f ent,
Grep uil Lifl- en Tniionw
Artistenleed.
Zuur verdiend.
Zaterdag 19 Augustus 1911.
55e Jaargang. No. 4970.
TWEEDE BLAD.
Uit verschillende aanvragen blijkt, dat in De VER-
EEN1GDE SI ATEN VAM AMExtlKA grooto lust be
staat om lokvee uil ons land in tc voeren en zonder
twijfel zal hot dan ook tot een belangrijken invoer
naar genoemd land komen, zoodra N ener land vrij is
van mond- cn klauwzeer.
Niet onvermeld mag blijven het succes, behaald door
de inzendingen van Nederlandsch vee, 0 stieren en
10 vrouwelijke runderen, op de internationale tentoonstel
ling te BUENOS-AIRjES in Argentinië. Do Nederland-
scho (runderen werden algemeen bewonderd en alle bé-
kroond.
Van de RUND VEEFOKKERIJ teekenen we aan,
dat er in Friesland waren 5b stierenvereenigingen, 90
contröle-vereonigmgen en 5 fokverecniguigen. Ilel aan
tal melkkoeien, waarvan in Friesland geregeld melk-
stalen worden bijgehouden is ongeveer ÖO.00O stuks, of
een derde van alle koeien.
in Noordholland waren einde 1910 23 rundveefok-
vereenigingen, alle vcrecnigd in den Rond, alsmede
2 controle-vcreeuigingen.
Van de PAARDENFOKKERIJ vermeldt het Ver-
steg, 'dat men in alle provinciën tevreden was -pver
de finandeele resultaten ervan. Inzonderheid geldt dil
van de koudbloedpaarden, waarnaar het geheele jaar
door hijzonder veel vraag was. Hiermede in verband
staat ongetwijfeld de oprichting in Limburg van eenige
In de provincie Groningen gaan in de laatste jaren ass0cialies tot aemecnsehappehjken aankoop van Bel-
,i„v, gisolio fókhenjpton. Er wordca oen driolaï excmpla-
ren aangekocht., waarvoor werd betaald f 7000, f 11,000
en f 13.000. Dit zijn bijna fabelachtige prijzen 1
Waar de koudbloedfoickerij zuiver wordt gedreven,
zooals in Zeeland. Ximburg en hier en daar in onze
andere zuidelijke provinciën, daar ziet men .de kwa
liteit der paarden merkbaar heter worden, vooral ook
CLXXXVI. HET L ANDBOUWVEBSLAG OVER
1910.
Door de Directie van den Landbouw is vóór kor
ter tijd uitgegeven het Verslag over den Landbouw
in Nederland over 1910. Bij het doorlezen van dit
boek vielen ons verschillende interessante mededee-
lingen op, welke we hier weergeven. Zoo trof aller
eerst ons in het verslag over den akkerbouw een
«tukje over de ZAADTEELT.
In de provincie Groningen
verschillende landbouwers zich toeleggen op de teelt
Tan allerlei land- en tuinbouwzaden. Zij sluiten daar
toe contraeten af met verschillende zaadhandelaren
hier te lande, soms ook uit Duitschland, die het be-
noodigde zaaizaad verstrekken en zich verplichten 't
geteelde zaad, mits voldoende aan zekere voorwaar
den, tegen een vooraf vastgestelden prijs af te ne-
'n paar harde vloeken uit. Verkeerd! ZekerMaar was
't wonder? Zyn vrouw lag al 'n maand ziek en er
Waren, behalvo zy, nog vier hongere peuzels, dio eten
moesten.
Hoe in 's hemelsnaam, kon by toekomen met de vier
franken, die by eiken avond van zjjn Barnum ontving?
Moest by dan gaan stelen? Zyn vrouw en zyn jongens
moesten toch eten! Er was toch geen anaer werk to
vinden! Groote God, wat Is arm zijn toch vreeselijk!
