Artistenleed. Zaterdag 5 Augustus 1911. 55e Jaargang. No. 4962. TWEEDE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. ZIJPE. In de maand Juli zijn voor mond- en klauwzeer ter secretarie aangegeven: 1230 koelen, 238 stuks jongvee, 435 kalveren, 23 stieren, 1088 schapen, 1520 lameren en 445 varken^. Totaal 4985 stuks. ZIJPE. De heer Ds. L. G. Holtz, doopsgezind predikant alhier, heeft eene uitnoodiging ontvangen om op be roep te komen preeken te Workum, wat Z.Eerw. 'heeft aangenomen. HET SPOOR'VVEGBELEJD. Verschenen is het verslag der Staatscommissie, in gesteld bij Kon. besluit van 8 September 1908, tot ket onderzoek van de vraag of en, zoo ja, op welke wijze in het thans gevolgde beleid betreffende spoor wegen verandering ware aan te brengen. In deze oommissie waren benoemd tot lid en voor- aitter mr. J. C. de Marez Oyens te 'e-Gravenhage; tot leden dr. A M. A. J. Ariëns te Maarssen, M. G. do Bloeme te 's-Gravenhage, jhr. mr. W. Th. C. van Doorn te 's-Gravenhage, J. Th. Gerlings te 's-Graven hage, A. J. M. Goudriaan te Rotterdam, mr. dr. A. van Gijn te 's-Gravenhage, F. H. de Monté VerLoren te 's-Gravenhage, B. Nierstrasz te Amsterdam, jhr. mr. J. H. van Reenep te 's-Gravenhage, W. J. Roelf- sema Hzn. te Groningen, G. Rij perman te 's-Graven hage, C. F. Stork te Hengelo, prof. mr. dr. A. A. H. Btruijckep te Amsterdam en J. Trutten te Meljel. Aan de commissie werden toegevoegd als secretaris mr. H. J. Silvergieter Hoogstad te 's-Gravenhage en als adjunct-secretaris mr. dr. A. van Rijckevoreel te Nijmegen De commissie werd op 12 Septemlber 1908 door de ministers van Waterstaat en van Financiën geïnstal leerd en maakte dienzelfden dag een aanvang met hare werkzaamheden. Zij besloot het voorbereidend onderzoek van de haar gestelde vraag aan, drie suboommissiën op te dragen. De eerste onderzocht het algemeen systeem der spoorwegovereenkomsten en zijne economische resul taten. De tweede strekte haar onderzoek uit tot de uit oefening van het spoorwegbedrijf door de ooptractu- eele maatschappijen, afgescheiden van zijne economi sche beteekenis. De derde hield zich bezig met de financiëele zijde van het spoorwegvraagstuk Nadat deze subcommissiën hare taak hadden vol bracht, werd door de plenaire commissie de vraag in behandeling genomen, haar bij het Kon, besluit van 8 September 1908 gesteld. Als slotsom van de beraadslagingen moge gelden de uitslagen der volgende stemmingen: Vóór invoering van Staatsexploitatie verklaarden 2ich vijf leden; voor Staatsexploitatie als einddoel, maar voor par ticuliere exploitatie met twee maatschappijen twee leden; voor particuliere exploitatie met twee maatschap pijen vijf leden; voor particuliere exploitatie met óene maatschappij vier leden. Eén lid verklaarde zich zoowel voor Staatsexploi tatie als voor particuliere exploitatie als overgangs vorm met Staatsexploitatie als einddoel, doch wensch- te aan zijn eerste verklaring een uitsluitend prin- cipiëele beteekenis te zien toegekend. Bij stemming werd invoering van Staatsexploitatie verworpen met tien tegen vijf stemmen cn exploita tie door eene maatschappij aangenomon met acht •temmen tegen zeven voor exploitatie door twee maat schappijen. De acht voorstemmers waren in de eerste plaats de voorstanders der exploitatie door éene maat schappij (vier), vervolgens de twee leden die parti culiere exploitatie als overgangsvorm tot Staatsexploi tatie wenschten en ten slotte twee van de vijf voor standers van Staatsexploitatie. WAARLAND. Donderdagnacht werden de in zoete rust sluime- rende bewoners van de smederij