Een cuderwetsche
liefdesgeschiedenis.
jarigen gehuwden winkelier H. W. Roskamp op het
hoofd, en wel met zooveel kracht, dat de hersenpan
gespleten word. De getroffene, die onmiddellijk naar
hot ziekenhuis werd overgebracht, verkeert in levons-
govaar. Do dader bevindt zich in arrest en heeft reeds
bokcnd.
ZÜPE.
Tor secretarie zijn tot heden 6 nummerbewyzen af-
gogoven aan houders van hondenkarren. In het geheel
schijnen in deze gemeente 200 hondenkarren te zijn.
DOOOELMKE ONGELUKKEN.
De landbouwer H. Hol ken borg, te Lichten voordo,
welke zich do vorige week by het roggemaaien met
een zeis do voet afsneed, is Dinsdag aan de gevolgen
overleden.
Dinsdagavond is to Boxtel een vrouw door een
rangeorond treindeel overreden en gedood.
Bij Dedomavaart is Woensdagochtend vroeg den
wegwerker Yitter door den trein oen zijner beenen af
gereden. Tydens het vervoer naar Zwolle is de gewonde
bezweken.
HOOGWOUD.
Tot brandmeester bij de brandspuit in de Weere is
benoemd de heer L. Glas, aldaar.
Deze benoeming was noodig, doordat de heer G. Por-
tegios, tot opoerbrandmeester was benoemd.
I>E HAAGSCHE RAADSVERKIEZING.
Msar wy vernemen heboen Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland in zako de raadsverkiezing in district 1
lo 'sGravenhage op grond van art. 30 der gemeentewet
aan B. en W. inlichtingen gevraagd met het oog op een
door Ged. Staten ter zake in te stellen onderzoek.
GEVOLGEN VAN DE ZEELIEDENSTAKING IN
INDIë.
Het N. v. d. D. van N. I. geeft o.m. het volgende
relaas van by het vertrek van het s.s. Oranje uit de
haven van Tandjong Priok voorgevallen ongeregeldheden
Degenen die (27 Juli) naar Priok zijn gegaan om af
scheid te nemen van kennissen aan boord van de Oranje,
hebben by het vertrek van dat stoomschip gelegenheid
gehad om, beter dan uit krantenberichten mogelijk is,
eens een kykje te nemen in „de stakingsbeweging,"
Aan de kade lagen achter elkander de Wilis van de
Rott. Lloyd, de Tjimanoek van de Java—China—Japan-
lyn, pas uit Holland gekomen, en de Oranje, van de
My. „Nederland." De beide laatste schepen, bemand
vóór de staking was uitgebroken, met Amsterdammers
aan boord, het eerste schip bemand met Rotterdammers,
en wel met z g. onderkruipers.
Nu kunnen een Amsterdammer en een Rotterdammer
elkander so wie so reeds niet uitstaan, maar nu er
onderkruipery in het spel was, dreigden natuurlyk te
Tandjong Priok ongeregeldheden.
De lui van de Oranje en de Tjimanoek, die zelf niet
konden stakenomdat zy de monsterrol hadden getee-
kend, sympathiseerden niettemin met de stakers, en
besloten' derhalve de Wilis gasten eons even „af te dro
gen", welk loffelijk voornemen Woensdagavond, toen
niet meer of minder op het programma stond dan eene
bestorming van hot Rotterdamscho vaartuig, door het
optreden der politie werd verydeld.
Do brave Oranjeklanten en Tjimanoekersvermaakten
zich toen met van den bak hunner schepen ledige fles-
schen te wernen naar de voorbijgaande leden van de
equipage der Wilis.
Gisterenavond nu, toen eenige stokers van de Oranje
„er nog óóntjo haddon genomen", en zelfs méér dan
„eentje", wilden zy de poging om te „kloppen" nog
oens herhalen, en in het gedrang der het schip verla
tende bezoekers snelden zy de kade op, een paar lui
van de Wilis achterna. Daar had je de poppen aan het
dansenNauwelijks was het gewenschte gevecht echter
oen paar seconden aan den gang, of do politie, ouder
leiding van den commissaris Kop, was er als de kippen
by, en er ontstond vóór de Oranje een worsteling tus-
schen de dronken vechtersbazen, en de politie, die ze
naar boord bracht.