Ondanks zijn zonderling beroep, was hij 'n eerlijk
man gebleven tot nu toe. Hij had 't gekozen bij ge
brek aan beter, aangenonien maar wat hij vinden
kon, toen hij gedurende dien langen, strengen winter
de toejuichingen en aanmoedigingen van l publiek
wonden hem nog meer <»p. Eén gezelschap vooral, dut
in de eerste rij der feeschouwers zal, dun dies mot
hun dames. .vrooKjko fatjes, die den lieden avond,
door hun geschreeuw, gespot en geschimp d. n kamp
vechters tol 'n ergenis was geweest, was hem n doorn
in het oog. Hij zou er heel wat voor gjgew-n hebben,
als hij hen stuk voor stuk hij den kraag had kunnen
nemen, om ze de deur uit te smijten. Kwamen ze
zich hier, na trim lekker diner met wijn en café pousse,
verlustigen in zijn ongeluk ?1 In zijn ongeluk van
armoe?!
Er was er een bij. 'n vijf-, zes en twintig jarig ventje
LUUU 11 li gcuui^uuc UJCU iaugi;u, OU tugru w luw, - i r~y
van verleden jaar in zijn gewone vak hij was steen- ,n*1 blonJi koPE' en n blond snorretje, dat hein dui-
kouwer niets vinden kon. En hoe verbitterd %cIsch maakte met zijn opmerkingen.
hij ook was op do maatschappij, die, naar zijn' /-eg, schoorsteenvegerHallo, Hercules van t
meening, verantwoordelijk was voor den ellendlgen Wat neb je <mar focii oj) je arm gclatoueerd?!
toestand waarin hij verkeerde, toch zag hij op te- ,k Z1C j 11 Hart met 'n pijl er doorheen!
gen het denkbeeld, dat hij zou dalen tot 't peil j^€"cer maakt dus veroveringen
van verscheidene zijner collega's, nachtelijke rond-ï1 "p heele zaal barstte het dan uit van t lachen
zwervers, half kunstenmaker half dief, die meer 011 ^?mes 'lC,cn fidtend en schaterend achter
Wordt vervolgd.
Binnenlandsch Nieuws.
AANGEHOUDEN.
dan negen maanden van de twaalf in de gevangenis ovcr v^den.
doorbrachten,.
Met gebogen hoofd liep hij rakelings langs de
muren naar de kermis te Neuilly, die in vollen gang
was en waar ook zijn tent stond. De lantarens wer
den opgestoken en braken gaten in de duisternis
van den weg, zooals sterren doen in 'n donkeren;
hemel. Zijn lange schaduw viel over den weg. Reeds 1 xa.f?loo:'1,L'<,Icr.1. rn'
hoorde hij de muziek der draaimolens, waarvan alle I n®eina aan ver"
orgels tegelijk speelden, zoodat men, nooit een en
kel wijsje kon onderscheiden. Hij verhaastte
stap. IT
Honderd franken! mompelde hij, eensklaps stil- j KLAGENDE KROEGHOUDERS,
staande, honderd franken, om den bakker, den porder „De Standaard' schrijft in een driestar:
en den apotheker te betalen en als 't kon, eenige I Niet iedere methode van drankbestrijding kan oo-
dagen vrij te zijn, om dan thuis den boel wat in orde voorwaardelijk worden goedgekeurd, ma ar in het alg
en_ duistering van f 2500 en daarna was ontvlucht is gis-
zijn {eren 10 Bordeaux aangehouden, waar hij verblijf hield.
Zijn .uitlevering is aangevraagd.
Met deze zaden waren In, 1910 bezet:
Spinaziezaad. Radijsraad. O.-I. kers.
Groningen,
Utrecht
Noordholland
Zuidhollan,d
Zeeland
51
41 H.A. 21 H.A.
13 24
32
3 3,5
H.A. 48,5 H.A.
