pauselijk nuntius te Brussel, door den Paus is be noemd tot Internuntius to 's-Gravenhage. De Tijd heeft naar de Juistheid van het bericht ter bevoegder plaatse geïnformeerd en or de volko men bevestiging van vernomen. Mgr. Tacci Porcelli zal te Brussel blijven wonen en van daar uit den H. Stoel bij hot Nederlandsche Hof vertegenwoordigen. "een buitenkansje. Bij het opruimen van het puin van het door de gemeente Helmond aangekochte huis van W. Goos- sens, werd onder de plavuizen een bedrag van f 850 gevonden in guldens en rijksdaalders met het jaar tal 1848. Een buitenkansje voor de gemeente. AANRANDING IN DE SCHEVENINGSCHE BOSCH- jes. Woensdagmiddag, het zal ongeveer iets over drieën zijn geweest, wandelde een dame, mevr. R. v. N., achter de Promenade in de Scheveningsche BoschJes, tot wie zich een tweetal naar het uiterlijk net ge- kleede heeren wendden, haar vragend naar den weg en hoe laat het was. Maar tegelijk werd der dame haar taschje, inhoudende geldswaarde, ontrukt en zetten de aanranders het op een loopen. De dame, zeer ontdaan, riep uit alle macht om politie, maai er kwam niemand opdagen. Toch was haar geroep bij toeval gehoord door een leerling van de H. B. S. aan de Stadhouderslaan, A. E. E., die van de school kwam en per fiets zich op weg bevond naar De Ba taaf. IJlings naar de plek toegesneld zag hij nog juist oen van de twee mannen in de struiken verdwijnen, terwijl de andere kalm doorwandelde. Hij wierp zijn fiets weg en wist den, aanrander den weg af te snij den, waarop hij hem aanpakte en 11a hem een flin- ken slag op het hoofd te hebben toegebracht, on der de knie kreeg en wel zoodanig dat hij hem te vens belette het taschje weg te werpen. Terwijl het jongemensch den aanrander zoo in bedwang hield, kwam de tweede „heer" aanloopen om zijn kameraad te verlossen en begon klappen uit te deelen, maar het gelukte hem niet zijn mede plichtige te bevrijden. Het dappere jongemensch hield de beide kerels in bedwang, tot er een. politie-agent naderde en den aanrander die door het jongemensch overmeesterd was en die in het bezit was van hel taschje, arresteerde. Mr. G. VAN TIENHOVEN. Het N. v. d. D. verneemt dat de toestand van den commissaris der Koningin in Noordholland, mr. G. van, Tienhoven, die sedert eanige dagen wegens een ernstige verkoudheid het bed moet houden, zeer bevredigend is. De laatste nachten waren rustiger en het hoesten wordt veel minder. AFSLUITING EN DROOGLEGGING VAN DE ZUI DERZEE. Een nieuwe uitgave heeft het licht gezien van de Zulderzee-vereeniging (verschenen bij E. J. Brill te Leiden), waarin verzameld is hetgeen sedert de jongste uitgave in de beide Kamers der Staten-Ge- neraal over de drooglegging is verhandeld, zoomede betreffende de indijking en droogmaking van de Wieringermeer in de najaarszittiug van de Staten van Noordholland, maar waarin, ook zijn opgenomen twee belangrijke rapporten die de Vereeniging dankt aan de heeren Th. M. Th. van Weideren baron Ren- gers, oud-lid van Ged. Staten van Friesland, te Oen- kerk, en K. Breebaart Jzn., te Winkel, omtrent de voordeelen voor de provinciën Friesland en Noord- holland te verwachten van de afsluiting der Zuider zee en de vorming van een zoetwater meer. st. maartensbrug. