noodweer.
Boven de provincie Groningen woedde gisterenmid
dag een windhoos met hevige hagelbuien; er vielen
hagelsteonen als knikkers, waardoor veel schade aan
ooft, boom en, en gewassen werd toegebracht.
bene erfenis vax 75 millioen.
Men schrijft hel vjpdgande aan het „Hbl. van Ant
werpen"
Ten jare 1628, vluchtte zekere Jcan Thiry. Franscli-
man van geboorte, uit zijn vaderland; en trad in dienst
bij een zekeren AUiana.se Tripaldy. Italiaanschcn han-
deldrijvcr in 't groot, op zee en* te lande; door zijn
«lel karakter, en goede diensten, werd hij de gunsteling
zijns meesters; en deze liet hein bij zijn aüslerveto
yjjn gans olie fortuin na. hetwelk bestond uit verschil
lende handelsschepen, cn een som van 800.000 goud
stukken, welke door Altlianasc Tripaldy op de Staats
lui nk van Venetië, ten jare 1621 geplaatst waren.
Dit bedrag van acht millioen werd, bij contract,
ais Staatsschuld, door den Doge van Venetië aange
nomen en zou 3 p.Ct. rente opbrengen.
Jcan Thiry, welke ten jare 1676 stierf, liet bij testa
ment hel gansehc bedrag, dat als staatsschuld op de
staatsbank van Venetië berustte, met alle interesten aan
zijne twee broeders of aan hun wettige nakomelingen.
Napoleon Bonaparte legde ten jare 1/96 op bevel van
hel Directoire, beslag op de Thirvsche erfenis; van
dien tijd af is het kolossale fortuin 't welk thans door
<ie opgeloopcn rente reeds meer dan 75 millioen moet
bedragen, in het bezit van den Fransdhen Staat geble
ven. ofschoon ireods meerdere malen door de recht
matige erfgenamen pogingen in 't werk gesteld zijn,
o.n in hel bezit vun hunne millioenen te komen.
Dertig jaren geleden ongeveer was de Fransche staat
bereid liet kapitaal, zonder intresten, uit te betalen,
doch de familie Thiry weigerde zulks; en 'naar het
schijnt moet nu de Fransche Staat door het Seine-
gerechtshof veroordeeld zijn, om het gansche fortuin,
benevens de opgeloopcn renten uit te betalen.
Van de twee broeders van den bovengeraelden erf
later, Jcan Thiry, moet er een naar Holland zijn over
gestoken, de andere broeder moet zich in de omstre
ken van Lokeren, provincie Oost-Vlaanderen, gevestigd
Ilebben; het is van dezen laatste^ dat zich hier te Ant
werpen, evenals in de omstreken van Lokeren, 'de erf
genamen moeten bevinden.
Een erfgenaam te Antwerpen wendt nu met "de mede
hulp zijner mede-erfgenamen van Antwerpen, Lokeren
en Gocs. de noodige stappen aan, om in het bezit hunner
rechtmatige erbenis «te komen; reeds zijn belangrijke
papieren "ontdekt, welke bewijzen, dal de bewuste fa-~
milie wel degelijk de ware erfgenamen zijn.
Een oproep iu de dagbladen zal eerlang „de familie
laten verwittigen, dat zij bij een notaris moeten komen,
om hunne rechten te doen gelden.
Of zij tevreden zullen zijnt
nederland op de visscherij-tentoonstel
ling te parijs.
Daartoe bijeengeroepen door de Ncderlandsche V er-
eeniging van Exposanten" vond gistermiddag in liet
American Hotel te Amsterdam eene vergadering plaats
vun belanghebbenden in de Vissclierij-tentoonstelling,
die in NovemberDecember van dit jaar te Parijs
wordt gehouden.
De groote opkomst bewees de sympathie voor hel
>ian voor eene collectieve Nederlandsche inzending te
Yirijs. Er werd eene commissie benoemd, bestaande uit
de hoeren A. A. Mengermans, hoofd van de afdccling
ZoetwatervissckerijB. J. Gelder, redacteur van de
„Visscherij Courant" «en L. J. Zegers Veeekens, bc-
.sLuurslid dea- Nederlandsche Vereenig'ing van Expo
santen", om 'de vooiioopigo plannen uit te werken
en een comité bestaande uil de vertegenwoordigers van
de visscherij- den vischhandcl en den industrieën in
verband met iict visseherij-bedrijf, te zamen te brengen.