De belangrijkste tumbouw^den, welke dooi land- riën oa verkocht die in de zuidelijke provinciën. Hoe- Tusschen twee steenen zag hij iets schitterends lig- twijfelachtig, of men zal algemeen waardeering hebben
bouwers worden geteeld, zyn. spinaziezaad, radijs- de diereil ],jj inkoop duur werden betaald, slaag- gen. Hij bukte zich, raapte het op en liep er mee voor de proef, die door de directie van de Staatsmijnen
zaad en oost-xnaiscne Kers. de men zoo goed bij den verkoop, dat geen verlies naar 'n lantaarn, 't Was niets! 't Was enkel maar 'n in Limburg inzake drankbestrijding onder de mijnwerkers
werd geleden. I faEtasie-ringetje, 'n dun gouden bandje met 'n valsch genomen wordt, en die te meer sympathiek is, omdat
I steentje. Maar 't was misschien toch wel drie of vier zij vrij is van al wat fikoor wien. ook een verkeerd
DE GROENTJS NTEEL'1 breidde zich overat uit, franken waard. principe of overdreven toepassing yan een goed principe
zoowel! in de open lucht als onder glas. Vooral de j Met de vier vanavond zouden er dan toch acht; zou kunnen worden geacht.
gtescultuur wordt meer en meer algemeen en kon op 1 wezen, misschien wel tien. Toch beter dan niemen- De zaak is eenvoudig deze, dat genoemde directie
zeer belangrijke toename wijzen, Iels nieuws vormen dai. Ofschoon, nu ik eindelijk eens wat vind, is het voor het hoofdgebouw der staatsmijn „Wilhelmindl',
de z.g. „warenhuizen*, d.z. in het algemeen groote, bijna de moeite van 't oprapen niet waard. Toch 'n bij Heerlen, voor een tweetal weken op het voor-
zeer eenvoudige kassen, gemaakt van gewone losse ra- voordeeltje! beeld van Duitsehe mijnen een melktent heeft ge-
men. z.g. „eenruiters". De naam is ontleend aan de Hij stapte iets minder terneergedrukt verder, tot- plaatst, die gepasteuriseerde melk legen inkoopsprijs af-
omslandigheid, dat dergelijke kassen voor allerlei cul- dat hij op eens achter zich hoorde roepen: meneer! lévert. Dat die tent uitnemend werkt, kan men daaruit
turen geschikt zijn. meneer! afleiden, dat het nu reeds voorkomt, dat er aan de
Gewoonlijk begint men er vroeg in het voorjaar Hij keek om en zag 'n klein meisje naar hem toe zeg rond 1000 menschen in de onderneming
sla en bloemkool iu te planten, of spinazie, raapstelen komen. per dag bijna 300 liter melk wordt afgeleverd. Dat de
Hebt u daareven 'n ringetje opgeraapt? vroeg omwonende kroeghouders gaan klagen over vermin-
ze. derenden drankverkoop en dat de mijndirectie de goede
Wie? Ik?! Ik heb niets opgeraapt! gevolgen van de vervanging van drank door melk gaat
Ja, meneer, ik zag u bukken. bemerken, valt niet te verwonderen. De directie, die een
Ik maakte mijn schoen vast, antwoordde hij woord van hulde verdient voor haar initiatief, denkt op
brutaal en liep door. den door haar ingeslagen sympathieken weg voort te
Maar het kind volgde hem en drong schreiende gaan. Moge zij ook verder veel resultaat van haar slre-
bij hem aan: Och, meneer, asjeblieft, geef me mijn ven zien!
ringetje terug! j EEN KOENE VROUW.
459 H.A.
Voorts wei-den nog vermeld: kervelzaad, 8 H.A. in
Groningen; diverse bloemzaden, 37 H.A. in Noord-
holland; sluitkoolzaad, 28 H.A. in Noordkolland en
kleinere perceelcn met zaad van knolselderie, bïtter-
kers, roode bieten siererwten, ramenas. of postelein te zaaien, Zijn dezé gewassen geoogst, dan
Opgemerkt dient le woiden, dal Jueronder met be-1 plaj7men veclal tonitei met stSmdaboo^nTiieen
stoksnijboonen. Iu het najaar kunnen de ramen worden
grepen is de verbouw van tuinzaden op tuingrond,
welke voornamelijk in West-Friesland voorkomt cn in
1910 ongeveer 500 H.A. in beslag nam.
Hoe belangrijk de teelt van tuinbouwzaden iu som
mige bouwpolders is, blijkt uit de mededeeling, idat
in 1910 in de Haarlemmermeer 289 H.A. spinazie
zaad is verbouwd.
