Voor Dammers.
IDe Dierentemster.
Zaterdag 3 December 1910.
54e Jaargang, No. 48*23.
"TWEEDE BLAD.
Van het Haagsche Binnenhof'.
Tweede Kamer.
Gemengd Nieuws.
Binnenlandsch Nieuws.
Feuilleton.
Alles betreffende deze rubriek te richten aan het
ireau Schager Courant en voorzien van het opschrift
Jamrubriek".
Oplossing Probleem No. 18.
van J. Blankenaar, Rotterdam.
Stand zwart 8 schijven op: 4, 5, 8, 10, 12, 15, 22,
en een dam op 16.
Stand wit 9 schijven op: 14, 19, 21, 24, 29, 33,
38 en 40.
Den Haag, 1 December.
Met een ruziepartijtje zijn de Algemeene Beschou
wingen over de Staatsbegrooting afgeloopen. Op de
zooveelste herhaling van wat dagen- en urenlang
gezegd is, ook door de heeren ministers, zullen
we nu niet meer ingaan.
Minister Kolkman, „vaatje buskruit" als hij
is, was door den heer Roodhuyzen, op het stuk
der „volksmisleiding" met het blanco-artikel uit z'n
tent gelokt, geprikkeld. Hij was des beuzelens
mat en vergaloppeerde zich. Zijne Excellentie, zeer
deerlijk, door te zeggen, dat iemand, redeneerend op
dit stuk gelijk de heer Roodhuyzen had ondernomen,
„werkelijk zeer ernstig medisch onderzoek noodig
persoon - vroeger jockey bij een onzer grootste ren-
stalbezitters thans afgedaald tot die klasse van
lieden die de stad op allerlei manieren onveilig m.t-
ken, had nog 'n poosje gevangenisstraf te goed; z'n
reeds vrij omvangrijk zonoenrtg.ster was nog niet g -
heel schoon.
Aanmelden deed hij zich echter niet; 'n bevel tol
aanhouding was dus T gevolg.
Eenigc dagen geleden bemerkte een politiewagen! dat
't gezoente |heerschap zich in een cafétje in het Bc-
zuidenhout-kwartier een roes zat te drinken; de agent
slapte naar binnen en beval dan gezochte hem te vol
gen, maar hiervan wilde de arrestant niets weten. Hij
g;ng den politiedienaar te lijf en slechts met moeite
kon deze nog van zijn alarmhoomtje gebruik maken.
In 'n wip waren nog drie politie-mannen bij de
hand; de woesteling werd in de boeien geslagen, maar
loopen vertikte hij gewoonweg.
'1 Vrachtje viel niet te versjouwen en na kort
Oplossing:
Wit: 3530. Zwart: 16 35.
2923. 25 34.
3328. 22 33.
2318. 12 23.
19 30. 10 19.
24 2 en wint.
Goede oplossingen ontvangen van:
Joh. v. d. S. te Wieringervvaard, K. V te Koegras,
O. Azn. te N. Niedorp, P. J W., J. C. de i. en
te Anna Paulowna, D. A. B. te St. Maarten, D 1).
Den Helder, P. N te Oudesluis. G. de W. en H.
G. te Sohagen, C. S. te Kolhorn, S. E. te Zijpe.
Probleem No. 19.
van D. Olie Az. te N. Niedorp.
Zwart.
Dit nu was ongetwijfeld buiten de grens van wat, °verkS besloten bij een in "de nabijheid wonen-
in parlementaairen stijl, past... De heer Roodhuyzen: n stalhouder ean rijtuig te bestellen, waarin de ge-
stak de duimen in de armgaten van z'n vest, trok arresteerde naar de Casuariestraat zou worden overge—
een ijselijk-verontwaardigd gezicht; nam hoog-deftige bracht.
pose van gekrenkt „staatsman" aan... En vroeg, I I1". behoefden alleen maar eemge formaliteiten
voor de zooveelste maal het woord wegens een ïfT",. 'e worden, dan moest de man naar l
„persoonlijk feit". Enfin, de storm was weldra °?1 "aar zlJn s'rjf ult *e zdten.