alhier eensklaps op geschrikt door het rinkelen van glasscherven. Na onderzoek bleek, dat een paard de ruiten van de smid zijn woonkamer had gebruikt als roe paal met gevolg als bovengenoemd en konden de bewoners, na de gemaakte opening een weinig te hebben gedicht, zich weer ter ruste begeven. Misschien droomende van gebroken ruiten en onbeheerd loopend vee en daaruit voortvloeiende onkosten. Waarland. Als bewijs» dat de teelt van zilveruien geen klei nigheid meer is, diene, dat er deze week op éen dag aan „Nieuw Leven'" meer dan 1000 haal werd aan gevoerd. WAARLAND. De hc-*r W. Tiessen, vroeger onderwijzer alhier, thans te Zaandam in gelijke betrekking, si-gde voor dhoofdakte. PRACTISCH. Gepasseerden Zondag ging de heer A. v B-, te Rot terdam, met zijn verloofde naar Schevenlngen. 's Mld- dags had de juffrouw het ongeluk haar verlovings ring te verliezen en ondanks veel zoeken kwam hij niet terecht. Doch de heer A. v. B. gaf het niet op cn ging Dinsdag terug naar Scheveningen, gewapend met een zeef. Na een uur met de zeef bet zand te hebben onderzocht, mocht hij het geluk nebben den ring in het mulle zand terug te vinden. GEBRADEN APPELS AAN DE BOOMEN- Bij den, ooftteler Ket te Drachten ziet men aan de hoornen appels hangen, die door de hitte gebraden zijn. Nog éen schrede en de duiven vliegen ons ge braden, iu den mond.' BEWAREN VAN EETWAREN. In elke woning, waarin een fornuis staat, ia meu best in de gelegenheid zijn eetwaren tegen, bederf ie vrijwaren. Zet uw melk of vleesch op het rooster van uw fornuis en ge zult versteld staan van werking dezer geïmproviseerde ijskast. Men beproeve het! GOED AFGELOOPEN. Als een, bijzonderheid deelen we mede, da» bij het inslaan van, den bliksem in de woning van Wakkcr- mans te Enspijk, geen der bewoners daarvan, iets ge hoord had. Toen het gezin 's morgens ontwaakt-, vond het de aangerichte verwoesting, zonder die >e kunnen verklaren. EEN VERMISTE TERECHT. De 16-jarige G. Janssen, uit Winterswijk, die sedert 20 Juli te Hengelo, waai- hij wwerkzaam was, ver mist werd, is weer terecht. Hij werd zeer toevallig op een brug te Rotterdam opgemerkt door een paar losse remmers uit Winterswijk, die de politie waar schuwden, welke er in slaagde, hem mede Ie nemen. Hij is Woensdagavond weer huiswaarts g.-zeerd. De jongen had tijdens zijne vermissing reeds jen reis per schip naar Antwerpen gemaakt en stond juist weer op het punt met een boot te vertrekken. EGMOXD AAN ZEE. De raad van, deze gemeente heeft in beginsel be sloten, tot het aanleggen van een waterleiding. Een crediet van f 1000 is verleend tot h-.t doen van, proefboringen. WAAR ONS DUINWATER GEWONNEN WORDT. Is het voor een Amsterdammer in. deae dagen wel in- terressant te lezen waar hij zijn water vandaan krijgt, ook voor een niet-Amsterdammer is het wel belang rijk er het een en ander van te weten hoe een stad als Amsterdam zich laaft. Het volgende nemen we dan ook uit het Hdbld. over. Waterdrinkend Amsterdam in deze warme dagen welhaast een vanzelf-sprekend iets heeft zeker niet zander bezorgdheid kennis genomen van de officieeie waarschuwing, om in deze dagen toch vooral! zuinig te zijn met duinwater. En men lieeft gelezen, niet zander verbazing waarschijnlijk, van die beide machi nes, daar in Leiduin, die veel meer pra es teerden dan haar maximum, op gevaar af dat het spaak li<p, om de hoofdstad toch maar van voldoende drinkwater te voorzien. We hebben ze van dichtbij gezien, gisteren, de reu zen, aan wie Amsterdam dit alles te danken heeft. Leiduin I Voor den doorsnee-Amsterdammer nauwe lijks meer