Grepen it Land- ea Talon.
Vera,
Zaterdag 25 Maart 1911.
55e Jaargang. No. 4887.
TWEEDE BLAD.
OLXni. OVERWEGINGEN IN DEN ZAAITIJD.
Zoodra de lente haar intrede doet, denkt elke
landman aan zaaien, ledereen, die zijn bedrijf goed
geregeld heeft is de leuze toegedaan: vroeg
zaaien! Intusschen, hoe goed ook dit voornemen
mag wezen, de omstandigheden dwingen dikwijls tot
wachten. Men, heeft het weer nu eenmaal niet in de
hand. Het mag een teleurstelling wezen, als men de
zaaiwerkzaamheden niet ten uitvoer kan brengen in
de dagen, welke men ervoor had uitgedacht, de
kans op een rijken oogst wordt er gelukkig niet door
in, gevaar gebracht. Ik denk hier aan deü gulden
spreuk onzer Vaderen: „late haver komt ook op."
Voor mij is deze kwestie zóo, dat ik denk, alles
komt terecht, wanneer ik za,ai op tijd, d. w. z. wan
neer de grond door de wisselende weersinvloeden is
gekomen in den gewenschten toestand om het zaad
te ontvangen.
Drie dingen zijn noodzakelijk om het uitgestrooi
de zaad tot ontkieming te brengen:, vocht, lucht
eu een bepaalde temperatuur, waarbij de groei der
kiem kan aanvangen.
De meeste onzer landbouwgewassen kunnen reeds
ontkiemen, zoodra de temperatuur iets boven het
vriespunt ligt; zoo is het met boonen, en erwten,
met haver en gerst. Dat is de reden, waarom men
deze gewassen in het voorjaar het eerst aan, den
schoot der aarde; toevertrouwt. Intusschen telen
vrij ook gewassen, die aan de temperatuur hoogere
eischen stellen en met het oog daarop verschuiven
wij den zaaitijd der bieten tot begin Mei en die der
gele of bruine boonen tot in, de tweede helft van
Bloeimaand.
Zaait men deze gewassen vroeger, dan nemen de
zaden, wel water op, maar de kiem wordt niet ten
leven gewekt. De overal aanwezige rottingsbacteriën
en schimmels gaan inmiddels haar gang, dringen het
zaad binnen, eigenen zich het ^reserve-voedsel toe
en brengen de kiem ten ondergang.
Het zaaien vóór de tijd gekomen, is, dat de bodem
een voldoende temperatuur heeft om het voortkie-
mingsproces te doen plaats hebben, is de oorzaak,
dat bij menigeen, maïs voor groenvoer mislukt of
vooral in den tuin, komkommers, augurken, poste-1
lein en bloemzaden niet „opkomen". Men geeft dan j
de schuld aan het zaaizaad, maar de oorzaak van
het mislukken der zaaiïng moet gezocht worden inl
het feit, dat de zaaier niet voldoende rekening'
hield met de vrij hooge temperatuur in den grond,
waarbij de ontkieming van bovengenoemde zaden
pas kon beginnen.
Een ontkiemend zaad leeft den eersten tijd van
het in het zaad vastgelegde reserve-voedsel. Als dit
na, eenige weken, verbruikt is, moet de jonge pllant
met hare nog tengere wortels de noodige voedings
stoffen uit den grond kunnen halen- Is deze te koud
of te nat, dan is een der vereischte stoffen nog
niet gevormd, het zoo noodzakelijke salpeter is door
de bodembacteriën nog niet bereid. De plant gaat
hongeren, gaat kwijnen, valt wellicht ten prooi aan
bodemjparasieten, die in betere conditie verkeeren
dan haar slachtoffer en tengevolge van een en an-
der is de kans groot, dat het gewas nooit meer op
zijn verhaal komt. Onder zulke omstandigheden kan
dus te vroeg gezaaid zijn.
Sommige voorjaren is de ware zaaitijd reeds aan-
gebroken in de eerste dagen van Maart en op andere
tijden komt deze pas tegen of zelfs in April. Toch
behoeft daarin geen bron te liggen voor ongerust
heid over het telen van een rijken oogst.
Jarenlange ondervinding leerde mij, dat de juiste
zaaitijd pas was aangebroken, zoodra de akkers zoo
verre waren afgedroogd, dat zij behoorlijk bezaaid
konden worden- Soms was dit reeds vroegtijdig het
geval, doch menigmaal werd het geduld van den land
bouwer lang op de proef gesteld.