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer R. E. Wie- renga Jr. te Nieuwendam, is geslaagd voor het serni- artsexamen. st. maartensbrug. Onder voorzitterschap van den, hr. M. Koning hield de afdeeling St. Maartensbrug van den Bond voor Staatspenslonneering Woensdag jl. een propaganda- avond In het lokaal van den heer W. Swarthof. Na opening kreeg de heer Sinninghe Damsté van Dirks- horn, die dezen avond als spreker zou optreden, het woord. Zijne met gloed en warmte uitgesproken rede maakte op de aanwezigen een diepen indruk en het daverend applaus, dat de spreker na afloop zijner rede ontving was zeker wel het beste bewijs dat zijne woorden de volle instemming van het publiek had- deu. Door de rederijkerskamer „Onderneming" werd daarna het tooneelstuk „Uit het leven" opgevoerd. Dit bekroond tooneelstuk, geschreven door C. W. v. Rijsewijk, is een zeer mooi propagandastuk, waarin, zonder eenige overdrijving, op treffende wijze de te genwoordige toestand onzer Maatschappij wordt bloot gelegd. En wat de opvoering hiervan betreft durven wij, naar hetgeen, wij hiervan hoorden, gerust ver klaren dat deze zeer verdienstelijk is geweest. Hoewel de opkomst matig was te noemen is het voor de afdeeling een welgeslaagde avond geweest. 20 Personen, waaronder 6 dames, gaven zich als lid op. een vreeselijk verwijt. In een kerkelijke vergadering kwam het wijndrin- ken ter sprake. Sommigen verdedigden, anderen veroordeelden, het. Ten slotte hield een invloedrijk leeraar een vu rige toespraak ten gunste van den wijn, en noemde de tegenstanders van, het gebruik dwepers en drij vers. Toen hij zweeg, vroeg een eenvoudige man het woord en zei het volgende: ,,'t Is mijn bedoeling niet, te antwoorden op alles wat ik daareven heb hooren zeggen. Ik wil niet an ders doen dan een geschiedenis meedeelen. ,,Ik ken een vader, die met veel opofferingen zijn zoon liet studeeren. Aan de hoogeschool raakte de jongeman op den verkeerden weg, hij werd een drin ker. Maar toen hij weer htuis gekomen was, werd zij kan, dat weet ik, zelfs vloek in ze^en veranderen." HOOFDSTUK 4. Het was een zaak geweest van het grootste ge wichtniet alleen voor de grondbezitters in den om trek, maar ook voor de arristocxatle ln de hoofdstad, dat Vera von Zühringen weer op het slot harer va deren was gekomen. Men was haar bestaan eigenlijk totaal vergeten. Maar nu had men gehoord, dat de oude heer Roland fabelachtig rijk was teruggekeerd en men had zich er tevens van kunnen overtuigen, dat Vera een prachtig mooi meisje was. Dat was eigenlijk al wat men ervan, "Wist. De stijve en stugge houding van den ouden Roland, zoowel als zijn af keer van alles wat op gezellig verkeer leek, verhin derde elke toenadering. Het landgoed werd goed onderhouden, alles ging even, royaal, zooals men het nog nooit had gezien. De opmerkingen die Roland op zijn vele reizen had kunnen maken, bracht hij nu in praktijk en zijn ener gie, gepaard aan zijn rijkdom gaven aah alles een heel ander aanzien. Van* de vroegere bedienden was niemand in dienst gehouden, het geheele personeel was verwisseld, tot zelfs de meest ondergeschikte. Oude gebruiken wa ren als vanzelf verbannen en alles geschiedde precies zooals de heer Roland het wenschte. Ofschoon alles gebeurde in Vera's naam, wist men al heel spoedig, dat de hardheden van hem uitgingen en dat Vera in stilte weldeed en dat men haar weldra ln het dorp den troost der armen noemde. Roland bracht alleen den zomer met zijn klein dochter op het slot door. Zijn rustelooze aard henu eigen geworden in den vreemde, deed zich gel den. Hij kon dat doellooze leven, vooral in den winler, niet uitslaan. Vera bedacht dus voor hun vertrek de hutten der armen en vestigde zich dan met haar grootvader ln de stad. Daar genoten zij van allerlei, als concerten, luiütdLs euz., omgang met andere mer.