Burgerlijke Stand.
ontstekingsmiddelen, zakloestclleljcs. Jiceft in dit jaar1
2 millioen stuks afgeleve d. Dat is de grootc fout van
de lucifersbelasting.
De Regeering v.l nu die toestelletjes cok al gaan
belasten. Maar waar blijft dan het einde'?
De vermindering der 1 uoifersproductie met 60 p.Ct.
is voor de regeering een tegenvaller, voor de fabrie
ken een lamp.
En het is een nieuw bewijs voor de dwaasheid,
om een algemeen gebruiksartikel met 200 percent der
waarde te belasten; het gevolg is, dat een oude be
staande industrie wordt verniejgd. Daartegenover staat
wel het opkomen van een nieuwe industrie, maar het
nadeel voor fabrikanten en werklieden blijft toch be
staan.
Op dien grond vraagt de Vereeniging van Duitsche
lucifersfabrikanten opheffing der belasting op lucifers/
niet alleen omdat zulk een beiasling op verbruiksvoorwer
pen voor de betrokken nijverhe.d n xleelig is, maar ook
uit een algemeen financieel-politiek oogpunt streng moet
worden afgekeurd.
overstrooming.
CHALONS SUR AIARNE, 1 Dcc. De overvloedige
regens deden de takken van de Marne wederom stijgen
en veroorzaakten plaatselijke overstroomingen.
ANGIERS, 1 Dec. Alle lager gelegen gpdedlen der
stad zijn ondergeloopen. De bewoners van de Loire-vallei
verlaten h in woningen. Het station Saint Serge is over
stroomd maar de treinen loopen nog. De electrische
centrale is geheel door het water ingesloten.
PARIJS. 1 Dee. De overstrooming van de Loire ver
brak hedennamididag 1 uur het treinenverkeer tusschen
Angers en Nantes, en Bretagne.
Voornamelijk aan de noordkust zijn Ide departementale
wegen en spoorwegbruggen onbegaanbaar.
NANTES, 1 Dec. De stad is op verschillende plaat
sen overstroomd. Het water is een aantal fabrieken bin
nengedrongen, zoodat thans een menigte arbeiders werk
loos zijn.
CAEN, 1 Dec. De stad staat onder water, de pre
fect heeft dringend verzocht om toezending van schui
ten, ten einde redding te ki nnen bieden; een groot aan
tal bewoners van de buitenwijken zijn ingesloten door
het water.
Het reddingswerk is zeer moeilijk. Een dergelijke
overstrooming was hier tot dusverre nog niet voor
gekomen. Het verkeer op de wegen in het departe
ment is bijna overal gestremd. De scbade 5s aanzienlijk,
ide fabrieken staan stil.
storm en ellende.
CERBERE, 1 Dec. Het blijft nog steeds slecht weer
aan de kusten van Spanje.
De Sar is buiten hare oevers getreden en beeft de
dorpen Padron en Cesures overstroomd.
De bliksem' sloeg in de kerk van Allameida Segra,
het vuur verspreidde zich over het geheele dorp en
veroorzaakte aanzienlijke schade.
TOULON, 30 ,Nov. In den loop van 'den avond
nam de storm in hevigheid toe en viel de regen in
stroomen neder. Een huis stortte in en twee kinderen
werden gewond.
Een sloep van een torpedojager slceg om en twee
matronen verdronken.
ASTRAKAN, 1 Dec. Het stoomschip en de ijsbre-
ker, die uitgezonden waren om hulp te bieden aan
de vierenveertig schepen, die op de Kaspische Zee met
den storm' te kampen hadden, zitten reeds sedert drie
dagen vast in het ijs in den mond van de Wolga.
In een aantal dorpen aan den Wolgamond staan
verscheiden huizen onder water, zestig woningen zijn
reeds ingestort. Vele visschersbooten zijn tc pletter ge
slagen. De vele van hun onderdak beroofde personen
verkeeren in een wanhopigen toestand.
pook kunstboter.
Te Hamburg zijn bij 100 personen, die tot 30 ver
schillende gezinnen behooren, vergiftigingsverschijn.se-
len waargenomen. Margarine, van een zekere firma
afkomstig, bleek de oorzaak te zijn. Er bestaat geen
levensgevaar, maar sommige der patiënten zijn er be
denkelijk aan toe.