Waar voor Nederland groote belangen 'op hel spel
staan, wat betreft zijn exjjort naar - z^o»>ei
van zout-x «ls zpet-walérvischmeende de vergadering
dat dejd^rihen zeer veel kans van slagen hebben, indien
-'dC voorloop'igi' commissie slechts medewerking onder
vindt van de Regeering en den financieelen steun van
enkele vereenigingen op visscherij-gebied.
moord.
Omtrent den moord, gepleegd op den Perzische» vin-
keiier Moerad Bey, aan de Wagenstraat, te 's-Graven-
höge. ,{zic vorig nummer), meldt men nader: Men ver
moedt dat de Grieksche bediende, die verdacht wordt
de moordenaar van zijn patroon te zijn, is uitgeweken
naar Duitschland, waar hij tot vóór een paar maanden
werkzaam was.
Bij de nadere lijkschouwing in het ziekenhuis moet
gebleken zijn dat de moordenaar op afschuwelijke
iwijze op zijn slachtoffer heeft toegestoken en ge
slagen. Het lichaam is als met wonden overdekt.
Hel lijk {vertoont n.1. niet minder dan 20 a 22 steek
wonden. Er zijn elf steken in den rug toegebracht;
vier aan den schedel, nabij het achterhoofd; twee
onder den arm cn vijf aan handen en polsen. Deze
taaiste verwondingen zijn waarschijnlijk bij het af
weren van hel moordend wapen bekomen. De groot
ste wond js toegebracht in de bomt. Het is een
steekwond. 5 cM. lang en 2 c.M. breed. De verwon
dingen moeten zijn toegebracht met een zeer scherp
puntig voorwerp, naar alle waarschijnlijkheid een soort
dolkmes.
Naar de X. C. meldt is de verslagene langen lijd
in liet gevolg geweest van den. Sjah van Per/.ië. Hij
volgde den Sjah als kok op zijn reizen naar Europa
en kiecg dan ook als zoodanig veilige Perzische onder
scheidingen. In zijn winkel in de Wagenstraat, eerst
langen tijd iu de' Prinsestraat gevestigd, hingen tlan
ook verschillende foto's, waar Moerad Bey in gezelschap
van den Sjah te vindon is. Ook is er een foto waarop
voorkomen de koning der Belgen Leopo'ld mei den
Sjah en zijn hofhouding-waaronder de kok.
'Nu aan hel Perzische hof zijn diensten 5fs kok
met care 1e hebben vervuld, kwam .Moerad Bey in
die betrekking bij den Perzische» gezant alhier. De
„Jufrouw Wilding, onze trouwe verpleegster en
hu'sgi nooaV zeide hij.
„Dus een goede huisgenius of prozaïsch uitge
drukt. huishoudster," zeide Ulla op niet onvriende-
1 ijken toon.
„Dat is een. goed idee geweest, Waldemar," vervolg
de zij, „de laatste maal dat ik hier was heb ik heel
veel ontbeerd door het gebrek aan goede 'dienst
boden." Een trek van pijnlijke verlegenheid vertoon
de zich op zijn gelaat, en zijn onrust, vermeerderde
nog. omdat hij niet op Vera's gelaat kon lezen, hoe
zij Ulla's woorden opnam.
„Sinds juffrouw Vera hier den schepter zwaait,
zijn wij er oneindig veel beter aan toe. Zij toont
zich hierin evenals in alles, voortreffelijk."
Gelukkig kon Waldemar den onbeschaamde» blik
niet zien, waarmee freule Ulla de huishoudster van
het hoofd tot de voeten opnam. Vera stond dien
blik kalm dooi'. Toen zij de jongedame van koffie
had voorzien en haar hoed en mantel had opgenomen,
trok zij zich terug, om de barones de aankomst van
haar toekomstige schoondochter mee te deelen, en
haar huiswerk te vervolgen.
Het kwam Vera voor, als had zij het met veel
moeite door haar verkregen terrein weer verloren,
toen zij zoo druk bezig was, opdat Ulla maar nergens
aanmerking op zou kunnen maken.