- onder den Invloed zijner hulsgenooten de macht van 1 den drank gebroken. Hij zei het bedwelmend vocht voorgoed vaarwel. E11 ik behoef u niet te zeggen, hoe zijn vader zich verheugde. „Jaren gingen voorbij. De studiën waren voltooid en de jongeman was op het punt het ouderlijk huis te verlaten en zijn levenstaak te aanvaarden, toen hij te onzaliger ure ter maaltijd genoodigd werd bij een naburig predikant, die vau wege zijn gastvrijheid en vriendelijkheid bekend was. „Wijn werd rondgediend, werd aangeboden aan dien jongen man, werd door hem geweigerd: werd nog eens aangeboden en ten tweeden male gewei gerd. „Toen werd hij uitgelachen als een zonderling. „HU had weerstand kunnen bieden aan zU'n lust; hij kon geen weerstand bieden aan spotternij. „Hij dronk, hij viel. „Van dien dag werd hij een dronkaard en reeds lang ligt hü in eens dronkaards graf. „En luister," en de tranen kwamen den ouden man ln de oogeu „ik ben de vader van dien jon gen man, en, hij, die zooeven tot u sprak, is het die hem in het verderf heeft gestort." Wijnbouwers-oproer in Frankrijk. 't Geschil loopt over de afbakening van het Chara- pagnegebied. Kamer en Senaat moesten maatregelen nemen om de kwestie op te lossen. Zoodra zij echter eeuig besluit hebben genomen, volgt kritiek en ver zet. De commissie voor landbouwzaken uit de Ka mer had zich vereenigd met een wetsvoorstel, waarbU de Kamer uitgenoodigd wordt wijziging te brengen in de bestaande grensaanduiding van het Champagne- gebied, door daarbinnen te doen vallen de wijnver- bouwende gemeenten van de departementen, Manie, Aisne, Aube, Seine-en-Marne," en Boven-Marne, die in vroeger tijd van de oude provincie Champagne deel uitmaakten. Op het in de gemeenten dezer streek verbouwde produet moet dan de plaats van herkomst worden aangegeven. De regeering heeft echter op handige wijze een beslissing over het vraagstuk weten uit te stellen, door die op te dragen aan den Raad van State. Zij meende zich op die wijze voorloopig uit den drup te helpen. Edoch, in den Senaat is uien tot een geheel ander besluit gekomen. Daar is een, motie aangenomen, waarin het vertrouwen wordt uitgesproken, dat de regeering het bedrog zal onderdrukken en de bepa lingen betreffende de territoriale afbakening van het Champagne-gebied opheffen. Hoe de regeeriug dit moet klaarspelen, is niet duideiyk. De bedoeling is in elk geval, dat de Aube-boeren weer Champagne mogen maken. Zij kunnen dus tevreden zijn, maar, gelUk onvermUdelijk was, zijn nu de menschen van de Marne terstond te hoop geloopen. De wet op de afbakening was immers gemaakt, omdat de wyiiboe- ren aan de Marne er zoo boos over waren, dat de wU'n van andere departementen als Champagne werd verkocht; en zij hadden hun woede getoond dooi de kelders der groote handelaars te vernielen. De afbaken ingswet stelde hen tevreden, doch nu deze door de oppositie der Aube zal vervallen, hebben da Marne-boeren het hoofd omhoog gestoken. De correspondent van het Handelsblad schrijft van Donderdag: Nauwelijks was in den, loop van den avond de uit slag van de bespreking der wijnbouwers-kwestie in den Senaat en de houding van den Minister-Presi dent den heer Monis bekend geworden in het Champagnedistrict, of de geheele streek was als by tooverslag gemobiliseerd. De beweging was zoo spon taan, dat de autoriteiten, hoewel troebelen de laat ste dagen te verwachten waren, volkomen verrast zUn geworden. Uit alle dorpen snelden de boeren, gewapend met houweelen, bUlen en alles wat tot vernieling dienen kon, toe om gezamenlijk op te trekken ln de rich ting van Eperuay, do hoofdplaats van het district. Het Vandalenwerk