Brepi uil LaM- en ThIm.
Voor Dammers.
Zaterdag 15 April 1911.
55e Jaargang. No. 4899.
Oplossingen van bovenstaande probleem» ln te
zenden uiterlijk Maandag 24 April aanstaande.
CORRESPONDENTIE.
E. R. on C. A. te Winkel. De oplossing van het
aan mij gezonden probleem gaat niet op. Bij den
7den zet laat u wit 2621 spelen; slaan van, 39:30
of 30:48 is echter verplicht. De stand is ook verre
van een partijstand. Tracht eens een aardige combi
natie met behoud van een natuurlijkon statTU saam
te stellen.
TWEEDE BLAD.
Oplossing Probleem No. 33.
van M. Mok te Amsterdam.
Stand zwart 11 schijven op: 5, 7, 10, 14, 15, 17,
18, 20, 22, 28 en 26.
Stand wit 10 schijven op: 30, 31, 33, 34, 35, 38,
39, 43, 48 en 49.
Oplossing:
Wit: 4944.
33—28.
43—38.
19
Zwart: 26 37.
22 42.
42 33.
14 23.
4842. 37 48.
3025. 48 30.
25 14. 10 19.
35 2 en wint-
Oplossing Probleem No. 34,
van F. de, Wolf te Amsterdam.
Stand zwart 8 schijven °P-" 7> 8, 9, 13, 15, 19,
27, 35 en 2 dammen op 12 en 16.
Stand wit 9 schijven op: 24, 26, 33, 36, 41, 45,
47. 49 en 50.
Oplossing:
Wit: 2420. Zwart: 15 24.
2621. 12 26.
4137. 26 29.
3631. 27 3G.
4943. 16 49.
5044. 49 40.
45 1 en wint.
Goede oplossingen ontvingen we van:
J. B. te Utrecht, C. S. en J. V. Pzn. te Keinsmer-
brug, P. S. te Oudkarspel, Joh. v. d. S. te Wie-
ringerwaard, J. A. te Den Helder, P. B. Pzn., C. v.
G., C. W. Czn., G. de W. en H. J. G. te Sehagen,
D K., C. A. en E. R. te Winkel, S. E. te Zijpe, L.
K. Szn. te Noordscharwoude-, P. N. te Oudesluis, K.
V. te Koegras, Jac. K. te Zuidsoharwoude, D. O.
Azn. te Nieuwe Niedorp, W. N. Czn. te Bobeldijlc,
D. A. B. te St. Maarten, C. H. Czn. te Kolhorn.
Probleem No. 35,
van K. Veuger te Koe gr as.
Zwart.
Wit.
Stand zwart 8 schijven op: 6, 8, 9, 10, 12, 14,
21, 26 en 2 dammen op 36 en 49.
Stand wit 12 schijven op: 17, 19, 23, 24, 25, 28,
29, 32, 33, 43 45 en 47.
Probleem No. 30,
van H. Aarts te Oudkarspel.
Zwart
Wit
Stand zwart 13 schijven op: 7, 8, 10, 12, 13, 14,
17 tot 20, 23, 24 en »26.
Stand wit 12 schijven op: 28, 31, 32, 33, 35, 37,
38, 39, 42, 44 48 en 50.
CIjXVIII. I»E INVLOED VAN HET ZONLICHT OP
DEN PLANTENGROEI.
Indien men eene plant in een pot mei vruchlbare
aarde plant en haar daarna op eene warme, donkere
plaats eenige dagen neerzet, dan gaal ze zich geheel
andere gedragen dan in het licht. Wat er hij groeit
is Jang. slop en bleek.
Buiten het, liclit worden de planten lang en slap,
terwijl ze in het volle licht groeiende kort en ste
vig worden.
