„Binnen 1"
Z(j veegde in grooten schrik over het warme, vochti
ge gelaat.
De brave maakte hoffelijke buiging. Schelde klerkje
om dame uit te laten
Ze kon geen woord moer uitbgengen. Voelde, terwijl
zo wegging, dat de «warte loeroogen haar nakeken
Met iets erin van: Zóó pakt men zulke dametjes aan...
En met allerinnemendste gelaatsexpressie luisterde
meneer naar het expose van narigheid, waarvoor nu weer
zijne voel vermogende hulp werd ingeroepen
Da dikke portier van het groote cafe-restaurant,
waar meneer Savary bijna zonder uitzondering tegen 1
uur zijn platdujour kwam gebruiken, had al voor de
derde maal zijn schouders opgehaald. Hij wond den
zwaren, lichtblonden knevel om een vinger teneinde te
maskeeren het glimlachje dat op zijn welgedane trekken
kwam bij het observeeren van dametje, in de vestibule
wachtendDametje met krijtwitte wangen en bran
dende oogen
„Ik weet heusch niet of meneer Savary vandaag komt
zoi hij, haar tactvol maar beslist naar den uitgang
krijgendsnapte natuurlijk alles van het zaakje
begreep dat er een achterwiel voor 'm te verdienen
viel
„Noen" zij portier eindelijk „'t is acht minuten over
eenenNeen, damedan komt meneer Satary bepaald
vandaag niet...Maar kan ik zeggen wie er?..."
Bleeke, zonderlinge dame was als weg...
Vijf minuten later stonden meneer Savary en portier
te fluisterenMeneer deed erg gejaagd, was ontdaan
geworden wou haastig weggaan
„Neen, vandaag komt ze niet meer terug" fluisterde
portier,En anders, laat u maar aan mij over
Gerust hoorl..."
Hij kneep de oogen dicht en lachte van „zoo'n zaakje
heb ik toch meer bij de hand gehad
Tegen kwart voor tweeën keek meheer Savary, als-
vorens Beurswaarte te gaan, naar rechte en links
„Geen noodwenkte portier. Langzaam schreed Sa
vary naar de vestibule.
„Kerel" zei z'n vriend Van Heerde, wien hij 't zaakje
had zitten vertellen „as je dat nou kalm en verstandig
aanlegtvooral verstandig
.Maurits!" riep een heersche vrouwestem.
En Savary voelde dat ie bleek werd
Zjj was 't.
„Maurits" zei Henriötte „ik moetje even spreken 1"
Portier was vuurrood van woede
Zoo'n canaille 1Hy schoot toe, want een klant als
Savary
„Doorloopen 1" fluisterde Van Heerde „gauw doorloo-
ren I" Ze waren al bij de groote glazen voordeuren van
het café restaurant.
„Maurits ik moet je spreken l" riep Henriötte.
„Allo, vrouwtje, op zyEn gauw wat I" zei Van
Heerde, die hield van stevig optreden in zulke dingen.
De dikke portier vloog naar voren. In het café-restau
rant was 't eene opschudding.Alles reude naar buiten.
De gérant telefoneerde
Zy had hem by de keel gegrepen. Zyn hoed rolde op
de modderige straat
„Schoelje!" schreeuwde zy „schurkt" mij als een bede
laarster weg te jagen IDan zullen zij wetenAlle
maal 1"
Maar de ijzeren greep van een politie-knuisfe rukte
haar achteruit
't Was een oploop, een herrie, voor het groote café-
restaurant, zooals de oudste stamklanten zich niet
herinnerden ooit beleefd te hebben. Tusschen twee
agenten werd het dametje weggebracht...
En dien middag, op 't bitteruur was 't woelig-druk
in 't café.
De kersversche editie van de avondbladen werd haast
niet aangeraakt
Het zaabje-Savary beheerechte alles.
„Nu ja" zei een van het clubje, waartoe hij behoorde
„over veertien dagen is alles doodgebloed. Hy maakt
een uitstapje naar Parijs... Naar Weenen... That's
all
„Maar die Binkers... Je weet wel, die was feitelijk
offieieel met dat exemplaartje geëngageerd-| Zoo'n
nia s, zoo'n idioot... Voor dien is 'teén leuke perkara I"
„Perkara?" zoi een tweede stamgast, „een reuzenbof,
kerel! De grootste bof, die iemand kan tebeurt-vallen,
J'uftie met „anteeedenten" in den vorm van een over-
eden wichtje pa-over-den-kop geweestEn dan een
poos met zulke nageltjesNeen, dat noemt hy een
perkara... Maneer ik stel voor een rondje te bestellen
ter eere van de schitterende veine, amice Binkers
vandaag tebeurt-gevallen I"
„Bravo 1" riepen de leden van het clubje... En de
rottingen stampten, rinkelden, ten toeken van warm-
enthusiaste instemming
MAITRE CORBEAÜ.