begon in het plaatsje Dizy. Te half tien marcheerde de lcolonne dit dorp bin nen, juist op het oogenblik dat in het gemeentehuis een vergadering van wijngaardeuiers was aangevangen De betoogers drongen de zaal binnen en haalden de aanwezigen over met hen gemeeue zaak te maken. Gezamenlijk trok men, de „Internationale" zingende, naar de wijnkelders van een bekenden wynkooper. De deuren werden ingerammeid en in een oogwenk waren 230.000 flesschen champagne stuk geslagen. Daarop moest de woning van den handelaar het ont gelden: alles werd kort en klein geslagen, de meu bels werden uit de ramen op straat geworpen. Twee gendarmen, de eenige politiemacht die aanwezig was, vermochten natuurlijk niets tegen de razende menig te en waren gedwongen de verwoesting aan te zien. zy trachtten assistentie te krygen van de politie van het nabygelegen plaatsje Magenta, maar deze had zelf handen te kort om de orde te handhaven. Drie barricades werden opgeworpen van vaten, stoelen, wagens enz. Na het doortrekken der bende zag het dorp er uit, of het een bombardement te verduren had gehad. Zoowel op het stadhuis van Dizy als van. Cu- mière was de roode vlag gehescben, Van Dizy ging het naar Ay, waar de menigte, reeds bezig met de bestorming van een wynkelder, door dragonders werd verjaagd. Buiten het dorp sloten de gelederen weer aaneen en werd de marsch voortgezet in de richting van Epernay, dat in het onheilspellend nachtelyk duister als het ware omgeven werd door een gordel van oproer en vernieling. Van alle kanten klonk het beangstigend gelui der stormklokken. Vuren werden op de berghellingen ontstoken om de wyngaarde- niers het alarmsein te geven. Te Daméry liep de menigte reeds om acht uur te wapen en deed een aanval op de kelders en de wo ning van den, heer Delouvin. Een gendarme, die schen hadden zy niet. Het was niet het leven, wat Vera zich had voor gesteld. niet de stille huiselijke gezelligheid, waarvan zij in den zomer zoo recht \eel genoot. Maar ook dit leven had zijn bekoring en zij erkende dit met dank bare vreugde. Niet alleen dat dit alles haar geest voedde, maar door (het langdurig verkeer met een man als haar grootvader, vormde zich haar practisch oordeel en werd zij zelfstandig in haar denken, zoowel als haar handelen. Zonder twijfel was het juist die zijde van haar karakter, die mijnheer Roland bewust of onbe wust het meest ontwikkelde. De schatten toch, die hij haar nalaten zou. kregen eerst hun werkelijke waar de. wanneer zij verstand en energie genoeg had om deze juist te gebruiken. Misschien had de oude heer Roland er een voor gevoel van, dat hy niet lang meer de beschermende hand over haar zou uitstrekken, toen hy steeds bezig was om haar oordeel over menschen en toestanden te scherpen. Toen de linden voor de tweede maai na zyn komst in bloei stonden, droeg men hem naar het graf. Heit was stil op het slot, de torens teekendeu zich scherp af tegen de lucht en de vensters schitterdeai in de ochtendzon. Geen windje bewoog de bladeren, alles was er rus tig en stil. De vensters van den linkervleugel, die door de kastanjeboomen voor de zonnehitte waren beschut, waren geopend en in het laatste vertrek zat Vera voor een met papieren bedekte schrijftafel. Het was een hoogst eenvoudig vertrek waarin het jonge meisje zich bevond, en de revolvers en jachtgeweren in het wapenrek aan den wand, toonden duideiyk dat het oorspronkeiyk de kamer van een man was ge weest. Geen gemak, geen weelde was hier te vin den, de met donker fluweel bekleedde sofa was het eenige meubel dat aanspraak kon en mocht maken op Inse. Vcrr. was r.'