f lilt Mminscke Briem Jeukende huidziekten. Zaterdag 8 April 1911. 55e Jaargang. No. 4895. DERDE BLAD. Voor Dammers. RECLAMES. S ISJTk'd-.n'dMntzS ^nu'p?|d'|lttaï-Z^™ 80 het 9 ml^n waarde' we6t ten gevolge van 'n kattenpraatje. (Zie *tj begin van Brief 390.) Ik heb geen zonden gepleegd tegenover de men schen; ik beb niet gelogen, niet gestolen, niet ge dood,'niet geboden Iemand verraderlijk te vermoor den, niemand met opzet doen weenen of sterven van honger; ik heb geen verraad gepleegd, niemand zon den verweten, die ik zelf bedreven had. Doodenboek. 15de Eeuw vóór Christus. „Het past mij niet, mij zei ven verdriet aan te doen, ft die het nooit met opzet een ander deed." Marcus Anrelins. „Men moet gelukkig zijn om gelukkig te maken, en men moet gelukkig maken om gelukkig te blij ven.** Maeterlinck. UIT DE PARTIJ. Onderstaande stand is uit een partij gespeeld tus-' scheri de heeren C. van Nienet (wit) on Jb. 6.1. (zwart). V In dezen stand is wit aan zet en het spel verliep als volgt Zwart. I Men kan geen smart met verdrijven. Bpinoza. dit spreekt van zelf in het volle vertrouwen van Geachte X 33n te kioPPei1 aan 'n ©erlijk, coed menschenhart, Het verdriete of óntstelie u niet, dat Ik uw mooi wó?faan mcnschelljks vreemd was. en met zooveel nadenken geschreven briefje, hetwelk lk 20p»Jna wenschen. dat mij zooiets eens over- u mij verzocht „entre nous" te laten blijven en aan ■het moet dunkt nuj prachtig mooie u „persoonlijk" te beantwoorden, nu ga beantwoor- emoties wekken in n mensch. het zij. dat hij altijd den in de courant, publiek, leesbaar voor iedereen, overnoop ligt met zichzelf of bezig is in te sluimeren De letter „X" is 'n te vaak vóórkomend masker in op net kussen van^ zijn bravigheid, te wereld der courantencorrespondentie, dan dat Maar stel. geachte X, dat dit u eens overkwam, eenig mensch ook maar 'n oogenblik er over zou Wat zoudt ge dan doen? Zoudt ge din hoog op uw nadenken wie er wel achter verborgen mocht zijn. voets.uk van maatschappelijke onberi pjlijkheid blijven Als Ik niet reeds jaren lang „H. d. H." heette, zou «n nem van int uw hoogte vonnissen en veroordee- ik mij ook zoo kunnen noemen; en als ik u ooit lenr zoiidt ge hem dan heen laten gaan mei de kwasi- ook zoo'n „bijna intiem" briefje mocht schrijven, overtuiging, dat gij zoo braaf en hij zoo diep ge- rooogt u ook dit gerust aan mij als aan 'n „X" be- zo"ken antwoorden. I &ro/>.'.e 50®- alsJ. d>' zo° wezen zou, en ik zou De vraag van Shakespeare: „Wbat is in a name?" aaar bij zijn. en die man zou dan met zijn kapotte kan hier beantwoord worden met: „Nothing". aJn «u ook nog beleedigd vertrouwen en Maar ter zake: I gr-oof m goedheKbvan-meiisohcn. neen gaan, dan Uw brief, dien lk, evenals u mön 290sten, ook „al ging 1 kornet hem. liever geteld en geoordeeld wil- niet eens de moeite waard vond, om op te letten, hoi nj. vertrouwen 01 dil verstandig zou zjjn' Och. wat ge In ont>«„leder ure zelf deedt, en dat ge ">u ben, daarnay vragen? We! Is wel Dlet deedt met opgeschoven ramen, maar dat verstand, als het niet ytuhitig weet te -miitenï Ix-veJi ge voor uw zielebwuethoid nooit als „zonde" zoudt "»S D'J 1 oogenbhlt 1 Vooruitnentl quaiifleeeren. Maar „zonde - oniet, neem aan, dat Mensen; hoe komt ge er aan II >ou cao Jpok lnlo die man er over aan 't tobben zou raken en er mee lire seeds of trne, and sa) avch gram wiü groiv and, bu u