Uit een door de Hamburgsche politie ingesteld on
derzoek is gebleken, dat het aantal gevallen van ver
giftiging door margarine veel talrijker was dan men
aanvankelijk meende. Officieel wordt het aantal geval
len op 150 gesteld.
De margarine, die door de vergiftigden was genut
tigd. was, volgens den Hamburgschen berichtgever van
hel Berl. Tagebl. een nieuw soort van liet merk ..Backa"
en eerst sedert eenige dagen in den handel gebracht. Het i
schpiKund onderzoek is nog niet geëindigd, men in een t
echter reeds te weten dat een uit Engeland ingevoerde
vetolie de vergiftiging heeft veroorzaakt. De pobtie
neemt thans proeven mei deze olie.
het hotelwezen.
Te Londen zijn Dinsdag ruim honderd van de eerste
hotelhouders van Oostenrijk aangekomen, die in En
geland en vooral in Londen het hotelwezen willen be-
studeeren. Naar het oordeel van den voorzitter van
de Oostenrijksche hotelhouders-verecniging, Osten, heeft
Londen de beste hotels ter wereld.
per draadlooze.
Voor da eerste maal speelt thans de draadlooze
telegrafie een rol bij de Engelsche verkiezingscampagne.
De unionistische candidaat voor New-Castle (Staf-
fordshire), kapitein Grogan. had op de thuisreis van
Oost-Afrika aan boord van een Duitsch stoomschip be
richt gakregm van de ophanden zijnde verkiezingen.
Sinsdièn staat hij met zijn aaniiangers in New-Castle
voortdurend draadloos in verbinding en zendt hun da
gelijks instructies voor de verkiezingscampagne en ma
nifesten aan zijn kiezers, die dan onmiddellijk in het
district worden verspreid.
de hongersnood in china.
Een nader telegram over den hongersnood in her-
noordelijk gedeelte van An-boei stelt het aantal per
sonen, die daarvan te lijden hebben, op 3.000.000.
Het gebied, waar de voedsclschaarschte zich do^t
leven zou voor mij alle waarde hebben verloren, als
zij niet goed over mij dacht," en de jonge man boog
w ei v droef het hoofd.
Hij had niet bemerkt hoe een jong meisje hem
tegemoet liep. Hij was met zijn gedachten veel te
veel met andere dingen bezig.
Het meisje droeg het eenvoudig kleed van de
■dienstbode van deftigen huize. Maar zij zag er zeer
proper en netjes uit. Zij was niet heel jong meer,
maar zij had een fijnbesueden gelaat, en haar oogen
waren heel mooi. Haar gestalte was evenwel wat ont
sierd door een eenigszins hoogen rug.
De donkere oogen van het meisje waren met oen
dweepende uitdrukking op den jongen man gevestigd.
Nu stond zij vlak voor den advocaat.
„Maar mijnheer, wat loopt u hier diep in gedachten
rond te dwalen," zoo sprak zij den zoon van haar
meester toe.
Heinrich schrikte uit zijn overpeinzing op.
„Ach ben jij het Marie?" luidde het doffe antwoord
„Waar ben je heen geweest?" vroeg hij, om toch
maar iets te zeggen.
„Naar mijn zuster, die zooals u weet, op de heide
woont."
„Gaat het goed met haar?"
„Zij is weer zoo gezond als een visch. Maar het
schijnt alsof dat met u niet het geval is, u wordt
met den dag droefgeestiger."
„Ik heb zorgen, Marte."
„Ach wat, zorgen. U, zulk een knap en rijk heer,"
riep het /meisje uit, terwijl zij hem tersluiks scherp
opnam. „U weet mijnheer, dat wij beiden zijn op
gegroeid, maar zooals u tegenwoordig is, is u nog
nooit geweest."
„Ik ben ook niet gelukkig, Marie." luidde het
droeve antwootd.
„Wat wilt u dan nog meer hebben, dan u al reeds
bezit?"
„Ik heb een lastig proces en zal dat nooit kunnen
winnen."
„O, u bedoelt bet proces van de erfgenamen van
de weduwe Mölenhoff."
gevoelen, ls grooter dan In de dagen van den hon
gersnood van 1907; maar vooralsnog is de ellende
minder acuut dan toen.
een brutaaltje.
