Asthma. vertrouwen had, dat 't aan vertrouwen niet eens dacht, en er z'cb, als op 'a kussen, op te slapen legde. Zg behoorden ons toe, zx>alswy haar toebehoorden: geheel en wjf goven ons geen rekenschap ran de wfjderztfdache verhoüd ihg. En nu wjj mannen geworden zijn, ntf plaatsen die zelfde waarheden zich telkens tegenover ons, en wy zien haar aan als vreemden, en al doen we nog zoo ons bost wjj kunnen haar niet herkennen en wij kun nen ons haar niet meer herinneren. Dat ons kinderhart ooit met haar hetzelfde lied gezongen heeft, weten wij niet meer; dat ons kinderhart haar zelfde taal gesproken, haar eigen licht in zich gedragen heeft, zijn wij vergeten. Als zoo'11 waarheid en overtuiging nu haar mond open «doet en tot ons spreekt, verstaan wij haar niet. of erger: veinzen we haar niet te verstaan, en zijn verbaasd of veinzen verbaasd te zijn over haar bestaan en haar optreden. En als zij met groote beslist heid en openbaring van 'n diep en ernstig karakter op treedt, is hare taal de onze niet meer. Zij is 'n vreem- delingo voor ons gewordenen 't geval, dat eens op de binnenplaats van het huis van Kajafas plaats had, her haalt zich, on wij vertoonden aan landsknecht en dienst maagd „Zoo waarachtig als ik leef, ik ken deze niet." En toch liegen wij d»n. Ik zeg niet: bewust zooals Petrus toen bewust loog; maar toch liegen wij dan. 't Schijnt wel, alsof met het ouder-worden ons herinneringsvermogen is verminderd en onze ziel die toen w\j nog heel klein waren, elke waarheid en wijs heid begroop de kracht tot het openen en behouden daarvan verloren heeft. Onze geleerdheid heeft zich uit gebreid en ons vermogen om te rekenen 2X2=4 en nog veel moeielykor dingen is er op vooruit gegaan rna&r onze wijsheid, onze onbevangen wijsheid, die in elke ziel 'u vriendin erkende en elke ziel ook tot een vriendin was, staat niet meer op hare oorspronkelijke ik voor mij zeg :natuurlijk hoogte. Wat zij zich her innerd is vaag, als een onduidelijk gerucht uit een ver land, en zij heeft er niet den minsten weet meer van, hoe de engelen praten. Toen het kind gespeend werd, en later, toen 't naar school ging; en nog later, toen het moest gaan rond- tobben in de wereld, tusschen menschen, die hun woord gaveo om het te breken; tusschen menschen, die ■vriendschap en liefde laenten, en tegelijkertijd onver schilligheid en vijandschap smeedden is onverschillig heid voor het geluk van anderen dan iets anders dan vijandschap later, toenoch God, toen die wereld kwam met zijn geknoei en gekonkel, zijn egoïsme en zorgen om onder dak te komen, toen liefde 'n soort van marktwaar bleek, die gekocht kon worden tegen genot van kost en inwoning, en om eigen bezit on eigen zielskracht naar de bliksem te helpen, en de publieke opinie die 'n publieke leugen is er voor waakte, dat bet schreien en snikken, het vloeken en knarsetanden van mannen en vrouwen, die zichzelf bedrogen of bedrogen werden, niet tot over de straten klonk later, toen er geen ziel meer noodig was, om iets wat ziel is te verstaan, toen zij 'n overtolligheid,'n sta in-den- weg geworden was, doodeenvoudig omdat heel de rommel een en al oppervlakkigheid was en van ziel zelfs geen sprake meer; toen gezwets in de plaats was getreden idoeüa en schunnige praatjes voor geestigheid Dat kan h)j «lef. 'n Stqdent had in een koffiehuis zeer gepocht op tjjn kennis, en vertelde tot vervelens toe, wat hij zooal wist. 