Binnenlandsch Nieuws.
ALKMAAR, 25 Mei 1011.
Hedenmiddag te één uur had onder de heerlijk koele
en verkwikkende scbaduw van de hooge, eeuwenoude
beuken van het landgoed „Nyenburgh" van Jhr. Mr. P.
van Foreest te Heiloo de tweede openlucht-samenkomst
plaats van vrijzinnig godsdienstigen in de provincie
Noordholland.
Hot beerJijko weer en de nog heerlijker natuur, waar
alle boomen in hun voorjaarskleed prijkten, hadden uit
alle oordon der provincie belangstellenden naar deze
plek gebracht Van hot aantal bezoekers, dat tusschen
de vier en vijfduizend kan geschat worden, waren
sommigen te voet of per rijtuig gekomer, voleu met
spoor, tram, boot of per rijwiel. Het aantal gestalde
fietsen op bet terrein liep in de honderden.
Nadat een orkest, onder leiding van den heer J. M.
Otto van Alkmaar, een hymne van Beethoven had
uitgevoerd en daarna een groot zingkoor uit Haarlem
lied 24 uit den bundel van den N. P B. had ten gehoore
gobrai-ht, werd de samenkomst door Ds. G W. Melchers,
Ned. Herv. predikant te Purmerend, geopend.
N i het u'tspreken van een gebed herinnerde spreker
er aan, dat het thans voor de tweede maal is, dat het
rede, leunde hij in zijn stoel en wachtte tevergeefs
op een, antwoord.
Zijn fijn gehoor vernam alleen, dat Vera opsprong
en met moeite een hartstochtelijk snikken, onder
drukte.
Keerde zich dan alles tegen haar, haar beste
wensclien, haar edelste bedoelingen? Kwam dan uit
elke goede handeling haat voort? Het was een uit
komst. geheel verschillend aan die waarop zij had
gerekend, want wat zij in een opwelling van zelfver
loochening gedaan had, was in Ulla's hand tot een
nieuw wapen geworden, dat zij tegen Waldemar's ge
luk richtte.
Toen hij hare beweging bemerkte, stond hij ook
op; hij zocht haar en vond haar hand en drukte
die hartelijk.
„Gij moogt niet weenen," zeide hij zacht, „nu
niet meer; de tijd, toen ik het meest geleden heb,
ligt reeds ver achter mij. Ik begin weer te herleven
nu onze verbintenis eindelijk verbroken is, iets wat
ik steeds vergeefs beproefd heb, zoodra ik dat met
eer doen kon. Terwille van Ulla bedroeft mij de
wijze waarop dit geschiedde..
„Zij draagt mijn naam niet en behoort niet tot
anijn familie, toch gevoel ik mi>door deze gebeurtenis
opnieuw vernederd tegenover haar, die ik zoo diep
veracht, en die zich gedurig weer op mijn levenspad
vertoont. Ziet ge, dat is het een,ige bittere gevoel
bij deze gebeurtenis, en het besef van Ulla's onbe
duidendheid is de eenigo smart, die ik daarbij on
dervind. Al het overige is vrijheid, verkwikkende vrij
heid en nieuwe levensmoed. Wij pasten niet bij el
kaar, wij begrepen elkaar zelfs niet de enkele kee-
ren wanneer wij elkander zagen; wij zouden onge
lukkig geworden zijn, zelfs al was ik in het bezit
van mijn vroegeren, rijkdom en kracht gebleven. Thans
prov. comité voor open lucht-samen komsten de aanwe
zigen heeft samengeroepen. Ging het het vorige jaar
niet zonder eenige bezorgdheid, thans was .men met
meer vrijmoedigheid aan den arbeid gegaan, gesteund
door het welslagen van de eerste samenkomst.