Op het station van Edington, Engeland, werd
Dinsdag een heel teer, rozig jongetje van een jaar
of 15 gearresteerd, terwijl bet ventje doende was,
zich zonder plaatsbewijs in een op vertrekken staan-
den trein binnen te smokkelen. Toen men de zak
ken van liet kereltje doorzocht, vond men eenig klein
geld in een damesbeursje, een kinderpistooltje, een
sigarettenkoker en een pijp met tabakszak. Daar het
vermoeden bestond, dat de kleine zijn ouders ont
vlucht was, werd hij naar het politie-bureau ge
bracht. En daar bleek, tot grenzenlooze verbazing
van de omstanders, dat het „ventje" een meisje
was van een jaar of 14, dat Dorothea Morgan heet
te en haar te Birmingham wonende moeder was ont-
loopen. Dorotheaatje is subiedelijk naar een verbeter
huis gebracht.
SPOORWEGONGELUK.
Donderdagochtend zijn op ihet station Imniigrathl
twee goederentreinen, komende uit de riehlingjn. Dussel-
dorf en Keulen tegen elkander ingereden. De zware
locomotieven werden uit de rails geworpen en een
aantal goederenwagens zoodanig ineengedrukt, dat er
geen stuk heel bleef.
De plaats des onheils lag bezaaid met de treurige
overblijfselen van de beide treinen, waardoor grootc
stoornis ontstond in het treinverkeer.
Bij de ramp werd één conducteur doodgedrukt tus
schen de wagens, een aantal anderen werden gevaarlijk
gekwetst, enkele anderen licht. Ook worden nog eenige
spoorwegbeambten vermist.
VAN EEN JONGEN, DIE EEN MEISJE WAS.
Een paar jongelui te Parma waren het eens ge
worden en zouden dezer dagen in het huwelijksbootje
stappen. De aanstaande echtgenoot begaf zich dus naar
het stadhuis om de papieren van zijn meisje in orde
te laten maken, maar werd daar door de ambtenaren
in zijn gezicht uitgelachen, toen hij verklaarde mei
Augusta Marcella Severina Gandolfi te willen trouwen,
want een meisje van dien naam """bestond niet, wel een
jongen van precies denzelfden leeftijd Augusto Marcello
enz. en deze zou, bovendien nog dezer dagen voor den
militairen dienst worden opgeroepen.
Of de jonge man ai bij hoog en bij laag zwoer, dat
zijn meisje geen jongen was, het deed er niet toe,
het register van den burgerlijken stand kende het meisje
niet en dus zal het paartje zijn huwelijksplannen moe
ten uitstellen, totdat de rechtbank formeel heeft uit
gemaakt, dat indertijd een of ander ambtenaar van
den burgerlijken stand zich verschreven heeft en dat
Augusto wel degelijk een Augusta is.
DE KERKELIJKE ORDEN IN SPANJE.
Luidens mededeelingen die, volgens de Köln. Ztg., van
den minister-president Canalejas zelf afkomstig zijn, be
draagt Ihet aantal kloosters in Spanje 3550 en het aan
tal .mannelijke en vrouwelijke ordeleden 60,650. Dat
kan, zoo zegt het blad. slechts een schatting zijn, daar
geen beambten in de afgesloten kloosters mcg.-n doordrin
gen. Het inkomen der ordesliehlingen wordt op
11,520,000 gulden per jaar geschat en vermeerdert jaar
lijks met 10 pCt. Het inkomen zou dus f 1962 per
lid bedragen. Daarbij moet men in hel oog houden, dal
juist de Spaansche kloosters een levendig bedrijf met on
betaalde leerlingen uitoefenen.
Teneinde deze rijke instellingen die zich tot dusver
aan elke belastingbetaling onttrekken, mede te doen
deelen in dien plicht van alle staatsburgers, wensdlit
de regeering allereerst een telling van haar leden en
inschrijving in registers tc doen plaats hebben. Deze
zaak heeft natuurlijk met den godsdienst niets te maken,
niettemin verzetten de bisschoppen zich tegen dezen
maatregel bijna hartstochtelijk. Alleen die van Madrid
en Saragossa erkennen dal het verlangen der regeering
rechtmatig is en de groote politieke partijen, libera
len en conservatieven zijn het in hoofdzaak over de
noodzakelijkheid der hervorming in kerkelijke zaken
eens.
NOG EENS DE BENZINE-BRAND.
De Berlijnscha correspondent van het Hdbld. schrijf
d.d. 30 November:
Nog steeds meer dan tweemaal vierentwintig
uur, duurt de brand in en tusschen de benzine-tanks
van de „Benzln-Lagerungs-Gesellschaft", in de Ber
lijnsche voorstad Boxhagen-Rummelsburg, daar, waar
de uitloopers van de Wuhlheide overgaan in het Kö-
penickerbosch.