In Zuidholland en Zeeland teelt men heet wat uien
zaad en in Groningen Weslerwoldseh raygras, hetwelk
behalve in het binnenland', bok naar het buitenland
wordt verkocht, o.a. naar Duitschland en zelfs naar
Australië, war men met ail gewas zeer goede resul
taten heeft verkregen.
Het is zeker een verblijdend verschijnsel, dat de
afgenomen en kan de grond aldus aan do atmosferische j
invloeden worden blootgesteld, hetgeen een der grootste
voordoden van dit systeem van kassen is.
In het Wesliand is, dank zij deze kassen, de cultuur
van tomaten een der hoofdculturen geworden, waarvan
de finandcete resultaten in 1910 zeer gunstig waren.
Naast deze warenhuizen neemt bijna overat hot ge-
Ik zeg je, dat ik niets gevonden heb! schreeuw
de hij boos, en zich toen ineens geheel omkeerende
bniik van z.g. „ptet glas" aanmerkelijk toe.
Opmerking verdient, dat bij Iloogezand een drietal1 zd hij: En wil je nu wel eens maken, dat je weg-
kweekers zich ongeveer 4000 glasklokken hebben aan- komt, anders zal ik je
geschaft, zooals in Frankrijk voor de vroege teelten wor- „Het kind schrikte en liet hem gaan. Maar toen
den gebruikt. Bij Hoogezand worden zij, na vroeg in bij nauwelijks tien passen verder was, stond hij stil w „J| u
-14 - 't voorjaar voor de teelt van sommige vroege groenten en mompelde in zichzelven: Bij God, dat is gemeen! nrrinivmnrvr A,,„Mr .L.,
teelt van tuinzaden haar uitrede m het landbouwbedrijf te gediend van Mei af in hoofdzaak dienstbaar Dat '3 laa£! en zick omkeerend riep hij in 't don- 1 REDDINGBOOT OMGESLAGEN,
heeft gedaan, want ze behoort tot de winstgevende gemaakt aan de voliegrondscultuur van komkommers. ker: Ze&- kleintje! Hola. meisje! te te h™ r
die in den eersten rijd na de planting zeer dank- Het kleine ding stond nog op dezelfde plaats en LjfjJ!branding
baar zijn voor deze gtasbedekking. In den loop van bij zag ,bij 't schijnsel der lantaarn, dat zij 'n zak- omgesla®en6011 roeier 15 verdronken,
één zomer worden deze klokken voor twee teelten doek voor de oogen hield. Toen zij hoorde, dat men ALTAAR INGESTORT.
Gistermorgen viel in het Smidswaler te 's-Graven-
hage, een jongetje. Er was geen hulp in den omtrek
en ongetwijfeld zou het ventje verdronken zijn.
_Op de fiets aangereden kwam een dame. Geen oogen-
blik bedacht ze zich. Ze wierp de fiets neer, sprong
te water en smaakte het genoegen het kind te redden.
cultures.
In het hoofdstuk VEEHOUDERIJ viel ons oog op
den veeuitvoer maar het buitenland. Ln 1910 werden
uit Nederland uitgevoerd: Slachtvee 63.054 stuks.
Melk- en fokvee 24.080 stuks. De invoer in BELGIë
was 58.586 stuks 'runderen, waarvan 20.136 stuks melk
en fokvee, de rest slachtvee. België kocht als gewoonlijk
weder hoofdzakelijk oudere melk- en kalfkoeien, al
van komkommers gebruikt.
Do BLOEMBOLLENCULTUUR breidt ach telken
jare met kracht uit. De oppervlakte bollengromd bedroeg
in 1910 ruim 4600 H.A. (tegen 3266 H.A. in 1904.
n«mt de neMng' ook toe moer jong fokvee ooi le UF?,'^00" het der 'alpw middelmatig was,
koonen bleek de voorraad toch zeer groot te zijn. m verband
FRANKRIJK kocht, evcoals voorbande jaren, voor- ,^°S „Ti Kd?
