het hok te sleepen. Ten slotte werd de beer
door een kellner van het dierentuin-restaurant met eeïi
flobert buks doodgeschoten.
de spoorwegstaking.
Gisteren heeft minister Briand aan president Fal-
lières medegedeeld, dat de toestand steeds normaler
iwerd en het nationale syndicaat van spoorwegarbei
ders heeft bekend gemaakt, dat de stakingscommis
sie gisteren met algemeene stemmen besloten heeft,
heden op alle spoorwegnetten den arbeid te doen
hervatten. De commissie heeft voorts besloten zoo
spoedig mogelijk een manifest openbaar te maken,
waarin de redenen, die tot bet besluit om heden den
arbeid te hervatten geleid hebben, bekend gemaakt
zullen worden.
Zoodat er nu verder van deze staking, die thans
dus reeds weer bijna tot het verleden behoort, met
veel meer te zeggen valt. Daden van sabotage blij- j
ven voorkomen, maar men mag hopen dat ze, nu
de arbeid hervat gaat worden, spoedig tot het ver
leden zullen behooren. De bomaanslag bij Versailles,
heeft daar geweldige ontsteltenis te weeg gebracht.
De prefect van Seine-en-Oise, de procureur der re
publiek en senator Poirsan waren spoedig op de
plaats, waar de ontploffing plaats had. De gansche
bevolking van Versailles stroomde er samen en
men bad alle moeite de doodelijk ongeruste families
van spoorwegpersoneel gerust te stellen. Nog wor
den twee zeer ernstige pogingen gemeld, om een
trein te laten ontsporen, de een bij Montpellier, de j
ander bij Arènes. In beide gevallen is de toeleg mis
lukt. Heel tragisch is het bericht uit Eragny (Oise),
waar jagers in een loods het lijk vonden van een
vijf-en-veertigjarigen machinist der westelijke staats
sporen. De man had zich opgehangen. In een zijner
zakken stak een briefje, waaruit bleek, dat de on
gelukkige geweigerd had mee te doen aan de sta
kingsbeweging. Maar van dat oogenblik af was zijn
leven ondragelijk geworden tengevolge van de kwel
lingen, waaraan hij was blootgesteld.
per luchtschip over den oceaan.
Gelijk wij gisteren meldden is Wellmann in Ame-
rika opgestegen met zijn luchtschip „America", om
daarmee den Oceaan over te steken naar Europa.
Er is van Wellmann geen later bericht ingekomen,
als dat alles goed ging en dat dateert van Zondag
12 uur 45 min.
Het Marconi-station Siasconsett sprak met een
aantal stoomschepen, die de route passeerden, door
de „America" gevolgd. Van geen eukelq boot had
men den ballon gezien of telegrafische gemeenschap
gekregen. Een Finlandsche stoomboot meldt, dat het
Zondagavond geonweerd en hevig gebliksemd en ge
regend heeft. Daarna knapte het weer op en werd
de zee kalm.
De ballon van Wellmann is de grootste ballon, die
in de vaart is, op die van Zeppelin na.
Wellmann is te Menton in Ohio geboren in 1858
en eerst in 1892 trad hij als ontdekkingsreiziger op
den voorgrond. In 1906 mislukte zijn poging om per
luchtschip de Noordpool te bereiken geheel, evenals
de herhaalde poging in het volgend jaar.
In breede kringen ontstond dientengevolge wan
trouwen in den ernst van Wellmann's pogingen; en
het plan van welks tenuitvoerlegging de wereld nu
getuige is, mag dan ook misschien wel worden be
schouwd als een poging van Wellmann om zich te
rehablllteeren.
Het plan lijkt in zijn opzet bijna misdadig roeke
loos. Wellmann moet, wil hij slagen, met zijn bestuur
baren ballon afstanden afleggen om Europa te berei
ken, zooals er boven het vasteland bij verre na nooit
gehaald zijn. Een mankement aan motor of schroef,
een defect aan den ballon of het stangenwerk, die
boven het vasteland na daling kunnen worden ver
holpen, door naar het naastbijgelegen telegraafkan
toor te gaan en daar telegrafisch te ontbieden,
wat men noodig heeft, is boven den Atlantischen
Oceaan natuurlijk noodlottig. Daar beteekent elk
groot of klein mankement menschelijkerwijs gespro
ken: de dood.