's Avonds gloeit er de hemel in het zuidoosten
van Berlijn. En zoodra de duisternis valt, begint de
uittocht van wandelaars, rijtuigen en auto's.
Door breede, rechte straten gaat het, straten
zonder open plekken, alsof heel die buurt achter de
Warschauer Brücke al oud is. Straten met helver
lichte koffiehuis-ramen, groote winkelruiten. Plots
houdt de stad op, komt de Wuhlheide, zandige wei,
nu door regen en mist klef-vuil. 4
Heel eensklaps ziet men vlammen schieten, rook
pluimen krullen. En wanneer het oog gewend is aan
de fel-roode vlam, dan zijn de tanks te onderscheiden,
de reusachtige zinken reservoirs met een omheining
van hoven, met een wenteltrap er tegen, met verbin-
dingsbruggen naar elkaar. Hoog boven elke tank
steekt de bliksem-afleider uit.
Tusschen de tanks woeden de \lammen en een zwarte
rookwolk wijst de windrichting. Hoog reiken de vlam
men niet. Nauwelijks twintig meter. Breed strekken
ze zich ook niet uit. Maar ze blijven er, tergend constant,
even laag en even smal. Ze sloren zich niet aan water,
niet 'aan koolzuur. Heel mooi is het, wanneer ze even
den gekrulden kop laten opgaan in vuilzwarten rook,
wanneer ze even zich splitsen in roode floepjes. Even
later zijn ze er weer, fel rood. zonder gloeiende sintels,
zonder sterren en vonken, tot twintig meter hoogle
opkuivend.
Een voortdurend vlammen en likken, wuiven en
waaien, een orgie van grillige Iichlconlraslen. Flikkert
het even fel op, dan wordt het eenzame bosch hel
verlicht tot heel in de donkere diepte.
Aan den zoom van het bosch staan dc nieuwsgieri
gen. Het Jicht van de vlammen danst in rooden weer
schijn op hun gezicht. De dennestamincn gloeien onder
dc wilde en onrustige licht-reflexcn. Dc jongens, die
in de toppen klommen, kijken elkaar aan, zoo leutig
vinden zij hun roode facies, wanneer de vlam even
omhoog uitschiet. De Köpenicker siraatweg wordt door
gendarmen vrijgehouden. Aan de Sprec-zijdc slaan de
brandspuiten te zwoegen. Tien vuistdikke stralen sproeien
het water over de tanks, die nog niet branden. Om het
terrein is een hooge aarde wal gebouwd. Een trap
leidt op klicn wal. En van daaruit ziet men een meer,
dat dc tanks omspoelt, een meer. dat steeds hooger
rijst. De vlammen schijnen uit het water te komen.
In het meer liggen de wrakken van wenteltrappen,
verbindingsbruggen, stukken zink. Uit het meer sleekt
op. zwart en uitgegloeid, de smal verbogen rand van
de uitgebrande tank.
De vlammen doen de rondingen van de tanks leven
door reflex-licht. Het vuur geeft een spiegelbeeld.
Acht brandweermannen staan op den 'dam en spui
ten de meest bedreigde tanks nat. Het water siepelt
van de zinken wanden in het meer. Een enkel keertje
raakt de straal den eenzamen, nu zoo belaohelijken
bliksemafleider. Dan krullen er wolkjes van waterdamp,
die in de gloedzee opslijgen. Zóó warm is al het metaal.
Twee dagen Lang is er gewerkt, dag en nacht. Vijf
tanks zijn er uitgebrand. Of dc andere veertig zullen
volgenVelen vreezen van ja, omdat de tanks onder
ling door buizen verbonden zijn. Een tank werd zóó
bedreigd, dat men bang was voor een ontploffing door
een nieuwen benzine-voorraad van honderdduizende ki
lo's dus, die moést opbranden, hopeloos opbranden.
Daarom werden in deze tank een paar gaten geboord.
Daaruit ontsnapte langzaam het gas, dat natuurlijk da
delijk vlam vatte. Doch men hoopt hierdoor den druk
zoo te verlagen, dat de kap niet van de tank geslingerd
zal worden.
afschaffers-optocht.