Gebrek aan licht is er nog al eens in tuinen en
wel des te meer als de tuinen zijn ingesloten door
gebouwen, of geheel of groolendeels overschaduwd wor
den door boomen. Daar is in de meeste gevallen wei
nig of niets tegen te doen. Men kan den grond wel
uitstekend losmaken en bemesten, doch het gebrek aan
zonlicht kan men niet vergoeden.
Onder het dichte bladerdak der boomen groeit zelfs
geen gras. alleen mos schijnt er te willen lieren. Toch
wil men op zulke plaatsen zoo gaarne een groen plan-
tenldeed zien.... en het is ook mogelijk er een te
krijgen i i
De natuur biedt ons in hare eindelooze verscheiden
heid van planten gelukkig' ook soorten aan, die inei
weinig licht nog goed gedijen. ZuLke planten zijn:
Klimop, Maagdepalm, Varens en Funkia's. Vooral met
de kleinhladerige klimop Hedera helix 'i kan men een
prachtig bladerentapijl spreiden onder boomen of in
hoeken, waar nimmer de zonnestralen neerdalen. .Met
maagdepalm Vinca minor) gaat dit ook prachlh».
In de schaduw tieren de varens welig en eveneens de
funkia's. Van de eerste is de Bekervaren Struli-
optheris germanica) met hare sierlijke, fijn gevederde
bladeren een der schoonste; boveiKlien zijn het vol
komen winterharde vaste planten, welke ieder jaar we
lig uit den grond omhoog schieten en voor ongeveer
een dubbeltje per plant overal te koop zijn. Wenschl
men 's zomers wat kleur tusschen het zachte varen
groen, dan kan men daartoe niets beter kiezen dan de
schitterend vuuiroode geraniumsPauL Grampel. Een
bijzonder' aantrekkelijk geheel bekomt men door me!
steenen of stukken van oude wilgen een rotsachtig
perk te maken en daar de varens en geraniums op ver
schillende hoogte in Ae rangschikken. Wenscht men
een rand, dan kan men die aanleggen van de mooi
zilverbonte funkia of bonte maagdepalm. In het vroege
voorjaar, als het blad nog niet ontloken is en er be
trekkelijk heel wat zonlicht tusschen de boomen door-
Valt. kunnen vroegblociende bolgewassen er heerlijk
bloeien: de reine sneeuwklokjes, de goudgele narcis
sen, de helderblauwe scilla's, de veelkleurige crocussen,
de vuurroode Duc van Thol-tulpen en de blauwe en
roode hepatica's zijn hiervoor het meest geschikte ma
teriaal.
Gebrek aan licht heerscht er in hel algemeen ook
in de kamers, uitgezonderd vlak voor ramen op hel
Zuiden. Zuidoosten of Zuidwesten. Toch bezitten wij
een reeks geschikte kamerplanten, die met weinig licht
tevreden zijn. In de eerste plaats de zoo beminde
varens, kleine en groote in vele verscheidenhedenver
volgens de Aspidistra's, in den volksmond ook be
kend als „verenplantcn" 'of '..kwartjes-bladen' en de
sierlijke bonte Phalangiums. Zoowel als alleensiaande
plant op een standaard, als te zamon met andere ge
wassen in de bloementafel, maken de laatstgenoemde
planten een mooi effect. Wel goed in hel dagliehl,
doch niet in de zon behoort men dc „tafeltjesplanten"
Araucaria's) in de kamer te plaatsen. Zij moet niet i
te war nu en le droog staan, waarvoor 's winters in
de huiskamer het meeste gevaar bestaat. Hetzelfde geldt
voor kamerpalmen. doch deze vereischen doorloopend
meer warmte, vooral een vochtige lucht en nogal veel
water.
Plantendeelen, van het licht geheel afgesloten, blij-
ven wit en worden sappig en mftlscli.
Het licht is noodzakelijk voor het groen worden
van bladeren en stengels en onder den invloed der
lichtstialen worden de plantendeelen slevig en vezelig
of houtachtig. Wij gebruiken bij onze maaltijden een
geheele reeks gebleekte groenten; asperges, bloémkool,
'witlof, andijvie, prei, kropsla, molsla en bleekselderic.