kwam; wat zoudt ge dan doen? Wlcb wdl nol, bjicaji(Stol jongen, dien "ge Zoudt ge dau 'n bezem balen, om hem eens goed alles hubl ingeprent wal n muienaar weten uteel. lieat af te rossen? Zoudt ge dan zeggen: „Kijk eens, >iekgekiappcr, cn die ander, dien ga vol woudi vriend of vriendin, want ook de voeten van vrien- stoppen- met Ieders en hoeken, kan hoeken en letters dinnen glijden wel eens uit daar is water," en lucmcn noch zien. De bevelvoerende generaal van uw er dan evenals Job op laten volgen: „doe de zonde cLroomcn en voorzorgen is 11 jongejultrouy.' geworden en den zondaar verdwijnen"? Zoudt ge dè,t doen? en uw teore, lieve poppetje, clit gp Jicht willen bc- Of zoudt ge hem bij den pastoor o£ bij den burg©- delven onder handwerkjes en andere lievigheden tieedt meester gaan aanklagen? op als dragonder. Vooruit zien?I Voorbereiden? Zie Meneer of Mevrouw ik bedoel: „Geachte Üaak God. dat de stoel, waar ge op 'i oogenblik op X" als u dit deedt, dan zoudt ge niet alleen zeer omvalt. Ik leef nog! Uf ik er morgen nog onmenschkundig te werk gaan, maar tevens iets heel weet ik niet. Verleden jaar naar Amerika, slechts doen. Dan zoudt ge doen, wat de Satan dit jaar naar Engeland: Enfin, we zullen zien! Staan deed in 't boek Job, toen hij dezen bij God ver- de bloemen nog niet in knop. die straks op mijn dacht ging maken. Weet ge wa* het woord „Satan" kist zullen gelegd worden?! beteekent? Dat wil zeggen: „kwaadspreker, vijand, We maken plannen, om ze precies andersom te zien achterklapper, gevallene". uitkomen. Zal ik iets anders doen dan 't ogenblik van Maar -en ik vraag u excuus voor al de opge- heden mij te doen geeft? En zou ik iets anders wil- noemde veronderstellingen ik weet zeker ik Jen, dan wat nu mijn of anderer geluk toeschijnt?! leee dit uit uw brief dat gij geen van al die dln- Zal ik daarna iets anders doen dan afwachten?! Heb gen doen zoudt, en dat u alleen maar niet ten volle ik het beetje wijsheid, dat ik bezit, niet te danken mee kunt gaan met het antwoord, dat ik aan mijn aait mijn dwaasheden en aan de mislukking van mijn kat gaf op haar zuchten en tobben; en of ik nu vele plannen?! Welnu, „the best men are moulded geen ander antwoord weet. out of their faulfs". en God weet, of de veelheid mij- Welnu, ik heb er over nagedacht; maar noch mijn fier zouden nog niet eens 'n heilige van mij maakt, nadenken, noch mijn belezenneid, noch mijn christen- Wat ik dan doen zou? Zal ik iets anders doen dan zin. noch mijn verstand zijn in staat 'n ander ant- trachten vrede en geluk te geven aan !n hart. dat woord te geven dan ik gegeven heb: „Waar Natuur die beide mist? Zal ik 't anders doen. dan ik 't en Wet zoo weinig medelijden bctoonen met 'n mensch. vermag? Gij en de Prins en Bouwmeester en do daar is ieder gerechtigd zoo niet verplicht het directrice van de naaischool zouden 't zeker anders met zichzelf te hebben; en waar hij. aLs goed- doen? Ieder draagt zijn persoonlijkheid met zich; en 7 A80PJ 9' 10 willend mensch, tegenover anderen staat met ieder '11 berg heeft gewoonlijk meer dan één pad. dat naar 16' 17» 20- 24> 2®- dien hij ontmoet." den top leidt. Welk pad is nu het beste? Ik weet voor- .1 schijven op: 2G, 27, 28, 22, 23. 84,; Ben ik hierin onjuist? 