Er zijn menschen, die op den rechten zaaitijd nog
niet gereed zijn met de bewerking hunner akkers en
als er met den zaaitijd een periode optreedt van.
scherpe en langdurige droogte komen zij niet meer
gereed. Zij zijn gedwongen te laat te zaaien, zoodat
de bovengrond te veel is uitgedroogd en het zaad
niet meer vlug en normaal kan ontkiemen. Hier is
het zaaien over tijd de oorzaak der slechte gevol
gen, doch niet het late voorjaar.
Er zijn streken in ons land, waar door gebrek
kige bemaling het zaaien meestal later moet uitge
voerd worden dan voor de grondsoort wenscheüjk
is. Ik ken kleistreken, waar de voorjaarswerkzaam
heden om het waterbezwaar gemiddeld een maand te
laat worden uitgevoerd. Niemand zal het verwonde
ren, dat daar de oogsten altijd tegenvallen. Maar
geen deskundige zal ooit aldaar adviseeren om vroe
ger te zaaien, want eerstens kan dit slecht door te
groote natheid van den grond, maar vervolgens put
de groeiende kiem het reservevoedsel uit, terwijl de
zoekende wortelvezels nog geen salpeter kunnen be
machtigen. In zulke streken kan geen verbetering
komen door enkele weken vroeger te zaaien, doch
daar moet de waterstand doelmatig geregeld worden.
Gebruik van chili bij het zaaien zal ook gunstig wer
ken.
De landbouwer, die woont in een polder, waar men
het water meester is, of die, als zulks niet het
geval ls, door bemaling van ztjn land, zelf deze
noodzakelijke aangelegenheid in orde brengt, zaait
niet later maar ook niet vroeger dan wanneer de
grond droog genoeg is om bezaaid te worden en
ook itt late voorjaren kan hij met gerustheid hopen
op een rijken oogst. Slechts diegene zal schade lij
den, die niet op tijd klaar was met zaaien.
Mijn advies is niet,: zaai zoo vroeg mogelijk vol
gens den kalender, doch zaai zoodra de omstandig
heden het toelaten. Door rationeele bemesting, deug
delijke grondbewerking in den herfst en een krach
tige bemaling der landerijen in winter en voorjaar,
zal men. altijd anderen vooruit zijn. Door de zoo
even genoemde middelen, waarvan kundige landbou
wers zoo nauwgezet gebruik maken, worden zij in
staat gesteld altijd vroeger dan anderen te kunnen
zaaien en, daarom is vroeg zaaien voor hen een
middel voor rijkere opbrengsten. Ik geloof, dat in 't
algemeen de raad beter is: zorgt, dat ge zoo vroeg
mogelijk kunt zaaien.'! In vele streken zal dit be-
teekenen een belangrijke wijziging in de bedrijven,
d. w. z. verbetering van bemaling, draineering enz.
Er is geen gemakkelijker weg aan te wijzen om al
daar te komen tot de mogelijkheid van rijke op
brengsten.
De gemiddelde opbrengsten der landerijen, zijn in
de laatste halve eeuw beduidend gestegen door het
gebruik van de rijenzaajmachines. Het gewas wordt
door rijenteelt steviger, rijpt regelmatiger, is min
der onderhevig aan ziekten en kan gemakkelijker
gewied worden. Het zaaien op rijen heeft het „bra
ken" overbodig gemaakt en alleen daardoor de op
brengsten in zes jaren thans gelijk gemaakt aan die
van in zeven jaren voorheen.
In kleine bedrijven zaait men uit gebrek aan
machines nog veel „in het wild". Laat men daar band-
zaaimachines of éenpaards-zaaimachines aanschaffen,
want het uitplukken van het onkruid kost enorm
veel geld en tijd.
Rijenteelt beteekent overal groote vooruitgang op
landbouwgebied.