'Dit werd eindelijk zoo erg, dat 't niet meer aan te hooren was, cn een der aanwezigen stond op, ging naar do pochkous toe en zei: Nu heb je ons al zooveel verteld van wat Je kant, vertel ons nu eens wat je niet kunt. Wat ik niet kan vroeg de student, Dat kan ik je gauw zeggenIk kan mijn gelag niet betalen. Gemengd Nieuws. Wel wat zonderling Een zonderlinge toestand werd dezer dagen door een revisor ontdekt aan het station Taschkent. Hot bleek namelijk, dat de stationschef op kosten van den staat er een completen harem op nahield van niet min der dan 22 jonge, knappe meisjes. Deze meisjes heotten telegrafisten, schoonmaaksters en stationsbeambten on ontvingen als zoodanig bezoldiging van staatswege. In werkelijkheid echter vormden zij den harem van den chef, die genoegeljjk feesten en flinke slemppartijen mot haar hield alles natuurlijk op staatskosten. De chef en bet meerendeel van de onder hom staande beambten pleegden bovend:en op groote schaal spoorwegdiefstal. Bij het verdoelen van den buit nam bij voor zich steeds ondergoed, japonnen en vrouwensieraden, waarmede hy dan de dames van zijn harem dan begiftigde. De wacht kamer eerste klas werd door den chef als feestzaal ge bruikt, waar schitterende partyen werden gegeven, die bekostigd werden uit de opbrengst van het personen- en goederenvervoer. Treurig ongeluk. Op een spoorlijn voor goederenvervoer in het SilerdaJ, Hongarije, raakte eergisteren een met boomstammen geladen spoorwegwagon los, die in ijlende vaart de hel ling afvloog en onder in het dal in een bocht uit de rails sprong. Daar ter plaatse bevonden zich een 25-tal honthakkera. De wagon kantelde en bedolf 20 arbeiders, waarvan 11 op slag gedood werden, terwijl er twee levensgevaarlijk werden gewond. Spoorwegongeluk. Weir een spoorwegongeluk. Ditmaal in den tunnel bij Yincennes, op vijftig meters afstand van het station. Woensdagochtend waren wegwerkers bezig in den tun nel, waar dubbel spoor ligt, den weg te herstellen, toen om even voor half acht een trein naar Parijs langs kwam. De wegwerkers weken uit, door zich op het andere spoor te plaatsan, maar bjj na op hetzelfde oogen- blik vloog de sneltrein uit Parys komende, den tunnel binnen. Do ongelukkige mboiders konden, door den gro'èle bcteek®n£ lïekeiïf I hftr. tmraaa van n«n AArct-nn f-rAin 7ion nnr-Vi la bet Dollerland nog meer, te weten: 485LOOO.GOO in Hollandsche guldens. Onder de schenkers van 1910 staat Andrew Carnegie aan 't hoofd met bijna 43 milll- oen, Isaak Weyman met 24 miilioen, de Staaltrust met 10.2 mlihoén, mevrouw Russell Sage met bjjaa 9 miili oen, Pierpont Morgan met 6 miilioen, enz. llo:kefelier heeft in het geheel 354 miilioen guldens weggeschonken, maar Caroegie niet minder dan 448.8 miilioen. In de laatste 10 jaar zyn in Amerika ten bate van scholen, ziekenhuizen, wetenschappelijke instellingen, enz. ruim 2 4 milliard guldens geschonken. OVER DE AFSCHAFFING DER DOODSTRAF. „Deutsche Juristenztg. heeft het noodig geoordeeld een aantal voorstanders van de doodstraf verklaringen over liun meening tc laten afleggen. Onder deze be vindt zich ook de president van het Reiclisgericht te Lcipzig. dr. Von Scckendorf. die schrijft ..Ik verklaar gaarne dat ik thans, cn voornamelijk in liet puitsdie rijk, voor het behoud der doodstraf op treedt." Dit woord van den hoogs ten Duitsche» rechterlij ken ambtenaar brengt de redactie van de Frankf. Ztg. een kleine geschiedenis in herinnering. Zij speelt in do werkkamer van een prins; de handelende jiersonen zijn: deze prins en een zijner ministers, CamUlo Rota geheeten. De prins: „Wat is er nog? Iets te ondeiteekaién Rota: „Een doodvonnis moet worden onderteekend." Pe prins: „Zeer gaarne! Geef het maar vlug hier." Rota (met nadruk en den prins scherp aanziend)- „Een doodvonnis... zeide ik..." De prins: „Jawel, ik hoorde het wel. Het