dan een naam. Hoogstens weet hij, dat het pompstation Leiduin ergens in de buurt van Heem stede ligt. Waar de straatweg naar Zandvoort de Leidsche vaalt kruist, voert een weg langs die vaart, door een ouder- wetsch tolhek, in Zuidelijke richting naar het pomp- ■■■p pomp station. I Aan den ,weg staan'de „voorfiilCTs'' en liggen drie van ld© acht bassins de overige liggen aan den anderen kant d|er vaart waarin door zand het duinwater gefilterd woirdt, I Wat mleer jhiet land] in, aan den anderen kant der spoorbaan haar Leiden, staat dan dat befaómde mécihiric- gebouw. Daarbinnen zingen de beide groote machines haar I eentonig lied. Al veertien dagen "werken zo beide 'ing en nacht. Zoo druk hebben die twee het nog nooit gehad, in de acht jaren, dat ze er werken. O zeker, 't is ook verleden jaar weL eens geheurd, dat ac tege lijk moesten werken, maar dan was het toch ten hoog ste telkens een paar dagen achtereen. Veertien dagen en nachten hebben ze het water eerst opgepompt uit het reservoir van het onruine het ruwe water het water, zooals het uit de dumon komt omi het te brengen naar de filteriiiricJitingernVan daar keert het terug naar het „rein-water -reservoir omder het machinegebouw en daaruit persen de twee stellen elk van drie pompen dei* beide machines het in de transportleiding naar Amsterdam, naar het reser voir aan den Haarlemmerweg. Een leek kan inzien, dat het bedenkelijk is, bedde machines tegelijk te laten werken. Van reserve toch is dan geen 6prake, ook at heeft de directie der water leidingen wel voor de noodige reserve-onderdeelen ge zorgd. Gaat er iets haperen aan een der machines dan staat watergebrek de hoofdstad te wachten. Want wat de zaak nog bedenkelijker maakt, dat is de omstan digheid dat het tegelijk laten werken der beide machi nes een onverbiddelijke noodzakelijkheid is. Het maximum bij een druk van 70 31. is. we schre ven het reeds, 51.000 M3. per etmaal. Nu heeft elk der beide machines weliswaar een maximum-capaciteit van 40.000 M3. bij dien druk, zoo dal in theorie 80.000 M3. per etmaal naar Amsterdam zou kunnen gebracht worden. Maar de pracJijk brengt j mee, dat dit onmogelijk is. De transportleiding looi van Leiduin naar .Amsterdam biedt uians nog door de te kleine middellijnen te veel weerstand. Men moet zich die transportleiding denken als een dubbel stel buizen, waarvan er een, niet een middellijn van 50 c.Al., nog dagtcekenl van 1853. De andere, iets grooter, n.1. 60 e.M. middenlijn, dateert uit 187'/. Men is thans bezig 'n derde transportleiding met een middellijn van 75 e.M. aan te brengen. Met een deel. dat tusschen Leiduin en de Hazepalerslaan te Haar lem. is men reeds klaar, terwijl liet gedeelte tusschen Hazcputerslaan cn de Amsterdamsche poort nog on der iuuiden is. Een buiswjjdte van 75 e.M. over de geheele lengte van Leiduin naar Amsterdam zou wel voldoende zijn om 80,000 kub. M. per etmaal haar de hoofdstad te brengen. .Maar vooreerst zal hel er wel niet van komen. Want er schijnen bij liet voeren dei' onderiiandelingen daarover, ernstige nezwaren le gen het leggen der leiding te zijn gerezen. Maar algescheiden hiervan, Kan het duin wel' vol doende water leveren op den duur? Dat is het, wat de directie der gemeemewateileidingien betwijfelt. Als het onreine, het ruwe water, dat uit de kana len en de diepwaterbroiuien in de duinen is toege vloeid. uil hel reservoir naar de „voorüllersgepompt is. ondergaat het daar een heel eenvoudig ontijzeringv proces. In negen bakken, elk van 100 vk. Al. opper vlakte, stort het in vroolijke fonteintjes neer en tiaar