ZAAIT HET ALLERBESTE ZAAIZAAD! Dit heeft
in de eerste plaats betrekking op de variëteiten of
rassen, welke gebleken zijn voor een zekere streek
het, meest aanbevelenswaardig te zijn,. Nu eens ver
dient een bepaald ras aanbeveling, omdat het hoogere
opbrengsten geeft, b.v. Wilhelmina-tarwe; dan weer,
omdat het bovendien steviger stroo heeft: als Zege-
haver en Mansholtshaver No. II; of wijl het minder
vatbaar is voor ziekte, b.v. het aardappeleuras Bra-
vos. Behalve „adel" moet alle zaaizaad hebben een
uitstekende kiemkracht eu een taoogen graad van
zuiverheid.
Bij alle deze deugden kan zaaizaad toch nog be
smet zijn met de sporen van; gevaarlijke ziekten,
b.v. „brand" in de granen. Voorzichtige landbouwers
hebben daarom sinds lang de voorzorg genomen
bet zaaigraan te „vitriolen" met 2 ons kopervitriool
per mud. Gelukkig is deze verstandige voorzorgmaat
regel algemeen in gebruik gekomen voor zaaitarwe,
doch wordt helaas nog veel te weinig toegepast op
haver en gerst.
De landbouwers kunnen met trots wijzen op den
grooten, vooruitgang in, het bedrijf ontstaan, door toe
passing van moderne bemesting en gebruik van n,ieu-
werwet9che machines. Door nog grooier zorg te wij
den aan, het zaaizaad kan menig bedrijf nog tot
grooter productie-vermogen worden opgevoerd.
Het moet van de daken, gepredikt worden, dat het
gebruik van het allerbeste zaaizaad besliste winsten
moet opleveren en daarom kan het niet genoeg her
haald worden, dat het allerbeste nog maar juist
goed genoeg is om tot zaaizaad te dienen. Wat ge
zaait, zult ge oogsten!
D. E. LANDMAN.
waarop overwerk is toegelaten.
Overgenomen is slechts dat der Commissie van
Rapporteurs om de bevoegdheid van het districts
hoofd om vergunning te verleenen voor het verrich
ten van overwerk niet uit te breiden.
Het „aspect" is, dat de minister van-avond bij
art. 5 eene vrij aardige zege zal bevechten. Wat
hem eerlijk gezegd. van „de overzijde", niet
alte moeilijk Ls gemaakt. Edoch, hij heeft zich
kranig geweerd. Ook dit moet erkend.
Mr. ANTONIO.
P.S. Interpellatie numero?... De heer Duys vroeg
1 en verkreeg verlof om op nader te bepalen dag
„eenige vragen" te richten tot de ministers van
IBinnenlandsche Zaken en van, Justitie omtrent on
regelmatigheden in het gemeentebeheer en het be-
I leid der justitie in de gemeenten Doornspijk en
Gorssel.
Hinnenlandsch Nieuws.
Van het Haagsche Binnenhof.
Tweede Kamer.
Den Haag, 23 Maart.
Er is, na do rede van minister Talma,
van de amendementen op „het hart" der Arbeidswet,
artikel 5, ingediend, bitter weinig overgebleven. Het
arbeidsverbod voor do gehuwde vrouw, van
Katholieke zijde bij monde van den heer Aalber-
se verdedigd, is stellig ten, doode gedoemd. Ook
de grijze beer De Savornin Lohmanom wien zich,
zoodra hij het woord vraagt, kring van belangstel
lende toehoorders vau allerlei kleur en politieke
pluimage vormtOok de heer Lohman beeft er
zich vierkant tegen verklaard. De gehuwde vrouw
behoort niet tot de „personae miserabiles", door de
wet te beschermen. Het gezond verstand moet hiel
den doorslag geven. Waar broodsgebrek heerscht,
doordien de man, de natuurlijke kostwinner en, ver
zorger, ziek of onmachtig is, uit anderen hoofde,
om „het aas" op te halen. wel, daar mag
immers de vrouw, de huismoeder, niet worden ver
kort in haar recht om voor het gezin te zorgen!...
Lohman en Schaper ontmoetten elkaar hier tóch.
De malle poging-Aaiberse is dau ook reeds ten doode
gedoemd.
De minister heeft aan zijn artikel vastgehouden en
zal 't er ook wel door-halen. Het gezond verstand
is in deze stellig aan zijn kantDe bevoegdheid
om 10Vz uur te werken, in het vooruitzicht van de
twee uren vrijdom per week en den vrijen Zaterdag
middag is in onze arbeiders-kringen zeer stellig popu
lair.