„La-me-los", brulden de eersten, met dikke tong, en
al worstelende. L&mo-los; la-me die-smeris-even-dood-
slaan."
Maar eigenlijk waren de meesten. na de eerste kennis
making met gemeldon „smeris", er volstrekt niet rouwig
om dat ze niet werden los gelaten
Totdat een paar der chefs van de opscheppers van
boord kwamen (prettig werken, tusschen haakjes met
zulk staak-gespuis) ze eenvoudig in den nek namen,
als hondjes, en ze zóó tegen de trap op droegen.
Eenmaal aan boord, vermaakte het beschonken zoodje
zich met tieren en vloeken tegen de politie: „Nanti lain
reis; dan-zal ik je en voorts met het gooien met
stukken steen en steenkool naar het publiek op de kade
tengevolge waarvan eenige heeromen een dame letsel
bekwamen. Een Europeesche hoofd-agent werd door een
steen zelfs tot bloedens toe aan den linkerschouder
verwond.
Het was in één woord, een walgelijk schouwspel, en
wel geschikt om op haar juiste waarde te leeren schat
ten de mooie beweringen over „het verantwoordelijk
heidsgevoel" der stakers en hun aanhangers.
I)E DROOGTE.
Men schrijft uit het eiland Tholen:
De eendenjacht op dit eiland heeft bittere teleur
stelling" opgeleverd; eensdeels is dit te wijten aan, de
droogte, waardoor de eenden, geen gelegenheid had
den om geschikte weidplaatsen te vinden, maar an
derdeels ook aan de late opening der jacht, daar de i
meeste vogels toen reeds weg waren.
Men schrijft uit Schouwen:
Tengevolge der langdurige droogte en de verschroei
ende hitte, is het gewas der Oost-Indische kers groo-
teudeels verbrand. De opbrengst van het zaad zal ver
beneden het middelmatige zijn.
Door de droogte is er voor de arbeiders op de
Priesche zandgronden weinig werk meer. De boer heeft
geen werk, in, de bosschen is het werk ook afgeloo-
pen. Eiken dag vertrekken er naar de Duitsche mijn
streken. Bij den Duitschen boer is door de droogte
ook geen plaats te krijgen.
Groningen is ia nood. Ja waarlijk bet werdt erg I
Zoowel op de zware klei-, als op de veen- en zandgron
den is het door de geweldige droogte op vele plaatse n
een benarde toestand. De kanalen en vaarten zyn voer
eenigszins diepgaande schepen overal lang niet meer te
bevaren. Het Zuidelijk Westerkwartier is zoo goed als
droog. Een ramp voor vele kleine schippers en schuiten
voerders. "Vele veehouders kunnen bij gebrek aan water
in de slooten hun vee niet meer schuttenheelkommu-
nistisch ziet men al groepen door elkaar weiden, voor
zoover er nog weide is. Met het laatste is het echter
treurig gesteld.
Doch erger staat het voor het vee met 't drinken.
Wagens en karren halen ver weg dag in dag uit
drinkwater voor het vee. Om van water voor huis
houdelyk gebruik niet eens te spreken. Waar of som
mige menschen zich van weten te redden, dat blijft 'n
geheim Oo vele boerderijen kan met moeite de stoom
dorechmichine aan water worden geholpen. Voeg daarbij
de mulle en stoffige wegen, het verdorde en verdroogde
gras en fruit, waarlijk dan is de toestand hier kritiek
Eén branche van den landbouw is er die van dit alles
geen schade ondervindt, d.i. de graanbouw. Zelden zag
men dezen oogst zoo voordeelig binnengebracht als thans
bij prachtig blank stroo en ruime opbrengst van graan
weegt dit laatste als in geen jaren te voren. Ook zullen
vermoedelijk de aardappelen het dit jaar zeer goed
maken. Het Volk.
OUDKARSPEL.
Gisteravond gaf onze dorpsgenoot de heer J. van
Zalingen een staaltje van, durf en koelbloedigheid,
door in het hok van.een leeuw met een leeuwin, in
bijzijn van 2 temmers een glas champagne te drin
ken en een sigaar te rooken. Hoewel beide dieren
zich rustig hielden, bedwongen door het oog van hun
meester, gaf de leeuwin geen onduidelijke blijken, dat
zij op het ongewoon gezelschap niet bijster gesteld
was.