De groen teil teler kweekt dc asperges onder een dikke
zandlaag, eveneens in de wintermaanden het witlof boven
broeienden mest of in warme donkere ruimten. Hij dekt
zorgvuldig de bloemkoolen, bindt de andijviekroppen
dicht en aardt prei en bleekselderie voortdurend aan,
waarom het uitplanlen van deze groenten in ongeveer
15 c.M. diepe v oortjes zoo aanbevelenswaardig is.
Alleen de groene bladeren der planten, zooveel mo
gelijk besehenen door de zon, zijn in staat uit het
koolzuur van de lucht en hel water en de daarin opge
loste zouten uit den grond, .nieuwe plantenslof te vor
men zooals zetmeel en suiker, eiwit en vet, kleur
en reukstoffen.
Willen wij vruchten of zaden oogsten dan mag het
li dit geen oogenblik in zijn toetreding belemmerd wor
den.
Hel is om deze reden, dat de landbouwer zoo weinig
mogelijk boomen of hagen om zijne akkers plant. Slechts
als windbreking noodzakelijk is, gaat hij er toe over
en hij plaatst ze dan nog zóó. dat de schaduw zoc
min mogelijk op de velden valt, doch liever op weger
Feuilleton.
era.
Nadat de huishoudster voor Vera had gezorgd,
wees zij den heer Roland zijn vertrekken en vroeg
hoe laat de tafel gereed moest zijn.
„Over een half uur," luidde het korte antwoord.
„Ik moet mij eerst eens goed doorwarmen en de
mij vreemd geworden omgeving in oogenschouw ne
men Ik gevoel mij hier nog niets thuis."
Hij opende het volgende venster ent daarna nog
een. Alles maakte den indruk van goeden smaak,
maar het geheel was ongezellig. Nergens lag een boek,
stond een, plaat, of gaf een aardig handwerkje een
vertrouwelijk aanzien aan de vertrekken.
Dei oude man scheen van dit alles niet veel te
bemerken, alles overkeek hij met aandacht en bleef
ten slotte voor een venster staan.
„Het is hier eenzaam," zeide hij. „Geen geschikt
winterverblijf voor mij. Maar ik zal alles wel anders
later, inrichten.
„Waarom grootvader?" vroeg Vera, die de laatste
woorden juist had gehoord. „Het is zoo heerlijk om
£>I> eigen grond rond te dwalen. Men krijgt dan een
gevoel dat men. zoo echt, prettig thuis is. De een
zaamheid en ik, grootvader, zijn steeds de beste
vrienden geweest en de vorige bewoners hebben hier
immers ook steeds 's winters gewoond."
Hi.- kuchte. „.Ta, Vera, je hebt gelijk, er ligt iets
aantrekkelijks in op eigen grond te dwalen. Men
voei. dat te meer, als men jaren en jaren in de
vv t-reld eenzaam heeft rondgezworven. Maar een thuis
kar. ik je ook geven, beneden in het dal, bij de men-
schen en daar houdt gij immers zooveel van?
Dat wij hier in den, winter zoo aankomen, is al
leen omdat ik een oud man ben, en ik niet veel tijd
to verliezen heb. Het was mij er alleen om te doen,
om deze bezitting zoo spoedig mogelijk de mijne te
kunnen, noem%n.'"
en slooten terecht komf.
Heeft rnen eenmaal begrepen, dal veel zonlicht veel
slofproduclie moei geven, dan zal men inzien, dat zon
nige zomers de beste zijn voor den landbouwer, vooral
als er geen gébrek aan vocht in den grond Jcomil.
In zonnige zomers „schudden'' de granen bes!, hebben
de bieten een goed gewicht en hoog suikergehalte, zijn
de aardappels veelgevend en melig, wat een eerste eisch
is voor fijne kwaliteit.