De amendementen om nachtarbeid, voor jongens
in glasblazerijen radicaal te verbieden heeft de heer
Talma op even overtuigende wijze bestreden als het
voorstel-Artó om het verbod van speetarbeld te be
perken tot gehuwde vrouwen, 't Laatste voorstel is
pure malligheid; wat de glasblazerijen betreft, beeft
men zich vergewist, dat slechts de eisch van deugde
lijke vakopleiding doorslag mag geven.
Het amendement-Aalberse, strekkend om aan ge
huwde vrouwen te verbieden geregeld In fabrieken
en werkplaatsen te arbeiden, was gemakkelijk te be
kampen. De argumenten, ertegen in te brengen, lig
gen voor het oprapen... En 't is bij voorbaat ver
oordeeld, gevonnist, ten doode gedoemd.
Alle verdere amendementen, op „het hart der
wet" voorgesteld, heeft de heer Talma met kracht,
met „entrain", met talent ook wel, bekampt. Met
zeer veel nadruk o. a. het sociaal-democratische, be-
oogend inkrimping van het aantal dagen en uren.
EEN NIEUWE POLDER.
Vanwege de domeinen zal binnenkort wederom een
belangrijke indijking plaats hebben. Op 11 April a.s.
zal namelijk te Middelburg worden aanbesteed het
maken van een zeedijk op de buitengronden in het
Axelsche Gat, ter verbinding van den zeedijk van den
Kanaalpolder met dien van den De Loozepolder, be
nevens het uitvoeren van een groot aantal, werken
in den Nieuwen polder en, den KanaalpoMer.
BRAND8HCHTI N'G.
Voor eenigen, tijd werd een ingezetene vanNieuw-
Buinen door de rechtbank te Assen tot 2 jaar ge
vangenisstraf veroordeeld, wegens poging tot brand
stichting enz. bij den heer F., hoofd eener bijzondere
school. Nadat de veroordeeld© gevangen genomen
was, werden op nieuw pogingen tot brandstichting
bij den, heer F. gepleegd, en werden zelfs eenmaal
glasruiten verbrijzeld, terwijl de politie in 't huis
van F. aan,wezig was. In verband met die misdrij
ven, was de vrouw van, den veroordeelde reeds een
maal in het arrestantenlokaal opgesloten. Sinds eeni
gen tijd nu hield de politie 's nachts wacht in de
I woning van den heer F.
j Woensdagnacht zagen twee rijksveldwachters, dat
iemand beproefde een der jaloezieën van het huis
van den heer F. in brand te steken.
De rijksveldwachter Oosting sprong onmiddellijk
door het raam en had het geluk den brandstichter
te grijpen, die dadelijk in het arrestantenlokaal is
opgesloten.
Velen, twijfelen thans aan de schuld van den in-
1 dertijd veroordeelde.
I HET MOND- EN KLAUWZEER.
In het begin van de week werd in de N. Arnh.
Ct. meegedeeld, dat 168 stuks onteigend vee naar
het Gemeentelijk Slachthuis te Arnhem waren over-
j gebracht om te worden afgemaakt. Het vee was af
komstig van door mond- en klauwzeer aangetaste
stallen uit den omtrek van Lobith.
I De onteigening en afmaking geschiedden op
j last der Regeering, die aan eigenaren de bij de
onteigening bepaalde waarde vergoedt, terwijl de op-
brengst van bet verkochte vleesch komt in minde
ring van de door het Rijk gemaakte kosten. Daar die
opbrengst blijft verre beneden de waarde, is het na
deel door de schatkist te lijden aanzienlijk.
De minister van Landbouw hoopt door dezen kras-
sen maatregel den voortgang der ziekte te stuiten 1
en den veestapel te behoeden voor de nadeelige ge
volgen eener algemeene verspreiding vau de ziekte.
Het pogen is niet anders dan toe te juichen, schrijft
de N. Arnh. Een sluiting van de grenzen voor ons
vee moet men trachten te voorkomen. Intusschen
rijst de vraag, of het pogen zal baten en dit noemt
de N. Arnh. zeer twijfelachtig, nu nagenoeg overal in j
Duitschland, op onze grenzen de ziekte epidemisch
heerscht. Ook bij de uiterste zorg en met de mede-
werking van &llq bij de veeteelt betrokkenen, is bij
een dergelijken toestand het weren der besmetting
nagenoeg onmogelijk. Zooals eenige jaren geleden in
Friesland ia geconstateerd, werd de ziekte door de
vogels voortgeplant.