't Is mogelijk; cn gij moogt loopig op droefenis geen beter antwoord dan tranen, 3Ö» 38- 43» 45» 43 ®n 4 3; mij wederom uwe bedenkingen doen weten; maar dan. zooals ik op honger geen. beter antwoord weet dan 1- Wlt: 27 21* Zwart: 16 27. wil ik u nu reeds zeggen, dat, waar mij door sommige brood. moralisten het reoht ontzegd zou worden, om zon- En bovendien: Stel ik heb nu mijzelf genomen, den te vergeven, ik mijzelf het recht ontzeg, dus mag nu ook alles veronderstellen stel, dat om over zekere zonden te vonnissen en "ik van uit de hoogte spreken zou, en dat die man te veroordeelen. Dan wil ik u vragen, of het dan eens zien kon. door mijn kleeren en mijn vleesch zijn gedachten dóórdenken zou mogen hee en, als men heen, in mijn hart, „zooals God kan zien door de denkt zonder troost en verzoening te brengen. aarde heen in eiken grafspelonk", dan vrees ik. Stel. dat er eens 'n mensch naar u toekwam met dat die man of anders God mij toe zou donderen: 'n bang hart en 'n kapotte ziel, die u iets biechtte ..Zoo mogen misschien alle menschen Bpreken, maar wat hij nog nooit aan anderen biechtte; dat hij dit deed 1 gij niet!" En als God 't niet deed sommige 1-. menschen hebben 'n wonderlijke voorstelling 22 12. 23 32. Fout. 18 7 was hier de goede voortzetting. 3. Wit: 12 23. Zwart: 19 28. 4. 33 221 Hiermede zwart verlokkende te spelen 3237, 4. Zwart: 3237? Zwart loopt In de val. 6. Wit: 22—18. Zwart; 12 22. wel viermaal heb overgelezen,". De hoofdkwestie daarin is, hoe lk er toe geko men hen, zoo tot mijn kat te spreken. Tusschen twee haakjes moet lk u zeggen, dat Jende worden met zulke „zondaars en overtreders" dan nuj schuldig te weten, of verdacht het te zijn' aan iiwe braafheid en uwe deugd. Want 'n deugd van wreedheid is geen deugd, evenmin als 'n zonde van liefde door ieder als zonde" mag beoordeeld wor- Hsn Ml ^..1,4 J lUDOtUCU w J - l.ttl- mlj voel genoegen doet, dat er nog menschen zijn, oen. UI denkt ge. dat uw doen geen „wreedheid" éie sprookjes zóo goed weten te lezen; en 't heeft wen zon, of dat er geen zonde is, die als zoodanig mij wel twee dagen doen nadenken of ik geen twee- t b^oordwld. geheven in 'u hooger iicht zou ophouden de sprookje verzinnen kon, dat als antwoord op del „zonde" te zijn? Denkt ge dat? Nu, leer dau anders foor u gedane vragen dienst kon doen. Maar ik zie j denken, want dan denkt ge fout. •r geen kans toe. Sprookjes vertellen is 'n moeilijk Dit wist mijn ziel reeds lang; maar sedert -ik werk, en sprookjes bedenken nog veel moeilijker. jaren geleden, 'n mensch ontmoette, die al dien Daarom neem ik noodgedwongen maar weer mijn toe- t tijd een van mijn beste vrienden was. 'n mensch wien vlucht tot gewone menschenpraat, en ga ik uw geen zonde of overtreding van eenige beteekenis kan ik zeg het nog eens: „Uw mooi en met zooveel ten lasle gelegd worden, die alleen bukte om d.-^s ge- •adenkea geschreven" briefje, gewoon beantwoor- jvailenens wil ik zeg nu maar „gevallene", of- den. schoon ik heel iets andere meen <iie mij w'eder- spreken leerde in de lagere regionen van vléesch en Zoudt u heusch denken, dat mijn kat, door mijn b.oed, waar zijn ziel den weg niet wist, en toestem- woorden er toe zou kunnen komen, van tijd tot men in de hoogere. van laat mij zeggen latente ziele- tijd met 'n gerust geweten te zondigen? Denkt u grootheid", sedert dien tijd heb ik het wéten van mijn toeusch, dat ik haar jawel, u zegt: „met de beste ziel begrepen en oordeelt de mensch H d H 'n bedoelingen" kwaad gedaan heb? Nu, hoor eens, ander