kon al reeds gebeurd zijn. Ik heb haast." Rota (zijn papieren naziende 1. „Nu lieb ik liet toch nog laten liggen... Verbeef mij, heer. Maai' liet kan ook wel tot morgen uigesteld worden." Do prins: „Óok idat nog. Pak nu dé boel maar bijeen, ik moet weg. Morgen, Rota, een meer!" (af. 1 Rota (terwijl hij de papieren- bijecnpakt cn heengaat, hoofdschuddend): „Zeer gaarne? Een doodvonnis, zeer fiarne? Ik had'het hem thans niet kunnen, laten, on- erteekenen, zelfs als het den moordenaar van mijn eigen zoon gegolden liad. Zeer gaarne! zeer gaarne! Het gaat mij door de ziel. .dat ontzettende gaarne!" Deze aanhaling is uit Emilia Galotti, 1c bedrijf, 8e tooneel. Wellicht verklaart Lessing's woord het best, welken indruk het gaarne van den .president Von Seckendorf maken moet in Duitschland en daarbuiten EZELINNENMELK. Reeds iu de hoogc oudheid had de czelinnenmelk een dat Poppaea, de vrouw atoom en het geraas van den eersten trein, zien noch Nero ora haar Sdioonhéid te onderhouden, dag> hooren. Twee wegwerkers z(jn op slag gedood, acht zijn Jijks ta „j-ljnnenmclk baadde cn mei dat doel 500 er gewond, allen ernstig; drie nagenoeg hopeloos. ezelinnen hield, die op al haar reizen meetrokken, rv vr "°"«er*"ood 'n Voorn! als zuigelingendrank heeft de melk van eze- De New York Herald verneemt uit Sjanghai, dat de ]jnnen hoogc waarde, daar haar samenstelling die der toestand m Nanking en de omstreken dier plaats uiterst moedermelk het mokt nabij komt en zij bovendien kritiek is. Zulks tengevolge van de instrooming van kijma volstrekt kiemvrij kan verkregen worden. Aan berooide vluchtelingen uit de hongersnood streken. Vol- tuberculose lijden deze dieren zoo buitengewoon zol- gens de berichten uit Kwangsoe en Anhoei is de hon- den dat dc bij dc koemelk terecht zoo gevreesde ver- garsnood^ in die provincies de ergste, die China heeft ontreiniging met dc kiemen der tering feitelijk bij de Indien er voor het besch kbaar komen van den nieuwen oogst geen hulp wordt verleend, loopen 3,000,000 men schen gevaar, van den honger te sterren Om het voor doorgingen;.1" toon^traden «ïïfiii vroWdeUogen geopend is. a& SSS uv e. V - j- I nfltAn Ar veer hAr. nASC.h Irhnar L-nman van Han niannon j.i .1 waarheden en overtuigingen voor ons, die in ons persoonlijk voor-historisch denken zoo beslist ons eigendom waren, als moeders liefde,en we hebben ^QÖ"J5tTH^nrïAh "mewA^ >o i u f zo niet meer kunnen herkennen. En indien wy aleenig i» fin vur n vermoeden van vroegere bekendheid hadden, hebben wjj 18 663 bedrag van een half miilioen dit vermoeden niet durven uitspreken, en haar aange- nooa|8i keken als vreemdelingen, met wie wjj nooit iets hadden 1 mTT?rTa n t. „T uit te staan. w steenen arbeidshuis van twee men ter inperking van de sterfte onder de zuigelingen En deze leugen, die onze ergste is, omdat wjj haar j kopermyn ln het Artwmdistrict is schitierendstè resultaten bereikt. Daar de met zoo-, liegen tegen ons diepst bewustzijn van waarheid en I bedennac!ht door een lawine verwoest. Negentien peren- toebereide czelinnenmelk tamelijk duur is, Je plank, de onbetrouwbare plank geworden, nen 21111 eedood- zeetien ernstre. zeventiar licht cowond. top- KAmwLrei/toi i rondzwalken op de zae van het Leven, om den wat te redden is: huisraad en mcoie ;and en reputatie, geld en allerlei dingen, waarvoor, over 's levens toonbank gereikt, nog iets makende kiemen is die melk zoo arm, dat zij zonder eenig bezwaar rauw genoten kan worden. Op de internationale tentoonstelling tc Dresden in den a.s. zomer zal ook te zien zijn, hoe men in een nabij die stad gelegen boerderij, de „Ilellerhof", voor