Het comité heeft er op gerekend dat zy, die het vorig
jaar hier kwamen getuigen, ook ditmaal niet zouden
ontbreken. En gezien de groote opkomst durft Spr.
nu reeds gerust te verklaren, dat ook deze samenkomst
allerzins geslaagd zal mogen heeten. Niet alleen zijnde
vele aanwezigen opgekomen uit de naaste omgeving,
maar ook van elders. Van Zaandam en Purmerend
brachten booten onderscheidenlijk 210 en 160 personen
aan, van de richting den Helder arriveerden ongeveer
760, van Beverwijk 60, van Santpoort 60 en nog uit
verschillende andere oorden kwamen belangstellenden
in grooter en kleiner getale naar hier.
Spr. trekt hieruit de conclusie, dat Noordholland staat
in het teeken der hervorming van den godsdienst in
vrijzinnigen geest en dat de lauwheid en de onverschil
ligheid van voorheen voorbij is.
De vrijzinnige predikanten zyn dankbaar voor deze
groote opkomst, maar hy hoopt, dat de aanwezigen
evenzeer dankbaar zullen zijn voor deze samenkomst,
voor de opwekking van hun godsdienstig leven.
Hy hoopt dat het comité een volgend jaar weer meer
zal kunnen geven dan nu. Is er nu de medewerking
van meer dan één zangkoor, wellicht zullen een vol
genden keer weer anderen van hunne belangelooze
medewerking willen doen blijken.
Noordholland staat in het teeken van ontwaking en
bovenal Alkmaar.
Een eeresaluut brengt spreker aan de mannen, die de
vrijzinnige beginselen aldaar bij de dezer dagen gehouden
verkiezing voor kerkeraad of kiescollege hebben doen
zegevieren. Laten wij hopen, zoo zegt spreker, dat zy
het begin zy van een schoone toekomst, dat zjj invloed
zal hebben op de maatschappij, en dat de vrijzinnige
godsdienst de toekomst zal beheerschen.
Een woord van dank wordt gebracht aan Jhr. Mr. P.
van Foreest, die zyn heerlijk landgoed ter beschikking
heeft willen stellen. Hy hoopt dat deze samenkomst
zal mogen medewerken aan de stichting, wijding en1
opbouwing van het godsdienstig leven en dat de
Btemming niet zal worden ontwijd. (Applaus).
Van twee spreekgestoelten tegelijk werd daarna het
woord gevoerd en wel door Ds. A. van Wyk van
Zaandam, over „de waarde van den Godsdienst", Ds.
Dry ver van Zaandam over „Sticht elkander", Ds. Rutgers
van der Loeff van Haarlem over „Christenen" den heer
C. F. A. Zernike van Amsterdam over ,durf te leven",
Ds. S. Spaans van Eokhuizen over „waarom gelooven
wy" en Ds. A. C. de Regt van Alkmaar over „het
raadsel van den mensch*.
De verschillende redenaars werden met orkest en
gezang afgewisseld.
Het slotwoord was aan Ds. W. Bax Jr. van Santpoort,
die noopte dat door deze samenkomst de moedeloozen
zouden zyn verkwikt, de onkundigen gesticht en de
louwen verwarmd. Hy bedankte de zangkoren voor
hunne medewerking en wijdde ten slotte nog enkele
warme woorden aan de nagedachtenis van wijlen Ds.
J. F. Ternooy Apel, vroeger rem. pred. te Alkmaar, een
der mede oprichters van het comité.
Met het zingen van een gemeenschappelijk lied onder
orkest .begeleiding werd de samenkomst gesloten.
VERGIFTIGING.
Maandag zijn sommige ingezetenen van Santpoort
ongesteld geworden onder verschijnselen van vergifti
ging.
Hun getal werd Dinsdag en gisteren nog steeds
grooter. Het bleek na onderzoek, dat allen hadden ge
geten van by den slager Van Essen gekochte leverworst
waarin de geneesheer A. de Groot giftige zwammen
heeft gevonden.
In sommige gezinnen zyn 6 en 7 zieken en het geval
der vergiftiging kan men wei op 30 a 40 schatten.
Sommigen zyn vry ernstig, zoodat men aanvankelijk
voor hun leven vreesde, thans schijnt levensgevaar
vrijwel geweken.
j(0. H. Ct.)
ONAANGENAME VERGISSING.