afgedreven. Ervan overbleven slechts de grofheid van Maar de koetsier wilde eerst wel eens weten of hij
minister Kolkman en het zich potsierlijk aanstellen v*erpiu'ht was dit Uitje te doen en telefoneeule daai-
van den afgevaardigde Roodhuyzen. toc naar z'a baas, die hem antwoordde onmiddellijk
1 naar stal terug te keeren. Te voet en onder flink
Men zou werkelijk verstandig doen met den gulden escorte leidde men den aangehoudene naar den Pomp-
raad des premiers te volgen en voortaan nu wat be- stationsweg.
zadigder, minder verkwistend om te springen met Daags daarna ontving de stalhouder tot zijn niet
den nationalen tijd. 't Is onbetwistbaar, dat deze Al- 8ar'n8e verbazing een briefje van den volgenden in-
gemeene Beschouwingen, en het verwijt treft boud:
Links zoowel als Rechts! onbeduidend, schraal, Geachte heer L.,
onvruchtbaar, nutteloos zijn geweest, 't Was een el-
Gisteren een ri
ijtuie
lenlange kibbelpartij; een ruzie-maken over allerlei uitgestapt was reed de koetsier weg zonder mijn toe
futiliteiten, nietigheden, gekrenkte ijdelheden, en wat stemming Gelieve hem daarover wel streng te willen
dies meer zij.... onderhouden.
Treurig, ontmoedigend, prestige-ondermijnend in de
bij u besteld. Terwijl ik even
allerergste mate. Alle partijen èn de „groene tafel",
deze laatste stellig niet het minst!, dragen
hier de zware schuld.
De strijd over de f 580.000 voor verbouwing van
Het Loo, duurde korter dan men wel had vermoed.
Vaststaat dat H. M. op Het Loo niet op behoorlijke
wijze vreemde soevereinen kan ontvangen, terwijl
ook niemand kan tegenspreken, dat de gebouwen
aan zeer ernstig brandgevaar blootstaan. Of het,
zooals mr. Patijn vroeg, nu tactvol wras, om in
de gegeven omstandigheden dezen post op de Be-
grooting te brengen?
Eene delicate quaestie, welke het initiatief der
Koningin wellicht had kunnen uit den weg ruimen.
Wit.
Stand zwart 13 schijven op: 2, 8, 10, 11, 12, 13,
4, 17, 18, 21, 22, 27 en 31.
Stand wit 13 schijven op: 24, 25, 26, 29, 32, 33,
7, 38, 42, 43, 46, 47 en 50.
Oplossingen van dit probleem worden ingewacht
literlijk Maandag 12 December aanstaande.
Slagzet in de Partij.
In onderstaanden stand werd door den heer Ph.
j. Battefeld te Amsterdam met wit een schijf ge
ronnen. Dergelijke stand komt vaak voor, doch velen
inzer lezers zullen, met dezen slagzet onbekend, de
chijfwinst voorbijgaan.
Zwart.
(Volgt handteekening).
Dit is toch wel 'n zeldzaam- stukje van brutaliteit
in- en uitval van het handelsblad.
Onderwijzer: „In onze taal hebben we drie trap
pen van vergelijking. Noem eens een voorbeeld!"
Eerste leerling: „Lang, langer, langst."
Tweede leerling: „Ik weet 'n voorbeeld van vier."
Onderwijzer:
Tweede leerling: „Lek, lekker, lekkerder, lek
kerst."
Derde leerling: „En ik een van vijf: Iets, meer,
meerder, meest, meester!"
Meester zwijgt. Op zulk een hoogen trap dacht hij
nooit te zullen komen staan.
DE STAKING AAN HET TANDHEELKUNDIG IN
STITUUT,
De heer Patijn had de zaak liever bij suppletoire Aan het D. is nog medegedeeld, dat de actie
Begrooting geregeld gezien, zoodat men niet genood- in hoofdzaak berust op twee hoofdgrieven, nl. de
zaakt ware geweest de verbouwing over vier jaren buitengewoon ruwe bejegeningen, die de studenten
uit te strekken, terwijl het bedrag toch over meer van den heer Grevers hebben te verduren, en de
dan éen dienstjaar kon uitgestrekt worden. Waarom zeer zonderlinge toestanden die te Utrecht bestaan
men over dat gezond-lijkende argument niets meer op het gebied van de examens voor tandmeester,
hoorde, ick en wete het niet...