at graskalveren en ander jongvee oohter minder dan n i l -. htlpen, m hot blj-
gewboonlijk. Ook werden op aT iieuwarder markt ga- u iï™ P° i Jvo"r,dun"S loene"
rcgcld koeien, die paa gekïlfd hadden, voor Franirfk m™' a .-Fri" .mCOr
fliekocht 5 a J algemeen en belangrijk handelsartikel, vooral nu men
85 ITALK was ook in 1910 oen geregelde afnemer 1 ^ch^b,ui^^^k hel
van jong fokvee, maar heeft tevens den geheelen zo- georuiKcn.
mer belangrijke hoeveellieden slachtvee betrokken. In j
Onder de diverse mededeelingen aan het einde van
1909 werden uit Nederland in Intalië ingevoerd: 6731 1nnt!
kalveren, 3927 pinken, 2643 koeien 65 stieren en 10 ï^nHil i Üt
ossen, totaal 13,376 stuks, tegen 2&)3 in 1908. (Van "F, '""''nni'-cn tnronderhetd de pachtprijzen
1910 zijn de cijtó-s nog niet gefabliceerd.m ,1 v rl n<? ïele7^0 eono
De uitvoer van slachlveef hoofdzakel,k ossen, tnaar ^nkdgke hoogte, dte niet nnl««h»l hare na-
ZWITSERLAND, was iu 1910 weor b4wijk« dan ^"8?. gevolge, te doen ^voelen zoodr. ee. be-
7644 stuk« langrijke achteruitgang in de resultaten vaa beC bet-
in 1909 en bedroeg 7644 stuks.
SPANJE bleef voor ons land het geheele jaar door
een goede afnemer tegen zeer booge prijzen, vooral
in den zomer. Men schat dien uitvoer op 2500 stuks.
OOSTENRIJK kocht, vooral in Friesland, veel ge-
bruikskoeien, terwijl ook eeniga zendingen eerste klasse
fokvee en stieren werden betrokken tegen hooge prijzen,
RUSLAND nam in 1910 slechts weinig vee.
ZWEDEN was bijna het geheele jaar voor ons vee
gesloten.
ZUID-AFRIKA kocht 40 koek®, 24 «tieren en 32
kalveren en vaarzen.
Naar BRAZILIë, dat ieder jaar meer begint te ne
men. gingen in den zomer van 1910 eenige heel goede
zendingen fokvee, vooral stieren.
Feuilleton.
ROMAN
drijf intreedt."
D. E. LANDMAN.
Uit het, Fransch door H. d. H.
Toen hij zijn ellendig tehuis in de Avenue du Roule
verliet, waar men hem dreigde uit te zetten, als hy
liaar riep, keek zij op, maar toen zij dien grooten, Men schrijft uit Vinkeveen aan de Tel.:
ruwen man naar zich zag toekomen, wilde zij vlueh- Vesrchillende personen waren gistermorgen, die na
ten, de vroegmis nog wat waren blijven nabidden in de
Neen, hoor eens! Loop niet weg! Wees maar R.-K. kerk, getuigen van een groot ongeluk. Eens-
niet bang. Ik meen, 't niet kwand! Hier heb je je klaps hoorde men een luid gekraak, wat aan een
ringetje terug! inslorling deed denken. Tegelijkertijd zag men een mis-
Hec kind bleef staan, en vroeg blij, door haar tra- dienaar, die nog op een bidstoel voor hel hoo^iltear
nen heen: Is 't heusch waar?! Krijg ik 't heusch was gezeten, getieel verschrikt zijn plaats verlaten en
terug?! zich zoo vlug mogelijk terugtrekken tot aan de com-
Ja, zeker! Daar heb je 't! en hij legde het voor- muniebamk. De kapelaan had juist het altaar verlaten
werp in haar toegestoken handje. Het kind stak het cn bevond zich in do sacristie. Dc in de kerk aan-
aan haar vingertje en zei: U bent 'a heele lieve me- wezigen spoedden zich op dit geluid naar voren en
neer. Ik zaal voor u bidden, dat u heel gelukkig zagen tot hun ontsteltenis, dat het geheele altaar was
wordt, en dan zult u 't wel worden ook. verzakt, door het breken van een der kluizen, waarop
Zoo? Zou je dat denken? vroeg hij, 'n beetje het is geplaalst. Daar men elk oogenblik vreesde, dat
verlegen lachend. het geheele allaar zou omvallen, was liet ondoenlijk
Ja meneer, dat zult u zien. Dank u wel hoor! met eenig nesul'laat iets te verrichten. Rondom het
En zij liep, haar leed vergeten, vcoolijk weg. altaar was alles verzakt tot op een diepte van p'..m.