Maandag werd met trein 465, pakmeester de hoofd-
conducteur K., op de lyn 's Bosch—Nijmegen een koffer
vervoerd, welke te Nijmegen werd afgegeven- Telegra
fisch werd van daar gemeld, dat by aankomst verschil
lende gouden sieraden en juweelen uit den koffer
vermist werden. Onmiddelyk werd de recherche aan 't
werk gezet en o.a. huiszoeking gedaan bij den hoofd-
conducteür K. Het onderzoek leverde niets op, er werd
niets gevonden.
Dinsdag kwam evenwel het telegafisch bericht, dat
gebleken was, dat het goud en de juweelen zich niet in
den koffer hadden bevonden en men door tusschenkomst
van de recherche verontschuldigingen aanbood aan den
ten onrechte verdachten beambte, den pakmeester.
Is hiermede nu alles afgeloopenmoet de hoofdcon
ducteur, die onder verdenking van diefstal zich het
onaangename en steeds pijnlijke van een huiszoeking
moest getroosten, hiermede nu maar tevreden zyn?
Ons dunkt, dat althans de afzender van het telegram
moreel verplicht is persoonlijk zyn verontschuldiging
aan te bieden. (N A.Ct.)
PLOTSELINGE GENEZING TE LOURDES.
Als een loopend vuurije verspreidde z.chj i. Woensdag
te Rotterdam het bericht dat tydens het verblijf der
Nederlandsche processie te Lourdes een wonderbare
genezing had plaats gehad. Dit feit zou zieh naar
„De Maasbode" aldus hebben toegedragen:
,Mej. Elisabeth Martin, 32 jaar oud en wononde in
de parochie van den H. Jozef, Westkruiskade te
Rotterdam, was hoewel doodziek met genoemde processie
medegaan naar Lourdes, vol vertrouwen op de voorspraak
en de macht der H. Moedermaagd. Zy was reeds een
half jaar bedlegerig en leed aan tuberculose peritonitidis,
die zich vooral in de laatste dagen zeer verergerde.
Naar Lourdes vervoerd op een matras werd zy bij
aankomst dadelijk naar het hospitaal gebracht, waar
de pijnen der zieke dermate toenamen, dat zy in een
kamertje moest worden afgezonderd en niet tot de grot
kon worden toegelaten. De geneesheer sprak reeds van
bediening en in ieder geval scheen het zeker dat zij te
Lourdes moest achterblijven. De koorts steeg tot 39 7.
Maandagmiddag j.1. echter omstreeks 4 uur stond zy
zie ik een nieuw leven voor mij, dat, niettegenstaan
de mijn treurig lot, mij vrije weaschen, vrije beslui
ten en een vrij hart aanbiedt."
Wat hij zeide klonk zoo waar, zoo overtuigend.
Toen Vera, haar betraande oogen, tot hem ophief, zag
zij in zijn kalm, rustig gelaat, dat haar vriendelijk
toelachte. Haar brief had hem beroofd, maar hij noem
de het bevrijd; zij gevoelde zich minder schuldig.
„Vrije wenschen, vrije besluiten en een vrij hart,"
herhaalde zij peinzend, terwijl zij bedacht dat ook
dit haar eigendom was. „Het klinkt zoo schoon, maar
toch ligt het denkbeeld van een zekere eenzaamheid
erin opgesloten. Een vrouw, die den aandrang naar
vrijheid minder en daardoor de behoefte aan bescher
ming meer gevoelt, denkt daar wel anders over. Lieve
mensehen, die invloed uitoefenen, op onze wenschen,
goede vrienden, met wie wij onze gedachten, kunnen
bepraten en een hart dat men welgemoed ten offer
brengt, zijn toch ook dierbare bezittingen."
„O, gij denkt aan een schoon, innig familieloven,"
zeide hij afwerend, „maar Ulla heeft bewezen dart. zij
daarvoor niet geschapen is. En bovendien, een blin
de, juffrouw Vera, mag geen hart aan zich kete
nen. Er ligt iets zelfzuchtigs in de begeerte naar ge
luk, wanneer een jeugdig;, opgewekt leven naast mij
in somberheid zou moeten wegkwijnen. Daarom heb
ik Ulla steeds den weg tot vrijheid opengelaten, en
wanneer ik mij nu van haar afwend dam is het omdat
zij misbruik maakte van haar recht en zij getoond
heeft geen eergevoel te bezitten.