Zulke tijden schenken ook dc-n groenten'.eler rijke
opbrengsten van peulen erwten en boonen, van augur
ken en komkommers, van knol- en wortelgewassen en
ook van bladgroenten, zooais spinazie, sla en kooien,
mits er aan het noodige vocht in den g.'ond maar
geen gebrek komt.
Veel licht gaat gepaard met veel warmte en deze
kostbare gaven der koesterende zon, geven geur en
smaak aan de vruchten.
Als Mei en Juni warm en zonnig zijn, kunnen we
ons vergisten aan zoete geurige aardbeien en kersen,
Blijfl de zomer mooi. dan kunnen we smullen aan
pruimen, peren en appels, die ons verhemelte streclen
door fijnen smaak, verhoogd door de welkome prik- i
keling van hel heerlijke aroma.
Hier ligt ook de verklaring van hel feit, dat de
druiven en perziken uit dc kassen zóó zoet en geurig j
zijn. De verhoogde temperatuur heeft hieraan het
leeuwendeel, doch licht gaat in kassen over in warmte
en helpt dus-geducht mee.
Vele vruchten, zooals perziken., kleurjge peren en
appels en blauwe druiven, bekomen den verlangden
gloed slechts onder inwerking van hel volle zonlicht,
dat ze de kleuren op de wangen roostori. Ook vele
bloemen krijgen sterker kleuren in de zon.
Men kan dat duidelijk zien aan getrokken seringen
uit de kus tegenover die. welke in Mei buiten bloeien
en nog aan vele andere bloemen, zooals rozen, ole- i
anders, tulpen, ihododendrons enz. Zeer vaak is de
verzwakking der kleuren hier een voordeel, omdat bloe
men met zachte tinten voor velen eene verhoogde be
koring bezitten.
Op de ontwikkeling van het blad werkt afsluiting
van het licht zeer vertragend, doch. begunstigt de uit-
botting der bloemknoppen. Daarom staan de plan
ten in trekkassen aanvankelijk in hel duister en plaat
sen wij potten of glazen met bolgewassen voor winter-
bloei in de kamer in den herfst en winter eenigja
weken in donkere kasten, kelders of onder een laagje
grond.
Wie zijn bollen te spoedig' in het licht zet, kweekt
wel veel blad, maai- krijgt tot zijn teleurstelling geen
bloem te zien. Voor de vorming van bloemknoppen
s veel licht alweer een vercischte en daarom moeten
onze vruchlboomen zooveel mogelijk van de zon kunnen,
profiteer en. Na zonnige, zomers zillende boomen 's voor-
iaars dicht bezet met bloemknoppen. Na natte zomers
s de bloei meestal schaarech en zwak.
Intussehen bezitten we ook vruchten, die nog aar-
lig gedijen onder een lichte beschaduwing. Aardbeien
m bessen ontwikkelen zich heel gced onder jonge boo
men. die niet te dicht opeen staan. Wordt het blader
dak te dicht, dan worden de vruchten minder fcn
bovendien zuur en blijven zonder aroma.
Ons beste kunstlicht, is vrijwel zonder beteekenis
voor den plantengroei; zelfs het felle electrische j
booglicht heeft maar een geringe uitwerking.
Dit is een hinderpaal bij do teelt van groenten en I
vruchten in kassen en bakken gedurende dc winter-
maanden.
Men kan de warmte met siooktoestellen uitstekend
regelen, men kan gieten en mesten, zooals de planten
noodifl hebben, maar we blijven afhankelijk van het
zonlicht, dat vooral van November tot Februari zoo
schaarsch kan zijn.
De gunstige invloed van het licht geldt slechts voor
planten met groene of gekleurde bladeren en niet voor
de vele lagere planten, die men te zamen „zwammen"
noemt. Hiertoe behooren allerlei paddestoelen en schim
mels, gist en bacteriën. Deze tieren het weligst, waar
het vochtig, warm .en donker is.. Vele dezer lagere
planten zijn onze vijanden, vooral vele bacteriën. Het
zonlicht is ze noodlottig, zij worden er door gedod.