beeldig ingericht in hygiënisch opzicht, ezelinnen houdt en de melk aflevert voor zuigelingen voedsel, waarmede kleeren, stand waarvoor, over - geboden kan worden', door even groote leugenaars en dwazen, als wjj zelf zijn. Maar aan de öorsptonkeljjke waarheden denken wjj niet m^er. Zal dit zoo voortduren? Zullen die innigste waarheden van recht en zielenverwantschap die waar zijn, omdat zjj waar waren voor onze onbevangen, onbedorven kinderharten steeds door ons als vreemdelingen behandeld worden Hoe zullen wjj dan tegenover haar 6taan, als wjj oud geworden zijn? Als de warmte van de zon niet meer tot onz9 verkleumde harten kan door dringen? Als de argwaan 'n schild en 'n pantser geworden is, die eiken toegang van vertrouwen on mogelijk maakt? Hoe zullen wjj dan tegenover haar staan? Zullen wjj haar dan misschien bestrijden? 't Loopt er heen en ik vrees ervoor. "Waar schuilt dan toch de verklaring van dit geheim, en hoe moet het raadsel opgelost worden, als wjj aan den eenen kant hooren beweren, dat Waarheid „strjj dend veroverd" en door „offers verkregen" moet word m, en aan den anderen kant de ervaring hebben opgedaan, dat de Waarheid ons 't dichtst nabij was, toen we nog -niet wisten wat strjj 1 en offir was? - Het woord „Levensstrijd" i« 'n parool geworden, dat op iedere lippen is; fatsoenlijke menschen en dieven tezwen het, en er kan heel wat mede bedoeld worden: Etr jjd om het bestaan, strijd met begrippen en meeningen van anderen. Kan er ook mee bedoeld worden de strijd met ons eigen innerlijk zijn, mit 'n inn'ge Waarheid, die de wereld in den loop der jaren 'n leugen is gaan ach'en? Strijd met 'n waarachtig „ja" binnen in ons, wair de menichen „neen" oordeelen? En is dit dan misschien het raadsel van ons bestaan H. d. H. liegen tegeu UU» uiopak uonuswuu nanuom ou7 veel ZUra iowjcitow - recht, ie de platlk, de onbetrouwbare plank geworden, n0n U gedood, eeetien ernstig, zeventig licht gewond. men drieërlei tm-ivfvoor bemiddelden, minder waarop wij rondzwalken op de zee van het leven, om T.„. bemiddelden en onbemiddelden, zoodat ook de arm- nog te redden wat te redden is: huisraad en mcoie ..^"k'bdgencln te Bremeu heeft eenige dagen su,n .v;<nn,.,;r .fte arts het vooisclinjtt, voor hun km- -•v reputatie, geld en allerlei dingen, v o merkwaardige bn lang niet onver- deren van deze melk gebruik kunnen maken. levens toonbank gereikt, nog iets makeljke zaak uitspraak gedaan. De universeele erfge- a_l Huisvlijt. schonden had. In'Duitschland namelfik kan een erflater d^a'week'oTèThilreng-raeS om redenen, die tot echtscheiding zoSden knnuhh voered ^Sèfe^^g^kK™MeH,>rard« zgn echtgenoote ook van het hsar toekomende daelont- toestond uit zijn lezing eenlge uittreksels erven. Ia het onderhavige geval nu was dit geschied. 7er8iaKg„ 11 aati den bezoekers van 't De treurende weduwe kwam echter tegen het testaj ^u«Yn d0^ Kerneente maar ook anderen lezers en ment op en eischte uitbetaling van het haar toekomend* ^ere380n van dit blad'met het volgende een dienst te naam van een onlangs overleden predikant, weigerde j aan de weduwe van dezen het haar toekomende erfdeel uit te betalen .op grond dat zjj de echtelijke trouw go- ken. Een aardig voorbeeldje werd gegeven. Een kennisgezin reisde 'a zomers met den draaimolen rond. In den winter woonde 't in een stadje, waar een klein huisje was gehuurd. In het begin van November kwamen de kinderen gewoonlijk op school. Hier hadden ze gehoord, dat er in Maart van het volgend jaar een Tentoonstelling van Huisvlijt zou gehouden worden. „Vader" hadden ze gevraagd, „zouden wjj daar Iets voor kunnen maken Vader