Dan zijn er met den- ballon na de voltooiing veel
te weinig proeftochten ondernomen. Wellmann c. s.
zijn vertrokken met een luchtvaartuig, welks moge
lijke gebreken zij niet voldoende kennen.
De bestuurbare ballon is geen Zeppelin; het is er
een van het slappe stelsel. De grootste lengte be
draagt 228 Eng. vL Het gevaarte heeft drie moto-
ren. twee groote van 80 P.K. elk en een kleinen
van 10 P.K. Elke groote motor brengt 2 voortstu-
wingsschroeven in beweging. De ballon kan bij stil
weer een snelheid ontwikkelen van 20 knoopen, mis
schien zelfs iets meer. Er is voor een maand provi
and aan boord. Aan het schuitje, dat 150 Eng. vt.
lang is, is een reddingsboot bevestigd, welke bij een
eventueel vergaan van den ballon als laatste toe-
Vlucht zal moeten dienen. Die reddingsboot is o. m.
voorzien van een zoeklicht.
Aan boord van de America bevinden zich zes per
sonen: Welmann, de ingenieur Vaniman, een scheeps
officier Murray Simon, een bedienaar van het toestel
voor draadlooze telegrafie Irwin en twee machinis
ten Albert Loud en John Aubert.
de tocht mislukt, de reizigers gered.
New-York, 18 October. Het blad de New-rork Ti
mes ontving een Marconi-telegram van den kapitein
van de paketboot „Trent", meldende, dat hij Well-
man en zijn medereizigers des morgens te vijf uur
oppikte. De reizigers hadden het luchtschip reeds
verlaten. De redding vond plaats 35 gr. 43' N.B. en
68 gr. 18' W.L.
New-York, 18 October. Van de „Trent" zag men
het luchtschip, terwijl het in nood verkeerde. Tele-
graphisch werd hulp gevraagd. Na drie uur manoeu-
vreeren bij hevigen wind, werd het heele gezelschap,
de kat incluis, aan boord van de „Trent" geheschen.
Allen maken het wel.
Met buitengewoon-groote belangstelling werd ovc
de geheele wereld deze merkwaardige tocht gevolgd.
De laatste dagen sprak uit de berichten reeds een
grcote mate van ongerustheid, en het feit, dat het
geheele gezelschap behouden bleef, zal door menig
een met een zucht van verlichting worden vernomen
De Trent vond de reizigers ongeveer half weg tus
schen New-York en de Bermuda-eilanden, een veel
bevaren plek in de route van de stoomschepen va-
ïende tusschen New-York en de genoemde eilanden.
Dat was hun geluk.
De ballon was dus naar het zuiden afgedreven en
had nog maar een klein gedeelte van den langen
'weg afgelegd.
Van den toestand van den ballon wordt in de
telegrammen nog weinig gezegd. Hoofdzaak Is echter
het verblijdende feit, dat de menschen gered zijn.
„Met de kat incluis" voegt de kapitein van de Trent
er ootijk-ondeugend aan toe.
Wie weet hoe spoedig een latere poging geluk
ken zal!
storm op cuba.
New-York, 17 October. Volgens een bericht aan de
„New-York Herald" uit Havana deed de storm den
zeespiegel rijzen, zoodat het noordelijk deel der
stad werd overstroomd en booten over verren afstand
op het land werden geworpen.
Volgens den „Herald" ontving de postmeester-gene
raal berichten, dat de steden Martinas, Guanalegrifa,
Punta Carpes, Cortez en een groot deel van Arte-
ar isa verwoest.
Het blad schat het aantal dooden en gewonden op
ongeveer duizend.
De Assoc. Press meldt uit Havana, dat tal van
meiisi-henlevens verloren gingen en aanzienlijke scha
de is aangericht. De schepen in de haven leden zeer.