De heer Troelstra was vrij bezadigd in zijne prin-
cipiëele beschouwing. Besefte natuurlijk dat hij een
strijd tegen windmolens aanbond. Ten slotte stem
De heer Grevers heeft onmiddellijk na zijn vesti
ging te Utrecht allerlei dingen ingevoerd, die vroe
ger nooit bestonden. Voor de opleiding tot tand
de slechts de heer Ketelaar met de Troelstra--roeu ™eester lnee™t men altoos 3 Jaren aan; de heer
p i Grevers heeft er een vierde bij ingevoerd. Met de
candidaten die worden afgewezen en bijvoorbeeld
over drie of zes maanden moeten terugkomen wordt
de !n de sta.i geplaatste bussen brieven werden ge
vonden, die sporen vertoonden, dat ze reeds geopend
waren geweest en daarna weer gesloten, en die blijk
baar reeds eerder aan het hoofdkantoor waren ge
weest
Dit gaf aanleiding tot de verdenking, dat een der
beambten zich Drieven toeeigende, waarvan hij ver
moedde, dat ze geldswaarden bevatten en deze brie
ven, na ze eventueel van hun inhoud te hebben be
roofd, weder in de stadsbussen stopte.
Hoe scherp ook gecontroleerd werd, het mocht
niet gelukken, den dader te betrappen. Na nauwge
zet onderzoek meende men te kunnen vaststellen, in
welke bestellersploeg de brievendief moest zitten,
en in deze meening heeft men zich blijkens de uit
komst hoogstwaarschijnlijk niet bedrogen. Toen be
doelde ploeg in dienst kwam, werden alle bestellers
gefouilleerd en daarbij bleek, dat een hunner brieven
bij zich had, die niet in zijn bezit behoorden te zijn
en waaromtrent hij geen aannemelijke verklaring kon
geven, hoe ze in zijn bezit kwamen.
m. blijft hardnekkig ontkennen, iets van de ge
opende brieven, die aanleiding gaven tot het ver
moeden van misdrijf, te weten.
De aangehoudene is gehuwd en vader en was reeds
enkele jaren als besteller in functie.
Terstond na de fouilleering werd hij aan de politie
overgeleverd, die hem na verhoor ter beschikking
van de justitie stelde en naar het Huis van Bewa
ring deed overbrengen.
pup-avonden.
De heeren Crommelin, Meemelink (opzichter der Ne-
derl. Heide-Maatschappij), Vogelenzang en Beij'ers, uit
Raalte, hebben, z»o meldt het N. v. d. D., te Okken-
broek voor dezen winter boerenpij'pavonden ingesteld.
Al de boeren uit den omtrek zij'n idoor hen uitgenoodigd
om op gezelte tijden te vergaderen. Op die vergaderin
gen zullen dan onderwerpen worden behandeld voor
de landbouwers van belang.
De eerste „pijpavond" was druk bezocht. De heer
Meemelink sprak over waterafvoer van weilanden;
de heer Vogelenzang over landbouwgewassen.
Genoemde heeren zorgen voor tabak en sigaren.
hondenplaag.
De maatregel, om de losloopende honden te 's-Gra-
vanhage. welke 's nachts het hunne bijdroegen tot de
ergerlijke bevuiling der straten, waarover men zoo bit
ter klaagde, op te vangen, heeft afdoende geholpen,
schrijft de Avp.
Men weet dat van 12 tot 6 uur de hondenkar door
de stad ïeed, waarin onverbiddelijk alle Castors, Azors,
Fokkies, en hoe de diertjes meer mochten heeten, welke
zonder geleide zich op straat bevonden, naar de Asch-
slal wei-den gereden.
Een paar honderd, welke na de drie sacramenteele
dagen niet werden opgeëischt, zijn afgemaakt.
En die razzia heeft zóó goed geholpen en de eige
naars zóó omzichtig gemaakt, dat de dienst is opgehe
ven, omdat er zoo goed als geen hond meer op
straat is.
't Is te hopen dat het zoo blijft,
i DE VISSCHERLJAVET.
Blijkens een mededeeling van den minister van Land
bouw, .Nijverheid en Handel in de gisteravond gehou
den vergadering van de Tweede Kamer zal de visschcrij-
wet waarschijnlijk den len Juli 1911 in werking treden.
INENTING TEGEN DE CHOLERA.