had de schouders opgehaald en was lachende 't huis uitgeloopen. Maar de kinderen daar waren zejkinderen voor hadden de vraag herhaald en nogeens, totdat vader vroeg: „Wat zou jeiui er van zeggen, als we omen draaimolen eens in 't klein precies namaakten?" Algemeene instemming, ook bjj moeder. En op de Tentoonstelling stond een keurige draai molen, tot in de kleinste bijzonderheden nagebootst, on hjj kon flink in de rondte gaan, als de kruk gedraaid werd 't was een lust! Eenige dagen na de Tentoonstelling kwam de moeder bjj de Huisvlytcommissie om de 10 gulden in ontvangst te nemen, waarvoor het werkstuk verkocht was. „We!, juffrouw", zei een der commissieleden „de com missie vond uw molen heel nauwkeurig en mooi be werkt, maar ze raadt U aan in 't vervolg iets te maken, dat meer door iedereen gebruikt en geplaatst kan wor den, want het is eigenlijk een bof, dat voor dat stuk nog een kooper gevonden isweinigen maar kunnen zulk een som aan kinderspeelgoed besteden." „O. Mjjnheer", zei de vrouw, nadat ze 't geld ln ont vangst genomen en de kwitantie geteekend had, ik dank U en de andere heeren wel hartelyk en ik begrijp ook wel, dat andere dingen gemakkelijk verkocht kunnen worden, maar ?1 had ik den draaimolen weer naar huis mee moeten nemen, dan zou ik toch erg dankbaar voor die Tentoonstelling geweest zyn. Want we hebben nog nooit zoo'n pleizierigen winter gehad als nu. Anders liepen we eigenlijk ons allemaal zoo wat te vervelen en m'n man en de kinderen slenterden dan zoo wat op straat, en als ze dan eindeljjk thuis kwamen leek alle vriendelijkheid wel weg en we gingen maar koud en grommerig naar bed. Maar van den winterWel, me lieve man, wat hebben we 's avonds een pret gehad. Dat was maar, wie 't eerste thuis zou wezenEa dan gauw de lamp aan en allemaal om de tafel heen. Ik en de meisjes aan het knippen en naaien van de linnenbovenkap, van al do kleine gordijntjes en de vlaggetjes. De kleintjes druk aan 't kraaltjes rtieen. Mijn man en de jongens aan het andere deel. En 't was een bedrijvigheid en een schikken en een ambitie dat je er den heelen avond warm van was. Maar! de grootste moeilijkheid kwam nog, toen hij in mekaar zat: hij wou eerst maar in 't geheel niet draaien. Dfin was Kij aan den eenen kant te zwaar, eil dón sleepte hij weer aan den anderen kant. Dal gaf een getob. Maar niet ophouden telkens weer anders geprobeerd. Totdat op eens, toen weer aan 't krukkie gedraaid werd, de molen ging. hij ging etn bleef grif doordraaien. Daar gaat ie l hij gaal i En de kleintjes klapten in de handen cn. allen hadden we echte pret. Wat ik je zeg, meneer die tien gulden, ja we kunnen ze best gebruiken, maar ze hebben lang zooveel waarde niet voor me als het geluk, dat we dezen winter in huis gehad hebben." Nog een voorbeeldje, waaruit tevens blijkt, dat ook uit zoo goed ais waardelooze grondstoffen nog veel kan ver\"aardigd Worden. Och, eigenlijk is er niets zon der waarde, van sigarenkistjes, takjes, dennenappels, pérepitten ,gerstkorreLs, weggeworpen stukjes blik, siga- renpuntjes, mos. schelpjes enz. enz. kunnen soms aller aardigste voorwerpen vervaardigd worden. Wordt vervolgd. RECLAMES. om redenen, die tot e De treurende weduwe kwam echter"! tegen Verlichting gegarandeerd, anders geld terug. Dr. R. Schiffmann's Middel tegen asthma faalt nooit deel. De universeele erfgenaam van de dominee voerde als weigering, om het haar uit te keeren aan, dat dé Dewyzen' tl. domine sche nu en dan wel eens een weinig aan het Spreker begon met belangstelling te vragen voor Huis- vryen geweest was met 'n jongen „Pfarramtskandidat" die ongeziene toovergodin. dia