Hoe de toestanden elders op het eiland zijn, is nog
onbekend, daar de telegrafische verbindingen verbro
ken zijn. Hevige regens vergrootten de schade.
Uit Pinar del Rio wordt bericht, dat vermoeden»
de suikerrietvelden ten zeerste hebben geleden
Havana, 18 October. Gisteravond te tien uur ba
te hier opnieuw een storm los, die voor vele
lioenen dollars schade heeft aangericht, in
oostelijke provincies zijn duizenden boeren zona
onderdak. Ten gevolge van de vernieling van den K
naan- en den graanoogst zal het waarschijnlijk
dig zijn de hulp van het buitenland ln te roepen
Te Havana staat een wijk van een kwart mui
het vierkant onder water. 't
Naar schatting zal van de tabaksvelden niet m
dan een tiende van de gewone hoeveelheid ge**,66'
kunnen worden; de suikerplantages hebben mins81
geleden.
Jacksonville (Florida), 18 October. Het centra
van den storm ligt nu boven het midden der oos?
kust van het schiereiland Florida. Vele mijlen y
staat de spoorweg onder water, op sommige plaats8r
de weggespoeld,
m
De laatste berichten van het telegraafkantoor
Key-West meldden, dat het water in de gebo^.®
binnendrong. Van verlies van menschenlevens \e0rJ}
geen melding gemaakt. De schade aan vruchtboom^
en oogst wordt op een millioen dollars geschat,
een ernstig mijnongeluk.
Zooals reeds is gemeld, is in de Shamrock-m^
hij Herne in Westfalen gisteren, door het breken
van een kabel, een mand met mijnwerkers gevallen
en een andere tegen de schijf geslagen. Van de 7ij
man, die in de belde manden zaten, zijn er drie
gedood en acht zwaar gekwetst. Vele anderen zijn
licht gekwetst.
Het ongeluk gebeurde tegen half twee, toen ds
lochtendploeg uit de mijn, de middagploeg ln de mjjn
Kou worden gebracht. In ieder der beide liftmanden,'
idie in vier étages verdeeld zijn, bevonden zich 35
knijnwerkers. Negen maal was dé mand op en neet
geweest, telkens een volle mand naar beneden, te.
gelijk een volle van de afgeloste ploeg naar boren-
bij de tiende daling brak plotseling een kabel vaj
de machine, zoodat de naar boven komende mand
met kracht tegen de schijf sloeg, de dalende in
diepte stortte. Een oogenblik was alles stil, to«n
klonk het geschreeuw der gewonden, boven en be
neden. De mannen in de bovenste étage van de Baar
boven komende mand waren het ergst er aan toe-
in die afdeeling waren ook de drie dooden. De ral
lende mand was door de rem opgehouden, wat teQ_
'minste de levens der 35 man in die mand heeft ge
spaard.
Om 4 uur waren alle verongelukten uit de schacht
verwijderd en aan de oppervlakte gebracht. Een com
missie uit het „Oberbergamt" Dortmund Is aange
komen om de oorzaak van het ongeluk vast te stel
len. De minister van handel is telegrafisch met het
gebeurde in kennis gesteld.
sprekers.
Wij vernemen, dat eene vereenigLng buiten onze ge
meente in den loop van dezen winter enkele Sociaal-
Democratische sprekers van naam in onze gomecfl
zal laten optreden. Reeds is eene uitnoodiging tot da
heer P. J. Troelstra gericht.
onze markt.
De voornaamste aanvoer aan onze markt bestond
in het 3e kwartaal van dit jaar uit vette koeien, vette
schapen, lammeren en vette varkens.
De cijfers waren als volgt: vette koeien 1251 vette
schapen 6120, lammeren 33i5 en vette varkens 360.
In 1909 waren die cijfers respt. 1135, 9110. 4780 en
370. Terwijl vette koeien weer vooruitgingen en de
varkens vrij wel gelijk bleken, was de aanvoer van
wolvee aanmerkelijk minder. De oorzaak daarvsa ligt
in de lage prijzen van 1909. Uit vrees voor noglagü-
prijzen, werd alles aangevoerd en verkocht, wat maat
eenigszins kon. De markt werd daardoor overvoerd,
terwijl de weiderij "werd ingekrompen, wat nu aer
goed merkbaar is.
schakels.