Wier lagerwaard.
De heer P. Stadt, hoofd der school alhier, is be
noemd tot 1 eeraar in hot Nederlajidsch aan den han
delsavondcursus te Alkmaar.
EEN GEHEIMZINNIGE DIEFSTAL.
In den, afgeloopen nacht werd door een dor bewa
kers van den Gecontroleerden Particulieren Nachtvei-
llgheidsdienst een diefstal ontdekt, die niet van ge
heimzinnigheid ontbloot schijnt te zijn.
I In perceel Spuistraat 157 te Amsterdam heeft de
I firma Schalekamp, Van de Grampel Bakker haar
kantoor gevestigd. Hoewel deze firma zelf niet bij den
bovengenoemden, veiligheidsdienst aangesloten is, la
ten de bewakers bij hun ronde hun, alziend oog tocli
over numero 157 gaan, omdat, wanneer ongen.oode
gasten eenmaal den drempel van dit huis overschredei
hebben, andere woningen, die wèl aangesloten zijn,
door iuklimming langs den achterkant gemakkelijk
te bereiken zouden zijn.
Om half elf, bij zijn eerste ronde, probeerde de be
waker, gelijk zulks hem Is voorgeschreven, of de deur
der heeren Schalekamp. v. d. Grampel Bakker be
hoorlijk gesloten was. Dit bleek het geval te zijn,
zoowel om half elf als om half drie. Bij zijn derde
rondo, twee uur later, merkte de bewaker echter tot
zijn groote verbazing, dat de kruk eenvoudig omge
draaid kon worden, en de deur dan openging. Van
een bewijs, dat men zich door middel van geweld toe
gang had verschaft, viel niets te bespeuren.
De bewaker ging onmiddellijk den conciërge van 't
gebouw waarschuwen en samen gingen ze een kijkje
nemen in het kantoor. Daar heerschte groote wan
orde. Alles lag door elkaar. De brandkast stond open
en in het slot stak nog een stuk van een sleutel.
Twee geldkistjes, die in de kast stonden, bleken ge
forceerd te zijn. De inhoud was verdwenen, 't Eigen
aardige van, 'de zaak is echter, dat de mannen op ta
fel nog twee bankjes van f 100, een tg zilvergeld, een
postzegelbook, dat een vrij groote waarde vertegen
woordigde en... een eindje sigaar vonden.
Natuurlijk werd de politie onmiddellijk op de hoogte
van de zaak gebracht.
Naar ons werd medegedeeld, heeft eenige jaren ge
leden bij genoemde firma een gelijksoortige diefstal
plaats gehad.
Telegrafisch Weerbericht
24 AUGUSTUS.
VERWACHTING.
Aanvankelijk matige Zuidoostelijke latei- Zuidweste
lijke wind. Toenemende bewolking, waarschijnlijk re
genbuien met kans op onweer, 's Nachts warmer.
door
ALFRED HEDENSTJERNA.
In het begin der negentiende eeuw heerschic er in
do meeste gezinnen van het hooge Noorden, vooral
buiten, do groolsle eenvoud cn zuinigheid, en boven
al in de pastorieën was het leven zoo primilief en
aartsvaderlijk, dat het tegenwoordige geslacht zich nau
welijks eene voois telling er van kan maken.
Ik heb zelf nog de hut gezien, waarin de weleer
waarde zeergeleerde heer Peter Olsenius, hulpprediker,
zestien jaren lang leefde, studeerde, sliep en zijne
preeken schreef.
Het was een heel klein huisje, op zichzelf - slaande
in den tuin van de paslorio, in een afgelegen hoek
achter het groote woonhuis, dat thans afgebroken is, en
het beslond uit slechts een enkel vertrek. De muren
waren van dikke houten blokken, zooals men ze
zelden zelfs op het land meer aantreft. Eene kleine
deur voerde, zonder treden of drempel, zoo dade
lijk in de kamer, waar, onder eene groote open
schouw, een hout- en turfvuur walmde. Magister
Peter zal het dus stellig in de lange winternachten
niet al te warm gehad hebben in zijne woning. Het
geheele huisje besloeg van buiten maar vier metera
in het vierkant, van binnen was liet zooveel kleiner
als de houten wanden dik waren. Eene zoldering of
een onderdak was er niet. en men zag onmiddellijk
boven zich de houten ribben, die tot onderlaag dien
den voor den voorraad turf om te stoken.