Hel eerste geval in ons land heeft zich te 's-Graven-
imen worui j o-uiaicu-
allerzonderlingst omgesprongen. De een krijgt zes befd„ (wi-66"hier vertoefd heb-
maanden en wordt na 4 maanden alweer opgeroepen i ,,pron j0' a'v®rer]s naar Indië terug
tot het examen, een ander krijgt 3 maanden en wacht j f^n cholera heeft laten inenten. Het
tegen het artikel
Bij Buitenlandsche Zaken heeft de heer Hugenholtz
de zaak-Van Heeckeren op verdienstelijke wijze nog
eens opgewarmd, Doen gevoelen, hoeveel geheimzin
nigs en onverklaards er in de „perkara" schuilt, waar- w nel examen, een anoer arijgu o maanucu en is geschied door tusschenkomst raYiVrof dr ff'h *H
van de „arme Van Heeckeren", zooals hij het na 4 maanden nog op een oproeping. Dat gebeurt al Spronk te Uü.echt die het in die familie zeer nriizens-
onder hoongelach der Kamer, uitdrukte dupe was. naarmate de candidaten in den pas staan bij den waard,g vond dat'zij tot dien maatregel overriJ' Hif
Ook: geteekend onze beminnelijkheid jegens Duitsch- heer Grevers. De studenten hebben hierover her- liet choleravaccin maken door zijn assfstcnle arts "freule
land en „onvriendschappelijk" gedoe naar Engelsehe haalde malen geklaagd, maar niets scheen te zullen D Negri die h SDecjaal met vaccinetheranie herin
richting. Minister De Marees aangespoord, nu toch baten. Daarbij voegt zich nu de omstandigheid, dat houdt ?£r de ziekenhufren (^1^7^
klaren wijn te schenken. Keizer Wilhelm kwam in de persoonlijke verhouding tot den directeur aller- iaboratorium werkzaain Ls Xoen de t()f
het geding... Troelstra interrumpeerde, wit van toorn, onaangenaamst is. begaf freule De Necri zich naar Den H^ir ~n t.o7ri
over „de walgelijke vleitaal" van minister De Marees De heer Grevers zegt den studenten zelfs: „Wacht daar in hgt gem<;e,^ziekenhuis in ovorleo met Hen
van Swinderen... President Van Bylandt hamerde. De maar. ik zal u wel krijgen op het examen." En ook arLs Polak DJljels de'inspui|in' vcrridlt° wij
heer Hugenholtz haalde er de Rijnvaarttollen bij, be- tal van adsistenten zijn weggegaan wegens onaange- nen e]. meded'eelen daPt dit8eerste sevai 1* d
toogend, dat we den machtigen Duitschen buurman naamheden. aard een Jzeer OIlnst vcrloon heeft «JLri tuu
tot eiken prijs „genadig" willen stemmen... Ik hoor Een der autoriteiten, met de academie in betrek- d daarhii A-siieerpnrle L.,, ttJT f 7
al de klinkende, handige, ontwijkende frasen-De Ma, king staande, deelde aan het U. D. mede, dat het ,^„73 a5Slteerende artsen g^e belang-
rees, waardoor bevestigd, bezegeld, bezworen zal wor- den beer Grevers te Utrecht niet voor den wind
den wat in den Senaat getuigd is, immersOók is gegaan.
een soort Mn Don-Quichotterie, de kamp, door j De heer Grevers heeft zich alle mogelijke moeite
den heer Hugenholzt aangebonden. Maar toch een gegeven om de inrichting in orde te krijgen, hij
sympathieke. heeft zelfs meermalen gedreigd met ontslag, maar
Over het verdere bij de rede-De Marees, welke het schijnt wel of men in Den Haag met moedwil
morgen zal weerklinken in ons Lagerhuis!...
Mr. ANTONIO.
DE GEVOLGEN DER LUCIFERSBELASTING.
Toen verleden jaar de belasting op lucifers werd
,i- L
ONVOORZICHTIG.
'len huize van den smid D. Buiskool te Beerta
(Gron.) was deze week door den zoon en den
kneciit een acetyleen-verlichting aangelegd. Daar pjis-
rennamiddag de verlichting niet goed werkte, wilde de
Wit. 24-jarige zoon van den heer B. onderzoeken, of zich
0 ra een der buizen ergens ook een Lek bevond. Hij
Stand: Zwart 14 schijven op 3 tot 7, 11, 13, 1 on(Sjak een lucifer en beging de onvoorzichtigheid duar-
jj» 21' en „o mede in de nabijheid van den gashouder te komen.