.'.ren cn het schoone kopje was spoorslags naar Epernay wilde rUden om hulp {e halen, werd van het paard gesleurd. Toch weiden de autoriteiten aldaar gewaarschuwd, zoodat de toe snellende troepen vry spoedig de orde konden her stellen. De heer Delouvin, die toevallig te Reiuis vertoef de, werd door den onderprefect ln kennis gesteld met de vernieling van zijn eigendommen. Aan. een hem daarna interviewenden Matin-correspondent zei de wijnkooper: „Ja daar moc-sfhet op uitloopeu. Reeds een week lang vind ik lederen morgen deuren en vensters' be plakt met papieren, waarop met groote letters aller lei dreigementen stonden geschreven. „Ik mag wel van geluk spreken. Als ik thuis was geweest, was ik er waarschynlyk niet goed af gekomen." In den nacht van Dinsdag op Woensdag zyn de grootste verwoestingen aangericht te Daméry en Dizy-Magenta. Op werkeiyk buitengewoon beestachtige wyze is overal huis gehouden. Verschillende correspondenten berichten, dat de boeren tot de knieën door den wQn waadden in de kelders, terwyi ln de straten zich groote plassen vormden van het edele druivennat, dat by vaten vol over de steenen werd uitgegoten. Onderstaande telegrammen geven verdere by zon derheden. De regeering heeft in den gisteravond by- eengeroepen ministerraad besloten tot het nemen van krachtige maatregelen. Een geweldige macht ca valerie en infanterie is naar het oproerige departe ment gezonden, zoodat men verwachten mag, dat de beweging spoedig tot staan zal zijn gebracht. De Telegraaf-verslaggever seinde het volgende: EPERNAY. 13 April. Op het eerste bericht van den opstand in het departement van de Marne ben Ik uit Pary's hierheen vertrokken, direct na afloop der Kamerzitting. Ik kwam hier omstreeks middernacht aan en vond Epernay in een soort staat van beleg. Aan het station bevinden zich talryke troepen in fanterie en met eiken trein komen nieuwe troepen aan. Alle pleinen der stad en de voornaamste kruis punten der straten zyn door cavalerie bezet. Heden vertrekt een groot detachement jagers, dragonders en kurassiers ten einde den omtrek van Epernay te bezetten. Dit detachement bestaat uit niet minder dan 10.000 ruiters. Ik begaf my in de richting van Ay, dat op ongeveer 3 KM. van Epernay ligt en waar gistermiddag ontzet tende tooneelen van verwoesting, brandstichting en plundering zich hebben afgespeeld. Van verre reeds zag ik de lucht rood door den brandgloed beschenen; de vlammen sloegen tot een enorme hoogte op. Op alle wegen en paden tus- sehen Epernay en Ay ontmoette ik troepjes oproer lingen, die naar Epernay trokken en gestolen fles schen champagne by zich hadden. Ze droegen lange stokken als wapens. Het meerendeel was dronken en ik zag er verscheiden stomdronken langs den straat weg liggen. Van ooggetuigen vernam ik, hoe te Ay zeven hui zen van fabrikanten van champagne van den kelder tot den zolder werden uitgeplunderd en daarna ln brand gestoken. De gevonden vaten werden in elkaar geslagen en duizenden flesschen op de plaats zelve leeggedronken door de oproerlingen, die zich den tyd en de moeite niet gunden om ze te ontkurken, maai de halzen tegen de keien stuk sloegen. Het was een onbeschryfelyk woest tooneel, die dui zenden dronken oproermakers, die stonden te brul len voor de brandende huizen en meubels en bedde- goed in het vuur wierpeu. Het was mij onmogeiyk vannacht Ay te bereiken,, daar overal de weg door troepen afgezet was. Men vreest algemeen dat de brandstichtingen weer een aanvang zullen nemen, zoodra de troepen weer teruggetrokken zyn. De