oordeel dan voorheen. *n Wijzer? Dit beoor- eerlijk gezegd heb ik van katten niet zoo bijzonder deele de Hoogsie Wijsheid, ,'n Zachtmoediger zeker veel verstand, maar menschen heb ik bestudeerd iu Maar die omgang van wederspraak en innige goed- al hun doen en laten, beginnende bij mijzelf, en dan heid hebben mij bekend gemaakt met 'n gefuk dat heb ik bevondenGod alleen voor Zijn uitverkorenen kan hebben be- Btel u eens voor, dat mijn kat 'n mensch geweest waard, want niel u f!e menschen oeniefen he' wat was, *n heel gewoon mensch, zooals u en ik, zooals iammer is. want alle mensch e^n behoorden ee uw buurman en mijn buurman, en hij had dan eens lukkig te zijn. Mijn levenslust heeft zij g-zond doen vleesch gegeten op Vrijdag we zullen 't nu maar worden, en waar ik ooit 'n woord van Wnsheid sprak bij dat vleesch op Vrijdag houden wat zoudt u of neerschreef, daar was het na overwogen te heb- flan tegen zoo'n mensch zeggen of gezegd hebben? ben, hoe hij die vriend zou beslist of «e Ik wil eerst nog opmerken, dat Ge er heelemaal handeld hebben. Als ik luisterde iuisterd- ik naar niets van gezegd zoudt hebben, als hij niet eerst hem. en mün aandacht was p-ri'-h» np zfine h°we naar u toegekomen was, om 't uzelf te vertellen; gingen, die de bewegingen der Wijsheid en der Gned- want dan zoudt Ge 't niet geweten hebben. En al heid 2elve waren. badt Ge 't al geweten, dan soudt Ge er toch nooit En hijaelf weet er nieis van. Den jubel, dien ik van God en kunnen zich zelfs met 't woord niet verzoe nen dan zou ik 't zelf doen. Want ben lk niet gerechtigd zonden te vergeven, duizendmaal min der mag ik vonnissen en oordeelen. „A n d y o u, Si r?" Denk niet, geachte Vriend of Vriendin X, dat lk u die laatste vraag uit boosheid doe. Eerlijk gezegd, weet ik niet goed, wat zonde eigenlijk is; tenmin ste niet in dien alledaagschen zin, zooals lk er vaak over hoor praten. Ja. 'n moord vind ik afschuwelijk, maar of die nu gepleegd wordt door 'n Inbreker of door 'n beul, ik vind 'm even erg. Dieverij vind ik heel slecht, en als i k uit stelen ging, zou ik 'n echte dief wezen, want ik heb op 't oogenblik alles wat mijn hart begeert. Maar „de achtkante Boer", „die nam waar was, en bracht waar niet en was" heb ik nooit 'n „dief" kunnen vinden. Verraad? Wat is dat eigenlijk? Is dat iets kwaads of iets laakbaars aan 't licht brengen van anderen? Wil dat zeggen 'n mensch zijn vrienden ontnemen? en hem overleveren, aan zijn vijanden? Zooiets als Judas? Nu, dan zal ik er wel nooit vteel van te doen krijgen, want dat ls al heel minnetjes. En bovendien, hoe zou ik van, dat kwade weten, dat 't „kwaad" was, als 't niet als zoodanig leeft in mijn eigen hart? Als ik iets do^n zou, wat gij als „kwaad" beoordeelt, dan be wijst dit alleen, dat 't kwaad zou zijn voor u," en dan raad ik u ten zeerste aan het nooit te doen. Maar daarom is het nog geen kwaad voor mij. Als iemand meent, dat hij zonde doet met op den Sab- bath te werken, dan zou hij ook wezenlijk zonde doen, als hij het toch deed. Maar i k niet! Hebt ge nooit eens 't verschil opgemerkt tusschen liegen en lie gen, tusschen zoenen en zoenen, tusschen allerlei dingen die sprekend op elkaar gelijken? Nu, Ik wel. En dan heb lk eens, en wel meer dan eens, 'n man en 'n vrouw, die eerlijk en wettig door den burge meester en den dominé getrouwd waren, elkaar 'n zoen zien geven, die niets