„Ik ben zoo niet te beklagen, als ge wel denkt,"
vervolgde hij lachend na een korte pauze, „gij zijt
immers nog hier! Werkelijk, ge moet niet heengaan
of de oude hulpeloosheid en wanhoop, die ik, dank
zij uwe hulp overwonnen heb, zullen tot mij terug-
keeren."
plotseling van baar zièkbed op en verklaarde zich geheel
genezen en dat wel zóó, dat geen enkele py n meer door
haar gevoeld werd.
„Aanstonds werd door 3 doktoren, twee Hollandsche
en 1 OostenrykBche. een consult gehouden over de
genezene, waarvan het resultaat was dat zy eenparig
tot de verklaring kwamen, dat alle sporen van tuberculose
en daaruit ontstane tumor (zwelling) geheel verdwenen
waren. Den volgenden morgen werd door dr. Boissaire
aan zyn bureau nogmaals een onderzoek ingesteld,
waarna de genezene zich naar de grot begaf, terwijl de
Hollandsche pelgrims geestdriftig het Magnificat aanhieven
Als een zeer merkwaardig getuigenis mag hier gereleveerd,
dat dr. V03, de niet katholieke geneesheer die haar te
Rotterdam had behandeld, op haar mededeeling dat
zy zich naar Lourdes wilde begeven, antwoordde, dat
zy gerust naar Lourdes zou kunnen gaan, als zy een
verbeeldingsziekte had.
„In een coupé 3e klas met andere pelgrims teruggekeerd
heeft de genezene de lange en vermoeiende nachtreis
verder zonder eenig letsel of bezwaar doorgestaan. Dat
de geestdrift en de vreugde der familie, die inmiddels
telegrafisch was verwittigd, groot waren by aankomst
aan het station te Rotterdam laat zich begrijpen."
EEN ONGELUK.
Op een open terrein tusschen de Vredenhof- en
Lambertusstraat te Rotterdam was men gisternamiddag
bezig met het verplaatsen van een heistelling. In beide
straten stond een man by touwen tot de stelling behoo-
rende. Een wagen met stroo beladen reed door de Lam.'
bertus8traat, en om hem het voortrijden mogelijk te
maken, lichtte de in die straat staande man het
heistellingitouw op. Op dat oogenblik riep de heibaas
„halen". De man die in de Vredenshofstraat stond, trok
aan zijn touw, de heistelling verloor het evenwicht en
sloeg tegen den grond.
Twee broertjes, C. en J. v. d. B., 6 en 9 jaar oud, en
in de. Paulus Potterstraat woonachtig, werden door de
vallende stelling getroffen en bleven bewusteloos liggen.
Het jongste kind heeft een schedelbreuk gekregen
en is naar het ziekenhuis vervoerd. Zyn toestand is
ernstig. Het andere kind, dat kwetsuren in den mg
bekwam, is aanvankelijk naar do ouderlijke woning,
maar later ook naar het ziekenhuis gebracht.
ZWARE BRAND TE ROTTERDAM.
Woensdagavond half negen brak een zware brand uit
in pand 30 Houtlaan, alwaar in bet benedengedeelte
gevestigd is het verf en scheepsvictualiënpakhuis der
firma J. Oleton Fzn., terwyl op de beide bovenverdie
pingen drie gezinnen wonen, dat van weduwe Bernoski
en der werklieden D. Suvaal en A. den Ouden.
Het zeer diep inloopende pakhuis, gevuld met verf,
vernis, olie, teer, enz., was één vuurzee, en de vlammen
deelden naar de achterzyde zich mede aan het carga
doorskantoor der firma Haas en Co. aan de Westerstraat,
doordat een vat teer op de binnenplaats tusschen beide
uiteen sprong en het brandende teer in het cargadoors
kantoor liep, alwaar de firmanten overhaast moesten
vluchten en zelfs geen tyd hadden de kluis dicht te
werpen.
Het geheele pand Houtlaan ging in vlammen op en
niets konden de drie gezinnen redden. Het huis van
generaal majoor Blankenstein in de Westerstraat liep
eveneens gevaar, doch de stoomspuiten voorkwamen
hier uitbreiding, terwyl van de firma Haas het achter
kantoor uitbrandde.
Om elf uur was het gevaar voor uitbreiding geweken,
doch in het verfpakhuis brandde het nog hard. De
brandweer was met 7 sectiespuiten en zes stoomspuiten,
zoomede de magirusladder aanwezig en werkte met zes
spuiten en 4 stoomspuiten met vele stralen, onder
commando van de hoofdleden M. Laurens en A. Drie
beek.