oorzaak van het oproer moet gezocht worden in de ellende en armoede van de wUnbouwende be volking en hun woede tegen do fabrikanten, die ver- valschingen plegen, komt voort uit het feit, dat deze tegen de delimitatie-wet in, wynen gebruiken, die niet afkomstig zyn uit het champagne-district, 0111 champagne te fabriceeren. Zy laten wynen van min dere soort uit de zuideiyke departementeh, en zelfs uit Algiers komen, omdat die goedkooper zyn. Op deze wyze wordt de waarde der echte champagne- wynen gedrukt, waardoor de bevolking tot armoede vervalt. EPERNAY, 13 April. De loop der gebeurtenissen, die gedurende den dag voorvielen, was als volgt: Te Damey werden de gebouwen der finnas Jacquet. De- lurin en Menadier geplunderd, de vertrekken daarvan leeggehaald, cn de kelders verwoest, In de gebouwen der firma's Perrier en Lemaire werd gesaboteerd. Te Mareuilles werden de gebouwen der firma's Valet en Ducoin geplunderd, te Pierry vernielden de „vignerons" de kelders van het huis Dufaul. Te Dizy stak men de kelders der firma's Raymond en de Castellane in brand, na er een verwoesting) te hebben in aangericht. De brand kon gelukkig gebluscht worden. Te Reims zijn de volgende gebouwen, waarvan slechts de muren staan bleven, totaal door brand vernield: die der firma's Gauthier. Dent, Geldermann, Ayala en Bissinger. De kelders werden in brand gestoken bij de fabrikanten Gallois en Ducoin. Te Epernay werden de kelders der firma's Fontaine et Coste cn Folcher verwoest, de wagens stuk geslagen en de vaten vernield. Bij de firma Rondeau werd de wijnpers „Sainte Hélène", behoorende aan het huis Moet-Chandon, in brand ge stoken. I11 de geheele streek werden, over een uitge strektheid van verscheidene hectaren, de boschies stroq, welke de wijnranken tegen den vorst beschermden, in brand gestoken .hetgeen de algehccle vernieling dier wijngaarden tengevolge had. ErERNAY. 12 April. Nadat de cavalerie des namid dags een charge gehouden had, gingen de wijnbouwers uiteen en werd het rustig in de stralen. In de stad wemelt het van infanteristen en cavaleristen. Gedurende den avond was de geheele gezichtseinder diep gebogen over de papieren. Toen zy even opkeek, waren haar oogen nog even helder als vroeger. De dweepzieke uitdrukking had den zy evenwel verloren. De zekerheid en beslist heid, die haar persoon had, bewees, hoe zij haar po sitie gevoelde. Zy was in zwaren rouw, want het was nog maar enkele dagen geleden dat haar grootvader begraven was. Zy gevoelde het levendig, dat zy weer geheel alleen op de wereld stond. Wel maakte die giedachte haar niet moedeloos, zoo als in haar kinderjaren, toen men met haar handelde als met een stuk koopwaar, maar het vervulde haar toch met diepe weemoed en treurigheid als zy zich terugdacht den stoet die op éen enkele uitzondering na uit bedienden bestond. Yera had van haar grootvader, den ouden en ver bitterden man, niet veel liefde en hartelijkheid onder vonden, maar toch was het haar steeds weer gebleken, dat hy haar op zyn wyze liefhad. En al had zy by hem niet een thuis gevonden, zooals zy dat zich had voorgesteld, een veilige haven was het, toch ge weest. Haar grootvader was het eenige familielid dat zy had, en elk vroolijk uur, elk genot dat zy had gesmaakt, had zy uit zyn hand ontvangen. In den beginne had hy weinig acht op haar ge slagen. en elk teeder gevoel van haar kant geweerd, omdat hy niet wilde verzoend worden met het leven en de wereld. Maar hoe koel en terugstootend of hy zich ook voordeed, toch had haar lieftalligheid en vriendelykheid hem goed gedaan, toch