Hét was niet de bescheiden betrekking die zij
zelf had gekozen, die haar terneer drukte, maar het
besef dat zij een vreemde voor Waldemar was ge
bleven dat haar loodzwaar drukte. Zij had geen
aandeel in Waldemars innerlijk leven en in de plan
nen zijner familie. Zij zag weinig van het verloofde
paar. Toen het warmer werd ging men zitten in de
kamer der barones en vandaar hoorde zij zoo nu en
dan Ulla's vroolijk lachen. Het was zoo natuurlijk dat
het Waldemar wat opvroolijkte. een zekere luchthar
tigheid, die Vera ontbrak, stak zoo verkwikkend
af bij het zware lot dat Wa.dcmar had te i gen
en het kwam Vera voor, dat hij het door Ulla's op-
heer Sadig oei Moclk was den Pers zeer genegen cn
steunde hem soms, wanneer hij lijdelijk in finan
cieel© moeilijkheden verkeerde. Moerad Bey was be-
halve de gezant en zijn secretaris de eeniga Pers in
Den Haag.
een hollaxdsche als advocaat voor 'n
dcitsohe rechtbank.
Men meldt uit Munchen aan de Telegraaf:
Onze lan,dgenoote, mejuffrouw dr. jur. Goudstikker,
die bier als advocaat een zeer goeden naam heeft,
trad onlangs als verdedigster op in een rechtszaak,
die op zichelf reeds belangrijk genoeg is en ook
daarom de beschouwing waard, wijl ze een licht
•werpt op toestanden hier, die in het veel ge- en nooit
volprezen Beieren voor verbetering vatbaar zijn.
Evenals in ons land tuchtscholen en verbeterhui
zen bestaan, hebben we in Duitschland en dus ook
in Beieren 't systeem, dat men hier Zwangserziehung
noemt. Ik ken onze tuchtscholen niet; maar zonder
die te kennen, durf ik de stelling te verkondigen,
dat de kinderen er bij ons beter aan toe zijn dan
de kleine Beiersche boefjes. Wij hebben althans
staatsinrichtingen, maar hier gaan de tuchtscholieren
in... kloosters.
Nu mag men over het systeem denken, zooals men
wil, zeker is, dat al die kleinen, die tucht noodig
hebben, om in de maatschappij bruikbaar te wor
den, éen eigenschap gemeen hebben: den vrijheids
zin.
Waar deze in ongebondenheid is ontaard, mag liet
goed zijn het kind te leeren, dat niet zijn wil op
permachtig is; men zal bij ons, in Holland zeker er
kennen, dat bij de wijze, waarop de tucht moet aan
geleerd worden, rekening dient gehouden te worden
met dien vrijheidszin en met den kinderzin in het
algemeen.
In de kloosters hier schijnt men zulks niet te
verstaan en, zoo gebeairde het dan ook in, het kloos-
ster Zum guten Hirten, dat den 20sten Januari 11.
een tiental meisjes in opstand kwamen, weigerden
te werken, in een cel gingen en toe» ze daarin wer
den opgesloten, de deur vernielden en ettelijke rui
ten ingooiden.
Voor de jeugd-rechtbank gebracht, werden de
meisjes tot straffen van 1 dag tot 4 weken gevan
genis veroordeeld.
Dezer dagen kwam de zaak in hooger beroep ten
tweede male voor en het bleek nu noc •duidelijker hoe
ondeugdelijk hel kloostersysteem is. De groote klacht
der meisjes, de spil, waaróm de heele beweging draait,
is deze: de meisjes kunnen het kloosterleven niet ver
dragen.
In brieven aan den rechter en mondeling steedis
dezelfde klachtIk kón niet i Ik ben niet voor het
kloosterleven geschapen J
Wat dil bet eekent begrijpen we als we een dag-pro
gram inzien:
5 uur opstaan, daarbij voorgeschreven gebed; 67
uur kerk. half 8 morgengebed; 8 uur weer gebed, 10
uur gebed met zang; kwart over 10 gewetensonderzoek;
11 uur middageten, voorafgegaan en gevolgd door ge
bed; 12 uur gebed „Engel des Heeren"; 1 uur uur-
gebed, half 2 „Heilige Geest met zang'; 2 uur gebed
en geestelijke voorlezing; 3 uur gebed voor de „Vor-
gesetzten"; half 4 „Gegroet zijt Gij. Maria'r; 4 uur
uurgebed; 5 uur Jiddienst; 6 uur uurgebed; half 7 avond
eten niet gebed, daarlusschen moet door de kinderen
hard gewerkt worden.