In het midden onder den nokbalk was het huisje
meer dan drie meters hoog. maar aan de kanten
kon een man van middelbare lengte niet rechtop
staan. Aan de eene zijde bevond zich de deur, aan
de andere het venster, dat klein en bovendien door
breede loodomvattingen in acht ruiten verdeeld was,
zoodat het daglicht, dat in het koude jaargetijde tot
den hulpprediker binnendrong, ook niet heel sterk
kan geweest zijin.
In den, hoek vaD het vertrek waren schots en
scheef kïppenrekken aangebracht. Op den grond wan
delde een klokkende hen met hare kuikens rónd.
Ziedaar de eene helft van het tooneel, waarop zich
de eigenaardige liefdesgeschiedenis van magister Pe
ter Olsenius en mejuffrouw Lina Baumert afspeelde.
Ook de oude pastorie, met dakspanen gedekt, was
een laag gebouw. Er was eene stoep voor. het huis,
met zitbankjes aan heide kanten. Een portaal of
voorhuis was er niet, de deur voerde onmiddellijk
in de „zaal" met de open schouw, waar iederen win
terochtend Lina en hare zusters de spinnewielen in
beweging brachten, en waar de catechisanten twee
maal in de week ter leering kwamen. Links waren
twee deuren- De eene voerde naar een vertrek, dat
tegelijk bureau en studeervertrek van den „lieven
vader" was en slaapkamer van do „lieve ouders";
de tweede voerde naar de kamer van de meisjes.
Rechts bevonden zich de keuken en de voorraadkamer
Boven was nog een klein zolderkamertje. Men at een
voudige gerechten, droeg eigen geweven kleederen
van den simpelsten snit, en werkte ijverig van den
vroegen morgen tot, den - avond. Een lied onder het
spinnen en een paar feesten omstreeks Kerstmis, wa
ren de ontspanningen. Reine, strenge zeden werden
als iets geheel vanzelf sprekends beschouwd, zonder
dat iemand zich over moraal het hoofd brak. Zoo
vlood het leven in de oude pastorie daarheen, jaar
in, jaar uit hetzelfde, alle dagen aan elkander ge
lijk.
Doch. waar ook en, onder welke omstandigheden,
het mensdhelijke hart doet steeds zijne rechten gel
den. Juffrouw Lina had nog maar weinig mannen
gezien en nog geen enkelen, van nabij leerèpkénnen,
toen haar vader zich door zijne zwakke gêèöndheid
genoodzaakt zag, aan den kerkeraad om eën'hulppre-
diker te vragen en Peter Olsenius het kleine huisje
kwam betrekken.
Onmogelijk zou zij later .hebben weten te zeggen,
op welk tijdstip zij was begonnen hem lief te krijgen.
Misschien waren in dat eenvoudige gemoed plotseling
alle bloesems tegelijk open gesprongen, misschien
ook had zij zich van lieverlede aangetrokken gevoeld
door zijn rustig, vast karakter, door zijn goedige te
vredenheid en door zijne voor dien tijd zeer voor
uitstrevende preeken. Hoe het zij -het duurde niet
heel lang of zij had hem lief, meer dan eenig mensch
of ding op aarde.
Lina was de oudste van dominee Baumert's kin
dereu, en alles behalve eene schoonheid. Hare for-
sche gestalte was meer stevig dan welgevormd, en
haar vlasblonde haar en sterk vooruitspringende
wangbeenderen waren zeker weinig geschikt om man
nenharten in verrukking te brengen. Er straalde ook
meer zielskracht dan wel zachte lieftalligheid uit hare
lichtblauwe oogen; en een minder behaagziek meisje
dan Lina had er zeker nooit op dézen aardbodem rond
gewandeld.
De vrijers gingen haar dan ook voorbij, voer
den eerst zuster Anna en, toen zuster Tina weg;. Lina
treurde er niet om en verheugde zich" dat. het niet
magister Peteris hart was. dat eene van halfzusters
gestolen had. -
Deze brave heer was ook niet juist wat menteen
knap man noemt. Van boerenafkomst, was hij meer
welwillend en, goedig dan aangenaam of fijn van
manieren, en het zou wel te verwonderen geweest zijn
indien hij met zijn krommen rug, zijne lange, magere
armen, zijn hoekige gezicht vol sproeten, omlijst door
haar van dezelfde kleur als dat van Lina, aan eenig
vrouwenhart, groote liefdesmart hadde berokkend.