De brand in de kluis werd met een stoomspuit ge-
bluscht. Vele papieren gingen verloren. In den aanvang
liep ook gevaar de overliggende houtkoopery der firma
K. J. Bos} en Zoon, doch deze bleef gespaard, dank zy
ook de eigen brandslangen.
Duizenden nieuwsgierigen waren op den gloed toege
sneld. De politie te voet en te paard handhaafde de
orde, onder commando van denhoofdcommissaris Th.Roest
van Limburg.
De eigenaar de heer Cleton was afwezig.
NToordscliarvvoude.
De zangvereeniging Crescendo alhier behaalde jl.
Donderdag op het Zangconcours te Wormerveer den
tweeden prijs, een groot zilveren medaille. De direc-,
teur de heer W, Dorsman liet, zijn koor zingen: Feest-'
cantate van J. Paardekooper en Bede voor 't Var
derland van Vajerius. ijJ
ANNA PAUAAAVNA.
Voor de betrekking van agent van politie-bode
alhier, welke met 1 Juli a.s. vacant komt, hebben
zich 23 sollicitanten aangemeld.
EEN PRIMITIEVE SLAAPPLAATS.
Ten plattelande van Friesland is het nog gewoon
te de hoedendoozen te bergen in bedsteden! Dit gaf
te Zwaagwesteinde aanleiding tot het volgende: Daar
werd het jongetje van v. d. H. vermist. De moeder
was radeloos en do heele buurt ging aan het zoe
ken. Een buurvrouw vond ten slotte het kind sla
pende in... een hoedendoos in de bedstede der ouder
lijke woning!
LANGS DE STRAAT.
In de Telegraaf schrijft Leo:
De spiegelende deur van, 'n grooten winkel op 't
Damrak zwaait kreunend open, en, in 't grelle zon
licht, dat 't grijswit asphalt bespuwt, treedt 't loo-
pertje, kittig jongetje, in veelknoopige uniform.
Z'n lippen in fluittoet gespitst, do helle oogen in
eens raak in 't drukke beweeg gebeten, gansch en
al aandacht voor de allerminste details van het hevig
Interessante stadsgebeuren, kuiert-ie met 'n snerp-gil
nu en dan tot 'n passeerend kornuit, den trottoirband
langs.
Plots stuit-ie, prikt zich z'n blik vast aan 'n zwart
ding, dat op de keien ligt, bij 'n rioolingang. Lenig
bukt-ie, raapt 't ding op 't is een machtige, zwart-
leeren portemonnaie, zooals men ze wel ziet in han
den van nijvere straatventers.
Even bepeinst de jongen het léege hulsel, maakt
dan resoluut rechtsomkeert, met 'n grijns om z'n toe
tende lippen, beent den winkel weer binnen en ver
schijnt opnieuw, de banden gevuld met spijkers, die
Eerst, nu kwam bet zalige bewustzijn tot haar, dat
zij moest blijven, dat zij haar doel bereikt had. Hoe
goed en wijs was God geweest! haar overijlde han
deling, die haar zooeven nog zoo diep weemoedig
gestemd had, was nu een bron van vreugde voor
haar geworden.
„Ik blijf bij u, zoolang ge mij noodig hebt," zeide
zij, „ik zal voor u zijn wat ik kan."
De zon omgaf met gouden schijn het, schoone paar,
dat hand in hand een verbond sloot, waarin geen
sprake was van liefde en trouw en waarbij het hart
toch ja en ame* zeide. De zwaluwen vlogen door de
blauwe lucht en zongen tevergeefs: „kom mede, kom
mede." De jonge man bracht haar hand aan zijne
lippen en zeide dankbaar: „Gij blijft bij mij."
HOOFDSTUK 10.
„Een gevangenis," zuchtte mevrouw Von Zahrin-
gen, haar huisje aanziende, dat eenzaam en als afge
scheiden van de geheele wereld daar stond; „een
gezellig nestje," vond haar zoon, toen Vera hem 's
avonds met haar klankvolle stem voorlas en „de he
mel", dacht het jonge meisje, toen zij op Waldemar's
gelaat een, uitdrukking van innerlijken vrede, ja
menigmaal van vroolijkheid bespeurde.