Dit eeuwige bidden bracht de kinderen tot vertwij
feling, hoewel ze overigens door de nonnen goed behan
deld werden.
Mejuffrouw Goudslikker, die deze feiten aanvoerde,
wees er in haar pleidooi op, dat xle bedoeling|toch
was op te voeden, niet te straffen, en dat op'deze Wijze
zeker geen bruikbare leden der maatschappij gevormd
worden; dat er eindelijk eens staatsinstituten moeten
komen waar deze kleine wilden der samenleving1 niet
gekweld worden met gedwongen vroomdoenerijmaar
waar ze nuttige, samenhangende arbeid krijgen en waar
hun ook vrije tijd wordt toegestaan. Bovendien betoogde
plcilsler terecht, dat de straf niet in evenredigheid slaat
tol het misdrijf, dat zoo'n gevangenisstraf van 4 weken
zeker geen middel is, de jeugdige misdadigs Iers te ver
beteren. De feiten spreken hier, daar kort voor Paschei
weer oen dergelijke opstand voorkwam, waarvan de
hoofdaanstookstcr zelfs tot 6 maanden gevangenisstraf
werd veroordeeld.
Plcïtster bereikte tenslotte ,dat de straffen, ondanks
tegenwerking van den staatsanwalt, tol op de helft werden
verminderd.
Mejuffrouw Goudstikker deelde mij neg nader me
lde, dat zij nu voor het eerst, doch niet voor het laatst,
jdc aandacht heeft gevestigd op een systeem, dat uiteraard
•niet deugen kan. Zij is begrijpelijkerwijze zeer slecht
over de kloosteropvoeding' tc spreken, die dan ook
bewezen heeft ongeveer het tegendeel té béréikén van
wat als doel moet verondersteld worden. Zoo vertelde
zij mij, dat bij een enquête te Straatsburg bleek, dat
80 p.Ct. van de prostituees aldaar vroeger in een
dergelijk klooster, als „Zwangszögling", geweest waren.
Ook is het niet alléén liefdadigheid van de nonnen,
dat ze deze meisjes opnemen; de meisjes verdienen
door hun werken, ruimschoots wat ze liet klooster
kosten en meer. Met allerlei winkels en zaken staan
die kloosters in handelsrelatie, en mej. Goudstikker
wist. dat het Kloster des guten Hirtins tc Müncaiein
o.a. aan één zaak in „Weiswaaren", manufacturen,
per jaar voor 2000 Mark afzet.
Het is te hopen» dat het werk van onze landgenoote,
die dil principe ook cp andere wijze* zal aanvallen, moge
leiden tol een betere verzorging der „misdadige" en
ontuchtige jeugd. Tel.
meer dan een voordeel.
Iemand voerde het woord in een onthoudersvergade
ring. r~
„Kijk zei hij, „ik zal zeggen hoe 't was. Ik lei
m'n hand op m'n hoofd en daar was 'n erge. pijn.
Toen lei ~k m'n hand op m'n lijf en daar was pr
nog een. Ja, daar was heel veel pijn in mijn gansdie
lichaam. Toen stak ik m'n hand in m'n zak, en daar
gewekten geest in een minder somber licht zag. Zij
hadden dezelfde herinneringen, maakten gemeen
schappelijke plannen. Onder Ulla's gesprek klonken,
Snaren die Vera niet kon doen trillen, nu ontsloten
zich verborgen diepten in zijn zieleleven, waarvan zij
het bestaan slechts kon vermoeden. Het jonge meisje
was zoo stralend en opgewekt, alles in haar was
verlangen en levensvreugde. En Waldemar kende haar
schoonheid, hij had haar gouden lokken gezien, die
hij nu liefkoozend streefde, een blik als 't ware op
vangende met zijn herinnering uit die oogen, die zoo
overmoedig rondkeken en hem toch hadden weten
te boeien.