zinkt liet door een kiezeilaag van een meter dikte, om te worden geleid naar de zandfilters, de reeds genoem de acht groote bassins, die een gezamenlijke oppervlakte hebben van 23,910 vierk. M. llier zakt het tloor een zandlaag van ruim een meter dikle, waaronder weer logen fijn en grof grint Liggen. Deze rusten op asphall en beton. Los tegen elkaar gelegde buizen op dit asphalt voeren hét water naar een noofdalvoerbuis, een gemetselden koker, van waaruit het in het reinwa ter reservoir stroomt onder bet machinegebouw. En daar vandaan brengen de drie hoogdr uk po i npen van elk der beide triple-expansie-machines het in de transportleiding naar Amsterdam. Een bezoek aan het pompstation is onvolledig, wan neer daarbij ook niet de eigenlijke winplaats in de duinen ten Westen ervan wordt bezichtigd. In het uitgestrekte zonnige duingebied ligt daar schil derachtig de Oranjekom, een kunstmatig meer, waar het water samenkomt uit de verschillende kanalen. Een buis van 120 e.M. wijdte brengt het van hieruit naar het machinegebouw. Een andere buis voert hier water naar de komdit is een zuigbuis, waarin een reeks van twintig diepwaterbronnen uitmondt. Een pompistation bij de kom maakt deze buis luchtledig en zoo stroomt bet water uit de bronnen er in uit. „Pompstation" is eigenlijk een wat te weidsche naam voor de houten loods, die een locomobiel huisvest. Maar men heeft bij den bouw gedacht aan iets „tijdelijks"? en gere kend op andere, grootere plannen. Men herinnert zich dat de directeur der gemeente-waterleidingen, dc heer J. Al. K. Pennink, reeds in 1907 het vooistel heeft gedaan om de winplaats in de duinen met Lekwater ie bevloeien en het pompstation Leiduin uit te brei den. De bronnen bij de Oranjekom alleen leveren 3500 kub. Al. per etmaal'. Slollige grintwegen leiden langs de smalle open ka nalen der waterleiding, die heel in de diepte liggen, waarin rustig scholen visschen zwemmen en waarop zich zeLfs kroos vormt. Wat nood? Het filtreeren waar borgt afdoende de zuiverheid. Laag is de waterstand in de meeste dezer kanalen. Toch daalt hij nog weer telkens. Daar is bij voorbeeld, midden in het eenzame duin, het Nieuwe lvanaal1. Dat is clan meer in het bijzonder de vergaai-bak voor droge zomers. Bedenkelijk is het water daar gezakt, zooais aan de overranden duidelijk te zien is. Maar de regenval, die ten slotte toch door het duin zand heen de. kanalen moet doen zwellen, is dan ook bijzonder gering dit jaar. Alen rekent, dat er per etmaal gemiddeld 25.0U0 kub. M. water door regenval uit het duingebied verkregen wordt. Van 1 Januari tot 1 Augustus is ei- echter 160 m.M. regen minder gevallen dan in hetzelfde tijdsverloop van 1910 (De cijfers waren onderscheidenlijk 432 en j 272 m.M.i j i J L M* Heel in Jiet Westen ligt in de duinen het Wester kanaal. Het pompstation daarvan is onlangs, op 23 Maart afgebrand en door een nieuw vervangen, dai pre cies twee maanden later in gebruik is genomen. In plaats van twee locomobielen werken er nu een loco mobiel cn een Dieselmotor. Zij hebben lot taak het water uil het Westerkanaal in een ander kanaal over te pompen. Niet minder dan 42 diepwaterbronnen zijn hier langs het WesterkanaaL geslagen. Omdat de water stand in dit kanaal laag geuouden wordt, vloeit het water uit die bronbuizen in het kanaak Dit geschiedt door dwarsbuizen, welke doen denken aan afvoerbui zen van fabrieken. Om toch maar in de behoefte aan water te kunnen voorzien, is men thans bezig die dwarsbuizen wat lager te stellen en zoodoende meer water aan de bronnen te onttrekken. Noordelijk van den straatweg naar Zandvoort ligt eindelijk Jiet Boogkanaal. Ook hierlangs slaan een aan tal diepwaterbronnen, in het geheel 55. Maar daar de waterstand in het Boogkanaal hoog is, moet kunst matig het bronwater opgevoerd worden om in het ka naal te kunnen afvloeien. Dat geschiedt door twee Die selmotoren, in een pompstation ten Zuiden van den Zandvoorlschen weg opgesteld. In de buizen voor het diepwater wordt lucht geperst, die ontsnappen wil en zoo het water meevoert. Feuilleton. ROMAN van PAUL HöCKEB. 