Het volle zonlicht heeft op de bacteriën een krach
tig doodende werking. De zon is de beste desinfee-
teur.
Wij handelen daarom verstandig, als wij de zon
laten stralen in onze woon- en slaapkamers, als wij
kleederen en kleeden. beddegoed en gordijnen laten
beschijnen door de zuiverende zonnestralen. Wij moeten
zelf ook zonnebaden nemen, door flinke wandelingen
tejdocn. Bij den veehouder moet veel licht vallen in de
ruime gebouwde stallen en het vee zelfs moet veel
in de zon kunnen komen, vooral als het jong is.
Het licht Is de machtigste factor bij den planten
groei.
Een duidelijke kennis van zijne velerlei werkingen
zal iedereen van groot nut zijn; in de allereerste plaats
zal de landman en de tuinder er voordeel van kunnen
(rekken. Hoe beter wij de machtige natuurkrachten
lecren kennen, hoe meer voordeel wij kunnen behalen
door ze op juiste wijze toe tle passen.
D. E. LANDMAN.
Hij haalde vervolgens een papier uit zijn zak, dat
hij vlug doorlas. Daarna gaf hij het over zijn schou
der aan Vera.
„Daar Vera, neem aan, het is de scheukbrief van
de Zahrenburg. Het slot behoort nu aan jou vel
den, weiden, bosschen, alles is jouw eigendom. Je
bent rijker dan er ooit een Zahrenburg is geweest."
Zij keek hem met spraltelooze verbazing aan, maar
hij vervolgde kalm
„Nu heb zje weer terug, wat je eenmaal toebe
hoorde, en nog veel meer, beschouw het maar als
je vaderlijk erfdeel. Neen, doe dat niet," vervolgde
hij, toen zij haar arm om zijn hals wilde slaan, „dat
zijt ge mij niet schuldig. Na mijn dood zou alles toch
aan jou gekomten zijn, zonder dat ge een woord van
dank had behoeven te zeggen. Het is een vervroegde
erfenis, meer niet en ik wil nu eenmaal niet, dat de
Z&hrenburg van mijn hand in de jouwe overging,maar
dat gij, een Zahrenburg, de koopster zoudt zijn,
evenals voorheen uw voorvaderen het zijn geweest.
Heden is de bezit*'ng voor de tweede maal voor je
verworven. Houd ze in eere Vera, meer dan je
vader het ooit heeft gedaan, of de ellendeling, die
jou arm en berooid de wereld door liet trekken.
Om dit uur te beleven, om dit stuk gronds te be
zitten, heb ik gewerkt, geslaafd, ja gebrek geleden.
Vera," zeide hij, toen het meisje hem verschrikt
aankeek, „en ik stel je slechts éen voorwaarde. Jij
moogt den Zahrenburg nooit verltoopen of verruilen,
het goed moet jouw eigendom blijven tot aan je
dood. Geen ander mag er gebieder over zijn dan jij
of hij, die Je mooi genoeg zult zijn om tot echtge
noot te kiezen
„Grootvader," sprak Vera bedaard, „ik ben nog
maar zoo kort met u samen en de hemel geve, dat
dit nog lange jaren mag duren. En u is hier alleen
heer en meester."
„Alleen in Jouw naam Vera, als je zaakwaarnemer,
kindlief," antwoordde hij beslist, „en later
„De toekomst zullen wij voorloopig maar laten
rusten en over uw dood wil ik nog niet denken. Maar
ik beloof u, dat Ik uw voorwaarden zal volbrengen.
Mijn han,d er op. En laat mij u nu eindelijk eens
Binnenlandsch Nieuws.
ALKMAAR, 13 April.