Vera vergat haar rijkdom en alles wat zij daaraan
had te danken; zij verlangde niet naar vreugde en
genot, de plaats die zij hier had, zou haar steeds vol
doende zijn geweest. Zoo dacht zij ten minste. En
toch moest zij die inruimen. Tot nu toe had zij zoo
hartelijk deelgenomen in alles wat Waldemar betrof,
het laatste, het schoonste geluk, dat mocht hem niet
ontbreken.
Het dienstmeisje, door Vera's zorg en vrijgevigheid
van een slordige deern in een fatsoenlijk en net
meisje veranderd, bediende aan tafel en Vera ver
scheen zoo nu en dan om te zien of alles in orde
was.
Ter eere van de gast was er meer werk van de
tafel gemaakt dan ooit te voren en Ulla keek zeer
verbaasd en vernietigend, toen Vera haar plaats aan
tafel innam en het was slechts Waldemar die haar
een vriendelijk en minzaam woord toesprak. Hij
wijdde natuurlijk zijn onverdeelde aandacht aan zijn
vciioofde en de barones, die door de aanwezigheid
%an büa nog meer dan gewoonlijk haar waardigheid
wensehle op te houden, sprak heden korter en beve
lander wanneer zij een dienst verlangde, terwijl de
gast zelve in het geheel geen woord tot haar richtte.
Na het eten, toen de barones een weinig rustte,
maakte Waldemar aan Ulla's arm een wandeling door
den tuin en eerst nu werd het Vera duidelijk dat zij
■was nietsEn nu sedert ik de borrelflesch heb stuk
geslagen en het glas erbij nu i.s er geen pijn moer
in mijn hoofd. De pijn in mijn lichaam is iieelemjaal
weg. Ik steek m'n hand in m'n zak en daar is een
portcmonnaie mot geld. Is 'I nu wonder da 'k het
met de geheelonthouding houd?"
gemengd en geteld.
Te Haarlem is een verkiezing geweest voor leden
der Kamer van Arbeid voor het bloembollenbedrijf.
Aan een der processen-verbaal van stemopneming
wordt door het H. Dbld. het volgende antieend:
„Onmiddellijk daarop wordt de stembus gesloten. De
stembriefjes worden dooreengemengd cn geteld. Hun
aantal bedraagt gcenc".
Van dit en van dat.
door haar kind.
Uit het Pransch door h. d. h.
I.
Alle vrouwen stonden op den drempel harer wo
ning, en lceken, met 'u minachtenden trek om den
mond, toe. Nieuwsgierige kinderen kwamen aanloo-
pen en beschouwden haar als 'n vreemd wezen
De honden snuffelden aan haar kleed en gingen
brommend terugAlleen de mannen schenen on
verschillig en praatten met elkaar over allerlei din
gen; alleen een hunner zei: „Kijk, daar heb je
Jeanne ook!"
De ondergaande zon kleurde den hemel rood en
do frissche wind, die over de bloemen was heen ge
waaid, bracht 'n aangename geur mede.
Zij Jeanne, zooals men haar noemde was
ruim twintig jaren oud. Zij zag er bleek uit; hare
anders zoo fraaie lokken, hingen ongekamd over haar
schouders. De ellende had haar wangen doen, inval
len en „schandie" had haar heden het hoofd doen
buigen en de oogen doen neerslaan.
'n Kleine cherubijn met schitterende oogen, roode
gevulde wangen en fijn gekroesd haar, hing half aan
haar kleed en liep zoo met haar mee, terwijl hij aan
houdend omkeek; hij glimlachte tegen de afldere kin
deren. die de tong tegen hem uitstaken.
Het tweetal leverde een droevig schouwspel op,
temidden der schoone natuur in het dorp.
Zij sleepte zich met den kleine voort, alsof ze be
vreesd was en bleef eindelijk voor het laatste huis
in het dorp staan.
Toen de kleine haar aan de deur zag kloppen, liep
hij naar de kinderen, die hem en zijn moeder ge
volgd waren. Eerst traden zij terug, maar toen hij
steeds glimlachend nader kwam, bleven ze staan, en
'n oogenblik later speelden ze met hem.
ii.
Jeanne had de deur opengeduwd.
Daarna was ze zacht naar binnen gegaan.
Er was 'n grijze man binnen gekomen, en voor
haar achteruit gaande, vroeg hij ruw: „Wat moet
jij hier?"