verdween voor haar natuuriyke waarheid de geest van wantrou wen, die hem het, leven verbitterde en zonder dat hy er zich van bewust was, hing hij aan het jonge meisje. Vera was steeds bevreesd geweest om hem met onbedachte wenschen lastig te vallen en zy was zoo weinig gewoon geweest met menschen om te gaan, dat zy eigeniyk het gemis van een gezelligen om- rondom Epernay verlicht door den gloed van groote bronden. Te Pierry ziet men de wijngaarden der firma MoCt et Chandon in lammen opgaan. Ook aan den kant \an Chonille kleurde een groote brand den hemel rood. Gezegd wordt, dot liet kasteel van Montcbello in brand staat. I11 de richting van Ay cn van Mareuii blijft 'een rosse gloed van branden den' nacht verlichten. Met ongelooflijke snelheid volgt de eenc. brand den anderen op- De prefect van t Mame-deparlcment besloot, door het uitzenden \an versterkingen, een einde te maken aan dezen toestand. - Tc Ay werden de brandkasten, van de firma Ayala en Bissinger opengebroken en geplunderd. IX' meubelen en gebouwen werden verbrand. Te Ay en Epernay moesten (de brandweerlieden onverrichter zake terug trekken, daar de brandstichters dreigden de slangen door te snijden. Gemengd Nieuws. HOE VERDI ZIJN EED HIELD. Edmondo Corradi vertelt in de Vila een aardige Verdi-aneedate. In 1879 was de organistenplaals dei- kerk van Busseto in Panna, in.de nabijheid waarvan Verdi een villa bewoonde, vacant. Verdi interesseerde zich zeer voor een. jongen, talentvollen musicus uit Milaan en deed zijn uiterste best voor zijn candklani. I)oeh de gemeenteraad van Busseto koos tegen Verdi's advies iemand anders. Dat maakte den meester zóó boos. dat hjj een duren eed zwoer, nooit meer één stap in Busseto tc zullen zetten. e11 hij bleef zoo getrouw aan zijn gelofte, dat hij, als hij van Milaan naar zijn villa ging. een omweg van een uur liet maken, om' Busseto Ie vermijden. Doch wat gebeurtV Kort 11a dit voorval wil men te Busseto den aOsten verjaar dag van de première van Nabucco vieren, met welk werk Verdi te Milaan zijn roem. vestigde. De inwo ners van het stadje, die op hun beroemden nabuur zeer trotseh waren, hoopten met deze fccstvoorstelling den toorn des meesters te bezweren, zorgden voor een prima bczetiing en stuurden deputatie op deputatie naar Verdi's villa, om den componist over te halen, de voorstelling bij te wonen. Verdi voelde zich zeer bewogen maar wilde zijn eecl niet breken. Doch er werd een gulden middenweg gevonden. Het theater ligi n.1. juist op de grens van Busseto's stadsgebied en heeft een venster, dat uitkomt op den landweg, die juist buiten Busseto ligt. En op den avond der uitvoering hield een rijtuig stil op den weg voor het betreffende venster, dat werd geopend; Verdi stapte er uit en luisterde zoo van begin tot eind naar de opvoering, zonder dat hij het stadsgebied van Busseto had be treden. DE MENAGE VAN DE 3500. De Londensche correspondent der Tel. schrijft: De Zoo (spreek uit: zoe), is het verkleinwoord voor Zoölogical Gardens, oftewel Londen,schen dieren tuin, die vele onvrywillige kostgangers heeft. E11 't is wel aardig, eens mede te deelen, wat daar jaar lijks door de dierenverzameling verorberd wordt. Hier volgt een lystje van de hoeveelheden der voor naamste voedingsmiddelen, alles per jaar gerekend- 129 HL. tarwe; 135 HL. maïs; 57 HL. kanariezaad; 18588 KG. wyting (visch); 4420 KG. haring; 218 paarden; 152 geiten; 6500 liters versche melk; 2724 busjes gecondenseerde melk; 97884 bananen; 8,3 HL. appels; 13013 sinaasappelen; 9500 KG. wortelen; 7,5 tonnen mangelworteleu; 6808 brooden (van ongeveer 2 kilo); 39110 eieren; 3657 ratten; 5858 muizen; en 3755 spreeuwen. Hoeveel liters water er worden gedronken vind ik niet vermeld in het verslag, waaraan deze gegevens zfin ontleend, maar ook die hoeveelheid zal enorm zyn, want de kostgangers van de Zoo zyn geheelont houders. EEN ORKAAN OVER ARGENTINIë. BUENOS AYRES. 