Michel bleef eenige oogenblikken op dezelfde plaats 2 Meter. De bidstoel', waarop nog zooevem de misdri-
slaan; en toen, schouderophalend, alsof hij 'n on- naar had gezeten zoo groot was de opening was
zichtbaar aanwezige toesprak, zei hij: Bah! Vier naar beneden gevallen. Gelukkig konden door den ka-
frank! Misschien maar drie! Wat zouden me die nou pelaan de cibories nog uit het tabernakel worden ge
helen? Ik heb er honderd noodigl Honderd, versta haald en werden de versierselen niet zonder gevaar
je?!... |van het altaar genomen.
En hij hervatte zijn, weg, steeds door gedachten ongeveer 9 uur werd er een ladder tegen het
aan dat cijfer en diie som vergezeld, 'n Minuut of wat B geplaalst, waarop zich een paar onverschrokken
later stapte hij de tent binnen en kleedde zich in mannen begaven, om met hel uil elkander nemen aan
het tricot van den kampvechter. Er waren drie voor- vangen. Nauwelijks waren echter eenige slokken
stellingen achter elkaar, en driemalen overwon hij ^"égS^nomen en bevond J. Barends zich nog boven op
do liefhebbers, die zach met hem hadden willen me- 'ud<lcr, toen de voet geheel onderuit schoof en het
ten: 't waren twee militairen en 'n slager. altaar met een doffen slag naar boneden plofte. Adem-
Ofschoon zijn maag zoo - loss* ->:u- uj ■»-
f wt"goed als leeg was, vocht looze s.üite heerschto op dit moment onder de weinige
denvolgenden dag de huür niet "bëfcaalde/die hij nu hÜ mei vuur, "zelfs wel wat ruw, zoodat zijn Barnium ^.nfek^re ^'kee^,en om-
al weken en weken'achuldig was, balde Michel. 9Michel telkens van de trap. waaróp hij stond, toerkpj: irent het lot van Barends. Wonder boven wonder was
de verschrikkelijke", zooals hy op het programma der Zachtjes aan, MichelKalm een beetje' J- men dood had opgeschreven, nog geheel on-
kampvechtera genoemd word, zyn vuisten, en stiet by j '1 Was alsof hij Behoefte had geweld te plegen, en gedeerd.
22.
PAUL HöGKER.
Ilella en haar man spraken nog een poos over de op
voering van Egmond en Hella kon haar hian maar
niet recht duidelijk maken, hoe zij hel zou vvenschen
ten opzichte van het spreekgezang van Klaartje. zoo
als zij het noemde. Zoodoende bleef zij staan en zeide
een gedeelte op. „De trommels geroerd enz.
Thomas had het hodfd in de handen laten zinken
en klopte met den voel de maat in het zand. „Hm,
ja. verder".
Licht, heel licht, eigenlijk meer gesproken dan ge
zongen, weerklonk het montere liea. Maar wijl haar
iedere toon der melodie, ook de karakteristieke be
geleiding voor den geest zweefde, en zij de rylhmus
beheerschte, alle pauzen kende, paste haar voordracht
volkomen aan en het oor van den kapelmeester werd
aangenaam door dat alles getroffen.
„Goed, ja zeer goed. Zoo moet dal alles zijn. Maar
daar is een volleerde zangkunstenares voo-r noodig.
ïri S1"00^ aUes begrijpende en alles omvattende techniek
Die heb jij wel lieveling. Maar deae waterkan, dat
onmuzikale schepsel
Hij viel zichzelf in de rede, want van boven of uit
de eerste verdieping van de Zwaan weerklonk het
grove zware orgaan van de „Jonkvrouw van Orleans"
door het gesloten venster. Daartusschen hel heftig rede-
neeren van den directeur, die daarbij nog alle best
deed haar te bewegen haar gaïuid te dempen.