zich tot heden en den proponent wel eens gekust had. Dat was volgens sleedt» hier en daar vertoont en die hyI wt 1 iwenaan den universeelen schending van echtelijke tröuw. De kloppen bjj zeer veel gezinnen, want zy t« net. aie ae rechtbank dacht er anders over, vond dat kussen nu ledige uren vult; die de verveling verban^; die da geest niet zoo heel erg en wees de weduwe het haar toeko kracht opwekt; die de verbeeldingskracht aanzat tot mende deel toe. scheppen; die het pareoonlyker van den mensen aoet in het dadelijke verlichting in de ergst* De vrijgevigheid van Amerikaaosehe uitkouieu; die vaardigheid van hand en ooe verhoogt .hmo mllliardair*. eu het gevoel van eigenwaarde in den menschverjeven^-jgevallen van Asthma. Men behoeft niet op de uit laden - opstelletje over Garnegirt'8 Jongste mtlHoeneh- digt. werking te wachten het werkt direct, onmiddellijk giften waaronder zich alleen voor de vredeszaak 24 la daarom die fee niet de krachtige bondgenoote van j en en geneest bepaald alle gevallen die genezen mulioéft in Hollandsche guldens bevinden - toont de oudereen opvoeders, zjj, die do opvoedkunde is van de D a d e 1 ij k e verlichting wordt gega- Revue Suisse aan, dat de totale som der door Ameri- daad?! kaansche milliardairs in het jaar 19 Otot nh.lantropischó Met voorbeelden naar aanleiding van Huisvlytt^ntoon-1 randeerd m de hevigste aanvallen, hoe zwaar dc be- doeleinden geschonken giften minstens 36J,00J,00ü gul-., stellingen lichtte spr. toe de waarheid van de spreuknauw<jheid en hoe hardnekkig de kwaal ook is. Het TeSWrag zouden een vol j.ar lang alle uitgaven, *15 '^"wn^^U^d^nVet'^de™ betaalde geld voor een pakje il. 1 50 word. terug- ten laste van leger en vloot der VoreenigdeS.aten,ruirri vau Huisvlijt is? 't Is do hoogere betsetenis voormen- gegeven door de firma bij wie het gekooht is. .wan- gedekt kunnen worden. Mocht men er echter lust in schen, die n.et tot de bevoorrechten behooren, wa nun neer |lej mjddei ia'het gebruik niet voldoet, hebben, dan zou men met deze som óók de staat«schul- geestetyken aanleg betreft. Hun geduld en vo naraing,Schiffmans Asthina Middel is verkriiohaar bii den van Denemarken en Noorwegen kunnen afdoen. Ais waarin ze vaak de meerdere zyn van de geestely* beter-L>r. bcmnmans Asthma MKidei js verknjgbaax bij de duiten onder de bevolking van de Unie verdeeld aaugelegdeu, doen ze voorwerpen vervaardigen, die he- de firma J. Rotgans, zouden worden, dan kreeg ieder inwoner nog bijna 2 wondering afdwingen. Ook voor gebrekkigen, ja zeiis (Ook op schriftelij! dollar. voor blinden ts Huisvlyt een zegenende weldoenster. In 't jaar 1909 bedroeg de weggeschonken som gelds^ Overal kan ze tevredenheid en nog meer dan ditochen- zij zoo achteloos is. Wanneer de nieuwe keukenmeid konU", mevrouw beschouwde dit reeds als oen uit gemaakt feit "dan mag ik haar geen verscheurd bed- degoed geven. En toen iic nu haar matras optilde ■wat denkt ge dat ik tocïi in handen kre^ portret." Zij kéék Ksór man doordringend aan. „Hm hm!" liet ïriyaheér Rudptf ricli hooren. De geschiedenis.- .Mas'hem - vólBómdh raadselachtig, hij sdiudde het hoofd, bekeek het portret en zeiüo eindelijk Het is een oud portret. Wie wéét hoe lang het reecis onder de raatras heeft gelegen. Jet heeft bepaald nog geen enkele maal geed haar bad opgemaakt ,Oeh Rudoif', antwoordde Louise, „ik denk dat dit" heel moeilijk een oud portret zal kunnen zijn. Als ik mij tenminste niet vergis, draag jij daarop je nieuwe blauwe pak." Mijnheer wierp een schuinen blik op zyn vrouw. Hij had al dadelijk begrepen, dat het por.rot zl)n vrouw zeer verdacht