Jeanne had de kruk van de deur gegrepen om
niet te vallen.
Maak, dat je weg komt. bedelaarster! Slet!
Mijn huis uit! Bezoedel het niet!
Vader! smeekte Jeanne.
Pak je weg! Voort!
Maar de arme jonge vrouw was naar de tafel ge-
loopen en had het hoofd ter neer gebogen, terwijl
ze 'n paar tranen wegveegde, die haar over de wan
gen rolden. Zoo had ze daar gestaan, half gebukt,
vast besloten zich liever met geweld te laten weg
jagen, dan goedschiks heen te gaan.
Wat?! Vader?! Ik?!zoo had hij uitgeroe
pen, en 'n bedelaarster zooals jij mijn dochter?!
Ik heb 'n kind gehad,... mijn overleden vrouw aan
bad het. Het was 'n goed en mooi meisje, voor wie
wij ons leven hadden willen geven... Dag en nacht
diend. veel verdiend, om haar alles te laten leeren.
hebben we gezwoegd voor haar... We hebben ver-
Armoede hebben we voor haar geleden. Toen we
haar eerlijk als vader en moeder hadden opgevoed,
hebben we alles gedaan om haar 'n huwelijksgift
mee te geven voor den echtgenoot, dien we voor
haar bestemd hadden. We hadden ons doel bereikt,
...en toen we den dag voor het huwelijk des avonds
van ons werk terug kwamen,... toen... o!toen
moesten we vernemen, dat ze was heengegaan met...!
In 't heele dorp heeft ze den spot gedreven met
haar vader en moeder, die zich voor haar doodge-
werkt hadden!
Er volgde 'n bange stilte, slechts afgebroken door
het bange snikken van Jeanne, en door de vroolijke
stemmen der kinderen, die speelden op de straat.
De oude man ging voort:
Door haar bittere bedroefdheid, door uren en
uren rond te zwerven door weer en wind, om te
zien qf haar dochter niet terug kwam, is die moe
der ziek geworden,is ze gaan hoesten,is
ze bedlegerig geworden, gaan kwijnen,heeft ze
gewild, dat men haar het mutsje geven zou, dat ze
met haar eigen handen gebreid had voor haar lie
veling, die haar
Vader!... Vader!... Genade!
In dfenzelfden tijd leidde die dochter 'n schan
delijk leven te Parijs! De Parijzenaars, die bij
ons kwamen, zeiden: ,Ik heb uw dochter gezien in
het Bois de Boulogne of in het Bois de Vincennes.
Ik heb geen dochter!antwoordde ik dan
O zeker, vader Couteaud, zeiden ze dan. Uw
kleine Jeanne! En ze ziet er goed uit!... Dan riep
ik uit: Den eerste, die het waagt mij weer van haar
te spreken, verpletter ik het hoofd met mijn bijl!...
Ik heb mij bijna niet meer buiten mijn huis durven
vertoonen... Ik verbeeldde mij, dat ik werd uitge
lachen als de menschen mij zagen. Ik heb niet meer
te Parijs durven komen uit vrees, dat de vrouw, die
men op straat met den vinger zou aanwijzen, mijn
dochter wezen zou!... Maar waar spreek ik van?!
Heb ik dan 'n dochter?! Mijn huis uit, bedelaarster!
Mijn huis uit!... Onmiddellijk!
Vader! Heb medelijden! Heb medelijden!
een minnend paar waren, Een paar maal, toen zij
stil stonden, legde Ulla haar hoofd vertrouwelijk op
Waldemars schouders en streelde hij haar liefkoo
zend het prachtige haar of kuste haar op het blanke
voorhoofd.
Een eigenaardige smart doortintelde Vera toen zij
dit alles zag. Plotseling gevoelde zij met een ontzet
tende duidelijkheid, dat zij 'geheel alleen op aarde
stond, dat slechts haar vrijwillige dienstbaarheid haar
een voorbijgaand recht gaf op een tehuis en zij wend
de zich af als had zij een misdrijf gedaan door ge
tuige te zijn van Ulla's geluk. Maar het beeld der
kleine scène, die zij had bespied, vervolgde haar
overal en te midden van haar drukte stond zij droo-
merig in gedachten verzonken. Een plotselinge moe
deloosheid overviel haar, een zwakheid, zooals zij
nog nooit on dervonden had; een innig verlangen
naar een plaats waar zij liefde zou vinden. Maar
waarheen waarheen?