anders was dan de be vestiging van puur overspel, omdat ze elkaar niet liefhebben. En Ik heb andere zoenen zien vallen, waar geen derde van wist, stil en verbor gen, die 'n geur van hemelsche zaligheid hadden, zoo groot, dat zij denken deed aan het geluk en de blijd schap der engelen. Maar dat kunt ge niet aan. leder zeggen. Natuur lijk niet! Wie iets als zonde voelt, dien is het zonde. En ik zal mij wel wachten, mijn buurman of mijn kat hard te vallen, over iets wat buiten mijn sfeer van beoordeeling ligt. Iemand kan 't wel zonde vinden, zijn schoenen zwart te laten poetsen, welnu, dan moet hij ze laten witten. Ik zal er hem heusch niet hard om vallen, als hij mij mijn zwarte schoenen maar met rust laat dragen. Ik ben ook niet van plan mijn ziel te ver knippen naar 't patroon van 'n ander stel. dat ik 't al kon 6. 7. 8. 9. 10. 3430. 39 19. 48—42. 40—34. 35 2. 25 34. 14 23. 37 39. 39 30. Deze combinatie, door den heer Van Nlenes nit* gevoerd, ls werkelijk mooi. Zwart had bij den 2den en daarna bij den 4den slag alles kunnen voorko men, doch zag den valstrik niet waar wit op speelde# een kleine einbstelling. Wit zet en winL Zwart wit. Stand zwart 1 schijf op: 5 en dam op 37. Stand wit 4 schijven op: 12, 14, 23 en 29. Oplossing: Wit: 1410. Zwart: 5 14. 12—7. 32 19. 72 en wint. SLAGZETTEN IN DE OPENING. Wit: 3328. Zwart: 1823. 39- 4439. 3430. 3025. 25 14. 3127. 3631. 41—37. 49—44. 40—34 a) 1218. 7—12. 20—24. 1420. 9 20. 1721. 2126. 1014, 2025. 1217? a) 3934 geeft een schijf verlies voor wit wanneer want ik weet, dat ik daardoor alleen arwart antwoordt met 2430, 19 39 39 28 enz V11 Tinccn KorrtnvDn van Viai-ö ntlflllirlnllf) m oier Besproken hebben, omdat beschaafde menschen soms aanhef voor hel altaar, dal ik hem oo icJille mU° z,el 20° ku"neI1 berooven Tan bare natuurlijke Tracht wit nu een scbUf té veroverenmeV 27—1 geen kwaad spreken geen kwaad bespreken in mijn harl. jubelt hij mede, nie! vraaend wicn hel elsen schoonheid, om te kort te schieten In die van dan verliest hij éen schijf of wel de partb. Tnn andfirfiti en minder noe -.roddelen". Dat n t»Wi alionn ui::j. j_* c^r, ondor -t*r«s. n- gy van anderen en minder nog „roddelen". Dat 'n gcldl. alleen maar blijde dat' ik zoo mooi vinnen a,uler- kat op muizen loert, heb ik heel mijn leven al gewe- kan" t dingen ben dIe ^yen. ten, en dat 'n mensch zonde doet. zoowat even lang. Och. de bcsic menschen weten niet hoe ooed mi Daar behoeven we waarachtig 'n kat niet voor na z,Jn en hoeveel goeds zij slichten Hén wifficH is te locpen, als ze den zolder opgaat, evenmin een giedheid. zooals Hun noedheid iviisheid is ook waar mensch als hU op Vrijdag gaat wandelen. Dat weten SCze in '1 gedrang koiScT en falen. Maar'zij zij^dl we toch wel; net zoo goed als die buurman aan- geneesmeeslers der maalschappii cn der lijdend inensch- renomen, dat hij 'n goed hoofd heeft 't van ons heid. en ik dank God, citócn hunner on'mïït Ie kan weien. Daar praten we niet eens over. Dat we- tiebben praten we niet eens over. Dat we- hebben ten we van onze beste vrinden. Of denkt ge soms. N„ ik ner voor, hJ<!t «at Ik een van mijn vrinden voor 'n „heilige" houd? Veronderstel verder ik ben maar 'aan ver Hoor eens, 't zijn allemaal beste, brave menschen, onderstellen, wal ik doen mag, hoe er» ook onidat voor zoover ze getrouwd zijn hun vrouwen w,j en ik elkaar toï niel persoonlijk Ten' nok. maar „heilig" zijn ze geen van allen, net zoo nen veronderstel verder, dal de biechl die Sc ip! tuin als ik; de een loopt zyn schoener» scheef, de dien andoren mnnd had ènnrmi,ooej 'u- u .nder Is 'n schrok, de derde geeft je nooit op tijd k'fnnen wezen uh uw ei ee^f^hart "ja M ls w„ 1, centen terug, de vierde heef, neiging je te be- aiU I mo^iik l -Wf?' zónd, vijfde verkoopt altijd mooie praaUes. din doen, de v6r0nde^,eri' ideren secuur weten, dat hij de kat in nol.