voorkwam. Wist zij misschien dat hij gisteren met Wollrabe de kennis had rondge- loopen? En speelde zij nu misschien oen weinig co- medie met hem? Maar wat moest dat dan beteckonen? Hij verzekerde zijn vrouw, dat zijn blauwe jas van een heel ander model was, dan die op het porbret. Vroeger had hij ook reeds zulk een jas gehad. Een jaar of vijf, zes geleden, had hij hem ais vrijgezel gedragen. Hij had toen bepaald zijn porbret wel eens Uiten maken, misscliien wel bij een vorigen vriend, een pas beginnenden fotograaf." „Jet hoeft zich gisteren zoo vreemd gedragen", be gon mevrouw Böhmer weder. Toen zij met het portret in de hand bij Jet in de keuken was gekomen, toen werd het meisje eens klaps doodsbleek en had pardoes de soepterrine laten vallen." De geschiedenis werd mijnheer er met duidelijker op. Maar hij zag zioh wel verplicht Jet haar opireden ten strengste of te keuren en zijn deelneming te betuigen in hel voor ziin vrouw zoo ernsiige verlies. Een oogenbük later had hij den moed te vragen, vanwaar of Jet het portret had. „Dat weet ik niet luidde het antwoord. (Ook op schriftelijke aanvrage met inzending van f 1.65) met garantie, dat zij het tegen het wik betaalde bedrag terugneemt als hel middel niet vo4- ^..'doet. „Weet jij dat iüet. Ik dacht dat gij Jet dat toch F en, dat mevrou* jaloersch op haar was, wanneer zij wel zoudt hebben gevraagd." zooveel ophef maakte van een oud portret; Louise keek haar man even aan, om te zien, in Louise was van een ander gevodten dat nel naar sxr boos op je wegens je lichtzinnigheid en brutali- hoeverre hij deze woorden meende én deelde toen koud wal de meid dacht. En als de zaak zoo onsauu- teit, om zijn portret stil weg te nemen en dat te hou- Jouw mede, (dat er uit Jet geen enkel woord te halen was dig was, had de meid niet beurtelings rood. ot wie den jjmlaats van het terug te geven, zooals het had geweest. Zij kon het onmogelijk zeggen, meende zij. te ,,;wwden. En bovendien was het een beleedigtng aan behooid. Waar heb je dat portret gevonden?" Mijnheer Böhmer vorid het heel nux>t van Jetvdat zij Me nemen, dat.'aj"jaloersch' jou - kunnen zijmop naar Mijnheer verwachtte nicls and<,vs.te hopren,,dan op het njet zeggen,, wjldé hoe, zij, aan het portrèt^gélcó- 'keukenmeid; en zij retóocht haarman^yan dyrffihjke a* «aW re» «n VKr-t ««r inéh w-as en'hóópte dht fiet' meusje maar standvastig uitingen verschoond te blijven. zou blijven. Volgens zijn vermoeden moest zn het „Welnu, als je het dan wilt, zal ik Jet wel eens ergens hebben gevonden, en hij begreep alleen maar ondervragen." niet, waarom- het meisje zoo hardnekkig zweeg. „Ja% dat is goed, maar xn mijne togenwoordighml Een ander ding begreep mijnheer Böhmer evenwel aldus "Louise. die elke giheime samenkomst tussen, heel goed. n.1., dat Zijn vróuw jaloersch was cn het dat tweetal wilde verhmueren. was dus zaak, de geschiedenis zoo kalm mogelijk af „Dat acht ik werkelijk onge»- w- - - te handelen niet inhouden en uil dit kleme voorval zou aldra een jet bleef evenwel stom als een vink. Het kind was „Kindje",' zeide hij, met een glimlach om de lippen, grool schandaal groeien." blijkbaar zeer ontsteld maar mevrouw kende geen medes „Jet is dus zenuwachtig geweest, je hebt haar te hard „Maar ik duid hel met, dat ]ij iels met JetaUoen ]ljdcn mc, haar ZlJ tc getoor-en, dat haar man aangepakt. Zij heeft hel pude portret zonder je toe- afmaakt. Jij neemt ^ud dMrlwpend i^n btscher- w-erkclijk de kenkemnod het por rc^ had Beur- stemming wicggenomen, dat -is al."i - - de kermis", maar Jet zweeg en keek strak wor zich uit. J „Mijnheer verlangt te wotcn, hoe jë aan dat