„Dal schijnt mij daar boven geen liefdesscène te
zijn. die zij repeteeren", zeide Thomas Brandt droog
Een paar deuren werden in hel huis met kracht
dichtgeslagen. De kapelmeester keerde naar de theater
zaal terug. Het ontbijthalfimrtje voor het personeel was
voorbij, de rest "van het orkest vond Thomas al reeds
(rondom het klavier.
Zeer opgewonden verscheen de groote heldin van
hel gezelschap op het tooneel.
,,Ik heb daar zooeven een telegram van den hertog1
ontvangen, en moet zoo dadelijk vertrekken. Zondag
moet Ik in een buitengewone voorstelling meewerken.'
,,Soci," riep de directeur verwijtend.
Thomas Brandt haalde verlicht adem. Zoodoende
bleef hem de marteling met de waterkan bespaard.
Maar Wiedemann wrong zich vertwijfeld de handen.
„Je weet niet, wat je doet! Ik wil er niet van spre-
ken, wat je mij aandoet. Je hebt mij nooit liefgehad,
nooit! Maar ons heele gezelschap? Het is onze onder
gang! In Landeck is mij een mooie garantie geboden.
Slechts vijf avonden. Daarmee waren wij zoo mooi
klaar. Maar wanneer wij hier niet verder komen,
gaat het in Landeck evenmin. Heb je dan geen
medelijden?"
„Schaffner kan Klaartje wel spelen."
„Zoo op eenmaal? Vroeger heb je verklaard..."
„Ach, ik verklaar zoo veel, maak het zooais je
wilt, ik vertrek."
„Blijf tot Maandag, Soci."
„Zondag word ik verwacht."
„Zoo? Zoo? Zeg dan aan mijnheer je hertog..."
„Geen familiescènes, alsjeblieft," zeide de mooie
vrouw uit de hoogte.
„Die voorstelling kost mij mijn gansehe onderne
ming. Zeg hem dat, jouw hertog."
Met een van woede verwrongen gelaat «tond hij
daar. Maar zijn vertwijfeling, hoe tragisch ook
was, en welke treurige gevolgen alles kon hebben
voor het gezelschap, niemand van het gezelschap
was er door gedrukt „Ik zou wel eens-willen weten,
w'e vandaag haar hertog is," grijnsde de komiek van
het gezelschap, en deze woorden gingen achter <te
coulissen van mond tot mond en gaven aanleiding
tot veel vroolijkheid.
De directeur was zeer bemind, ook als zakenman
gedroeg hij zich tegenover het personeel, aelf« in de
moeilijkste tijden, steeds fatsoenlijk. Hij was éen
van de weinige directeuren, die de vrouwelijke artis-
ten haar historische costuums leverde, men achtte hen
hcog als kunstenaar als regisseur maar als
echtgenoot vond men hem belachelijk, al duldde hij
zonder te klagen, of speelde hij op als een woedende
Otbello.
De kapelmeester stampte met den voet op den
grond. Er moest begonnen worden, want de muzikan
ten moesten per uur betaald worden, dus was het
noodig den tijd goed te gebruiken. Thomas Brandt
repeteerde de ouverture en de tussch©napelen, terwijl
juffrouw Schaffner, de soubrette, die thuis met gloei
ende wangen d.e Miletto uit Sapho inpompte, gehaald
werd.
De Ivlaartjes-scènes werden dan herhaald en juf
frouw Schaffner speelde de partij met het boek in i
de hand, en op zijn plat Weensch.
„Onmogelijk!" schreeuwde de directeur en trok
zich in werkelijkheid de haren uit het hoofd. Opge
wonden begon hij zijn scène nog eenmaal. Maar hij
was te veel in de war om met zijn gedachten bij het
spel te kunnen blijven. „Zing eerst de paar liedereu
maar, dan kunnen die vervloekte muzikanten worden
weggezonden. Schaffner zing."
De soubrette kreeg de muziek in haar hand. „Och
lieve hemel moet ik Beethoven zingen en dat
zoo van het blad?" Zij trok een wanhopig gezicht
„Welnu, als het 't publiek niet geneert, mij geneert
het heelemaal niet."
Thomas Brandt hielp haar. Maar het ging niet.