Het Leger des Heils deelt mede, dat zijn reddings
brigade in dit jaar in New-York duizend drankzuchtigen
heef! helpen genezen. Dit waardeerbare succes heeft
men door een grootsche betoog'ng willen vieren. En
echt Amerikaansch. schijnt het, daartoe een optocht te
bedenken van deze duizend nieuwe afschaffers.
Dezer dagen heeft de processie plaats geluid. Zij
schijnt uitstekend te zijn geslaagd, omdat men in Ame
rika de kunst verstaat optochten te honden.
De hoofdgroep bestond natuurlijk uit de duizend
bekeerlingen. Dit gedeelte vond den meesten bijval;
de indruk was zeer gunstig; een enkelen purperen
neuskleur... dit was alles wat er aan herinnering bij
deze demonstratie te zien kwam.
Doch de stoet was verfraaid door een soort van
wel afstootelijk, doch historisch overzicht te geven van
de dronkaardstypen door alle eeuwen heen.
Zoo liep daar mee iemand in het sierlijk gewaad
uit den tijd van Lodewijk XIII; hij maakte van tijd tot
tijd halt, trok een van zijn laarzen uit, waarna dertien
pages toesnelden en dertien flesschen cognac in den
schoen schonken, die de drinkebroer-cdelman in één
teug leegdronk.
Een andere liguur, die aandacht trok, was John
Falstaff; hij droeg z'n buik en mompelde de klassieke
woorden, die bij hem passen: ,,I am a villain".
Onder vele anderen zag men daar den hertog van
Clarence, die den verdrinkingsdood vond in een val
Malvezij.
Daar ging Horatius, in evenwicht gehouden door
Lydia.
Augustus van Polen, Alexander van Macedonië en
Cambrinus gingen schommelend op één rij.
Van nog vroeger datum was Aeschylus, die ook
bijwijlen in kennelijken slaat verkeerde.
Eindelijk werd daar de eerste dronkaard sedert hel
bestaan van onze aarde weggeleid; hei was Noach,
met verdacht hoogen blos op de wangen, wiens wan
kelende schreden gesteund werden door zijn drie zonen.
Doch deze laatste groep, hoe belangrijk ook van
praehistorische waarde, viel weinig in den smaak van
het Amerikaansche publiek. Want voor een van deze
drie zonen, die het prototype van het negerras heette
te zijn, diende een echte neger.
Hij werd harder uitgefloten dan zijn dronken va
der.
Want de Amerikanen mogen de matigheid toejui-
hen zij verdragen in hun optochten geen kleur-
politiek
engelsche suikerbieten in nederland.
Nu er in de laatste weken meerdere zeeschepen met
suikerbieten uit Engeland in de Rotterdamsche havens
zijn gelost en naar verschillende Nederlandsche sui
kerfabrieken verscheept, hebben wij een deskundige om
nadere inlichtingen verzocht over dit voor onzen land
bouw en onze industrie opmerkelijke verschijnsel.
Aan het welwillend antwoord Qp ons verzoek is het
volgende ontleend
,.lk geloof niet, dat er vrees behoeft te bestaan voor
blijvende concurrentie, de Nederlandsche bietenverbon-
wei-s aan te doen met de Engelsche bieten. En wel,
omdat de onkosten, die op de bieten komen, veel te
hoog loopen. Er zullen in de omgeving der verscho-
pingsplaatsen in Engeland wel niet veel bieten direct
per as van het veld geleverd kunnen worden vóór
boord. Men zal, om hoeveelheden van eenig belang te
krijgen, de bieten van het veld per as moeten aanvoe
ren. naar "de spoorlijnen zoodat spoorvracht en over-
ladingskosten in het schip extra uitgaven vormen, die
slechts in weinige givallen op de Nederlandsche bleten
zullen drukken. ,Oip de eilanden Goeree-Overflakkee,
Sohouwen-Duiveland en Walcheren maken een gedeeltel
der bieten verbouwers wel is waar gebruik van trams
om' hunne bieten naar de havens te vervoeren, doch
daarvoor moeten zij zich reeds een uitgaaf getroosten,
want de fabrikanten nemen in de meeste gevallen «J
of slechts een gedeelte dier tramkosten voor hun
rekening. Het gebruikmaken van dit vervoermiddel
gelijk te stellen is met het spoorwegvervoer In Én*4
land, gaat reeds ten kosle van de zakken der vcrbnÜ'f
wem. Bovendien zal het transport te water uit pv/JJ
land zeker meer kosten dan uit de ■verschillende
in Nederland.