18. De geheimraad Von Redern was zeer tegemoetko mend, betreurde het heel erg, dat de jonge vrouw zoo door het noodlot werd vervolgd, sprak haar op vaderlijk bezorgden toon toe maar het benoodig- de geld kon hij haar niet geven. Natuurlijk twijfel ik geen seconde aan hetgeen u zegt, mijn beste mevrouw. Maar u kunt zelf niet meer aangeven, welke sommen u in den loop van de jaren zijn uitbetaald geworden en hoe zal uw zuster dat dan kunnen weten. Berenbrok was een man van eer niet waar, daaraan twijfelt u toch ook geen secon de en na verloop van tijd zal wel aan het licht komen, hoe het met uw geld gesteld is. Het is ver bazend dom, dat hij de rekeningen van uw beider ka pitaal niet gescheiden heeft gevoerd en dat hij ster ven moest voordat de afrekening had plaats gehad. Ik geef u toe, hij heeft zeer onoordeelkundig ge handeld. Maar het was van u tojh ook onvoorzichtig mijn beste mevrouw, zonder kwitanties te eischep, dergelijke geldzaken met hem te doen." „Ik had zoo'n muurvast vertrouwen in hem Maar het gezond menschenverstand moet een elk toch zeggen, dat ik in die paar jaar geen negentig duizend mark kon opmaken en dat het vermogen van Anna zich in dienzelfden tijd met een derde bijna heeft vermeerderd. De geheimraad haalde de schouders op en zucht te. „Mijn lieve, beste mievrouw, wanneer u zoo be slist van meening is, dat u rechtsgeldige aanspraken op de nalatenschap van uw zwager hebt, dan houd lk het voor het beste, dat u een aanklacht indient." „Een aanklacht tegen mijn zuster?'" „Eii tegen mij. Jawel." Besluiteloos zat zij daar. Wat haar helpen kon, was «le hts het bedrag, ncodig voor de borgstelling. Zü had dat gele dadelijk noodig vandaag nog. „Of Anpa haar de som die zij noodig had lee- nen kon?" begon Hella schuchter, na een poos. ter wijl zij de handen krampachtig ineensloeg. „Dat is uitgesloten, mevrouw. Bedenk maar eens, zulk een waarborgsom kan vervallen." „Maar ik sta er borg voor mijn man zal er niet -.aan denken om te vluchten." „U maakt het mij zee? -.moeilijk, beste mevrouw. Uw man heeft zich jammer genoeg zeer tempera ment-vol getoond. Hij volgt de eerste de beste in geving. Borg voor hem spreken kunt u toch wel on mogelijk, heethoofd die hij is." Hella voelde een wurgende smart in haar keel. „Mijn man is zeer zeer veranderd. Het noodlot heeft hem zulke parten gespeeld." De geheimraad had enkele malen de kamer op en neer-geloopen. Hij had oprecht medelijden met de jonge vrouw. Hij bleef nu midden In de kamer staan. „Ik weet nog éen uitweg. Zoek mijn nicht, uw tante Lili op. Misschien is zij wat zachter te stem men en geeft zij u de som, die ge noodig hebt." „Tante.Lili heeft mij op mijn brief met geen woord geantwoord." I „Dat weet ik. Toen zij, las dat uw man gevangen genomen waj3, viel zij in onmacht. Mevrouw Von Kol- welt heeft mij de scène geschilderd. Het was een leelijke schok voor de zieke, oude dame. Maar zij I heeft zulk een goed hart, mogelijk dat uw nood haar tot zachtheid stemt. Probeer uw geluk dus eens bij haar." Met een laatste zwakke hoep in het hart