Daarbij komt, zegt de N. Arnh., dat de veehouder
bet mond- en klauwzeer niet als een gevaarlijke, hoog
stens als een lastige ziekte beschouwt, zoo iets ais
de mazelen bij kinderen. Men moet het vee laten
doorzieken. Er ia niets tegen te doen, zoo beweert
men. De medewerking weiae de Regeering van die
zijde ondervindt, is aan ook meer schijn dan wer-
i kenjkheid. En nu men weet dat bij onteigening de
voile waarde terug ontvangen worat, en na de be-
loite door minister Talma in Groningen gedaan, dat
ook de schade in het bedrijf door de onteigening
geteden, zaï worden vergoed, is oe kans op meaewer
king er niet op verhoogd.
I „Wij voor ons geiooven, dat indien bet niet
lukt ue ziekte thans voor goed te stuiten, de Re- j
geering verstandig zal doen het aimakmgssLelsel niet
langer toe te passen; zoo in, het beiang van 's rijks
schatkist,als terwine van, het enorme nadeel aa,t
onze zuivelindustrie zal lijden door oe vermindering
van onzén veestapel."
AAKTSW'ÜLD.
De iaiKiuouwer Jb. Bais van Aartswoud. de West-
Frieschc tramlijn te Opmeer met paard en bakwagen
overstekende. Kwam, eemgermate uooi zijnde, met de
train, hoewei die geirem jwü, in aanraking, zoodat zijn
baawagen, totaal vermeid werd. Paart en voerman,
welko raatste schadevergoeding wil eisohen. bekwamen
geen letsel.
Nieuw© Niedorp.
Donderdagavond 23 Maart 1911 werd de 2-jarige Tuin-
bouwwiii ter cursus te Nieuwe Niedorp (gmouuen bi
scnooi no. 1. kom dorp;, mei eene opcainare les in
dat lokaal besloten.
Hootd van den cursus was de br. Chr. Drenth (Hoofd
der scnooi te jVioobeeK,), terwijl hel onderwijs iioor
den beer Drenüi m den heer leer (tuinman dor ver-
eeniguig tot exploitatie van een Froottuin in Nieuwe
Nieuorpl werd g.g>;\en.
Dij de openbare Jes die te half 7 aangevangen, on
geveer een paar uren duurde, traden de ixmc g^ioemut
leeraren beurtelings óp en werd heel wat kx-rsiol' be-
Feuilleton.
De laatste stralen van de ondergaande zon gaven
aan de muren van het kleine, eenvoudige kamer!je
een vriendelijk aanzien en streelden zachtkens dc wan
gen van een jong meisje, dat over een waaier gebo
gen, deze laatste stralen nog' gebruikte om haar schil
derwerk zoo lang mogelijk voort te zeiten.
Het was een ai moedig vertrekje en de weinige meu
bels waren ouderwetsch en verkeerden in een verval-
wi'331' Maar urt alles sprak een pogen, om het
(pbe©1 een zoo gezellig mogelijk aanzien te geven. Op
het hagelwitte kleed, aat over de tafel lag, stond een
g.as met rrissche bloemen en de muren waren met goed-
ma?r Vl"oolijke prenten versierd.
poster was zoo wijd mogelijk geopend
en hel de heerlijke geuren van bui!en rijkelijk binnen
stroomen. Men had over den voor'uin heen het uit
zicht op de straten van een vriendelijke voorstad, die
op dezen heerlijken Zondagavond drr.kker dan ooit be
zocht werden. Men hoorde het g?luid van verscheidene
stemmen, groepen van d:"uk pratende wandelaars en
lachende kinderen. Rij uigen rolden heen en weer En
dat alles gebeurde, zonder dat het in t minst dc aan
dacht van het meisje trok. Eindelijk, toen het dag
licht voor goed afscheid nam, spoelde zij haar penseel
uit. schoof baar krukje achteruit en liep naar het raam
om oens uit te kijken.
Zij boog zich diep uit het raam en genoot met
blijkbaar welgevallen van de opstijgende geuren der
seringen, die in den kleinen tuin bloeiden. Haat
blik rustte langen tijd op de talrijke wandelaars, die
langzamerhand naar huis terugkeerden.