Alleen dan, wanneer er hooge prijzen voor de suiuj
te bedingen zijn, zullen de Nederlandsche fabrikant
bieten uit Engeland kunnen invoeren, omdat het ju"
dan nog mogelijk Ls een flinken prijs voor de
in Engeland te betalen. Waar in Engeland slechts
weinige streken de meisjes en vrouwen op het VPï
werken en bovendien dc loonen iets hooger zijn Vr>.
de mannen dan in Nederland, daar zal de bietennri?!
in Engeland vrij hoog moeten zijn, wil hel een looLjf
de cultuur voor onze EngTsche vakgenooten zijn. jnïl
omdat de meisjes en vrouwen daar weinig 0p 't V!.f
werken is oen cultuur van Tieten op uitgebreide sehas
er niet mogelijk. Om de hoogst mogelijke opbrew
van bieten te kunnen krijgen, moeten de bieten in f,7,
prille jeugd zorgvuldig en op tijd bewerkt \vor<jer!
dat is niet mogelijk tenzij men over vele handen 'ui!
beschikken, zoodat in Nederland op tal van plaatsen
waar veel bieten verbouwd worden, een gedeelte a,
schooljeugd gedurende een paar weken tc hulp n^J
L*r\mnii am wol in hrvoMzflAlf VOOT hftf A
komen en wel in hoofd/aak voor het „opéénzetw*
uitdunnen (dat is uittrekken l'der overtollige planv
Zoover mij bleek, bestaat er een bijzondere treden w
het transport der Engelsche bieten naar Nederland. ;r,
enkele streken van het Oosten en Zuid-Ooeten var,
Engeland wil men trachten tot de stichting van heet
wortelsuikerfabrieken te komen. Thans heeft men
verschillende plaatsen in Engeland bieten uitgeza^u.
om na te gaan welke akkeropbrengslen verkregen kun
nen worden en welk suikergehalte de bieten bezitten
Waar het bekend is, dat alle fabrieken, aangesloten bi
den Noderlandschen silikerbictenfabrikantenbondsleed
een tekort aan grondstof hebben, ligt het voor da
hand, dat zij op den beschikbaren Engelschen Voorraai
beslag hebben gelegd. Maar een concurrent van eenl
i beteekenis en van blijvenden aard kan ik in den Er
gelschen bietenverbouwer voor ons niet zien.
j Er bestaat nog een tweede reden, waarom' de Enge
sche bieten naar Nederland zijn gekomen. Zekere firn:
in Zuid-Holland heeft voor de bereiding van haar zr
velproduct: gecondenseerde melk, veel suiker noodé
j Zij is er toe gekomen een elders gelegen boet wortels,
kerfabriek ie exploiteeren en later eene suikerraffm
derij. Grondproducten voor suikerfabriek en raffinader
zijn lang niet altijd in voldoende mate te krijgen i
bovendien is bedoelde firma betrokken bij één, of mi
schien bij meer plannen tot het bouwen van een suiki
fabriek in Engeland, mogelijk reeds met het voornem,
om, wanneer in- of uitvoerbelastingen dat noodig pi
ken haar hoofdproduct, de gecondenseerde mel'^ j
Engeland te gaan vervaardigen. Door haar werken i
Engeland is zij thans de afneemster geworden van
groot deel der daar dit jaar verbouwde bieten.
Afgescheiden hiervan, is er op hetzelfde gebied nq
een ander belangrijk verschijnsel te wachten: De We
ter suikerraffinaderij in Amsterdam staat op het piy
een groolen strijd te gian strijden met do suikerfabr
kanten, die hunne fabrieken hebben verbouwd,, om i
plaats van de zoogenaamde ruwe suiker zo<vjenaam(
witte suiker te manen. Door het fabriceeren van witl
suiker door pJTe beetvvortelsuikerfabrieken wordt aan
Wester-suikerraffinaderij immers niet alleen grond Ir
ontnomen, maar ook treden die fabrikanten als hai
concurrenten op bij de winkeliers. Onlangs kocht <j
Vv ester' een tcrre.n in Oud-Beierland, ma het voord
men daar een beetwortels uikerfabriek te gaan stichtej
om aldus grondstof te krijgen en om de fabrikante]
voor oogen te houden: „heeren, houdt op of gaat nia
verder met dat fabriceeren van z.g.n. wilstiiker'. Was
er voor de bestaande beetworteLsuikcrfabrieken ree
bicten te kort zijn, kunnen deze een nieuwe labris
als die de Wester wil stichten, niet verdragen.