ging Hella op weg naar Herrenhausen. Het mooie landhuis lag in den dikbesneeuwden tuin, als het slot van Doornroosje. In de helder blauwe, koude winterlucht stegen hoog de met sneeuw besuikerde pyramiden der edeldennen op. Het schoot Hella in de gedachten, hoe zij hier bfj eenige kerstfeesten, als bakvïsch, als muziekleeTlinge en later als jonge kunstenares had belee-'d, Daar in dat torenachtig uitbouwsel lag de woonkamer van hare excellentie. Daarin stonden nog de meubels uit den tijd harer grootmoeder, mooie, oude mahoniehou ten stukken, die zoo langzamerhand weer modern waren geworden. Zij sloot de oogen en had de gewaar wording als snoof zij de lavendelgeur uit die kamer op. Zij dacht aan den keer dat kleine Anna in de kachel een appel had gebraden, wat als heiligschennis BOOTWERKERS TEGEN DEN VOORZITTER VAN DEN AEG. NKD. ZEEMANSBOND. Twee bootwerkers, vader en zoon, hebban bij het kantongerecht te Amsterdam, een vordering tot uit betaling van hun door den voorzitter van den Alg. Ned. Zeemansbond beloofd loon ingesteld, daar hun dit loon, na twee weken uitbetaald te zijn, tater niet meer was voldaan. Do heer Ronner. deelde mede, dat er van loon geen sprake kon wezen, daar slechts ondersteuning werd gegeven aan stakende zeelleden, waar /oor deze beide bootwerkers zich, profiteerend van T elkaar onderling niet kennen der zeelieden, hadden doen doorgaan. Later werd op een buitengewone ledenver gadering tot het intrekken van, vele stakerskaarten, waaronder van deze beiden, overgegaan. Loon voor te verrichten werkzaamheden, in casu posten, werd nooit betaald, daar dit posten geheel vrijwillig ge schiedt; zoo wenschen bijvoorbeeld een 600 stakende zeelieden deze piet te verrichten en ontvangen toch hun ondersteuning. Ook kepde de heer Ronner deze beide personen., van wie er een, reeds sedert Pink steren ontslagen is bij den Kon. HolL Lloyd en sinds dien niet meer gewerkt heeft, niet, voor zij hem over 't intrekken van die stakingskaarten aanspraken, en hij heeft hun dus ook nooit iets opgedragen of loon kunnen, beloven, iets dat overigens ook slechts 't bestuur, nooit een bestuurslid persoonlijk zou kun-j nen doen. De heer Ronner verklaart nog, dat hij zelf nog nooit tegen éen zeeman gezegd heeft 't werk te moeten neerleggen, laat staan dus tegen een, zelfs niet eens werkenden bootwerker. De heer Verleur, van de zaakwaarnemersfirma Ver leur en Nolten, voor eischers optredend, zegt, dat va der en zoon hem vertelden, dat zij onder de zee lieden werkzaam waren en dat hun, bij het uitbre ken der staking, door gedaagde was gezegd: „Als jo het werk plet neerlegt, sta ik niet voor 't leven van je vrouw en kinderen in." Toen zij de loonobjectie maakten, heeft gedaagde aangeboden den vader 7, den zoon 8 gulden in de week te betalen; zij traden dan ia dienst van den Zeemansbond en moesten voor dezen werkzaamheden, nl. „posten" verrichten. Zij werden naar het Spui en de Zaapdamscho boot ge zonden om er op te letten, of er werkwillige zeelie den aankwamen. Dat zij uitkeeringen op hun stakingskaarten ontvin gen, ontkennen zij ten sterkste: het is absoluut loon geweest voor verrichte posterswerkzaamheden. Zij hou den ook staande, dat de betaling in die eerste weken door den heer Ronner persoonlijk geschiedde. Uit het feit, dat betaling heeft plaats gehad, concludeert spre ker, dat er een arbeidsovereenkomst tusschen beide partijen bestond in den zin der wet. Rest te bewijzen, dat de arbeidsovereenkomst was aangegaan voor den tijd der staking, hetgeen spreker door getuigen wil laten bewijzen. Nadat de heer