Het Tooneelgezelschap onder directie van Willem
Royaards gaf Dinsdagavond in het Noordhollandsd
Koffiehuis „Schakels", vroolijk spel van den hit
selijken haard van Heijermans.
Waar een stuk van Heijermans zou worden op
gevoerd, door een gezelschap als d i t, hadden we
een zeer groote belangstelling verwacht in den vorm
van een dichtbezette zaal. Helaas! over de opkomst
viel niet te roemen. Echter, de afwezigen hebben
ongelijk gehad, ook ditmaal, want het is een avond
ommers geen grond, en daar stond hij nu al
ten veertig jaar naast, dan hier, dan daar, speelde
altijd maar weer hetzelfde, de korte, gonzende grond
tonen van de dansen.
Maar het verveelde hem niet--, dat spelen, dat
was maar bijzaak voor 'm,. dat deed ie, nou ja, hij
kon toch lastig als gast komme... Maar de duiten,
dat was 't 'm en het fijne stiekeme snaje, dat je
doen kon.
Dat had hij nooit gemeen kunnen vinden, dat dee
z'n vader ook en alle balletjes-spelers,... dan was
d'r ommers toch van alles genoegof veel te
veel..., kon je best wat meeneme
En den volgenden dag stond hij altijd laat op,
dat hoorde in z'n vak, en keurde 's middags, op z'n
gemak, nog 's een fijne fleseh met een paar lek
kere sigaren.
Nee, hij had 't nooit zoo'n kwaad leven gevonden.
In 't begin wel, vroeger, toen hij als klein jochie
ln de duffe zaaltjes van de goedkoope partijtjes voor
de piano had gezeten, angstig voor het bonkende
i dronkemanslawaai om 'm, en dan maar spelen moest,
wat z'n vader 'm thuis had voorgefloten... god, ach
god, wat had ie 't soms benauwd gehad.
1 Maar langzaam was hij er aan gewend, hij was
j brutaler geworden, had vertrouwen gekregen in z'n
al meer geoefende vastheid. Eu nou, nou lachte hij
om al die angst,... wat ze floten, streek hij bij op
z'n bas, en als er voordrachten waren en geen mu
ziek, deed hij 't op de piano. Ze wisten 't nu, re
kenden op 'mBassie kon 't altijd, als Bassie er
maar was". En Bassie deed altijd mee, hij tapte
moppen op de goedkoope bruiloften en deed stijf-
gewichtig op de nette bals,... hij grapte mee op de
dronkemansfuiven en speechte op de jongelui's-avond-
jes... Maar hij had maling aan alles, thuis, in z'n
nette bovenwoninkje, bij z'n dikke vrouw, als hij 's
middags achter het raam z'n romannetje zat te
lezen, dacht hij aan geen bals, voelde hij zich een
heel ander mensch als 's avonds.
En als hij dan met wippende teugjes z'n glaasje
meegesnaaiden wijn dronk, lekker in 't zonnetje iu j
'z'n rieten leunstoel, z'n vrouw over 'm voor het an-
dere raam, en de kamer vol prettig-glimmende meu
beltjes, die hij in den loop der jaren bij elkaar had
gebast. dan kreeg hij soms een echt renteniers-
gejoel over zich van prettige welgedaanheid
„Wijf," zei hij dan glunder, „noem jij dat vak van
mij nou maar kwaad, ikke niet hoor!"
En z'n vrouw schudde meenee, nee, 't
zonde voor God zijn, as ze klaagde
's Avonds ging hij er weer op uit, sjouwde met
z'n bas weg, warm ingepakt door z'n vrouw, die 'm
ae trap afhielp en aan de deur nog 's naknlkte...
„Nou ajuus hoor, goeie zake"En Bassie, z'n
sj ->vele daagsche pak of als 't een deftige partij
was, z'n rok, weggestopt onder z'n duffel, z'n bas
roet 'n riem over z'n rug, stapte langzaam-bedaard
naar de zaal.