- dr> «mno „,«1 D duvelen, de terwijl de anderen secuur weten, dat hij de kat in éök de 't donker knijpt enz. En zoo gaat dat maar door; goeie, beste, brave menschen; maar „heilig"... ho maar! En nu zal ik u eens iets zeggen, waar ge mis- •<bien gek van op zult kijken, nl. dat ik daar zoo innig blij om ben. Want wanneer al die lui rondom mij „heiligen" waren, waar moest ik dan blijven? *at zou er dan van m ij terecht komen? Maar dat vraag, wal ge dan doen zond' ge noq eens over en 'k zon hier met veel omhaal 'n inleiding kunnen i nee.■schrijven, om lol 'n logisch ah'woord op die vnno I te komen; maar kan u dal antwoord ook wel dadelijk j n Zelf. Niet iemand anders. En ik hoop vaji mijn kat en van mijn buurman het zelfde. Me>t alle gerustheid zag ik Marcus Aurelius na: „Nooit nog deed ik 'n ander met opzet verdriet." Zou 't mij dan passen 't mijzelf te doen? „Zal lk niet trachten gelukkig te zijn om geluk kig te maken? en zou lk niet trachten gelukkig te maken om gelukkig te blijven?" En daarom, als mijn kat weer zoo terneergeslagen is. en weer zuchten zou over die Wet der conventie buiten haar en 't Verlangen in haar, of, hooger ge- s'egen, twisten mocht over ,,'n wet des vleesches en des geestes", dan zal lk weer tot haar zeggen als ze ten minste naar me luisteren wil Hoor eens, Mies, „what cannot be eschew'd, must be embra- ced"; en je zit daar nu lang genoeg op die Engelsche di'-tior.naire te spinnen, om er eindelijk eens iets van te g^an begrijpen. Wat schijnt 't zonnetje lekker, hè? Nou!! H. d. H. zeggen- Als ge dan gedaan zoudt hebben, als boven veronderstelddie wreedheid, die onmensohcliikheid die beschammg, welke tof twüfel kan Iriden aan Gods "*eten ze niët, dat ik zoo denk; en ik pas wel op, brengen" kange^wreMmrac^ wet' *eer, die ongeveer 'n jaar geleden 'n schitterende woord „vertwijfeling' zeggenTil? nntrfAirkinpc heefr VrM, vordor* CORRESPONDENTIE. V. d. B. Dat is de naam van 'n Duitsch genees- dat ze 't niet te weten komen ook, want dan zijn er weer enkelen onder, pharizeTsch genoeg, om de Loofden bij elkaar te steken en mij uit aL schakelen. Dat zou dan wezen, ziet ge, omdat z ij zoo braaf *aren en i k zoo slecht Was, precies hetzelfde wat •ndiren op Hunne beurt zouden kunnen doen tegen- over henals ze maar alles wisten. Maar zoo- ver bomt 't gewoonlijk niet, omdatenfin, daar zorgt de wet der compensatie voor. Leuk, hè?! Ja, de eomedie der menschen is ontzettend mooi en Iemand, die als ik. zooveel brave, lieve, oprechte men- ■t hen ontmoet, en zooveel overtreders dat hoort zoo bij bravigheid links laat liggen, zoo iemand - ,y slof tot nadenken, en 't wordt boven 5tBtn« k'L"' dat eenmaal gaan zal op het pad fL S V waar R: de en Zelfkennis zijn voeten richten, het beweeg zijner handen besturen en een wacht plaatsen voor ziju soms udele lippen, om zijn xi*! te bewaren van benauwdheden. Maar daar gaat bij u de kwestie niet over; ge rept er althans geen enkel woord van, en weet waar schijnlijk met Shakespeare, dat „we are slnners all". Bovendien is *t nog zeer wel mogelijk, dat die kat of die buurman "iets deed of doet laten we maar weer zeggen: vleesch eten op Vrijdag wat ge Wit: 27—21. Zwart: 32 12. 