Burg. en Weths. hebben den Raad, naar aanlei
ding van een adres van de afd. Alkmaar van den
Ned. Bond van gemeentewerklieden eene wijziging
aangeboden van eenige bepalingen van bet werklie
denreglement, voorzooveel betreft de uitbetaling van
ziekengeld, zoowel aan vaste, tijdelijke als losse werk
lieden in dienst der gemeente. Door de afdeeling
was gevraagd uitbetaling van het volle loon geduren
de 12 maanden aan vaste en tijdelijke werklieden,
maar bovendien volgens een aangegeven tijdschaal
aan loeee werklieden en leerlingen eveneens bet volle
loon, en Ingeval van overlijden van een werkman ult-
koering van het volle loon gedurende 13 weken, aan
de weduwe of nabestaanden.
Tegen eene inwilliging van dit laatste deel van het
verzoek moeten B. en W. zich verzetten, omdat ten
aanzien der werklieden bij overlijden reeds op ruimer
wijze Is voorzien dan voor eenige catagorie van, amb
tenaren geldende is.
B. en W. adviseeren: onder losse werklieden te ver
staan zij, die zonder aanstelling tegen uurloon voor
de gemeente werk verrichten, gedurende ten minste
vier achtereenvolgende weken; (Het reglement voor
ziet or reeds in wie vaste, en wie lijdelijke werklie
den zijn.) den werktijd te doen bedragen niet meer
dan 3060 uren per Jaar en niet meer dan 11 per
etmaal, daaronder niet begrepen de rust- en schaft
tijden en het volle loon als ziekengeld uit te koeren
aan vaste werklieden gedurende hoogstens y maan
den, aan, losse en tijdelijke gedurende een tijdvak,
naar een aangegeven schaal afwisselende van 1 week
tot en met 12 weken.
Ultkeeringen krachtens de Ongevallenwet 1901 zul
len, in mindering van het ziekengeld worden gebracht.
- burgekbkug.
Dinsdagavond J.l. hield de nieuw opgerichte duin-
club alhier haar eerste vergadering voor het benoe
men van een bestuur en het vaststellen van een regle
ment. Tot voorzitter, secretaris, penningmeester en com-
m&sarissscn werden achtereenvolgens benoemd de hoe
ren C. Smit. A. v. Egmond, .1. Bruin, G. Del ver
en G. Visser. De vereen icing werd gedoopt: „Eens
gezindheid". Bestolen werd om dc veertien dagen ton
huize van den heer Biersteker te vergaderen, telkens
om 's avonds half 7.
EEN KIND DOODGEREDEN.
Donderdagmorgen heef) op de Rozengracht te Am
sterdam een droevig ongeluk plaats geluid.
liet was tien uur in den morgen toen een open
auto, een zware machine, in de richting van de Mar-
nixstraat over de drukke Rozengracht vloog. Op den
wee was hel druk, zooals altijd op de Rozengracht.
Plotseling dreigt dc machine een jongen op te van
gen. De chauffeur zegt een stoot op zijn hoorn gegeven te
hebben, maar de kluts kwijl te zijn geraakt. Althans
in plaats van te sloppen voor oen bedreigd menschen-
leven. haalde hij links uil; de jongen wijkt ook links
en liet ongeluk is gebeurd.
De arme jongen werd door de auto gegrepen, te
gen den grond geslagen, een paar meter meegesleurd.
Op de armen van een paar omstanders werd "hel bc-
vvuslclooze tichaam naar afdeeling van den Genees
kundigen Dienst aan de Marnixstraat gebracht. Ge
neesheer en zuster hebben alles gedaan om het leven
te behouden. Met groote toewijding werd de knaap
vlug behandeld. Even een glans op het gelaat van
den dokter toen hij het leven, waarvan het liehaami
teekenen gaf, dacht te behouden. Vijf minuten later
doodsche stilte. Dc arme jongen, een jaar of elf oud, was
overleden. Hij had een ernstige schodelfractuur en in
wendige kneuzingen bekomen.