Nou stond hij alweer een uur of vier, dallk was
't gedaan... dan had le z'n vijf sjoof weer verdiend,
dan kroop ie gauw bij moeder de vrouw... Ja, dacht
h»j lekker, 'n beste boel hier, ze liete je je eige
Jniet doodspele... hij kwam d'r al jareu, zag telkens
weer anderen van 't bestuur... maar z'n naam stond
111 't boek; als er feest was, moest Uaaste komen.
ZOU
lEn die bracht dan de anderen mee, vijf gulden de
man, die Bassie uitbetaalde... Dan staken z'n maats
d'r vier op en hij nam er stiekum nog drie, voor
de direktie... En waar de sigaretjes stonde, wist
ie ook, d'r was altijd ankomme an, eb de flessies,
om de hoek van de keukendeur
Toen ze "de wals hadden afgespeeld, schoof hij voor
zichtig naar een van de heeren, en met z'n schor-
onderdanige stem vroeg hijMeneer, nou maar
met een galoppie afspele?" „Ja, da's goed," zei die.
,,'t is je tijd, hé? Heb je slaap?"
„Ah nee," fleemde Bassie, „ik niet, ik weet niet
wat slaap is, maar 't Is voor m'n collega's ziet u?"
„Ja, ja," lachte de ander, ongeloovig, „ga je gang
maar hoor." En Bassie, op 't tooneeltje terug, trok
z'n bas overeind „Afblaze jonges, dan gaan we
d'r van tussche!"
En met strakke, vinnige stooten speelden ze de
galop, die voor 't laatst nog een beroering schokte
in den slappen moe-gedansten menschenhoop... Toen
kropen ze achter elkaar door 't nauwe bosch-coulis-
setje het tooneel af, schoten haastig in hun jassen.
Bassie stond nog aan z'n bas te scharrelen. „Gaan
jullie je gang maar," zei hij, „de oude man moet
'l op zijn gemak doen! „Op tijd hoor, morrege acht
ure!" En toen ze weg waren, dacht hij: „nou me
sigaretjes..." Onverschillig schuifelde hij de bestuurs
kamer in, rondloerend of er niemand was... graaide
toen met een snel gewonen greep 'n handvol siga
ren uit het kistje op tafel... drentelde weer terug
naar z'n bas. In de donkere kleedruimte naast het
tooneeltje kwam hij een van de heeren tegen. „Zoo," I
zei die die, nog niet weg, Bassie?"
„Inpakke meheer," zuchtte hij, z'n hand onder z'n 1
jasslip, „dat lamme ding, da's altijd een heel werk. j
'k Heb net gekeke of u d'r was... Maar toen me-!
neer doorgeloopen was, de kamer in, puntte Bassie
met vaardige hand snel z'n sigaren door de krulga-
ten van z'n bas in,... hij hoorde ze klokkend val-1
len, vier... vijf... zesZiezoo,," dacht hij toen
glunder, „da's al weer genoeg voor morrege."
Juist toen ze erin waren kwam meneer weer langs.
„Zeg Bassie,", zei hij, „laat dat ding toch hier staan,
je moet d'r zoo mee sjouwen
„Wel nee," schrok hij op, „dat doen lk altijd <v>lf.
meheer, al jare lang, dat beteekent niks. En als
zoo'n vent d'r mee valt„Is 't voor onze reke
ning," viel de ander ln... „Nee, ga jij maar gerust
weg, ik zal d'r wel voor zorgen-"
„Nou, as 't dan mot, meheer, vooruit dan maar,
as d'r maar geen ongelukke van komme... Enne voor
't geld as gewoon?'" „Ja," zei meneer, „bij mij,
dan reken Jü zelf verder af, hè." Best meheer,"
bromde Bassie... „nou wel te ruste dan meheer"...
En onderdanig z'n hoedje in z'n hand, kroop hij de
gang op.
't Was er leeg, de meeste menschen waren al weg
door de zaaldeur hoorde hij nog een troepje na-
blijvers praten, hard-hol klonken hun stemmen in
de leege zaal.