Zij schrikte op door de bel van de barones, dit
was het teeken dat deze haar middagslaapje uit had.
De scherpe, en ongeduldige terechtwijzing, dat zij
haar had vergeten te wekken, verdroeg Vera zwij
gend.
Men gebruikte de thee onder den kastanjeboom en
nu Ulla aan Waldemars zijde zat, op dezelfde plaats
waar Vera Waldemar het eerst had gezien, viel het
haar scherp op, welk een groot verschil met toen.
Het was niet alleen alsof zijn geest meer vatbaar was
voor frissche gevoelens, maar ook zijn gestalte leek
grooter, zijn stem klonk helderder en krachtiger, en
elk zijner bewegingen waren krachtiger en elasti
scher. Vera vergat in haar naijver dat deze veran
dering zich langzaam had ontwikkeld van dag tot
dag, evenals licht en regen een halfverwelkte bloem
weer leven en frischheid kunnen teruggeven. Eerst
nu bemerkte zij de verandering, want tot dusverre
had zij nooit een vergelijking gemaakt en zij schreef
dat alles toe aan het bijzijn van Ulla, aan de liefde
van Waldemar voor zijn verloofde. Toen het theeuur
Medelijden! Met jou?! Ga weg!
En de man greep Jeanne bij den arm, om haar!
de deur uit te werpen; maai* de ongelukkige klemde
zich aan de tafel vast.
Genade, vader! Genade!
Het huis uit! Er uit!
III.
De worsteling düurde voort.
Eensklaps kwam de kleine, geheel rood, de oogem
uit het hoofd en met zweet op 't aangezicht het ver
trek binnen stormen
Hij had de kreten zijner moeder gehoord.
Met zijn kleine handjes streek hij zich de verwar
de haren uit de oogen, en zeide stout tegen dea
grijzen man: Waarom doet ge mijn moeder schreien?
Is u dan, mijn grootvader njet? De jongens zeggen
't toch!
Toen liet vader Conteaud Jeanne los en keek ver
ward en stom den kleinen knaap aan. Hij kon zichl
geen rekenschap meer geven van het gevoel, dat
hem overweldigde. Hij wilde spreken, maar hij stot
terde... Zijn oogen vulden zich met tranen,en
om ze te verbergen omhelsde hij kind en moeder.
Noot van den vertaler: Het meisje in bo-j
venstaande novelle was ongetwijfeld 'n dwaas meisje; j
maar die vader was ongetwijfeld, even dwaas. Is dat
de manier om 'n begane fout goed te maken? Ge-
lukkig dat er verstandiger en wijzere vaders zijn, die
geen echtgenoot voor hun dochter „bestemmen" en,
haar daardoor dwingen 'n dwaasheid te doen. Ik vind i
het 'n prul van 'n novelle, eigenlijk de moeite van
't vertalen niet waard;; maar als spiegel kan ze.
haar groote nut hebben, en daarom vertaalde ik
haar. H. d. H.
jantjes vader.
Meester: Hoe heet je vader, Jan?
Jan: Van voren Jan en van achteren Jansen.
'n felicitatie waard.
Luitenant: Mag ik u om de hand van uw dochter
Helena verzoeken, en mevrouw cn u tegelijk van harte
geluk wenschen met haar engagement?
school voor dieven.
De schrijver van Oliver Twist zou verrukt zijn, als
hij had kuunnen tegenwoordig zijn bij de ontdek
king te Berlijn van een school voor dieven, in een
kelder in de kleine Markurstrasse.
De politie ontdekte daar een school waar arme
weezen stelselmatig op stelen werden afgericht. Zü
moesten voor de lessen 3 mark daags betalen, en
maakten dan vier klassen door: Eerst gemakkelijk
werk op markten en kermissen, dan diefstal in wa
renhuizen, daarna zakkenrollen en ten slotte hotel
diefstal. De buit mochten zij houden na aftrekking
van 10 pet. voor den onderwijzer, Arthur Senig. d©
„professor" werd dezer dagen gearresteerd en mea
hoopt dat zijn college de eerste jaren gesloten zal
blijven-
Bekendmakingen.