Sedert zij van hem zelf vernomen had hoe lief
haar tegenwoordigheid hem was, was zij met fris-
schen ijver bezield, die aan haar werken en denken
als het ware een nieuwe kracht gaf. Voor de eerste
maal in, haar leven kende zij het gevoel, noodig
te wezen voor het heil en geluk van een ander;
voor de eerste maal nam zij een plaats in, die haar
en haar alleen toebehoorde
Niemand had kunnen zeggen dat haar betrekking
tot Waldemar uiterlijk veranderd was, maar innerlijk
gevoelde zij zich ongedwongener, nu zij niet behoefde
te letten op zijn, verbintenis met; Ulla, en. nu zij
hij, sluiks een steegje besluipend, snel in de portie-
ïnormaÜe propt, tot, die built in welgedane en bedrieg
lijk-natuurgetrouwe volheid.
Dan oogt-ie muizig rond, drentelt; onschuldig dwars
't Damrak over en laat, vlak naast de rails, met
rap gebuk van z'n jongenslijf, de weelderig^ beurs
vallen,. Dan plant hij zich, in plezante afwachting der
komende dingen, heupwiegend op den trottoirrand...
Het werk van den Booze voltrekt zich.
'n Individu van stramme complexie, 't knoopsgat
begrinnikt met kleurig lintje, 'n oud-militair naax al
len schijn, ziet van 't trottoir het lokkend object, be
loert het straf, en, trekt er op los. Knakkend schar
nieren z'n knieën. hij hééft 'm. Hij beaait even,
gelijk zulks poezen wel plegen te doen met vette,
zoo juist onthalsde muis, met streelend ooggekijk, de
buikige ronding der vondst, en plonst die dan met
overhaasting in de duistere afgronden van zijn *zak
Niet echter, zonder dat een heerachtig mensch op
een fiets zulks heeft waargenomen, die, de koe bij
ue horens vattend, den voorloopig-eerlijken vinder
in dezer voege toespreekt:
„Hei zeg! Geef-ie mijn me portemtenee terug?"
„Watte? Wie? Waaróm?" schriklcigt de vinder.
„Kom nou, hè? Geef-ie gauw op! Ik zag wel dat
je me zwarte portemenee opraapte m ij n porte-
menee, hoor kom, geef op!"
„Jouw portemonee? Wie zeit dat? Dat mot je dan
maar bewijze as-je 't dan maar bewijst!"
„Nou, dat salluk dat salluk! Wat let me, of
'k roep 'n agent geef je op of niet?"
De vinder, zweeterig-wit om z'n neus, recalcitreert.
Ruziënd naderen de twee den Dam. Ruziënd bestap
pen ze de N. Z. Voorburgwal. Ruziënd laten ze zich
inzwelgen door de happende deur van 't politie-bureau
Molsteeg.
Het knoopen-jongetje ziet vuurrood van den gil-
Iac.h. Mèt hem bulder-lachen op -de-hoogte-geb r ach ten.
Tien minuten later knoerst; van nieuws de polltie-
deur. De eerlijke vinder verschijnt, met een gelaat,
welks wrange zuur-held de tamme kwaadaardigheid
evenaart, waarmee hij de klater-lachende volgelingen
zijner schreden bevloekt
EEN HERSTELLINGSOORD.
Men schrijft uit Alkmaar aan het Hbld.:
Naar wij uit goede bron vernemen is het bestuur
Van „Het Witte Kruis"W er in geslaagd onder de ge
meente Schoorl een terrein te vinden geschikt voor
de stichting en exploitatie van een herstellingsoord,
bestemd tot opname van on- en min-verm ogen de tot
tuberculose voorbeschikte kinderen in de provincie
Noord-Holland.
Dit terrein 12 bunder groot waarop een.
flinke boerderij' staat, is dezer dagen voor dit doel
aangekocht.
Er worden door het bestuur nog onderhandelin
gen gevoerd over den aankoop van oen stuk duin-
grond tegenover deze boerderij gelegen dat
door zijn ligging en .fraaie aanplantingen bijzonder
geschikt is om het lievelingsdenkbeeld van dr. Bloo
ker te verwezenlijken: de stichting van een tuin- en
boschschool zooals er o. a. een te Berlijn is.
HET ZAND.
Te Het Zand, gemeente Zijpe, is overleden mej. A.
Keijzer in den ouderdom van 100 jaar en 4 maan
den. Haar 100ste verjaardag werd jl. Jan,uarl on
der algemeene deelneming, feestelijk herdacht.
WAARLAND.