Ronner nog enkele details over de stakingskaarten en „posten" had gegeven en ver klaard had, dat dit posten absoluut vrijwillig plaats vond, werd de uitspraak vastgesteld op 17 dezer. Harcnkarspel. Benoemd tot brugwachter van den Speketerpolder de heer N. Nol ten aldaar. EEN PRETTIGE VACANTEE. Een paar diamantbewerkers, een baas en een slij per, betrokken bij de staking der firma Van Dam alhier, vonden de gedwongen rust een gunstige gele genheid voor een uitstapje. Ze begaven zich naar Bel gië, brachten een paar gepoegelyke dagen door te Brussel en besloten toen over Dusseldorf naar huis terug te keeren. In den trein daarheen geraakten ze in gesprek met een Duitscher, die, ervarende dat zij in het diamantvak waren, hun een ring met dia manten, steen toonde en trachtte hun dezen te verkoo- pen. De heeren verklaarden echter, niet zeker te zijn van de echtheid van den steen, doch waren bereid te Dusseldorf met den onbekende naar een goudsmid te gaan, die den ring met steen zou willen taxeeren. Aldus geschiedde en men vertoefdë eenigen tijd bij den goudsmid, die verklaarde, dat de steen echt was. Men verliet den winkel om verder tde zaak af te handelen, de Hollanders gingen naar hun hotel, doch kregen een half uur later bezoek van de politie, die de heeren meenam en ze achter slot en grendel bracht. De juwelier had nl. het zaakje niet vertrouwd. Hij herinnerde zich, dat er onlangs in de Friedrichstrasse te Berlijn een groote juweelendiefstal had plaats ge had, en hij meende nu, dat de vreemidetingen daaraan wel debet konden hebben. Dientengevolge had hij de politie in kennis gesteld van het bezoek en- de inhechtenisneming was er het gevolg van geweest. De heeren, werden zorgvuldig achter slot en grendel gehouden, elke communicatie met de buitenwereld werd voorkomen, trots hunne betuigingen, dat zij fatsoenlijke menschen, waren en eerst na een tiental dagen werd het hun vergund den Nederlandschen con sul te Dusseldorf in kennis te stellen met het ge beurde. Deze slaagde er echter niet dadelijk in om het misverstand op te helderen en hun ie vrijheid te hergeven. De Nederlandsche autoriteiten werden er in gemoeid, de burgemeester van Amsterdam kwam er bij te pas. evenals het bestuur van den A. N. D. B. en eindelijk slaagde de consul er in het mis verstand op te helderen. Met een auto naaide hij hen van de gevangenis af en zorgde, dat de rampspoedige vacantiegangers huiswaarts konden keeren, echter niet dan nadat hij aan een vriendelijk maal getracht had iets van hun leed teverzachten. De heeren hebben zich echter vast voorgenomen in den trein geen zaken meer te doen met onbe kenden en in ieder geval te zorgen voor behoor- werd opgenomen. De reuk daarvan was een geheelen winter niet uit de kamer te krijgen, geweest. Hella belde aan de tuinpoort. Ergens in de verre omgeving van het landhuis kraaide een haan en door den, winterdag klonk vanuit een openstaand venster van een naburig huis een vroolijk gelach. Anders diepe stilte. Betrekkelijk lang moest Hella wachten. Het leek wel of de portier niet aanwezig was. Eindelijk dan kwam een meisje uit de, keukeu, en liep op het hek toe, maar het hek werd piet opengemaakt. „Neen, hare excellentie was jammer genoeg niet in staat bezoek te ontvangen. En mevrouw Von Kol- weit was niet thuis." Hella knikte stom. Zij had hapr niebt Erni op de bovenste verdieping tusschen de gordijnen, zien door kijken en zij had haar heel goed herkend. Dus afgewezen. De laatste poging tevergeefs. De vrouw van den gevangene bestond niet meer voor hen. Nu begon een, tijd van bitteren