12 April. Een hevige, met regen gepaard gaande orkaan is boven de stad losgebarsten. Verschillende wijken daarvan werden overstroomd. Mu ren en daken stortten in. tengevolge waarvan twee pci-sonen werden gedood en een vijftigtal gewond. De aangerichte schade is ontzettend. VAN TRIJN. Trijn is verkoud en schors en heeseh: „Nog wil 't wyf kakelen," zegt Kees, „Dat 's van d' elendigste gebreken: Een' Vrouw die zwygen kan noch spreken. kantongerecht te schagen. Uitspraak 13 April 1911. J. van S., Barsingerhorn, Motorregl., f 1.50 of I d. V. B., Schagen, art. 427 Str.. f 2.50 of 2 <1. C. (d. B.. Dordrecht. Motorregl., f2 of 2 d.; G. K., Oudesluis, Art. '126 Str., f 10 of 4 d.; K. G., Kol- horn. Pol. overtr., f2 of 2 d.; J. v. d. Oord, Wie- li ngcr waard, Jachtwet, f 8 en f 1 of 4 d. en 2 d.; J. G. K.. Hoorn, Pol. overtr., f 1 of ld.; P. B., Scha gen. idem' f 1.50 of 1 d.; J. K., Koegras, idem, f 3 of 1 d.; \V. D„ z. b. woonpl.. idem, f2 of 2 d.; R. K„ Anna Paulowna, Art. 427 Str., f 1 of ld.; J. M., Zijperstuis, Art. 453"Str., f 15 of 3 d.; W. K.. Wieringerwaard, idem, hechtenis 3 d.; 6 maanden Rykswerkinrichting; C. S., Schagen, Art. 453 3o Str., f 15 of 3 d.; C. N., Burgcrbrug, Woningwet, f 20 of 20 d.; J. K.. Winket, Motorregl. f2 of 2 d.; J. W., II ai en karspel, Visscherij, f 10 of 2 d,; A. v. d. R., ged. te Alkmaar, Art. 453 Str., 7 cl. hechtenis. gang niet gevoelde. Het genot dat het leven Vera schonk bevredigde haar volkomen. Den omgang; met andere menschen had mUnheer Roland op een opvallende wUze afgewezen. Voor hem bestond er niemand anders dan Vera en hijzelf. Het zonderlinge paar dat zich met niemand be moeide, wekte niet weinig aller belangstelling en hoe strenger mynheer Roland zyn kleindochter af zonderde, hoe meer wist de wereld te vertellen, van haar ongeëvenaarde schoonheid, niet weinig ver hoogd door haar fabel ach llgeu rijkdom. Slechts éen persoon werd ongewild in kennis met Vera en haar grootvader gebracht en dit was de dokter uit het dorp, die Vera moest behandelen, toen zy haar voet liad verstuikt. Na lang aarzelen was hy eerst ontboden, maar het moest. Gelukkig was dokter Jordan een kalm en teruggetrokken man. die niet meer zeide dan hoog uoodig was en dus mynheer Roland niet prikkelde tot een grove afwy- zing. De verhouding der heeren bleef juist binnen de grenzen eener koele beleefdheid. Voor het jonge meisje, wier voet een langdurige kuur vereischte, vatte de dokter een warme belangstelling op, die ster ker werd naarmate hy haai- leerde kennen. Haar eenvoud en goedheid, haar fyn gevoel, dat zich steeds weer openbaarde, het geduld en de zelfverloochening die zy aan den dag legde tegenover haar knorrlgen grootvader, wekten zyn bewondering die langzamer hand in een vaderiyke genegenheid veranderde. Ook voor Vera waren zyn bezoeken een bron van vreug de, want hy kon onderhoudend en vriendeiyk zyn, als mynheer Rolaad er niet bU was. Hy bewonderde haar teekeningen en bloemen, voorzag haar van nieuwe lectuur, vertelde haar van zyn, arme patiën ten en nauwelijks had hy een wensch in dit opzicht te kennen gegeven, of hij wist dat Vera daarin zou voorzien. Wordt vervolgd. I I III 1141

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 6