Wit 14 schijven op: 22, 27, 28, 32, 33, 34, 3b, £en VTeesc|jjke ontploffing volgde. De beide gashou-
17, 38, 42, 43, 44, 48, 50. ders yjogju u{[ elkaar, waarbij de stukken metaal het
Zwart's laatste zet is 9 14. Hiermede loopt hg hoofd van den jongen man verbrijzelden. De dood trad
de val. Wit had op dit zetje gerekend en won nu ojjmjddeiijjjj dl
»n_schijf op de volgende wijze: Daar de gashouder zich buitenshuis bevond', werd
t VZJJ muicis WCIU
den boel traineerende houdt. Het aantal leerkrach- ingevoeld, werd, om die belasting te kunnen heffen,
eenenmale onvoldoen- besloten de bestaande fabrieken aan te slaan naar hun
ten aan het Instituut is ten
de: éen lector voor 120, straks 150 leerlingen!
Wit: 37—31
32 41.
34 29.
29 29.
43 34.
Zwart verloor later de partij.
Zwart: 26 37.
21 23.
17 39.
712.
aan de behuizing en smederij geen schade aange
richt.
GALGENHUMOR.
\v ij lezen in de N. Grt.
Een te 's-Gravenhage in zekere kringen welbekend
ROMAN VAN ROSENTHAL.
7.
„De heeren begrijpen," zoo ging Thereee voort,
J.dat ik mijn plicht zal doen, maar over de leeuwen
P'n ik baas. Dat wil zeggen, dat ik ze alleen behan-
Pel voorzoover het geen werkzaamheden der bewa-
pers betreft. Ik moet het recht hebben eiken per-
Dn, zonder opgaaf van redenen, van de kooi ver-
jderd te houden."
Wolfgang werd wat bleeker, maar rustig klonk
ch zijn antwoord: „Dat spreekt vanzelf."
..Halt," riep de Hollander opgewonden, „die bepa-
(ing sta ik niet toe. U zoudt bijv. ook mij wel van
Pe kooien wegzenden en ik wil steeds vlak bij de
pooien zijn, om zoo noodig u te beschermen."
..Ik sluit u van die bepaling uit," riep Therese
tiend.
..En hoe staat het ten dien opzichte met mij?"
vroeg Wolfgang, „geldt die uitzonderingsbepaling niet
evengoed voor mij als voor dien mijnheer?" voegde
iij er 0p scherpen toon aan toe.
„Bij u Weet ik dat nog niet," antwoordde Thereee,
■dat kan mij alleen de ondervinding leeren. Van
lezen mijnheer weet ik, dat de dieren van hem
'ouden. Voor u moet dus voorloopig die vraag nog
'hbeantwoord blijven."
Wolfgang boog stijf.
•Hf geef u het honorarium dat u verlangt," riep
Hollander, „en u mijnheer?" wendde hij zich tot
'O'fgang.
..Dat, wat de jUffrouw tot dusverre heeft gehad.
a' ls verstandig," meende Therese. „Mijnheer
endberg, ik verlang van u eiken avond honderd-
u»zend francs." riep zij plagend.
utri 1 ang lk ze beb, zullen ze u worden uitbetaald,"
\Vr?i f'"1 "s"ge antwoord.
»olBPn B k' uk ziin mededinger scherp aan en ver-
fe«ns naar Therese, maar toen deze opgeruimd en
-- xvuun 10 didcin naar nuri
tot dusver geleverde jaarlijksche productie. Maar het
Een derde, bij wien het blad zijn licht opstak, be- blijkt nu na een jaar, dat deze methode heelemaal
aamde, dat de heer Grevers wel eens te heftig op- onmogelijk is; want in dat jaar is, tengevolge der be
treedt, maar daar is dikwijls reden toe. He-t is wel lasting, het verbruik van lucifers zoo enorm afgeno-
eens gebeurd, dat de lector met een stuk gips werd men, dat volgens een adres der vereeniging van Duit-
nagegooid. Vooral de examengrlef werd door dezen Sche lucifersfabrikanten aan den Rijksdag, de fabrieken
beoordeelaar onbillijk geacht. in het algeloopen jaar slechts 40 p.Ct. van hun vroe-
GEEN BEPERKING VAN ZONDAGSDIENST. gere producten hebben afgeleverd.