pood voor Hella aan te breken. Het geld was zeer spoedig op. Op de laatste gage had de advocaat van Hoppinger beslag gelegd. Ook op alle meubelen werd beslag gelegd. De gerechtsdienaars verschenen en alles werd ver zegeld, ook de vleugel. Heinz vergezelde Hella naar den advocaat Siglried, die haar in dit geval zou bij staan, daar Bernheim niet zoo vlug te bereiken was. Zij moest bewijzen, dat de vleugel voor haar huwe lijk reeds haar eigendom was, en de meubelfirma moest haar rechten doen gelden op de meubels, die op afbetaling waren gekocht. Heel onaangename ge sprekken en onderhandelingen waren het gevolg, men dacht aan niets minder dan aan een schelmenstreek. Geen beteediging oï vernedering bieef haar gespaard. Dat Hella bij het theater thuis hoorde, maakte haar dubbel verdacht. Zij leerde al de ellende van zulk een wankelbare kunstenaarsloopbaan kennen. De beidt Wentura's, die zooveel salaris van Hella hadden in geslikt, toonden zich nu zeer gereserveerd, toen zij van Heila's s.e^nien financieelen toestand net een en ander hoorden en vernamen, dat Hella zangleerlingen zocht, om zoo eenigszins in haar behoeften te kun nen voorzien. Een paar mooie sieraden, die Hella van haar moe der had geërfd en verscheidene geschenken van tante Lili waren naar den lombard verhuisd. Voor haar dagelijksche behoeften had zij heel weinig noo dig. De beide voorkamers verhuurde zij Tot haar re- luk vond zij twee zusters, een paar stille dames, die haar verder met rust lieten. Zoo verdiende zij de huur. l>at zij nog den moed had om haar kleine huis- hoiiden voort te zetten, verklaarde zij uit medelijden met haar zwager, die door al het leed al heel erg verminderd was. Slag op slag had haar getroffen, maar O, u,de kracht harer jeugd had zü zich geweerd. Slechts eenmaal liet zü zich overmeesteren, op den dag, dat de rechter haar schreef, dat haar man niet meer zun eigen kleeren mocht dragen en eigen voe ding betalen, omdat niet op ty'd het benoodigde geld daarvoor was opgezonden. De juwelier, aan wien zü een sieraad ter bepa ling der waarde had opgezonden hield de onderhan deling n paar dagen sleepende. Achter naar rug om hoorde Hella vap Heinz, was er in haar afwezigheid rïoor een pohtie-agent onderzoek naar haar gedaan. Telegrafisch zond zü het geld, zoodra zü het ip han den had. Intusseheu was Thomas een sterke beproevlnr on geleed geworden. Hella schilderde het zich it in de zwartste kleuren. Het was de eenige maal dat Heinz haar troosten moest. Anders was het in den regel omgekeerd. Door een kleine vergissing in de formaliteiten, was het geld nog even opgehouden en eerst na den volgenden dag bevond de weerlooze zich weder in het bezit van zy'n eigen kleeren en was hij van het gezelschap van allerlei gespuis ontslagen. Hij haa zich door Hella zün schetsen van zh'n com posities laten zenden. Voor verder werken ontbrak hem evenwel in deze troostelooze ommgevlng alle lust. Maar in de partituur konden nog vele technische dingen veranderd en aangevuld worden. Aan ijver en vlijt ontbrak het hem niet. .Zoolang hij over zün ma nuscript gebogen aan de kleine klaptafel zat kon hU tenminste zyn noodlot vergeten. ,A reeselyk zy'n slechts de nachten," schreef hü. Maar hy werkte zy'n gevoelens niet verder uit. Daar voor bewaarde hem zün medely'den met Hella en zün broeder. Hü wist dat zy minstens even zwaar leden als hy. Hella las in de winkels in de buurt, waar zü haar dage!Uk8che inkoopen deed. verschillende couranten, om zoodoende op het spoor van een paar leerlingen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 5