Jaren gingen voorbij, maar wat er omging 'in het
hart van Peter Olsenius, wanneer hij zijne door Lina
net gestreken beffen bekeek, of zijne lievelingsgerech
ten at, door hare hand smakelijk toebereid, daarvan
verraadde hij niets.
Menige hulpprediker kreeg in den loop der tijden
een beroep als predikant, doch, ofschoon Peter 'Olse
nius onverdroten solliciteerde, het geluk was hem
niet gunstig en, men liet hem maar steeds in 'de pa
storie van dominee Baumert. Misschien zou hem dat
zijn gaan vervelen, als hij er zich niet zoo behaag
lijk gevoeld had. Trouw verzorgd door Lina, had hij
langzamerhand bijna geheel de plaats van een zoon
des huizes ingenomen, en daar de „lieve ouders"
beiden sukkelend waren geworden, was men 'ten slotte
hem en juffrouw Lina als de hoofdpersonen gaan, be
schouwen.
Lina kwam met al hare kleine huishoudelijke zor
gen bij hem, en zij overlegden alles 'samen. Alleen
hare lang gesmoorde liefde kwam nooit ter sprake.
Eindelijk stierf in eene naburige kleine gemeente
de oude dominee, en Peter Olsenius werd in zijne
plaats tot predikant beroepen.
Dat gaf groote treurigheid bij de Baumerts, want
hoewel de oudeiui den trouwen hulpprediker van har
te het beroep gunden, zoo viel het liun toch al te
hard hem te zullen moeten missen. "Wat Lina be
treft, zij wist piet of zij hopen of vreezen moest. Zou
nu de scheiding 'daar zijn, of zou thans eindelijk zijn
hart wel spreken?
Peter Veisde naar de stad en toen hij vandaar te-
j rugkwam, was hij buitengewoon vroolijk en wel te
moede. Hij ging naar den „lieven vader" en zei:
„Ilc heb mijne nieuwe pastorie verpacht, en, daar
er niet veel verschot van predikanten in het land is,
heb ik verlof gekregen, ook na de aanvaarding van
mijn nieuwe ambt, hier als hulpprediker te blijven."
Allen verheugden zich over dit goede nieuws, en
van nu af ging alles weer zijn ouden gang.
Het was nu zestien jaar, dat Peter Olsenius het
ambt van hulpprediker bij dominee Baumert bekleed
de. Daar stierf op zekeren dag de „lieve vader", en
de „lieve moeder" werd zoo ziek, dat ook haar stel
lig niet veel tijd meer te leven, zou overblijven.
Juffrouw Lina was nu zes-en-dertig jaar, en de wel-
eerwaarde zeer geleerde Peter Olsenius, die twintig
jaar was geweest, toen hij begonnen was te studee-
ren, was nu volle- zes-en-veertig Maar beiden zagen
er eigenlijk beter uit dan toen zij elkander pas leer
den kennen, want leelïjk verandert niet zoo snel.
Paaschzondag brak aan. Juffrouw Lina had aan de
beide dienstmeisjes verlof gegeven naar de kerk te
gaan,; zij zelf zou voor huis en hof zorgen, want nog
een jaar hadden zij de pastorie mogen behouden.
Toen zij aan de bron stond om het vee te dren
ken, kwamen de menschen uit de kerk naar huis en
liepen haar voorbij.
„Goeden dag, juffer!" „Een vroolijk Paaseh-
feest, juffrouw Lina!" zoo groette haar de een na
den ander.
En naar het Lina toescheen, lag er heden een bij
zonder vriendelijke klank in die groeten.
Toen kwam een van de dienstmeisjes naar haar
toe, drukte haar stevig de hand en zei: „God. ze-
gene u, juffrouw."
„Wat meen je, Lena?"
„Wel u gaat immers trouwen, juffrouw!"
En toen vernam de verblufte juffrouw Lina, dat
dominee Olsenius heden van den preekstoel zijn
ondertrouw met haar had afgekondigd.