De Nederlandsche Bond van Rijkstelefonisten dien- De vereeniging schrijft die vermindeling toe aan drie
de bij den minister van Waterstaat een verzoek in oorzaken:
tot bevordering van de Zondagsrust, waartoe zou lo. het inslaan van groote voorraden door de ver-
kunnen medewerken de toepassing van het dringend bruikers, voordat de belasting werd ingevoerd;
tarief op de gesprekken die des Zondags gevoerd 2o de grootere zuinigheid in het gebruik van luci-
worden. fers als gevolg van de belasting;
De minister gaf daarop aan adressant te kennen: 3o. het gebruik van andere ontstekingsmiddelen, om
Dat het overwegend bezwaar oplevert, om in lucifers uit te winnen.
meerdere mate dan thans reeds geschiedt, de tele- Tegen dc beide eerste punten is niet veel te doen
foondienst op Zon- en feestdagen te beperken." Langzamerhand zullen |de groote voorraden opraken
DE POSTDIEFSTAL TE 's-GRAVENHAGE. - Wc' blijven voortbestaan
- "i.jvcn voorinestaan. Maar
Omtrent de ontdekking van een postmisdrijf aan derde wil men nu optreden. Het gebruik van
het hoofdpostkantoor te 's-Gravenhage, kan nog fk®^^vhngragsnnddeleii wordt bij het invoeren der
wo'den gemeid. dat herhaaldelijk aan dat kantoor uit belastingen te veel onderschat. Een enkele fabriek van
vroolijk keek, zeide hij ongeduldig: „Wij moesten
niet langer schertsen, maar zaken doen."
„Maar ik zeg u, dat u deze menagerie niet zult
koopen," plaagde de Hollander.
„Waarom niet?" vroeg Wolfgang driftig.
„Omdat ze te duur wordt," riep do ander luid
ruchtig.
„Dat is de vraag nog."
„Gaat u tot driemaal honderdduizend francs?"
vroeg de Hollander fluisterend.
„Neen," zeide (deze, „dat is mij een te belache
lijke som, maar wel tot honderdvijfenzeventig dui
zend, als het moet."
„Dan is het zaakje nog te duur," antwoordde de
Hollander zacht. „Weet u wat, laat ons verstandig
zijn. Waarom zullen wij tegen elkaar opbieden. La
ten wij het ding samen koopen. U verstaat het vak,
zooals ge beweert, welnu, ik zoo half en half. La
ten wij er honderd en vijftienduizend francs voor la
ten blijven."
Wolfgang dacht een oogenblik na en zeide: „goed."
„Mejuffrouw Therese," nam nu mijnheer Pieter 't
woord, „vindt u het goed, wanneer wij beiden, mijn
heer Atrani en ik de menagerie samen koopen?"
Therese keek verrast op. „Daarover heb ik Im
mers niets te beslissen," zeide zij, terwijl zij hem
verwonderd aankeek.
„Toch wel," zeide de Hollander, „tenminste ik
wil bepaald uwe toestemming."
„En ik wil die insgelijks niet missen," beweerde
Wolfgang.
Therese bedacht zich een oogenblik.
„Dan zal lk het onder deze dubbele directie maar
eens beproeven," zeide zij opgeruimd.
„Mevrouw Brylandt," riep nu de Hollander, „deze
mijnheer en ik hebben een verbond gesloten en bie
den u samen éen ton, plus vijftienduizend francs.
Wilt u?"
De weduwe, die met zeer groote belangstelling de
onderhandelingen had gevolgd, toonde zich wel wat
teleurgesteld met dezen afloop. Honderd en twintig-
duizeud francs, dat is deze schoone zaak ruimschoots
waard, meende zij.
„Zooals ik geboden heb, en geen penning meer,"
aldus de Hollander, „de transportkosten zijn voor de
helft voor uwe rekening."
De oude dame zag wel in, dat zij met geen dwaas
te doen had, zooals ze eerst had gemeend. Dat was
een kalm man van zaken, begreep zij en sloeg dus
maar toe.
Hiermede nam deze merkwaardige zaak een einde
ext- zoo ging de menagerie in handen van Arendberg
en Atrani over.
Binnen weinige dagen waren de formaliteiten ach
ter den rug. De weduwe Brylandt vertrok en de
nieuwe firma betrok het gebouw.