Door een noodlottig toeval geraakte Donderdag
middag het 2-jarig dochtertje Yan den, heer Groot
huizen alhier te water, waaruit het eenigen tijd later
helaas levenloos werd opgehaald.
St. Maartensbrug.
Naar wij vernemen is het bouwen van de nieuwe
Stoomzuivelfabriek „De Eensgezindheid'te St. Maar-
tensvlolbrug gegund aan den laagsten inschrijver,
den heer Vlaming te Schagen. De draaibrug met
walmuren is niet gegund.
ST. MAARTENSBRUG.
Op de den 25sten dezer gehouden trekhondeatea-
toonstelling te Alkmaar behaalde de heer """M. Swart-
hof Pz. met zijn hond Hektor, in de Nieuwelings
klasse en Aanmoedigingsklasse twee eerste prijzen.
Barsingcrhorn.
Op het Donderdag te Wormerveer gehouden, Zang
concours behaalde in de le afdeeling de Zangvereeni-
ging Caecilia te Barsingerhorn, directeur de heer J.
de Groot, den tweeden prijs, een groot; zilveren me
daille. Deze vereeniging zong: Liederen in koraal-
vorm van Frans Coenen en Pietje Bedroefd van Tet
terode.
396ste Staatsloterij.
ode KLASSE, 3de TREKKING.
HOOQH PRIJZEN,
f 1000: 1046, 1766.
f 400: 639, 18148.
f 200: 18249.
f 100: 2402, 2775, 4530, 7645 ,14381, 18020.
Prijzen
van f 70.
323
2588
4827
7370
9491
12377
14972
1824S
342
708
848
385
722
560
977
19081
346
711
5029
443
808
612
15078
98
381
714
56
492
887
662
375
405
399
743
254
783
10098
741
554
473
403
943
271
797
368
773
660
499
425
956
393
894
473
13010
789
674
467
3101
413
982
647
31
16102
716
504
126
603
8010
763
63
211
827
607
162
776
101
833
255
278
878
948
495
866
447
945
258
442
982
1006
503
6155
514
11237
769
667
20009
110
608
213
653
307
872
989
114
116
663
272
695
333
920
17041
342
292
914
296
844
555
971
203
454
322
4210
317
908
633
14023
537
515
335
309
447
911
670
75
739
565
360
342
611
928
821
365
887
583
907
379
686
9253
882
371
892
639
947
426
766
267
12133
448
910
674
2003
456
928
342
138
502
934
709
365
598
951
366
168
634
982
716
379
641
7017
382
292
681
18019
982
562
799
197
481
360
942
201
wist, dat zij het recht had eenige van Ulla's plich
ten over te nemen. In hunne verhouding tot elkaax
was niets veranderd, maar Vera had hun samenleven,
anders geregeld, zij leerde hem de aangename afwis
seling van arbeid en genot kennen. Zij had het denk
beeld bij hem opgewekt om te schrijven, en zij moe
digde het opkomende talent met een steeds klim
mende belangstelling aan. Zij was niet alleen, zijn
secretaris, zij besprak den inhoud en den vorm met
hem, zij prees en laakte met gepaste vrijmoedigheid,
en het verstand, dat uit elk harer aanmerkingen
sprak, gaf een nieuwe bekoorlijkheid aan, dezen aan-
genamen arbeid.
„Wat moet er van dit werk komen," vroeg hij
meermalen, „en wie zal het ooit lezen? Hetgeen men.
beleefd heeft, teekent men op voor de zijnen, voor
zijn nakomelingschap. Ik vraag mij tevergeefs af, voor
wien ik dit alles schrijf?"
Dan lachte zij op haar kinderlijke, vroolijke wijze,
die altijd zoo aanstekelijk op hem werkte.
„Voor een uitgever, en dien zal ik wel zoeken.
Vraag u zeiven llevefwat zal ik doen met het groo
te honorarium?"
„Ik zou dat op dit oogenblik werkelijk niet weten,"
zeide hij 'vroolijk: „het schijnt dus dat ik nog niet
zoo arm en ongelukkig ben als ik eerst meende."
De uren, die Vera in het huishouden besteedde,
bracht hij meestal door aan de piano en meermalen
verraste hij haar met een lied dat voor haar stem
geschikt was, eenmaal zelfs met een wals.
„Dat moest ge niet doen, Waldemar," meende me
vrouw Von Zahringen.
Wordt vervolgd.