Naar huis, zij had zoo over deze woorden, ge
dacht, dat zij ze onwillekeurig uitsprak en, ver
schrikt door haar eigen stem, zij zich omkeerde om
te zien of iemand haar verstaan kon hebben.
„Naar huis!" kende zij de beteekenis hiervan, dat
ze haar zoo metsleeple? Of was het slechts het na
tuurlijk verlangen van het menschelijk hart, om ge
lukkig te zijn met de gelukkigen?
Peinzend dwaalden haar donkere oogen door het
kanicrtje heen. Plotseling verscheen op den drempel
eene bejaarde dame.
„Lieve hemel, Vera," riep zij verwijtend uit, „daar
Btu je weer het venster uit te kijken en voert niets
uit, in 't geheel niets! To'en Ik je den geheelen nar-
middag vrij gaf en dat nog wel op een Zondag, als
de dienstboden haar uitgaansdag hebben, mocht !k
toch wel met reden verwachten, dat ge eindelijk
ook eens aan mij zoudt denken, of ik je diensten
ook soms noodig had. Het is een leelijke eigen
schap van de geheele hand te nemen, als er maar
een vinger gegeven wordt. En toen ik u een vrijen
middag toestond, was daar de avond niet onder be
grepen. Ik begin ook eindelijk eens naar rust te
verlangen.
Dominé Ruker was beneden met zijn doove moeder
en ik heb den last van het gesprek alleen moeten
dragen, zeker, wel een half uur lang, terwijl jij hier
heenijk boven zat. Dominé vond het niet goed dat
ik dat schilderen van waaiers toestond. Die dingen
dienden nergens anders voor, dan tot ijdeie opschik
en brachten, u bovendien in aanraking met den win
kelier.
net jonge meisje, dat haar gereedschappen in een
kast Iwi opgL-üo.gon en ane verwijten zwijgend haa
aangeboo.d, ^eek bij deze wooiden verscauikl op.
is het toen met jnet hem eens, juurouw \Vel-
diiig/" viotg l-iti meisje.
„wat ik uoe, is legjiijkertijd uitspanning en arbeid
voo. mij en ik zou net waarlijk mei weten, hoe ik
bet tekort in niijn kas zou kunnen bestrijden, als ik
Zondag» niet meer scliLderen moont."
wii je damuiee zeggen, dat ik niet genoeg voor
je <loe, vera?" vroeg ue oude duno drixeg. Wil je
daa.meo zegden, dai net on.ecn.\aa.<Lg is, cLu ioi, naaat
je drie jaar ni niujne imientmg onderwas nebt geluid,
nu eenige jaren hu.p van je verlang zonder salaris?"
hel jo.^i nietsje keek op en schudde het hoofd.
„Neen, ua. wLue ik niet zeggen, u tSeei bel het best
van allen, hoe dankbaar ik u oen en dat iiel jnxjn
vurigste verlangen is. mijn scüu.d af te doen. \>ai
zouu. u evenwci zeggen, tos ik niij niet beijverde om
zeli voor mijn kleuio uitgaven te zorgen. Ik doe zoo
zuinig megenjk, maar ik moet toch wet eens ieis koo-
pen. Dat is ie.s, waar dommee bepaald niet aan heeft
gedacht."
De oude dame wierp een onderzoekenden blik op
de vrij povere kleedmg van het meisje en zeide toen
op meer vriendeLjken toon: „Nu, l>e. is mij goed, ik
ben je steeds behulpzaam geweest en biijf verder beleid
tot aue ouers. <Le binnen de grenzen dar mogelijkheid
zijn te brengen. Hei was gaen kleine verpliuj.ing, die
oom mij b.j zijn erfdeel oplegde, dat jk jou moJM
opvoeden.
Ik ben tenminste blij te hooren, dat je mij er
kentelijk l.ent en inziet, dat jouw tijd. en jouw werk
Ihandeld. w. n.bij de n-,n M.rrt funk an'.tv ,ordden
bij dc talrijke then g richt.: \rag.-n.
N'a afloop der c» wc d. buiten kg nwooid'gheid der
leerling -n beslist xver (fipU.ii.i- ir.jkvig. De leerlin
gen bicken allen vwr nlrciking v.i.i c i diplom in
aanmerking Ie komen.