Wolfgang Mölenhoff had zijn eigen menagerie naar
Europa laten komen om wat afleiding te hebben. Het
leven scheen hem dor en vervelend toe, zonder zijn
dieren. Hij had in den vreemde dit beroep gekozen,
eensdeels omdat zijn moeder hem er steeds van had
afgehouden, dus uit verzet, anderdeels omdat het
verkeer met die geweldige dieren hem aanlokte. Zoo
was hij het beroep van zijn vader gevolgd. Hij had
gedacht zijn menagerie in Embden bij zich te nemen,
louter voor eigen vermaak. Hij was van plan enkele
maanden met de dieren te reizen, om de onkosten
goed te maken. Want hoe verkwistend de speler vroe
ger ook was, nu was hij spaarzaam geworden, het
leek soms wel hebzucht, als er van groote sommen
sprake was. Alleen wanneer het een voldoening zijner
luimen of liefhebberijen gold, dan rekende hij nooit.
Maar toen hem de erfenis zijner moeder niet werd
uitbetaald, werd de zaak wel wat anders.
Hij moest nu wel andere maatregelen nemen en
er vooral op bedacht zijn, dat als de zaken eens een
verkeerden loop namen, hij In de gelegenheid zou
zijn spoedig de plaat te poetsen.
Maar toen ontmoette hij Therese en deze maakte
op hem een diepen indruk.
In zijn brein was het al reeds opgekomen om haar
aan een menagerie te verbinden, waar hij als prin
cipaal zou kunnen optreden. De dood van Brylandt
werkte dit plan in de hand. Het stond bij hem muur
vast, of zij moest zijn vrouw worden, of hij zou haar
uit den weg ruimen. En met een dierentemster kun
nen immers zoo gemakkelijk ongelukken gebeuren.
HOOFDSTUK 6.
De zomer was in zijn volle heerlijkheid aangeko
men. De natuur vierde hoogtij. Het was een genot
om buiten te zijn.
Advocaat Rössum wandelde aan den oever van den
Dollard, maar scheen in 't geheel geen oog te heb
ben voor de heerlijkheden der natuur. Hij wandelde
met het hoofd diep op de borst en wanneer hij zijn
oogen opsloeg, waren zij bedroefd en beneveld.
„Ik ben niet gelukkig," mompelde hij nu weemoe
dig, „het zal mij niet gelukken. Met het proces kom
ik maar niet verder en haar hart schijn ik niet te
kunnen winnen. Haar brieven blijven even koel en
bepalen zich tot het strikt zakelijke."
Hij nam den laatsten brief uit zijn zak en las
dien voor de zooveelste maal nog eens door. „Zeer
geëerde heer!" steeds dien stijven aanhef," riep
hij uit.
„Daar u mij indertijd hebt gevraagd," zoo zette
hij zijn lectuur voort, „om in het belang onzer zaak
van elke, hoe onbeduidende verandering in mijn le
ven in kennis te worden gesteld, zoo wil ik mij niet
onverschillig betoonen tegenover uw zoo groote goed
heid en opofferingsgezindheid. Ik meld u daaromf
doctor," „die vervloekte titelatuur," mopperde de
advocaat, „dat hindert me zoo, het is zoo koud als
ijs." „Ik meld u daarom, dat mijn oude vriend
en principaal Brylandt gestorven is en ik verkocht
ben met de menagerie aan een Hollander Pieter
Arendberg geheeten, en aan een Italiaan met den
naam Atrani Wij reizen vandaag nog met een extra-
trein naar Brussel Veel geluk in onze zaak. Gegroet
van Mario en uw dienstv. dienaresse Therese Hor
sten."
„Vriendelijk niets meer dan beleefd en vrien
delijk," riep de jonge man pijnlijk getroffen uit.
„Geen woord erover, dat zij deze yreeselijke werk
kring wenscht te verlaten. Ik heb er laatst duidelijk
genoeg op gezinspeeld, dat zij eigenlijk als was aan
gewezen de vrouw te worden van een fatsoenlijk
man. Ik heb haar duidelijk gezegd, dat als zij haar
beroep wenschte te verlaten, ik genegen was mijn
laatsten druppel bloed voor haar te laten. Geen
woord daarover zelfs niet een enkel' vriendelijk
woord van dank en toch waren haar oogen zoo
dikwijls zacht en vriendelijk op mij gevestigd. Te
dien opzichte heb ik mij niet kunnen bedriegen. Het