Het lijk werd per autobrancard naar hel Wilhelmina-
gasthuis overgebracht.
Op de Rozengracht speelde zich intussehen een an
der tooneel af. vooral vele vrouwen, verontwaardigde
moeders, liepen te hoop omringden de auto en haar
passagiers, gooiden de gebalde vuisten omhoog, huil
den en schreeuwden den passagiers toe dat liet hun
schuld was, dat de chauffeur maar was doorgevlogen, dat
niet uilgekeken was. enz. Politie arresteerde den chauf
feur en deed de auto naar het politiebureau Raam
poort geleiden.
Een diep betreurenswaardig ongeluk, dat zeker dc
verontwaardiging van de bewoners dezer volksbuurt ten
volle verklaarbaar maakt. Men begrijpt hoe het juist
op die plaats kon voorkomen: de auto-bestuurder en
de inzittenden waren vreemdelingen; zij zagen een bree-
den, rechten weg voor zich. waren met de wijze waar
op deze weg gebruikt wordt, met de drukte, vooral
van kinderen op vacantiedagcn niet bekend, en reden
misschien harder dan voorzichtig was. Een vreesetijke
les in de eerste plaats voor Tederen chauffeur, 'die
deze schijnbaar veilige straat berijdt, een vreeselijke
les ook voor iederen omwonende.' die zijn kinderen
niet thuis kan houden en hun niet heeft ingeprent
dat de openbare straat in onzen tijd groote gevaren
oplevert. Ildb'.d.
HEERHUGOWAARD.
Aangezien er aan de aanvrage om rijksveldwach
ters ter bewaking van de boerderijen besmet met
mond- en klauwzeer niet meer kan w.orden voldaan,
is alhier gistermiddag aangekomen een detachement
militairen, sterk een onderofficier, een korporaal en
twaalf manschappen, van het 10e Regiment Infan
terie in garnizoen te Hoorn. De boerderijen worden
ieder door twee militairen bewaakt
W1N K H.' 11
Voor het toelatingsexamen tot de Rijks Normaal
school te Hoorn is geslaagd Jacob Brugman Dz. al
hier.
langereis.
De heer T. Hooiveld, kweekeling aan de Rijks-
Normaalschool te Hoorn, is bij het laatst gehouden
examen van de 3de naar de 4de klas overgegaan.
IN- EN UITVAL VAN HET HANDELSBLAD.
Onlangs moest, volgens Ons Schoolblad, een jon
gen voor het bord komen om een stelling te bewij
zen, die ze thuis moesten bestudeeren. Hij scheen
zijn les niet al te best te kennen, want voor het
bord gekomen, keerde hij zich naar de klas en keek
vragend rond, in de hoop, dat iemand hem zou hel
pen.
Maar de leera,ar had hem ln de gaten en zei, ter-
wijl-ie lacht#:
„Doe wel en zie niet om!"
INTERNUNTIUS TE 's-GRAVENHAGE.
Belgische bladen melden, dat Mgr. Taeei Porcelli,
mogen bedanken, grootvader/' sprak zij smeekend
en gaf hem een hartelijken kus, die evenwel maar
koeltjes werd beantwoorde „Het is voor mij iets
nieuws het geluk te kennen van te kunnen bedan
ken."
Dat onderwerp scheen den ouden man niet te be
vallen, hij draaide zich ten minste om en zeide:
„Het slot is een groot gebouw, Vera, in den laat-
sten tijd is er veel aan verbouwd. Als wij straks
gegeten hebben, zullen wij het eens nader in oogen
schouw nemen en jij kunt den zelf de kamer uit
kiezen, die je het liefst wilt "betrekken."
„Laat mij daar wonen, waar mijn moeder 'eefde.
U moet weten waar dat was. Het zal mij dan te
moede zijn, alsof zij bij mij is en mij behoedt en be
schermt."