Achtereem dgens werden vwu-.'koadi. Iiar.clijk en
wnnttlterende bewoordingen .spioken door dc hceren
IK. I>. Ha:,IN. voorzitter v.ui d n Ihori. hi,. J. f».
HflZdoop. Kijkslundbo ivvleeraar voor onze provincie'
wonende te Alkmaar en C. Drcntli .ii Mocibeek. waarna
dc heer A. Arts namóut alk- leerlingen (huik uitbracht
aan dc beide leeraren v oor het gmo cu - onderwijs en
vervolgens oen tweetal keurig ui'gcvoerd. foto's in lijst
aanbood, .(voor elk der leeraren één die in dank
werden aangenomen. Hierna v*.,v dc bijeenkomst,
waarop we nevens icciaren en leerling n nog zagen het
Dagcbjksch Bestuur der gemeente. IK. Haars (voorzitter
van den Proeftuin, en de lieer Hazekop. benevens som
mige belangstellenden afgrloopcn.
- St. MaurietiMbrug.
Naar wij vernemen is mej. I.. W. I Valk, lijdelijk
onderwijzeres alhier, met inging v.ui 1 April benoemd
lot onderwijzeres bij het O. L. O. te Botterdam
EEN ZONDERLING OUDJE.
Op den l ilenb irg te s-Hertogenbosch woonde een
zekere vrouw H..- haar .nan wordt op kosten der ge
meente verpleegd in het krankzinnigengesticht, terwijl
dc vrouw van de Algem. Armen onderhouden wordt.
Dinsdag inoest de vrouw, daar zij ziek was en reeds
zeventien (Lagen niet van haar bed was geweest, naar
liet ziekenhuis worden vervoerd.
Dc wanorde en dc v uiiigheid, die m haar woning
heersrfiten, zijn gewoon niet te beschrijven, en do
stank was ondragelijk. Toen men echter ging in-
specteeren. vond men onder verschillende lompen en
in lompen gewikkeld, een groote som geld. Wij hoor
den van een groote f 1500. Er zijn geldstukken bij.
waarop schimmel zat, zoolang waren zij al bewaart.
Uit alle ooi-werpen en todden, die men, ondanks
den vriezen toestand, den moed heeft tc onderzoe
ken, komt nog geld te voorschijn. 's-H. Ct.
DAT LIEP MIS!
Gisternacht heeft een dief door middel van een
bootje getracht een hoeveelheid steenkolen te slelén
van het terrein der waschinrichting op de Hirtes
Boulevard te Breda, welk terrein grenst aan de An
of W eerijsDe dief heeft het bootje echter zoo
zwaar belast, dat het ter plaatse tengevolge van
overlading is gezonken. De dief heeft vermoedeiijk
een hat pak gekregen.
8T. MAARTENSBRUG.
De heer C. D. Smit Dz. alhier is opgeroepen voor
het mondeling examen voor toelating tot de kweek
school voor onderwijzers te Haarlem.
W ARMENHUIZEN.
.Met genoegen melden wij. dat Woensdagavond, op
vereerend verzoek, ten tweede male werd opgevoérd
de operette „De Prins van Sind".
Was bij de eerste opvoering, Zondagavond het taJ-
rijk opgekomen publiek vol lof over de prachtige, too-
neelen, coslumes en lieven zang, Woensdagavond was
dit niet minder het geval. Hulde aan de dames en
heeren. die met zooveel toewijding en onverdroten ijver,
zich alle moeite getroostten om met betrekkelijk gering
hulpmiddelen, zoo iets schoons ten tooneele tc bren
gen. Alle costumes toch van de prachtige koningskroon,
lot het eenvoudig dwergenpak, alle decoratief, alles in
eigen werk, wat ontzettend veel moeite en zorg ver
eis dit heeft. Een laar lelijk woord van dank, aan allen,
die er toe hebben bijgedragen, de uilvoering zoo prach
tig te doen slagen, werd na het schoone slottableai.
uitgesproken door den Welcerw. heer Ds. Adriani.
Het nieuw aangelegde acythdcei gas lichtvervaardigd
docr de heeren He man en 'Zoon alhier, voldeed uitste
kend en verhoogde niet weinig het effect der schoone
tooneelen.
W ARMENHUIZEN.