Een oogenblik was het Lina als draaide alles met
haar in het rond. Maar zij had goede zenuwen, be
dwong zich en ontving den predikant op hare gewone
kalme manier. Zij vond dat het voor hem nu toch
wel tijd zou zijn om te spreken.
Maar hij at heel bedaard zijne erwtensoep en, daar
na zijn vleesch. Toen zij hem vervolgens de panne
koeken aangaf, een extraatje voor Paschen, legde hij
het bewijs van ondertrouwd op haar bord en vroeg:
„Wat zegt u daarvan, juffrouw Lina?"
Zij werd gloeiend rood, hoofdzakelijk van vreug
de, Maar toch kwam er iets als trots in haar op
en zij zeide:
„Daar hadt u mij toch wel eens iets van kunnen
zeggen, Peter Olsenius."
Hare stem klonk hem zoo vreemd, dat hij er eens
klaps aan begon te twijfelen of hij wel den rechten
vorm voor zijn huwelijksaanzoek gekozen had. Toen
zeide hij, verlegen zich verontschuldigend:
„Wees niet boos. juffrouw Lina! Ilc dacht u hiei--
mee eene kleine Paasckverrassing te bezorgen."
„Maar waarom hebt u toch al die jaren gewacht?"
„Liefste Lina, wij behoefden niet te trouwen zoo
lang de „lieve vader" in leven was en wij elkaar toch
iederen dag zagen- Nu is hij heengegaan en de „lieve
moeder" Ligt ziek. Met de oude pastorie loopt het op
een eind. Zoo is het dus tijd dat wij eene nieuwe
grondvesten. Wilt u mij daarbij behulpzaam zijn?"
Zij stond op, ging achter zijn stoel en sloeg den
arm om zijn hals, boog zich neer en kuste hem.
Ben, glimlach trok over zijn harde trekken, hij
schoot' zijn stoel wat achteruit, trok haar op den
schoot en zei:
„Liefste Lina, moeten wij elkaar nu ook kussen
en liefkoozen als een paar verliefde jonge luitjes?
Welnu, het zij dan zoo!" en hij beantwoordde, hoe
wel een beetje onhandig, recht hartelijk haren kus.
Dat was de gelukkigste dag in juffrouw Lina's le
ven: zij had nu verkregen wat zij zestien jaar lang
gewenscht had.
N. Rt. Ct.
397ste Staatsloterij.
3de KLASSE, 3de TREKKING.
HOOGE PRIJZEN.
f 5000: 8-10.
f 1500: 5380.
f 400: 14205.
f 200: 17652, 20103.
c f.,100; 2159, 9577. 10744.
Prijzen van f 45.
16
22,57
,4779
7237
9626
12657
15838
18436
65
272"
829
264
631
678
856
492
78
380
842
298
634
717
913
773
87
477
844
355
687
724
918
782
105
517
931'
377
699
763
927
848
130
539
50Q4
44P
740
886
16089
865
210
565
110
465
890
933
144
918
269
578
173
488
928
13053
153
960
332
600
228
492
997
101
162
988
364
603
308
551
10008
123
164
19022
395
646
309
553.
99
151
174
28
440
650
324
584
135
214
282
114
452
816
364
611
194
271
320
165
471
835
465
618
215
275
385
167
503
844
480
638
232
352
439
340
509
917
504
663
372
449
461
352
532
970
570
667
397
491
510
394
545
3008
576
828
480
600
558
478
658
35
592
858
482
619
618
499
681
92
669
864
491
652
682
575
730
131
712
881
505
700
789
579
739
196
718
889
565
787
881
594
746
230
789
936
608
867
892
600
752
301
901
8053
697
924
951
635
871
303
978
185
716
940
972
640
882
312
6011
253
721
942
17016
642
993
322
43
272
734
943
89
663
996
493
'100
321
74G
970
119
683
1005
524
138
375
777
974
284
725
25
142.