De rimpels op het voorhoofd van mijnheer Roland
werden dieper dan ooit, de herinnering die Vera
zooveel troost verschafte, was hem zoo smartelijk, j
„Het was hier en ginds," zeide hij kort en, open- 1
de een der groote zijdeuren.
„Jij staat hier midden in het rijk, waarin zij slechts
helaas zoo kort heeft geheerscht. Kom mee," ging
hij voort, en vatte de teedere hand van het meisje
ruw vast.
Hij voerde Vera door verschillende kamers langs
een, wenteltrap naar een groote ijzeren deur. „Kom,
misschien is de deur wej open van het vertrek, waar
de grootste dwaling van haar en ook van mijn le
ven, werd gezegend door de hand eens priesters." 1
De deur was niet gesloten en ging na een paar
fGrsche duwen open. Zij stonden in een hooge ruim
te met eikenhout beschoten, aan de wanden lederen
behangsels en kostbare schilderijen. Het was er ijs
koud, maar de winterzon, die door de verschillende
boogvensters scheen, gaf aan het groote vertrek een
vriendelijker aanzien.
„Zie, Vera, hier trouwde je moeder, omdat de ka
pel toen reeds te vervallen was, om gebruikt te
kunnen worden. Hier gaf ik mijn eenlg kind aan den
maai dien zij liefhad, hier deed ik alle afstand van
de rechten op haar, hier zegende ik haar en
liter hier vervloek ik nu alles wat den naam van
Zahringen draagt."
„Grootvader." riep het jonge meisje verschrikt
„V/at doet ge?! Ook ik heet Von ZShringen, even
ais mijn vader en grootvader en zoovele anderen!
naem dat woord terug."
Do oude man streek met de hand over het voor
hoofd. „Ja het is waar," zeide hij op zijn gewonen,
harden toon, „de herinnering overweldigde mij we
der, ik was nog eenmaal de dwaas van vroeger jaren.
Miju zegen heeft niets geholpen en mijn vloek zal
dus ook wel niet veel uitwerken. Het zijn maar
woorden, en daden alleen, kind, beteekenen iets."
„Maar het woord is toch de uitdrukking onzer ge
voelens. grootvader," riep Vera, „en dat woord van
u tieft niet alleen mijn oor, maar ook mijn hart.
Het is vandaag de dag van mijn in.ocht. geef mij
uw zegen grootrader, ik hecht daar heel 'veel aan
en ik zal mij alle moeite geven uwer waardig Ie
zijn".
De heer Roland trok rijn hand terug, die Vera
had gegrepen en wendde zich af.
„Mijn zegpn is niet zuiver genoeg meer zeide hij
somber, „en in het oog van mijzelf zou hét een ko
medie zijn. De jnensch draagt den vloek of zegen van
zijn leven in zichzelf. Kom mee. het is hier'koud,
je beefl. Toen je moeder trouwde, was het een heer
lijke Meidag e:i ook toen waren de boomen wit, maar
nu van sneeuw en toen van bloesems'.
Hij voerde Vera zwijgend terug naar de verwarm
de kamer. Zij volgde hem angstig, maar plotseling
scheen zij tot kalmte te komen. Haar moed scheen
te herleven en met heldere stem zeide zij
„Ja, grootvader, ik eeloof dat u gelijk heb!, de ze
gen ligt in ons zelf. Gij hebt mij zooveel gegeven,
zooveel menschen rijn aan mij ondergeschikt, zij ver
wachten mijn raad. mijn zorg en mijn hulp ik
zal beproeven al het goede te doen. wat in mijn ver
mogen is om den nood te lenigen, menschen gelukkig
te "maken en daardoor zelf gelukkig te worden."
De grootvader haalde de schouders op. „Misschien",
zeide nij.
,,0 neen, zeker", antwoordde Vera met vaste over
tuiging, „de liefde is zooveel machtiger dan de haat