23 4 6 37. 18 En verliest éen schijf, of: Wit: 27—21. Zwart: 12. 23. 22. 31. 37. 24. 27. 23 41. 19 28. 26 37. 14—20! 2430! 20 49! Niets kwelt u meer dan een Jeukende huidziekte. Aambeien zijn door hun pijnlijk karakter bijzonder lastig te verdragen. Het jeuken ervan maakt u bijna krankzinnig. Zfi verwoesten uw slaap en maken u mismoedig en wegkwijnend. Nooit krijgt ge de minste vcrlhhting, of gij staat zit of loopt Eczema is niet alleen onoog'ijk, maar ook besmet- Maar ik druk mij verkeerd uit. Ik ve-sps mij in 'dén rr'J;, f» bijna niet innt nalaten om" .V :.um'rLrd\wc,Scndu-i ontdekking gedaan heeft. Vraag verdere inlichtingen teliik ,1". ïmüit ,ï.s2: dan zoi'dt ge... uwen medicus «TT' breidt zich schrikbarend vlug uit. De aan uwen mea cus. prikkeling is zoo onuitstaanbaar vooral wanneer aa Op de andere vragen in uwen brief, kan en wil warm wordt> dat by, - *anneer *a huid epen te krabben. melamdai hiskali": „Van ieder, die mij leeren wilde, heb ik leere aangenomen." Wat ik nu betwijfel; miizelf nemen ik kan tegen 'n stootje. T_ van zoon d?!irafe vraag veel gemakkeliiker. want ook mijn persoon is niet a ndere dan 'n „X" of 'n „0" „niets", en zulke verstandige menschen zijn er meer. M. K. Ter gelegener tijd, heel graag. Ik dank u m dan"Ai» „Papyrus" overbrengen. Op uw laatste vraag kan Ik waaraéh'itthritl a'n'woorden. daMk h p^el a°n derTdoèn ^..a"een antwoorden: "Dat ha,18t Tan den Terkoo'> ^l^"hien wel, *>m- j Ja, voor die samenkomst heb ik mijn woord ge- uk. ken. dan het ^luk-zelf en geven, maar ik zie er wel wat tegen op. Als u daar ook mocht zijn, laat u dan even voorstellen; ik zal gaarne persoonlijk kennis met u maken. Voor het schrijven van particuliere brieven heb ik niet veel tijd. ieder wel gelnkkiq zon willen maken. Misschien wel. oindat ik niet braaf ^nncg fien. om 'n de»»od 'e varkiezen van eenzaamheid en droefenis boven 'n zonde lees hier 'n ander woord s.v.p. van geluk. Ik zou wetendat er 'n hand was. die ^eep naar dat Godsgeschenk, weten ook. da' deqeen, die tegenover inïi s'ond. 'n m°nsch was als ik ™^n -fueh'hm'-boef en s^en h-M'Ü"" en ik zou be ginnen met hem te geven wat hij mij eerst gegeven Achtend Uw dw. Huiduitstag, puisten, schurft en gordelroos zijn eveneens zeer pijnlijk en in staat om u moedeloos te maken. Voor aambeien, eczema en iedere Jeukende huid aandoening Is Foster's Zalf zonder wederga. Zij doét onmiddellijk de kwellende prikkeling bedaren, en geeft een ongekend gevoel van rust. Alnaarmate de aanwending der zalf wordt voortgezet, heelt de jeu kende oppervlakte der huid. en de volharding van den patiënt wordt ten slotte beloond door een vol komen en duurzame genezing. Foster's Zalf prikkelt de huid niet en doet haat ook niet te vlug opdrogen. Over de geheele wereld oogstte zij door haar uitstekende hoedanigheden niets anders dan lof. Verzekert u, dat gij de echte Foster's Zalf krijgt. Zij i3 te Schrgen verkrijgbaar bü den heet* J. Rotgans. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel h f 1.75 voor éen, of f 10.voor zes doozen. 20

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 9