„Lieve juffrouw," zeide hij eindelijk, „wanneer u
wilt, helpt mijn vrouw u bij het oefenen. Een beetje
meer geduld moet u hebben."
„Dat heb ik wel," lachte zij. „Maar of u het heeft?
Je kondt mij wel eens opeten als je wild wordt"
Bij deze troep durfde men zelfs een toespeling
maken op zijn veelbesproken schandaalproces. De rest
van het personeel scheen heel goed te begrijpen wat
de soubrette bedoelde. De kapelmeester was den
tuin ingeloopen en riep Hella toe, wat er gaande was.
„Slil, stil. Hans slaapt".
Zij boog zich nog eenmaal luisterend over den wa
gen. legde verYolgans het jurkje op de bank en volgde
Thomas naar de zaal.
De dames en heeren waren nu toch wel wat nieuws-
gierig. Zij hadden van de vrouw van den kapelmeester
nog mooit anders gehoord, dan„goeden dag en goede
1 reisv. Mevrouw Brandt was niet hoogmoedig, maar
iets gedistingeerds trok hier toch een scheidingslijn.
Met de zekerheid van een ervaren zangeres zong
Hella het eerste liedje. Zij wist dat het er veel pp
aan kwam om hier toon 1e geven, slechts de melodie
1 moes! duidelijk worden aangegeven. Maar onwillekeurig
werd het Ihealerblocd in haar warm en speelde zij
ook de scène.
„Maar mijn beste, jij kent het reeds heelemaal''-.
zeide do soubrette „waarvoor zal ik mij dan moa
kwellen?"
Hella lachte. „Het is zoo gemakkelijk. Ik heb geen
goeden toon meer in de keel en ik krijg het nog klaar,
en jij niet je frissche, ferme stem krijgt het er in een
paar uur eveneens uit."
Zonder pauze ging men met de zaak voort.
Hel was vreemd, welk een bekoring er nog lag in
het gebroken orgaan van Hella, het ontroerde. Tho
mas was verwonderd, meer en meer werd hij geboeid.
Haar oude techniek overwon alle moeilijkheden. Zij
sprak slechts de wóórden, maar zij sprak ze in den
rylhmus en op de juist© toonhoogte en in de voor
dracht bewees zij zich een meesteres. Nu kwam
het hemelihoogjuichende slot De paar violen
namen don grooten loop tot cïen hoogan toon. Hella
stond daar, geheel1 opgaand in het spel cn sloeg do
woorden aan, werkelijk in een waren jubel, die van
binnen uit hoog opklonk. En dadelijk daarop kwam
het donkergekleurd, zacht en als door smart gedreven.
„tot den dood too bedroefa", en fluisterend, wegster
vend. als met oen doorschijn enden klank was het dan:
„gelukkig, alteen is de zièl die lief heeft."
Zij had de handen gevouwen en op haar gelaat bleef
die half bovennatuurlijke uitdrukking en voor zich uit-
dr oomend deed zij een paar schreden over het toon cel.
terwijl de muziek zacht de laatste accoorden speelde.
De directeur trad van uit de zaal dicht voor het
tooneel. „Ja, voor den drommel, dat is Klaartje, pre
cies zooal9 het wezen moet Menschenkinderen, meer
hebben wij niet noodig. Dus dat kapelmeester
dat is ons Klaartje!"
Ook Thomas Brandt had het aangegrepen. De lie
deren van Klaartje hadden, zelfs als de beste
tooneelspeelster ze had voorgedragen, steeds geen in
druk op hem gemaakt. Maar wat zijn vrouw daar
had gedaan, hij voelde het, dat was groote kunst
„Goed, Hella Sehytt, ze-er goed!" zeide hij en stond
van de piano op. ..Dat wil zeggen: vroeger zou de
kleine Hella Sehytt zoo Iets niet hebben gekund."
Hella was op de soubrette toegeloopen. Zij schaam
de zich bijna, over het opzien dat zij had gebaard.
Het was immers geen zingen geweest ja de school
die was er nog.
„Juffrouw Schaffner," riep de directeur opgewon
den, „de Klaartje is je geschonken hoor. Maak nu
maar ,dat je thuis komt. Halt kleine, jo moet toch