Maar om op den invoer van Engelsche bieten t
rug te komen, ernstiger zou die concurrentie wori
als de Engelsche boeren bietenverbouwers werde
zooals de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche-eiland-bei
woners zijn. De uitbreiding der suikerrietcultuur I
de Zuidelijke landen gaat dikwijls vlugger dan d
uitbreiding der consumptie, vooral ln jaren als 1
laatste, met de hooge suikerprijzen, en daarom is hl
te hopen, dat Engeland zclh voorloopig nog niet ga»
scharen onder de beetwortelsulkerproduceerende lai
den van belang. Maar voor het laatste ben ik, voo
zoover ik de Engelsche toestanden op landbouwgebi»!
zelf kan beoordeelen, nog niet bang.
N. Rt. Crt
het vrouwelijk schoon.
In de Amerikaansche couranten wordt veel aandacf!
gewijd aan de uitspraken van een bekend gvmnastid
'eeraar, Euglee Allen Sargent, en een portretschild
van beteekenis, John. W. Mesander. Deze beweren n
dat de Amerikaansche vrouw door de overmatige wijzl
waarop zij in haai* jeugd zich aan sport overgeeft, hl
vroutvelijke bekoorlijkheid verliest, én allengs iicihaar
vormen gaat aannemen,, die minder .gracieus en
mannelijk zijn. De schilder beweerde zelfs, dat
Amerikaansche vrouw voorbeschikt schijnt om te
liezen, wat tot dusver haar grootste bekoring uj
„Hoe weet jij dat?"
„Waarom zou ik dat niet weten," zeide Marie blo
zend, „al stopt men in huis al zijn ooren dicht,
daarom hoort men er nog wat over."
„Ik zal het moeten verliezen, Marie. Want ik kan
geen enkel spoor van den dief ontdekken. Want het
testament moet gestolen zijn."
„Zou dan de gelukkige afloop van het proces u
zoo zielsgelukkig maken?" vroeg Marie en in haar
oogen flikkerde een zeldzame gloed.
„Hoe kan jij dat nog vragen. Het zou de schoon
ste dag mijns levens zijn, waarop dat geschiedde,"
zuchtte de ander.
I Marie's lippen beefden van ingehouden ontroering,
j Haar witte handen plukten zenuwachtig aan haar
schort en haar donkere oogen schoten vonken.
„Laat u maar niet ontmoedigen, mijnheer," zeide
zij, toen zij haar ontroering weer wat moester was.
i „Alles kan zich nog wel ten beste keeren. Dikwijls
genoeg heeft een zaak er reeds hopeloos uitgezien
en later gebeurde er weer iets heel onverwachts,
waardoor alles weer in geluk en vreugde verkeerde,"
zeide zij troostend: „Adieu mijnheer, houdt maar
goeden moed,, wees maar opgeruimd en vroolijk,"
voegde zij er op eigenaardigen toon aan toe.
„Je bent een goed meisje, Marie," zeide de advo
caat vriendelijk.
„Ik wensch uw geluk," zeide Marie, greep de hand
van den advocaat, hield die eenige oogenblikken vast
en verliet hem toen.
„Ik gaf er de heele wereld voor, ais ik éen oogen-
blik in zijn armen zou mogen rusten," riep zij met
bevende stem uit. „Hij hoeft die juffrouw lief
en zij houdt niet van hem. Maar ik weet waar het
testament ligt en hij zal het hebben," en het meisje
verhaastte haar schreden, met de oogen dweepend
voor zicht uit gericht.
Op dezen warmen Julidag volgde een stille zoele
nacht. Het was of de hitte alles had verlumd. Het
was nacht en ook in den huize Rössuin was alles
in diepen rust. Hinerk Rössum woonde in het hoven-
huis, zijn zoon had zijn kantoor en zijn slaapkamer
in het benedenhuis aan de andere zijde en daaraan
grensde de werkkamer van zijn vader.
.Wat te verwachten was, geschiedde, de zwoele,
zware hitte, ontlastte zich in een geduchten donder
bui. De donder ratelde hevig en het weerlichten was
niet van de lucht.
Het scheen of het kamermeisje Marie, dat op de
bovenverdieping sliep, op dit onweer had gewacht.
Zacht en voorzichtig sloop zij de trap af.