De door mond- en klauwzeer -aangetaste vier stuks
vee van den veehandelaar H. Mosch alhier, zijn ten a!-
gemeenen nutte afgemaakt. Een maatregel welke alhier
door de veehouders zeer wordt toegejuicht.
DOORNSPIJK EN GORSSEL.
De Tweede Kamer heeft aan den heer Duys verlof
verleend om. op een nader te bepalen dag," aan de
Ministers van Binneniandsche Zaken en Justitie eenige
vragen te stellen naar aanleiding van ongeregeldheden
ii» het grineentebehccr en het beleid der justitie té
Doornspijk en Gorssol.
EEN GEVAARLIJKE TOCHT.
Ds. Van Veen uit Dokkum, die door hel hooge water
op Ameland gevangen zat, heeft met hog eenrga vaste
landers ook te voet I lol werd bereikt. Men zakte som-
tol over de knieën in het slijk.
TERECHT.
De 15-jarige H. M. uit de Polsbroek, dié I J dezer
de ouderlijke woningJiad verluien, is terecht. Gisteravond
kwam er een 'telegram uil Dortmund, meldende, (Lat
de jongen was aangeland bij zijn broer, die daar werk
zaam xs. Hij had de lange reis geheel op zijn klom
pen afgelegd.
Men vermoedt, dat hij Ls weggeioopen, omdat hij
door de politie bekeurd was wegens het schieten met
een pistool op de rpmbare straat.
MENENGITIS (NEKKRAMP)
In twee gezinnen te Óssendrecht komt de besmette
lijke ziekte inennigüis-eerebro-.spinalis-epidemiea voor.
n.l. bij een jongen van 20 jaar, die deze gevreesde;
ziekte uit Duitschland schijnt medegebracht te hebben
en bij een meisje van 13 jaar.
Hun toestand is echter vooruitgaand en nen hoont
op een algeheel herstel.
DOOR EEN LUCHTKOKER ONTSNAPT.
Naar do „Zutf. Crt." meldt, is een jc-ugd g koloniaal,
de K.. die in de Watiënkazerne aldaar in voorloopig
arrest zat, om binnenkort voor den krijgsraad te komen
door een luchtkoker ontsnapt.
ANNA PAULOWNA.
Naar we vernemen, is de heer J. Rezel, agent van
politie alhier, voornemëns met ingang van 1 Juli a.s
ontslag uit zijn betrekking te vragen, wegens ver
trek uit de gemeente.
eigenlijk van rechtswege mij toekomt. Maar ga nu
niet mij mee en help mij een weinig met de nieuwe
regeling der lessen, als je daarmee klaar bent, kun
je mij wat voorlezen, en dan is het met de vacantte
alweer gedaan."
Vera nam uit haar kastje eenige beschreven vel
len papier, terwijl de oude dame den waaier opnam
om dien hij bet venster wat nader in oogenschouw
te nemen.
Het schilderwerk stelde een lief tooneeltj© uit
Asschepoetster voor, hoe deze bij het slaan van
de klok de balzaal ontvlucht en een harer muiltjes
verliest.
„Wat een kinderachtig© smaak," luidde het afkeu
rend oordeel. „Ik dacht dat je dien tijd van die
dwaze sprookjes nu wel te boven zoudt zijn. Bloemen
en arabesken zouden heel wat mooier zijn geweest,
dan een dergelijke fantastische voorstelling. Laten
die feeën zich evenmin uit je hoofd drijven als je
andere ondeugden? Je weet. Ik kan die dweepziek©
ideeën nu eenmaal niet uitstaan en ik geloof dat j©
nu voor de zooveelste maal moet hooren: er zUn
gaen feeën, er zijn geen Asschepoetsters en ook geen
prinsessen meer die duizend Jaar Blapen."
Een Ilauw glimlachje speelde er om de lippen
van het meisje. „Neen, die zijn er niet meer, de
prinsessen; alleen de Asschepoetsters zijn overgeble
ven. Maar overigens vind ik d© voorstelling op den
waaier niet zoo dwaas."
„zie je, daar hebnen wij het nu al weer. Vera
lund. geef je nu niet steeds aan die dwnze droomt
rijen o\er. Lr zijn geen feeën meer. en ook geen
p.niscn, d.e een meuij. ora haar mooie voetjes trouwen
In dat g?heele sprookje ligt niets, dat jij je bshoeft aan
te trekken, of wat je hersens behoeft bezig to hou-