Schuw keek hij op de lichte trap om zich heen,
sloop toen nog even opzij, de keukendeur in, waar
hij om den hoek den wijn wist staan... met twee
snelle grepen bukte hij zich naar een flesch, die
hij handig ln de diepe zakken van z'n duffeltje liet
glijden.
En grinnikend stak hij, voor 't weggaan, z'n PflP
op in de leege, hel-lichte vestibule.
Toen liep hij op z'n gemak naar huis de siga
retjes brachte ze 'm morege wel, met z'n bassie,
en de flessies had ie alvast te graze... En dan mor
rege z'n acht sjofies, en 's avonds 'n fuifie van jong-
gezelle... zou me 'n fijne boel worre, zou wat te
kijke zijn
In bed vertelde hij 't aan z'n vrouw. Dommelig
van slaap luisterde ze. Maar toen ze hoorde dat
hij z'n bas had laten staan, was ze ineens klaar
wakker... „En as ze nou je sigaretjes moere?"
Bassie schrok ervan. „Moere, dat zou 'n gemeene
streek zijn... maar ach," bromde hij, „die zitte om
mers best in m'n bassie... Nee, late we maar gaan
slape, da komp terech."
Even angstig loerend of 't gemerkt was, kwam hij
den volgenden morgen bij meneer het kantoor bin
nen om z'n geld. Maar al dalik zag hij dat 't in
orde was... ,,'t is geschore, hoor," dacht ie, ..asse
ze eenmaal in m'n bassie zitte, ben ze weg..." En
toen hij z'n geld had, 20 gulden zoo schoon in t'"
hand, zei hij nog 's beleefd: „Dank u, meheer-— j
we houe ons beleef aanbevole... dag meheer." -1
„Dag Bassie"„zeg Bassie," riep hij 'm
„heb je dat ding al?" „Nee, meheer," klaagde M
dalik, ,,'k dorst d'r niet om vrage, maar 'k heb
noodig, ziet u"Hij is al weg,",' zei de and®1
„dan is hij bepaald al bij je als je thuiskomt!"---
ln zich zelf lachend wandelde Bassie met kleine lan£'
zame stapjes naar huisda's acht sjofies", grijns
de hij tevreden, „en me sigaretjes nog thuis gebral
voor me"
„Nou," riepe hij naar boven, toen hij z'n deur
inkwam, „wat zeg je me daarvan, hij is zeker al
thuis, hè?" Op z'n gemak klom hij de trap op
toen hij halfweg was, hoorde hij ineens z'n vrou*.
uit de voorkamer...: „Wat ik d'r van zeg, datte
je begapt hebbe, dat tuig!" Hij schrok er i'ieenS
zoo van* dat hij zich aan, de leunjng moest va®J"
houden,... hij trok zich naar boven, strompelde
voorkamer in, waar z'n bas op den grond lag, dood»
log... z'n vrouw stond ernaast, keek 'm ontsteld
aan.
..Nou"hakkelde hij. „Kijk dan zellef, as ft
't niet geloof," snauwde ze. Toen bukte hij zich na»
de bas, lichtte 'm op, schudde 'm, voorzichtig, te*
der haast.ze waren er niet meer in. En
ineens, zette hij 'm met 'n stoot rechtop op z
plaats in den hoek... Toen keek hij z'n vrouw aa«-
„Da's 'n gemeene truc, om me slgare te zure," kW'
de hij. „Vin ik ook," stemde z'n vrouw in-
afijn," haastte hij zich „gelukkig heb ik m'n
sles nog... En vannach 'n fijn avondje, van
gelul.., dan breng ik emmes wat fondaunetjea vo0
Je mee."
„Hè ja," smakte ze, „maar lekkere hoor!
laat je bas niet staan, Je kan toch maar n<x>
wete."
..Nee, nee," grinnikte Basale, /„da's eens,
nooit weer, je mot zulleke dinge ook niet ve-rano
re"1
En net als andere dagen gingen ze toen u
over elkaar zitten, hij met z'n flesch en z'n 1
over 'm, tevreden soezend in 't ionnetje. (N-R-l-l';