389
S24
14088
321
770
66
625-
267
417
868
241
346
785
118
626
.278
472
11075
262
392
863
139
637
279
519
125
308
404
878
164
733
338
526
129
321
487
901
16S
781
343
635
151
375
518
946
223
883
373
569
319
426
574
954
251
930
399
586
330
626
600
974
253
964
489
683
408
629
641
20143
334
984
520
693
419
647
663
190
370
4024
524
702
458
719
664
207
383
95
532
711
603
742
743
223
400
J17
61»
716
840
809
779
254
407
139
622
780
888
871
794
256
417
l8l
627
848
949
904
813
341
640
200
629
859
12005
"975
- 846
349
559
202
644
979
74
15032
911
384
595
227
681
9053
86
60
960
395
725
236
727
59
101
104
994
413
762
252
773
65
131
235
18000
423
802
314
839
131
141
267
8
433
851
394
867
172
199
280
40
438
854
425
938
174
277
304
69
482
881
465
7001
233
279
312
97
670
882
485
8
266
332
475
187
676
926
528
40
303
350
496
220
712
2024
590
63
368
371
520
344
80»
79
625
64
379
442
559
348
S38
81
633
89
389
451
563
350
976
122
683
185
418
464
595
385
215
716
216
506
597
599
399
222
723
229
565
617
774
417
238
752
236
568
648
829
427
Fouten 3de klasse, 2de trekking: 2340 moet zijn
2349; 13382 moet zijn 13282.
Gemengd Nieuws.
CHINA EN DE OPIUM.
LONDEN, 23 Augustus. De Times verneemt uit Pe-
king: De Chineesche regeering neemt, met instemming
van de Engelsche, verdere maatregelen tegen het opium-
Na 1 Januari a.s. zal er uit Perziö geen opium meer in
China mogen worden ingevoerd, en uit Engelsch lndiö
niet in Mantsjoerye, Sjansi en Setsjoean.
BOOS WEER
BERLIJN, 23 Augustus. Langs de Zuidgrens der Alpen
hebben geweldige onweders, gepaard met wolkbreuken,
gewoed. Door het zwellen van de bergstroomen zijn
op verschillende plaatsen in den omtrek van Locarno,
Lugano en Milaan spoorwegbruggen weggeslagen of zoo
danig beschadigd, dat het verkeer moest worden afge
broken. Hier en daar zyn huizen weggesleurd. De vel
den zyn beschadigd en er zyn menschenlevens te be
treuren.
Het niveau van het meer van Lugano moet binnen
12 uren 70 centimeters zyn gestegen. >-.
DE TURKSCHE VROUW.
In een brief uit Saloniki aan een buitenlandsch
biaö komt een interessante beschouwing voor over
het mislukte streven naar de emancipatie der vrouw,
dat er in Turkije geweest is
Toen vóór 3 jaren de ketens verbroken werden,
di i het Turksche volk in de tirannieke heerschap
pij van Abdoel Hamid klonken zoo Zegt de
schrijver en de geest van den vooruitgang zijn
vleugels over een groot deel van het Turksche Rijk
begon uit te breiden, toen hoopten, ook de Turk
sche vrouwen op een betere boekomst, op een tijd
d'"e haar een waardiger -plaats in het openbare le
ven en in de maatschappij zou verzekeren. In trot-
sche, zelfbewuste houding, met teruggeslagen sluier,
eoüvoudig maar feestelijk gekleed, reden zij in open
rijtuigen door de met een vroolijke menigte gevul
de straten. Met opgewelcten blik sloegen zij de
samengestroomde menschenmassa gade en met vol
doening aanvaardden zij de toejuichingen der toe
schouwers, in hét bewustzijn, dat zij aan het vrij-
heidswerk wakker hadden medegewerkt. Geestdrif
tig hadden zij Nazim bei toegejuicht toen hij voor
de Turksche dames zijn vaderlandlievende redevoe
ringen hield, haai- meesleepte naar het droomen-
land der toekomst, haar, die totdusver onopgemerkt
terzijde van den weg gestaan hadden. IJverig be
gaven, de vrouwen zich naar de vrouwenvergaderin-
gen. met toewijding namen zij het onderwijs ter
hand, want juist door de school hoopten zij hot
volk te geven wat het nog ontbrak. Er was een
krachtige geest vaardig geworden over die vrou
wen, die op eens een „rol" begonnen te spelen,
eij alle vooruitstrevende Turken schepten er beha
gen in.