Het meisje stond beneden stil en luisterde aan
dachtig. Zij hoorde blijkbaar niets, want vlug en ze
ker stapte zij de woonkamer van den ouden Rös
sum binnen, liep op een hoekkastje toe, ontsloot dat
en nam daaruit een sleutel en hiermede begaf zij
zich naar het kantoor van den ouden heer.
Daar sloop zij vlug op het schrijfbureau toe, open
de dit, draaide de mahoniehouten zuil om en nam
met vasten greep het daarachter verborgen testa
ment weg; draalde zachtkens alles weder op zijn
plaats, sloot het bureau en liep de trap weer op.
Vlug liep zij naar de woonkamer van den ouden
Hinerk en bracht den sleutel weer op zijn plaats.
Toen ging zij naar het kantoor van Heinrich den
advocaat. Hier trok zij een ongesloten vak van de
schrijftafel, waaraan de jonge advocaat gewoonlijk
werkte, open, en legde het document er in. En met
de hand gedrukt tegen haar luid kloppend hart, ging
zij langzaam heon, nu en dan even stilstaande en
luisterend. Opgewonden en nauwelijks meer op haar
boenen kunnende staan, bereikte zij haar kamer.
Daar viel zij doodmoe op haar bed neer.
HOOFDSTUK 6.
Het was in een der voorsteden van Brussel dat
de menagerie Atrani-Arendberg een plaats had ge
vonden. Het ging met de zaken heel goed. De in
komsten waren best De eigenaars konden tevreden
zijn... en waren dat toch niet.
Mijnheer Arendberg wantrouwde zijn compagnon.
Deze had zulke vreemde manieren om met de wilde
dieren om te gaan. De Hollander mocht dan geen
man van het vak zijn en Atrani wel, Arenberg be
greep er toch wel zooveel van, dat het spelletje dat
GEMEENTE CALLANTSOOG.
Ingeschreven gedurende de maand Nov. 1910.
Geboren: Anna Cornelia, dochter van Pieler
der Fluit en Maria Kooijinan. Hillcgonda, dochter rt
Jan Bijvoet en Maartje Visser. Anna, dochter van Dr
Mulder en IJda Rood.
Ondertrouwd en Gehuwd: Geene.
OverledenGeene.
do Italittn dreef, zeer gevaarlijk was. Daarbij kir*1
nog, dat Atrani al zijn best deed om wat nader
Therese te komen. Hij deed dit wel zeer voorziet®»
en bedaard, maar voor de kloeke oogen van den Hos
lander was het toch zeer goed merkbaar.
Arendberg vond zijn oompagnon een vreemden
betrouwbaren sinjeur. Dan eens trad hij tegenov
Therese op alsof zij een gravin was en dau w
Het hij zich tot een vertrouwelijkheid verleiden,
haar bepaald moest beleedigen. Dan weer was t
op endo op de rijke man en haar patroon. HÜ blei
soms dagen achtereen uit de menagerie weg, ©n ni
mand wist waar hij was, om dan eensklaps weer
verschijnen en niet van de zijde van Therese te
ken.
Dit vreemde gedrag verontrustte den Hollander
tot zijn genoegen bemerkte hij, dat het ook Ther«
niet behaagde. Hoe indringender de Italiaan deed,
koeler en trotscher Therese hem bejegende.
Therese moest zich zelf bekennen, dat zij de*
Atrani een mooi en belangwekkend man vond. 0
gewekt en geestig in zijn onderhoud, was hö
in staat een vrouw te bekoren. Zijn geheele pers"0
lijkheid was gehuld in een romantisch en gebc'®2''
r.ig licht en zijn gloeiende oogen waren wel
staat een vrouwenhart sneller te doen kloppen-
Dit zeide Therese meermalen tot zichzelf.
eenmaal goed in hun vreemde uitdrukking had P|
zien, bleven ze bij. Wanneer zijn bleeke vingers iem^
aanraakten, was het alsof zij electriciteit uitstra^
den als dit bij Therese geschiedde liepen haar
rillingen langs den rug. hfl
En telkens als A'rani het woord tot haar riet1
ontstelde zij en zij was kalm en gelukkig als
eenige dagen afwezig bleef. j
Met mijnheer Pleter stond zij op een zeer vri«
schappelijken voet. Hij behandelde haar gehee'^
al als zijn verloofde, wier woord hij had, eve0J
onder de bepaling, dat alles voor derden nog u
geheim moest blijven. Hij zorgde uitnemend voor "1
meisje.
Wordt vervolg". I