por tret komt", herhaalde mevrouw Böhmer nog heftiger. Jet bleef zwijgen, ofschoon zij .over haar g?heele lichaam beefde. iwwtitt «uvrt „Wat duivel meid, wil je je mond wel eens open Dat acht ik werkelijk ongewenscht. Jij kunt je dnft doen'\ nep mevrouw Voor de dode maal. ..ti .lil 1.1... nn t'/VAPVl I Tftl t f ld PD f tftii T L 1.1f 1 „In ,n I non .nnl. IJ nf omdat jij zegt er niet mee te kunnen klaar komen' meeiide Rudoif. Je drijft den spot met mij en je behoeft met deze zaak niet te schertsen. Moet ik Jet binnen roepen, ja „Ja. zij steelt als een raaf. Den mantel heeft zij ook al weggenomen." Weer keek mevrouw haar man onderzoekend aan. „Je hebt toch geen bewijzen, dat zij dat werkelijk heeft gedaan." „Jawel ik heb gezien, dat zij hem heeft weg gebracht. Jij moet Jet zelf maar eens in het verhoor nemen. Jk kan met haar niet verebr komen, Zij is brutaal en liegt." of neen?' Angstig wachtte zij op zijn antwoord. Zijn godrae 1 Rudoif kende zijn vrouw voldoende, om te be\iel haar niet. Hij trad niet ronduit genoeg tegen dat zij haar zin moest hebben en dat zij hem gaen haar op. Hij draaide om dc zaak heen cn dat rust zou laten, voor zij haar wal had doorgezet. Hy kon alleen zijn oorzaak hebben in het niet bezitten besloot dus maar haar haar zin te geven. \an een zuiver geweten. ..Laat Jet dan maar komen besloot hij eindelijk. Mijnheer Böhmer wees de hem onwelkome op- Mevrouw Böhmer riep Jet binnen, dracht dan ook van ds hand. Het arme kind was niet weinig verlcgan. Zy wist „Lieve kind, laai die onbe eekenende zaak toch !oo- niet hoe zij ach moest houden en het hélst had zy pen. Het is de moei'e niet waard." haar oogan maar gesloten, om memendal meer te „Rudoif, het is geen onbe!eekenende zaak. Een keu- zien. -- kenmeid heeft het recht niet zich hel portret van haar Waarom zij geroepen was, daarover verkeerde zy meester toe te eigmen en in hiar bod te verbergen, geen oogcnb'.ik meer in twnjfe!. Zij was cvenwrel vas. Dat hoo-t niet zoo en bovcnd'en, wij moeten tocdi besloten zich gïen woord te laten ontval! on. Zy begreep weten, hoe zij aan dat porlret komt." nu dat de profetie der waarzegster aan haar bewaar- Mijnhêcr Böhmer zetie een ornsVg g zicht en trachtte heid werd. zijn echtgenoote te beredeneeren, dat Jet wel kon den- „Jet", begon mevrouw op strengen toon, „mynneor nung. Jij de rest der woorden hield zij binnen, teling, keek zij van den een naar de andere. Haar wan- toen 'zij zag. haar man op het punt stond dru- ggn waren rood. haar oogen gloeiden, tig- ie worden. „Jij bent voel te goed en zult al Jetje", zeide mijnheer nu kalm, daar ook hem hei praatjes die zij je op de.- mouw spelt golooven.' i gedrag van het meisje onverklaarbaar werd. „Jetje, je lk denk wel dat ik Jet zal moeten verhooren, gunt het gerust openhartig zeggen er is g2en kwaad bij." „Er is *vel iets kwaads bij, iels zeer sleehls cn leclijks", voerde zijn echtgenoote scherp aan. „Beken maar gerust. Je vondt het portret ergens in een kast of lade en hebt je dat toegeëigend. Je dacht zeker wel dal je het mocht hebben." „Rudoif, ik verbied ie Jet oen d?rgriijken leugen in den mond te leggen. Zij zou Jet niet hebben geloofd, al had het meisje op de vraag van mijnheer nu ook ja gezegd. Doch Jet zweeg ook nu. „Geef dan toch eenig antwoord, Jet", vermaande mijn heer. maar ook nu zonder gevolg. „Mijn hemel meid, sta daar nu met, of je alle spraak, verïoren hebt", zeide mijnheer. .Jet, met al je halslarrighcid maak je de zaak steeds ereèr. Ik zal het er wel uitkriigen ik zal en jk wil het vve'enl" riep nu mevrouw. Jet zweeg. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 6