Helaas is het anders uitgekomen en met bittere
gevoelens blikt de Turksche vrouw op de ervarin
gen terug welke haar de laatste jaren brachten. De
macht der Sjeriat, de heilige wet, kwam broksge
wijze weder n,aar voren. Na den eersten geluts-
droom richtte zij have gansche scherpte tegen de
Turksche vrouw, die een oogenblik geloofd) had,
zich te kunnen emancipeeren evenals hare Westev-
scbe zusters, al had zij ook niet er aan gedacht
hare vrijheden zoo ver uit te strekken als deze. De
Turksche geestelijkheid, gesteund door een onwe
tende, door vooroordeelen bevangen menigte, heeft
den strijd tegen de vrouwen-emancipatie opgevat
met een hardnekkigheid, welke slechts hij begrijpen
kon, die een .blik op het Turksche volksleven
heeft. Men bediende zich daarbij reeds van recht
drastische middelen, die het misnoegen, van alle be
schaafden gaande maakten; Inmiddels zag men zich
gedwongen de wapens althans uiterlijk neer te leg
gen, daar men anders ernstige gebeurtenissen zou
uitgelokt hebben. De Turksche dames, die zich in
hare kleeding en in haar optreden zekere vrijheden
veroorloofden, welke op zich zelf niets opvallends
hadden, werden op straat door vooraf bestelde lieden
lastig gevallen. Zij werden, zelfs in winkels en in de
tram op grove wijze beleedigd en aangerand. Men
scliturde haar sluiers af en men spuwde haar. in
het gelaat. Dei dames mochten blij zijn wanneer zij
door een huis binnen te vluchten, het gepeupel kon
den ontloopen.
Herhaaldelijk heeft de Turkscilic geestelijkheid ge
meend aanleiding te vinden om zien met do toi
letkwestie der Tursehe vrouw te bemoeien en liaar
te verbieden zich modern te kleeden. De sluier moet
dicht genoeg zijn om het gelaat afdoende te bedekken.
De feredzje, het kleedingstuk dat hals en armen be
dekt. moet dermate sluiten, dat noch de bloote hals
noch ontbloole declen van den arm zichtbaar zijn.
In '1 oog loopeaide sieraden mogen niet gedragen wor
den. In één woord, de Turksche vrouw mag niet ver
schijnen in een tooi welke prikkelend zou kunnen
werken op den man-.
Schrijver verwijst dan naar eenige Koranverzen,
waarin op een ze (lig optreden der vrouw ook in haar
uiterlijke verschijning wordt aangedrongen, maar jdio
verzen moeten thans als verouderd beschouwd worden.
Als thans de oelema's en de hadzja's aan de oude
bovendien nog nieuwe voorschriften willen toevoegen
welke de huiselijke Ijzigheden der vrouw betreffen,
terwijl zij haar b.v. pianospel cn letterkundige- werk
zaamheden verbieden, dan is dat belachelijk cn zoo
iels kan slechts in stompzinnige kringen worden gocd-
-gekeurd.
De Turksche vrouw wordo beschouwd als het on
aantastbare en heilige lid van het huis waartoe zij
behoort, maar haar eigen wil mag niet tot uiting
komen, zij moet zich voegen binnen de enge grenzen
die haar omgeven cn zij moeot den man iri elk opzicht
ondergeschikt zijn dat zijn de opvattingen van den
Turksehcn clerus die niet er naar vraagt of de mannen
bij dergelijke voorschriften zeiven gelukkig kunnen zijn.
AFVALWATER EN STRAATVERLICHTING.
Het afvalwater van Chicago bezorgt aan deze reu-
zenslad een bijna gratis straatverlichting. Het afval
water stroomt nl'. grootendeels door een expresselijk
gegraven kanaal' van 48 K.M. lengte, hetwelk tevens
nog een grootere hoeveelheid water uit 't Midhigam-
meer opneemt en dan in de DespMnes-River uit
mondt. Hier vlak bij heeft 't kanaal oen groot verval,
cn te dezer plaatse nu heeft men een. elecirische cen
trale van 40,000 p.k. ingericht, die haar beweegkracht
aan 't afvalwater ontleent. Zes van de acht turbines
zijn reeds in werking gesteld; er wordt een draai
stroom van 6000 volt verkregen, die door transfor
matoren op 44,000 volt gebracht wordt on naar Chi-
Schageü.
XX ct. kz ut x J- xxeeioiioiiM-w.,
O