G E M F. E T K C H A E K-
MAKKTPOLITDE.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha-
gen brengen ter algemeene kennis, dat op Woensdag
den 2 4 Mei a.s. geene rijtuigen op het Noord en op
het Marktplein mogen worden geplaatst, dan alleen
gedurende den tijd van op- of afladen bestemd, ter-
Wijl het uit- en inspannen van paarden aldaar niet I
■zal mogen geschieden.
Overtreding zal gestraft worden met eene geld
boete van ten hoogste f 25 of hechtenis van ten
hoogste 6 dagen.
Schagen, den 9 Mei 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
MARKTEN.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha
gen brengen ter algemeene kennis, dat wegens het
invallen van den Hemelvaartsdag, op 25 Mei a.s. de
gewone Donderdagsche markt aldaar in die week
zal worden gehouden op Woensdag 24 Mei a.s. en
dat de alsdan gehouden wordende kaasmarkt op den
gewonen tijd zal aanvangen.
liet wegen op de waag van andere goederen dan
kaas zal op genoemden datum, 24 Mei, niet langer
kunnen plaats hebben dan tot des voormiddags elf
uur.
Schagen, den 9 Mei 1911.
Buigemeester en Weihouders voornoemd.
De. Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
OPRUIMING MESTVAALTEN.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha
gen;
Gezien de artikelen 108 en 109 der algemeene po
litieverordening voor die gemeente;
Brengen ter algemeene kennis, dat in het belang
der openbare gezondheid alle verzamelingen van af
val, vuilnis, mest of dergelijke stoffen zich bevin
dende op de erven of andere plaatsen in de kom
der gemeente moeten zijn opgeruimd voor 3 Juni
a.s. Op behoorlijk afgedekte mestvaalten, zich bevin
dende op erven bij boerderijen is deze bepaling niet
van toepassing.
Nalatigheid met betrekking tot het vorenstaande
is strafbaar met een geldboete van ten hoogste f 25
of hechtenis van ten hoogste 6 dagen,
Schagen, den 9 Mei 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris.
ROGGEVEEN.
voorbij was veroorloofde de oude barones zich voor
de eerste maal sedert haar verbanning, een rijtoer
te maken. Het dorpje dat nog nooit de weelde had
gekend, was eensklaps in het bezit gekomen van
een landauer. Hij was den kastelein aangeboden ge
worden voor een koopje.
Geen der beide dames dacht er aan Vera mee te
vragen, alleen Waldemar vergat dat niet. Zijn scherp
oor miste spoedig haar lichten tred. Hij keerde zich
om en riep haar.
,,U gaat toch ook mee?" vroeg hij, toen Vera dade
lijk bij hem zijkwam.
Een uitdagende blik van Ulla trof Vera en eer
deze een antwoord had kunnen geven, riep Ulla:
„Wat ben je toch bezorgd voor ons, beste Waldemar.
Wij zijn niet zoo verwend als je wel denkt. Op zulk
een kort ritje hebben wij geen hulp noodig, ik zou
gaarne zien, dat mijn koffers eindelijk eens werden
uitgepakt."
Het deed Vera niet bitter, doch smartelijk aan.
Zij zag duidelijk, dat Ulla niet wenschte, dat zij iets
al was het nog zoo weinig voor Waldemar, zou zijn.
De onbestemde beelden eener verzoening door Ulla's
tusschenkomst, vervlogen in rook.
„Ik dank u wel voor uw vriendelijkheid, baron,"
zeide Vera, „maar zelfs wanneer mijn bezigheden
mij niet terughielden, zou ik u verzoeken mij thuis
te laten. Ik zal zorg dragen, dat de opdracht der
freule stipt uitgevoerd wordt."
,Gij zult het toch zeker zelf doen?" vroeg Ulla
op een toon die een bevel geleek.
,Ik zal er het opzicht over houden," zeide het
meisje rustig.
Evenals altijd, wanneer hij zich over iets ergerde,
fronste Waldemar de wenkbrauwen.». Hij reikte Vera
haastig de hand en volgde de dames toen zwijgeud
in het. rijtuig.
Vera keek het rijtuig weemoedig na. Als een zege
toeken wapperde de witte sluier van Uk. 's iio;d bo
ven het rijtuig. Wordt vervolgd.